SWOT-analyse FRIETKOTCULTUUR Datum: 10 oktober 2013 Locatie: VLAM, Koning Albert II-laan 35 bus 50 1030 Brussel Verslag: CAG Aanwezig: Romain Eddy Frans André Bernard Luc Yves Kim Floortje
Cools Cooremans De Wachter Delcart Lefèvre Roisin Segers Van Belleghem Vantomme
Verontschuldigd: Chantal Bisschop Toon de Keukelaere Hugues Henry Paul Illegems Tania Jannis Pierre Leclercq Cédric Van Belle Karel Vaneetvelt
Belgapom verzamelaar frietobjecten VLAM bereidt boek over aardappel en friet voor voorzitter Navefri ApaqW CAG: coordinator Projectvereniging BIE tapis plein
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
CAG: ICE Boerenbond (adviseur akkerbouw) Home frit' Home frietkenner Syntra gastronomisch historicus frietmuseum Brugge Unizo
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
1 Inleiding Tapis plein is op zoek naar interessante methodieken die gemeenschappen die aan borging willen doen, kunnen ondersteunen. Die methodieken testen ze uit met één gemeenschap om ze dan weer, met voor- en nadelen, op een toegankelijke manier te delen met anderen. Vandaag wordt de methodiek van de SWOT-analyse toegepast tijdens de frietkotraad. Floortje van tapis plein leidt deze brainstormnamiddag en verwerkt nadien de resultaten in een handleiding die o.m. op www.immaterieelerfgoed.be gedeeld zal worden.
2 Programma Ronde 1: Algemene en brede brainstorm rond frietkotcultuur Ronde 2: + en - voor het voortbestaan van de frietkotcultuur 1. Verzin minstens 5 positieve elementen van vandaag die het voortbestaan van de frietkotcultuur in de komende 100 jaar kunnen verzekeren (1 element per post-it - roze) 2. Verzin minstens 5 negatieve elementen van vandaag die de teloorgang van de frietkotcultuur in de komende 100 jaar kunnen betekenen (1 element per post-it - geel)
Ronde 3: het verzamelen en sorteren van de + en - in SWOT Alle plussen en minnen verzamelen, extra laten uitleggen en sorteren in interne sterktes en zwaktes en externe kansen en bedreigingen.
Ronde 4: analyse, discussie en toevoegen van mogelijke acties en oplossingen 1. Elke sterkte toetsen aan elke kans + elke zwakte toetsen aan elke kans = kansen zijn prioriteiten // meest effectief 2. Elke sterkte toetsen aan elke bedreiging + elke zwakte toetsen aan elke bedreiging
2
3 resultaten 3.1 Algemene brainstorm Waaraan denk je als je het woord frietkotcultuur hoort? Week van de Friet Navefri Nostalgie Warmte (menselijk + frietjes) Persoonlijke benadering Gemeenschappelijke beleving Sociaal contact Glimlach, Sympathie Goesting Familiegebeuren Laat eten Met handen eten, iets ‘onbehoorlijks’ mogen doen Ongezond Typisch Belgisch Aanwezig in verschillende cultuuruitingen Gemeentes en dorpen, Pleintjes en markten Puntzak, Frietvorkje ‘kot’ Smaak, geur Aardappelen Vet Vergiet Fierheid op beroep frituuruitbater Kunst van het frieten bakken Vakmanschap, Recept/vaardigheid iedereen klant
3.2 SWOT STERKTES - Lekker/recept - Maatwerk (gebakken naar wens van de klant) - gezellig - sociaal gebeuren, middel tegen eenzaamheid, contact tussen klant en friturist - goedkoop - snel - gezinsvriendelijk - voor iedereen toegankelijk - nabijheid - streekgebonden productie - er bestaan opleidingen - voldoende kandidaat frituristen - kwaliteit - dynamische sector (georganiseerd) - veel documentatie/geschiedenis
ZWAKTES - onaantrekkelijk beroep (weinig ondersteuning voor kleine zelfstandige ondernemers, lage opbrengst, lange uren, ...) - desinteresse voor beroep - kandidaten moeten vaak afhaken/stoppen snel, te weinig opvolging - kwaliteit opleiding - geringe kennis van kwaliteitsvolle producten - te beperkte openingsuren - (Vlamingen minder bereid om veel/lange/rare uren te kloppen dan bvb nachtwinkeluitbaters; ander soort werkmentaliteit) - gebrek aan hygiëne - gebrek aan motivatie - gebrek aan beroepsfierheid - kiezen voor goedkopere en minder arbeidsintensieve (schillen en snijden) aardappels (soort ‘industrialisering’) - er bestaat geen ‘label’ waardoor ook slechte frieten/frituristen beeld meebepalen - woord ‘frietkot’: in termen van beroep eerder een negatieve bijklank (itt algemeen bij publiek niet perse negatief woord) - frituristen willen voor zichzelf en voor de klant meer ‘comfort’ - frietkotcultuur kan niet geëxporteerd worden (beleving is enkel hier gekend en waardevol, kan elders niet opbrengen)
KANSEN - Trends: o terug naar het authentieke o ‘gewoon’ en kleinschalig is weer hip o interesse voor het culinaire ‘streetfood’ - nationaal product - typisch Belgisch - bestaand positief imago - mensen hebben steeds minder tijd - het is traditie - neemt een duidelijk plek in onze cultuur(geschiedenis) in, is erfgoed - bestuurlijke en maatschappelijke aandacht voor gemeenschapsvorming - vestigingswet (kans: zorgt ervoor dat frituristen niet evolueren naar restauranthouders) - bestaan van CAG dat mee ondersteunt en onderzoekt en ontsluit - Immaterieel erfgoed-beleid van de overheid - ICE-erkenning
BEDREIGINGEN - NIMBY - overreglementering (door gemeente, hygiene, ...) - druk op het bestaan van ‘vrijstaande frietkoten’ (oa. door twee bovenstaande bedreigingen) - multiculturele samenleving (met bepaalde eetvoorkeuren of -voorschriften) - concurrentie aanbod van fastfood, algemeen en specifiek voor jongeren - ‘managementsdenken’: de klassieke werking van een frietkot is niet ‘efficiënt’. Efficiënter worden naar de huidige logica’s zou betekenen een keten vormen en het einde van de frietkotcultuur betekenen. - slecht imago bij banken (risicoberoep) - aardappelen: beperkte oogst van bepaalde soorten is bedreiging voor smaak. - vestigingswet (bedreiging: via europa zullen buitenlanders miss wel bereiding mogen aanbieden en zo concurrentie vormen tov hun belgische buurman die niks extra mag aanbieden) 4
3.3 Analyse en discussie Kansen en zwaktes verbonden => * Beroepseer opkrikken door gebruik te maken van interesse in authentiek/culinair/kleinschalig + gebruiken van de bestaande traditie/erfgoed: - in tijdschriften en media proberen komen (frituur van de week; Iedereen beroemd; ...) - campagne à la ‘wakkere bakker’: met focus op de persoon achter de friturist, doelgroep frituristen ipv brede publiek zoals nu Week van de Friet; of de beide, zowel de friturist als publiek proberen aanspreken via de ‘passie’ van échte frituristen, iets te doen met verschillende generaties; friturist in de kijker, vanwaar je passie,waar heb je het geleerd, ...; iets doen rond de ‘frietchinees’ die in de praktijk vaak meer oog heeft voor kwaliteit dan sommige anderen, ... - Frituristen overtuigen van het belang van hun figuur, passie. - frituristen laten zien dat frietkot(cultuur) gaat over beleving en door zoveel mensen gedragen wordt, om de perceptie van ‘kot’, laag geacht beroep, weg te nemen - bestaande documentatie en musea niet enkel naar publiek maar ook naar frituristen inzetten: bvb. bijeenkomst/vakbeurs organiseren in het frietmuseum ipv in een zaal. Frituristen laten voelen dat ze deel uit maken van een lange geschiedenis en traditie. Reeds bestaande maatregelen: - sensibiliseren via vakbladen - en opleidingen - nationale dag van de friturist - systeem van orde: ervaren friturist mag jonkie voordragen voor medaille ...?