al/a Q
PROVINSje PRY8t.AN
accountants en adviseurs
Doe. nr.: Glass, nr . ; Ingek.:
3 1 JUL 2015
Afijeling. Beh. (joor: 1
j
ox X
Afd. Hoofd
AWB . .weken
'^.5°'" ken nisg. aangenomen/tel. afgedaan
Het College van Gedeputeerde Staten van Fryslan, Afdeling Stèd en Plattelan Postbus 20120 8900 HM LEEUWARDEN
Behandeld door Ing. Angela Snip
Noorderslngel 4 [8917 BA] Postbus 558, 8901 BJ Leeuwarden Telefoon 088 2532300
[email protected] Fax 088 2532301 www.alfa.nl
Kenmerk
Datum
18105580RH/AS15072801430332
28 juli 2015
088 2532306
Betreft: Aanvraag natuurbeschermingswetvergunning V.O.F. SchraleWijnja, Osingahuzen 7, 8621 XC HEEG Geachte heer, Hierbij wordt u zonder begeleidend schrijven toegezonden: - Aanvraag natuurbeschermingswetvergunning
Directie drs. S.J. de Vries AA Ing. H.J. Hoksbergen Accountancy
Met vriendelijke groet, Alfa Accountants en Adviseurs
R.B. van der Wal AA drs. B. van der Velde RA Fiscaal mr. J. Boele RB
5ergen • Agro
Alle diensten en/of werkzaamheden worden verricht op basis van een overeenkomst van opdracht met Alfa Accountants en Adviseurs te Wageningen. Daarop zijn de algemene voorwaarden van toepassing, die zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Arnhem (KvK nr 09046256), U vindt deze algemene voorwaarden op www.alfa.nl. In de algemene voorwaarden wordt onder meer de aansprakelijkheid per gebeurtenis beperkt. Indien u voor u van belang zijnde gegevens niet vanaf de website kunt raadplegen kunt u deze opvragen.
IBAN NL64RABO0127518983 BIC RABONL2U BTW NL801339157B26 Beconnummer 270179
Kenmerk 18105580RH/AS15072801430332 Pagina 2 van 5
Inhoud 1 Aanleiding 2 Bepaling vergunningsplicht 3 Aerius verschilberekening 4 Overige effecten 5 Samenvattend 6 Bijlagen
3 3 3 4 4 4
Kenmerk 18105580RH/AS15072801430332 Pagina 3 van 5
1
Aanleiding
V.O.F. Schrale-Wijnja heeft een melkveehouderij. De onderneming vraagt een natuurbeschermingswetvergunning aan voor het houden van 170 melkkoeien en 90 stuks jongvee in de bestaande stallen. Voor de locatie is geen natuurbeschermingswetvergunning aanwezig. Binnen de Programmatische Aanpak Stikstof dienen de voorgenomen wijzigingen middels een zogenaamde melding of aanvraag Natuurbeschermingswetvergunning bij het bevoegde gezag te worden ingediend. 2
Bepaling vergunningsplicht
Voor de genoemde locatie dient allereerst een bepaling van de vergunningplicht binnen de Programmatische Aanpak Stikstof plaats te vinden. Op de locatie is nog geen vastgestelde natuurbeschermingswet vergunde situatie aanwezig voor de bestaande situatie / feitelijke situatie. Voor de bepaling van de vergunningsplicht binnen de Programmatische Aanpak Stikstof dient de legalisatie van de bestaande situatie te worden getoetst op de maximale stikstof depositie op de omliggende Natura 2000-gebieden.
De beooc de situatie is in onderstaande tabel weergegeven. Rav-code
A.1.18 A3.100 A3.100
stal
omschirijving
1 melkkoeien 2 jongvee 3 jongvee
Totaal
Beoogd
170 75 15
emissiefactor (NH^^Iier) 9,9 4,4 4,4
totaal emissie (NH3)
1.683,0 330,0 66,0 2.079,0
Middels de bijgevoegde Aerius berekening in de bijlage is de invloed van het feitelijk gebruik bijgevoegd. De hoogste projectbijdrage bedraagt 0,11 mol / ha / jaar op het aangewezen Natura 2000-gebied Aide Feanen. Vanwege de hogere depositie > 0,05 mol / ha (grenswaarde) is de genoemde locatie vergunning plichtig en dient een vergunning te worden aangevraagd voor de beoogde situatie. 3
Aerius verschilberekening
De locatie is vergunning plichtig binnen de Programmatische Aanpak Stikstof. Voor de bepaling van de effecten dient een verschilberekening in Aerius te worden opgesteld. Op de locatie is nog geen vastgestelde natuurbeschermingswet vergunde situatie aanwezig. Voor de bepaling van de verschilberekening binnen de Programmatische Aanpak Stikstof dient het feitelijk gebruik te worden vergeleken met de beoogde situatie. Het feitelijk gebruik dient te worden bepaald aan de hand van de hoogste depositie per kalenderjaar in de periode 1 januari 2012 tot en met 31 december 2014, passend bij de milieu vergunde situatie. Het feitelijk gebruik met de hoogste depositie is gebaseerd op de als bijlagen bijgevoegde diertelkaarten 2012-2014. De hoogste depositie vond plaats op 1 november 2014. Deze dieraantallen zijn
Kenmerk 18105580RH/AS15072801430332 Pagina 4 van 5
passend binnen de milieu vergunde situatie op 11 juni 2012 ä 228 stuks melkvee A.1.18, 8 stuks jongvee A.3 en 1 paard A,7.100. Het feitelijk gebruik gebaseerd op 1 november 2014 is in onderstaande tabel weergegeven. Rav-cx)de
omschrijving
stal
A1.18 A3.100 K.1.100 A3.100
1 1 3 3
melkkoeien jongvee paarden jongvee
vergund Feitelijk 1-1-2015 gebruik 228 8 1
emissie factor (NHjdier)
totaal emissie (NH3)
95 81
9,9 4,4
940,5 356,4
15
4,4
66,0 1.362,9
Totaal
Het beoo gde gebruik is in onderstaande tabel aangegeven. omschrijving
Rav-code stal
A1.18 A3.100 A3.100
1 melkkoeien 2 jongvee 3 jongvee
Beoogd
emissie factor (NHj^lier)
170 75 15
totaal emissie (NH3)
9,9 4,4 4,4
1.683,0 330,0 66,0 2.079,0
Totaal
Binnen Aerius is de verschilberekening opgesteld en als bijlage bijgevoegd. Een Uitgangspunt Aerius Berekening Aide Feanen
feitelijk/nb vergund 0,07
Beoogd
Verschil
0,11
0,04
De toename van 0,04 mol in de verschilberekening past binnen de maximale ontwikkelruimte van 3,0 mol en is bij beschikbaarheid van voldoende ontwikkelruimte vergunbaar. 4
Overige effecten
De locatie is gelegen op een afstand > 500 m van de aangewezen Natura 2000gebieden. Gezien de afstanden zijn geen overige negatieve effecten te verwachten door de voorgenomen / aangevraagde activiteiten. 5
Samenvattend
Op basis van de opgestelde rapportage blijkt de locatie vergunning plichtig te zijn binnen de Programmatische Aanpak Stikstof. Uit de opgestelde berekening wordt de feitelijke situatie aangevraagd. Overige effecten zijn gezien de afstand tot de gebieden niet te verwachten. Voor een nadere onderbouwing van deze aanvraag verwijzen wij u naar de bijlagen en het digitale aanvraagformulier. 6
Bijlagen
1. Aanvraagformulier
Kenmerk 18105580RH/AS15072801430332 Pagina 5 van 5
2. 3. 4. 5. 6.
Aerius verschil berekening Tekening gewenste situatie Onderbouwing feitelijk gebruik Milieu vergunde situatie Volmacht
Dit aanvraagformulier is nodig om een Natuurbeschermingswet (Nb-wet) vergunning aan te vragen. Dat moet als het gaat het om een activiteit (plan of handeling) die een negatief effect kan hebben op (één van) de beschermde natuurgebieden in Fryslan.
Let op! Gebruik bij het invullen van dit formulier de beschikbare gebiedsinformatie. U vindt de gebiedsinformatie (ook) op www.fryslan.nl/nb-wet. Verstrek alle gegevens in de Friese of Nederlandse taal. Als u het formulier invult en het antwoord past niet op het formulier, dan kunt u het antwoord op de betreffende vraag als bijlage meesturen. Geef duidelijk aan dat de bijlage bij de aanvraag hoort: voorzie de bijlage van de naam van de aanvrager, de naam van het gebied, de naam van de activiteit en het nummer van de betreffende vraag. Lever het aanvraagformulier en de bijlagen, behalve tekeningen en kaarten, in A4-formaat aan. Lever de (uitgeprinte) aanvraag en alle bijbehorende stukken in 5-voud aan. Wanneer sprake is van toetsing aan meerdere Natura 2000-gebieden, dient per additioneel gebied 1 exemplaar te worden aangeleverd. Mogelijk is het ministerie van Economische Zaken bevoegd om over uw aanvraag te beslissen. Als dit zo is, dan stuurt de provincie uw aanvraag door en krijgt u daarover bericht. Dit formulier is via de website www.fryslan.nl/nb-wet beschikbaar en in te vullen als PDF-bestand. (met behulp van de Tab-toets kan van het ene tekstveld naar het andere worden gesprongen).
Heeft u vragen bij het Invullen? Als u hulp nodig heeft bij het invullen of een nadere toelichting wenst, kunt u contact opnemen met de provincie Fryslên. Dat kan via telefoonnummer: 058-292 89 95, via e-mail
[email protected] of via de website www.fryslan.nl/nb-wet.
Concept Wij verzoeken u om uw aanvraag eerst in concept in te dienen. Als uw activiteit een agrarische activiteit is en het enige te beoordelen aspect de depositie van stikstof is, dan is vooroverleg niet noodzakelijk als uw aanvraag aan de in de link van bijlage 5 opgenomen indieningsvereisten voldoet.
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
1.1
Aanvrager of gemachtigde Organisatie
: Alfa Accountants en Adviseurs
Naam
O dhr. ® mevr.
A. Snip
Straat
Noordersingel
Postcode en plaats
8917 BA Leeuwarden
Telefoonnummer
088-253-2306
huisnr. 4
Faxnummer E-mailadres
1.2
[email protected]
Gebruiker Organisatie Naam
: V.O.F. Schrale- Wijnja <•) dhr. O mevr.
Straat
: Osingahuzen
Postcode en plaats
: 8621 XC Heeg
Telefoonnummer
: 0515-443604
G.H Schrale huisnr. 7
Faxnummer E-mailadres
1.3
:
[email protected]
Locatie activiteit straat
Osingahuzen
Postcode en plaats
8621 XC Heeg
huisnr. 7
Omschrijving locatie*
Kadastrale gegevens
: HEEG H 472
Ligging in gemeente
: gemeente sudwest fryslan
Voeg als bijlage een topografische kaarte bij. Zie 4.1.
* Indien locatie niet is gekoppeld aan een huisadres.
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
1.4
Natuurgebied(en) waarop project/handeling effect heeft" Naam
1.5
Aide Feanen
Korte omschrijving hoofdlijnen van de activiteit. Het houden van 170 melkkoeien en 90 stuks jongvee.
Voeg als bijlage een situatietekening bij. Zie 4.2.
1.6
1.7
Welke Nb-wetvergunning vraagt u aan? I I
Nieuwe activiteit, waarvoor niet eerder een Nb-wetvergunning is verleend. Ga door naar vraag 1.9.
[/]
Bestaande activiteit, waarvoor niet eerder een N b-wetvergunning is verleend. Ga door naar vraag 1.9.
I I
Bestaande activiteit, waarvoor eerder een Nb-wetvergunning is verleend.
Gegevens laatst verleende Nb-wetvergunning Naam activiteit
:
Datum vergunning
:
Nummer vergunning
;
Voeg een afschrift bij van eerder verleende vergunningen. Zie 4.3.
* Maak hiervoor gebruik van de beschikbare gebledsinformatle. Bijvoorbeeld via: www.fryslan.nl/nb-wet.
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
1.8
Wat is er veranderd ten opzichte van de laatst verleende vergunning?
1.9
Gaat het om een vergunning met bepaalde of onbepaalde tijd?
1.10
•
Bepaalde tijd, van
[/]
Onbepaalde tijd
tot
Welke andere vergunningen vraagt u aan? Bijvoorbeeld: bouwvergunning, aanlegvergunning, milieuvergunning, vergunning in gevolge de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo), ontheffing Flora- en faunawet, etc.
Soort vergunning
Datum aanvraag
Aanvragen/aangevraagd bij (instantie en afdeling)
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Voeg zo mogelijk een afschrift toe van (een aanvraag om) andere vereiste vergunningen voor de voorgenomen activiteit. Zie 4.4
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
2.1
Geef een gedetailleerde beschrijving van uw activiteit. Voor de beoordeling van uw aanvraag is het nodig om de effecten van uw activiteit op het betreffende natuurgebied inzichtelijk te maken. Wij vragen u daarom een gedetailleerde beschrijving te geven van de voorgenomen activiteit. Benoem daarbij de aspecten van de activiteit die effect kunnen hebben op het gebied (habitattypen) en aanwezige relevante soorten.Maak bij de beschrijving, indien relevant, onderscheid in de fase die nodig is voor het ontwikkelen en voorbereiden van de 'activiteit' (de aanlegfase) en de fase waarin de 'activiteit' wordt gebruikt of uitgevoerd (gebruiksfase).Besteed in ieder geval aandacht aan de volgende onderwerpen, indien ze van toepassing zijn:
a)
Heeft de artiviteit effect op de omvang (ruimtebeslag) van het natuurgebied?
b) Wordt het gebied door de activiteit verdeeld in meerdere (losse) gebieden (versnippering)? c)
Heeft de activiteit effect op de kwaliteit en/ of kwantiteit van het grondwater, zoalswijzigingen in grondwaterstanden of veranderingen in de stroming van het water?
d) Heeft de activiteit effect op de kwaliteit en/ of kwantiteit van het oppervlaktewater, bijv. verlaging van het waterpeil? e) Wordt het gebied door de activiteit verstoord als gevolg van verkeersbewegingen? Bijv. door parkeren, (toename van) recreatiedruk, wegafsluitingen, omleidingen, etc. f)
Wordt er bij de activiteit gebruik gemaakt van machines of andere apparatuur, zoals bulldozers, kranen, vrachtwagens, etc.?
g) Welke werktijden of uitvoeringstijden horen bij de activiteit? Zijn deze werktijden bijv. dagelijks en/ of seizoensgebonden? h) Is er sprake van geluidsbelasting in het gebied door de activiteit? i)
Heeft de activiteit invloed op huidige verlichting en duisternis in het gebied? Bijv. door het plaatsen van lichtmasten.
j)
Is het (bedrijfsmatig) houden van dieren onderdeel van de activiteit? Zo ja, welk effect heeft dit op het gebied? U kunt denken aan verzuring of verontreiniging.
k)
Is er sprake van ontgronding, egalisering of andere ingrepen in de bodem?
I)
Ontstaan er trillingen in de bodem door de uitvoering van uw activiteit?
m) Hoe past u het uiterlijk en/ of de fysieke omvang van de artiviteit in het landschap? n) Betrek bij de beschrijving van de mogelijke effecten de gevoeligheid van habitattypen en soorten voor storingsfartoren, zoals deze in 2.2. zijn beschreven.
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
- "2: •1
-v .•,
• '*• .^,
-"-xTiÄ
--MW- ».jj» ft..
»••.•.•••••» r-;t-ï%*».:.,-f.ï.ï ,*" ," ,-*>s» v"'
Beschrijving activiteit:
zie bijlagen.
f
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
2.2
Welke habitattypen en diersoorten worden mogelijk verstoord? Geef in onderstaande tabel aan op welke soorten natuur (zoals Vochtige Helden of Blauwgraslanden) en aanwezige diersoorten In het gebied (zie gebledsinformatle) de voorgenomen activiteit mogelijk een verstorend effect heeft. U kunt de tabel Invullen met behulp van Informatie op de website www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/effectenindicator.a5px Deze site geeft per natuurgebied (Natura-2000 gebieden) Informatie over de effecten waarvoor aanwezige habitattypen en soorten gevoelig zijn én In welke mate.
Storende factoren
Habitattypen
Diersoorten
G
=
Gevoelig voor deze storende factor
ZG
=
Zeer gevoelig voor deze storende factor
NG
=
Niet gevoelig voor deze storende factor
7
=
Niet voldoende Informatie om hierover een uitspraak te doen
NVT =
Deze storende factor Is op deze natuurwaarde niet van toepassing
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
2.3
Van welke stapeling van negatieve effecten Is er sprake? Het is mogelijk dat er in een gebied meer activiteiten zijn of worden uitgevoerd. Dit kan de (negatieve) effecten op het gebied versterken omdat ze zich opstapelen(cumulatie). Geef aan of én in welke mate er sprake is van een stapeling van negatieve effecten op de habitattypen en op de aanwezige relevante soorten. Bij de beoordeling van uw aanvraag wordt (alleen) uitgegaan van voorgenomen of reeds uitgevoerde activiteiten in of nabij het betreffende gebied waarover een formeel besluit genomen is. Voor informatie hierover kunt u vaak terecht bij de gemeente.
n.v.t.
2.4
Middels welke maatregelen kunt u de verstoringen beperken? Welke maatregelen kunt u binnen de uitvoering van uw activiteit ondernemen omeventuele schade en/of verstoring te beperken (mitigatie)? Geef aan op welke wijze deze maatregelen de negatieve effecten op het gebied (habitattypen) en/ of aanwezige relevante soorten verminderen. Maak bij de beschrijving onderscheid in de fase die nodig is voor het ontwikke len en voorbereiden van de 'activiteit' (de aanlegfase) en de fase waarin de 'activiteit' wordt gebruikt of uitgevoerd (gebruiksfase). Let op! Maatregelen kunnen door u zelf meegenomen worden binnen de opzet van uw activiteit en/of opgelegd worden via de voorwaarden die verbonden zijn aan de verleende vergunning. Voorbeelden van mitigerende maatregelen: • het tijdsschema (timing en duur) van de uitvoering. Bijvoorbeeld geen werkzaamheden tijdens het voortplantingsseizoen van een bepaalde soort; • de wijze van uitvoering (in termen van werkzaamheden) en het gebruikte materieel. Bijvoorbeeld het gebruik van een bepaald type baggermachine op eenovereengekomen afstand van de oever; • alternatieve bouwtechnieken. Bijvoorbeeld boren in plaats van heien, • afscherming van geluid, licht en andere verstoringsbronnen. • afbakening van delen van het gebied die in geen geval mogen worden betreden
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
n.v.t.
Let op! Indien uit de aanvraag blijkt dat de activiteit negatieve effeaen kan hebben op het gebied (aangewezen habitats) en/of aanwezige relevante soorten, dan dient u deze effecten te kwantificeren in een verstoring- en verslechteringstoets. Indien sprake is van (mogelijke) signi ficante gevolgen van de activiteit, dan dient een Passende Beoordeling opgesteld te worden. Heeft u voor het indienen van uw aanvraag vragen over het uitvoeren van een verstoringverslechteringtoets / Passende Beoordeling, dan adviseren wij u om tijdig zelf contact op te nemen met de Provincie Fryslan.
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
Voorwaarden en verplichtingen
De aanvrager verklaart: 3.1
alle gegevens naar waarheid te hebben verstrekt.
3.2
bekend te zijn met het feit dat bij wijziging in de omstandigheden die van belang zijnvoor de beoordeling van de vergunningaanvraag, dit zo spoedig mogelijk door te geven aan de provincie Fryslan onder vermelding van het nummer waaronder de aanvraag in behandeling is;
3.3
dat de aanvrager alle gewenste inlichtingen met betrekking tot de voor de beoordelingen controle benodigde gegevens ter stond en naar waarheid zal verstrekken aan demet behandeling en controle van de aanvraag en vergunning belaste ambtenaren;
3.4
ermee bekend te zijn, dat de vergunning meteen wordt ingetrokken indien hij/zij één of meer uit zijn/haar vergunning voortvloeiende verplichtingen niet nakomt, dan wel in het kader van de aanvraag van deze vergunning onjuiste gegevens heeft verstrekt; voortsdat de vergunning kan worden gewijzigd of ingetrokken als de omstandigheden zodanig zijn gewijzigd dat deze niet verleend zou zijn op het tijdstip waarop de vergunning is verleend;
Ondertekening Ondergetekende, de aanvrager of degene die bevoegd is namens de aanvrager te handelen via machtiging, verklaart deze aanvraag en de daarbij behorende bijlage(n) naar waarheid te hebben opgesteld. Plaats:
Leeuwarden
Datum:
^-7 'ir
Naam ondertekenaar:
S.J. de Vries
Functie / hoedanigheid ondertekenaar:
Directeur cluster Fryslan
Machtiging (bijvoegen indiende aanvraag niet door de aanvrager zelf is ondertekend):
Flandtekening:
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
Overzicht van bijlagen en checklist
1.
Voeg een topografische kaart toe waarop de ligging van de door u voorgenomen activi teit in de ruimere omgeving is aangegeven. Deze kaart moet voldoen aan de volgende aspecten: a. minimaal schaal 1:25.000; b. schaal en noordpijl aangeven op kaart; c. locatie activiteit arceren of duidelijk omlijnen; d. afstand van de gevraagde activiteit tot de rand van het gebied(en). (Indien deactiviteit buiten het natuurgebied valt)
2.
Voeg een situatietekening toe. Besteed daarbij tenminste aandacht aan de volgende aspecten: a. schaal 1:1000 (zo mogelijk); b. schaal en noordpijl aangeven op tekening; c. locatie activiteit arceren of duidelijk omlijnen.
3.
Voeg zo mogelijk een afschrift toe van eerder verleende Nb-wet vergunningen voor de voorgenomen activiteit, indien sprake is van een bestaande activiteit.
4.
Voeg zo mogelijk een afschrift toe van (een aanvraag om) andere vereiste vergunningen voor de voorgenomen activiteit.
5.
Voeg, indien van toepassing, een afschrift toe van het Milieu-effectrapport / de Strategische milieubeoordeling of Passende Beoordeling /voortoets.
6.
Voeg eventueel een verklaring van geen bezwaar van een gebiedsbeheerder toe omtrent de voorgenomen activiteit.
Checklist bij het aanvraagformulier Heeft u ... alle vragen in de aanvraag beantwoord? Aanvraagformulieren die niet volledig zijn ingevuld, worden niet in behandelinggenomen. de bijgevoegde tekeningen voorzien van een duidelijke legenda met verklaring van alle nummers, tekens en afkortingen? op alle bijlagen aangegeven dat ze behoren bij de aanvraag? het aanvraagformulier en de bijlagen, behalve tekeningen, in A4 formaat aangeleverd? de (uitgeprinte) aanvraag en alle daarbij behorende stukken in 5-voud of meer? Wanneer sprake is van toetsing aan meerdere Natura 2000-gebieden, dient per additioneel gebied 1 extra exemplaar te worden aangeleverd. het aanvraagformulier gericht aan: Het college van Gedeputeerde Staten van Frysièn, afdeling Stêd en Plattelên, Postbus 20120, 8900 HM Leeuwarden (het bezoekadres van de provincie is Tweebaksmarkt 52 in Leeuwarden).
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
Vereisten aanvraag Nb-wetvergunning veehouderijen
Kijk voor een actueel overzicht van de vereisten op (klik op de link): http://www.fryslan.nl/2111/natuurbeschermingswetvergunning-en-ammoniakdepositie.
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
AERIUS B CALCULATOR Dit document bevat resultaten van een stikstofdepositieberekening met AERIUS Calculator. U dient dit document te gebruiken ter onderbouwing van een vergunningaanvraag in het kader van de Natuurbeschermingswet iggS. De resultaten geven de stikstofeffecten van deze activiteit weer voor haar omgeving. Tot de omgeving behoren zowel Natura zooogebieden als beschermde natuurmonumenten. Calculator maakt enkel voor de PAS-gebieden inzichtelijk welke stikstofgevoelige habitattypen er voor komen en op welke hiervan een effect is. Op basis hiervan is aangegeven voor hoeveel hectares ontwikkelingsruimte benodigd is. De berekening op basis van stikstofemissies gaat uit van de componenten ammoniak (NH3) en stikstofoxide (NOx), of één van beide. Hiermee is de depositie van de activiteit berekend en uitgewerkt. Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeerde pdf dan in de Calculator.
Berekening Situatie! • Kenmerken • Emissie • Depositie natuurgebieden • Depositie habitattypen
Verdere toelichting over deze PDF kunt u vinden in een bijbehorende leeswijzer. Deze leeswijzer en overige documentatie is te raadplegen via: www.aerius.nl. zDoHjqEysm (28 juli 2015) pagina 1/15
Berekening voor vergunningaanvraag
AERIUS n CALCULATOR Contact
Activiteit
Totale ennissie
Depositie Hoogste projectverschil (mol/ha/j)
Rechtspersoon
Locatie
VOFSchrale-Wijnja
Osingahuizen 7, Heeg
omschrijving
AERIUS kenmerk
PAS verschil berekening
zDoHjqEysm
Datum berekening
Rekenjaar
zSjuli 2015,13:02
2015
situatie i
Situatie 2
Verschil
1.362,90 kg/j
2.079,00 kg/j
716,10 kg/j
Natuurgebied
Provincie
Situatie 1
Toelichting
25km
Berekening voor vergunningaanvraag
Situatie i Situatie a
zDoHjqEysm (28 juli 2015) pagina 2/15
Berekening voor vergunningaanvraag Locatie
Berekening voor vergunningaanvraag
Situatie 1
zDoHjqEysm (28 juli 2015)
Situatie 2
pagina 3/15
Berekening voor vergunningaanvraag Emissie Situatie i
Locatie (X,Y)
Bron 1 170540,554612
uitstoothoogte
5»o rn
Warmteinhoud
0,0 mW
NH3
1.296,90 kg/j
Naam
Dier
Emissiefactcr (kg/dier/j)
Emissie
95 NH3
9,900
940,50 kg/j
8i NH3
4,400
356,40 kg/j
Emissiefactor (kg/dier/j)
Emissie
4,400
66,00 kg/j
Aantal Stof dieren
RAVcode
Omschrijving
A i.i8
ligboxenstal met V-vormige vloer van geprofileerde vloerelementen in combinatie met een gierafvoerbuis en met mestschuif (Rundvee; melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar) (BWL 2012.04.V2)
A 3.100
Berekening voor vergunningaanvraag
overige huisvestingssystemen (Rundvee; vrouwelijk jongvee tot 2 jaar) (Overig)
Naam
Bron 3
Locatie(X,Y)
I7O6I 8, 554599
Uitstoothoogte
5,0 m
Warmteinhoud
0,0 mW
NHj
66,00 kg/j
Dier
RAV code
Omschrijving
^
A 3.100
overige huisvestingssystemen (Rundvee; vrouwelijk jongvee tot 2 jaar) (Overig)
Situatiei Situatie a
Aantal Stof dieren
15 NH3
zDoHjqEyjm (28 juli 2015) pagina 4/15
Berekening voor vergunningaanvraag Emissie Situatie 2
Naam Locatie (X,Y) Ultstoothoogte Warmteinhoud NH3
Dier
RAV code
Omschrijving
A i.i8
ligboxenstal met V-vormige vloer van geprofileerde vloerelementen in combinatie met een gierafvoerbuisen met mestschuif (Rundvee; melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar) (BWL
Bron 1 1705^0.554612 5.0 m 0,0 mw 1.683,00 kg/j
Aantai Stof dieren
170
Emissiefactor (kg/dier/j)
Emissie
9,900
1.683,00 kg/j
Emissiefactor (kg/dier/j)
Emissie
4,400
330,00 kg/j
NH3
2012.04.V2)
Dier
Berekening voor vergunningaanvraag
Naam
BrOO 2
Locatie(X,Y)
170534,554683
Ultstoothoogte
5(0 rn
Warmteinhoud
0,0 mW
NH3
330,00 kg/j
RAV code
Omschrijving
A 3.100
overige huisvestingssystemen (Rundvee; vrouwelijk jongvee tot 2 jaar) (Overig)
Aantal Stof dieren
75
NH3
Situatie 1
aDoHjqEysm (28 juli 2015)
Situatie 2
pagina 5/15
Berekening voor vergunningaanvraag
Naam Locatie (X,Y)
Dier
Berekening voor vergunningaanvraag
Bron 3 170618,554599
Ultstoothoogte
5»0 m
Warmteinhoud
0,0 HTIW
NH3
66,00 kg/j
RAV code
Omschrijving
A 3.100
overige huisvestingssystemen (Rundvee; vrouwelijk jongvee tot 2 jaar) (Overig)
Aantal Stof dieren
15
NH3
Emissiefactor (kg/dier/j)
Emissie
4,400
66,00 kg/j
Situatie 1
zDoHjqEysm (28 juli 2015)
Situatie 2
pagina 6/15
Berekening voor vergunningaanvraag Depositie
f» • I Wwfilfcbw 'V
Hoogste projectverschil
Hoogste projectverschil per natuurgebied
^ /\m JTNT
'iSuenwikerüftd ^
Habitatrichtlijn Vogelrichtlijn Bescherm natuurmonument Habltatrlchtlijn, Vogelrichtlijn Habltatrlchtlijn, Bescherm natuurgebied > Vogelrichtlijn, Bescherm natuurgebied , Hab ltatrlchtlijn, Vogelrichtlijn, Beschermd natuurgebied
Berekening voor vergunningaanvraag
Situatie 1
aDoHjqEyjm (28 juli2015)
Situatie 2
pagina 7/15
Berekening voor vergunningaanvraag Depositie PASgebieden
Hoogste projectverschil (mol/ha/j) Situatie i
Situatie a
Verschil
Overschrij- Ontwikding KDW keiingsruimte beschikbaar
Rottige Meenthe & Brandemeer
0,04
0,04
0,00
O
Weerribben
0,03
0,03
0,00
O
Aide Feanen
0,03
0,03
0,00
O
Wijnjeterper Schar
0,03
0,03
0,00
O
Van Oordt's Mersken
0,04
0,04
0,00
O
Geen overschrijding ^ Wel overschrijding ^ Ontwikkelingsruimte beschikbaar*
O Geen ontwikkelingsruimte beschikbaar ^ Meer dan 60% van ontwikkelingsruimte uitgegeven in tenminste één hectare Bij beoordeling van een vergunningaanvraag in het kader vande Nb-wet wordt vastgesteld of er voldoende ontwikkelingsruimte beschikbaar is en of dat signicante verslechtering uitgesloten kan worden.
Berekening voor vergunningaanvraag
Situatie i Situatie 2
zDoHjqEysm (28 juli 2015) pagina 8/15
Berekening voor vergunningaanvraag
Rottige Meenthe b Brandemeer Natuurgebied
Hoogste projectverschil (mol/ha/j) Situatie i
Situatie z
Verschil
Overschrij- Ontwikding KDW kelingsruimte beschikbaar
O
H3i5obaz Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden, buiten afgesloten zeearmen
0,04
0,04
0,00
H714OB Overgangs- en trilvenen (veenmosrietlanden)
0,03
0,03
0,00
ZGH3i50baz Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden, buiten afgesloten zeearmen
0,03
0,03
0,00
O
HgiDo Hoogveenbossen
0,03
0,03
0,00
O
O O
Berekening voor
Situatie 1
zDoHjqEysm (28 juli 2015)
vergunningaanvraag
Situatie a
pagina 9/15
Berekening voor vergunningaanvraag Weerribben
Berekeningvoor vergunningaanvraag
Natuurgebied
Hoogste projectverschil (mol/ha/j) ® Situatie 1 Situatie 2 Verschil
H3i5obaz Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden, buiten afgesloten zeearmen
0,03
0,03
0,00
H6410 Blauwgraslanden
0,03
0,03
0,00
O
H714OB Overgangs- en trilvenen (veenmosrietlanden)
0,03
0,03
0,00
O
H714OA Overgangs- en trilvenen (trilvenen)
0,03
0,03
0,00
O
ZGH314OIV Kranswierwateren, in laagveengebieden
0,03
0,03
0,00
H7210 Galigaanmoerassen
0,04
0,04
0,00
O
H4010B Vochtige heiden (laagveengebied)
0,03
0,03
0,00
O
ZGH3i5obaz Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden, buiten afgesloten zeearmen
0,04
0,04
0,00
O
O
ZGH91D0 Hoogveenbossen
0,03
0,03
0,00
O
O
HgiDo Hoogveenbossen
0,03
0,03
0,00
Situatie 1 Situatie 2
Overschrij- Oritwik dingKDW kelingsruimte beschikbaar
O
O
O
O
zDoHjqEysm (28 juli 2015) pagina 10/15
Berekening voor vergunningaanvraag Aide Feanen Natuurgebied
Hoogste projectverschil (mol/ha/j) Situatie i
Situatie 2
Verschil
Overschrij- Ontwikding KDW kelingsruimte beschikbaar
H64no Blauwgraslanden
0,05
0,05
0,00
H7140B Overgangs- en trilvenen (veenmosrietlanden)
0,03
0,03
0,00
H3i50baz Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden, buiten afgesloten zeearmen
0,04
0,04
0,00
O
O
HgiDo Hoogveenbossen
0,03
0,03
0,00
O
O
H401OB Vochtige heiden (laagveengebied)
0,04
0,04
0,00
H7210 Galigaanmoerassen
0,03
0,03
0,00
O
O O
Wijnjeterper Schar Natuurgebied
Hoogste projectverschil (mol/ha/j) Situatie i
H4030 Droge heiden
0,03
Situatie a
0,03
Verschil
Overschrij- Ontwlkdlng KDW kelingsruimte beschikbaar
0,00
Van Oordt's Mersken Natuurgebied
Hoogste projectverschil (mol/ha/j) Situatie 1
Situatie 2
Verschil
Overschrijding KDW
Ontwjkkelingsruimte beschikbaar
H64T0 Blauwgraslanden
0,04
0,04
0,00
O
H4010A Vochtige heiden (hogere zandgronden)
0,03
0,03
0,00
O
H6230vka Heischrale graslanden, vochtig kalkarm
0,04
0,04
0,00
Berekeningvoor
Situatie 1
2DoHjqEy5m (28 juli 2015)
vergunningaanvraag
Situatie 2
pagina 11/15
Berekening voor vergunningaanvraag
Geen overschrijding ^ Wel overschrijding O Ontwikkelingsruimte beschikbaar*
O
Geen ontwikkelingsruimte beschikbaar Meer dan 60% van ontwikkelingsruimte uitgegeven In tenminste één hectare
*
Berekening voor vergunningaanvraag
Bij beoordeling van een vergunningaanvraag in het kader van de Nb-wet wordt vastgesteld of er voldoende ontwikkelingsruimte beschikbaar is en of dat signicante verslechtering uitgesloten kan worden.
Situate 1 Situatie 2
2DoHjqEy5m (28 juli 2015) pagina 12/15
Berekening voor vergunningaanvraag Depositie resterende gebieden
Natuurgebied
Hoogste projectverschll (molAia/j) Situatie i
IJsselmeer
0,04
Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving 1,51
Situatie a
Verschil
0,04
0,00
2,27
+0,76
Overschrij- Ontwikding KDW kelingsruimte beschikbaar
O
Geen overschrijding Wel overschrijding
Berekeningvoor
Situatie 1
aDoHjqEysm (28 juli 2015)
vergunningaanvraag
Situatie 2
pagina 13/15
Berekening voor vergunningaanvraag Depositie per iJsselmeer habitattype Natuurgebied
Hoogste projectverschll (mol/ha/j) Situatie 1
H9999:72 Habitattype onbekend/onzeker KDW op basis meest kritische aangewezen type (H714OA)
0,04
Situatie 2
0,04
Verschil
Overschrij- Ontwikding KDW keiingsruimte beschikbaar
0,00
Oüdegaasterbrekken, Fluessen en omgeving Natuurgebied
Hoogste projectverschll (mol/ha/j) Situatie!
H3T5obaz Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden, buiten afgesloten zeearmen
0,04
ZGH3i50baz Meren met krabbenscheer en 1,51 fonteinkruiden, buiten afgesloten zeearmen
Situatie 2
Verschil
Overschrijding KDW
0,04
0,00
O
2,27
+ 0,76
O
Ontwikkeiingsruimte beschikbaar
Geen overschrijding A Wel overschrijding
Berekening voor vergunningaanvraag
Situatie! Situatie 2
zDoHjqEyjm (28 juli 20!5) pagina rq/rs
Berekening voor vergunningaanvraag Disclaimer
RokoribSSiS
Hoewei verstrekte gegevens kunnen dienen ter onderbouwing van een vergunningaanvraag, kunnen er geen rechten aan worden verieend. De eigenaar van AERiUS aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de inhoud van de door de gebruiker aangeboden informatie. Bovenstaande gegevens zijn enkel bruikbaar tot er een nieuwe versie van AERIUS beschikbaar is. AERIUS is een geregistreerd handelsmerk in de Benelux. Alle rechten die niet expliciet worden verieend, zijn voorbehouden.
berekening is tot stand gekomen op basis van: AERiUS
versie 20iq_20i50724_87it5i5e5i9
Database
versie 20iq_20i50630_0bq970d9ae
Meer informatie over de gebruikte data, zie www.aerius.nl/methodiek
Berekening voor
Situatiei
zDoHjqEysm (28 juli zots)
vergunningaanvraag
Situatie 2
pagina 15/15
RENm
O 0
•
B
"tiii^ ffiïf ttttttWW ttttt ,1r
-
• •
~
R W A3 11
y/'/'/'/'-i
O
q. Q
TV®
•"1111
r-fi i Oi
--'«»•««rtfMr'»''''
g> Q
-1r
pr\
d JT
05
1111 1 1 MM CD
Mil tu
1 11
05
ej
INI 11 11 c5
m
)Mi
J»
ib
B m LU
B B 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 B 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
•*
»> •
ZM
1* »••JLiTirit
•
II-
•
_-
- •
Mw a Ar . .M.PM« PV a>
t. a»
m
f Mf*r
-
-f-J-
«M
.AMi-J.*.
• --
IM
»
AA..
AAW«.
IM
AAA.AtA- 1
•• I..
U
M
A.A.*
m A..W.A.
t»
M
A.A..AA.
A..*....
AAP«..*.
AA.MAAAA.pr—
MM
*.
MMM—M
M
..—.PPM
M
M*.
M
AMMi.M
•É.—
MM—. «WW
«HfCSKUSWiW MTKSW&tf wawMnoOB
SB IPBMB
^
''-jL N
dwarsdoorsnede A-A
dwarsdoorsnede B-B
rr-Hï
cnp:=
—! stn 1
2ȃf
dwarsdoorsnede C-C
dwarsdoorsnede D-D dotum gw ljilgd:
Uitbreiding bedrijfsgebouwen melkveebedrijf doorsnedes stallen epdraehtgevar :
schrate-Wijma
Oslnpahulzen 7
6621 XC HEEG
Al :
28-03-2014
^FEER^LRÄ
btod no: AS8CGA Wafoon : 051&-56 «6 93 0515-53 12 12 fox ; 0515-56 96 46
MD-2
Jaar : 2014 Periode: 01-01-2014 / 31-12-2014 Cliënt : 18105580 V.O F. Schrale Wijnia Fok-en Gebruiksvee Datum 01-01-2014 01-02-2014 01-03-2014 01-04-2014 01-05-2014 01-06-2014 01-07-2014 01-08-2014 01-09-2014 01-10-2014 01-11-2014 01-12-2014 Totalen Gemiddeld
100 92 87 92 95 98 96 96 98 94 93 95 95 1131 94,3
Code 100 101 102
101 40 43 48 49 47 40 44 44 45 47 51 43 541 45,1
102 23 25 22 35 32 36 38 40 49 49 45 46 440 36,7
27-7-2015 14:13
Diertelkaart
Roodvleesproductie
Witvleesproductie 103
104 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
110 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
111 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
112 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
115 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
116 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
117 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
120 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
121 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
122 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
124
123 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totaals
125 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
155 155 162 179 177 172 178 182 188 189 191 184 2112 176
Omschriivino Melk- en kalfkoeien Jongvee jonger dan 1 jaar Jongvee ouder dan 1 jaar
MinasDiertel.xls\Geen BRSnr
Alfa Accountants en Adviseurs\Angela Snip
Pagina 1 van 1
al/a
accountants en adviseurs
Noordersingel 4 [8917 BA]
V.O.F. Schrale-Wijnja Osingahuzen 7 8621 XC HEEG
Postbus 558, 8901 BJ Leeuwarden Telefoon 088 2532300 [email protected] Fax 088 2532301 www.alfa.nl
Behandeld door ing. Angela Snip
Kenmerk 18105580SdV/AS15072801523715
Datum 28 juli 2015
088 2532306
Betreft: verklaring dieraantalien Geachte heer, mevrouw, U heeft ons verzocht om vast te stellen of het door u opgegeven aantal dieren in de melding/vergunningaanvraag Programmatische Aanpak Stikstof, overeenkomt met het maximum aantal door u gehouden dieren in de periode 2012-2014.
Directie drs. S.J. de Vries AA ing. H.J. Hoksbergen Accountancy R.B. van der Wal AA drs. B. van der Velde FIA
Uw bedrijfslocatie waar deze dieraantalien betrekking op hebben betreft; Relatienummer RVO: KvK nummer: 1098702 Bedrijfsnaam: V.O.F. Schraie-Wijnja Adres: Osingahuzen 7 8621 XC HEEG
Fiscaal mr. J. Boele RB
Het aantal dieren wordt op basis van de i&R registratie geautomatiseerd vastgelegd in het RasWeb-systeem. De dierregistratie in RasWeb wordt gebruikt voor het bepalen van de dieraantalien in de financiële administratie. Volgens RasWeb waren op 1 november 2014 onderstaande aantallen dieren op uw bedrijlFslocatie aanwezig: Rav-code
A1.18 A3.100 K.1.100 A3.100 Totaal
stal
omsctirijving
1 1 3 3
melkkoeien jongvee paarden jongvee
vergund Feitelijk 1-1-2015 gebruik 228 8 1
emissie factor (N Handier)
totaal emissie (NHa)
95 81
9,9 4,4
940,5 356,4
15
4,4
66,0 1.362,9
Deze aantallen komen overeen met de aantallen die door u zijn opgenomen in de melding/vergunningaanvraag Programmatische Aanpak Stikstof.
Alle diensten en/of werkzaamheden worden verricht op basis van een overeenkomst van opdracht met Alfa Accountants en Adviseurs te Wageningen. Daarop zijn de algemene voorwaarden van toepassing, die zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Arnhem (KvK nr 09046256). U vindt deze algemene voorwaarden op www.alfa.nl. In de algemene voorwaarden wordt onder meer de aansprakelijkheid per gebeurtenis beperkt. Indien u voor u van belang zijnde gegevens niet vanaf de website kunt raadplegen kunt u deze opvragen.
IBAN NL64RABO0127518983 BIC RAB0NL2U BTW NL801339157B26 Beconnummer 270179
Kenmerk 18105580SdV/AS15072801523715 Pagina 2 van 2
Met vriendelijke groet, Alfa Accountants en Adviseurs
5.J. de Vries AA
De heer G.H. Schrale Osingahüzen 7 8621 XC Heeg
Het kenmerk; UV 20110019 Behandeid door: 1. Tadema Telefoon: (0515) 489163 Onderwerp: Beschikking
Sneek,11 juni 2012
Geachte heer Schrale, U heeft op 4 januari 2011 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend voor het uitbreiden van het melkveebedrijf op het perceel plaatselijk bekend Osingahüzen 7 te Heeg. De aanvraag is geregistreerd onder nummer UV 20110019. In deze brief informeren wij u over welke beslissing op de aanvraag is genomen. Verlenen omgevingsvergunning Wij hebben besloten de omgevingsvergunning te verlenen. De vergunning hebben wij bijgevoegd. Aan de vergunning zijn voorschriften verbonden. Wij raden u aan om de vergunning met de bijbehorende bijlagen zorgvuldig door te nemen. Dit kan veel misverstanden voorkomen, ü moet namelijk de aan de vergunning verbonden voorschriften naleven. Let OP: wij maken u er op attent dat u op eigen risico handelt als u gebruik maakt van de verleende vergunning voordat deze onherroepelijk is. Burgerlijk wetboek In het Burgerlijk Wetboek (boek 5, titel 4) staan rechten en plichten van burgers vermeld. Wij willen u erop wijzen dat er rechten van derden worden genoemd, die er mogelijk voor zorgen dat u geen gebruik kunt maken van uw omgevingsvergunning. Betaling leges Overeenkomstig de legesverordening bent u voor het in behandeling nemen van uw aanvraag voor een omgevingsvergunning leges verschuldigd. Voor betaling van dit bedrag ontvangt u separaat een acceptgiro. Bij deze nota wordt vermeld op welke wijze u eventueel bezwaar kunt aantekenen tegen de hoogte van het legesbedrag en de gehanteerde grondslagen. Publicatie Het besluit wordt door ons gepubliceerd in de huis-aan-huisbladen en op de gemeentelijke website fwww.oemeenteswf.nn. Tegen dit besluit kan door belanghebbenden bezwaar worden aangetekend.
Nadere informatie Informatie over de behandeling van de aanvraag is te verkrijgen bij J. Tadema, telefoonnummer: (0515) 489163. Wilt u bij vragen of overleg het aanvraagnummer bij de hand houden, zodat wij u vlot van dienst kunnen zijn. Met vriendelijke groet, namens het college van burgemeester en wethouders van Südwest Fryslan, teammanager Vergunningen a.i..
A. van den Berg
Bijlagen
- omgevingsvergunning + bijlagen + kaartjes
-2-
Südwest rFrysIän Omgevingsvergunning UV20110019 Burgemeester en Wethouders hebben op 4 januari 2011 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen op het perceei piaatseiijk bekend OsingahCizen 7 te Heeg, De aanvraag is geregistreerd onder nummer UV20110019 met de voigende activiteiten: OV Bouwen OV Strijdig pianoiogisch gebruik OV Mii ieu OV Siopen
het uitbreiden het uitbreiden het uitbreiden het uitbreiden
van van van van
het meikveebedrijf het meikveebedrijf het meikveebedrijf het meikveebedrijf
BESCHIKKING: I.
Burgemeester en wethouders besluiten, geiet op artikei 2.1, 2.2, 2.10, 2.12 en 2.18 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken deel uitmaken van de vergunning. Tevens dient te worden voldaan aan de voorwaarden, zoals hieronder zijn aangegeven. De omgevingsvergunning wordt verleend voor de voigende activiteiten: bouwen (2.1 en 2.10) strijdig pianoiogisch gebruik (2.1 en 2.12) milieu siopen (2.2 en 2.18)
II.
Burgemeester en wethouders besluiten vrijsteiiing te verlenen voor het indienen van een onderzoeksrapport naar de gesteldheid van de bodem, daar het geen bouwwerk betreft waarin personen voortdurend of nagenoeg voortdurend in zuilen verblijven;
Burgemeester en wethouders van de gemeente Südwest Frysian namens dezen. Teammanager Vergunningen a.i. A. van den Berg Datum besluit: 11 juni 2012 Bezwaar Binnen zes weken na de dag van de bekendmaking (verzending of uitreiking) van dit besluit kan daartegen een bezwaarschrift bij het college van burgemeester en wethouders worden ingediend; postbus 10.000, 8600 HA SNEEK. Het bezwaarschrift moet worden voorzien van de naam en het adres van de bezwaarmaker, zijn/haar handtekening, de dagtekening (datum) en de gronden waarop het bezwaar rust (de motivering van het bezwaar). Ais er sprake is van spoed, geiet op de betrokken belangen, kan tegelijk met de indiening van het bezwaarschrift een voorlopige voorziening worden gevraagd bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Leeuwarden, sector bestuursrecht. Postbus 1702, 8901 CA LEEUWARDEN.
- 3-
Inhoudsopgave
De volgende onderdelen horen bij en maken deel uit van de verleende omgevingsvergunning aan De heer G.H. Schrale voor het uitbreiden van het melkveebedrijf op het perceel plaatselijk bekend OsingahCizen 7 te Heeg. Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
1: 2: 3: 4:
Overwegingen Gewaarmerkte stukken Procedure Voorschriften
Bijlage 1 Overwegingen Bij het nemen van het besluit hebben wij overwogen dat: Overweaing Bouw: uw aanvraag getoetst is aan de weigeringsgronden genoemd in artikei 2.10 van de Wabo; de activiteit is in overeenstemming met de gegeven voorschriften van het geldende bestemmingsplan; het plan is voorgelegd aan de Welstandscommissie, advies nr. W09WUN129-1 van datum 1 juli 2009, en voldoet aan redelijke eisen van welstand als bedoeld In artikel 12, eerste lid van de Woningwet; de aanvraag en de ontwerpbeschikking met bijbehorende stukken hebben vanaf 29 juli 2011 zes weken ter inzage gelegen. Er zijn geen zienswijzen Ingediend; de aanvraag om omgevingsvergunning onder voorwaarden In overeenstemming is met de voorschriften van de bouwverordening van de gemeente Südwest Frysiän; de aanvraag om omgevingsvergunning onder voorwaarden in overeenstemming is met de voorschriften van het Bouwbesluit. daar het geen bouwwerk betreft waarin voortdurend of nagenoeg voortdurend personen in zullen verblijven, kan vrijstelling worden verleend voor het indienen van een onderzoeksrapport naar de gesteldheid van de bodem. Overwecina Strlidia oianoloaisch aebruik: Het betreft hier het bouwen van een stal op het perceel Osingahuzen 7 te Heeg. Voor het perceel geldt op grond van het bestemmingplan "Buitengebied Wymbritseradiel" de bestemming 'Agrarisch'. Het bouwplan Is in strijd met lid 3.2, sub a onder 2 waarin is bepaald dat voor bedrijfsgebouwen ten behoeve van agrarische bedrijven geldt dat genoemde gebouwen dienen te worden gegroepeerd binnen een denkbeeldige rechthoek van 1 hectare. In onderhavige situatie gaat het om een oppervlakte van 1.14 hectare (108 ml X 106 m l). In lid 3.4 onder a wordt genoemd dat ontheffing mogelijk is van het bepaalde in lid 3.2, sub a onder 2 voor een overschrijding van de genoemde rechthoek, met dien verstande dat de oppervlakte van de denkbeeldige rechthoek niet meer dan 2 hectare mag bedragen (en dat is hier niet het geval). In lid 3.4 onder d is bepaald dat, alvorens de ontheffing voor de overschrijding van de denkbeeidige rechthoek wordt verleend. Initiatiefnemer een beplantingsplan aan burgemeester en wethouders overlegt, waarin is voorzien in een afscherming van het bedhjfsgedeelte door toepassing van een algehele of gedeeltelijk afschermende bepiantingsstrook. Initiatiefnemer heeft Landschapsbeheer Friesland ingeschakeld hetgeen heeft geresulteerd in een tekening waarop de landschappelijk inpassing van het perceel Is weergegeven. Tevens Is een ruimtelijke onderbouwing bijgevoegd. Al men al kan worden geconcludeerd dat op basis van de ingediende gegevens alsmede het beplantingsplan kan worden geconcludeerd dat er geen sprake is van -4 -
een onevenredige aantasting van het landschappelijke beeld zoals beschreven in de toelichting van het bestemmingsplan Buitengebied Wymbritseradiel. Tevens geeft de ruimtelijke onderbouwing geen aanleiding om het bouwplan negatief te beoordelen. De betreffende ontheffing kan derhalve verleend. de aanvraag en de ontwerpbeschikking met bijbehorende stukken hebben vanaf 29 juli 2011 zes weken ter inzage gelegen. Er zijn geen zienswijzen ingediend.
Overweoina Milieu: Bijlage I, Besluit omgevingsrecht (hierna: Bor) De inrichting zoals bedoeld in art. 1.1, eerste lid Wabo, is aangewezen in Bijlage I, onderdeel C van het Besluit omgevingsrecht in de volgende categorieën; - Categorie 1.1, onderdeel a en b; - Categorie 5.1; - Categorie 8.1, onderdeel a. Art. 8.40 Wet milieubeheer (hierna: WMB) b epaalt dat voor inrichtingen algemene regels gelden. Op deze hoofdregel maakt artikel 2.1, eerste en tweede lid Wabo, een uitzondering voor IPPC-inrichtingen en aangewezen inrichtingen. Deze inrichtingen hebben een omgevingsvergunning nodig. In bijlage I, onderdelen B en C van het Bor is een limitatieve lijst met aangewezen categorieën van inrichtingen opgenomen. De onderhavige inrichting valt onder categorie B onder Ib van bijlage I van het Bor: Onverminderd het bepaalde in onderdeel C van deze bijlage, worden als categorieën vergunningplichtige inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1, tweede lid, van dit besluit, aangewezen: landbouwinrichtingen waarop het Besluit landbouw milieubeheer op grond van artikel 3 of 4 van dat besluit niet van toepassing is. Het bevoegd gezag Gelet op het bepaalde In art. 2.4, eerste lid Wabo en bijlage I, onderdeel C v an het Bor, is het college van burgemeester en wethouders het tot verlening van de omgevingsvergunning bevoegde gezag. Beoordeling ontvankelijkheid De aanvraag voldoet aan de wettelijke vereisten, gesteld bij of krachtens de Wabo (art. 2.8, eerste lid, in samenhang met hoofdstuk 4 Bor), zodat de aanvraag in behandeling kan worden genomen. Huidige vergunningsituatie Voor de onderhavige inrichting zijn de volgende vergunningen afgegeven c.q. meldingen 8.40/8.44 Wet milieubeheer gedaan: Revisievergunning 2 november 1993, met de inwerkingtreding van het Besluit landbouw per 6 december 2006 is deze vergunning beschouwd als een melding voor dit besluit en is de revisievergunning van rechtswege vervallen. Besluit mestbassins milieubeheer 4 januari 2007. Omdat de revisievergunning per 2006 vervallen Is en de inrichting door deze wijziging weer vergunningsplichtig wordt, is een oprichtingsvergunning noodzakelijk.
Beoordeling van de aanvraag in het kader van de bescherming van het milieu Algemeen De Wabo omschrijft in de art. 2.14, 2.20 en 2.22 het toetsingskader voor de beslissing op de aanvraag. Hierna wordt aangegeven hoe de aanvraag zich tot het toetsingskader -5-
verhoudt. Hierbij beperken wij ons tot die onderdelen van het toetsingskader die ook daadwerkelijk op onze beslissing van invloed kunnen zijn. Bij de beslissing betrokken onderwerpen De in art. 2.14, lid 1 van de Wabo genoemde aspecten dienen bij de besluitvorming betrokken te worden. Deze worden hieronder verder uitgewerkt. Ligging van de inrichting De inrichting is gelegen in de bebouwde kom (lint bebouwing) van Osingahuzen. De dichtstbijiiggende woning van derden is gelegen op een afstand van ongeveer 70 meter. De gevolgen voor het milieu die de inrichting kan veroorzaken In verband met de aangevraagde activiteiten moet in het bijzonder rekening worden gehouden met de volgende milieu-aspecten: emissie van geluid; emissie van stoffen en geur naar de lucht; het ontstaan van afvalstoffen; het lozen van afvalwater op de rioiering/bodem/oppervlaktewater; risico op bodemverontreiniging; brandgevaar en externe veiligheid; mogelijke gevolgen voor flora en/of fauna; verbruik van energie; verbruik van water. Geur De Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) is op 1 januari 2007 in werking getreden. De Wgv vervangt voor vergunningsplichtige bedrijven de Wet stankemissie veehouderijen die van toepassing was voor iandbouwontwikkeiings-, verwevingsen extensiveringgebieden met het primaat natuur en de drie 'stankhchtiijnen' die van toepassing waren voor de rest van Nederland: de Richtlijn Veehouderij en Stankhinder 1996, de Brochure Veehouderij en Hinderwet 1985 en het Cumuiatierapport. De Wgv geeft normen voor de geurbelasting die een dierverblijf behorende bij een veehouderij mag veroorzaken op een geurgevoelig object ais bedoeld in artikel 1 Wgv. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen de ligging van geurgevoeiige objecten binnen of buiten de bebouwde kom en de ligging binnen of buiten een concentratiegebied. De geurbelasting van een inrichting is o.a. afhankelijk van het aantal en soort dieren dat binnen de inrichting aanwezig is. Voor diercategorieën waarvoor geen geuremissiefactor is vastgesteld, gelden minimaal aan te houden afstanden. Aanvraag De aanvraag betreft een uitbreiding met 118 melkkoeien tot 228 melkkoeien. Daarnaast worden er 8 stuks vrouwelijk jongvee tot 2 jaar gehouden, en 1 paard. Geuremissiefactoren ex artikei 2, zesde iid Rgv Voor melkrundvee (RAV-nr. A 1), vrouwelijk jongvee jonger dan 2 jaar (RAV-nr. A 3) en paarden is geen geuremissiefactor vastgesteld. Hiervoor geldt een vastgestelde afstand van 100 meter voor geurgevoeiige bestemmingen binnen de bebouwde kom. Daarnaast dient de buitenzijde van het dierenverblijf tot de buitenzijde van een geurgevoelig object minimaal 50 meter binnen de bebouwde kom te bedragen. Gemeentelijke verordening ex artikei 6 Wgv Ingevolge artikel 6 Wgv kan een gemeente per gemeentelijke verordening afwijken van de waarden of afstanden die in de artikelen 3 en 4 Wgv zijn opgenomen. In een dergelijke verordening kan de gemeenteraad voor (delen van) zijn grondgebied een andere waarde of een andere afstand vastleggen. De voormalige gemeente Wymbritseradiei heeft een gemeentelijke verordening met betrekking tot de Wet geurhinder en veehouderij vastgesteld. In deze verordening is de afstand van deze -6 -
veehouderij tot een geurgevoelige bestemming binnen de bebouwde kom beperkt tot 50 meter. Geurgevoelige objecten ex artikel 1 Wgv Ten zuiden van de inrichting liggen meerdere woningen. De dichtstbijzijnde woning is geiegen op een afstand van 70 meter. De geurgevoeiige objecten zijn niet gelegen in een concentratiegebied, als aangegeven In bijlage I behorende bij de artikelen 1, eerste lid en 26 van de Meststoffenwet. De gevel van het dierenverblijf tot de buitenzijde van het dichtstbijzijnde geurgevoelig object bedraagt meer dan 50 meter. De sleufsilo's en mestopslagen bevinden zich op voldoende afstand van woningen van derden. Dit betekent dat de inrichting voldoet aan de individuele afstandsnormen voor geurhinder. Overige voorschriften met betrekking tot stank Dat aan bovengenoemde richtlijnen met betrekking tot de beoordeling van stank wordt voldaan laat onverlet dat onnodige stankhinder kan ontstaan ten gevolge van de opslag van mest, brijvoer en kuilvoer. Om deze hinder te voorkomen zijn voorschriften aan de vergunning verbonden met betrekking tot de opslag van mest, brijvoer en kuilvoer. Emissie van ammoniak Toetsing ammoniakemissie Artikel 3 van de Wet ammoniak en veehouderij geeft aan binnen welke voorwaarden de uitstoot aan ammoniak wordt getoetst. Uit dit artikel blijken de volgende criteria voor het verlenen van een vergunning: • de voorwaarden mbt de zoneringsregeis in de artikelen 4 tot en met 7 van de Wet ammoniak en veehouderij; • de voorschriften die zijn gesteld in het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij; • de gevolgen voor het milieu die veroorzaakt worden door directe opname uit de lucht van ammoniak door planten en bomen; Artikel 4 t/m 7 Wet Ammoniak en veehouderij Ingevolge artikel 4 en 6 van de Wav wordt vergunning geweigerd voor het oprichten of uitbreiden van een veehouderij indien deze is gelegen binnen een zeer kwetsbaar gebied of binnen een zone van 250 meter daar omheen. De aangevraagde inrichting bevindt zich op een afstand van ongeveer 8,5 km van het meest nabij gelegen zeer kwetsbaar gebied, dat is gelegen ten noordoosten van de inrichting. Er is een berekening met AAgro-Stacks gemaakt om te toetsen of een vergunning noodzakelijk is met betrekking tot de Natuurbeschermingswet. Het toetsingskader bestaat uit een toets van de berekende emissie van het bedrijf op het dichtstbijzijnde Natura 2000 gebied (Oudegaasterbrekken, Fiuessen en omgeving) vergeleken met 5% van de kritische depositiewaarde voor dat gebied. De uitkomst van de berekening is dat de depositie veroorzaakt door het bedrijf Osingahuzen 7 ruimschoots onder de waarde van 5% van de maximale depositiewaarde blijft. De inrichting voldoet derhalve aan de gestelde randvoorwaarden in artikel 4 t/m 7 van de Wet ammoniak en veehouderij.
- 7-
Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderijen Daarnaast moet elke aanvraag ingevolge het artikel 5.3 van het Bor getoetst worden aan de beste beschikbare technieken (BET). In artikel 5.4 van het Bor is aangegeven hoe BBT moeten worden bepaald. Voor het bepalen van BBT voor de hulsvesting van dieren In een veehouderij is de emissie van ammoniak het belangrijkste criterium en niet de geuremissie. Het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij (Besluit huisvesting) {Pubiicatiedatum: 28 december 2005, Staatsbiad 2005, nr. 675, inwerkingtreding 1 april 2008) vuit dit criterium op sectorniveau in. Beoordeeld Is of het gevraagde stalsysteem voldoet In de aangevraagde situatie is sprake van de diercategorieën: overig rundvee ouder dan 2 jaar. De aanvrager heeft voor zijn stalsysteem een bijzonder emissiefactor laten vaststellen. Het "Besluit van 31 januari 2011, nr. DP/2011037216, houdende vaststelling van beleidsregels voor het opnemen van huisvestingssystemen met een voorlopige emissiefactor in de Regeling ammoniak en veehouderij" geeft de berekeningsmethodiek om te komen tot de voorlopige emissiefactor welke getoetst moet worden. Aan de vergunning zijn voorschriften verbonden die waarborgen dat het aangevraagde stalsysteem daadwerkelijk emissie-arm is zoals Is aangevraagd. In onderstaande tabel wordt weergegeven In hoeverre wordt voldaan aan het Besluit huisvesting. diersoort
aantal
norm/ plaats 9,5
aanvr./ plaats 6,7
Melkkoeien, overige huisvestingssystemen Vrouwelijk jongvee
8
3,9
Paard
1
5
228
opmerkingen mbt overgangsrecht en/of uitzonderingen
Uit bovenstaande tabel blijkt dat aan de voorwaarden van het Besluit ammoniakemissie hulsvesting veehouderij wordt voldaan. Directe opname uit de lucht van ammoniak door pianten en bomen Tengevolge van stallucht uit een varkens- of kippenstal kan directe schade ontstaan bij gewassen die daarvoor gevoelig zijn. Doordat geen kippen of varkens binnen de inrichting worden gehouden hoeft in redelijkheid niet voor directe ammoniakschade aan gewassen te worden gevreesd. "wet luchtkwaliteit" Sinds 15 november 2007 zijn de belangrijkste bepalingen over luchtkwaliteitseisen opgenomen in de Wet milieubeheer (hoofdstuk 5, titel 5.2 WMB). Hiermee is het Besluit luchtkwaliteit 2005 (Bik 2005) vervallen. Omdat titel 5.2 handelt over luchtkwaliteit staat deze ook wel bekend ais de 'Wet luchtkwaliteit'. Specifieke onderdelen van de wet zijn uitgewerkt in amvb's en ministeriële regelingen. Voor het bepalen of de bijdrage van dit bedrijf NIBM (Niet In Betekenende Mate) is, is gebruik gemaakt van de Vuistregel voor veehouderijen. Hieruit blijkt dat de emissie NIBM is. De vergunning mag derhalve op basis van de "Wet luchtkwaliteit" verleend worden.
-8-
IPPC-richtlijn 96/61/EG De Europese richtlijn Integrated Pollution Prevention and Controi (IPPC 96/61/EG) beoogt een geïntegreerde preventie en beperking van verontreiniging door in de richtiijn aangewezen activiteiten. Gestreefd wordt naar een zo hoog mogeiijk beschermingsniveau van het miiieu. De richtiijn bevat maatregelen ter voorkoming en/of beperking van emissies door bedoeide activiteiten naar iucht, water en bodem, met inbegrip van maatregeien ten aanzien van afvaistoffen. In een bijiage van de IPPC-richtiijn worden drempelwaarden aangegeven voor categorieën van bedrijven om te bepaien of deze onder de richtlijn vaiien. De aangevraagde activiteiten hebben wij getoetst aan de genoemde bijiage. Zij worden daarin niet genoemd. De IPPC-richtiijn is derhaive niet van toepassing op de aangevraagde activiteiten. Beste Beschikbare Technieken (BBT) Voor zover het voorkomen van nadelige gevolgen voor het miiieu niet mogelijk is, zijn in het belang van het bereiken van een hoog niveau van bescherming van het miiieu, aan deze vergunningvoorschriften verbonden die nodig zijn om de nadelige gevolgen die de inrichting voor het miiieu kan veroorzaken, te voorkomen of, indien dat niet mogeiijk is, zoveel mogeiijk - bij voorkeur bij de bron - te beperken en ongedaan te maken. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat In de inrichting ten minste de voor de inrichting in aanmerking komende beste beschikbare technieken worden toegepast. BBT Om te kunnen beoordelen of BBT wordt toegepast kan in de eerste plaats gebruik worden gemaakt van de "Regeling aanwijzing BBT-documenten" van 24 oktober 2005. In tabel 2 van die regeling is aangegeven wat de Nederlandse informatiedocumenten over BBT zijn. In voorgaande overwegingen is aangegeven dat is getoetst aan: Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij: de Circulaire energie in de milieuvergunning; Handreiking Wegen naar preventie bij bedrijven; Energie De aanvraag is getoetst aan de "Circulaire energie in de milieuvergunning" van de ministeries Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) en Economische Zaken (EZ), van oktober 1999. Op grond van het geschatte jaarverbruik is het vooralsnog niet noodzakelijk om vergaande voorschriften ten aanzien van het aspect energie op te nemen. Afvalstoffen Binnen de inrichting komen de volgende afvaistoffen vrij: papieren karton, kadavers, TLbuizen, landbouwplastic, spuitbussen, verfblikken en restafval. Aan deze vergunning zijn voorschriften verbonden om overlast als gevolg van de genoemde afvalstromen afkomstig van de inrichting te voorkomen of, indien dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk te beperken en ongedaan te maken. De aanvraag is getoetst aan de "Handreiking Wegen naar preventie bij bedrijven" (Infomii, december 2005) en bijbehorend werkboek. Op grond hiervan is het vooralsnog niet noodzakelijk om vergaande voorschriften ten aanzien van het afval- en emissie preventie op te nemen.
-9 -
Afvalwater Proceswater, brijn omgekeerde osmose, niet-verontreiniging hemelwater Het afvalwater wordt geloosd op het gemeentelijke riool. Niet verontreinigd hemelwater wordt op het oppervlaktewater geloosd. Aan deze vergunning zijn de algemene voorschriften uit het Activiteitenbesluit en Regeling verbonden ter bescherming van de doelmatige werking van het openbaar riool en de doelmatige verwerking van slib afkomstig van het riool. Bodemverontreiniging De nationale beleidslijn gericht op het voorkomen van nieuwe bodemverontreiniging is uitgewerkt in de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming bedrijfsmatige activiteiten (NRB) en de publicatiereeks Gevaarlijke stoffen (PGS). Zowel de NRB als de PGS he bben wij gebruikt bij het beoordelen van de vergunningaanvraag op de aspecten van bodembescherming. Op grond van de NRB dient er een dusdanig niveau aan bodembeschermende voorzieningen en maatregelen aanwezig te zijn binnen een inrichting, dat sprake is van een Verwaarloosbaar bodem-risico'. Hoe dit niveau in de verschillende situaties kan worden bereikt is nader uitgewerkt in de NRB en de PGS. Ten aanzien van de opslag van dieselolie en de opslag van zwavelzuur, zijn op grond van de NRB voldoende bodembeschermende voorzieningen aanwezig en/of maatregelen getroffen om te komen tot een verwaarloosbaar bodemrisico. In de inrichting vindt opslag van en/of vinden handelingen met een geringe hoeveelheid potentieel bodembedreigende stoffen plaats. Gelet op de samenstelling en de gevaarsaspecten van deze stoffen, de verpakkingswijze, het type handelingen en de aanwezigheid van bodembeschermende voorzieningen, zal de kwaliteit van de bodem en het grondwater niet in relevante mate nadelig worden beïnvloed, en wordt een onderzoek naar de nulsituatie van de bodem door ons niet noodzakelijk geacht. Brandveiligheid Op 1 november 2008 is het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (het Gebruiksbesluit) in werking getreden. Hierin zijn onder andere voorschriften opgenomen m.b.t. het brandveilige gebruik van toestellen, het verbod om te roken of open vuur te hebben in ruimten die bijvoorbeeld bestemd zijn voor de opslag van brandgevaarlijke stoffen, branddoorslag en brandoverslag bij leidingdoorvoeren, de plaatsing en de keuring van brandblussers geregeld. Dit aspect kan hier verder onbesproken blijven. Veiligheid Wij hebben de aanvraag getoetst aan het Besluit risico's zware ongevallen (Brzo), het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en de bijbehorende Regeling externe veiligheid inrichtingen. Gelet op de aard, de omvang en de wijze van opslag van gevaarlijke stoffen zijn deze besluiten niet van toepassing op de onderhavige inrichting. In de Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen (hierna: PGS) zijn de regels opgenomen voor de opslag van gevaarlijke stoffen waarmee een aanvaardbaar beschermingsniveau voor mens en milieu wordt gerealiseerd. Voor de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen zijn voorschriften uit de PGS 1 5: "Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen" overgenomen. Ten aanzien van de opslag van diesel in een bovengrondse kunststoftank en het afleveren van dieselolie aan voertuigen zijn de gebruikelijke voorschriften uit de PGS 30 voorgeschreven.
-10 -
Overige veiliaheidsvoorzieninQen en -maatregelen Aanvullend merken wij het velgende op: voor zover In de Inrichting sprake Is van toepassing van stoomketels en andere drukapparatuur en/of druksystemen, Is het regime van het Warenwetbeslult drukapparatuur en de uitvoeringsregeling Besluit drukapparatuur van toepassing. Daarin worden voorwaarden gesteld aan ontwerp, aanleg, aanpassing en (Intredeen her-)keurlng van drukapparatuur. Het toezicht op de naleving van deze regels Is In handen van de Arbeidsinspectie. Deze regels waarborgen In voldoende mate een veilig gebruik van drukapparatuur; sinds 1 juli 2003 moeten Installaties en gebouwen In overeenstemming zijn met de Europese Richtlijnen "ATEX 13 7" (1999/92/EG) en "ATEX 95 " (94/9/EG). Deze richtlijnen geven minimumvoorschriften voor een veilige en gezonde werkomgeving van werknemers die door explosieve atmosferen gevaar kunnen lopen en voorschriften voor apparaten en beveiligingssystemen bedoeld voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen. De ATEX 13 7 richtlijn Is In de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd In het Arbeidsomstandighedenbesluit. Het toezicht op de naleving van deze regels Is In handen van de Arbeidsinspectie. Deze regels beperken In voldoende mate het exploslerlslco. Ten aanzien van deze aspecten zijn geen voorschriften In deze vergunning opgenomen, aangezien de vereiste veiligheidsmaatregelen afdoende door bovengenoemde rechtstreeks werkende regelgeving wordt afgedekt. Echter, om een signaalfunctie richting voornoemde betrokken Instanties te kunnen waarborgen, Is In de voorschriften opgenomen dat het register van drukapparatuur op diens verzoek ter Inzage moet worden gegeven aan de toezichthoudend ambtenaar.
Geluid Lanatiidaemiddeld beoordelinasniveau Voor nieuwe Inrichtingen geldt dat bij het opstellen van de geluldsvoorschrlften er In beginsel vanuit moet worden gegaan dat In de representatieve bedrijfssituatie niet meer geluidsruimte wordt vergund dan de van toepassing zijnde richtwaarde aangeeft. In onderhavige situatie Is van een richtwaarde van 45 dB(A) etmaalwaarde uit gegaan. Hieraan kan worden voldaan. Uit de berekeningsresultaten blijkt dat voor de niet-representatieve bedrijfssituatie de richtwaarde van 45 dB(A) etmaalwaarde ter plaatse van de woning Osingahuzen 16 wordt overschreden. Deze overschrijding vindt plaats In de dagperiode gedurende twaalf dagen per jaar. Gezien de frequentie van de activiteiten In relatie met de overschrijding van de richtwaarde, de noodzakelijkheid van de activiteiten voor de bedrijfsvoering en de inschatting dat de kosten van geluldsreducerende maatregelen niet redelijkerwijs te verlangen zijn nemen we ruimere geluidsvoorschriften op te nemen. Maximale geluidsbelasting Voor de maximale geluidsniveaus geldt dat gestreefd moet worden dat deze niet meer dan 10 dB(A) boven het te vergunnen langtijdgemiddeld beoordelingsniveau komen te liggen. Dit geldt derhalve als uitgangspunt voor het opstellen van de geluldsvoorschrlften. Echter uit de toetsing blijkt dat op de Immisslepunten niet aan de streefwaarde kan worden voldaan In de representatieve bedrijfssituatie. Ook In de nletrepresentatleve bedrijfssituatie wordt de streefwaarde overschreden. Aangezien het maximale geluidsniveau In zowel de representatieve als de nletrepresentatleve bedrijfssituatie op de omliggende woningen van derden binnen de hoogst toelaatbare grenswaarde van 70 dB(A) etmaalwaarde blijft, Is het aanvaarbaar om de berekende geluidsniveaus te vergunnen omdat: -11 -
•
•
•
Uit de berekeningsresultaten blijkt dat de mobiele bronnen van geluld bepalend zijn voor de overschrijding. Zonder deze bronnen kan het bedrijf geen normale bedrijfsactiviteiten uitvoeren. Hieruit wordt geconcludeerd dat zonder deze bronnen de grondslag van de vergunningaanvraag wordt verlaten en het uitsluiten van deze bronnen derhalve leidt tot een (Impliciete) weigering van de vergunning; Gezien de activiteiten lijken geluldsreducerende maatregelen aan de bron en/of In combinatie met overdrachtsmaatregelen niet reëel. Daarnaast zullen gezien de ligging van de woningen rondom de Inrichting tevens planologische- en organisatorische wijzigingen weinig tot geen soelaas bieden; Daarnaast kan, mogelijk In combinatie met de frequentie van de activiteiten, worden aangehaald dat de voorgestelde voorschriften voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau voldoende waarborgen dat de plekgelulden een Incidenteel karakter behouden.
Koelsystemen Binnen de Inrichting Is een melktank aanwezig die gekoeld wordt. In dit systeem word R 507 (een HFK) a ls koelmiddel gebruikt. Wij wijzen erop dat bij het toepassen en vervangen van koelmiddelen en het onderhoud van koelsystemen moet worden voldaan aan de voorschriften uit de Europese verordening 842/2006 Inzake bepaalde gefluoreerde stoffen en het Besluit gefluoreerde broeikasgassen milieubeheer. Daarnaast Is het Warenwetbeslult drukapperatuur. Dit houdt onder meer In dat: koelsystemen met een Inhoud van 3 kg of meer moeten jaarlijks door een gediplomeerd controleur (F-gassen) worden gecontroleerd op lekdichtheld. De resultaten van de controle moeten worden opgenomen In een logboek; Deze eisen gelden van rechtswege. Om een signaalfunctie te kunnen vervullen, Is In de voorschriften opgenomen dat de toezichthoudend ambtenaar op diens verzoek Inzage moet worden gegeven In het mllleulogboek. Water De Wet milieubeheer biedt onder de verruimde reikwijdte tevens de mogelijkheid om voorschriften op te nemen ten aanzien van de zorg voor een zuinig gebruik van water. De beoordeling van het waterverbruik dient plaats te vinden conform de handreiking "Wegen naar preventie bij bedrijven" (InfoMII, december 2005). Voor het onderwerp "water" zijn hierin geen ondergrenzen gesteld, omdat de relevantie van waterbesparing sterk afhankelijk Is van de lokale situatie. Per situatie zal beoordeeld moeten worden of maatregelen voor het aspect water relevant zijn of niet. Te verwachten ontwikkelingen Voor zover kan worden beoordeeld zijn er voor wat betreft de Inrichting en het gebied waar de Inrichting zal zijn of Is gelegen, redelijkerwijs geen andere dan reeds aangegeven ontwikkelingen te verwachten die van belang zijn met het oog op de bescherming van het milieu.
-12-
Volmacht Ondergetekende: Dhr. G.H Schrale Wonende/gevestigd te Heeg Machtigt hiarbij: Alfa Accountants en Adviseurs, gevestigd aan de Noordersingei te Leeuwarden in de personen van haar medewerkers, de heer ing. H.J. Hoksbergen en mevrouw ing. A. Snip om hem te vertegenwoordigen met de macht van indeplaatsstelling om: a) hem te vertegenwoordigen bij het indienen van één of meerdere aanvragerVmeldirigen in het kader van de Natuurbeschermingswet. b) hem te vertegenwoordigen bij het maken en behandelen van bezwaar bij de vergunningsinstantie en het instellen en het behandelen van beroep bij een gerechtelijke instantie.
Heeg,
G.H Schrale \J Namens V.O.F. Schrale-Wijnja Datum:
2.o\