afvalforum
2
jaargang 17 • juni 2013
English summary included
Textielketen zet schouders onder textielrecycling Eurocommissaris Janez Potocˇnik over resource efficiency Green Deal bodemas op schema Stortsector vreest extra rekening voor nazorg
kort nieuws B IOGASINSTALLATIE ARN OFFICIEEL GEOPEND Op 24 mei is de biogasinstallatie van ARN B.V. in Weurt officieel in gebruik genomen. Deze installatie zet jaarlijks 40.000 ton gft-afval om in 2,5 miljoen m3 biogas en 16.000 ton compost. De installatie is in anderhalf jaar tijd gebouwd met een investering van 15 miljoen euro. ARN ontvangt twaalf jaar 16 miljoen euro subsidie op grond van de subsidieregeling duurzame energie (SDE). De biogasinstallatie is zo ontworpen dat de capaciteit snel kan worden opgeschaald naar 70.000 ton gft per jaar, waardoor ook de productie van groengas en compost fors toeneemt. Om deze uitbreiding mogelijk te maken, heeft ARN ingeschreven op diverse regionale aanbestedingen voor het verwerken van gft-afval. ARN zal binnen enkele jaren via een aan te leggen warmtenet, warmte leveren voor stadsverwarming aan 14.000 woningen in de Nijmeegse wijken Waalsprong en Waalfront.
M ANSVELD: “GEEN INGRIJPENDE MAATREGELEN NODIG” Staatssecretaris Mansveld van Milieu vindt het niet nodig ingrijpende maatregelen te treffen om het recyclingpercentage van huishoudelijk afval van 50 naar 65 procent te brengen. Dit heeft ze de Tweede Kamer op 15 april in een brief laten weten. Mansveld reageerde hiermee op het advies van de werkgroep huishoudelijk afval. De werkgroep concludeerde vorig jaar dat de doelstelling haalbaar is, maar vraagt om ingrijpende maatregelen en een grote inspanning van gemeenten. De werkgroep adviseerde gescheiden inzamelverplichtingen met afrekenbare doelen voor gemeenten op basis van hoeveelheid, tijdelijke financiering van onrendabele recycling uit een door producenten gevuld fonds, en financiële prikkels voor burgers. Mansveld ziet dat het halen van de
ambitieuze doelstellingen nu al mogelijk is en gaat samen met gemeenten bekijken waar verbeteringen te realiseren zijn. Gemeenten moeten volgens haar beter worden gefaciliteerd om van elkaar te leren en om een ambitieuzer afval- en grondstoffenbeleid te gaan voeren. De staatsecretaris heeft tijdens een Algemeen Overleg grondstoffen en afval op 29 mei toegezegd in het eerste kwartaal van 2014 een tussenrapportage over de behaalde resultaten naar de Tweede Kamer te sturen.
N EDERLAND HELPT HONGKONG MET AFVAL Nederlandse bedrijven gaan Hongkong helpen om afval milieuvriendelijk te verwerken. Minister Lilianne Ploumen van Buitenlandse Handel en de autoriteiten van Hongkong hebben daarover een samenwerkingsovereenkomst getekend. Dat heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken 6 mei bekendgemaakt. ‘’De autoriteiten in Hongkong spreken van een afvalcrisis. Er moet snel iets gebeuren om de grotere hoeveelheid afval op een milieuvriendelijke manier te verwerken’’, zei Ploumen. De minister was begin mei met een grote handelsdelegatie in China. In de handelsmissie zitten vertegenwoordigers van vijftig Nederlandse bedrijven. Nederland en Hongkong zullen de komende jaren ‘’intensief samenwerken’’ aan het afval- en recyclingbeleid van Hongkong. Bedrijven en kennisinstituten gaan samenwerken en zullen onder meer helpen met de uitvoering, opleidingen inrichten, innoveren en ervaringen uitwisselen. Ploumen is ervan overtuigd dat Nederlandse bedrijven zullen profiteren van de samenwerking. ‘’Mijn doel is Nederlandse bedrijven te ondersteunen bij het grijpen van de enorme kansen die de groeiende Chinese economie biedt.’’
V ERZELFSTANDIGING AFVAL ENERGIE BEDRIJF De gemeenteraad van Amsterdam heeft op 16 mei een definitief besluit genomen over de verzelfstandiging van het Afval Energie Bedrijf (AEB). Verzelfstandiging verstevigt de positie van het bedrijf in een krappe en concurrerende afvalmarkt. Als overheids-NV kan het bedrijf succesvoller inschrijven op aanbestedingen op de Nederlandse en buitenlandse markt. Verder biedt het AEB de mogelijkheid zich verder te ontwikkelen van afvalverwerker tot producent van duurzame energie en herwinbare grondstoffen. De verzelfstandiging vindt over ongeveer een half jaar plaats.
2
afvalforum juni 2013
Colofon afvalforum juni 2013 jaargang 17 nummer 2 verschijnt drie keer per jaar afvalforum biedt nieuws, ontwikkelingen, feiten en meningen over afval. Het behandelt zowel het beleid als de praktijk van afvalbeheer. afvalforum wordt uitgegeven door de Vereniging Afvalbedrijven. De Vereniging Afvalbedrijven behartigt de belangen van afvalbedrijven die actief zijn in de gehele keten: van inzameling, recycling, hergebruik en rioleringsbeheer tot en met de verwerking van afval. De Vereniging Afvalbedrijven steunt haar leden bij de groei naar één Europese afvalmarkt en maakt zich hard voor optimale randvoorwaarden voor een milieuhygiënische en kosteneffectieve afvalverwijdering en -verwerking. Leden van de Vereniging ontvangen afvalforum gratis, evenals bestuurders, politici en ambtenaren bij overheden. hoofdredactie Vereniging Afvalbedrijven, ’s-Hertogenbosch Daniëlle van Vleuten eindredactie Addo van der Eijk, Usquert redactieadres De redactie van afvalforum is geïnteresseerd in afvalnieuws. Persberichten en ideeën voor artikelen kunt u sturen naar: Redactie afvalforum Postbus 2184, 5202 CD ’s-Hertogenbosch
[email protected]
De kwadratuur van de cirkel We willen allemaal de recycling verder intensiveren, en afval vooral zien als leverancier van grondstoffen. Dit past prima in het streven naar een meer duurzame samenleving. Er zijn vele goede en mooie voorbeelden: afgedankte auto’s worden gerecycled, Nespresso-koffiedrinkers kunnen hun gebruikte cupjes inleveren bij de leverancier, en afgedankte matrassen kunnen worden gerecycled. Maar hoe bereiken we dat alle afgedankte matrassen - van Sluis tot Delfzijl - ook in de recycling terechtkomen? Hoe krijgen we dit voor elkaar, op een efficiënte en haalbare manier? Sturing vanuit de overheid helpt, maar voor een vedergaande circulaire economie is meer nodig. Meer strakke voorschriften betekent minder vrijheid voor producenten, importeurs, inzamelaars en verwerkers. En als de overheid regels stelt moet ze ook de naleving controleren. De huidige rijksoverheid kent in dit opzicht zijn beperkingen. Dan denk ik dat het effectiever is om de verdere verduurzaming via prijsprikkels te doen. Dat kan via belastingen: bijvoorbeeld een laag BTW-tarief of een lage prijs voor duurzame producten en technieken, en juist een hoge of erg hoge voor “slechte” technieken of producten. Cruciaal daarbij is wel dat we ons realiseren dat we in een Europese markt opereren. Maatregelen mogen de concurrentieverhoudingen uiteraard niet verstoren. Maar het hoeft niet via de overheid, het kan ook door producentenverantwoordelijkheid, waarbij de heffingen, op bijvoorbeeld wit- en bruingoed, worden gebruikt om de recycling ervan te kunnen bekostigen. Maar al met al is het niet eenvoudig om tot goede maatregelen en keuzes te komen. Immers, er spelen ook nog zaken als: wie is de eigenaar? Wanneer is het einde-afval? Hoe ver wil je de burger laten gaan om spullen te scheiden, versus hem comfort en service te leveren? En niet te vergeten het eigen initiatief van bedrijven en particulieren. Ik denk daarom dat we niet zozeer een principiële keuze moeten maken, maar veel meer samen moeten zoeken naar goede praktijkvoorbeelden en van elkaar moeten leren. Onze staatssecretaris staat deze aanpak ook voor. Belangrijk is ook om de kwantiteiten en de kwaliteiten goed in beeld te hebben, en de denkbare potenties. En dan in gezamenlijk overleg nagaan wat de meest kansrijke situaties zijn. En ook dan valt er nog heel veel te doen. Dit hebben we onlangs ook gepropageerd voor het inzamelen van meer gft-afval, ondanks de wettelijk minder strenge aanpak op dit punt. De eerste resultaten zijn veelbelovend.
ir. Pieter H. Hofstra Voorzitter Vereniging Afvalbedrijven
engelse teksten Derek Middleton, Zevenaar opmaak Ontwerpburo Suggestie & illusie, Utrecht foto cover Spijkerbroeken van Mud Jeans blijven eigendom van de producent die zorgt voor hergebruik van het materiaal (foto: Mud Jeans) drukker S&B Druk, Oss abonnement € 35,- per jaar (4 nummers) Gratis voor specifieke doelgroepen Meer informatie bij Vereniging Afvalbedrijven, t. (073) 627 94 44 Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen of gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 1386-4378 adverteren in afvalforum afvalforum wordt verspreid naar (inter)nationale bestuurders, politici, directeuren, managers, technici en andere deskundigen in de afvalsector (controlled circulation). Meer informatie bij Recent BV, telefoon (020) 330 89 98
Inhoud 4
Eurocommissaris Potocˇ nik over zijn stokpaardje
8
Innovatieve technieken werken bodemas op
10 ChristenUnie-Kamerlid Carla Dik: ‘Mansveld mist kansen’ 12 Sluiten van de textielkringloop 15 Het MVO-kleurenpalet van: Shanks 16 Project ‘Gft-inzameling omhoog!’ wil gft-inzameling verbeteren 18 Crisis krijgt vat op nazorgfondsen voor stortplaatsen En verder: Korte nieuws 2, 7, 16 en 20
English summary 21
www.verenigingafvalbedrijven.nl www.wastematters.eu
EUROCOMMISSARIS POTOCˇNIK OVER ZIJN STOKPAARDJE:
‘Resource efficiency leidt ons uit de crisis’ Afval als nieuwe grondstof vormt het hoofdbestanddeel van de anderhalf jaar terug verschenen Roadmap to a Resource-Efficient Europe. Tot maatregelen om die ambitie handen en voeten te geven, is het echter nog niet gekomen. Toch heeft eurocommissaris Janez Potocˇnik nog aardig wat ijzers in het vuur. De Sloveen geeft zelf tekst en uitleg.
‘Implementatie van de afvalhiërarchie is een belangrijk aandachtspunt.’
4
afvalforum juni 2013
Foto: Europese Commissie
ˇN I K JANEZ POTOC (EUROPESE COMMISSIE):
DOOR PIETER VAN DEN BRAND
Op de vraag of de economische crisis zijn ambities niet heeft getorpedeerd, reageert hij gedreven. “Meer politiek leiders zouden in moeten zien dat efficiënt omgaan met grondstoffen de uitweg uit deze crisis biedt en ons zal helpen de weg in te slaan naar duurzame groei.” Eurocommissaris Janez Potocˇnik stoort zich aan politici die menen dat een efficiënt gebruik van grondstoffen een luxe is in een tijd waarin de aandacht ligt op economische groei en het creëren van banen. “De snelst groeiende onderdelen van onze economie zijn juist de
JUDITH MERKIES (PVDAEUROPARLEMENTARIËR):
‘De lineaire economie piept en kraakt in zijn voegen.’
bedrijfstakken die zuinig met hun grondstoffen omspringen, zoals de recyclingsector en de waterketen. Als we efficiënt met grondstoffen omgaan, levert dat kostenbesparing op en verbetert onze concurrentiepositie. Ik blijf erop hameren dat we niet langer kunnen wachten. In sommige sectoren is de grondstoffenschaarste acuut aan het worden. De prijzen voor primaire grondstoffen nemen snel toe. Bijna negentig procent van de Europese ondernemers verwacht dat die prijsstijging verder zal doorzetten. Het zal moeilijker en duurder worden hun bedrijf voort te zetten en succesvol te concurreren.” Dat dit besef niet door iedereen wordt gevoeld, geeft Potocˇnik toe, is de grootste hindernis voor zijn ambities. De brede maatschappelijke consensus die hij nodig heeft onder beleidsmakers, industrie en maatschappelijke organisaties, verwacht de europoliticus te vinden in het eind vorig jaar opgerichte European Resource Efficiency Platform (EREP). Met EREP wil hij het onderwerp resource efficiency uit
‘AAN ‘OUDE’ KNOPPEN DRAAIEN WERKT NIET MEER’ Liever vandaag nog dan morgen zou Judith Merkies, PvdA-Europarlementariër voor milieu, klimaat en grondstoffen, willen zien dat haar concept van de ‘lease samenleving’ brede navolging krijgt. Hierin blijven producenten eigenaar van hun producten en nemen zij die na verloop van tijd weer terug. Zo blijven ze verzekerd van voldoende grondstoffen. Desso least zo zijn tapijten, Mud Jeans zijn spijkerbroeken en Philips zijn lampen (‘pay-per-lux’). Het gerenommeerde Wuppertal-instituut heeft het concept doorgerekend in opdracht van het Europees Parlement. “De conclusie is dat een deel van onze economie hier al op een of andere manier mee bezig is en dat het concept grote kansen biedt die we breed op zouden moeten pakken. De Europese Commissie zou het gebruik van secundaire grondstoffen moeten stimuleren door de wet te veranderen en producenten tot op molecuulniveau voor hun producten verantwoordelijk te maken. Ze zouden dan gek zijn als ze geen eco-efficiënt ontworpen producten maken die zich makkelijk uit elkaar laten halen. Veel bedrijven snappen zelf wel dat ze hun businessmodellen moeten veranderen, omdat ze anders tegen een muur aanlopen.” De aarzeling om met wetgeving te komen, verklaart Merkies met wat zij de ‘crisis-check’ noemt. “Elk voorstel dat het concurrentievermogen van Europa aan zou kunnen tasten, komt er niet door. Velen denken dat milieuwetgeving de vijand is. Potocˇnik is een visionair, maar hij is niet bij machte in crisistijd voldoende draagvlak voor zijn plannen te vinden. Terwijl je ziet dat draaien aan de ‘oude’ knoppen niet meer werkt. De lineaire economie piept en kraakt in zijn voegen. Het is de hoogste tijd naar nieuwe bedrijfsmodellen om te zien.”
de milieuhoek halen. Naast vijf ministers uit de lidstaten en vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven, onder wie ceo Paul Polman van Unilever, zijn Potocˇniks collega-commissarissen Olli Rehn (economie) en Antonio Tajani (industriebeleid) van de partij. Voorlopig lijkt het bij open consultaties, debatten, evenementen, onderzoek en beleidsstudies te blijven. Maar het is de bedoeling, licht Potocˇnik toe, dat EREP medio juni met een uitgewerkte lijst van beleidsaanbevelingen op de korte termijn komt. “Het kost inderdaad tijd, maar ik ervaar het als uiterst nuttig om in een uiteenlopend veld van belangen aan een breed draagvlak voor resource efficiency te bouwen. Het commitment is er. Ik denk dat alle deelnemers vanuit hun eigen achtergrond inzien dat ze een bijdrage kunnen leveren aan een efficiënt gebruik van grondstoffen.”
Afvalstoffen (KRA) die hij in 2014 hoopt af te ronden. “In de Europese wetgeving staat afval nu als een eindprobleem beschreven, maar we gaan toe naar een definitie van afval als grondstof”, vat de eurocommissaris voor milieu de kern van de herziening samen. Potocˇnik wil de recyclingdoelen en de rapportage daarover door de EU-lidstaten harmoniseren en hij wil de lat voor recycling hoger leggen om hoogwaardige recycling te stimuleren. “De afvalwetgeving moet hiervoor de juiste signalen afgeven en niet langer aanzetten tot storten en verbranden zonder energieterugwinning.” Eerder werd vanuit het Europees Parlement al een aantal concrete voorstellen gedaan. Zo werd gepleit voor een laag BTW-tarief op gerecyclede materialen om
»
GRONDSTOF In de in september 2011 verschenen Roadmap to a Resource Efficient Europe heeft materiaalhergebruik een belangrijke rol. Afval is volgens Potocˇnik een nieuwe grondstof waar we niet omheen kunnen. Er ligt een enorm potentieel om efficiënt veel secundaire materialen terug te winnen. Bijna twee jaar later liggen er desondanks nog geen concrete maatregelen om de rol van afval als nieuwe grondstof te stimuleren. Potocˇnik verwacht echter veel van de herziening van de Kaderrichtlijn
BAS EICKHOUT (GROENLINKSEUROPARLEMENTARIËR):
‘De economische crisis heeft roet in het eten gegooid.’
afvalforum juni 2013
5
‘KORTE-TERMIJNDENKEN OVERHEERST’ Volgens Europarlementariër Bas Eickhout, lid van de Europese Groenen, had eurocommissaris Potocˇnik tot 2012 het tij mee. Resource efficiency, een van zijn prioriteiten, is tot een van de hoofdpunten van de 2020-strategie van de Europese Commissie gebombardeerd, “maar de economische crisis heeft roet in het eten gegooid.” Potocˇniks collega Tajani doet dan wel mee aan EREP, constateert Eickhout, maar de Italiaan is een traditioneel en geen innovatief denker. “Om de crisis op te lossen, wil Tajani teruggrijpen op ouderwetse maatregelen, zoals het opvoeren van de productie. Hij gelooft helemaal niet in resource efficiency. Onterecht, want grondstoffenschaarste is typisch een
die goedkoper en concurrerender te maken dan primair materiaal. Potocˇnik zegt echter geen plannen te hebben specifieke instrumenten voor de markt voor secundaire materialen te ontwikkelen. “Mijn prioriteit ligt bij het aanjagen en financieren van de gescheiden inzameling van huishoudelijk afval. En dan met name in die landen waar dit moeizaam van de grond komt, zoals in de Oost-Europese landen en in Griekenland en Italië. Dat doe ik liever dan dat ik in markten ga interveniëren. Het is ook veel effectiever.” De verschillen tussen de EU-landen zijn groot. Implementatie van de afvalhiërarchie is dan ook een belangrijk aandachtspunt, stelt Potocˇnik. Een ander concreet voorbeeld is een ‘Schengen’-verdrag voor afval, zodat afvalstromen ongehinderd de EU-landsgrenzen kunnen passeren. Dat is mede van belang vanuit het oogpunt dat Noord-Europese bedrijven nog heel wat afval uit Zuid- en
GERBEN JAN GERBRANDY (D66-EUROPARLEMENTARIËR):
‘In de Commissie heerst grote onenigheid.’
6
afvalforum juni 2013
probleem voor Europa, dat voor honderden miljarden euro’s aan grondstoffen importeert. De fundamentele discussie om de economie om te vormen, wordt niet gevoerd.” Ook de bedrijven die meedoen aan EREP stellen zich volgens Eickhout defensief op. “Ze praten graag over het onderwerp en zeggen hardop dat efficiënt omgaan met grondstoffen belangrijk is, maar concrete maatregelen in die richting werken ze tegen.
Oost-Europa kunnen recyclen. “De interne markt voor recyclingactiviteiten werkt inderdaad niet goed”, zegt Potocˇnik, “maar dat komt niet door het ontbreken van een Schengen-zone. We hebben al de Waste Shipment Regulation. In de praktijk werkt deze regelgeving niet, omdat de markt lijdt onder illegale free-riders die hun afval naar lidstaten brengen waar onvoldoende con-
Beprijzing van grondstoffen zou recycling profijtelijker maken, maar zet de huidige economie op zijn kop. Bedrijven zijn bang dat hun grondstoffen duurder worden. Ook hier overwint het kortetermijndenken.” Terwijl de Europese Commissie zich prima in zou kunnen spannen om vraag en aanbod te faciliteren, aldus Eickhout. “De afvalsector laat indrukwekkende innovaties zien, neem het recyclen van kunstgras. Een keur aan nieuwe secundaire grondstoffen dient zich aan, maar veel bedrijven zijn nog onvoldoende van het bestaan van deze producten op de hoogte. De Europese Commissie zou de innovatiegelden erop in moeten zetten deze partijen bij elkaar te brengen.”
trole is. Ik kom binnenkort met voorstellen om de inspectie van afvaltransporten te versterken. Om de Europese recyclingmarkt goed te laten functioneren moet afval naar de plek met de meest geschikte recyclingfaciliteiten kunnen gaan, ook al bevindt die locatie zich in een ander EU-land. Dat zal hoogwaardige verwerking een prikkel geven.”
‘HET URGENTIEGEVOEL ONTBREEKT’ D66-Europarlementariër Gerben Jan Gerbrandy constateert dat resource efficiency behoorlijk in het slop is geraakt. “Het logische vervolg van de roadmap is met wetgeving te komen, maar dat gebeurt niet. Kijk hoe er nu met de aanpak van plastic tasjes in supermarkten getalmd wordt. Landen als Ierland en Italië willen wel, maar voorzien juridische problemen. De Europese Commissie komt maar niet met een standpunt.” Afgelopen maart publiceerde de Commissie al wel een ‘green paper’ over kunststofafval, bestemd voor de lidstaten, het Europees Parlement en andere geïnteresseerde partijen om hun visie te geven op de hierin gedane suggesties. “Het consultatiedocument is er nu, maar het gaat allemaal erg langzaam”, zegt Gerbrandy. Wat ook geldt voor de herziening van de afvalwetgeving. Vanwege de Europese verkiezingen is Gerbrandy’s angst groot dat het 2015 of mogelijk 2016 zal worden. “De verschillen tussen de EU-landen zullen eerder groter dan kleiner worden.” Volgens Gerbrandy, zelf lid van EREP, slaagt Potocˇnik er juist niet in het onderwerp resource efficiency uit de milieuhoek te halen. “De ministers die vanuit de EU-landen deelnemen, hebben allen de milieu-portefeuille. In de Commissie heerst grote onenigheid. Tijdens de presentatie van het manifest van EREP eind vorig jaar kwam eurocommissaris Tajani tien minuten opdraven met een obligaat, nietszeggend praatje. Tijdens andere bijeenkomsten van het platform deden zijn medewerkers er achter de schermen alles aan om de ambities zo laag mogelijk te houden. Het urgentiegevoel ontbreekt, maar zonder aandacht voor verduurzaming zal de concurrentiepositie van de Europese industrie alleen maar afnemen.”
kort nieuws NDERZOEK NAAR KUNSTSTOFFEN IN O NOORD-NEDERLAND Een consortium van bedrijven en onderwijsinstellingen wil gezamenlijk onderzoek doen naar het hergebruik van kunststoffen uit huishoudelijk afval voor nieuwe producten. Het consortium bestaat uit Philips in Drachten, Lankhorst uit Sneek, Morssinkhof Rymoplast, Stenden University en Omrin uit Leeuwarden. Het programma hiervoor is op 28 mei gepresenteerd tijdens een symposium van de Universiteit van Wageningen over hergebruik van kunststof verpakkingen. Het doel van het programma, dat circa twee jaar in beslag neemt, is de hele kunststofverpakkingsketen van grondstof, productie, consumptie en afval in de
P GROOT ZAMELT G COCA-COLAFLESJES IN Op de tankstations van BOHA aan het Vennewater, Opmeer, Egmond en Boekelermeer in de provincie NoordHolland staan sinds kort speciale Coca-Cola containers voor de inzameling van plastic flessen. Het is een initiatief van Coca-Cola, BOHA en GP Groot inzameling en recycling. Nadat de plastic flesjes zijn ingezameld, gaan ze mee in het recycleproces en worden ze opnieuw gebruikt, bijvoorbeeld voor nieuwe verpakkingen. Zo bestaat een CocaCola PETfles voor 25 procent uit gerecycled materiaal. Door dit initiatief worden weggebruikers meer betrokken bij de boodschap dat plastic verpakkingen een nieuw leven verdienen. GP Groot inzameling en recycling zamelt de lege flesjes in.
noordelijke regio met elkaar te verbinden. Een aantal bedrijven neemt elk een deel van de recyclingketen voor hun rekening, waarmee zij samen de mogelijkheid binnen bereik hebben om de keten van kunststofafval tot nieuwe hoogwaardige producten te sluiten. Bij het project worden ook kennisinstellingen ingezet, om zo de kennisontwikkeling over kunststoffen in hoger onderwijs aan te laten sluiten bij de behoefte van het bedrijfsleven. Het programma bestaat grotendeels uit materiaalen procesontwikkeling om de kunststoffen te scheiden, sorteren, zuiveren en recyclen om uiteindelijk toe te passen in onderdelen van nieuwe producten.
AMPAGNE ‘VET, C RECYCLE HET!’ SUCCESVOL Volgens een recent verschenen rapport kent de campagne Vet, Recycle het! een succesvolle start. De campagne die is gestart in 2012, toont aan dat vergroting van het aantal inzamelpunten in combinatie met informatie over het nut van inzamelen tot een forse stijging leidt van de hoeveelheid ingezamelde gebruikte oliën en vetten. De bereidheid tot inleveren blijkt groot (80%) als het inzamelpunt gemakkelijk bereikbaar is. De inzameling levert een besparing van maatschappelijke kosten op van € 2,80 per kilo vet die niet in het riool verdwijnt. De resultaten betekenen ook een vermindering van milieubelasting en van voedselverspilling. Diverse partners uit de pilotfase, waaronder Stichting RIONED, hebben aangegeven de campagne ook dit jaar te ondersteunen. Hierbij blijft gewerkt worden aan het vergroten van het aantal inzamelpunten en het bekend maken van het nut van vetrecycling. Zo treffen consumenten nu het logo van de campagne aan op de verpakking van diverse merken frituurvet (o.a. Diamant) in de supermarkt.
B RITS AFVAL NAAR ATTERO IN MOERDIJK Attero, Impetus Waste Management Group (Groot-Brittannië) en Geminor (Noorwegen) hebben overeenstemming bereikt over de export van RDF vanuit Engeland voor verwerking van deze afvalstroom bij de afvalenergiecentrale van Attero in Moerdijk. Het gaat om 50.000 ton RDF per jaar voor een periode van vijf jaar. Algemeen directeur Pierre Vincent: “De doelstelling van de Britse en Ierse overheden is om minder afval te storten en in één keer de sprong in de afvalhiërarchie te maken naar recyclen in plaats van te investeren in afvalverbranding. Dit sluit perfect aan op de beschikbare capaciteit van de hoogwaardige afvalenergiecentrales in Nederland. Wij kunnen door de eigen scheepshaven bij onze afvalenergiecentrale onze Britse klanten een uiterst efficiënte dienst bieden. Bovendien is onze installatie in Moerdijk de best presterende van Nederland wat energie-efficiency betreft. Dankzij deze zeer hoge energie-efficiency pakt de CO2-besparing van verwerking in Nederland niet alleen beter uit dan storten in Groot-Brittannië, maar zelfs beter dan verbranding in Groot-Brittannië.” Attero werkt op de Britse markt samen met collegabedrijf Twence onder de naam Dutch Recycling en heeft daar inmiddels een goede naam opgebouwd. De Noorse onderneming Geminor regelt het transport vanuit Engeland naar Nederland.
afvalforum juni 2013
7
INNOVATIEVE TECHNIEKEN WERKEN BODEMAS OP
Bodemas als schone bouwstof De kwaliteit van bodemas verbetert. Dankzij innovatieve technieken blijft een schone grondstof over, die als ‘vrij toepasbare bouwstof’ kan
WIL SIERHUIS (HVC):
‘Met de nieuwe technieken krijgt bodemas een positieve waarde.’
worden ingezet. Het doel in de afgesloten Green Deal is ambitieus: begin 2017 moet minstens de helft hoogwaardig worden opgewerkt. De afvalsector ligt op koers. ‘We gaan er voor en liggen op schema.’
DOOR RENÉ DIDDE
Bodemas vindt sinds jaar en dag zijn weg in de grond-, weg- en waterbouwsector, vooral als ophoogmateriaal voor de wegenbouw. Sinds 1986 is ongeveer dertig miljoen ton in tientallen grote werken toegepast. De toepassingen hebben zich bewezen. Niettemin willen de centrales hogerop, naar een hoogwaardiger verwerking. Nu nog valt bodemas vanwege de verontreinigingen onder de zogeheten IBCcategorie van het Besluit bodemkwaliteit, waarbij IBC staat voor Isoleren, Beheersen en Controleren. Wil Sierhuis, adviseur duurzame ontwikkeling bij HVC, wil af van deze status. Hij wil bodemas inzetten als ‘vrij toepasbare bouwstof’. “Denk aan toepassingen als schoon ophoog- of funderingsmateriaal en vormgegeven toepassingen in asfalt of beton”, aldus Sierhuis. De afvalsector zet momenteel een ambi-
JOHAN DOLMAN (BOSKALIS DOLMAN):
‘De kwaliteit en de waarde nemen toe.’
8
afvalforum juni 2013
tieuze stap in verdere opwaardering van de bodemas van de twaalf Nederlandse afvalenergiecentrales (AEC’s). Vorig voorjaar werd daartoe een Green Deal getekend tussen de afvalsector en de rijksoverheid. De deal is als volgt: zorgt de afvalsector voor een kwaliteitsverbetering, dan zorgt de rijksoverheid ervoor dat knelpunten bij de afzet worden weggenomen. Nog concreter: uiterlijk op 1 januari 2017 moet minstens de helft van de bodemas worden toegepast als schone bouwstof. De sector ligt op schema. Sierhuis ziet de deadline van 2017 met vertrouwen tegemoet. “De AEC’s zijn in samenwerking met het bedrijfsleven volop aan de slag bodemas op te waarderen tot vrij toepasbare bouwstoffen. Zoals het er nu voorstaat gaat het zeker lukken. In 2020 is het streven om voor alle bodemas nieuw nuttig emplooi te vinden”, aldus de voorzitter van de Werkgroep Reststoffen van de Vereniging Afvalbedrijven. Sierhuis juicht de kwaliteitsverbetering toe, maar benadrukt dat bodemas tot dusver geen milieuproblemen heeft opgeleverd. “Bodemas bevat weliswaar een aantal verontreinigende stoffen, maar het milieurisico is laag. Door het hete afvalverbrandingsproces met vlamtemperaturen tot 1100 graden Celsius worden de metalen opgesloten in een kristalstructuur. Ze zijn als een soort lavakorrels verglaasd. Het mooie is bovendien dat bodemas na verloop van tijd een betere kwaliteit krijgt. Onderzoek wijst dat uit.”
WASSEN De afvalsector investeert momenteel fors om de kwaliteitsverbetering te realiseren. Op verschillende locaties in het land staan nieuwe innovatieve technieken in de steigers. Een techniek die gunstige resultaten laat zien, is het wassen van bodemas om het materiaal schoner te krijgen. Boskalis Dolman werkt op het ogenblik aan een proefproject. Het aannemersbedrijf, dat in de jaren tachtig van de vorige eeuw groot werd in de grondreinigingstechniek, zet nu een breed arsenaal technieken in voor de bodemasreiniging. Johan Dolman, directeur bij Boskalis Dolman, legt het procedé uit: “De bodemas wordt eerst gebroken en dan intensief gewassen in trommel- en schudzeven, opstroomkolommen, grindwassers en zwaardwassers. Daarbij ontstaan drie verschillende fracties; groot grindachtig materiaal van acht tot twintig millimeter, een fijnere soort van twee tot acht millimeter en tenslotte zandachtig materiaal van 63 micrometer tot twee millimeter. De drie fracties worden vervolgens over eddy current-scheiders, magneetachtige apparaten, geleid. Die halen er een behoorlijke partij non-ferrometalen uit. Dat komt omdat de non-ferrometalen beter beschikbaar worden voor de scheiders.” Vooral uit de fijne zandfractie, die ongeveer de helft van de bodemas beslaat, kunnen door verschillen in bezinksnelheid aluminium (langzaam), koper en lood (beide snel) worden afgescheiden. “We houden
WIL SIERHUIS (HVC):
‘Met de nieuwe technieken krijgt bodemas een positieve waarde.’
Inashco werkt bodemas van vele bedrijven op met de ADR-methode (foto: AEB)
niet alleen meer non-ferro’s over, we wassen ook zouten als natriumchloride en metaalzouten uit het materiaal, waardoor we een schone bouwstof overhouden. De kwaliteit en de waarde nemen daardoor toe”, aldus Dolman. De aannemer ziet een afzet als ‘vrij toepasbaar ophoogmateriaal’ in het verschiet liggen, maar ook als toeslagmateriaal in de beton- en asfaltindustrie.
METAALTERUGWINNING Waar Dolman vanuit de grondreiniging in de bodemasverwerking is beland, komt de aanvliegroute van Inashco vanuit de terugwinning van de metalen. “Wij zijn een 100% dochter van metaalbedrijf Fondel en op zoek naar bronnen voor secundary mining”, zegt directeur Arno La Haye van Inashco. Het bedrijf werkt aan een innovatieve droge scheidingstechniek, het ADRproces (Advanced Dry Recovery). Na de oven wordt bodemas door een bak water geleid. “Daardoor zitten de mineralen en de non-ferrodeeltjes aan elkaar, waardoor de eddy current-scheider zijn werk niet goed kan doen. Door ze in de ADR uit elkaar te slaan en ze met een rotor weg te schieten, worden de zware deeltjes door ballistische verschillen gescheiden van de lichte deeltjes. De eddy current krijgt de nonferrodeeltjes dan wel te pakken”, vertelt La Haye. De ADR-methode verdubbelt volgens hem de opbrengst aan metalen. “Daarnaast kan de minerale fractie van twee tot twaalf mm zonder mankeren in de betonindustrie
worden toegepast, bijvoorbeeld als toeslagmateriaal bij de productie van stoeptegels, trottoirbanden en rioolbuizen. Na het verstrijken van de levensduur kan het materiaal in de vorm van betonpuingranulaat opnieuw worden toegepast.” Inashco is het proefstadium voorbij. Samen met Heros werkt het bedrijf bodemas van SITA, Omrin en AVR/Van Gansewinkel Rozenburg op met de ADRmethode. “Daarnaast verwerken we de bodemas van AEB in Amsterdam, en van AVR/Van Gansewinkel in Duiven. We gaan bouwen voor Twence in Hengelo. Ook in Duitsland en in de VS zijn drie fabrieken in bedrijf. Inmiddels is de CUR-aanbeveling ‘AEC-granulaat als toeslagmateriaal voor beton’ verschenen. Op basis van de aanbeveling heeft Kiwa de BRL 2507 ‘AECgranulaat als toeslagmateriaal voor beton’ opgesteld”, aldus directeur La Haye.
POSITIEVE WAARDE Naast het wassen van bodemas en het ADR-proces voert de afvalsector pilots uit met andere innovatieve technieken, zoals de versnelde veroudering en droge ontslakking. Om de gewenste kwaliteit te bereiken, is waarschijnlijk een combinatie van technieken nodig. Sierhuis van HVC ziet een toekomst voor zich, waarin alle bodemas als ‘vrij toepasbare bouwstof’ de markt opgaat. De nieuwe stempel heeft niet alleen een duurzamer karakter, het vergroot ook de afzetmarkt en de finan-
ARNO LA HAYE (INASHCO):
‘De ADR-methode verdubbelt de opbrengst aan metalen.’
ciële waarde. “In feite is bodemas het rijkste erts dat we in Nederland kennen. Met de hoeveelheid zilver in bodemas kunnen we voorzien in tien procent van de Nederlandse zilverbehoefte. Naast zilver zitten in bodemas aluminium, koper en goud. De non-ferrofractie uit bodemas brengt duizend tot vijftienhonderd euro per ton op.” Niet alleen de non-ferrofractie, ook de ‘vrij toepasbare bouwstof’ brengt meer op. Met de hoogwaardige toepassing krijgt bodemas een positieve waarde. Nu moeten afvalbedrijven bodemas nog een negatieve waarde meegeven. Sierhuis: “De huidige toepassing van bodemas als IBC-bouwstof kost, afhankelijk van de afstand, circa tien euro per ton. Met de toepassing van nieuwe technieken krijgt de grondstof een positieve waarde, al zullen we wel moeten concurreren met producten als puingranulaat.”
afvalforum juni 2013
9
‘Statiegeld mag niet verdwijnen.’
Carla Dik (ChristenUnie) opende dit jaar de Landelijke Compostdag bij de VAR in Wilp-Achterhoek
CHRISTENUNIE-KAMERLID CARLA DIK:
‘Mansveld mist kansen’ Vanuit haar betrokkenheid bij samenleving en milieu, vult het afvalbeleid van ChristenUnie-Kamerlid Carla Dik zich bijna als vanzelf in. ‘Het overkoepelende thema van duurzaamheid staat voorop bij alle besluiten die ik neem.’
10
afvalforum juni 2013
‘Het woord afval behoort straks tot het verleden.’
DOOR JOOP HAZENBERG
“De agenda is soms nogal rommelig en niet te overzien, we komen net uit een lange regeling van werkzaamheden.” Na het mei-reces van twee weken lukt het om Carla Dik te spreken, terwijl verderop in de plenaire zaal het lot van staatssecretaris Weekers aan een zijden draadje hangt. “Het is hier soms behoorlijk hectisch”, legt Dik uit. Ze is ruim een half jaar Kamerlid voor de ChristenUnie, woont in Veenendaal en was eerder lokaal en regionaal actief voor haar partij. Nu zit ze met een brede waaier aan dossiers in de Tweede Kamer. De onderwerpen gaan van landbouw en natuur naar water en infrastructuur, maar betreffen ook milieu, langdurige zorg en ethiek. “Een groot deel van mijn dossiers richt zich op het fysieke domein”, licht Dik toe. “Toch is duurzaamheid het overkoepelende thema. Dat staat voorop bij alle besluiten die ik neem.”
BERG COMPOST Daarom is ze erg geïnteresseerd in het afvalbeleid, dat ook in haar portefeuille zit. Eerder dit jaar mocht Dik de Landelijke Compostdag openen, in het Gelderse Wilp. Die dag kregen burgers de kans om als ‘beloning’ voor het gescheiden aanbieden van gft gratis compost af te halen. Als symbolische opening nam Dik als eerste afnemer de schep in de hand. Natuurlijk schuwt ze de politieke invalshoek niet. “Deze basisvorm van recycling verdient een bedankje aan de samenleving. Iedereen kent gft. Het is een taak die je echt op gemeentelijk niveau moet organiseren.” Via compost belanden we bij de visie van de ChristenUnie op afval- en milieubeleid. De christelijke visie van de partij heeft duurzaamheid als het ware ‘ingebakken’ in de ideologie. “We putten de aarde steeds verder uit”, vindt Dik. “Terwijl we al zoveel grondstoffen beschikbaar hebben, die we niet voldoende hergebruiken. De enige toekomstbestendige economie is een economie die gebruik maakt van duurzame energie en waarin het hergebruiken van grondstoffen standaard is.” Wat betekent dit voor het afvalbeleid? Op het hogere niveau wil Dik naar een circulaire grondstoffeneconomie. Ze is blij dat andere partijen hier ook naar streven. “Het woord afval behoort straks tot het verleden. We moeten veel meer werk maken van de ‘Ladder van Lansink’: voorkomen dat afval ontstaat, bedrijven aanspreken op
hun verpakkingen, recycling bevorderen en pas in laatste instantie verbranden.” Op het politieke, concrete niveau heeft het Kamerlid een flink aantal zorgpunten. Zo is ze sceptisch over het importeren van afval om het hier in afvalenergiecentrales te verwerken. Dik: “Is dat verstandig beleid? Het gesleep met afval van bijvoorbeeld Napels naar Nederland is goed. Daar ligt het immers maar op een berg. Maar eigenlijk is het niet verdedigbaar dat je afval over zulke grote afstanden vervoert. Hoe duurzaam is dat? We moeten ook geen hout uit Canada halen om hier gesubsidieerd in kolencentrales te verbranden.”
FLESSEN IN DE WEG De ChristenUnie voerde recent actie rond het statiegeld-dossier. De partij is tegen het afschaffen van statiegeld en verzamelde een berg plastic op het Haagse Plein. “We wilden inzichtelijk maken wat er aan plastic wordt geproduceerd”, zegt Dik. “Het nieuwe systeem van verwerking heeft zich nog niet bewezen, daarom mag statiegeld niet verdwijnen. De PvdA heeft een draai gemaakt. Nu is er geen meerderheid meer voor behoud van statiegeld.” Volgens Dik zijn veel gemeenten tegenstander van afschaffing, en willen ze statiegeld voor kleine PET-flessen vanwege het zwerfafval-probleem. De PET-flessen zitten Dik sowieso ‘vreselijk in de weg’. Met de laatste technieken is het mogelijk om met 100 procent gerecycled materiaal nieuwe flessen te maken. Maar staatssecretaris Mansveld wil volgens Dik het percentage op 23 procent laten staan. “Dat is echt een gemiste kans. Die norm is tien jaar oud. Laten we hem zo snel mogelijk opschroeven, naar 40 of 50 procent desnoods. Dan prikkel je de verpakkingenindustrie om beter te presteren.” De politica heeft meer kritiek op het beleid van Mansveld. De staatssecretaris stelt zich wat terughoudend op in de doelstelling van het kabinet, om in 2015 65 procent van het huishoudelijk afval te recyclen. Omdat nu de helft wordt gerecycled, moet het resultaat in twee jaar tijd met 15 procent zijn opgeschroefd. Mansveld stelt echter dat veel gemeenten goed scoren en zij wil geen afrekenbare doelstellingen. Dik is hierover niet te spreken. “Ik vind het ontzettend jammer dat ze gemeenten niet aanspreekt. We moeten om de tafel gaan met de VNG en gemeenten die koplopers zijn, om samen de doelstellingen te bereiken. Dat gesprek mag niet vrijblijvend zijn.”
‘Te veel textiel verdwijnt in de afvalbak.’
KLEDING IN AFVALBAK Ook de textielrecycling heeft de volle aandacht van Carla Dik. “Veel te veel kleding en textiel verdwijnt in de afvalbak”, stelt ze. “We recyclen maar 70 miljoen kilo terwijl 135 miljoen kilo textiel wordt weggegooid.” Omdat met de productie van textiel veel milieubelasting gepaard gaat, wil Dik daar nu iets aan doen. Ze spreekt met inzamelaars als de charitatieve instellingen, maar ook met de VNG, om te kijken hoe de recycling kan worden opgeschroefd. Bewustwording is belangrijk, meent het Kamerlid. “Veel mensen denken dat je alleen textiel in de bak kunt doen wat gedragen wordt. Een informatiecampagne lijkt me een goede start om daar verandering in te brengen.” Hoe ziet Carla Dik de toekomst van de afvalsector? Ze moet bekennen dat een uitgebreide kennismaking in de korte periode van het Kamerlidmaatschap nog niet heeft plaatsgevonden. “Ik heb daardoor nog geen goed beeld van de Nederlandse afvalbedrijven, en of zij innovatief bezig zijn. Ik laat me heel graag informeren over de sector. Als bedrijven me willen uitnodigen voor een werkbezoek, dan weten ze me te vinden.”
WIE IS CARLA DIK? Carla Dik (1971) is sinds 20 september Kamerlid voor de ChristenUnie. Ze studeerde kunstgeschiedenis en is naast haar politieke werk freelance kunsthistorica geweest. Van 2003 tot 2010 was Carla Dik gemeenteraadslid in Veenendaal, en van 2007 tot haar aantreden in de Kamer was zij Statenlid in Utrecht. Volgens haar Twitterprofiel houdt ze van kunst, cello, boeken en slow food.
afvalforum juni 2013
11
SLUITEN VAN DE TEXTIELKRINGLOOP
Tweede leven van oude kleren Hergebruik heeft de wind mee. Terwijl Brussel de recyclingdoelen opschroeft, en de waarde van secundaire grondstoffen alom wordt geprezen, maakt Nederland zich sterk om een centrale rol te vervullen als grondstoffenrotonde. Het momentum is er. Elke
MARC VOOGES (HUMANA):
‘Het is een vechtmarkt geworden.’
afvalstroom bewandelt een ander pad naar een meer hoogwaardige verwerking. In deze serie brengt afvalforum telkens een stroom in beeld. Aflevering 3: textiel.
DOOR HAN VAN DE WIEL
In Haaksbergen, in het oude textielhart van Nederland, verscheurt een grote machine van het bedrijf VAR|Frankenhuis textielafval tot vezels. Kledingresten, snijresten uit de tapijtindustrie, bedrijfskleding, garens en zelfkanten uit spinnerijen en weverijen; alles wordt tot afzonderlijke vezels uiteengerafeld en in balen geperst. Ritsen, knopen en andere ongerechtigheden zijn vooraf machinaal verwijderd. Jaarlijks produceert dit bedrijf tienduizend ton vezels uit gebruikte kleding en industrieel snij-afval. Het procedé is in Nederland uniek. In Europa bestaan slechts een paar collega-bedrijven. De vezels van VAR|Frankenhuis worden voornamelijk laagwaardig verwerkt in onder meer de auto-industrie, voor drainagedoeleinden en als vilt. “Het liefst laten we de vezels hoogwaardiger verwerken, bij voorkeur als garens voor de kledingindustrie”,
PETER BOS (VAR|FRANKENHUIS):
‘Wereldwijd stijgt de vraag naar vezels.’
12
afvalforum juni 2013
zegt directeur Peter Bos. “In dat geval moet - net als in de papierindustrie - ongeveer de helft virgin vezel worden toegevoegd om een goede kwaliteit garen te houden. Op kleine schaal gebeurt dat al. Hoewel de hoeveelheid toeneemt, staat deze hoogwaardige toepassing nog in de kinderschoenen. Zo’n negentig procent wordt laagwaardig verwerkt, tien procent hoogwaardig.” Bos heeft vertrouwen in de toekomst van het bedrijf, waar vijftien mensen werken plus een aantal oproepkrachten. “Wereldwijd stijgt de vraag naar vezels met vier tot vijf procent per jaar. De productie van virgin vezels blijft daarbij achter. Er ontstaat dus schaarste.” Bedrijven als die van Bos zouden enorm worden geholpen als kledingontwerpers en -bedrijven meer rekening hielden met de afvalfase van textiel. Dat gebeurt nog nauwelijks, stelt Bos. Veel kleding bestaat volgens hem uit samengestelde materialen. “Dan zit er een fluorescerende pvc-band op een uniform gestikt. Of staan de wasvoorschriften op kunststoffolie, die machinaal bijna niet te verwijderen is.” Het gebrek aan aandacht bij ontwerpers en kledingbedrijven is tekenend voor de stiefmoederlijke behandeling die textiel ten deel valt in de afvalfase. De grondstoffenrotonde draait bepaald niet lekker. Jaarlijks komt ongeveer 210 kton textiel van Nederlandse huishoudens in het inzamelcircuit terecht. Slechts een derde deel daarvan, 75 kton, wordt gescheiden ingezameld. De rest, 135 kton, zit in het restafval
en komt terecht in de ovens van afvalenergiecentrales. Met een optimale scheiding zou daarvan 65 procent geschikt zijn voor hergebruik. Naast het huishoudelijk textiel komt jaarlijks 30 kton bedrijfskleding in de afvalfase. Meestal wordt bedrijfskleding vertrouwelijk vernietigd, omdat bedrijven geen reputatieschade willen oplopen. Stel je voor dat een politie of ambulancebroederuniform in verkeerde handen valt. Bedrijven als VAR|Frankenhuis zijn gecertificeerd om bedrijfskleding vertrouwelijk te ‘vervezelen’.
VECHTMARKT De meeste afgedankte kleding wordt ingezameld door charitatieve organisaties en kringloopbedrijven. Sinds gebruikte kleding geld oplevert, roeren ook commerciële bedrijven zich op de markt. Dat zorgt voor onrust. “Het is, helaas, een vechtmarkt geworden”, zegt directeur Marc Vooges van Humana. Humana behoort met KICI, ReShare en Sam’s Kledingactie tot de vier charitatieve instellingen die gebruikte kleding inzamelen. Twintig jaar geleden was de kledinginzameling nog volledig in handen van charitatieve instellingen, nu is het marktaandeel nog ongeveer 55 procent. Kringloopbedrijven - soms commercieel, soms sociale werkplaatsen - hebben een kwart van de markt in handen en commerciële bedrijven als Van Gansewinkel en SITA de overige twintig procent. Van de kleding die charitatieve instellingen inzamelen wordt na sortering ongeveer zestig procent als tweedehands
Van de kleding die charitatieve instellingen inzamelen wordt na sortering ongeveer zestig procent als tweedehands kleding verkocht in ontwikkelingslanden en landen in Oost-Europa (foto: Humana)
HANNEKE OP DEN BROUW (RIJKSWATERSTAAT):
‘Lever álle textiel in.’
kleding verkocht in ontwikkelingslanden - met name Afrika - en landen in OostEuropa. Twintig procent is nog geschikt om er poetsdoeken van te maken en dertien procent wordt gebruikt als grondstof voor isolatiemateriaal of vulling voor autostoelen. Wat overblijft, zeven procent, gaat naar afvalenergiecentrales. Naast het behalen van inzamel- en recyclingdoelen hebben gemeenten ook een financieel belang bij het verminderen van het restafval van hun inwoners. Hoe kleiner de restfractie, des te minder ze betalen aan de afvalenergiecentrales. Vandaar dat ze proberen textiel uit het restafval te krijgen, door containers te installeren voor de inzameling. Nu gebruikt textiel in waarde stijgt, vragen steeds meer gemeenten een inzamelvergoeding. Dat doet pijn bij de charitatieve partijen. De vergoeding kan oplopen tot veertig cent per kilo. Tel daarbij de kosten voor transport en afschrijving van
de container op, en de totale inzamelkosten stijgen tot 57 cent per kilo. Dat ligt net boven of onder de Nederlandse marktprijs van 55 tot 60 cent voor een kilo textiel. Het probleem is, stelt Vooges van Humana, dat gemeenten charitatieve partijen laten meedingen in de aanbesteding voor het inzamelen. Vervolgens wordt de aanbesteding gegund aan de partij met de hoogste prijs. “We bieden allemaal tegen elkaar op. Ook wij bezondigen ons daaraan. Gevolg is dat er steeds minder geld overblijft voor de goede doelen.” Wat Vooges betreft profiteren gemeenten van de gestegen textielprijzen. “Tot een redelijk bedrag, zodat er een portie overblijft voor de goede doelen.
Dat willen burgers ook, als ze de keuze krijgen. Maar sommige gemeenten zijn blind voor de wensen van hun inwoners.”
GREEN DEAL In een afvalmarkt waar bijna twee derde van het product bij het restafval belandt en waar charitatieve en commerciële bedrijven elkaar de tent uit vechten, valt nog veel verbetering te boeken. Afgelopen najaar sloten bedrijven, brancheorganisaties en de overheid een Green Deal. Doel: eind 2015 moet het aandeel textiel in restafval met de helft zijn verminderd ten opzichte van 2011. Textiel staat ook te boek als één van de zeven prioritaire
»
GROTE MILIEUDRUK De milieudruk van textiel is enorm. “We moeten dus meer textiel hergebruiken”, stelt Anton Luiken van Alcon Advies. Luiken geldt als specialist op textielgebied. De wereldwijde productie van vezels bedraagt volgens hem tachtig miljoen ton per jaar. “De twee belangrijkste stromen zijn polyester en katoen. Meestal wordt wol als derde stroom genoemd. Niet zozeer vanwege de omvang, maar omdat schapen veel grond nodig hebben en, zoals alle herkauwers, methaan uitstoten, een broeikasgas dat vijfentwintig keer sterker is dan koolstofdioxide. Voor gewone kleding is de gebruiksfase het meest milieubelastend. Dat zit hem vooral in het energieverbruik bij het wassen en drogen.” Ook de productie van vezels is milieubelastend. Berekeningen van het Water Footprint Network - onder meer gelieerd aan de Universiteit Twente - laten zien dat voor de productie van een spijkerbroek 8.000 liter water nodig is. Een gemiddeld T-shirt kost 2.500 liter. In de droge en zonnige katoenregio’s is het waterverbruik een groot probleem. De teelt van katoen vraagt bovendien om veel bestrijdingsmiddelen. Elk T-shirt vereist 150 gram aan pesticiden. Wereldwijd gaat 8 tot 10 procent van de pesticiden naar de katoenteelt.
afvalforum juni 2013
13
BERT VAN SON (MUD JEANS):
‘Vooral jongeren lopen warm voor het leaseconcept.’
stromen van het tweede Landelijk afvalbeheerplan (LAP-2). Op uitnodiging van het ministerie van Infrastructuur en Milieu werkt op het ogenblik de gehele textielketen gezamenlijk aan manieren om de milieudruk van textiel met twintig procent te verlagen in 2015. Hanneke op den Brouw ondersteunt vanuit Rijkswaterstaat Leefomgeving (voorheen Agentschap NL) het ketenoverleg voor verduurzaming van mode en textiel. Afdwingen kan ze niks, wel proberen als een scheidsrechter het speelveld te bewaken, het gemeenschappelijke belang te zoeken en partijen te helpen daaraan mee te werken. Op den Brouw: “Wij creëren ‘neutrale grond’.” Diverse projecten lopen. Zo proberen modebedrijven een kwart duurzame materialen in hun collecties te verwerken in 2015. Op het gebied van de textielrecycling wordt behalve aan textielinzameling gewerkt aan nieuwe technieken om het afgedankte textiel opnieuw als grondstof te benutten.
CONSUMENT LEASE EEN BROEK Geen spijkerbroek kopen maar leasen, voor een vast, laag bedrag per maand. Begin dit jaar zag het concept ‘Lease a Jeans’ van webwinkel Mud Jeans het licht. De broeken zijn voor zeventig procent gemaakt van biologische en gerecyclede katoen en voor dertig procent van post-consumerwaste. Volgens directeur Bert van Son van Mud Jeans: “Het instapbedrag voor de broek bedraagt twintig euro, vervolgens wordt een jaar lang iedere maand vijf euro betaald. Scheuren of gaten worden gratis gerepareerd. Na die tijd mogen mensen de broek houden of terugsturen.” Ook als de broek na jaren dragen versleten is, is het de bedoeling dat de broek wordt teruggestuurd, want hij blijft altijd eigendom van Mud Jeans. De geretourneerde broeken vormen de grondstof voor nieuwe broeken, al moet daar wel de helft nieuwe katoen bij. Bij het ontwerp van de broek is rekening gehouden met hergebruik. Belangrijk daarvoor is dat zo puur mogelijk materiaal wordt gebruikt. Er zitten bijvoorbeeld geen opgestikte labels op de broek. Volgens Van Son is het aantal klanten momenteel een paar honderd. “Meer dan verwacht”, zegt hij, “want jeans is een lastig product: hij moet goed zitten, de stof moet goed aanvoelen en de washing moet naar wens zijn. Het zijn vooral jongeren die warm lopen voor het leaseconcept. Misschien is de jeugd minder hebberig dan vaak wordt gezegd. Het is de generatie die opgroeit met de share-gedachte.” Van Son praat momenteel met banken voor financiering die nodig is om de broeken ook in winkels te verkopen.
14
afvalforum juni 2013
Een gemakkelijke opgave heeft het ketenproject niet, want de belangrijkste partij zit niet aan tafel: de consument. Op den Brouw: “Die moeten we zo ver krijgen dat hij al zijn kleding in kledingcontainers doet. Meer nog: de consument moet bij aankoop kiezen voor duurzaamheid. Bijvoorbeeld door kleding van gerecyclede vezels aan te schaffen. Daarvoor heb je marktpartijen nodig die de gerecyclede vezels terug in de kledingketen willen brengen.” TNS/NIPO-onderzoek wijst uit dat één op de vijf mensen geen idee heeft welke kleding wel en welke niet in de containers mag. Bovendien weten ze niet waar de containers staan. Op den Brouw: “Vandaar dat de branche binnenkort met één regel komt: lever álle textiel in, ook als het kapot en versleten is.” Rond de zomer zal die boodschap onder de aandacht van burgers worden gebracht.
Steeds meer afvalbedrijven omarmen het maatschappelijk
HET MVO-KLEURENPALET VAN: SHANKS
In gesprek met klanten
verantwoord ondernemen (MVO). Een duurzaamheidsgolf trekt door de sector, met de drie p’s - people, planet, profit - als boegbeeld. MVO kent vele verschijningsvormen. In de praktijk kleurt elk afvalbedrijf MVO op zijn eigen wijze in. In deze serie vertellen bedrijven
Shanks steekt haar voelsprieten uit. Maatschappelijk verantwoord
hoe zij het containerbegrip
ondernemen (MVO) betekent voor Jan Thewissen, EHS Country
MVO vormgeven.
manager bij Shanks: stakeholder engagement. Hij wil naar de omgeving luisteren, met partijen in gesprek en open staan voor feedback. ‘Een open dialoog met onze klanten is van essentieel belang.’ JAN THEWISSEN (SHANKS):
DOOR ADDO VAN DER EIJK
In gesprek gaan. Talloze keren komt Jan Thewissen er tijdens het interview op terug. In gesprek met klanten, met medewerkers, met aandeelhouders, met producenten: dat is waar MVO volgens Thewissen in essentie om draait. Shanks zet met haar MVO-beleid de communicatiedeur open. “Meer dan vroeger gaan we in overleg met onze omgeving”, legt Thewissen uit. Vier jaar geleden boog een Shanks-werkgroep zich voor het eerst over de vraag: hoe MVO concreet in te vullen? Thewissen: “MVO is een veelomvattende term. De ISO 26000, een internationale MVO-richtlijn, behandelt maar liefst 33 thema’s. Focus is nodig, willen we ons als bedrijf onderscheiden.” Na rijp intern en extern beraad, koos Shanks voor vijf pijlers: milieu, klant, financieel, maatschappij en medewerker. Een brede scope, erkent Thewissen. “Deels komt dat door de decentrale structuur van Shanks, waarbij dochterondernemingen
zelfstandig beleid voeren. Dat maakt focussen complexer.”
LUISTEREN Shanks legt haar oor te luister bij haar stakeholders. Twee jaar geleden voerde het bedrijf voor het eerst een Shanksbreed klanttevredenheidsonderzoek uit. Met een 8.1 toonde de klant zich zeer tevreden. Over MVO was de klant helder: 92 procent vindt MVO belangrijk, 56 procent stelt zelfs dat Shanks een rol speelt in hun eigen MVO-beleid. Dat signaal pakt Thewissen op. Hij wil met klanten samenwerken, partnerschappen aangaan. “Vroeger vormden afvalbedrijven het einde van de keten. Tegenwoordig denken we met klanten mee over hun bedrijfsprocessen. Met het sluiten van kringlopen gaan we ook de dialoog met producenten aan.” Thewissen wil het klanttevredenheidsonderzoek periodiek herhalen. Hetzelfde geldt voor het mede-
Shanks zet met haar MVO-beleid de communicatiedeur open (foto: Shanks Nederland)
‘Klanten vragen nadrukkelijk om MVO.’
werkerstevredenheidsonderzoek, dat dit jaar voor de tweede keer plaatsvindt. Met dergelijke rapportages maakt Shanks de brede scope van MVO-ambities concreet en toetsbaar.
CONTINU PROCES “Elk jaar rapporteren we over de voortgang van de vijf pijlers in ons jaarverslag”, zegt Thewissen. In het afgelopen jaarverslag staat onder de pijler ‘maatschappij’: aantal klachten met 3 procent gedaald. Onder ‘medewerkers’ lezen we: ziekteverzuim met 0,2 procent gedaald. “Zo maken we onze ambities meetbaar en transparant”, aldus Thewissen. Een weg terug is er niet, realiseert hij zich. “Nu we het MVO-pad op zijn gegaan, moeten we verder. Het is een continu proces. Klanten spreken ons erop aan. Ze vragen er nadrukkelijk om. Grote multinationals en gemeenten, die het voortouw nemen, stellen steeds vaker harde MVO-eisen.” Binnen de pijler ‘milieu’ focust Shanks op recycling en CO2. Via de CO2-voetafdruk wordt de pijler meetbaar gemaakt. “Vorig jaar was onze CO2-uitstoot 408 kton. Daarnaast vermeden we in de gehele keten 654 kton CO2 door de productie van groene stroom, secundaire brandstoffen en nieuwe grondstoffen uit afval.” Om de voetafdruk te verkleinen gaat Thewissen - wederom - het gesprek met de omgeving aan. “Samen met klanten zoeken we naar kansen om de CO2uitstoot in de keten te beperken.”
afvalforum juni 2013
15
kort nieuws V VN EN SITA LANCEREN SAMEN ZIE JE VEILIGER ‘Samen Zie Je Veiliger’. Dat is het motto van een campagne waarvoor SITA en Veilig Verkeer Nederland (VVN) op 12 juni het startsein hebben gegeven. Hierin bundelen de organisaties hun krachten met als doel de verkeersveiligheid te verbeteren. De campagne is gericht op het signaleren en melden van onveilige verkeerssituaties door zo veel mogelijk weggebruikers. Er is een app ontwikkeld waarmee verkeersdeelnemers gevaarlijke situaties via smartphone of tablet rechtstreeks aan het Meldpunt Veilig Verkeer kunnen doorgeven. Met dagelijks ruim 1.000 voertuigen op de weg ziet SITA het als haar maatschappelijke taak actief bij te dragen aan de verkeersveiligheid in Nederland. Niet alleen
voor het personeel, maar ook voor alle andere verkeersdeelnemers. “Onze vele chauffeurs vormen dagelijks letterlijk ‘de ogen op de weg’ en signaleren en melden regelmatig onveilige verkeerssituaties aan onze partner VVN”, aldus Wieger Droogh, algemeen directeur van SITA Nederland. “Deze kennis gaan we nu gebruiken voor een gezamenlijke campagne waarin we verkeersdeelnemers willen wijzen op het herkennen en melden van deze onveilige situaties. Het idee achter deze campagne is dat je het verkeer alleen veiliger kunt maken door samen te werken.” Meer informatie is te vinden op de website www.samenziejeveiliger.nl.
N IEUWE WEBSITE VERENIGING AFVALBEDRIJVEN In juni lanceert de Vereniging Afvalbedrijven (VA) haar nieuwe website. Nieuws staat centraal op de site. Nieuwsberichten kunnen gedeeld worden via diverse kanalen, zoals e-mail, Twitter en Facebook. De nieuwe site maakt vaker en sneller communiceren mogelijk. De VA wil haar communicatie op termijn volledig digitaliseren. Naast diverse nieuwsberichten is op de site ook informatie te vinden over afvalbeheer in Nederland, en over de vereniging en haar leden. Tegelijk met de lancering van de site publiceert de VA haar Jaarbericht 2012.
16
afvalforum juni 2013
Het bericht geeft in artikelen, korte berichten en een tijdlijn een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen. De digitale uitgave bevat diverse links naar meer (achtergrond)informatie op internet.
R ECYCLING FRIES HUISHOUDELIJK AFVAL Het huishoudelijk afval dat in 2012 is vrijgekomen bij de Friese gemeenten (met uitzondering van de Waddeneilanden), is in 2012 voor gemiddeld 63,4 procent gerecycled. Door een combinatie van bron- en nascheiding is van het in totaal van 435 kilogram huishoudelijk afval per inwoner (exclusief grof huishoudelijk afval) 276 kilogram gerecycled. Het resterende, niet-herbruikbare deel is verwerkt tot stoom en elektriciteit in de reststoffenenergiecentrale (REC) van Omrin in Harlingen. De Friese gemeenten hebben de ambitie om samen met Omrin het huidige gerealiseerde recyclingspercentage van 63,4 procent de komende jaren te verhogen naar meer dan 65 procent. Op grond van de huidige samenstelling van het huishoudelijk restafval liggen de mogelijkheden voor het verhogen van het recyclingspercentage met name op het intensiveren van de gescheiden inzameling van gft-afval, oudpapier en textiel en het verder optimaliseren van de nascheiding van de kunststoffen en de metalen.
www.verenigingafvalbedrijven.nl Let op! Vanaf 2014 publiceert de VA de artikelen van afvalforum alleen nog via haar website. Als u deze wilt blijven ontvangen, stuurt u een e-mail naar info@ verenigingafvalbedrijven.nl met uw gegevens en e-mailadres.
T OEKOMST NAUERNASCHE POLDER Bewoners van het buurtschap Nauerna, Afvalzorg, gemeente Zaanstad, provincie Noord-Holland en het Havenbedrijf Amsterdam hebben overeenstemming bereikt over de toekomst van de Nauernasche Polder. Hoofdpunten van de afspraken zijn dat de restcapaciteit van de stortlocatie uitgebreid wordt met 2 miljoen kubieke meter en dat Afvalzorg permanent 15 hectare mag blijven gebruiken voor tijdelijke opslag- en recyclingactiviteiten. De stortactiviteiten moeten op 1 april 2022 definitief stoppen. In drie fases wordt de komende jaren een openbaar natuur- en recreatiegebied van 60 hectare aangelegd. Bovendien komt er een extra groene buffer rondom Nauerna met een 9 hectare groot recreatiegebied op HoogTij en natuurontwikkeling in de Nauernase Venen. De overeenkomst wordt de komende periode voorgelegd aan de ‘achterban’ van de ondertekenaars.
PROJECT ‘GFT-INZAMELING OMHOOG!’ WIL GFT-INZAMELING VERBETEREN
Gft-expert staat gemeenten bij Het project ‘Gft-inzameling omhoog!’ van de Vereniging Afvalbedrijven gaat het tweede jaar in. Ook al hebben de meeste gemeenten hun gft-inzameling goed op orde, toch leert de ervaring dat ze nog een forse gft-slag kunnen maken. Gft-expert
GIJS LANGEVELD (GFT-EXPERT):
‘Bij gft-afval zit veel potentie.’
Gijs Langeveld helpt gemeenten met hun verbeterslag.
DOOR ADDO VAN DER EIJK
Een betere gft-inzameling, dat is waar het project ‘Gft-inzameling omhoog!’ zich sterk voor maakt. Politiek Den Haag, de gft-sector, lagere overheden: iedereen wil een betere scheiding van restafval. “Bij gftafval zit, als één van de grote stromen, veel potentie”, vertelt Gijs Langeveld. Hij richt zich op gemeenten. Die zorgen immers dat gft-afval bij huishoudens wordt opgehaald. “Binnen gemeenten is veel laaghangend fruit te vinden. Maken ze serieus werk van hun gft-beleid, dan gaat de gft-inzameling met sprongen vooruit. De inzameling kan verveelvoudigen, terwijl de kosten vaak gelijk blijven of dalen. Neem de gemeente Staphorst. Vorig jaar steeg daar de gft-inzameling van 46 naar 147 kilo per inwoner. Echt ongelofelijk.”
gemeenten kunnen aantrekken bestaat volgens Langeveld niet. “De gftinzameling verbeteren is maatwerk. Elke gemeente is anders. Heeft een gemeente duobakken, dan luidt het advies: afschaffen. Het tussenschot houdt beide stromen onvoldoende uit elkaar, waardoor het gft vervuild raakt met restafval. Advies voor diftargemeenten: stel een nultarief in voor gft-afval. Diftargemeenten halen significant minder restafval op. Dat is gunstig, maar voor gft pakt het nadelig uit, wanneer burgers ook voor de groencontainer moeten betalen. Andere adviezen die soelaas bieden: kies voor grotere gft-bakken, zet in op betere voorlichting en handhaving, en kies voor extra ledigingen tijdens de zomermaanden.” Positief is Langeveld over het concept van omgekeerd inzamelen. Het uitgangspunt ‘hoge service
op grondstoffen, lage op restafval’ levert volgens hem goede gft-prestaties op.
LEREN VAN ELKAAR Naast individuele gemeenten nodigt Langeveld groepen gemeenten uit om in workshops ervaringen uit te wisselen. “Ambtenaren kunnen veel van elkaar leren. Tijdens de bijeenkomsten krijgen ze van collega’s te horen met welke risico’s en knelpunten ze rekening moeten houden.” Het momentum is er, merkt Langeveld. Na een jarenlange windstilte, waarin gftafval op de achtergrond raakte, beleeft de gescheiden inzameling een revival. “Overal in het land lopen bij gemeenten projecten om herbruikbare materialen apart in te zamelen. Door deze opleving ontdekken gemeenten de waarde van gft-afval. Door de aandacht neemt de gft-inzameling, na jaren van lichte afname, weer toe.”
MAATWERK Langeveld toert het land door om gemeenten te adviseren en bij te staan in het verandertraject. Vorig jaar kregen maar liefst 43 gemeenten een maatwerkadvies. “Sommige gemeenten hebben al maatregelen doorgevoerd, andere gemeenten houden hun gft-beleid momenteel tegen het licht. Ze rekenen de effecten door en stemmen de maatregelen bestuurlijk af”, aldus Langeveld. Het advies hangt af van de lokale situatie. Een pasklare gft-jas die alle
UITGAVE ‘GROENE GROEI MET GFT ALS GRONDSTOF’ Dit voorjaar verschijnt ‘Groene groei met gft als grondstof’, een uitgave van de Vereniging Afvalbedrijven. De uitgave richt zich op gemeenten. Het bevat een maatregelencatalogus; een overzicht van zestien gft-maatregelen die zich in de praktijk hebben bewezen. De catalogus dient als inspiratiebron voor wethouders en gemeenteambtenaren. In de uitgave vertellen gemeenten over hun ervaringen. De gft-sector presenteert de jaarlijkse cijfers. U kunt de uitgave opvragen bij de Vereniging Afvalbedrijven.
afvalforum juni 2013
17
DOOR HARRY PERRÉE
Veertien miljoen euro moet Indaver mogelijk extra ophoesten voor de eeuwigdurende nazorg van de Derde Merwedehaven in Dordrecht, waar sinds de jaarwisseling niet meer wordt gestort. De provincie ZuidHolland meent dat de geldpot, opgespaard met Indavers belasting, niet groot genoeg is voor de eeuwigdurende nazorg van de stortplaats. De provincie moet de nazorg betalen met het rendement op die spaarpot. Nu de economische crisis het rendement op beleggingen en spaargeld heeft aangetast, vreest de provincie dat ook in de toekomst de opbrengst lager zal uitvallen. Dus moet Indaver zorgen voor een dikkere spaarpot. Dat geldt niet alleen voor de Derde Merwedehaven, maar ook voor alle andere stortplaatsen in Zuid-Holland die in beheer zijn van stortplaatsexploitanten. Jarenlang ging de provincie er vanuit dat
Gesloten stortplaatsen hebben eeuwigdurende nazorg nodig die betaald wordt uit de nazorgfondsen (foto: Afvalzorg)
CRISIS KRIJGT VAT OP NAZORGFONDSEN VOOR STORTPLAATSEN
Dreigende molensteen van 300 miljoen euro De provincie Zuid-Holland verwacht dat het nazorgfonds voor stortplaatsen minder rendement oplevert dan tot nu toe gedacht. De provincie heeft de rekenrente aangepast. Als andere provincies volgen, dan moeten stortplaatsexploitanten 300 miljoen euro extra inbrengen, zonder dat ze bij het besluit betrokken zijn. Waar moet dat geld vandaan komen? ‘Je kunt geen tien liter sap uit één sinaasappel persen.’
18
afvalforum juni 2013
het nazorgfonds een eeuwigdurend rendement zou hebben van 5,06 procent. Recent stelde ze de schatting bij naar 3,99 procent, zowel voor de periode tot de overdracht van de stortplaats als de eeuwigdurende periode daarna. Directeur Peter Louwman van Indaver Nederland vindt de verlaging van de rekenrente in Zuid-Holland een te gehaast ad hoc besluit. Het gaat immers om eeuwigdurende rente. “Het is de vraag of je door de paar recessiejaren die er nu zijn, gerechtvaardigd kan zeggen: ‘we moeten daarop reageren’. Het is bijzonder dat je de rentepercentages om de paar jaar gaat veranderen als je over eeuwigdurendheid praat. Wat rechtvaardigt dat? Men heeft een tijd lang ook een hoger percentage gehaald”, weet Louwman.
RUG TEGEN MUUR Voorlopig is Zuid-Holland de enige provincie die van plan is de rekenrente dermate sterk te verlagen. Provinciale Staten moeten de knoop nog doorhakken. Ook Gelderland heeft de rente verlaagd, van 5,06 naar 4,6 procent, maar daar staat tegenover dat de provincie het rendement van 4,6 procent op het huidige nazorgfonds garandeert. Stortplaatsexploitanten vrezen dat andere provincies volgen. Volgen ze allemaal het voorbeeld van Zuid-Holland en schroeven ze de rekenrente terug naar 3,99 procent, dan moeten de exploitanten samen niet 517 miljoen euro in de provinciale nazorgfondsen storten, zoals tot voor kort berekend was op basis van de laatste nazorgplannen, maar 817 miljoen euro. Exploitanten staan met de rug tegen
de muur. Terwijl de provincie zelfstandig mag besluiten over de inleg, hebben de storters geen of beperkte zeggenschap over de wijze waarop de provincies met het ingelegde geld omgaan. Bij die wijze plaatsen de exploitanten de nodige kanttekeningen. Neem het nazorgkostenmodel, dat provincies gebruiken voor de vertaling van de nazorgplannen naar de kosten. Stortbedrijven stellen dat het model zekerheid op zekerheid stapelt. Provincies kiezen volgens hen voor een te veilige weg, met hoge eenheidsprijzen, hoge posten onvoorzien en risicotoeslagen over het geheel. Edwin Versluis, hoofd Business Control van Attero, meent dat de provincies te voorzichtig zijn. Het nazorgfonds dient volgens hem vooral om bovenafdichtingen te vervangen. “Dat moet eens in de 75 jaar. Zit je daar vlak voor, en heb je genoeg geld gespaard, dan moet je wat minder beleggingsrisico nemen.” Een hoger rendement
PETER LOUWMAN:
‘De stortsector kan dan minder innovatief aan de gang.’
gaat namelijk samen met een hoger risico, vooral als je aandelen snel moet verkopen. Om onverantwoorde risico’s tegen te gaan geven de regels grenzen aan. De provincies zitten ver onder die grenzen. “Heb je nog een lange tijd om te sparen, dan kun je wat meer risico nemen en zo over een langere periode hogere rendementen behalen.”
FAILLIET Van de twaalf stortplaatsen van Attero zijn er acht niet meer in bedrijf. Zeker voor die groep zou het probleem groot zijn, zegt Versluis. “Je hebt gespaard voor een afgesproken bedrag en de stortplaatsen zijn inmiddels gesloten. De provincie zegt dan plotseling: ‘het bedrag waarvoor je gespaard hebt, moet omhoog.’ Omdat de stortplaatsen gesloten zijn, heb je geen enkele mogelijkheid dat extra bedrag nog terug te verdienen.”
Directeur Bert Krom van Afvalzorg is duidelijk over het verhogen van de inleg voor nazorgfondsen: “Je kunt geen tien liter sap uit een sinaasappel persen.” De provincies konden wel eens van de regen in de drup komen, waarschuwt hij. “Het risico is dat stortexploitanten failliet gaan. Dan hebben we een veel groter maatschappelijk probleem.” Want stel: de exploitant gaat halverwege de levensduur van een stortplaats failliet. Dan ontbreekt waarschijnlijk het geld om de stortplaats af te dichten en is de nazorgpot nog maar half gevuld. De provincie zit dan met de gebakken peren. Ook zonder die aderlating van 300 miljoen extra voor de nazorgfondsen zitten de stortplaatsexploitanten in zwaar weer. Onderzoek uit 2010, in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, voorspelt dat het verlies van de stortsector in 2018 kan opgelopen tot 236 miljoen euro. Het rapport ging nog uit van andere winstgevende afvalactiviteiten, maar inmiddels staan ook die onder druk. Hoe gaan stortplaatsexploitanten de rekening betalen? Krom, voorzitter van de Afdeling Storten van de Vereniging Afvalbedrijven (VA), rekent voor: “Jaarlijks wordt 1,5 miljoen ton afval gestort. Om met die hoeveelheid in bijvoorbeeld 15 jaar 300 miljoen euro terug te verdienen, moet je minimaal 15, misschien 20 euro op je tarief zetten.” Dat acht hij in de krimpende vrije markt van het storten onhaalbaar. “Iedereen wil een steeds groter deel van een steeds kleiner wordende koek. De richting van de tarieven is afgelopen jaren alleen maar naar beneden geweest.”
INVESTERINGEN Louwman van Indaver Nederland vindt het te vroeg om een streep door investeringen te zetten, maar zegt wel: “De stortsector kan dan minder innovatief aan de gang.” Een soortgelijke vrees heeft Versluis: “Gaan de kosten omhoog, dan zullen we meer naar de stortplaats moeten kijken vanuit een risicoperspectief dan vanuit een innovatief perspectief.” Als treffend voorbeeld noemt hij duurzaam stortbeheer, een methode om veilige stortplaatsen achter te laten aan volgende generaties. Momenteel worden pilots voorbereid op drie stortplaatsen. Pakken
BERT KROM (AFVALZORG):
‘Het risico is dat stortexploitanten failliet gaan.’
andere fronten geen grote risico’s loopt”, aldus Versluis. Krom wijst op het principe van gelijke monniken, gelijke kappen. Bij de totstandkoming van de Nazorgwet hebben de provincies afgesproken dat ze op dezelfde wijze doelvermogens berekenen en dezelfde rekenrente hanteren. Gaan provincies nu hun eigen weg, en daar lijkt het op, “dan krijg je gigantische concurrentieverschillen.” In een poging het onheil af te wenden heeft de VA de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu verzocht de Nazorgwet te evalueren en de financiële aspecten onder de loep te nemen. “Moet je al die provincies apart laten beleggen met het nazorgfonds?” vraagt Krom zich onder meer af. Volgens hem kunnen de provincies hun krachten beter bundelen in een ‘centrale beleggingsclub’. “Dat leidt tot meer expertise, slimmer beleggen en een hoger rendement.” Tegelijkertijd heeft de VA brieven naar de provincies verstuurd. Krom: “Wij vragen daarin om voorlopig de rekenrente op 5,06 te houden.”
EDWIN VERSLUIS (ATTERO):
‘De provincies zijn te voorzichtig.’
de proeven positief uit, dan levert de innovatie een aanzienlijke kostenbesparing op. Het zou immers betekenen dat eeuwigdurende nazorg niet meer nodig is. De pilots vragen echter wel een investering. “Om dat te doen moet je zeker weten dat je op
afvalforum juni 2013
19
kort nieuws S AMENWERKING VAN GANSEWINKEL EN THE CIRCLE ECONOMY
1 00 KINDERBOERDERIJEN ZAMELEN KLEINE APPARATEN IN Consumenten kunnen inmiddels op 100 kinderboerderijen hun oude kleine elektrische apparaten inleveren voor recycling. Wecycle heeft milieuactiviteitencentrum MAK Blokweer in Blokker een inzamelmeubel cadeau gegeven, omdat dit de honderdste kinderboerderij is die zich inzet als Wecycle-inleverpunt voor kleine elektrische apparaten. Wecycle heeft een landelijke samenwerking met de kinderboerderijen. Doel hiervan is om meer kleine elektrische apparaten in te zamelen voor recycling. Uit onderzoek blijkt dat er jaarlijks per persoon meer dan 2 kilo hiervan in de vuilnisbak verdwijnt. Dat is 35 miljoen kilo in totaal. Door te zorgen voor steeds meer inleverpunten dichtbij huis, wil Wecycle dit tegengaan.
P RODUCTSTATUS VOOR GERECYCLED GLAS Op 11 juni heeft gerecycled glas de Europese einde-afvalstatus gekregen. Vanaf dat moment hebben glasscherven die volgens de Verordening van de Europese Commissie zijn gesorteerd en bewerkt de status van product. Dit vermindert de administratieve lasten voor recyclingbedrijven. De glasrecyclingindustrie hoeft met de productstatus voor gerecycled glas niet meer aan strikte afvalregels te voldoen. Glas is de perfecte grondstof voor nieuw glas omdat het zonder kwaliteitverlies telkens opnieuw kan worden gebruikt. Omdat glas in ovens van de glasindustrie met gerecyclede scherven als grondstof op een lagere temperatuur kan worden geproduceerd, is minder energie nodig. Hierdoor is de uitstoot van CO2 lager dan bij het gebruik van primaire grondstoffen.
20
afvalforum juni 2013
Maltha Glasrecycling, onderdeel van Van Gansewinkel Groep, sorteert en bewerkt jaarlijks bijna 1 miljoen ton glasafval voor hergebruik. Cees van Gent, CEO Van Gansewinkel Groep: “Voor ons was glas al decennia een grondstof. De officiële einde-afvalstatus is een mooie en terechte erkenning voor onze glasrecycling.” Materialen die aan de criteria van de Europese Commissie voor ‘einde-afval’ voldoen, worden niet langer meer als afvalstof gezien. Dat is het geval als die betreffende materialen een behandeling voor nuttige toepassing hebben ondergaan en voldoen aan specifiek daarvoor opgestelde criteria. In 2011 heeft de Commissie de einde-afvalstatus toegekend aan metaal- en aluminiumschroot. Op dit moment worden de criteria voor koper, papier, plastic en gft-afval beoordeeld.
Van Gansewinkel heeft een samenwerkingsovereenkomst met The Circle Economy ondertekend. The Circle Economy brengt bedrijven, kennisinstituten en duurzame initiatieven samen en stimuleert kennisdeling om versnelling naar een circulaire economie mogelijk te maken. Van Gansewinkel brengt haar kennis op het gebied van logistiek, recycling en grondstoffen in en zal andere partners van The Circle Economy ondersteunen bij het sluiten van materiaalketens. Cees van Gent, CEO van Van Gansewinkel Groep: “Wij vormen een cruciale schakel in dat proces, we zamelen afval in en recyclen het tot grondstoffen of energie. We maken het voor onze klanten mogelijk om duurzaamheid en business te combineren, materiaalketens te sluiten en daarmee de economie circulair te maken. The Circle Economy is voor ons een interessant netwerk waarmee wij ons eigen streven naar een meer circulaire economie kunnen versnellen.”
C O 2-BESPARING DOOR DUSSELDORP’S RECYCLER Onderzoek van Tauw toont aan dat de tien jaar geleden door Dusseldorp Rioolservice op de markt gebrachte Recycler bij rioolreiniging zorgt voor een CO2-reductie van ruim 43 procent. De Recycler is een rioolreiniger met waterrecycling. Riool- en spuitwater worden gezamenlijk met het vrijkomende rioolslib opgezogen. Vervolgens worden het water en het slib gescheiden. Het water wordt door een gepatenteerd procedé gereinigd en hergebruikt als spuitwater, het slib blijft in het voertuig achter. Door dit proces hoeft het reinigingsvoertuig geen schoon oppervlaktewater te gebruiken voor het reinigingsproces. Door de inzet van de Dusseldorp Recycler is slechts één voertuig nodig. Door de besparing van de inzet van een tweede voertuig en de vermeden lozing van water op het rioolstelsel, realiseert Dusseldorp de CO2-besparing. Daarnaast is er geen onnodig verbruik van schoon oppervlaktewater.
wasteforum The Dutch Waste Management Association (Vereniging Afvalbedrijven) serves both the national and international interests of waste-processing companies throughout the entire waste chain. This involves Dutchbased companies that collect, recycle, reuse, compost and incinerate waste, as well as those that process waste for landfill and sewage treatment companies.
EUROPEAN COMMISSIONER POTOCˇNIK SETS OUT HIS RESOURCE EFFICIENCY STALL Recycling wastes into raw materials is a key element in the EU’s Roadmap to a Resource Efficient Europe. Environment Commissioner Janez Potocˇnik argues that resource efficiency will pave the way to sustainable growth and that action is urgently needed. No concrete measures are yet in place, but Potocˇnik expects much from the upcoming revision of the Waste Framework Directive, which provides a legal basis for treating wastes as raw materials. He is focusing efforts on improving separate collection, implementing the waste hierarchy and harmonising recycling targets and standards across Europe. He also wants to tighten up inspections of waste shipments to prevent free-riders and stimulate a European recycling market. However, many still believe raw materials recycling is an environmental issue and in the current economic climate will affect competitiveness. Potocˇnik refutes this, pointing out that the fastest growing industries are those making efficient use of resources and most companies expect prices of primary raw materials will continue to rise. He hopes to build a broad consensus for resource efficiency via the European Resource Efficiency Platform (EREP), with representatives from government and industry. Judith Merkies MEP urges widespread adoption of the ‘leasing society’ concept in which producers own their products and take them back to reuse the materials. MEPs Bas Eickhout and Gerben Jan Gerbrandy are concerned that traditional short-term thinking prevails, there is disagreement within the Commission and that resource efficiency is still seen as an environmental issue.
More news from Europe and the Association can be found on our website: www.wastematters.eu
afvalforum
juni 2013
21
CLOSING THE TEXTILES RECYCLING LOOP
BOOSTING SEPARATE COLLECTION OF HOUSEHOLD ORGANIC WASTE The DWMA project ‘Raising VGF Collection’ helps local authorities increase separate collection of vegetable, garden & fruit waste. It is entering its second year and 43 local authorities have already received tailored advice. VGF expert Gijs Langeveld says that collection rates can be raised considerably. Appropriate measures depend on the local situation, but a few general rules apply: do not use split wheelie bins; authorities operating a differential tariff should set a zero rate for VGF; use large VGF bins; improve information provision; and introduce extra collections in summer. He also favours the ‘reverse collection’ principle, with better facilities for collecting recyclables and more limited services for residual waste. The DWMA is publishing a catalogue of 16 measures to improve VGF collection, in which local authorities describe their experiences.
CORPORATE SOCIAL RESPONSIBILITY: SPOTLIGHT ON SHANKS Shanks’s CSR policy focuses on five key themes – environment, clients, finance, society and employees – but in essence it revolves around stakeholder engagement geared to cooperation and partnership with clients. In a dialogue with producers, Shanks seeks to improve manufacturing processes and close recycling loops. A recent client satisfaction survey resulted in a score of 8.1 and more than half said that Shanks’s activities contributed to their own CSR policies. CSR is a continual process and each year Shanks reports on progress per theme to make its ambitions and results transparent, for example via the company’s carbon footprint. Last year Shanks avoided 654 kt CO2 across the whole chain through the production of green electricity, secondary raw materials and raw materials from waste.
22
afvalforum
juni 2013
The Netherlands is working to secure a central role as a European ‘raw materials roundabout’ and spearhead a revolution in waste management based on value. The third article in this series examines textiles. Currently only a third of all household textile waste is collected separately, while potentially two-thirds is suitable for recycling. As worldwide demand for fibres is rising by 4–5% per year and production of virgin fibres cannot keep up, the market for collecting old clothing and textiles is increasingly competitive. Charities must now compete with commercial and social recycling centres and private waste companies. This is further fuelled by local authorities, which, in their drive to meet recycling targets and reduce residual waste incineration costs, increasingly put textile collection out to tender. To improve separate collection rates and bring order to the market, the waste industry and government recently signed a Green Deal to halve the amount of textiles in residual waste by the end of 2015. The environment ministry is also facilitating projects across the fashion industry on reducing the environmental impact of textiles, design for recycling, using recycled fibres, and new recycling techniques. An important step forward is to encourage consumers to return old clothes for recycling and to buy clothes containing recycled fibres.
GREEN DEAL TO UPGRADE QUALITY OF BOTTOM ASH The use of incinerator bottom ash is subject to ‘isolation, control and monitoring’ (IBC) measures, restricting applications to bulk fill. The 12 waste-to-energy plants want to upgrade the material for uses such as clean foundation material and aggregate in asphalt and concrete. Last year the DWMA signed a Green Deal in which the government agrees to lift the IBC restrictions in return for quality improvements so that at least half of the bottom ash is used as a clean building material by 1 January 2017. Progress is encouraging and the sector expects most or all bottom ash will be ‘IBC free’ by 2020. Considerable investments are being made in innovative cleaning processes. Boskalis Dolman is running a pilot project on a washing process to remove non-ferrous metals and salts. Inashco has developed an advanced dry recovery process to recover the metals, leaving a mineral fraction suitable for use as aggregate, and is currently operating and building plant to process bottom ash from several waste-to-energy plants. Other techniques under investigation include accelerated ageing and dry deslagging. A combination of techniques will probably be needed to obtain the desired quality. The bottom ash will then have a positive value as a source of clean building material/aggregate and recovered non-ferrous metals.
CARLA DIK MP: TOWARDS THE CIRCULAR MATERIALS ECONOMY Carla Dik MP is the Christian Union spokesperson for a range of topics including water, infrastructure and environment. The overarching theme is sustainability, which she says is embedded in the party’s ideology. On waste policy she advocates a circular materials economy, waste prevention, making companies responsible for reducing packaging, and stimulating recycling. She is sceptical about importing waste to Dutch waste-to-energy plants. Her party is against abolishing the deposit on plastic bottles and she is impatient with the environment state secretary for not increasing the required percentage of recycled material in PET bottles. She wants local authorities to be accountable for meeting higher recycling targets and is consulting with waste collectors and charities on increasing textiles recycling.
CRISIS MAY COST LANDFILL OPERATORS EXTRA €300M FOR AFTERCARE The province of Zuid-Holland has reduced the nominal interest rate for its landfill aftercare fund from 5.06% to 3.99% to reflect poor returns due to the crisis. If the other provinces follow suit, the landfill operators will have to contribute an extra 300 million euros. Operators are already contending with shrinking waste volumes and falling prices, and to raise 300m euros over 15 years they would have to increase prices by 15–20 euros/tonne. The problem is most acute for operators with many closed landfills, which generate no income. A further concern is that operators may be forced to cancel investments in innovation, such as the sustainable landfill pilot projects, which if successful will make perpetual aftercare unnecessary and considerably reduce costs. Operators are unhappy that the provinces can set the level of contributions while they have no influence on how the money is invested, and say the models used to cost the aftercare plans are too cautious and include excessive unit costs, contingencies and risk mark-ups. The DWMA has asked the environment state secretary to review the situation and consider instituting a single fund to pool expertise and improve investment performance, and has written to the provinces asking them to maintain the current interest rate for the time being.
afvalforum
juni 2013
23