TECHNIEKPLAN NOORD-HOLLAND 2013-2016 Hoofdlijnen voor een gezamenlijke regionale aanpak
Met als bijlagen:
Cijfers over de technische arbeidsmarkt
Vmbo, mbo en de technische arbeidsmarkt in Noord -Holland
De partners bij een gezamenlijke aanpak
Sector en cluster aanpak: kennis & innovatie bij - & nascholing
“De technische bedrijven zullen nog veel meer moeten investeren in samenwerking met scholen. Het tekort aan goed opgeleid personeel vormt een rem op de ontwikkelingsmogelijkheden van de industrie. Enerzijds is gebrek aan belangstelling voor technische opleidingen, anderzijds laat de aansluiting tussen scholen en bedrijven te wensen over. Een grotere structurele betrokkenheid van bedrijven bij scholen is noodzakelijk om de kwaliteit van de opleiding te verbeteren en aantrekkelijke carrières in de techniek zichtbaar te maken. Beide zaken zorgen ervoor dat het beroepsonderwijs aantrekkelijker wordt.”(ing rapport ‘my industry‘)
Techniekraad Noord-Holland i.o
Een initiatief van Koninklijke Metaalunie, Uneto-VNI, FME-CWM, Bouwend Nederland
TECHNIEKPLAN NOORD-HOLLAND 2013-2016 Vooraf Zonder een stevige gezamenlijke aanpak ontstaan de komende jaren grote kwalitatieve en kwantitatieve tekorten aan technisch opgeleid personeel. De concurrentie- en innovatiekracht –en daarmee de economische ontwikkeling- zullen door dit tekort afnemen. Zelfs in de huidige tijd van economische malaise is het vaak moeilijk om personeel te werven met de vereiste competenties. De grootste werkgeversorganisaties in de technische sectoren hebben daarom de TechniekRaad NoordHolland opgericht. Als samenwerkingsverband van de Koninklijke Metaalunie, FME-CWM, Uneto-VNI, Bouwend Nederland en de provincie Noord-Holland richt de raad zich op het terugdringen van het tekort aan technische vakmensen en het tot stand brengen van een vraaggestuurd opleidingenaanbod in de regio. De prioriteit ligt bij:
Vergroting van de vraaggestuurde instroom van technisch gekwalificeerde medewerkers op mbo-4 en hbo-niveau; Versterking van het innovatief vermogen van de technische bedrijven; Behoud en bevordering van de deskundigheid van de technische professionals.
De TechniekRaad Noord-Holland gaat dit doen door:
Vorming van een visie voor een techniekbrede aanpak; Sturing van activiteiten; Monitoring van ontwikkelingen en resultaten.
In het Techniekplan Noord-Holland worden de hoofdlijnen geschetst van de inzet van de TechniekRaad NH in de periode 2013 -2016. Deze hoofdlijnen worden ter verdere uitwerking voorgelegd aan de partners in het bedrijfsleven, het onderwijs en de overheid. Op basis van deze consultaties wordt de planvormingsfase in voorjaar 2013 bijgesteld en afgerond zodat er één uitgangspunt is voor gezamenlijke actie! Het Techniekplan NH heeft de volgende bijlagen:
Cijfers over de technische arbeidsmarkt geeft een beeld van de stand van zaken in de provincie Noord-Holland waar het gaat om vraag & aanbod op de arbeidsmarkt.
In Vmbo, mbo en technische arbeidsmarkt worden voor één van de belangrijkste acties van de komende jaren, het zorgdragen voor voldoende mbo opgeleide vakmensen, de hoofdlijnen uiteengezet;
In Noord-Holland werken veel mensen vanuit hun organisaties aan de versterking van de technische arbeidsmarkt.. In ‘De partners bij een gezamenlijke aanpak‘ wordt een globaal beeld gegeven van de betrokken organisaties.
Sector & cluster aanpak: dit onderdeel wordt per cluster nader ingevuld.
2
TECHNIEKPLAN NOORD-HOLLAND 2013-2016
Het Initiatief De technische arbeidsmarkt moet hoog op de agenda. De maakindustrie is een belangrijke sector in NoordHolland, qua industriële bedrijvigheid bezet de provincie Noord-Holland de vierde positie in Nederland. Maar dat is niet het enige. Ook andere technische sectoren zoals de bouwnijverheid, ICT, logistiek, energie en agribusiness vormen ieder op zich een basis voor verdere economische ontwikkeling in de regio. De vertegenwoordigers in Noord-Holland van de technische werkgeversorganisaties Koninklijke Metaalunie, FME/CWM, Uneto-VNI , Bouwend Nederland en provincie Noord-Holland hebben daarom begin 2012 hun krachten gebundeld in de TechniekRaad NH i.o. om het voortouw te nemen bij het opstellen en uitvoeren van een gemeenschappelijk Techniekplan 2013 -2016. Onderlinge samenwerking met andere sector gerelateerde organisaties in de techniek (werkgevers- en werknemersorganisaties, opleidingsfondsen en kenniscentra), de regionale organisaties (provincie Noord-Holland, kamers van koophandel, gemeenten) en natuurlijk de onderwijsinstellingen is volgens de initiatiefnemers de enige manier om het tekort aan technisch vakmanschap in de provincie Noord-Holland tegen te gaan. De vraag van de bedrijven is daarin sturend. Natuurlijk wordt een koppeling gemaakt met de activiteiten vanuit het landelijke topsectorenbeleid en de regionale bedrijvenclusteraanpak. Vanzelfsprekend wordt aangesloten bij de inzet van gemeenten en UWV om het potentieel aan werkzoekenden te benutten. De TechniekRaad NH maakt afspraken met genoemde partners voor een actieve gezamenlijke inzet om de resultaten van de huidige inspanningen voor meer en goed opgeleid technisch personeel effectiever te laten zijn.
De analyse De afgelopen maanden is gewerkt aan een analyse van de technische arbeidsmarkt in Noord-Holland en het inzichtelijk maken van de problemen op basis van recente rapporten en intensief overleg met de desbetreffende partners (deel III: De cijfers over de technische arbeidsmarkt). Om eenduidigheid te bewerkstelligen in de cijfers die we uit verschillende bronnen hebben ontleend is 2009 als uitgangspunt genomen. Gelet op het feit dat het gaat om de verhouding tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt in de provincie te leren kennen en het thans nog gaat om een eerste analyse vinden wij dit acceptabel. Uit deze analyse komt het volgende naar voren: A. Het tekort op de technische arbeidsmarkt in Noord-Holland In Noord-Holland werken in totaal 1.251.000 mensen. Daarvan hebben 226.000 (18%) een technische opleiding. 51% van de technici werkt in de traditioneel technische sectoren industrie (45.000), bouw (42.000) en reparatie (28.000). Van de technisch opgeleiden werkt maar liefst 49% in niet-technische sectoren als zorg, overheid, onderwijs, media etc. Duidelijk is dat een techniekbrede aanpak nodig is en dat de vraag naar technische opgeleiden feitelijk twee maal zo groot is als de directe behoefte van de technische sectoren.
Uit de cijfers in tabel 1. blijkt dat het tekort aan technische vakmensen op mbo 2-4 en hbo-niveau in NoordHolland elk jaar met meer dan 1.000 stijgt. Indien de situatie niet op korte termijn verbetert, zal het tekort aan technische vakmensen in Noord-Holland de komende 5 jaar oplopen tot meer dan 5.000.
3
TECHNIEKPLAN NOORD-HOLLAND 2013-2016
Opleidingsniveau
aantal werkn.
vervangingsvraag
gediplomeerde
jaarlijks tekort
schoolverlaters MBO 2-4
106.000
3.860
3.150
710
HBO
37.000
1.730
1.400
330
Totaal
143.000
5.590
4.550
1.040
Tabel 1 Het aantal werknemers met een technische mbo of hbo opleiding afgezet tegen het aantal jongeren dat jaarlijks de school verlaat met een technisch diploma.
B. Knelpunten technische arbeidsmarkt en beroepsonderwijs Noord-Holland Hieronder de grootste knelpunten op een rij: a.
Tekort aan werknemers met de juiste kwalificaties - door innovatie en automatisering neemt de vraag naar hoger opgeleide werknemers, mbo 3-4 en hbo- niveau, toe;
b.
Aan de vervangingsvraag is door de vergrijzing moeilijk te voldoen;
c.
Onevenwichtige leeftijdsopbouw in veel technische bedrijven (te weinig jongeren);
d.
Te weinig instroom in techniekopleidingen en een hoge tussentijdse uitval waardoor te weinig uitstroom op de arbeidsmarkt. Momenteel (2011) heeft slechts 23% van de mbo-gediplomeerden een technische opleiding gevolgd;
e.
De technische opleidingsinfrastructuur in Noord-Holland staat sterk onder druk, veel opleidingslocaties op vmbo- en mbo- niveau zijn reeds gesloten, nog steeds dreigen sluitingen;
f.
Het aanbod aan technische opleidingen in de regio is te weinig afgestemd op de vraag van bedrijven;
g.
Te weinig betrokkenheid van bedrijven bij praktijk beroepsonderwijs;
h.
Technische mkb-bedrijven doen te weinig aan bij- en nascholing;
i.
Aanpak in de regio is te versnipperd, gemeenschappelijke agenda ontbreekt, waardoor acties minder efficiënt en effectief zijn.
Bovenstaande opsomming laat zien dat het groeiend tekort aan technisch opgeleide vakmensen niet automatisch zal worden opgelost. Ook wordt zichtbaar dat op verschillende velden moet worden gespeeld om tot oplossingen te komen. Daarom is dit plan zo opgezet dat van de inspanningen van de organisaties die nu reeds actief zijn optimaal gebruik wordt gemaakt en de TechniekRaad NH er een meerwaarde aan toevoegt door te structureren en te verbinden.
4
TECHNIEKPLAN NOORD-HOLLAND 2013-2016 De oplossingsrichtingen Om eerder genoemde knelpunten adequaat tegemoet te treden is een aanpak op verschillende fronten nodig:
Regionaal samenhangende actie door onderwijs, bedrijfsleven en overheden om het technisch onderwijs en het beroepsperspectief voor jongeren aantrekkelijker te maken, meer jongeren naar een hoger niveau op te leiden en de inhoud goed aan te laten sluiten bij de vraag van bedrijven;
Per sector een aanpak gericht op om-, bij- en nascholing;
Een directe verbinding tussen technologische innovatie, personeelsgericht kennismanagement en personeelsvoorziening door sturing vanuit de economische topclusters.
De doelstellingen 2013-2016 1.
Vergroting van het aantal jongeren met een technische of bètawetenschappelijke opleiding. Prioriteit ligt bij het vergroten van het aantal mbo gediplomeerden passend bij de vraag van de bedrijven. Het aantal vmbo-gediplomeerden in de technische beroepsgerichte leerweg wordt vergroot van 1650 naar 2100, theoretische leerweg van 1500 naar 2000 en mbo-gediplomeerden van 3200 naar 4000;
2.
Werken aan behoud van technische professionals en upgrading door her- en bijscholing per sector;
3.
Versterken van het innovatief vermogen door meer kennis in bedrijven, met prioriteit bij de topclusters Energie, Productieautomatisering, Creatieve industrie, Agribusiness, Logistiek. Hierdoor wordt tevens de wederzijdse betrokkenheid van de topclusters en het technisch mkb versterkt.
5
TECHNIEKPLAN NOORD-HOLLAND 2013-2016
Figuur 1 De subregio's in Noord-Holland
Wat we gaan doen........ .........om meer goed opgeleide jongeren de techniek in te krijgen:
Één gemeenschappelijke agenda van bedrijven, scholen en (regionale) overheden voor: 1.
Behoud en versterking van de technische-beroepsopleidingsinfrastructuur in Noord-Holland. De TechniekRaad NH gaat er samen met de scholen en de overheid voor zorgen dat in iedere (sub)regio van de provincie moderne, vraaggerichte praktijkopleidingslocaties zijn waar jongeren zich de nodige vakvaardigheden eigen kunnen maken en kennismaken met nieuwe technieken. Deze praktijkopleidingslocaties worden beheerd door scholen en bedrijven;
2.
Goede technische opleidingsroutes in vmbo met doorstroom naar mbo: -Jongeren die ‘met hun handen leren‘ moeten direct in het eerste jaar van het vmbo kunnen beginnen met de Vakmanschapsroute. Al tijdens het vmbo wordt er direct vanuit de praktijk geleerd. De opleiding wordt afgesloten met ten minste een mbo niveau-2 diploma (uitvoerend vakman). -Jongeren die meer gericht zijn op de theorie kunnen binnen het vmbo de Technologieroute volgen. Met deze route kan je vanaf de eerste klas vmbo goed voorbereid een mbo-4 (middenkader) opleiding afronden.
3.
Structureren en versterken van overleg en samenwerking tussen bedrijven, scholen en overheid: -In alle subregio’s (zie figuur 1) worden Technetkringen (clusters van technische bedrijven, vmbo’s, roc’s en opleidingsbedrijven / Talent voor Techniek) geformeerd, zodat een hecht netwerk van bedrijven ontstaat dat zorgdraagt voor een actieve en resultaatgerichte ondersteuning van de praktijkcomponent in het beroepsonderwijs. Gemeenten en rpa’s / poa’s ondersteunen deze Technetkringen waar nodig;
6
TECHNIEKPLAN NOORD-HOLLAND 2013-2016
-Op provinciaal niveau wordt per cluster of technische sector een groep bedrijven samengesteld als gesprekspartner voor roc’s en hbo-instellingen. Deze bedrijfsgroepen richten zich op doelmatigheid van het opleidingenaanbod, aansluiting bij innovaties binnen bedrijven en aanvullende (praktijk) modules.
4.
In iedere subregio werken bedrijven, scholen, gemeenten / rpa’s binnen de Technetkringen aan het optimaliseren van de opleidingsinfrastructuur door: a.
Technische vmbo-mbo leerroutes die aansluiten bij de regionale vraag van bedrijven en leerlingen;
b.
Goede en moderne praktijkopleidingsfaciliteiten (Techniekcampus – Techniek portaal)
c.
In beeld brengen van de vraag in de sub regio bij bedrijven en de aansluiting vanuit het onderwijs met stages, gastdocenten, excursies, praktijkopdrachten etc.
5.
Op provinciaal niveau werkt de TechniekRaad NH samen met de topsectoren / clusters en de provincie Noord-Holland aan: a.
Monitoring van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en van de resultaten die met gerichte initiatieven worden geboekt;
b.
Ondersteuning en onderlinge afstemming van de activiteiten in de sub regio’s;
c.
Inrichten bedrijvengroepen voor roc’s en hbo instellingen;
d.
Inrichten van sectortafels in het kader van een macrodoelmatig opleidingsaanbod in het mbo;
e.
Verbinding met landelijke overheden en platforms zoals Techniektalent.nu en Platform Bètatechniek;
f.
Opstellen en onderhouden van een web gebaseerde Noord-Hollandse techniekagenda;
g.
Kostenreductie en financiering van activiteiten;
h.
Het inrichten van een gemeenschappelijk investeringsfonds voor de financiering van moderne technische opleidingsfaciliteiten.
..........Om de deskundigheid van de huidige professionals te bevorderen: Afspraken maken voor afstemming per sector. ...........Om het innovatie vermogen van de bedrijven te versterken: Roc’s en de regionale topclusters gaan in lijn met de Centra voor Innovatief Vakmanschap werken aan het innovatief vermogen binnen de economische sectoren van Noord-Holland (Energie, Maakindustrie, Creatieve industrie, Agribusiness, Logistiek). Deze centra bieden trainings- en opleidingsfaciliteiten met de meest innovatieve technieken en zorgen op dit gebied voor onderlinge kennisoverdracht tussen bedrijven, onderwijsinstellingen.
7
TECHNIEKPLAN NOORD-HOLLAND 2013-2016 Fasering totstandkoming actie agenda 2013-2016 December 2012 – januari 2013
Bespreken hoofdlijnen met onderwijsveld, sectorgerelateerde organisaties als fondsen, Kamers van Koophandel, Amsterdam Economic Board.
Voorjaar 2013
De uitgangspunten zoals omschreven in het onderdeel vmbo, mbo en de technische arbeidsmarkt in Noord-Holland afstemmen met onderwijs en overheid (volgend op de reeds in gang gezette voorstellen voor Toptechniek in bedrijf) ;
In overleg met sectorgerelateerde organisaties starten met het uitwerken per sector op basis van de huidige activiteiten : acties m.b.t. her en bijscholing, kennis & innovatie;
Start met het opstellen van de gezamenlijke actie agenda in de provincie Noord-Holland, per sector en per sub regio: lokale initiatieven stroomlijnen, samenwerking tussen branches bewerkstelligen en vooral bedrijven betrekken bij onderwijs;
Samenhang tussen Techniekagenda en topclusterprogramma’s.
8
TECHNIEKPLAN NOORD-HOLLAND 2013-2016
De cijfers over de technische arbeidsmarkt Techniek in de traditionele sectoren In Noord-Holland werken in totaal 1.251.000 mensen. Daarvan hebben 226.000 (18%) een technische opleiding. Van de mbo-opgeleiden heeft bijna 30% een technische opleiding gevolgd. 51% van de technici werkt in de traditioneel technische sectoren industrie (45.000), bouw(42.000) en reparatie (28.000).
Tabel 1 Technisch opgeleiden per sector naar opleidingsrichting (x 1.000) (Bron: SEO i.o.v. Technocentrum/TOA NHN)
Van de technisch opgeleiden werkt 49% in niet-technische sectoren als zorg, onderwijs, overheid, media etc. Dit heeft derhalve tot gevolg dat we voor de toekomstige behoefte aan instroom niet alleen moeten kijken naar de harde technische sectoren zoals industrie, maar de inzetbaarheid van technisch opgeleiden over de gehele
Jaarlijks tekort
schoolverlaters
gediplomeerde
Technisch
werkgelegenheid
bij gelijkblijvende
Vervangingsvraag
werknemers (2009)
Technisch opgeleide
breedte van de arbeidsmarkt moeten bezien.
9
TECHNIEKPLAN NOORD-HOLLAND 2013-2016
basis / vmbo
49.000
245
106.000
3.860
3.150
710
hbo
37.000
1.730
1.400
330
wo
34.000
1.100
1.100
226.000
6.690
mbo 2-4
totaal
1.040
Tabel 2 Vraag & aanbod technici en bètawetenschappers in Noord-Holland, waarbij rekening wordt gehouden met verhoging van het instroomniveau, bij gelijkblijvende omvang werkgelegenheid. Gegevens SEO bewerkt door TOA NHN
Tabel 3 Werkzame beroepsbevolking PNH 2009 per sector naar opleidingsniveau (personen x 1.000) bron: SEO, i.o.v. Technocentrum/TOA NHN
De cijfers in tabel 4 leren ons dat het aandeel mbo opgeleiden in de traditioneel technische sectoren, met 47% in de bouw en 39% in de industrie, aanmerkelijk hoger ligt dan het gemiddelde. Tabel 5 laat zien dat het aandeel technisch mbo opgeleiden van het totaal opgeleiden 30% is. Kortom: de technisch opgeleiden vormen nog geen 20% van de totale beroepsbevolking, terwijl dit aandeel waar het gaat om mbo opgeleiden veel hoger ligt.
Tabel 4 Werkzame beroepsbevolking PNH 2009, per opleidingsniveau naar -richting (personen x 1.000) bron SEO. i.o.v. Technocentrum/TOA NHN
10
TECHNIEKPLAN NOORD-HOLLAND 2013-2016
1.1. Bètawetenschap en techniek in de Topsectoren in Noord-Holland
Agro&Food
HTSM
Life sciences
Logistiek
Water
Creatieve industrie
Energie
Chemie
Figuur 5 Gegevens Bureau Louter: geografische concentratie Topsectoren. Donker rood: meest aanwezig - Donker blauw: minst aanwezig. i.o.v. Technocentrum/TOA NHN
In totaal werken 306.000 mensen in de landelijk gedefinieerde Topsectoren in Noord-Holland. Technici vormen hiervan met in totaal ruim 143.000 een aandeel van 47%. High Tech Systems and Materials (HTSM), Logistiek, Food en agro en de Creatieve Industrie zijn ‘grootgebruikers‘ van bètawetenschappers en technisch
Energie
Totaal
Creatieve ind.
Chemie
Technisch
16.600
42.500
6.900
43.000
3.000
7.400
19.400
4.800
143.600
Economisch
13.300
15.500
7.200
24.000
1.100
3.600
31.000
3.000
98.700
Verzorgend
4.900
4.500
13.000
2.000
300
500
39.000
500
64.600
HTSM
Water
Logistiek
Life sciences
Food en agro
opgeleid personeel.
Tabel 6 Werkenden in de Topsectoren in NH verdeeld naar discipline. Bron: Bureau Louter. i.o.v. Technocentrum/TOA NHN
11
TECHNIEKPLAN NOORD-HOLLAND 2013-2016
Vmbo, mbo en de technische arbeidsmarkt in Noord-Holland De uitdaging De werkgeversorganisaties zien de noodzaak van een meer gezamenlijk geprogrammeerde actie om met de vmbo en mbo instellingen op met name mbo niveau 4 en hbo een grotere instroom te realiseren. Met uitzondering van de bouwnijverheid worden nu al juist op deze niveaus tekorten ervaren. Regionale prognoses wijzen uit dat het tekort aan op mbo-niveau 4 opgeleide werknemers oploopt terwijl de vraag naar niveau 2 voorlopig gelijk zal blijven. De directe effecten van de vergrijzing binnen de mkb bedrijven zijn goeddeels achter de rug. Een aantal grote bedrijven en het onderwijs zullen echter nog een belangrijk effect van de vergrijzingsgolf moeten verwerken. De vergrijzing heeft de komende jaren echter nog grote effecten op de samenstelling van de beroepsbevolking. Deze zal, met uitzondering van de stedelijke gebieden krimpen. De mobiliteit op de arbeidsmarkt zal hierdoor sterk afnemen en er zal een groter beroep worden gedaan op de schoolverlaters. Ze zullen niet alleen de krimp op de markt van vak volwassenen getalsmatig moeten compenseren, ze moeten ook nog op een hoger niveau zijn opgeleid en het liefst nog werkervaring meebrengen. Kortom: we moeten een nieuw evenwicht vinden in vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. En dat terwijl het aantal technisch mbo gediplomeerden daalt. Overigens doet deze daling zich de afgelopen jaren niet overal voor. Onderwijs en bedrijfsleven zijn in de regio in staat gebleken om met een goede gezamenlijke infrastructuur de deelname aan de BBL-2 opleidingen op een redelijk niveau te houden. De ambitie om de instroom in het technische mbo onderwijs de komende 3 jaar op 30% te krijgen is voor alle deelnemende partijen realistisch. Daarmee wordt een aansluiting bij de op 40% landelijk gestelde ambitie mogelijk.
Op tal van punten zijn de Metropoolregio Amsterdam en de regio boven het Noordzeekanaal complementair aan elkaar. De ‘doenerigheid‘ van de noordelijke regio tegenover het ontwerp, de ict, etc in het Amsterdamse gebied. Ook geldt dit voor de beroepsbevolking die in veel sub regio’s krimpt, maar in Amsterdam blijft groeien. Opvallend is verder dat, als we de landelijke vlekkenkaart bezien, in het gebied boven het Noordzeekanaal geen van de Topsectoren sterk aanwezig is. De Food en Agrisector lijkt de enige sector die zich hier onderscheidt. In dit beeld komt de sterk aanwezige maakindustrie niet naar voren omdat deze sector -op Tata Steel na- niet op een duidelijk afgebakende topsector is gericht. De regio doet als vierde provincie waar het gaat om de maakindustrie , echter niet onder voor het landelijk gemiddelde. Juist deze maakindustrie heeft veel verbindingen met de landelijk gedefinieerde Topsectoren en biedt op vele technische disciplines hoogstaande innovaties met een wereldwijd afzetgebied. In de Metropoolregio Amsterdam zijn de creatieve industrie, ICT en logistiek de uitschieters. Samengevat:
Het opleidingsniveau van de technisch opgeleide beroepsbevolking in de regio moet (mede door bijen nascholing) worden verhoogd om te voldoen aan de hogere opleidingseisen van de ‘harde‘ technische bedrijven; 12
TECHNIEKPLAN NOORD-HOLLAND 2013-2016
Jongeren in de steden moeten weer verbonden worden met techniek en technische opleidingen moeten meer worden verbonden met opkomende sectoren als ict en creatieve industrie.
In alle gevallen gaat het er om jongeren die nog niet hebben gekozen voor een beroep(-sopleiding) vanuit de technische bedrijven en opleidingen te ondersteunen bij het maken van hun keuze.
1.2. Betrokkenen bij een regionale aanpak Afbakening Bij het formuleren van een regionale aanpak gaat het als eerste om de vragen: over welke regio hebben we het, hoe is deze afgebakend, wie melden zich daarbinnen als belanghebbenden om vervolgens tot een gemeenschappelijke aanpak te kunnen komen. Voor veel partijen is de provinciegrens een goede afbakening. Op deze schaal is onderlinge afstemming wenselijk en mogelijk. Er is sprake van onderling overleg tussen de 5 ROC’s, het provinciebestuur neemt een coördinerende en initiërende rol, werkgevers hebben op dit niveau hun sectororganisaties ingericht en de grootste werkgeversorganisaties hebben onlangs de TechniekRaad Noord-Holland geïnitieerd. Samenwerking tussen bedrijfsleven en onderwijs wordt daarentegen voornamelijk georganiseerd op sub regionaal niveau: in de Kop van Noord-Holland, IJmond, Zaanstreek, West-Friesland, Amsterdam etc. (zie figuur 1). Op deze schaal is het ook zinvol om het werkingsgebied van het onderwijs te bezien: is er voor alle jongeren die talent hebben voor techniek een bereikbaar aanbod en voldoet dit ook aan de inhoudelijke en kwalitatieve eisen. Op het gebied van economische ontwikkeling en arbeidsmarkt worden weer andere grenzen getrokken. Er wordt een samenhang gedefinieerd in het gebied boven het Noordzeekanaal, waar de “regionale economie” zich duidelijk onderscheidt van de grootstedelijke ontwikkeling . De economische technische topclusters zijn energie, maakindustrie en agribusiness. De metropool regio Amsterdam heeft met de clusters ICT en Science, Food en flowers, Creatieve Industrie en Life Sciences een geheel eigen economische betekenis en is daarmee ook bepalend voor de provincie als geheel . De beide Kamers van Koophandel, provincie, Amsterdam Economic Board en natuurlijk de gemeenten spelen bij het benoemen en aanjagen van deze clusters een belangrijke rol. Bij de taakstelling van de clusters is het vergroten van het aanbod op de arbeidsmarkt alsmede de aansluiting van het onderwijs op de innovatiekracht van het bedrijfsleven een belangrijk onderdeel. Bij de RPA’s staat vaak eerder de aansluiting bij de ‘onderkant‘ van de arbeidsmarkt voorop. Bij veel partijen in Noord-Holland is het besef doorgedrongen dat vraag & aanbod op de technische arbeidsmarkt geen abstract vraagstuk vormen, maar hier en nu om een gezamenlijke, onderling afgestemde actie vragen zodat bedrijven goed kunnen blijven functioneren en jonge talenten zich goed kunnen ontwikkelen. Tenslotte wordt de technische bedrijvigheid gezien als voorwaarde voor een goede regionale economische ontwikkeling.
Eenduidig en vraaggericht Belanghebbende organisaties in Noord-Holland willen tot een gezamenlijk gedragen aanpak komen, juist om het langs elkaar heen werken en dubbelingen te voorkomen. Op dit ogenblik zijn veel partijen al actief met het opstellen van plannen voor de technische arbeidsmarkt. Dit geldt voor landelijke, maar zeker ook voor regionale organisaties. Vaak is dit ingegeven door veranderend overheidsbeleid: afschaffen van regelingen voor onder meer Technocentra, Ambitieprogramma’s etc en de nieuwe kaders die worden aangegeven vanuit het topsectorenbeleid, School aan zet, Techniektalent.nu etc. Voor de regio betekent dit dat naar een nieuwe 13
TECHNIEKPLAN NOORD-HOLLAND 2013-2016
inzet en samenhang moet worden gezocht: hoe behoud je de zinvolle en effectieve activiteiten waarvoor de financiering is weggevallen en hoe kan je verbeteringen en nieuwe samenhang aanbrengen in de regio terwijl tal van nieuwe initiatieven vanuit landelijke beleidskaders worden geparachuteerd. Iedereen zou willen dat er een duidelijke sturing komt. Om krachtiger te kunnen sturen vanuit de vraagkant hebben de technische werkgeversorganisaties , samen met de provincie en de Kamer van Koophandel de TechniekRaad Noord-Holland opgericht die zich onder meer als doel stelt de instroom in de technisch mbo opleidingen te vergroten. Al degenen die betrokken zijn bij de opstelling van dit plan zeggen: het moet gaan om een eenduidige aanpak, met minder initiatieven en organisaties en beter op de vraag van de arbeidsmarkt gericht.
Figuur 7 Subregio's in Noord-Holland
1.3. Hoofdlijnen voor een regionale aanpak voor meer technisch mbo gediplomeerde jongeren Dit plan is opgesteld in aansluiting op een proces dat de afgelopen periode in Noord-Holland in gang is gezet. Het georganiseerde bedrijfsleven (Koninklijke Metaalunie, FME-CWM, UNETO-VNI en Bouwend Nederland), de betrokken vmbo en mbo onderwijsinstellingen en de betrokken regionale en landelijke vinden elkaar in de opvatting dat de uitdaging in het technisch beroepsonderwijs niet is gelegen is steeds weer nieuwe projecten en initiatieven, maar in het versterken van en voortbouwen op het bestaande aanbod. Het zal de kunst zijn om er voor te zorgen dat alle jongeren in de provincie Noord-Holland die talent hebben voor techniek een aanbod te doen dat hierbij past en om alle regionale en landelijke initiatieven te brengen in het kader dat in dit hoofdlijnen plan wordt geschetst.
Deze hoofdlijnen zijn ontwikkeld op basis van een analyse van de huidige stand van zaken (zie bijlage). Aan de hand hiervan moet de komende drie jaar een structurele, eenduidige en samenhangende aanpak het verwachte groeiend tekort aan technische vakmensen terugdringen. 14
TECHNIEKPLAN NOORD-HOLLAND 2013-2016
De doelstelling van een instroom van 30% techniek in het mbo onderwijs moet hiermee de komende drie jaar worden gerealiseerd, om na 2015 uit te kunnen komen op 40%.
1.4. Aanpak op meerdere fronten
Steeds meer jongeren maken op latere leeftijd een beroepskeuze. Zij kunnen derhalve nog op tal van manieren hun talenten en ambities toetsen aan de loopbaanmogelijkheden in de techniek. Scholen en technische bedrijven moeten zich juist voor deze groep aantrekkelijker positioneren;
Tijdens de (beroeps-)opleidingen blijkt dat veel jongeren afhaken. Door een betere programmering van de keuzebegeleiding in het onderwijs en een goede aansluiting bij verschillende leerstijlen van jongeren moet deze uitval worden teruggedrongen;
De aantrekkelijkheid van beroepsopleidingen voor jongeren en bedrijven wordt vergroot door aansluiting bij moderne technieken en innovaties van producten en productietechnieken
1.5. Structuur aanbrengen op hoofdlijnen
In iedere sub regio wordt voor het vmbo een aanbod ontwikkeld dat tenminste bestaat uit: o
Een Vakmanschap route, waar iedere jongere die ‘met de handen leert‘ vanaf het basisonderwijs terecht kan ;
o
Een technologie route, die met een gericht aanbod van technische sectoren voorbereidt op het technisch mbo-4;
o
Een habo traject voor jongeren met de ambitie om vanuit de theoretische leerweg het technisch hbo in te stromen;
o
Techniek brede basispraktijkvoorzieningen die worden beheerd door vmbo scholen, ROC en bedrijfsleven gezamenlijk;
o
Een Technetkring van bedrijven die zorgdraagt voor een gestructureerd en inhoudelijk afgestemd praktijkgericht aanbod van oriëntatie, stages, excursies, gastlessen, e.d.
Iedere ROC regio beschikt over een praktijkcentrum of techniekportal dat wordt aangestuurd door en gezamenlijk geëxploiteerd wordt met het bedrijfsleven. Voorbeelden hiervan zijn te vinden in het Grand Design voor het beroepsonderwijs van het ROC van Amsterdam en in de reeds ontwikkelde concepten in Den Helder en Heerhugowaard onder de noemer TechniekCampus).;
Op provinciaal niveau formuleren de ROC’s een samenhangend aanbod van techniekopleidingen. Het bedrijfsleven draagt vanuit de bedrijvenclusters zorg voor: o
een goede inhoudelijke begeleiding en afstemming van de cluster gerelateerde opleidingen;
o
per cluster een Centrum voor Innovatief Vakmanschap. (ICT en Science, HTSM/Productieautomatisering, Creatieve Industrie, Energy, Duurzaam Bouwen, Food, flowers en agrisector, Rode Life Sciences);
Talent voor Techniek draagt in samenwerking met de Opleidingsbedrijven (Tetrix Bedrijfsopleidingen, Installatiewerk Noord-Holland, Goflex, Opleidingsbedrijven in de bouw en infratechniek) en Lerenwerken in de Techniek (samenwerkingsverband van industriële bedrijven) zorg voor een voor zowel vmbo als mbo passend oriënterend en beroepsgericht praktijkaanbod. Hierdoor moet de gezamenlijke aantrekkingskracht van bedrijven en onderwijs worden vergroot. Een TechniekAtlas voor Noord-Holland waarin de werkgelegenheid en het onderwijsaanbod is opgenomen kan hiertoe bijdragen; 15
TECHNIEKPLAN NOORD-HOLLAND 2013-2016
Investeer in versterking van het bestaande onderwijsaanbod. Steeds weer nieuwe, aanpalende initiatieven om antwoorden te formuleren op een gebrekkige aansluiting tussen vraag van de arbeidsmarkt en het onderwijsaanbod zijn niet succesvol gebleken. Het onderwijs moet zich openstellen voor innovaties binnen bedrijven, bedrijven moeten zich inspannen deze op het concrete niveau van het onderwijs aan jongeren in te brengen. Het geheel moet z’n neerslag krijgen in een samenhangend vmbo-techniek-aanbod via een Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen (RPO) .
16
TECHNIEKPLAN NOORD-HOLLAND 2013-2016
De partners bij een gezamenlijke aanpak
Onderwijs Het technisch beroepsonderwijs is op een aantal fronten in beweging. De vijf ROC’s in de provincie die techniekopleidingen aanbieden hebben een periodiek overleg voor onderlinge uitwisseling; Op sub regionaal bestaan samenwerkingsverbanden tussen vmbo scholen en ROC’s, vaak op basis van eerdere regionale arrangementen.
VMBO In 2011 haalden 13.284 jongeren een vmbo-diploma. 6.280 daarvan volgden de theoretische leerweg. Van de 7.004 leerlingen die de beroepsgerichte leerweg hadden afgelegd, hadden 1645 (24%) voor techniek gekozen. Het vmbo in Noord-Holland volgt de landelijke trend met een afname van de keuze voor beroepsgerichte opleidingen, de keuze wordt uitgesteld en het aantal jongeren dat kiest voor een vervolg in het havo groeit. Van de jongeren die in het vmbo wel een beroepsgerichte keuze maakten zet slechts 50-60% deze keuze voort in het mbo. In alle gevallen gaat het er dus om:
het keuzeproces bij jongeren goed te faciliteren;
het onderwijsaanbod zo dicht mogelijk aan te sluiten bij het talent van de leerlingen;
het arbeidsmarktperspectief zo helder mogelijk in beeld te brengen.
Onderwijstype Voortgezet
Gediplomeerden
Perc.
Onderwijs
2011
Totaal
Vmbo techniek
1.645
7%
Vmbo overig beroepsgericht
5.359
22%
Vmbo theoretische leerweg
6.280
25%
Vmbo totaal
13.284
53%
Havo totaal
6.186
25%
Vwo totaal Totaal Voortgezet ond.
5.408
22%
24.878
100%
Tabel 8 Gediplomeerde leerlingen in het Voortgezet Onderwijs bron: DUO, bewerking Technocentrum / TOA NHN
Ongeveer 3500 vmbo leerlingen kiezen voor een technische mbo opleiding. Blijkbaar is de keuze tijdens het vmbo niet de enige bepalende factor voor een latere technische beroepskeuze. 7 Vmbo scholen in Noord-Holland hanteren de formule van het Vak College. Samen met TechniekTalent zijn Technetkringen opgezet, soms op basis van bestaande samenwerkingsverbanden. Hoewel de aanpak nog te jong is kan worden vastgesteld dat deze voor veel jongeren een grotere aantrekkingskracht heeft. Scholen melden een grotere instroom in de technische opleidingen. Dit lijkt met name te komen door een grotere 17
TECHNIEKPLAN NOORD-HOLLAND 2013-2016
wervingskracht naar die kinderen die na de basisschool voor techniek kiezen. De Vakscholen bewijzen nu al hun bestaansrecht door voor jongeren met een meer op de praktijkgerichte leerstijl een onderwijsaanbod te doen. Of dit ook leidt tot het vergroten van het totaal aantal jongeren dat in het mbo voor techniek kiest is nog niet duidelijk. Talent voor Techniek heeft een aanbod van bedrijfsbezoeken, gastlessen, stages e.d. gestructureerd en bouwt samen met de Opleidingsbedrijven en een groot aantal afzonderlijke bedrijven een complete praktijkgerichte invulling op ten behoeve van het technisch vmbo.
De deelname van meisjes in het technisch vmbo is bedroevend laag. Initiatieven die op dit terrein worden genomen door scholen, bedrijven en het landelijk expertisecentrum VHTO wijzen echter op goede mogelijkheden om het technisch talent van meisjes, technisch beroepsonderwijs en bedrijfsleven dichter bij elkaar te brengen. De Stoere Meidendag van het Petrus Canisius College bijvoorbeeld leidt in Alkmaar tot een grotere inschrijving van meisjes in het Vak College. Noord-Holland kent ook de grootst aantal deelnemende bedrijven aan Girlsday.
Afspraken op subregionaal niveau. Voorbeelden Zaanstreek en Waterland. Afspraken in Haarlemmermeer
MBO Van de 365.000 werknemers met een mbo 2-4 diploma heeft 29% een technische opleiding. Van de 13.700 mbo 2-4 gediplomeerde schoolverlaters had in 2011 23% een technische opleiding, waarvan 1.180 met een diploma op niveau-4. Het aandeel meisjes van de leerlingen die in vmbo of mbo voor techniek kiezen is nog geen 5%. Opvallend is het verschil in leerlingen van het technisch vmbo (1645) en technisch mbo (4300). Op het niveau van de BBL opleidingen is de samenwerking met het bedrijfsleven succesvol. Bedrijfsscholen en Opleidingsbedrijven hebben hier een belangrijke functie in. Op een aantal specifieke vakgebieden worden afzonderlijke initiatieven genomen (AOT, procestechniek, House of food etc) waarvan het succes wisselend is. Het aantal leerlingen binnen de technische opleidingen van de ROC’s is de afgelopen jaren over het algemeen teruggelopen. Voor een deel is dit te wijten aan demografische ontwikkelingen. Bij de bouwopleidingen is de vermindering van het aantal leerlingen het sterkst, met name in de BBL opleidingen Ook in de overige clusters in Techniek speelt de recessie een rol. BBL leerlingen worden in de loop van het cursusjaar ontslagen vanwege de recessie en kunnen dan geen nieuwe werkgever meer vinden Unit Techniek & ICT Academie van het NOVA College bijvoorbeeld, is in 2011 gestopt met de Lerend Werkend Trajecten. De lopende leerlingen zijn afgerond in 2011 en er zijn geen nieuwe leerlingen meer aangenomen, mede te wijten aan de economische crisis. Ook wordt waargenomen dat leerlingen sneller van opleiding switchen als zij het niet naar hun zin hebben.
Techniek
Totaal gediplomeerden
Techniek/ totaal
gediplomeerden niveau 18
TECHNIEKPLAN NOORD-HOLLAND 2013-2016
2,3 en 4 Regio College
607
1.616
38%
1.866
7.729
24%
NOVA College
791
3.378
23%
ROC Kop van NH
223
859
26%
Horizon College
813
3.182
26%
4.300
16.763
26%
ROC van Amsterdam
Tabel 9 mbo gediplomeerden techniek t.o.v. totaal (bron: DUO bewerkt door Technocentrum / TOA NHN)
Totaal mbo leerlingen alle sectoren 2,3,4
16.763
Totaal mbo leerlingen alle sectoren bbl 3 en 4 Totaal schoolverlaters
3.139 13.624
Tabel 10 Gediplomeerde mbo schoolverlaters (bron DUO bewerkt door Technocentrum / TOA NHN)
Totaal mbo leerlingen techniek 2,3,4
4.152
Totaal mbo leerlingen techniek bbl 3 en 4
1.002
Totaal schoolverlaters mbo techniek
3.150
Totaal schoolverlaters mbo niveau 4
1.178
Tabel 11 gediplomeerde technisch mbo schoolverlaters
De tabellen 10 en 11 laten zien dat, om de uitstroomcijfers goed te kunnen beoordelen, er een correctie nodig is op de cijfers. De leerlingen in de BBL 3 en 4 opleidingen kunnen immers niet aangemerkt worden als schoolverlaters en hebben hiervoor al een diploma niveau 2 behaald. Deze leerlingen meetellen als schoolverlaters geeft derhalve een vertekend beeld. Tabel 10 levert dan ook de werkelijke stand van zaken van het aantal technisch mbo gediplomeerde schoolverlaters.
Figuur 12 Bureau Louter i.o.v. Technocentrum NHN Aandeel technisch opgeleiden van beroepsbevolking per regio per opleidingsniveau .Donker rood: grote vertegenwoordiging – Donker blauw: ondervertegenwoordiging
. Analyse van Bureau Louter maakt duidelijk dat het aandeel van achtereenvolgens technisch vmbo, mbo, hbo en wo opgeleiden van de bevolking verschilt per regio. In Noord-Holland Noord zijn de (v)mbo opgeleiden sterker vertegenwoordigd, terwijl in zuidelijk Noord-Holland de beroepsbevolking hoger is opgeleid en techniek sterk ondervertegenwoordigd is.
19
TECHNIEKPLAN NOORD-HOLLAND 2013-2016
Dit overzicht, gecombineerd met de cijfers in tabel 13, geeft aan hoe de samenstelling van de beroepsbevolking per sub regio verschilt, maar ook hoe onderling afhankelijk de regio’s van elkaar zijn. Meer dan de helft van het aantal leerplaatsen in Amsterdam wordt bezet door jongeren die buiten Amsterdam wonen.
Tabel 13 mobiliteit bbl-ers in de techniek (bron Arbeidsmarktmonitor Provincie Noord-Holland)
1.6. Bedrijfsleven en overheid. Bedrijfsleven en overheden organiseren zich op verschillende niveaus door het bundelen van krachten. Rijksoverheid, Provincie, Kamers van Koophandel en gemeenten spelen met name bij de regionale clustervorming een belangrijke faciliterende rol. Daarnaast, helaas nog al te vaak met een stevige scheidslijn, functioneren de technische sectororganisaties. Vanuit welke invalshoek dan ook bezien wordt onderstreept dat voor een goede aansluiting tussen de vraag van de arbeidsmarkt en het aanbod van het onderwijs een goede brede basis voor samenwerking aanwezig moet zijn en dat met name in het hogere segment er een constante inspanning moet worden verricht om de verbinding te leggen tussen de inhoud van het onderwijs en de technologische innovaties binnen de bedrijven.
Op landelijk niveau zijn het de ministeries van OCW, EL&I en Sociale Zaken die samen met het Platform Betatechniek en de Topsectoren ontwikkelingen willen sturen en faciliteren;
Techniektalent.nu neemt als samenwerkingsverband van een belangrijk deel van de technische opleidingsfondsen initiatieven tot regionale activiteiten: TechNet kringen, techniekcoaches en andere initiatieven van basisonderwijs t/m hoger onderwijs;
Gemeenten, Kamers van Koophandel, Amsterdam Economic Board en Provincie Noord-Holland spelen een faciliterende rol bij het vormen van economische (top)clusters.
Met de TechniekRaad Noord-Holland i.o nemen de Koninklijke Metaalunie, FME-CWM, UNETO-VNI en Bouwend Nederland onder voorzitterschap van de provincie Noord-Holland de sturing op 20
TECHNIEKPLAN NOORD-HOLLAND 2013-2016
onderwijs & arbeidsmarkt actief ter hand. De TechniekRaad wil de verbinding leggen tussen de eigen, meer traditioneel ingerichte sectorbenadering, de landelijk benoemde topsectoren en de regionale economische clusters;
Technisch Opleidingsfondsen Overleg. De regiomanagers van de landelijke opleidingsfondsen (exclusief bouw) stemmen in dit overleg de regionale activiteiten af. Hiermee wordt gestreefd naar de meest optimale inzet van de (financiële) middelen.
Opleidingsbedrijven, Lerenenwerken in de Techniek, First in food. Voor de traditioneel technische sectoren bestaat een hecht netwerk van branche gerelateerde opleidingsbedrijven. Zij zijn in staat gebleken om samen met de roc’s de aantrekkingskracht op jongeren op peil te houden. Bovendien heeft onderzoek uitgewezen dat het slagingspercentage bij de inzet van de opleidingsbedrijven groter is dan bij het opleiden door afzonderlijke bedrijven. Ook de opleidingsbedrijven zijn inmiddels op Noord-Hollands niveau georganiseerd. Tetrix Bedrijfsopleidingen en Installatiewerk zijn NoordHollandse organisaties en de Opleidingsbedrijven in de bouw hebben een afstemmingsoverleg op Noord-Hollands niveau. Alle Opleidingsbedrijven tezamen hebben zich georganiseerd in het NoordHollandse Talent voor Techniek;
Talent voor Techniek wordt bestuurd door de samenwerkende Opleidingsbedrijven in Noord-Holland. De TechniekRaad vormt de Raad van Advies. Talent voor Techniek heeft vanaf de oprichting in 2009 en in aanvang in de regio Noord-Holland-Noord een belangrijke rol gespeeld bij initiatieven om samen met de gemeenten, UWV en bedrijven zoveel mogelijk leerwerkplaatsen te creëren;
Regionale Platforms Arbeidsmarkt en Platforms Onderwijs Arbeidsmarkt;
Maakindustrie, Metalektro Platforms, UMA
Beroepenvelcommissie (hbo Inholland) en beroepsadviescommisies (roc’s)
Landelijke Kenniscentra (Kenteq, Fundeon, PMLF, Innovam etc.) Diverse regionale sector gebonden initiatieven (OBM, Servicepunt Techniek, LPI’s, RBPI)
21