Technische commissie Tips voor begeleiders en trainers

Technische commissie Tips voor begeleiders en trainers

Het voetbalseizoen 1 Zorg dat je alle e-mailadressen van de ouders van je spelers/speelsters hebt. Vanaf de A en B junioren hebben de spelers vaak een eigen e-mailadres. Het is handig als je alle adressen, telefoonnummers, geboortedata ook in een bestand hebt. Neem die lijst altijd mee naar de wedstrijden. Noteer ook de naam, adres, telefoonnummer, e-mailadres van de trainers. Vraag aan de ouders of hun kind medicijnen gebruikt of iets anders heeft wat u als coach, trainer moet weten en hoe te handelen. 2 Op internet staat vaak de competitie-indeling. Druk dit af en verspreid het onder de spelers en ouders. 3 Van de vereniging krijg je vanaf de D-junioren ook spelerspasjes. Controleer of de gegevens juist zijn en compleet. 4 Maak met de spelers afspraken voor het nieuwe seizoen. Denk aan: Trainingsbezoek, afmelden bij wie? Telefoonnummer bijvoegen. Opkomst bij de wedstrijden. Afbericht, bij wie en wanneer? Kom op tijd, anders... Gedrag in het veld. Wat doen we met spelers als ze gaan mopperen, boos worden, kwaad willen weglopen... Douchen is verplicht. Tenue moet in orde zijn, scheenbeschermers zijn ook verplicht. Wie wordt aanvoerder? Wisselbeleid. Wisselen we om toerbeurt, of spelen we alleen met de betere spelers/speelsters. Houd de lijst met wisselspelers goed bij. 5 Maak een lijst van ouders die om toerbeurt rijden, het is handig als je weet hoeveel personen er in iedere auto kunnen. Je kunt dan efficiënt naar uitwedstrijden rijden. 6 Maak een lijst van de ouders die de kleding hebben gewassen. Houd dit nauwkeurig bij. 7 Mail op een vaste dag naar de spelers (bijv. maandag). In die mail kun je een kort verslag zetten van de afgelopen wedstrijd. Je noemt de tegenstander op, de vertrektijd en de vertrekplaats. Je noemt de ouders die mogen rijden. Je noemt de speler/speelster die de schone was moet meenemen. Je noemt de speler/speelster die de vuile was mag meenemen. Je kunt op en aanmerkingen nog even kwijt. Houd die mail altijd positief.


De wedstrijd 1. Zorg dat je elftal op tijd kan vertrekken, met voldoende auto’s. 2. Controleer of de ballen, tas en wedstrijdkleding mee gaan. 3. Wijs de bestuurders erop dat alle kinderen in de gordels zitten en dat er rustig wordt gereden. Veiligheid staat altijd voorop. 4. Vul het wedstrijdformulier in (vanaf D-Junioren). Je kunt dit ook bij thuiswedstrijden al invullen. Je krijgt die formulieren voor een heel jaar van de wedstrijdsecretaris. 5. Ontvang de tegenpartij en wijs ze de kleedkamer. 6. Als iedereen is omgekleed, kun je de wedstrijdbespreking gaan starten. Zorg er voor dat de ouders er niet bij zijn, alleen de coaches. Dat geeft rust. Geef dit ook door aan de ouders, dat schept duidelijkheid. 7. Vertel hoe er gevoetbald gaat worden, wie er wissel staat en dat we vooral met plezier gaan voetballen en natuurlijk ook voor de winst. 8. Je aanvoerder leidt de warming-up. Of je doet het zelf als ze nog erg klein zijn. 9. Laat de ouders altijd positief aanmoedigen. De ouders bemoeien zich NIET met de tactiek en het spel van het team. Tijdens de wedstrijd luisteren de spelers/speelsters alleen naar de coaches. Meld dit ook bij het begin van het seizoen aan de ouders. 10. Als je in het veld aanwijzingen geeft aan je spelers/speelsters, roep dan altijd eerst zijn/haar naam en geef daarna de aanwijzing. Dan horen ze het ook. 11. Tijdens de rust GEEN ouders in de kleedkamer. Dat geeft rust. Spelers zijn dan ook minder snel afgeleid. Tijdens de rust kun je tips en complimenten geven. Als het slecht gaat, kun je ook zeggen: Wat kunnen wij veel beter? Laat de spelers het zelf maar opnoemen. 12. Na afloop bedanken we de tegenstander en de scheidsrechter. Ook is de wedstrijd verloren is. 13. Ga na afloop ergens op het veld, of lang de kant met je team zitten. Vertel in het kort hoe het gegaan is. Wat ging er goed? Wat kan beter? Waar gaan we aanwerken? Deel wat complimenten uit aan je spelers/speelsters. Wanneer je ze even apart neemt, zijn ze hun emotie, verdriet even kwijt. Zorg er voor dat er opnieuw geen ouders bij zijn. Op deze manie sluit je de wedstrijd samen af. 14. Na afloop douchen, omkleden en we laten de kleedkamer netjes achter. Als er hulp van ouders bij het om kleden nodig is, dan mag dat natuurlijk altijd. 15. Zorg dat je alle spelers/speelsters in de auto’s zijn. 16. Onderteken het wedstrijdformulier en breng het in de kantine. 17. Maak een leuk verslag van de wedstrijd en geef de eindstand en een leuke zin door aan de Rotonde. 18. Zorg voor een kaartje, cadeautje, attentie voor een teamlid, die dit nodig heeft, bij ziekte, blessure enzovoort. Andere teamleden willen dit graag even rondbrengen. Toon je betrokkenheid. 19. Je mag weer een week wachten om weer te gaan voetballen.


Storend gedrag Het kan voorkomen dat er in jouw team spelers/speelsters zijn die zich misdragen. Dat is heel vervelend, maar kan altijd gebeuren. Trek het je niet meteen persoonlijk aan. Maar hoe los je dat op? Je kunt veel problemen voorkomen. Allereerst bespreek je met je team de Gedragsregels (Tien Geboden) van SC Spirit ‘30. Gedragsregels SC Spirit ‘30 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.

Behandelen elkaar én bezoekers met respect. Gebruiken geen geweld of scheldwoorden. Plegen geen diefstal of vernielingen. Zoeken bij problemen altijd contact met een hoofdleider of het bestuur. Praten mét elkaar en niet over elkaar. Laten de kleedkamers, de velden en de kantine netjes achter. Roken niet waar dat niet mag en gaan verstandig om met alcohol. Gedragen zich als sportieve supporters om het speelveld. Zetten zich actief in voor de club als vrijwilligers. Zijn in hun gedrag een voorbeeld voor anderen.

1 Zorg dat je zelf als coach altijd eerlijk en duidelijk bent. Geef een foutje gewoon toe. Geef tijdens de wedstrijdbespreking aan, wat je doet met spelers, die zich misdragen, mopperen enz. Je kunt dan veel ongewenst gedrag en situaties voorkomen. 2 Zorg dat je altijd positief blijft. Ook tijdens de wedstrijd. Mooie bal, goed gespeeld, jammer, volgende keer eerder overspelen enz. 3 Geef ook in je taalgebruik het goede voorbeeld. Blijf altijd netjes en beleefd, ook als het tegenzit. Vloek- en scheldwoorden horen nergens thuis, dus ook niet op een voetbalveld. 4 Wees consequent, kom je afspraken na. 5 Straal plezier en enthousiasme uit. 6 Winnen is leuk maar... niet ten koste van alles. Mocht het ondanks bovenstaande punten niet goed lopen binnen je team, observeer dan goed. Ik zie Ik zie Ik zie Ik zie

dat jij steeds de bal van … wegschopt. Wat is daar de reden van? dat je kwaad bent, klopt dat? Wat is er aan de hand? dat je steeds … loopt te duwen en voor te dringen. Wat is daar de reden van? dat je veel kansen mist, hoe komt dat?


Bespreek dit altijd apart met het kind. Door een open houding te creëren reageren kinderen sneller en kun je vlug achter de reden komen van afwijkend gedrag. Opmerkingen als: “Is het weer zo ver?“ “Het zal Pietje zeker wel weer wezen…” “Stop je er nu nooit mee?” “Voor de hoeveelste keer moet ik het nog tegen je zeggen, dat je eerder moet overspelen?” hebben geen enkel effect. De speler/speelster zal meteen in de verdediging gaan en zal niks loslaten. Je bent dus geen stap verder en je bent niet achter de reden van zijn/ haar gedrag gekomen. Als een speler zich op het randje begeeft qua spelgedrag, wissel hem dan meteen. Laat hem even afkoelen en bespreek na 10 minuten waarom je hem/ haar hebt gewisseld. Stel je voor: een speler misdraagt zich en jij zegt dat hij het veld uit moet gaan en hij doet dat vervolgens niet. Handel dan als volgt… Je zegt tegen de speler: “Ga je zelf het veld uit, of moet ik je komen halen?” De speler zal dan echt wel gaan kiezen. Zo niet, dan heeft hij een probleem. Hij begint dan de volgende wedstrijd als wisselspeler, en hoe lang dat duurt dat bepaalt de coach, jij dus. Bij een lastige situatie laat je een speler altijd kiezen uit twee mogelijkheden. Bijvoorbeeld: “Ga jij de 1e of de 2e helft op doel?” “Ga je nu eerder die bal afgeven of zit je liever bij mij op de bank?” “Stop jij nu met mopperen op de scheidsrechter of zit je de 2e helft liever op de bank?” Als een speler helemaal door het lint gaat, laat hem dan even afkoelen. Zet hem op een rustige plek neer. Praat pas met hem als hij daar aan toe is. Forceer niet, dat werkt vaak averechts Speel liever met 10 enthousiaste spelers/speelsters dan met 11 waarin een vervelende spelert speelt die je liever kwijt bent. Mocht je dergelijke problemen niet kunnen oplossen met de voorgestelde methodes, neem dan de volgende stappen: 1. Neem contact op met de ouders. Ouders geven vaak een schat aan informatie over hun kind. Doe dit telefonisch of met een gesprek. Neem daar even tijd voor. Mail NOOIT dit soort zaken. Het staat zwart op wit en je krijgt daar weer discussies en misverstanden over. 2. Neem dan contact op met de hoofdgeleider. (waarom, wat wordt die verondersteld te doen… informeren lijkt me beter …) 3. Neem vervolgens contact op met het bestuur. (waarom … informeren lijkt me beter, dan ook direct contact opnemen met Sjaak / Frank …) Zij zullen dan contact opnemen met Frank Groot of Sjaak Laan (zie adressen onderaan), die dan contact zullen opnemen met de betrokken personen en


proberen in een gesprek tot een oplossing te komen. Er worden dan afspraken gemaakt, deze komen ook op papier. Die afspraken worden weer teruggekoppeld naar de coaches en trainers. 4. Mochten de afspraken niet worden nagekomen, dan volgen er opnieuw sancties. (wat voor sancties?) 5. Mochten die ook niet helpen, dan moeten we ons gaan afvragen of Spirit wel de juiste vereniging is voor deze persoon. (en dan …?) Als ouders merken dat hun kind niet lekker voetbalt, dan moeten zij contact opnemen met de trainer en coach en dit melden. Dat voorkomt veel ellende en misverstanden. (informeer de ouders hierover) Sjaak Laan

De Bouw 3, 1616 SR Hoogkarspel [email protected] 0228 - 56 34 66

Frank Groot

Klaverbouw 23, 1616 SW Hoogkarspel [email protected] 0228 - 31 46 29

Technische commissie Tips voor begeleiders en trainers

Recommend Documents