NMEC DE HELIX
1
Systeemdenken Verscheidene perspectieven Hoe we denken, beïnvloedt wat we zien. Iedereen heeft zijn eigen manier om naar de wereld rondom zich te kijken. Wat men ziet en hoe men met die informatie omgaat en wat men belangrijk vindt, wordt bepaald door achtergrond, geloofsovertuiging, ervaringen, vriendenkring, studies en door de cultuur waarin men leeft of opgegroeid is. Op deze manier wordt een referentiekader gevormd, men ziet vooral de dingen die aansluiten bij de eigen leefwereld. We hebben moeite om dingen te zien waarvoor we geen referentiekader hebben. Veel discussies of conflicten ontstaan nu juist omdat ieder de waarheid zoekt binnen zijn eigen wereldbeeld of referentiekader. Er zijn echter veel meer mogelijkheden om naar de werkelijkheid te kijken dan we op ’t eerste zicht zouden vermoeden. In een complexe wereld moet er daarom meer beroep gedaan worden op de ervaringen vanuit de verschillende wereldbeelden. De uitdaging ligt hem in diversiteit te leren zien als een verrijking. Duurzame ontwikkeling vraagt om te denken in grote verbanden, samen te werken en een bereidheid om zaken te herbekijken. Dit kan best door duurzaamheidsvraagstukken te bekijken vanuit zoveel mogelijk perspectieven.
Wat is een systeem Een systeem is een groep van elementen of componenten die met elkaar in verband staan, elkaar rechtstreeks of onrechtstreeks beïnvloeden en daardoor een samenhangend geheel vormen (Sleurs, 2010) Binnen grote systemen zijn dikwijls subsystemen te onderscheiden, die met elkaar in verband staan. De natuur, een samenleving, een ecosysteem, het menselijk lichaam, een bedrijf of organisatie en een gezin kunnen allemaal bekeken worden als een systeem. Dikwijls hebben systemen een welbepaalde functie of doel, ook al is dit niet altijd zichtbaar. Systemen organiseren zichzelf, zijn alleszins niet lineair, hebben interne terugkoppelingsmechanismen en zijn complex en onvoorspelbaar.
Systemen beïnvloeden elkaar Ons lichaam als systeem Ons lichaam is een systeem dat bestaat uit verschillende subsystemen (ademhaling, bloedsomloop, zenuwstelsel, …) Deze subsystemen bestaan zelf ook nog uit onderdelen (organen, cellen, …) en de subsystemen beïnvloeden elkaar. Stel: je hebt een warm hoofd? Wat is de oorzaak hiervan? Het is niet omdat je een verhit hoofd hebt door de koorts, dat de oorzaak in het hoofd moet gezocht worden. Misschien is de oorzaak van je koorts wel een fel ontstoken wonde in je Basiscursus Natuur-en milieueducatie 2011 - Systeemdenken
NMEC DE HELIX
2
voet. Als je redeneert vanuit de wetenschap dat het lichaam een systeem is en dat alles met elkaar samenhangt dan ga je het lichaam als geheel bekijken. Op deze manier ga je verder kijken dan wat je op ’t eerste zicht ziet en denkt. Industrie, water en voedsel als systemen Ook het schrijnende verhaal van de Inuït is gemakkelijker te volgen als je denkt in systemen. Inuït leven in het schijnbaar ongerepte noordpoolgebied, heel ver van fabrieken of steden, maar de wind en de zee voeren giftige stoffen mee vanuit de geïndustrialiseerde wereld. De Inuït krijgen steeds meer kankers en Inuïtvrouwen hebben veel giftige stoffen in hun moedermelk. Dat komt omdat het traditionele voedsel vooral bestaat uit vissen, zeehonden en walvissen. In het vet van deze dieren hopen zich giftige stoffen op zoals PCB’s. Tussen de drie systemen (industrie, water en voedsel) bestaat er een interactie. De oceanen, rivieren en meren uit het watersysteem zijn de habitats voor de organismen van het voedselsysteem. Als we het watersysteem beïnvloeden o.a. door het te vervuilen zal dit ook een effect hebben op het voedselsysteem dat zich bedient van het watersysteem. Verontreinigd water betekent dus ook verontreinigd voedsel.
Denken in systemen Denken in systemen of systeemdenken op zich geeft geen antwoorden of oplossingen, maar heeft als doel steeds gerichtere vragen te stellen en probeert mogelijke verklaringen te vinden of hypothesen te formuleren (Sleurs e.a., 2008). Door een probleem te plaatsen in een ruimere context kan je nagaan in hoeverre het probleem bepaald wordt door het systeem waarvan het deel uitmaakt. In het grote wereldsysteem zijn er vele subsystemen: economie, financiën, industrie, techniek, technologie, milieu, natuur … Het is in deze tijd niet moeilijk om hierover voldoende gegevens en informatie te verzamelen, maar de vraag blijft wat is de juiste informatie en vooral hoe hangen we deze informatie aan elkaar, hoe gaan we ze interpreteren en welke zin gaan we deze informatie geven. Systeemdenken: dieper dan het topje van de ijsberg Systeemdenken = de studie en de exploratie van verborgen structuren (Bryan en Goodman 2006). Bij een ijsberg is alleen het topje zichtbaar, dat topje laat toe dat er actie ondernomen wordt. Onder het topje, zit er heel wat massa die ervoor gezorgd heeft dat het topje zichtbaar is. Als we alleen maar reageren op het topje, blijven de topjes ijsberg komen. Als je niet de onderliggende structuur onderzoekt, blijf je bezig met de alledaagse gebeurtenissen en pak je nooit iets structureels aan. Het is nodig om de aandacht te focussen op de oorzaak en niet alleen op de symptomen. Systeemdenken is het nadenken over de onderzijde van de ijsberg. Het is soms beter om niet direct te reageren op een gebeurtenis, maar je wel af te vragen waarom gebeurt het?
Basiscursus Natuur-en milieueducatie 2011 - Systeemdenken
3
NMEC DE HELIX
Uitgangspunten van systeemdenken Systeemdenken o andere manier van kijken = systeemkijken o andere manier van denken = cyclisch denken o andere manier om problemen aan te pakken = structuuraanpak o andere taal = systeemtaal Andere manier van kijken De wereld bestaat niet uit losse gebeurtenissen of elementen maar uit één geheel = systeem. In dit systeem zijn er veel relaties en interacties. Kijken naar het geheel, inzoomen op deelsystemen/details en terug uitzoomen om een overzicht te behouden en om te kijken naar de wisselwerkingen. Probleem bekijken vanuit meerdere perspectieven. Een multidisciplinair team kan een meerwaarde zijn om alle aspecten van een probleem te doorgronden. Beseffen dat er geen scheiding is tussen ‘ik’ en ‘de wereld’, maar dat ‘ik’ deel uitmaak van die wereld en er invloed op heb. Onze wereld en ons leven verandert voortdurend. We kunnen nog niet eens de werking van een systeem doorgronden en we kunnen het dus zeker niet modelleren. Systeemdenken is dus onlosmakelijk verbonden met onzekerheid. Andere manier van denken = cyclisch denken Systemen zijn niet lineair, wel cyclisch, dus ook het denken over systemen moet cyclisch zijn. De relaties binnen de systemen zijn geen simpele oorzaak-gevolgrelaties. A beïnvloedt B, maar ook B beïnvloedt A en A beïnvloedt niet alleen factor B, maar A en B beïnvloeden elkaar voortdurend en samen kunnen ze inwerken op C. Veel factoren hebben invloed op elkaar of versterken elkaar. Men spreekt over feedbackmechanismen of lussen. Bv. wat is oorzaak, wat is gevolg bij mobiliteit. De reiziger vindt dat er te weinig bussen zijn, daarom neemt hij geen bus. De busmaatschappij daarentegen vindt dat er te weinig mensen de bus nemen, en legt daarom zo weinig bussen in. Aantal bussen per dag
Aantal mensen dat de bus neemt
Gebeurtenissen hebben zelden één oorzaak en één gevolg. Eénzelfde oorzaak kan verscheidene niet te voorzien gevolgen geven (bv. klimaatopwarming leidt tot stijging van de zeespiegel, droogte …). Verscheidene oorzaken kunnen hetzelfde effect opleveren (bv. hongersnood kan veroorzaakt worden door droogte, mislukte oogst, niet aangepaste gewassen, oorlogsgebied …).
Basiscursus Natuur-en milieueducatie 2011 - Systeemdenken
NMEC DE HELIX
4
Andere manier van aanpak problemen Als problemen niet fundamenteel aangepakt worden, maar enkel de symptomen bestreden worden, dan is de ‘oplossing’ slechts tijdelijk, terwijl de fundamentele oorzaak van het probleem blijft. Stel je hebt in je tuin teveel ongedierte en vraatschade (=probleem). Een mogelijke oplossing kan het gebruik zijn van pesticiden. Dit is echter een oplossing die meer problemen veroorzaakt (ongezonde groenten, vervuilde bodem, vervuild grondwater) zodat je moet besluiten dat het oorspronkelijke probleem niet echt het probleem was. Het probleem dat men wil oplossen door het gebruik van pesticiden is misschien niet dat er teveel schadelijke organismen zijn, maar wel dat er te weinig natuurlijke predatoren in het systeem aanwezig zijn. Een oplossing die enkel oplossingen brengt, is bijvoorbeeld meer natuurlijke predatoren aantrekken (houtkanten, nestgelegenheid, voedselbronnen voor vogels), zodat je vanzelf het ongedierte kwijtraakt.
Ander voorbeeld: het Aziatische lieveheersbeestje is geïntroduceerd om het bladluizenprobleem op te lossen, maar een ander probleem is gecreëerd, want de Aziatische lieveheersbeestjes verdringen de inheemse lieveheersbeestjes. Niet oplossen op korte termijn, wel op lange termijn. Bv. Een brandweerman wordt als held onthaald want hij heeft de brand geblust, een ambtenaar die preventief brandveiligheidscontrole komt doen, wordt bestempeld als lastig. Systeemdenken leert ons beter te letten op oorzaak en gevolg over langere tijd en ver van ons vandaan (Bryan e.a. 2006). Bij sommige zaken is er zo’n tijdsvertraging tussen gebeurtenis en reactie dat het overzien van de gevolgen op lange termijn niet simpel is. Bv. De veranderingen in ons onderwijssysteem volgen elkaar snel op, nochtans zie je de effecten niet zo vlug, want het duurt een lange tijd voor kinderen afgestudeerd zijn en aan de slag gaan. Bv. Asbest werd vroeger beschouwd als een wondermiddel, want dit mineraal is sterk, slijtvast, hittebestendig, isolerend en goedkoop. De grote risico’s van asbest voor de gezondheid werden pas later bekend, omdat de tijd tussen blootstelling en ziekte tientallen jaren kan duren.
Basiscursus Natuur-en milieueducatie 2011 - Systeemdenken
5
NMEC DE HELIX
Eigenschappen van een systeemdenker Om sommige problemen op te lossen moet je soms buiten de bestaande denkkaders kunnen treden. Creatief denken en creatieve oplossingen bedenken kan je leren door het te doen. Bv. Hoe haal je een pingpongballetje uit een cilinder zonder deze om te draaien? Bedenk andere toepassingen voor een baksteen/stok/paperclip. IDEEËN VAN DE BOX-DENKER Het is niet nodig om verder te kijken dan onze eigen leefwereld … als huisman, als verbruiker, als zakenman. Het is aanvaardbaar om onze focus dichtbij te houden. Om iets beter te begrijpen, kan je het beter opsplitsen in stukken. Er zijn geen onverwachte eigenschappen te ontdekken.
Gebeurtenissen en fenomenen hebben een goed omlijnd begin- en eindpunt en zijn goed gescheiden en kunnen ook best zo bekeken worden. Voor elk probleem is er een oplossing.
Situaties ‘objectief’ benaderen en zoeken naar rationele antwoorden.
IDEEËN VAN DE SYSTEEMDENKER Complexiteit betekent dat we ook ons wereldbeeld moeten uitbreiden en ons bewust moeten zijn van de grenzen die we zelf optrekken in ons aandachtsveld.
Soms is het nodig naar het geheel te kijken en naar de ruimere context. Complexe systemen hebben ook eigenschappen die je niet direct verwacht of ziet, maar die voortvloeien uit het samenvoegen van een aantal elementen. Een eigenschap komt voort uit het systeem zelf. De meeste onderwerpen en gebeurtenissen zijn gerelateerd en kunnen beter begrepen worden door ook te kijken naar die relaties.
Sommige oplossingen creëren meer problemen. We hebben nood aan oplossingen die opnieuw oplossingen genereren. We accepteren de onzekerheid en het feit dat we niet alles kunnen controleren. Eigen waarden en standpunten moeten kunnen. Ruimte laten voor intuïtie en emoties.
Basiscursus Natuur-en milieueducatie 2011 - Systeemdenken
NMEC DE HELIX
Boxdenken of mechanistisch denken of lineair denken is niet verkeerd, maar het evenwicht tussen de twee denkmethoden is zoek. Er moet meer aandacht zijn voor het systeemdenken. Dit betekent meer ruimte voor het in vraag stellen van eigen veronderstellingen en eigen zekerheden.
Basiscursus Natuur-en milieueducatie 2011 - Systeemdenken
6
NMEC DE HELIX
7
Hulpmiddelen bij het systeemdenken Systeemdenken is een manier van kijken en nadenken over de werkelijkheid (= systeemkijken). Je kijkt om relaties en verbanden te ontdekken en systemen beter te analyseren en te begrijpen. Door onze gebruikelijke taal stimuleer je lineair denken en kan je het denken in verbanden niet uitdrukken. Er is dus nood aan een taal die de werking van systemen kan beschrijven en mentale modellen kan visualiseren. Deze systeemtaal maakt het niet alleen gemakkelijker voor jezelf om gedachtenpatronen weer te geven, maar het is ook een handig communicatiemiddel naar anderen toe. Op deze manier gaat het van elkaar leren ook gemakkelijker. De taal van systeemdenken werkt o.a. met variabelen. Dit zijn elementen die kunnen veranderen en die schaalbaar zijn, die groter of kleiner, meer of minder, hoger of lager … kunnen worden.
Mindmap: brainstormen Een mindmap is een diagram opgebouwd uit begrippen, teksten, relaties en/of plaatjes, die zijn geordend in de vorm van een boomstructuur rond een centraal thema. Het doel van mindmapping is het inventariseren van alle aspecten van een probleem of onderwerp samen met de onderlinge relaties tussen deze aspecten. Een mindmap is interessant om voorkennis van een groep te verzamelen. Deelnemers doen de oefening eerst individueel, waarbij iedereen put uit eigen kennis en ervaring. Nadien kan een gezamenlijke mindmap gemaakt worden.
Gedragspatroongrafiek: visualiseren hoe variabelen binnen een systeem veranderen gedurende een tijd Systeemdenken is gericht op het zien en begrijpen van samenhangen tussen onderdelen of elementen (= variabelen). Een gedragspatroongrafiek laat zien dat variabelen toenemen of afnemen in de loop der tijd. Harde variabelen zijn meetbaar (aantal, lengte, temperatuur …). Zachte variabelen zijn niet meetbaar, wel schaalbaar (geluk, verdriet, woede, behoefte …). Bij het tekenen van de grafiek is de X-as altijd de tijd en de Y-as is de variabele die verandert in de tijd. Het is handig om tekeningetjes, symbolen, woorden op de getekende lijn te plaatsen. Deze methodiek kan je o.a. gebruiken om een probleem aan te pakken met kinderen. Bv. Tijdens het voorlezen van het verhaal ‘Max en de toverstenen’ tekenen de kinderen een gedragspatroongrafiek. Op de Y-as staat het geluk van Max. De gedragspatroongrafiek laat zien wanneer Max ongelukkig is. Zo kan je verder bespreken met de kinderen waarom Max ongelukkig is (oorzaken zoeken). Dit kan verder uitgewerkt worden in een relatiecirkel.
Basiscursus Natuur-en milieueducatie 2011 - Systeemdenken
NMEC DE HELIX
8
Relatiecirkels: visualiseren waardoor elementen binnen een systeem veranderen Gedragspatroongrafieken laten zien dat variabelen toenemen of afnemen. Relatiecirkels maken duidelijk waardoor iets verandert. Bij het uittekenen van een relatiecirkel doe je volgende stappen: Beschrijf het probleem (alternatief lees een verhaal voor …). Teken een grote cirkel. Zoek en omschrijf de variabelen (vijf tot max. tien) de variabelen moeten kunnen toenemen of afnemen. Plaats de variabelen rond de cirkel. Zoek een variabele die zorgt voor de toename of afname van een andere variabele op de cirkel. Teken een pijl van oorzaak naar gevolg. Kijk of de pijl ook in de andere richting kan getekend worden. Ga op zoek naar andere relaties tussen de variabelen. Ga op zoek naar gesloten lussen in de cirkel. Dat betekent dat we bij één variabele beginnen, de pijlen volgen naar een andere variabele en terugkeren bij de variabele, waar we zijn begonnen. De lus geven we aan door de pijlen te kleuren en elke lus die we vinden geven we een andere kleur. Het verhaal van Max in een relatiecirkel. We weten uit de gedragspatroongrafiek dat Max ongelukkiger wordt. Maar waarom? Wat zijn de oorzaken? Wat verandert er gedurende het verhaal? Dit zijn de variabelen die we op de relatiecirkel plaatsen. Wat is oorzaak, wat is gevolg? Je kan deze techniek ook gebruiken om een discussie op gang te brengen bv. rond mobiliteit van en naar school: hoe meer auto’s, hoe onveiliger, maar ook hoe onveiliger, hoe meer auto’s. Brainstorm eerst over de elementen die een rol spelen bij mobiliteit van en naar school (elementen moeten kunnen toenemen of afnemen). Kies dan een vijf à tiental elementen uit, zet ze in een cirkel en teken een pijl van oorzaak naar gevolg. Kijk of de pijl ook in de andere richting kan wijzen en teken de pijlpunten. Laat de mensen hun verhaal vertellen bij de cirkel. Voorbeelden hoe meer auto’s, hoe onveiliger hoe onveiliger, hoe meer auto’s hoe meer auto’s, hoe meer stress hoe meer fietspaden, hoe veiliger hoe meer fietsen, hoe veiliger hoe veiliger, hoe meer fietsen hoe meer fietsen, hoe plezanter hoe plezanter, hoe meer fietsen hoe meer begeleiding/controle, hoe meer fietsen hoe meer auto’s, hoe meer luchtvervuiling …
Basiscursus Natuur-en milieueducatie 2011 - Systeemdenken
9
NMEC DE HELIX
Causale lussen of terugkoppelingen: op zoek naar oorzaken/gevolgen/oplossingen Gedragspatroongrafieken laten zien wat er verandert en hoe. Causale lussen maken duidelijk waardoor iets verandert. Causale lussen helpen om de werking van een systeem in kaart te brengen. Systemen bestaan uit elementen die elkaar beïnvloeden. A beïnvloedt B, maar B beïnvloedt op zijn beurt A. Dit is cyclisch denken. Gevolgen zijn vaak oorzaken en oorzaken zijn vaak gevolgen. Systemen kunnen lang blijven doorgaan, ondanks het feit dat de omgeving verandert. Veel processen hebben invloed op elkaar, ze versterken elkaar of ze stabiliseren elkaar. Mechanismen die daarvoor verantwoordelijk zijn feedbacks of terugkoppelingen. Als de toename van de ene variabele leidt tot de toename van de andere of de afname van de ene leidt tot de afname van de andere dan zetten we een S (Same). Als de toename van de ene variabele leidt tot afname van de andere (of andersom), zetten we een O (Opposite). Een lus kan versterkend zijn, steeds meer of steeds minder. Of een lus kan stabiliserend zijn, de variabelen houden elkaar in evenwicht, het loopt niet uit de hand.
Dronken worden
S
Remmen los
S
S
S
S
Partner lastig
O
Ziek worden
O
Geld verliezen
O
S Biertjes drinken
Hoe meer biertjes je drinkt, hoe meer dronken je wordt en hoe meer je alle remmen los gooit en dus drink je nog meer biertjes. Dit is de versterkende lus. Hoe meer je partner lastig wordt of hoe zieker je wordt, hoe minder biertjes je zal drinken. Dit is de stabiliserende lus.
Basiscursus Natuur-en milieueducatie 2011 - Systeemdenken
10
NMEC DE HELIX
Multiplecausediagram: op zoek gaan naar dieperliggende oorzaken Systemen hebben een cyclisch karakter, maar dikwijls treden in systemen stereotiepe combinaties op van versterkende en evenwichtszoekende terugkoppelingsmechanismen (meestal problemen). Deze klassieke patronen komen dikwijls voor door op korte termijn oplossingen te zoeken. Aanleg nieuwe autowegen
+ -
+
File + -
Fundamentele oplossing
Bv. Op een bepaald stuk weg staan er dikwijls files. Men lost dit probleem op door een nieuwe weg aan te leggen. In eerste instantie zal het fileprobleem wel verminderen, maar na een tijdje zullen er hier opnieuw files voorkomen door het aanzuigeffect. Het probleem is niet fundamenteel aangepakt, er is enkel aan symptoombestrijding gedaan (een beperkt effect voor een beperkte tijd). Hoe kan je dan wel komen tot een structurele oplossing? Zet het probleem centraal. Ga op zoek naar de oorzaken van dit probleem. Ga op zoek naar de oorzaken van de oorzaken. Zo kom je bij de werkelijke oorzaken en kan je misschien een duurzame oplossing bedenken.
Probleemboom: visualiseren van oorzaken, gevolgen en oplossingen Een probleem kan meerdere oorzaken en meerdere gevolgen hebben. Oorzaken en gevolgen inventariseren in een schema helpt om meer zicht te krijgen op het probleem. Oorzaak
Probleem
Basiscursus Natuur-en milieueducatie 2011 - Systeemdenken
Gevolg
11
NMEC DE HELIX
Een andere manier om beter inzicht te krijgen in de relaties tussen oorzaken en gevolgen is door te werken met een boomsjabloon. Schrijf het onderwerp van discussie op de stam, de oorzaken in de wortels en de gevolgen in de takken. Probeer oplossingen te vinden en schrijf ze op de bladeren. Hebben je voorgestelde oplossingen andere effecten? Kan je die verbinden met de wortels? Op deze manier bekijk je gebeurtenissen in hun verband. Kijken naar de invloeden bij het begin en de effecten op het einde.
In onze maatschappij worden vele zaken automatisch gedaan, beslissingen worden snel genomen en acties worden als evident beschouwd. Je kan mensen laten nadenken over oorzaken en gevolgen van dagdagelijkse keuzes met volgende oefening. Uitgangspunt is een verlangen: wat zou je graag willen? Wat zou je leven aangenamer maken? Zoek dan een antwoord op volgende vragen: Wat zou de meerwaarde kunnen zijn van deze keuze? Wat zouden de gevolgen zijn voor jou/voor je omgeving/voor de maatschappij/voor de wereld? Wat betekent dit voor de nabije toekomst en wat voor de verre toekomst? Is dit verlangen er nog na het overdenken van meerwaarde en gevolgen? Waarom? (meerwaarde)
Ik wil graag
Basiscursus Natuur-en milieueducatie 2011 - Systeemdenken
Gevolgen
NMEC DE HELIX
12
Syndroombenadering: op zoek gaan naar alle aspecten van een duurzaamheidsprobleem en relaties tussen deze aspecten Men spreekt van syndroombenadering als werkvorm wanneer men bij duurzaamheidsvraagstukken gaat kijken naar de meervoudige interacties tussen mens en milieu. Sinds het begin van de industrialisatie is het alleen maar mogelijk om de interacties en de dynamiek van het systeem aarde te begrijpen als er interdisciplinair samengewerkt wordt tussen de sociale wetenschappen en de natuurwetenschappen. Menselijke vooruitgang en milieuverandering zijn zo nauw met elkaar verbonden dat ze niet langer als afzonderlijke processen begrepen kunnen worden (Sleurs, 2008). Het voordeel van syndroombenadering als werkmethode is dat je verplicht wordt om met alle aspecten rekening te houden zowel de typische milieuaspecten zoals fauna en flora, lucht, water en bodem, als de aspecten die te maken hebben met menselijk handelen zoals bevolking, psychosociale sfeer, economie, … Het centrale probleem wordt in het midden gezet en er worden pijlen getrokken tussen probleem en de verschillende oorzaken en tussen het probleem en de verschillende gevolgen. Zijn er relaties en wisselwerkingen tussen de afzonderlijke gevolgen of tussen de afzonderlijke oorzaken? Duid ook deze aan met pijlen. Om daadwerkelijk te kunnen ingrijpen en ongewenste effecten te vermijden, moeten we afstappen van lineaire oorzaak-gevolgketens, maar wel de complexe oorzaak en gevolgrelaties onderzoeken met positieve en negatieve terugkoppelingen. Wat maakt dat negatieve gevolgen versterkt worden? Welke maatregelen maken dat negatieve gevolgen verzwakt worden? Duid deze versterkende en verzwakkende effecten ook aan in het schema.
Basiscursus Natuur-en milieueducatie 2011 - Systeemdenken
NMEC DE HELIX
13
Praktijkvoorbeelden van systeemdenken De twee onderstaande methodieken laten je de kwetsbaarheid van systemen ervaren en relaties zien die je niet op ’t eerste zicht vermoedt. Bij deze twee praktijkvoorbeelden komt ook het zoeken naar oplossingen als individu en als maatschappij aan bod. Jengaspel Simulatiespel waardoor je meer inzicht krijgt in de complexiteit van milieu- en gezondheidsvraagstukken. Het centrale thema is biodiversiteitsverlies maar vele onderwerpen hebben hiermee raakvlakken bv. klimaat, (duurzame) landbouw, water, exoten, visvangst, vleesproductie, vervuiling zonder grenzen. Verloop: Het jengaspel bestaat uit 54 houten blokjes, die in een toren gestapeld worden. Elk blokje heeft een nummer, corresponderend met een foto van plant, dier, ecosysteem via powerpoint of via een kaartsysteem. Het ecosysteem aarde is in de beginsituatie in evenwicht. De groep wordt in vier gesplitst en gaat rond de toren zitten. Hoeveel blokjes kunnen uit de jengatoren gehaald worden vooraleer deze valt? Elk groepje zegt een aantal Elke groep trekt om beurt een blokje uit de toren. Het blokje wordt bovenop de toren gelegd. Elk blokje dat uit de toren wordt gehaald, betekent een wijziging in het ecosysteem aarde. Een plant, dier of ecosysteem verdwijnt of wordt hier massaal geïntroduceerd (exoten). Bij elk plant, dier, ecosysteem verneem je meer over de status van plant, dier of ecosysteem en het belang van het organisme of ecosysteem. Op een bepaald moment zal de toren vallen, het ecosysteem aarde is ontwricht. De groep die de toren laat vallen is verloren. Als de toren is gevallen wordt chaostheorie, complexiteit en onvoorspelbaarheid uitgelegd. Na het jengaspel krijgen de groepjes de 54 betrokken planten, dieren of ecosystemen op kaartjes en wordt hen gevraagd om zoveel mogelijk kaartjes in verband te leggen. Zullen de oorzaken van biodiversiteitsverlies zoals klimaatverandering, vervuiling slechts enkele organismen treffen?
Basiscursus Natuur-en milieueducatie 2011 - Systeemdenken
NMEC DE HELIX
14
De grote visvangst (naar “harvest game”) Inzicht krijgen in de problematiek van overbevissing door een simulatiespel. Verloop : In het midden ligt er een blauw zeil met vissersnet, schelpen en 50 vissen om de zee na te bootsen. Rond de zee vorm je vier groepen. Dat zijn de vissers, gegroepeerd in vissersboten binnen een scheepstouw.
Elke groepje vaart met zijn vissersboot naar zee. Men gaat vissen op zee om zijn dorp van voedsel te voorzien (systeem van estafetteloop). Per keer mag elke vissersboot maximum twee vissen naar het dorp meebrengen. Het doel is zoveel mogelijk vis te vangen om het dorp te bevoorraden. Als de scheepstoeter gaat, is het dag en wordt er niet meer gevist. 1ste ronde: gewone estafette, de groepen verplaatsen zich al lopend. De toeter gaat na het vangen van 25 à 30 vissen. De overgebleven vissen in zee kunnen zich voortplanten en de gids verdubbelt de vissen die overgebleven zijn op het zeil, om de natuurlijke aangroei van vis na te bootsen. 2de ronde: de groepen verplaatsen zich al hinkelend. De toeter gaat na het vangen van meer dan de helft van de vissen. De gids verdubbelt opnieuw de overgebleven vissen. 3de ronde: de groepen verplaatsen zich al lopend, maar iedereen is met een elastiek per twee vastgemaakt. De toeter gaat na het vangen van meer dan de helft van de vissen. De gids verdubbelt opnieuw de overgebleven vissen. 4de en laatste ronde: de groepen verplaatsen zich al hinkelend en per twee vastgebonden. De zee wordt leeggevist. Dit kon zich eventueel al voordoen in voorgaande ronde. Indien er geen vissen meer zijn, kunnen ze zich ook niet verder voortplanten en is de estafette afgelopen. Hoe komt het dat er plots geen vissen meer zijn? Kan je een manier bedenken om in dit spel altijd genoeg vissen te blijven hebben? Is dit maar een spel of worden de zeeën ook leeggevist? Kan je een manier bedenken om in werkelijkheid altijd genoeg vissen te blijven hebben? We moeten zorg dragen voor de grondstoffen op deze wereld, ofwel zijn ze eindig (aardolie, metalen …) ofwel moeten ze de kans krijgen zich te herstellen (vissen, hout, water, planten, dieren …)
Basiscursus Natuur-en milieueducatie 2011 - Systeemdenken
NMEC DE HELIX
15
Oefeningen om de principes van systeemdenken te ervaren Alles hangt samen met alles Eigen ervaringen: Kan je je een situatie of moment herinneren uit je eigen leefwereld (gezin, werkomgeving, vrije tijd) waarbij je sterk het gevoel had dat alles samenhangt met alles? Dit hoeft niets spectaculairs te zijn. Haal zo’n herinnering terug en vertel ze aan je gesprekspartner. Enkele deelnemers vertellen voor de groep het verhaal dat ze treffend vonden.
Touwtjesspel rond thema bos De groep somt verschillende levende en niet-levende elementen van het bos op. Mogelijke elementen zijn: eik, bodem, worm, muis, regen, uil, humuslaag, vos, merel, hazelaar, kever, paddenstoel, bramen … De deelnemers krijgen een sticker opgeplakt met één van deze elementen en gaan in een cirkel staan. De deelnemers geven een bol touw kris kras aan elkaar door, maar als ze de bol aan iemand anders geven, moeten ze wel de relatie met de ander kunnen omschrijven (voedsel, vijand, woonplaats …). Sommigen zullen uiteindelijk meer touwtje in handen hebben dan anderen, dit zijn sleutelelementen van het ecosysteem bos. Aan de hand van een verhaal (bv. De eiken worden omgehakt …) laten de deelnemers één voor één de touwtjes los. Na een tijd, het is niet te voorspellen wanneer, zakt het web ineen. Naar de oefening van de Veerkracht-van-het-Web (www.transitie.be)
Systemen ontdekken in kranten Ontdekken van systemen, de werking van deze systemen beter begrijpen en het zien van de onderlinge afhankelijkheid is ook mogelijk a.d.h.v. artikels in kranten. Neem de krant van één dag, dit is het wereldsysteem samengevat op enkele bladzijden. Knip artikels uit waartussen volgens jou een verband is. Leg deze op een wit blad, teken een pijl en zet op de pijl eventueel één woord.
Neem kranten van verschillende weken en knip relevante artikels uit. Kan je verbanden vinden tussen de artikels. Met welke systemen heb je te maken? Welke factoren beïnvloeden elkaar?.
Zoek in kranten naar foto’s van eenzelfde thema, maar telkens vanuit een ander perspectief bekeken Bijvoorbeeld bij het thema water verzamel je foto’s met virtueel water, overstromingen, waterschaarste, watervervuiling, genieten van water, waterverspilling … Geef elke deelnemer een foto en laat die zelf het verhaal bij de foto vertellen. Zo bekijk je het waterverhaal of watersysteem in z’n totaliteit.
Eén krantenartikel bekijken vanuit verscheidene perspectieven of invalshoeken. Wat is de oorzaak of zijn er meerdere? Wie zijn de betrokken partijen en wat zijn hun beweegredenen? Voor wie zijn er positieve gevolgen? Voor wie negatieve? Zijn er gevolgen op systeemniveau?
Basiscursus Natuur-en milieueducatie 2011 - Systeemdenken
NMEC DE HELIX
16
Gsm van wieg tot graf 1) Simulatie: Je krijgt een officiële brief van je gemeente/stadsbestuur met mogelijke locaties voor de inplanting van een gsm-mast. Wat is jouw mening/reactie hierop? Ja of neen. De brief met ja of neen omcirkeld, wordt omhooggestoken. De argumenten van het ja- en neen-kamp worden beluisterd. Zijn er mensen ondertussen van mening veranderd? Waarom? Het Nimby-principe is hier van toepassing. We hebben wel allemaal een gsm, maar willen niets te maken hebben met de gevolgen hiervan. Juiste informatie is belangrijk om goede keuzes te maken. Wie is waar verantwoordelijk voor binnen dit systeem? Het is belangrijk om het geheel te bekijken. 2)Hoeveel gsm’s heb je al gehad? Ga op een lijn staan “Ik heb geen gsm tot … ik ben de tel kwijt” Dan volgt een brainstorm rond gsm: Welke positieve gevolgen heeft een gsm voor jou of waarom heb je een gsm aangeschaft? Welke negatieve gevolgen heeft een gsm voor jou? Welke negatieve gevolgen heeft een gsm op de omgeving of op andere mensen in de wereld? Waarom gaan gsm’s niet zo lang mee? Moet je ‘mee’ zijn? Moeten we bereikbaar zijn altijd en overal? Worden we gelukkig van zoveel bereikbaarheid? Waar gaan onze oude gsm’s naar toe? Wie verwerkt ze? Waarom is een gsm zo aantrekkelijk? Welke grondstoffen zitten er in een gsm verwerkt? Vanwaar komen die? Wie maakt die gsm’s? Worden we beter van gsm’s? Wordt het milieu slechter van gsm’s? De Belg verandert gemiddeld om de 2 jaar van gsm. Dit betekent dat bij ons elke 10 seconden een gsm wordt weggegooid. Het is nodig om het geheel te bekijken. Niet alleen kijken naar de gevolgen van straling op onze gezondheid, maar ook de gevolgen van ons gsm-gebruik voor mensen elders in de wereld verdient de aandacht.
Denken in ruimte en tijd Denk aan iets in de toekomst dat je bezighoudt. Schrijf dit op een post-it en kleef het op het tijds- en ruimtekader. In onze geïndustrialiseerde samenleving wordt steeds kort op de bal gespeeld nl. tot het volgend schooljaar, tot de volgende verkiezingen, tot de publicatie van volgend jaarrapport. In gezinssituaties denk je aan kinderen en kleinkinderen. Bij Amerikaanse indianen is er een principe dat men bij elke beslissing die genomen wordt, denkt aan het effect voor de volgende zeven generaties.
Basiscursus Natuur-en milieueducatie 2011 - Systeemdenken
NMEC DE HELIX
17
Referenties Bryan, B, Goodman, M. en Schaveling, J.(2006), Systeemdenken. Ontdekken van onze organisatiepatronen, Sdu Uitgevers. Cauchy, D.(2007), Het touwtjesspel. Het touwtjesspel. Een instrument om je bord in de war te brengen. Gerealiseerd door Rencontre des continents en Quinoa en Solidarité socialiste. Dornan, J.and Keast, J. (2009), Linking thinking, curriculum for excellence:joined-up thinking for the classroom, WWF Scotland publication. Jutten, J. “Systeemdenken in de klas. Praktische uitwerking voor het werken met de “vijfde discipline”, Stichting duurzaam leren. www.leraar24.nl Jutten, J. “Systeemdenken in de klas. Systeemdenken en denkgewoonten” - “Duurzaam leren. Systeemdenken in de school van de 21ste eeuw”. www.natuurlijkleren.org Leonard, A. (2010), The story of stuff, Bruna uitgevers, Utrecht. Pfister, M.(1997), Max en de toverstenen, De Vier Windstreken. Sleurs, W. e.a. (2008), Duurzame ontwikkeling. Hoe integreren in onderwijs?, Uitgeverij De Boeck, Antwerpen. Sleurs, W.(2010), “Inzicht verwerven in duurzaamheidsvraagstukken door systeemdenken”, in: J. Peeters, Een veerkrachtige samenleving. Sociaal werk en duurzame ontwikkeling, Uitgeverij EPO, Berchem, 342-356. Van Der Wielen, S., Diversiteit en denken in systemen, uitgave in reeks duurzame ontwikkelingen, Leren voor duurzame ontwikkeling 2004-2007, Utrecht. Van Poeck, K. en Loones, J. (2010), Educatie voor Duurzame Ontwikkeling: de vlag en de lading, Vlaamse Overheid: departement Leefmilieu, Natuur en Energie, Brussel. Webster, K. en Johnson, C.(2010), Leren van de natuur. Inspiratie voor een duurzame toekomst, Uitgeverij Jan Van Arkel, Utrecht. Transitiegereedschap Skilling up for power down. Lessenreeks: meer veerkracht met minder energie, geïnspireerd op materiaal van Rob Hopkins. www.transitie.be
Basiscursus Natuur-en milieueducatie 2011 - Systeemdenken