Subsidieregeling
zorgopleidingen Verschijningsdatum juli 2011
2 tranche e
Zorgopleidingen B
Inhoudsopgave Vooraf3 1 Voorwaarden om voor subsidie in aanmerking te komen
4
2 Het subsidieproces
7
3 Aanvraag tot subsidieverlening
10
4 Aanvraag tot subsidievaststelling
14
5 Verplichtingen van de subsidieontvanger
17
6 Veelgestelde vragen19 Bijlagen20
Bijlage I: Subsidiebedragen voor de 2e tranche Zorgopleidingen B, per opleiding
21
Bijlage II: Registratiecommissies
21
Begrippenlijst22
Vooraf Op 1 januari 2007 is er een nieuwe regeling geïntroduceerd voor het subsidiëren van zorgopleidingen: het Opleidingsfonds. Dit fonds regelt de bekostiging van opleidingen tot bijvoorbeeld chirurg, radioloog, arts spoedeisende geneeskunde, jeugdarts, psychiater of psychotherapeut. Het Opleidingsfonds is in fases ingevoerd. Bij de introductie in 2007 was de nieuwe bekostiging van toepassing op de zogenoemde ziekenhuisopleidingen (de 1e tranche). In 2008 werd het fonds uitgebreid voor opleidingen die zich richten op preventie, ggz en care (de 2e tranche). In 2010 is de 1e tranche uitgebreid, onder andere met verschillende categorale instellingen en vanaf 2012 maken de opleidingen psychiatrie en spoedeisende geneeskunde deel uit van de 1e tranche (dit was voorheen de 2e tranche). In deze brochure wordt de Subsidieregeling zorgopleidingen 2e tranche Zorgopleidingen B uitgelegd. Klik hier voor de volledige regeling. Veelgebruikte termen worden uitgelegd in de begrippenlijst achterin deze brochure.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Subsidieregeling 2e tranche Zorgopleidingen B | 3
Voorwaarden om voor subsidie in aanmerking te komen Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Subsidieregeling 2e tranche Zorgopleidingen B | 4
Voorwaarden om voor subsidie in aanmerking te komen Om voor subsidie in aanmerking te komen, moet een opleidingsinrichting erkend zijn voor de periode waarvoor subsidie wordt aangevraagd en behoren tot een van de volgende sectoren: instellingen in de verpleeghuiszorg, instellingen in de gehandicaptenzorg, instellingen in de geestelijke gezondheidszorg, algemene ziekenhuizen, academische ziekenhuizen, epilepsie-inrichtingen en instellingen voor revalidatie. Elke opleidingsinrichting moet kunnen aantonen tot een van deze sectoren te behoren, bijvoorbeeld via een individueel zorgcontract met een zorgverzekeraar.
Uitzonderingen Binnen de geestelijke gezondheidszorg komen de volgende sectoren niet in aanmerking voor subsidie uit het Opleidingsfonds: regionale instellingen beschermd wonen, instellingen voor extramurale prestaties waarbij geen behandeling plaatsvindt (dagbesteding) en eerstelijns psychologische zorg.
Voorwaarden Er wordt alleen subsidie verstrekt aan opleidingsinrichtingen voor de tijd dat ze daadwerkelijk opleiden. Daarnaast geldt dat plaatsen voor in- en doorstroomkandidaten moeten zijn opgenomen in het verdeelplan.
Let op! Er bestaat geen recht op subsidie: • voor activiteiten die buiten het opleidingsschema plaatsvinden; • als een opleidingsplaats niet is gerealiseerd (uitval), bijvoorbeeld door zwangerschapsof bevallingsverlof; • voor de tijd dat assistenten een opleiding volgen bij een niet erkende instelling of bij een instelling die niet onder het Opleidingsfonds valt; • als een opleidingsplaats is gerealiseerd voor rekening van de assistent, de instelling of een derde; • voor die delen van de opleiding waarvoor een vrijstelling geldt; • als er sprake is van wijzigingen buiten het mutatiebeleid; • als niet is voldaan aan een of meer eisen van de subsidieregeling.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Subsidieregeling 2e tranche Zorgopleidingen B | 5
Let op! Het is van belang dat alle opleidingsgegevens bij het CONO bekend en actueel zijn. Het CONO registreert de opleidingsgegevens van alle assistenten.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Subsidieregeling 2e tranche Zorgopleidingen B | 6
Het subsidieproces
Het subsidieproces Voorafgaand aan het subsidieproces vindt het toewijzingsproces plaats. Hierin worden de opleidingsplaatsen door de veldpartijen verdeeld over de opleidingsinrichtingen. Het resultaat van het toewijzingsproces is het toewijzingsvoorstel. Na ontvangst hiervan, stelt de minister het verdeelplan vast. Hiermee staat vast welke opleidingsinrichtingen, per zorgopleiding, voor welke opleidingsplaatsen volgend jaar in aanmerking komen voor subsidiëring van instroomplaatsen. Lees meer over het toewijzingsproces.
Het subsidieproces Als het verdeelplan is vastgesteld, start het subsidieproces. Dit bestaat uit twee delen: 1. de (aanvraag tot) subsidieverlening, per zorgopleiding per tranche; 2. de (aanvraag tot) subsidievaststelling, ook per zorgopleiding per tranche. Zowel de subsidieverlening, als de subsidievaststelling moet elke opleidingsinstelling elk subsidiejaar opnieuw op tijd aanvragen bij VWS.
1. Subsidieverlening Bij de subsidieverlening wordt onderscheid gemaakt tussen instroom (in personen en fte’s) en doorstroom (in fte’s). In onderstaand schema staat het subsidieproces voor de zorgopleidingen 2e tranche zorgopleidingen B. Het subsidieproces Instroom
Doorstroom
2e tranche
Subsidieverlening vindt plaats
Subsidieverlening vindt plaats
zorgopleidingen B
op grond van het verdeelplan
op grond van het verdeelplan
(zie onder)
(zie onder)
Subsidieverlening op grond van het verdeelplan Alleen voor opleidingsplaatsen die in het verdeelplan zijn opgenomen, kan subsidie worden toegekend. Dit geldt voor zowel de instroom als de doorstroom. Elke subsidieaanvraag wordt getoetst aan het verdeelplan. Het heeft dus geen zin om voor meer plaatsen subsidie aan te vragen dan in het verdeelplan zijn toegewezen. Voor minder kan wel, al gaan die opleidingsplaatsen (en het bijbehorende budget) daarmee wel verloren. Want plaatsen uit het verdeelplan die niet worden aangevraagd, worden niet opnieuw verdeeld onder andere opleidingsinrichtingen.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Subsidieregeling 2e tranche Zorgopleidingen B | 8
Tip Subsidie voor in- en doorstroomplaatsen is gebaseerd op het aantal toegewezen plaatsen en geldt voor het hele kalenderjaar waarin de instroom c.q. doorstroom plaatsvindt. Een voorbeeld: een assistent stroomt op 1 maart in. Hij blijft dan tot en met 31 december van dat jaar een instroomkandidaat. Vanaf 1 januari van het daarop volgende jaar, is deze assistent voor de subsidieregeling een doorstroomkandidaat en wordt hij/zij als zodanig opgenomen in de gegevens van de registratiecommissie.
2. Subsidievaststelling Voor 1 mei van het jaar na het subsidiejaar, moet de subsidieaanvrager een aanvraag indienen voor de vaststelling van de subsidie. Binnen 22 weken na ontvangst van bovengenoemde aanvraag, stelt de minister de uiteindelijke subsidie vast.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Subsidieregeling 2e tranche Zorgopleidingen B | 9
Aanvraag tot subsidieverlening
Aanvraag tot subsidieverlening Om voor subsidie in aanmerking te komen, moeten opleidingsinstellingen vóór 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar een aanvraag tot subsidieverlening indienen. Dit geldt voor alle instroom- en doorstroomplaatsen.
Aanvraagformulier Voor de aanvraag tot subsidieverlening moet het formulier uit bijlage 3 van de regeling worden gebruikt. De minister stuurt dit naar alle opleidingsinstellingen, samen met de uitnodiging om een subsidieaanvraag in te dienen. Het formulier en de toelichting daarop staan -tot de aanvraagperiode verstreken is- ook op deze website.
Tips Geen subsidieverlening zonder subsidieaanvraag. Dien een aanvraag daarom op tijd, dus vóór 1 oktober voorafgaand aan het subsidiejaar, in. Dit geldt zowel voor de instroom als voor de doorstroom. Let erop dat een aanvraag tot subsidieverlening wordt ondertekend door een daartoe bevoegde bestuurder. VWS controleert dit aan de hand van het register van de Kamer van Koophandel. Let op! Alleen aanvragen die correct en volledig zijn ingevuld en die op tijd binnen zijn worden in behandeling genomen.
Binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag, stuurt de minister een beschikking naar elke opleidingsinstelling die subsidie heeft aangevraagd. Daarin staat hoeveel opleidingsplaatsen de instelling krijgt, zowel voor de instroom als voor de doorstroom.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Subsidieregeling 2e tranche Zorgopleidingen B | 11
Let op! Subsidie wordt verleend per zorgopleiding per instelling. Een opleidingsplaats die over is bij de ene zorgopleiding kan niet worden gecompenseerd met een opleidingsplaats bij een andere zorgopleiding. Anders gezegd, wie bijvoorbeeld een opleidingsplaats voor een psychotherapeut in de ggz beschikt heeft gekregen, mag die niet overhevelen naar een opleidingsplaats voor een klinisch psycholoog in de ggz, ook al blijft het aantal opleidingsplaatsen gelijk. Ook binnen een zorgopleiding kunnen overschotten of tekorten bij instroomplaatsen niet worden gecompenseerd met tekorten respectievelijk overschotten bij doorstroomplaatsen.
De hoogte van het subsidiebedrag VWS hanteert normbedragen per opleidingsplaats. De minister kan de subsidieverlening aanpassen aan de loon- en prijsontwikkeling. In bijlage 1 van de integrale tekst Subsidieregeling 2e tranche zorgopleidingen B 2011 staan de actuele subsidiebedragen per opleiding. Lees meer over de vergoeding.
Bevoorschotting Nadat een subsidie is toegekend, betaalt het ministerie deze uit via voorschotten, volgens onderstaand schema. De laatste zeven procent wordt achteraf verrekend, bij de vaststelling van de subsidie. Ook niet of teveel verstrekte voorschotten worden achteraf verrekend, bij de vaststelling van de subsidie. Voorschot in percentages van het totale subsidiebedrag Jan
Feb
Mrt
Apr
Mei
Juni
Juli
Aug
Sept
Okt
Nov
Dec
8
8
8
7
16
7
8
8
7
8
8
0
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Subsidieregeling 2e tranche Zorgopleidingen B | 12
Enkele voorbeelden Een opleidingsinrichting vraagt drie instroom opleidingsplaatsen voor een klinisch psycholoog in de ggz aan, terwijl er in het verdeelplan maar twee zijn toegewezen. Deze opleidings inrichting krijgt maximaal twee plaatsen (twee personen en de daarbij behorende fte’s) toebedeeld. Wil deze opleidingsinrichting een derde assistent opleiden, dan is die voor het Opleidingsfonds boventallig. Zie ook vraag 2 van de veelgestelde vragen over boventalligheid. Een opleidingsinrichting vraagt twee instroom opleidingsplaatsen voor een klinisch psycholoog in de ziekenhuiszorg aan, terwijl er in het verdeelplan drie zijn toegewezen. De opleidingsinrichting krijgt twee plaatsen (twee personen en de daarbij behorende fte’s) toebedeeld. De derde opleidingsplaats gaat verloren, want de subsidie wordt niet herbeschikt aan een andere opleidingsinrichting of doorgeschoven naar het volgend subsidiejaar. Opleidingsinrichting A heeft subsidie beschikt gekregen voor een doorstroomplaats voor een gezondheidspsycholoog in een epilepsie-inrichting voor 0,5 fte. Ook opleidingsinrichting B heeft subsidie beschikt gekregen voor een doorstroomplaats voor een gezondheids psycholoog in een epilepsie-inrichting, ook voor 0,5 fte. Na overleg met alle betrokkenen, wordt besloten dat A en B ruilen van assistent. Beide opleidingsinrichtingen behouden hun subsidie. Ze hebben immers beide 0,5 fte subsidie beschikt gekregen voor een doorstroomplaats gezondheidspsycholoog in een epilepsie-inrichting. Opleidingsinrichting A heeft subsidie beschikt gekregen voor een instroomplaats voor een verpleegkundig specialist in de ggz en opleidingsinrichting B heeft subsidie beschikt gekregen voor een doorstroomplaats voor een verpleegkundig specialist in de ggz. In goed overleg besluiten de opleidingsinrichtingen A en B van assistent te ruilen; A gaat de doorstromer opleiden en B de instromer. Wat betekent dit voor de subsidie? Noch opleidingsinrichting A, noch opleidingsinrichting B krijgt subsidie; de daadwerkelijke opleiding stemt namelijk niet overeen met de opleidingsplaatsen die beschikt zijn. Beide assistent worden boventallig en komen voor rekening van opleidingsinrichting A en B. Opleidingsinrichting A leidt een assistent gezondheidszorgpsycholoog in de verpleeghuiszorg op voor eigen rekening. Het is mogelijk om deze assistent volgend jaar met subsidie op te leiden door in dat subsidiejaar een instroomplaats ter beschikking te stellen aan deze assistent. Die moet de opleidingsinrichting wel toegekend hebben gekregen. Bovendien moet dit worden gemeld bij de registratiecommissie. Deze assistent gezondheidszorgpsycholoog in de verpleeghuiszorg is dan volgend jaar voor de subsidieregeling een instroomkandidaat en voor de opleidingsinstelling een doorstroomkandidaat. De opleiding loopt immers gewoon door.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Subsidieregeling 2e tranche Zorgopleidingen B | 13
Aanvraag tot subsidievaststelling
Aanvraag tot subsidievaststelling Het bestuur van een opleidingsinstelling moet voor 1 mei na afloop van het subsidiejaar een aanvraag indienen tot vaststelling van de subsidie. Hiervoor moet het formulier uit bijlage 4 van de regeling worden gebruikt. Binnen 22 weken na ontvangst van de aanvraag, stuurt de minister een beschikking tot vaststelling van de subsidie. De (verplichte) aanvraagformulieren hiervoor zijn te downloaden via deze website.
Accountantsverklaring Aan de aanvraag tot vaststelling van de subsidie, moet een assurancerapport van de accountant worden toegevoegd. Leidraad daarvoor vormt het controleprotocol. De instellingssubsidie wordt vastgesteld op grond van: • het aantal opleidingsplaatsen dat per zorgopleiding, uitgesplitst naar instroom en doorstroom binnen de subsidieregeling is gerealiseerd met een maximum van het aantal plaatsen waarvoor subsidie is verleend; • het aantal assistenten dat in een jaar begint met een maximum van het aantal personen waarvoor subsidie is verleend.
Let op! Een aanvraag tot subsidievaststelling mag niet hoger zijn dan in de meest recente subsidieverlening is toegekend. Als bij de subsidievaststelling toch meer wordt aangevraagd dan er is verleend, wordt het extra aangevraagde afgewezen. Een uitzondering geldt als een dienstverband of arbeidsovereenkomst van een assistent wordt beëindigd wegens ongeschiktheid. Dan mag er een nieuwe assistent instromen. De vervanging mag (binnen dezelfde zorgopleiding) alleen plaatsvinden in het jaar waarin het dienstverband of het arbeidscontract is beëindigd, of in het jaar daarna.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Subsidieregeling 2e tranche Zorgopleidingen B | 15
Enkele voorbeelden Tim volgt de opleiding tot gezondheidspsycholoog in een epilepsie-inrichting. Als zijn leer/arbeidsovereenkomst in januari 2012 wordt beëindigd wegens ongeschiktheid (anders dan door ziekte), wil de opleidingsinrichting Tim vervangen voor een andere assistent. Dat kan, mits deze assistent begint aan de opleidingsinrichting waar Tim is gestopt en pas nadat zijn leer/arbeidsovereenkomst is beëindigd. De vervanging moet plaatsvinden in 2012 of 2013. Een eventuele overschrijding van de verleende subsidie voor de instroom in personen of fte’s is hierbij toegestaan. De vervanging moet zo snel mogelijk gemeld worden bij het CONO en de accountant. Voor VWS moet het zichtbaar worden gemaakt bij de subsidieverantwoording van 2012 (als wordt vervangen in 2012) of bij de aanvraag tot subsidieverlening van 2013 (als wordt vervangen in 2013). Voor instroomkandidaat Marga is subsidie beschikt voor het subsidiejaar 2012, namelijk 1 persoon en 1 fte. Marga start op 1 april 2012 met haar opleiding. Op het einde van het subsidiejaar wordt er gekeken naar de realisatie. Dat is in dit geval 1 persoon (Marga) en 9/12 fte (van 1 april t/m 31 december). Het 3/12 teveel ontvangen subsidie, wordt verrekend bij de subsidievaststelling. Madelief volgt de opleiding tot klinisch psycholoog en doet, wegens ziekte, langer over haar opleiding. Dit heeft geen gevolgen voor de subsidie. Zolang ze blijft ingeschreven in het opleidingsregister, blijft haar opleidingsinrichting recht houden op subsidie. Voorwaarde hiervoor is wel dat er een loondoorbetalingsverplichting op de werkgever rust. Zou Madelief ziek worden tijdens een periode van onbetaald verlof, dan wordt er geen subsidie verstrekt.
Let op! Als een opleiding in deeltijd wordt gevolgd, bestaat er naar rato recht op subsidie. Een voorbeeld: voor een assistent die voor 0,8 fte opgeleid wordt, heeft de opleidende instelling recht op 0,8 deel van de subsidie. Hierbij geldt dat zolang er wordt opgeleid, er recht bestaat op subsidie (mits aan alle voorwaarden wordt voldaan).
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Subsidieregeling 2e tranche Zorgopleidingen B | 16
Verplichtingen van de subsidieontvanger
Verplichtingen van de subsidieontvanger Subsidieontvangers hebben de volgende verplichtingen. Een opleidingsinstelling moet: • omstandigheden die van belang kunnen zijn voor een beslissing tot wijziging, intrekking of vaststelling van de subsidie, zo spoedig mogelijk melden aan de minister. Relevante stukken moeten daarbij worden overgelegd; • per zorgopleiding erkend zijn voor de hele periode waarvoor subsidie wordt aangevraagd; • een controleerbare registratie bijhouden ten behoeve van de vaststelling van de subsidie. Elke wijziging moet goed geadministreerd worden, dus ook wanneer een assistent met zwangerschapsverlof is of de datum dat een contract of dienstverband stopt wegens ongeschiktheid; • informatie aanleveren op verzoek van het ministerie en meewerken aan onderzoeken door of namens de minister.
Een voorbeeld Miranda begint op 3 maart 2012 als instromer met haar opleiding voor gezondheids zorgpsycholoog in een revalidatiecentrum bij opleidingsinrichting A. Op 5 juli 2012 geeft Miranda aan dat ze gaat stoppen. Omdat ze haar opleiding niet beëindigt wegens ongeschiktheid, mag ze niet vervangen worden. Opleidingsinrichting A moet het teveel ontvangen subsidiebedrag voor Miranda dan ook terugbetalen bij de subsidievaststelling.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Subsidieregeling 2e tranche Zorgopleidingen B | 18
6
Veelgestelde vragen De antwoorden op veelgestelde vragen zijn opgesplitst in tranches: eerste tranche, tweede tranche Zorgopleidingen A en tweede tranche Zorgopleidingen B.
Bijlagen
Bijlage I Subsidiebedragen voor de 2e tranche zorgopleidingen B, per opleiding In bijlage 1 van de integrale tekst Subsidieregeling 2e tranche zorgopleidingen B 2011 staan de actuele subsidiebedragen per opleiding
Bijlage II Registratiecommissies Elke opleidingsinrichting moet door een van onderstaande instanties zijn erkend. • De Postdoctorale Opleidingsinstituten voor de gezondheidszorgpsycholoog, klinisch psycholoog ofwel psychotherapeut. • De Stichting Opleidingsinstelling Geestelijke Gezondheidszorg Verpleegkundig Specialist.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Subsidieregeling 2e tranche Zorgopleidingen B | 21
Begrippenlijst
Assistent Iemand die een opleiding volgt die behoort tot de 2e tranche zorgopleidingen B. Boventallig Er is sprake van boventalligheid als er meer assistent/fte’s worden opgeleid/gerealiseerd dan bij de subsidieverlening zijn beschikt. Boventallige assistent/fte’s komen niet in aanmerking voor subsidie. CONO Het Coördinerend Orgaan Nascholing en Opleiding in de GGZ. De Minister De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) Doorstroom De opleidingsplaatsen voor assistenten die vóór het jaar waarvoor subsidie wordt verstrekt zijn begonnen met een zorgopleiding waarvoor een instellingssubsidie is verleend. Doorstroom wordt uitgedrukt in het aantal fte’s per instelling, per specialisme. Instroom De opleidingsplaatsen voor assistenten die in het jaar waarvoor de subsidie wordt verstrekt beginnen met een zorgopleiding. Instroom wordt uitgedrukt in het aantal personen per instelling, per specialisme en in aantal fte’s per instelling, per specialisme. Instroomplaatsen kunnen in de loop van een subsidiejaar op elk gewenst moment worden ingevuld. Doorstromen voor de subsidieregeling kan pas nadat een assistent in een voorafgaand subsidiejaar voor de subsidieregeling is begonnen met de zorgopleiding Opleidingsinrichting Een opleidende zorginstelling die is erkend voor het verzorgen van een (deel van een) zorgopleiding, door één van de in bijlage II genoemde organen. Opleidingsplaats De capaciteit van een opleidingsinstelling om voor een zorgopleiding een assistent op te leiden. Opleidingsschema Het schema dat is opgenomen in het opleidingsregister van de registratiecommissie. In het schema is vastgelegd bij welke opleidingsinstelling en de periode dat de assistent de opleiding volgt.
Spelregeldocument Voor het subsidiejaar 2012 gelden nieuwe en eenvoudigere spelregels voor de verdeling en toewijzing van de instroomplaatsen. Hiermee vervallen het toewijzings- en afwegingskader die zijn gehanteerd tot en met subsidiejaar 2011. Zie ook vraag 1 onder Aanvraag Subsidieverlening. Registratiecommissies Commissies die onder andere de opleidingsschema’s van assistenten vastleggen (zie bijlage II). Toewijzingsvoorstel De verantwoordelijke veldpartijen stellen toewijzingsvoorstellen op volgens een onderling afgesproken toewijzingsprotocol. Verdeelplan Na toetsing van het toewijzingsvoorstel, stelt de minister elk jaar het verdeelplan vast. Hiermee staat vast welke opleidingsinstellingen komend jaar voor subsidie in aanmerking komen.
Dit is een uitgave van Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Bezoekadres Parnassusplein 5 | 2511 VX Den Haag Postadres Postbus 20350 | 2500 EJ Den Haag Telefoon 070 340 79 11 Telefax 070 340 78 34 www.opleidingsfondszorg.nl Redactie Jolanda Horsten Fotografie Bert de Jong Meer informatie over het Opleidingsfonds staat op www.opleidingsfondszorg.nl Disclaimer De focus van deze brochure ligt op het verduidelijken van de Subsidieregeling Zorgopleidingen 2e tranche zorgopleidingen B. Om die reden kunnen aan deze brochure geen rechten worden ontleend. Evenmin kan VWS aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuiste en/of onvolledige informatie in deze brochure. De wettelijke Subsidieregeling is altijd leidend. Juli 2011
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Subsidieregeling 2e tranche Zorgopleidingen B | 25