Samenvatting
Inleiding ), eds. AtrwaYs :ase.New York:
CARA is een van de meest voorkomendeaandoeningenin geïndustrialiseerdelanden.
SimmonsDH ed.
omvat de klinische aandoeningenastma, chronische bronchitis en emfyseem. De
De term CARA (de afkorting voor chronischeaspecifiekerespiratoire aandoeningen)
gevolgen van CARA kunnen aanzienlijk zijn, zowel individueel als sociaal-econotD. A descriPtive
vroegtijdigoverlijden. misch: invaliditeit,school-en werkverzuim,ziekenhuisopname,
)83'.83:111-124. ll expiratorYflow
Onze kennis ten aanzienvan de oorzaken van CARA is echter nog beperkt. Het ver-
. Arn Rev ResPir
werven van meer inzicht, rniddels wetenschappelijkonderzoek,is daarorn noodzakelijk.
nonaryfunctlon tn
Het doel van deze studie is orn in het bijzonderde rol van allergie bij CARA te onderzoeken, omdat allergie een van de rnogelijke oorzaken van CARA kan zijn.
)rt working Party of Coal and Steel' en JP,Orie NGM. rf smokingand air
die op kan treden na contact rnet allergenen Allergie is een overgevoeligheidsreactie uit de orngeving(door inademing,voedsel,of huidcontact). zijn gebaseerdop de Vlagtwedde Vlaardingen De gebruikte onderzoeksgegevens naar CARA, uitgevoerd Studie, een grootschaligen langlopendbevolkingsonderzoek van 1965 tot 1990. Gebruikte indicatorenvan allergie: allergeenhuidtesten,serurl
:-E. DistribLrtionof . S . c i t i e s .A m R e v history of forced )ry symptoms.Arn
(total en multispecifiek[Phadiatoptn']), en eosinofiele imrnuunglobulineE concentraties celtellingenin perifeer bloed. Gebruikteindicatorenvan CARA: het voorkornenvan (FEV,). Het verloop en verlaagdelongfunctie-niveaLrs chronischeluchtwegsyrnptornen van CARA werd bestudeerddoor de ontwikkelingvan het individueleFEV,-niveauin de tijd te volgen.
rnshipbetweenlurrg 8-44. In: Sluiter HJ, Van sYlnPoLnternatiorral e Netherlands:Van
ResultaÍen In hoofdstuk l, wordt een algemeneinleiding gegeven.Aspectendie aan de orde kornen zijn: definitiesen nomenclatuur,de hypothetischerol van allergie brj CARA (op basis van een schematischmodel), de betekenisvan epidemiologischonderzoek,
of asthma.J AllergY nuller D. CYtotoxtc 79:123:2925-1.
en onderzoeksvraagstellingen. factoIloofdstuk 2, beschrijfteen onderzoeknaar de relatie tussenpersoonseigen (actief loken, en woonplaats) ren (leeftijd, en geslacht) en on.rgevingsdeterminanten
t6l
Sarnenvatting Short surnmaryin the dutch language
enerzijdsen huidtestreactiviteiten eosinofieleceltellinganderzijds. Uit
het onder-
cellen. Deze rt
zoek bleek dat een positieve huidtest reactie was geassocieerdntet leeftrjd (afnentend
Verhoogdeaant
met toenemendeleeftr.ld),rnet geslacht(rnannenmeer waarschrlnlijk dan vrouwen), en
bij mensendie r
met woonplaats(personenwonend in een stedelijkeonrgeving lneer waarschijnlijk dan
mensendie (mo
personenwonend in een landelijkeorngeving).Positievehuidtestreactiviteitwas niet
Als we aan
geassocieerdmet roken. Het afwezig zijn van een statistischverband tussenroken en
allergische onts
positieve huidtest reactiviteit in de relatief jonge onderzoekspopulatie(14 tot 39 jaar)
schadelijkeeffec
hoeft echter niet te betekenendat een dergelijkerelatieniet bestaat.De totalehoeveel-
gerookt hebben
heid (curnulatief)ooit gerooktetabak, en de daarrneegeassocieerde effecten, is nog
rokers. Hierbij s
relatief laag op jongere leeftijd.
zullen rneervoo
Een verhoogd aantal eosinofielecellen was geassocieerdrnet geslacht(nrannen
In hoofdstu
meer waarschtjnltjkdan vrouwsn), nret woonplaats(personenwonend in een stedelijke
positievehuidte
orngevingmeer waarschtjnlijkdan personenwonend in een landelijkeontgeving),en
luchtwegsyntpto
roken (rokers meer waarschijnlijkdan nooit rokers). Een verhoogdaantaleosinofiele
Een verhoog
cellen was niet duidehjk geassocieerd met leeftijd (indien gecorrigecldvoor de leef-
chronischelucht
tijds-gerelateerde efÍèctenvan huidtestreactiviteit).
heid [graad >3]
Als we een positievehuidtcstreactiviteiten een verhoogdaantaleosinofielecellen
bepaald).Het pa
beschouwenals indicatorenvan allergie, dan geven deze resultatenaan dat allergie
huidtest reactivi
niet alleen geassocieerdis nret pcrsoonseigenfactoren rnaar ook ntet onrgevings-
negatieve huidte
determinanten.Met anderewoorden,het voorkornenvan allergie is waarschijnl4kniet
hoesten,bronchi
alleen gebaseerdop erfelgke en constitutionele factorenrnaar wordt ook bepaalddoor
odds ratio waard
orngevingsdeterrninanten, mogelijk inclusicf luchtvcrontreiniging(gezien de woon-
gepaard gaanden
plaatsverschillen).
terend piepen en
Iloofdstuk 3, behanclelteen onclerzoekna:ir de relatie tussen serum totaal-lgE, serum rttultispecifiek-IgE, en huidtestreactiviteitenerzijdsen de eosinofieleceltelling anderzijds. Verhoogde concentratiestotaal-lgE, positievenrultispecifiek IgE tesnritslagen, en positievehuidtestreactieswarcn elk geassocieerd rnet verhoogdcaantalleneosinofiele
t62
lijkZ.l en 10.4.
Als we het v< indicator van CA
allergieeen moge In hoofdstuk I
Resultaten
let onder-
cellen. Deze relaties bleken echter aftrankelijk te zijn van het al of niet roken.
(afrremend
Verhoogde aantallen eosinofiele cellen komen met een grotere waarschijnlijkheid voor
ouwen), en
bij mensen die nooit gerookt hebben en bij mensen die gestopt zijn met roken dan bij
;hijnlijk dan
mensen die (momenteel) wel roken.
eit was niet
Als we aannemen dat de eosinofiel de primaire effector cel is van chronische
en roken en
allergische ontstekingsprocessen, dan geven de onderzoeksresultaten aan dat de
tot 39 jaar)
schadelijke effecten van allergie vooral moeten worden gezocht bij mensen die nooit
,talehoeveel-
gerookt hebben en bij mensen die gestopt zijn met roken, en minder bij huidige
rcten, is nog
rokers. Hierbij speelt ook de mate van het rookgedrag een rol, de effecten van allergie zullen meer voorkomen bij matige rokers dan bij stevige rokers.
rcht (mannen
In hoofdstuk 4, worden de resultaten van een studie naar de associatie tussen
een stedelijke
positieve huidtest reactiviteit, eosinoflreleceltelling en het voorkomen van chronische
rmgeving), en
luchtweg symptomen gepresenteerd.
rtal eosinofiele
Een verhoogd aantal eosinofiele cellen bleek geassocieerdmet het voorkomen van
voor de leef-
chronische luchtweg symptomen: chronisch hoesten, bronchitis perioden, kortadernigheid [graad >3], persisterend piepen, en astma aanvallen (ooit gehad; anamnestisch
sinofiele cellen
bepaatd). Het patroon en de sterkte van de associatie bleek aÍhankelijk te zijn van de
an dat allergie
huidtest reactiviteit. Een verhoogd aantal eosinofiele cellen gepaard gaande met een
rct omgevings-
negatieve huidtest reactie was geassocieerd met een reeks symptomen: chronisch
arschijnlijk niet
hoeslen, bronchitis perioden, kortademigheid [graad >3],
k bepaald door
odds ratio waarden variërend van 1.7 tot 3.0. Een verhoogd aantal eosinofiele cellen
zien de woon-
gepaard gaande met een positieve huidtest reactie was alleen geassocieerdmet persis-
en astma aanvallen; met
terend piepen en astma aanvallen; met odds ratio waarden variërend van respectieveum totaal-IgE, ofiele celtelling
lijk2.7 en 10.4. Als we het voorkomen van chronische luchtweg symptomen beschouwenals een indicator van CARA, dan geven de onderzoeksresultatenvan dit onderzoek aan dat
:stritslagen, en rllen eosinofiele
allergie een mogelijke risicofactor is voor CARA. In hoofdstuk 5, wordt de relatie beschreven tussen huidtest reactiviteit. eosinofiele
r63
Samenvatting Short surnrnaryin the dutch language
celtelling enerzijdsen het FEV,-niveau anderzijds. Een verhoogd aantal eosinofielecellen was geassocieerd met een verlaagd FEV,-
stelling tot dr
hoofdstuk 2 t/n
niveau in de groep nooit rokers, bij zowel mannen als vrouwen. De beschreven
bevolkingsond
associatiewas sterker bij personenmet een positieve huidtest reactie dan bij personene
Uit de resu
met een negatievehuidtest reactie. Een verhoogd aantal eosinofielecellen was ook
aantal eosinofi
geassocieerdmet een verlaagd FEV,-niveau in de groep rokers, bij mannen uraar niet
het FEV,-nivea
bij vrouwen. bij personenInet een negatievehuidtest reactie die rnatig tot ernstig
Als we een
rookten in het verleden (>5 pack-jaren)en bij personenrnet een positievehuidtest
van een progre
reactiedie weinig haddengerooktin het verleden(<5 pack-jaren).
nale onderzoek
Als we het voorkornenvan een verlaagdFEV,-niveaubeschouwenals een indicator
de tijd is geass
van CARA, dan geven ook de onderzoeksresul[aten van dit onderzoekaan dat allergie
dat de eosinof
een mogelijkerisicofactoris voor CARA.
ontstekingspro
Iloofdstuk 6, beschnlft een onderzoeknaar de associatietussende gecornbineerde
aan dat allergie
effecten van bronchiale hyperreactiviteit( < 16 nrg histan'rine/ml)en verhoogde aantalleneosinofielecellen enerzijdsen het voorkornenvan een verlaagdFE,V,-niveau
Conclusies
anderzijds.
In deze epidem
Bij mannenwaren bronchialehyperreactiviteit en verhoogdeeosinofieleceltellingen
factoren en om!
met het voorkornenvan een verlaagdFEV,-niveau,onaíhankelijk beiden geassocieerd
Aangenontenda
van elkaar (nret uitzondering van de groep ex-rokers). Bij vrouwen was alleen
de schadelijkee
bronchialehyperreactiviteitgeassocieerd nret het voorkomenvan een verlaagdFE,V,-
beschrevendoor
nlveau.
meer waarschij
De resultatenvan deze studie vormen een aanwijzing dat de relatie tussen een
meer waarschijn
verhoogdaantal eosinofielecellen en een verlaagdF-EV,-niveauonaflrankelijkis van
en personendie
het voorkornen van bronchiale hyperreactiviteit,of althans rnaar ten clele door
en woonplaats(1
bronchiale hyperreactiviteitkan worden verklaard.
personenwonenc
Tenslottevolgt in hoofdstuk 7 de presentatievan een longitudirraalonderzoeknaar
In deze stud
de relatie tussen de veranderingvan het aantal eosinofielecellen over de tAd (in
enerzijds en he
perioden van jaren) en de veranderingvan het FE,V,-niveauover de tijd. In tegen-
longfunctie-nive
t64
Conclusies
stelling
tot
de voorgaande vijf
dwarsdoorsnede onderzoeken (gepresenteerd in
laagdFEV,-
hoofdshrk 2 tlm 6) wordt in deze analyse gebruik gemaakt van de gegevens van alle
, beschreven
bevolkingsonderzoekenvan de Vlagtwedde Vlaardingen Studie (1965 ím 1990).
rij personene
Uit de resultaten van dit longitudinale onderzoek bleek dat een toename van het
len was ook
aantal eosinofiele cellen over de tijd was geassocieerdmet een versnelde daling van
en maar niet
het FEV,-niveau oveÍ de tijd, gecorrigeerd voor roken.
g tot ernstig
Als we een versnelde daling van het FEV,-niveau beschouwen als een indicator
ieve huidtest
van een progressief verloop van CARA, dan vormen de resultaten van dit longinrdinale onderzoek een aanwijzing dat een toename van het aantal eosinofiele cellen over
een indicator
de tijd is geassocieerdmet een progressief verloop van CARA. En als we aannemen
n dat allergie
dat de eosinofiele granulocyt de primaire effector cel is van chronische allergische ontstekingsprocessendan geven de resultaten van dit longitudinale onderzoek tevens
;combineerde
aan dat allergie een mogelijke risicofactor is voor een progressief verloop van CARA.
n verhoogde FEV,-niveau
Conclusies ln deze epidemiologische studie werd een verband aangetoond tussen persoonseigen
e celtellingen
factoren en omgevingsdeterminantenenerzijds en indicatoren van allergie anderzijds.
onafhankelijk
Aangenomen dat de groep personen met allergie diegenen zijn die gevoelig zijn voor
r was alleen
de schadelijke effecten van allergie, dan kan de groep gevoelige personen worden
rlaagd FEVt-
beschreven door de volgende kenmerken: leeftijd (adolescentenen jong volwassenen meer waarschijnlijk dan personen van middelbare leeftijd en ouder), geslacht (mannen
e nrssen een
meer waarschijnlijk dan vrouwen), rookgewoonte (personen die nooit gerookt hebben
rkelijk is van
en personen die gestopt zijn met roken meer waarschijnlijk dan personen die roken),
n dele door
en woonplaats (personen wonend in een stedelijke omgeving meer waarschijnlijk dan personen wonend in een landelijke omgeving).
rderzoek naar
In deze studie werden associaties gevonden tussen het voorkomen van allergie
r de tijd (in
enerzijds en het voorkomen van chronische lucht'weg symptomen, een verlaagd
ijd. In tegen-
longfunctie-niveau, en versnelde daling van het longfunctie-niveau anderzijds. Allergie
r65
language Samenvatting Short summary in the dutch
moet daarom worden beschouwdals een
risicofactor voor het ontstaanen het verloop
van CARA. van CARA kan op basis van deze str'rdie Het belang van allergie in de pathogenese
Articles 1989Me Ler ary ofl As
nietineenquantitatievemaatwordenaangegeven.Desalnietterninkunnenwede qualitatieveuitspraakdoendatdeeffectenvanallergiewaarschijnlijkwordenondergewenst om de omvang van de effecten van schat. Verder onderzoek is dan ook allergie nader te bestuderen,in alle leeftijdscategoriëen'
1990Me rel sy Im
1991Mr fie 1992M
tel ba
1 9 9 3M in
sa bt
R R
SA
N
9l
1
Letter t 1 9 9 1I \ Ít L'
n
1,66