Technische Goedkeuring ATG met Certificatie
Goedkeurings- en Certificatie-operator
Isolatiesysteem voor perimeterisolatie STYRODUR® 3035CS STYRODUR® 4000CS STYRODUR® 5000CS
ATG 14/2966
Geldig van 30/4/2014 tot 29/4/2019
Belgian Construction Certification Association Aarlenstraat, 53 - 1040 Brussel www.bcca.be -
[email protected]
Goedkeuringshouder: BASF SE G - KTF/E - D219 D - 67056 Ludwigshafen Tel.: +49 621 60 21238 Fax: +49 621 60 46208 e-mail :
[email protected] web : www.styrodur.de
1
Doel en draagwijdte van de technische goedkeuring
Deze technische goedkeuring betreft een gunstige beoordeling door een onafhankelijke goedkeuringsoperator aangeduid door de vzw BUtgb van het product of systeem voor een bepaalde beoogde toepassing. Het resultaat van deze beoordeling werd in deze goedkeuringstekst vastgelegd. In deze tekst wordt het product, of de in het systeem toegepaste producten, geïdentificeerd en worden de te verwachten productprestaties bepaald, gesteld dat het product (de producten) of het systeem (de systemen) verwerkt, gebruikt en wordt (worden) onderhouden zoals uiteengezet in deze goedkeuringstekst. De technische goedkeuring gaat gepaard met een regelmatige opvolging en een aanpassing aan de stand van de techniek wanneer deze wijzigingen pertinent zijn. Een vijfjaarlijkse revisie wordt opgelegd. De instandhouding van de technische goedkeuring vereist dat de fabrikant te allen tijde kan bewijzen dat hij al het nodige doet opdat de in de goedkeuring beschreven prestaties bereikt worden. De opvolging hiervan is essentieel voor het vertrouwen in de overeenkomstigheid met deze technische goedkeuring. Deze opvolging wordt toevertrouwd aan een door de BUtgb aangeduide certificatieoperator. Door middel van het doorlopend karakter van de controles en de statistische interpretatie van de controleresultaten bereikt de bijbehorende certificatie een hoog betrouwbaarheidsniveau. De goedkeuring, evenals de certificatie van de overeenstemming met de goedkeuring, staan los van individueel uitgevoerde werken. De aannemer en voorschrijver blijven onverminderd verantwoordelijk voor de overeenstemming van de uitvoering met de bepalingen van het bestek.
2
Voorwerp
Deze goedkeuring heeft betrekking op een isolatiesysteem voor de buitenzijde van betonnen kelder- of funderingswanden (perimeterisolatie). Het systeem bestaat uit isolatieplaten op basis van geëxtrudeerd polystyreen hardschuim (XPS), type STYRODUR® 3035 CS, STYRODUR® 4000 CS en STYRODUR® 5000 CS die als warmteisolerende laag ondergronds worden toegepast aan de buitenzijde van betonnen kelder- of funderingswanden, belast door gronddruk en eventueel door grondwaterdruk. Deze moeten worden toegepast in overeenstemming met de uitvoeringsvoorschriften die in § 5 worden beschreven. De wandbouw die hierbij toegelaten is, wordt eveneens aangegeven in § 5. De perimeterisolatie staat los van de kelderafdichting en kan deze niet vervangen. De producten STYRODUR® 3035 CS, STYRODUR® 4000 CS en STYRODUR® 5000 CS vormen het voorwerp van de productgoedkeuring met certificatie ATG H732. Deze productgoedkeuring met certificatie omvat een doorlopende productiecontrole door de fabrikant, aangevuld met een regelmatig extern toezicht daarop door de door de BUtgb toegewezen certificatie-instelling. De technische goedkeuring heeft betrekking op het isolatiemateriaal en op het beschreven systeem, met inbegrip van de plaatsingstechniek, maar niet op de kwaliteit van de uitvoering.
3 3.1
5.2
Materialen STYRODUR® 3035 CS, STYRODUR® 4000 CS en STYRODUR® 5000 CS platen
De isolatieplaten STYRODUR® 3035 CS, STYRODUR® 4000 CS en STYRODUR® 5000 CS zijn stijve platen met een groene kleur, samengesteld uit geëxtrudeerd hardschuim met extrusiehuid en zonder bekleding en met als blaasmiddel CO2 (+ <1 % isobuthaan). Door extrusie verkrijgen de oppervlakken van de platen een glad uitzicht. Tabel 1 – Productoverzicht Type isolatieplaten STYRODUR® 3035 CS STYRODUR® 4000 CS STYRODUR® 5000 CS
Bekleding
Afmetingen (lengte, breedte, dikte)
Randafwerking
geen
Lengte: 1250 mm Breedte: 600 mm Dikte: 30 ≤ d ≤ 120 mm
Sponning aan de 4 zijden
geen
Lengte: 1250 mm Breedte: 600 mm Dikte: 30 ≤ d ≤ 120 mm
Sponning aan de 4 zijden
geen
Lengte: 1250 mm Breedte: 600 mm Dikte: 40 ≤ d ≤ 120 mm
Sponning aan de 4 zijden
Fig. 1:
Tekening sponning
Plaatsing van de isolatieplaten
De betonnen kelder- of funderingswand die als ondergrond van de perimeterisolatie fungeert, moet voldoende vlak zijn. Oneffenheden mogen niet meer dan 10 mm bedragen onder een lat van 2 m. Bouwdelen die niet waterdicht zijn, moeten door het aanbrengen van een aparte afdichting eerst waterdicht worden gemaakt. Het systeem van de perimeterisolatie staat los van de kelderafdichting en kan deze niet vervangen. Het waterdicht maken van de kelderwand dient te gebeuren vooraleer de isolatieplaten worden aangebracht. De isolatieplaten worden in één laag aangebracht, steeds in verband (bij voorkeur halfsteensverband) en goed aaneengesloten geplaatst. Indien nodig, kunnen de isolatieplaten op de bouwplaats gesneden of verzaagd worden. Alle voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen om beschadiging van de sponningboorden en iedere andere schade aan het product te voorkomen. Beschadigde platen mogen niet verwerkt worden. De isolatieplaten moeten dusdanig verankerd zijn dat zij niet kunnen verschuiven tijdens het volstorten van de bouwput. Dit gebeurt normaliter door het verlijmen van de platen tegen de betonwand en het plaatsen van de isolatieplaten op een doorlopende betonnen plint aan de onderzijde van de kelder- of funderingswand. Verder is een laagsgewijze verdichting bij de aanvulling van de bouwput noodzakelijk. De kelderafdichtingen, het lijmtype en de toe te passen hoeveelheden lijm moeten per situatie goed op elkaar worden afgestemd qua chemische en fysische eigenschappen. De lijm dient in functie van de toepassing gekozen te worden in samenspraak met BASF. De lijm dient oplosmiddelvrij te zijn.
4
Indien in de gebruiksfase een belasting door grondwater kan voorkomen (tijdelijk of permanent) dienen de platen volvlaks verlijmd te worden. Hierna moeten de voegen afgestreken worden met lijm om het indringen van drukkend water te voorkomen.
Vervaardiging en commercialisatie
De isolatieplaten worden vervaardigd door de firma BASF SE te Ludwigshafen (Duitsland). De commercialisatie gebeurt door de firma ALBINTRA NV te 2520 Broechem (tel 03/470.12.12). Voor wat betreft de vervaardiging, controles en merking wordt verwezen naar ATG H732. Op de verpakking (losse platen in pakken met krimpfolie) wordt een etiket aangebracht met de nodige gegevens in het kader van de CE-markering, het ATG-merk en -nummer.
5 5.1
Opvatting en uitvoering Opslag en vervoer
De isolatieplaten in hun verpakking dienen droog vervoerd en opgeslagen te worden, waarbij de nodige voorzorgen genomen moeten worden om beschadigingen te voorkomen.
In het geval van een volvlakse verlijming van de isolatieplaten tegen de kelder- of funderingswand moeten de isolatieplaten zodanig worden geplaatst dat naast het verzakken van de platen het optreden van schuifspanningen op de kelderafdichting wegens latere zetting van de aangevulde grond wordt voorkomen. De performantie van de lijmlaag op zich maakt geen deel uit van de certificatie. Bij het gebruik van een bitumineuze kelderafdichting mogen de platen niet in de nog niet uitgeharde afdichting gedrukt worden. Voor afdichtingen op basis van koude bitumen kleefstoffen is een minimale uithardingstijd van één week aan te houden, vooraleer de isolatieplaten worden aangebracht. Bij plaatsing in het grondwater dienen gepaste maatregelen genomen te worden om het opdrijven van de isolatieplaten te voorkomen. Ter plaatse van openingen in de kelder- of funderingswand moet de isolatie doorgaand en zonder koudebruggen worden aangebracht (inclusief eventuele dagkanten). Het plaatsen van de isolatieplaten in een bekisting, waarna deze met beton wordt volgestort, is niet toegelaten. Het systeem van de perimeterisolatie staat los van een eventueel drainagesysteem en kan dit niet vervangen.
ATG 14/2966 - 2/5
Tijdens de opslag of de verwerking van de isolatieplaten mag het materiaal niet blootgesteld worden aan:
vlammen of andere bronnen van hoge temperatuur; zonnestralen gedurende een lange periode, daar UVstralen het oppervlak van de platen aantasten; materialen die XPS aantasten (producten die organische oplosmiddelen bevatten, benzine, … – bij twijfel dient BASF SE geraadpleegd te worden).
6
Prestaties
6.1
Thermische prestaties
Zie NBN B 62-002 “Thermische prestaties van gebouwen berekening van de warmtedoorgangscoëfficiënten (U-waarden) van gebouwcomponenten en gebouwelementen”, editie 2008. 1/U = RT = Rsi + Rkelderwand + Rse
Bij elke werkonderbreking en in ieder geval aan het einde van elke dag is het noodzakelijk het blootliggend isolatiemateriaal tegen weersinvloeden te beschermen.
Rfunderingsvloer = R1 + R2 + … + Risol + … + Rn
De isolatieplaten zijn niet bestand tegen UV-stralen. Ze kunnen enkel ondergronds worden toegepast en ze zijn niet geschikt om te pleisteren.
∆Ucor = 1/(RT – Rcor) – 1/RT
5.3
Toelaatbare belastingen
U = 1/RT
Uc = U + ∆Ucor + ∆Ug + ∆Uf Waarbij:
De isolatieplaten kunnen tot maximaal 3,5 m in het grondwater worden toegepast. Wanneer het grondwaterpeil minimaal 1 m onder het maaiveld blijft, kunnen plaatdiktes tot maximaal 120 mm worden toegepast. Wanneer het grondwaterpeil minimaal 0,5 m onder het maaiveld blijft, kunnen plaatdiktes tot maximaal 80 mm worden toegepast.
Bij plaatsing in het grondwater dienen gepaste maatregelen genomen te worden om het opdrijven van de isolatieplaten te voorkomen.
De keuze van de isolatie wordt bepaald aan de hand van de drukspanning bij 10 % vervorming of de druksterkte van de isolatieplaten. De maximale inbouwdiepte en het type isolatieplaat dient zo te worden gekozen dat de rekenwaarde van de optredende drukspanning ten gevolge van de grond- en grondwaterdruk en de eventuele andere belastingen (bv. verkeersbelasting op het maaiveld) kleiner is dan de rekenwaarde van de drukspanning bij 10 % vervorming of van de druksterkte. Voor de bepaling van de grond- en grondwaterdrukken en zijn de normen NBN EN 1997-1+ANB van toepassing.
wordt
weergegeven
STYRODUR® 3035 CS STYRODUR® 4000 CS STYRODUR® 5000 CS
Alle R-waarden hebben als eenheid m².K/W.
Tabel 3 – Thermische eigenschappen
in Dikte (mm)
Tabel 2 – Mechanische eigenschappen
Type isolatieplaat
Alle U-waarden hebben als eenheid W/m².K.
De belastingen dienen hoofdzakelijk statisch te zijn. De toelaatbare rekenwaarde onderstaande tabel.
RT: de totale warmteweerstand van het bouwelement Rsi: de warmteovergangsweerstand aan het binnenoppervlak, conform NBN EN ISO 6946, Rsi = 0,13 m².K/W R1, R2,… Rn: warmteweerstand (rekenwaarde) van de verschillende lagen Risol: voor een homogene isolatielaag is dit de gedeclareerde thermische weerstand van het isolatieproduct voor de betreffende dikte. Risol = RD Rse: de warmteovergangsweerstand aan het buitenoppervlak, conform NBN EN ISO 6946, Rse = 0,04 m².K/W Rcor: correctiefactor, Rcor = 0,10 m².K/W voor plaatsingstoleranties bij de uitvoering U: warmtedoorgangscoëfficiënt (W/m².K) Uc: gecorrigeerde warmtedoorgangscoëfficiënt (W/m².K) conform aan NBN EN ISO 6946 ∆Ug: toeslag op de U-waarde voor spleten in de isolatielaag, conform NBN EN ISO 6946, voor uitvoering conform de ATG wordt ∆Ug = 0 ∆Uf: toeslag op de U-waarde voor bevestigingen door de isolatielaag, conform NBN EN ISO 6946, ∆Uf = 0, want geen bevestigingen
Drukspanning bij 10 % vervorming of druksterkte Classificering volgens NBN EN 13164:2013 Bepaling volgens NBN EN 826 CS(10\Y)x [kPa]
Rekenwaarde van de drukspanning bij 10% vervorming of van de druksterkte d [kPa]
CS(10\Y)300 ≥ 300kPa
185
CS(10\Y)500 ≥ 500kPa
255
CS(10\Y)700 ≥ 700kPa
355
ATG 14/2966 - 3/5
RD (m².K/W)
30
STYRODUR® 3035 CS STYRODUR® 4000 CS 0,95
40 50 60 70 80 90 100 110 120
1,20 1,50 1,75 1,90 2,25 2,40 2,65 2,85 3,20
STYRODUR® 5000 CS 1,20 1,50 1,75 1,90 2,25 2,40 2,65 2,85 3,20
6.2
Overige prestaties
Hierna worden de prestatiekenmerken van de isolatieplaten weergegeven. In de kolom BUtgb worden de minimale aanvaardingscriteria vermeld die door de BUtgb werden vastgelegd. In de kolom fabrikant worden de aanvaardingscriteria vermeld die de fabrikant zichzelf oplegt. Het naleven van deze criteria wordt bij de verschillende controles nagegaan en valt onder de productcertificatie. Tabel 4 – Materiaaleigenschappen Eigenschappen
Criteria BUtgb
Criteria fabrikant
Lengte (mm) Breedte (mm)
± 8 mm ± 8 mm T1 ± 2 mm (< 50) -2/+3 mm (50 ≤ d ≤ 120) ≤ 5 mm/m Plaatoppervl. ≤75 dm²: ≤ 3 mm DS(70,90) Δl,b,d ≤ 5 STYRODUR® 3035 CS CS(10\Y)300 ≥ 300kPa STYRODUR® 4000 CS CS(10\Y)500 ≥ 500kPa STYRODUR® 5000 CS CS(10\Y)700 ≥ 700kPa
± 8 mm ± 8 mm
Bepalingsmethode NBN EN 822 NBN EN 822
T1
NBN EN 823
x
≤ 5 mm/m Plaatoppervl. ≤75 dm²: ≤ 3 mm DS(70,90) Δl,b,d ≤ 5 STYRODUR® 3035 CS CS(10\Y)300 ≥ 300kPa STYRODUR® 4000 CS CS(10\Y)500 ≥ 500kPa STYRODUR® 5000 CS CS(10\Y)700 ≥ 700kPa 30 d < 40 mm: 0,032 40 d < 60 mm: 0,034 60 d < 70 mm: 0,035 70 d < 90 mm: 0,036 90 d ≤ 120 mm: 0,038
NBN EN 824
x
NBN EN 825
x
NBN EN 1604
x
NBN EN 826
x
NBN EN 12667
x
Dikte (mm) Haaksheid (mm) Vlakheid (mm) Dimensionele stabiliteit 48 h 70 °C 90 % RV (%)
Drukspanning bij 10 % vervorming of druksterkte (kPa)
Warmtegeleidingscoëfficiënt D [W/(m.K)]
Brandreactie
A1-F
E
Waterabsorptie door onderdompeling (%)
WL(T) 0,7 ≤ 0,7 WD(V)3 ≤3 FTCD2 ≤2 Δ drukspanning ≤ 10 % DLT(2)5 ≤ 5 %
WL(T) 0,7 ≤ 0,7 WD(V)3 ≤3 FTCD1 ≤1 Δ drukspanning ≤ 10 % DLT(2)5 ≤ 5 % STYRODUR® 3035 CS: CC(2/1,5/50) 130 kPa STYRODUR® 4000 CS: CC(2/1,5/50) 180 kPa STYRODUR® 5000 CS: CC(2/1,5/50) 250 kPa
Waterabsorptie door diffusie (%) Vorst/dooi weerstand (%) Mechanische sterkte - verdeelde belasting
Kruip en reductie van de dikte bij drukbelasting (op lange termijn) (kPa)
x:
Getest en conform het criterium van de fabrikant.
ATG 14/2966 - 4/5
Euroclass (classificatie cf. NBN EN13501-1) NBN EN 12087 NBN EN 12088 NBN EN 12091
Resultaten x x
x x x x
NBN EN 1605
x x
NBN EN 1606
x
7 A.
B.
C.
Voorwaarden Uitsluitend het in de voorpagina als ATG-houder vermelde bedrijf en het bedrijf (de bedrijven) die het onderwerp van de goedkeuring commercialiseert (commercialiseren) mogen aanspraak maken op de toepassing van deze technische goedkeuring. Deze technische goedkeuring heeft uitsluitend betrekking op het product of systeem waarvan de handelsnaam op de voorpagina wordt vermeld. Houders van een technische goedkeuring mogen geen gebruik maken van de naam van de BUtgb, haar logo, het merk ATG, de goedkeuringstekst of het goedkeuringsnummer om aanspraak te maken op productbeoordelingen die niet in overeenstemming zijn met de technische goedkeuring, en evenmin voor producten en/of systemen en/of eigenschappen of kenmerken die niet het voorwerp uitmaken van de technische goedkeuring.
D.
E.
Informatie die door de goedkeuringshouder of zijn aangestelde en/of erkende installateurs, op welke wijze dan ook, ter beschikking wordt gesteld van (potentiële) gebruikers van het in de technische goedkeuring behandelde product of systeem (bv. bouwheren, aannemers, voorschrijvers, …), mag niet in tegenstrijd zijn met de inhoud van de goedkeuringstekst, noch met informatie waarnaar in de goedkeuringstekst verwezen wordt. Houders van een technische goedkeuring zijn steeds verplicht tijdig eventuele aanpassingen aan de grondstoffen en producten, de verwerkingsrichtlijnen, het productie- en verwerkingsproces en/of de uitrusting, voorafgaandelijk bekend te maken aan de BUtgb vzw, en de door de BUtgb aangeduide certificatieoperator, zodat deze kan oordelen of de technische goedkeuring dient te worden aangepast. De auteursrechten behoren tot de BUtgb.
De BUtgb vzw is een goedkeuringsinstituut dat lid is van de Europese Unie voor de technische goedkeuring in de bouw (UEAtc, zie www.ueatc.com) en dat aangemeld werd door de FOD Economie in het kader van Verordening (EU) N°305/2011 en lid is van de Europese Organisatie voor Technische Beoordeling (EOTA, zie www.eota.eu). De door de BUtgb vzw aangeduide certificatieoperatoren werken volgens een door BELAC (www.belac.be) accrediteerbaar systeem. Deze technische goedkeuring werd gepubliceerd door de BUtgb, onder verantwoordelijkheid van de goedkeuringsoperator BCCA, en op basis van het gunstig advies van de Gespecialiseerde Groep "Ruwbouw en Bouwsystemen", verleend op 29 november 2013. Daarnaast bevestigde de certificatie operator BCCA, dat de productie aan de certificatievoorwaarden voldoet en dat met de ATGhouder een certificatie-overeenkomst ondertekend werd. Datum van deze uitgave: 30 april 2014 Voor de BUtgb, als geldigverklaring van het goedkeuringsproces
Voor de goedkeurings- en certificatieoperator
Peter Wouters, directeur
Benny De Blaere, directeur generaal
Deze technische goedkeuring blijft geldig, gesteld dat het product, de vervaardiging ervan en alle daarmee verband houdende relevante processen: onderhouden worden, zodat minstens de prestatieniveaus bereikt worden zoals bepaald in deze goedkeuringstekst doorlopend aan de controle door de certificatie-operator onderworpen worden en deze bevestigt dat de certificatie geldig blijft Wanneer niet langer wordt voldaan aan deze voorwaarden, zal de technische goedkeuring worden geschorst of ingetrokken en de goedkeuringstekst van de BUtgb website worden verwijderd. De geldigheid en laatste versie van deze goedkeuringstekst kan nagegaan worden door de BUtgb website (www.butgb.be) te consulteren of rechtstreeks contact op te nemen met het BUtgb secretariaat.
ATG 14/2966 - 5/5