Talenknobbel of taalachterstand?

Talenknobbel of taalachterstand?

Plusboek Een extra taalboek met uitdagende lesstof voor taalbegaafde kinderen.

Woordenschat extra Een extra pakket voor kinderen met een beperkte woordenschat.

Speciale spellingbegeleiding

EXTR

EN

MAT

AÌ

Ì

Een map met extra instructie en oefenmateriaal voor spellingzwakke kinderen.

ERlAL

INFORMATIEBROCHURETaal actief

Plusboek, woordenschat extra, speciale spellingbegeleiding | Groep 4 tot en met 8

ISBN 978 90 345 3724 9

9 789034 537249

505295

549511

lnhoud Extra materialen • Voor taalbegaafde en taalzwakke kinderen

2

Plusboek • Waarom het plusboek?

4

• Een bronnenpagina

6

• De eindopdracht

8

Woordenschat extra • Waarom woordenschat extra?

10

• Een les uit het werkboek

12

Speciale spellingbegeleiding • Waarom speciale spellingbegeleiding?

14

lnformatie

EXTR

EN

MAT

AÌ

Ì

• Meer weten over extra materialen Taal actief? 16

ERlAL

Extra materialen Voor taalbegaafde en taalzwakke kinderen Taal actief is al jaren de meest gebruikte methode voor taal, spelling en woordenschat in het basisonderwijs. De methode geeft u de zekerheid van optimale leerresultaten, heeft een duidelijke structuur en differentieert standaard vanaf dag één op drie niveaus. Maar er is meer. Speciaal voor taalzwakke of juist taalbegaafde leerlingen heeft Taal actief drie waardevolle extra’s: het plusboek, het pakket woordenschat extra en de map speciale spellingbegeleiding. De extra’s zijn moeiteloos naast de basismethode te gebruiken. Zo geeft u elk kind écht onderwijs op maat.

Plusboek Het plusboek is een extra taalboek voor taalbegaafde kinderen. Deze kinderen hebben behoefte aan taalonderwijs op een hoger niveau. Het plusboek sluit aan bij de thema’s van Taal actief, maar bevat 96 extra woorden per leerjaar en uitdagende opdrachten die verder gaan dan de verrijkingsstof in het basismateriaal van de methode. Aan de hand van observaties, resultaten en de plustoets kunt u als leerkracht eenvoudig bepalen welke kinderen in aanmerking komen voor het plusboek. De kinderen gaan aan de slag met het plusboek tijdens het onderdeel zelfstandig werken van de lessen taal verkennen. Werken met het plusboek kost dus geen extra lestijd. Het pakket bestaat uit een taalboek (het plusboek) en een handleiding katern per leerjaar.

Woordenschat extra Taal actief besteedt in het basisprogramma al veel aandacht aan woordenschat. Voor de meeste kinderen is dat voldoende. Maar speciaal voor kinderen die uitvallen op woordenschat is er een aparte woordenschatlijn: het pakket woordenschat extra. Dit pakket beslaat circa 2 x 30 minuten per week. Woordenschat extra behandelt 480 extra woorden per leerjaar, in totaal 2400 woorden van groep 4 t/m 8. Daarmee helpt u taalzwakke of anderstalige kinderen om hun achterstand in te lopen. Woordenschat extra volgt de bekende methodiek ‘Met woorden in de weer’. De aangeboden woorden zijn afgestemd op het niveau van taalzwakke kinderen. Het pakket bestaat uit een handleiding, werkboek en filmpjes voor op het digibord. U kunt ook kiezen voor oefensoftware voor op de pc.

2 • lnformatiebrochure Taal actief - Extra materialen


De map speciale spellingbegeleiding biedt twee

Als kinderen een bepaalde spellingcategorie of

leerroutes:

het hele spellingaanbod op het minimumniveau

1 Pre-teachingsroute: voor kinderen die extra

van Taal actief onvoldoende beheersen,

instructie en oefenmateriaal nodig hebben om het

kunt u gebruikmaken van de map speciale

reguliere programma te kunnen volgen.

spellingbegeleiding. Deze map sluit aan op de

2 Individuele leerroute: voor kinderen voor wie het ondanks extra instructie en

didactiek van Taal actief en volgt de lijn van het

minimumniveau

reguliere lesprogramma.

inoefening nog te hoog is.

lnformatiebrochure Taal actief - Extra materialen • 3

Plusboek Waarom het plusboek? In bijna elke groep zitten meer- of hoogbegaafde kinderen die erg goed in taal zijn. Voor deze taalbegaafde kinderen is het plusboek bedoeld. Zij hebben niet alle oefenstof uit het basisprogramma nodig en worden onvoldoende uitgedaagd op het verrijkingsniveau. In het plusboek krijgen zij uitdagende, vervangende leerstof voor taal op hun eigen niveau.

lnhoud & didactiek Het plusboek bevat vervangende stof voor het domein taal verkennen in het basisprogramma van Taal actief. De leerstof gaat verder dan de basisstof, maar haalt geen leerstof naar voren. Aan het begin van elk thema staan betekenisvolle, realistische bronnen en een woordenlijst die de kinderen raadplegen tijdens het werken aan de opdrachten. De opdrachten in het plusboek hebben meestal een uitdagend en open karakter. De kinderen die werken met het plusboek verdiepen

Organisatie: makkelijk integreren in het basisprogramma

zich de eerste drie weken in het thema, doen

Het programma voor taalbegaafde kinderen is

de vierde week bij het maken van een eindproduct.

geïntegreerd in het basisprogramma van Taal

Aan het eind van het thema presenteren ze hun

actief. Het plusboek volgt de thema’s van het

eindproduct.

vaardigheden op en gebruiken die vaardigheden in

basisprogramma, alleen zijn deze op een meer taalkundige of letterkundige manier uitgewerkt. Elk thema in het plusboek telt, net zoals het basismateriaal, vier lesweken met telkens een eigen lesdoel per week. Voor de kinderen die werken met het plusboek begint elke lesweek met een korte instructie. Tijdens de lessen taal

Opbouw van de lesdoelen in een thema

Week 1: les 1

Week 2: les 2

Week 3: les 3a en les 3b

Week 4: eindopdracht

Hoe zit dat?

Hoe zit dat?

3a Hoe doe ik dat? 3b Hoe doen wij dat? (samenwerkingsopdrachten)

Zo doe ik dat!

verkennen op dinsdag en donderdag werken de kinderen zelfstandig met het plusboek, terwijl de andere kinderen met het basisprogramma bezig zijn. De lessen van de andere Taal actiefdomeinen (spreken & luisteren, schrijven, spelling, woordenschat) volgen de taalbegaafde

Weet wat je leert

kinderen met de rest van de klas.

Het is belangrijk dat kinderen weten wat ze leren. Het lesdoel wordt iedere les op een instapkaart (‘Dit ga je leren’) met een toelichting (‘Dit moet je weten’) in het plusboek afgebeeld. Dit behandelt u tijdens de instructie.


Wie komt in aanmerking? Als leerkracht kunt u zelf bepalen welke kinderen in aanmerking komen voor het werken met het

Taalbegaafde kinderen en u

plusboek. De basis hiervoor zijn eigen observaties,

Taalbegaafde kinderen denken anders,

de resultaten van het schriftelijk werk en de speciale

leren anders en beleven anders. Ze zijn

plustoets. In de handleiding van het basismateriaal

leergierig, werken taakgericht en bedenken

staan de toetsnormen van de plustoets, zodat u een

creatieve oplossingen. Ze willen weten

goede richtlijn heeft.

waarom ze iets leren, maar zijn zich vaak niet bewust van strategiegebruik. Alles

Materialen

gaat immers vanzelf. Als leerkracht heeft

Elke kind dat het plusprogramma volgt, krijgt een rijk

u vooral een begeleidende rol in plaats

geïllustreerd plusboek per leerjaar. Voor de leerkracht

van een instruerende rol. U loopt rond,

is er per leerjaar een overzichtelijke handleiding. De

toont belangstelling voor het werk, geeft

bladzijden uit het plusboek staan in de handleiding

aanwijzingen en moedigt de kinderen

afgebeeld met de didactische en organisa-torische

aan. In de handleiding staan duidelijke

aanwijzingen eromheen. Zo ziet u alles in één oog-

aanwijzingen hoe u deze rol kunt invullen.

opslag en heeft u maar weinig oorbereidingstijd nodig.

Diitt ga je dit thema leren D

l t dat in reclame tekst en beeld JJe leer wer vend zijn. Je leer t hoe je een wer vende poster kunt maken.

Op de eerste instapkaart van ieder thema staan het overkoepelende themadoel en de eindopdracht, zodat de kinderen weten hoe ze de aangeleerde kennis en vaardigheden gaan toepassen.


Voorbeeldpagina’s - Plusboek Een bronnenpagina Groep 4a, plusboek

Het gebruik van het

th e m a 8

plusboek is optioneel.

we ek 1 Dit ga je dit thema leren

reclametaal

Voor wie?

Je leert dat in reclame tekst en beeld wervend zijn. Je leert hoe je een wervende poster kunt maken.

Het plusboek biedt taalbegaafde kin-

A

deren uitdagende lesstof voor taal.

1

2

3

4

Inhoud Een thema bestaat uit 4 weekopdrachten en start met een bronnenpagina. Hierop staan de benodigde bronnen voor de opdrachten en de thema-overstijgende doelen.

2

M12153_TA4_Plusboek_T8.indd 2-3


Thema’s

themawoorden

B

Met Keilekker kun je worden wat je wilt!! C

De thema’s sluiten

dramatisch Iets dat heel erg is. een foto zegt meer dan duizend woorden (uitdrukking) Op een foto zie je meer dan je kunt uitleggen in woorden. het oog wil ook wat (uitdrukking) Mensen kijken graag naar leuke of mooie dingen. in één oogopslag (uitdrukking) Iets meteen zien het logo De afbeelding waaraan je een winkel, fabriek of school kunt herkennen. de middenstander Iemand met een klein bedrijf, bijvoorbeeld een winkelier. het product Iets wat gemaakt is om te verkopen. de sfeer Een gevoel dat mensen bij een plaatje, een foto of een gebeurtenis hebben. de slagzin Een mooi bedachte of grappige zin, vaak op rijm, waarmee reclame voor iets wordt gemaakt. voor zich spreken Als er geen uitleg nodig is. De foto’s spreken voor zich. werven Mensen overhalen om iets van je te kopen of om ergens lid van te worden. de woordspeling Een grapje met woorden.

aan op het basisprogramma en zijn op een taal- en/of letterkundige manier uitgewerkt. Organisatie De kinderen die aan de slag gaan met het plusboek doen dit in de tijd voor zelfstandig werken tijdens de lessen taal verkennen.

3

01-11-11 14:47


Voorbeeldpagina’s - Plusboek De eindopdracht Groep 4a, plusboek

Lesdoel De kinderen passen in deze laatste

th em a 8 les 4

les hun kennis en

w ee k 4

1 Verkennen a Kijk naar de poster over de avondvierdaagse. Welk gevoel krijg je? Schrijf minstens twee dingen op waardoor je dit gevoel krijgt.

vaardigheden uit de vorige lessen toe in een eindopdracht.

b Wat maakt deze poster wervend? Denk aan: rijm - woordspeling - overdrijving plaatjes - logo - sfeer

2 Voorbereiden a Je gaat een poster maken om nieuwe leerlingen te werven voor jouw school.

dat?? dat? ikit dat! zi doe zit ZoHoe Dit ga je doen Je gaat een poster met beeld en tekst maken om nieuwe leerlingen voor je school te werven. Dit moet je weten Je gebruikt wat je in de vorige lessen geleerd hebt. Dit heb je nodig • kladblaadje • schaar • stiften • groot vel papier

b Bedenk eerst wat er op de poster komt. Gebruik de werkhulp of bedenk zelf een stappenplan.

3 Uitvoeren Pak een tekenblad en maak de poster. 4 Nakijken Bekijk je poster. Is hij wervend genoeg? Wil je nog iets verbeteren? Doe dat! 5 Presenteren Hang de poster op en laat hem zien aan je groep. Vertel hoe je hem wervend hebt gemaakt. Waardoor zal jouw poster nieuwe leerlingen aantrekken?

112 122

M12153_TA4_Plusboek_T8.indd 4 12


17-1-11 18-1-11 11:13 11:14

Werkhulp De voorbereiding bij zo’n grote opdracht w erkh ulp

is erg belangrijk. De kinderen kunnen

1 Wat is er speciaal aan jouw school?

daarvoor de werkhulp gebruiken, maar

2 Hoe maak je de tekst wervend? Met rijm, woordspeling, overdrijving, veel of weinig tekst?

mogen ook zelf een stappenplan

3 Welke sfeer moet de poster oproepen? Maak een woordspin.

bedenken.

4 Welk beeld heb je nodig? Hoe ga je dat beeld maken: tekenen, knippen en plakken?

Reﬂectie Tijdens de reflectie

5 Waar komt het beeld en waar de tekst? Maak een schets.

beoordelen de

?

kinderen hun werk. Heb je een werve nde poster gemaak t? Schrijf bij elke let ter een cijfer op. ja = 2 een beetje = 1 nee = 0

Ook de andere kinderen in de klas mogen het eind-

a Ik heb werve nde taal gebruikt. b Ik heb werve nd beeld gebruikt. c Het beeld en de tekst passen goe d bij elkaar. d Ik kan in één woord de sfeer bes chrijven. e Met deze po ster lukt het om n eu ni nie uw wee leerlingen te we rven.

product beoordelen. Deze beoordelingen vormen samen met uw eigen oordeel de basis voor het

13

eindoordeel. Dit wordt met de kinderen

M12153_TA4_Plusboek_T8.indd 13 5

17-1-11 11:13 11:12

besproken.


Woordenschat extra Waarom woordenschat extra? Veel taalzwakke of anderstalige kinderen hebben een achterstand in woordenschat. Dat is een probleem, omdat woorden de bouwstenen van mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid zijn. Met het pakket woordenschat extra helpt u de kinderen om die achterstand in te lopen. Het pakket biedt 2400 extra woorden aan, bovenop de ruim 2000 woorden in het basisprogramma van Taal actief.

Didactiek Woordenschat extra is ontwikkeld in samenwerking met woordenschatdeskundigen Marianne Verhallen en Dirkje van den Nulft. Het pakket volgt hun succesvolle methodiek ‘Met woorden in de weer’. De woorden worden nooit los aangeboden, maar staan steeds in een betekenisvolle context: leuke voorleesverhalen die bij de thema’s van Taal actief passen.

Per thema 60 nieuwe woorden Het basisprogramma van Taal actief is ingedeeld in 8 thema’s per jaar. Elk thema duurt 4 weken. Woordenschat extra sluit hierop aan. Per thema zijn er drie voorleesverhalen. Elk verhaal wordt tweemaal per week gepresenteerd en bevat 20 nieuwe woorden, waarmee de kinderen zelfstandig gaan oefenen. Per leerjaar biedt het pakket 480 nieuwe woorden aan. In totaal zijn dat 2400 extra woorden in de periode van groep 4 t/m 8.

de landing de vlucht het vertrek

het bonnetje

de prijs


het totaal

de korting

€ € € 2002 EKP EKT EZB ECB O BCE

Organisatie Voorleesverhaal 1 Zelfstandig oefenen

10 min 20 min

Herhaling voorleesverhaal 1 Zelfstandig oefenen

10 min 20 min

Voorleesverhaal 2 Zelfstandig oefenen

10 min 20 min

Week 1

Week 2

Week 3

Week 4

Ook in het vervolg van de les heeft u verschillende


10 min 20 min

Voorleesverhaal 3 Zelfstandig oefenen

10 min 20 min

keuzes: oefenen in het werkboek, oefenen op de pc of beide. In het werkboek staan meestal voorgestructureerde antwoorden, zodat de kinderen niet veel tijd kwijt zijn aan het schrijven. Ze kunnen vervolgens zelf met het antwoordenboek hun


10 min 20 min

consolidatieoefeningen met een wat vrijer karakter,

Woordspel

30 min

Motiverende materialen

werk controleren. Het werkboek bevat ook extra die u naar eigen inzicht kunt gebruiken.

In de filmpjes voor het digibord of pc wordt het verhaal door een voice-over voorgelezen en worden

Vrijheid in organisatie

moeilijke woorden uitgelegd en uitgebeeld. De

U kunt de tijd voor woordenschat extra zelf in uw

filmpjes motiveren de kinderen om vervolgens in

lesorganisatie inplannen voor de kinderen die het

het werkboek en/of met de oefensoftware op de

nodig hebben. Veel scholen nemen woordenschat

computer aan de slag te gaan. Maar u kunt ook

extra zelfs standaard voor de hele klas op in

zelf een verhaal voorlezen en woorden uitleggen,

hun lesorganisatie. Verder kunt u de les precies

want ook dat is leuk. Alles staat in het teken van

uitvoeren zoals u het graag wilt. Zo kunt u het

motivatie. Als kinderen écht willen, dan kunnen

voorleesverhaal presenteren met een filmpje op het

ze heel veel. Voor uzelf heeft woordenschat extra

digibord, waarin de woorden worden uitgebeeld.

een overzichtelijke handleiding. Daarin staan alle

Maar u kunt het verhaal ook zelf voorlezen of u laat

verhalen en didactische aanwijzingen, suggesties en

de kinderen het verhaal bekijken op de computer.

tips voor de les.


Voorbeeldpagina’s - Woordenschat Een les uit het werkboek Groep 5a, werkboek

Voor wie? Woordenschat extra biedt taalzwakke of

! C

E C

1 Welk woord hoort bij welk plaatje? Trek een lijn.

anderstalige kinderen een mogelijkheid hun achterstand in te lopen. Inhoud Een thema bestaat uit 4 lesweken. Een week bevat 2 lessen. In week 1 t/m 3 worden in elke les 10 woorden geoefend. De oefeningen staan naast de betreffende 10 woorden. Een deel van de 10 woorden is ook weergegeven in een woordcluster. In week 4 oefenen ze alle woorden uit dat thema via een woordspel.

golven Water dat op en neer beweegt.

ijskoud

het is geen pretje Het is niet leuk. in je blootje Als je in je blootje bent, heb je geen kleren aan.

languit

klotsen Het geluid dat water maakt als het op en neer beweegt.

het zweet

languit Als je languit valt, val je helemaal op de grond.

snikheet

lauw Een beetje warm. snikheet Heel heet.

zo rood als een kreeft

ijskoud Heel koud. zo rood als een kreeft Heel erg rood.

2 Is het waar of niet waar? Kleur het goede antwoord.

het zweet Druppels die door de huid naar buiten komen als je het warm hebt.

niet waar waar

x

Je zegt "Het is geen pretje" als je iets leuk vindt.

Als water golft, gaat het op en neer.

Als je in je blootje bent, heb je geen kleren aan.

Als water helemaal stil ligt, klotst het.

Lauw is niet heet en niet koud.

snikheet heet lauw koud ijskoud

2


extra Organisatie De kinderen

C

3 Zet het goede nummer voor de zin.

filmpje op het

De eerste zin krijgt nummer 1. De laatste zin krijgt nummer 5.

3 ...

Dan begint de vlucht. We staan klaar voor het vertrek met het vliegtuig.

...

We maken een landing. We zijn er!

...

Eerst maken we de gespen van de riemen vast.

...

Als we er bijna zijn, begint de daling.

niksen

korrel

klein, rond

korrel

niksen Niks doen.

grappig

vebeeld. Daarna gaan de kinderen de woorden consolideren via het werkboek en/of het digi-oefenen. Extra zo mogelijk ook een wat vrijere

het vertrek Bij een vertrek gaat er iemand weg.

veel werk

ook uitgelegd en

Elke lesweek bevat

petsen Slaan.

lui, niks doen

wordt voorgelezen

week worden hierin

lollig Grappig. Je moet erom lachen.

slaan

waarin het verhaal

woorden van die

de landing Het landen, het op de grond neerkomen van een vliegtuig.

petsen

digibord of de pc

en vebeeld. De 20

de gesp Het ding waarmee je een riem dichtmaakt.

de korrel Een klein, rond, hard ding. Bijvoorbeeld een korrel zand.

lollig

het is een hele klus

de daling Als een vliegtuig steeds lager gaat vliegen is dat de daling.

het is een hele klus Het is veel werk.

4 Welke woorden horen bij elkaar? Kies uit:

starten met een

de vlucht Het vliegen.

opdracht. Doel is om de kinderen samen of alleen te laten nadenken (zo mogelijk in overleg met elkaar) over

"

bepaalde aan-

Je bent op het strand. Het is mooi weer. Kies om de beurt een woord uit de hele les dat hierbij past. Vertel waarom het past. Bijvoorbeeld: De korrel past erbij, want op het strand liggen korrels zand.

geleerde woorden.

de landing de vlucht het vertrek

3


Spellingmap Waarom speciale spellingbegeleiding? Spellingzwakke kinderen en kinderen met dyslexie hebben extra instructie en oefening bij spelling nodig. Voor hen is de map speciale spellingbegeleiding. Met de map kunt u kinderen begeleiden voor wie het spellingaanbod op het minimumniveau van Taal actief (niveau ) te moeilijk is.

Stijgende lijn De map speciale spellingbegeleiding is bedoeld om kinderen extra te begeleiden en te laten oefenen, zodat zij op het minimumniveau

met Taal actief

verder kunnen en uiteindelijk de spellingwoorden van het basisniveau

beheersen. Als dit niet lukt

biedt de map ook materialen om een individuele leerroute te ontwerpen. Het belangrijkste van beide routes is dat alle kinderen een stijgende lijn in hun spellingontwikkeling laten zien. Er is een map speciale spellingbegeleiding voor elke jaargroep. Het aanbod sluit aan bij de leerdoelen van de thema’s uit het basisprogramma van Taal actief en bij de werkwijze van het Protocol Leesproblemen en Dyslexie.

Voortgang in kaart De map biedt per leerjaar verschillende middelen om het beginniveau, de spellingwijze en de voortgang van kinderen goed in kaart te brengen. Zo is er een overdrachtsformulier van het ene naar het volgende leerjaar en een uitgebreid observatie- en analyseformulier. Hiermee kunt u de juiste leerroute bepalen en een handelingsplan opstellen.


Er wordt ook rekening gehouden met toetsgegevens

van begrippen. De map speciale spellingbegeleiding

die buiten Taal actief zijn verkregen, bijvoorbeeld

volgt de lijn van het reguliere lesprogramma van

met onderzoeksinstrumenten die in het Protocol

Taal actief. De stapsgewijze pre-teachinginstructie

Leesproblemen en Dyslexie worden genoemd.

gaat dus ook uit van het IGDI-model en start altijd met het benoemen van de spellingcategorie met

Twee leerroutes

bijbehorende strategie en het hardop denkend

Met de map speciale spellingbegeleiding heeft u

voordoen (modeling).

de keuze uit twee routes. Pre-teachingroute In deze route geeft u de kinderen stapsgewijze pre-instructies voor elke instructieles en extra .

oefenmateriaal tot aan het minimumniveau Na deze extra instructie en oefening volgen de

kinderen het reguliere spellingprogramma. De preteachingroute gaat uitgebreid in op leerstof waar in de reguliere verlengde instructie geen tijd voor is. Zo worden de deelvaardigheden bij elk spellingprobleem uitvoerig behandeld. Individuele leerroute In deze route krijgen de kinderen deels pre-

● en deels vervangende lessen. De instructies sch

kinderen volgen dus niet altijd het reguliere

● Hierdoor kunnen zij meer tijd programma.

r

i

f

t

besteden aan spellingvoorwaarden en moeilijke

● spellingcategorieën. Dit betekent wel dat deze kinderen het basisniveau

niet volledig zullen

halen.● Wel wordt gestreefd naar beheersing op minimumniveau

■

.

Didactiek

■ Spellingzwakke kinderen hebben behoefte aan een eenduidige uitleg en een consequente aanduiding

■ ■


lnformatie Meer weten over extra materialen Taal actief? Bent u overtuigd van de extra’s van Taal actief of wilt u er nog meer over weten? De specialisten van Malmberg helpen u graag met al uw vragen. Maar ook bieden zij ondersteuning als u met de extra’s op uw school start.

lnternet Eerst nog wat meer ‘snuffelen’? Op www.taalactief.nl vindt u meer informatie over Taal actief.

Bestellen en prijzen Voor meer informatie over prijzen en bestellingen

Zichtzending

kunt u contact opnemen met uw schoolleverancier

Vraag gratis een zichtzending aan van het totale

of met de afdeling Klantenservice van Malmberg op

Taal actief pakket. U kunt de materialen geheel

telefoonnummer (073) 628 87 22.

vrijblijvend 4 maanden op uw school bekijken.

Telefoon De Malmberg-voorlichters hebben ruime ervaring in het onderwijs en beantwoorden graag uw vragen. U kunt ze rechtstreeks bellen op (073) 628 87 22 of mailen naar [email protected]

erkwoord in. durft hoeven erven schrijven

Uitgeverij Malmberg Magistratenlaan 138

rf

Postbus 233 5201 AE ’s-Hertogenbosch


Talenknobbel of taalachterstand?

Plusboek Een extra taalboek met uitdagende lesstof voor taalbegaafde kinderen.

Woordenschat extra Een extra pakket voor kinderen met een beperkte woordenschat.


EXTR

EN

MAT

AÌ

Ì

Een map met extra instructie en oefenmateriaal voor spellingzwakke kinderen.

ERlAL

INFORMATIEBROCHURETaal actief

Plusboek, woordenschat extra, speciale spellingbegeleiding | Groep 4 tot en met 8

ISBN 978 90 345 3724 9

9 789034 537249

505295

549511

Talenknobbel of taalachterstand?

Recommend Documents