STRATEGIENOTA LAND VAN LEEGHWATER
‘’Varen tussen het wuivende riet. Fietsen en wandelen door weer en wind over dijken, langs vaarten en door pittoreske dorpjes. Dit alles kan in het Land van Leeghwater…’’ VVV-gids Steden en Dorpen Schiereiland Noord-Holland 2004
Status:
PUBLIEKSVERSIE
Datum:
Maart 2005
Inhoud INHOUD
2
1 INLEIDING
3
1.1 1.2 1.3
3 3 4
TWEE JAAR SAMENWERKING EEN VERANDERD BEELD EEN STRATEGIENOTA ALS LEIDRAAD
2 RECREATIE EN TOERISME
5
2.1 2.2 2.3 2.4 2.6 2.6.1 2.6.2 2.6.3
5 5 6 6 6 7 7 7
RECREATIE EN TOERISME DE MAATSCHAPPELIJKE BETEKENIS DE ECONOMISCHE BETEKENIS DE LANDSCHAPPELIJKE BETEKENIS EEN AANTREKKELIJKE RECREATIEVE OMGEVING IDENTITEIT TOEGANKELIJKHEID AANBOD
3 LAND VAN LEEGHWATER 3.1 3.2 3.3 3.4 3.4.1 3.4.2 3.4.3
MAATSCHAPPELIJKE VRAAGSTUKKEN IN HET LAND VAN LEEGHWATER ECONOMISCHE VRAAGSTUKKEN IN HET LAND VAN LEEGHWATER LANDSCHAPPELIJKE VRAAGSTUKKEN IN HET LAND VAN LEEGHWATER LAND VAN LEEGHWATER; EEN AANTREKKELIJKE RECREATIEVE OMGEVING AANDACHTSPUNTEN BIJ IDENTITEIT AANDACHTSPUNTEN BIJ TOEGANKELIJKHEID AANDACHTSPUNTEN BIJ AANBOD
9 9 10 10 11 11 13 14
4 AANDACHTSVELDEN 2005 – 2008
15
4.1 4.2 4.3 4.4
15 16 17 19
GERICHTE AANDACHT ROL GEMEENTE(N) BETROKKEN PARTIJEN PERIODE 2005 – 2008
5 SAMENWERKEN
22
2
1
Inleiding
Zijn er in Noord-Holland nog ontdekkingstochten mogelijk? Jazeker! Op ruim een half uur rijden van Amsterdam en minder dan twintig minuten van Alkmaar, Hoorn en Purmerend ligt het Land van Leeghwater. Dit landschap van het Beemster Werelderfgoed, Eilandspolder en Schermer vormt een boeiende staalkaart van ruim 1000 jaar landschaps- en waterstaatsgeschiedenis. Massatoerisme treft u hier niet aan. U vindt er rust, ruimte en verstilde dorpen. De herinneringen uit een rijk en opmerkelijk verleden liggen er voor het oprapen. Het is een gebied dat zich bij uitstek per fiets, per boot of te voet laat verkennen. (Uit de strooifolder Haring- en Henneproute). 1.1 Twee jaar samenwerking Het is pas twee jaar geleden dat gestart werd met de samenwerking op het gebied van recreatie en toerisme tussen de drie gemeenten Beemster, Graft-De Rijp en Schermer. Het eerste jaar werd vooral gekenmerkt door het zoeken naar een goede organisatievorm, het tweede jaar door subsidiewerving, uitwerking en uitvoering van initiatieven. De conclusie na deze twee jaren is dat we vooral door moeten gaan met samenwerken op het gebied van recreatie & toerisme. Allereerst natuurlijk om af te maken waaraan we gezamenlijk zijn begonnen, maar vooral ook omdat de samenwerking een duidelijke meerwaarde oplevert. Belangrijke meerwaarden zijn: Groter aanbod; het aanbod van de toeristische producten is in onze gemeenten samen groter en gevarieerder (en dus voor de toerist interessanter), dan voor iedere gemeente afzonderlijk. Eenduidigheid; de toerist komt naar een regio, een gebied met speciale kenmerken. Deze is niet aan gemeentegrenzen gebonden. Het gezamenlijk ontwikkelen en promoten van informatie over en bebording in onze regio levert een duidelijk beeld op voor de toerist. Een zeer belangrijke meerwaarde. Een bredere kennis; de drie (beleids)medewerkers van de gemeenten beschikken ieder over eigen kennis en vaardigheden. We kunnen daarmee duidelijk stellen “drie weten en kunnen meer dan één”. Samenwerking kan veel dubbel werk besparen. Eén B&W-advies voor drie gemeenten, één subsidie-aanvraag voor drie gemeenten etc. Grotere financiële armslag; gebleken is dat provincie, rijk e.a. subsidieorganen de samenwerking tussen meerdere gemeenten willen stimuleren en hiervoor vaak extra subsidiegelden willen inzetten. Samen zijn we een serieuze gesprekspartner; als Land van Leeghwater spreken we niet ieder voor zich, maar in principe namens een gebied met ca. 20.000 inwoners en een oppervlak van 15.863 ha. (excl. Zeevang) met eenduidige visie en een herkenbaar aanspreekpunt. 1.2 Een veranderd beeld Na twee jaar samenwerking wordt het Land van Leeghwater opnieuw geconfronteerd met veranderingen, die het noodzakelijk maken de organisatie tegen het licht te houden. Het betreffen de direct te besteden gelden en de omvang van de ambtelijke formatie. En gemeente Zeevang dat het signaal heeft afgegeven te willen overwegen om aan te sluiten. Daarnaast kunnen uit de evaluatie over de afgelopen twee jaar twee belangrijke conclusies worden getrokken. Ten eerste de wens voor een document voor zowel intern (ambtelijk en bestuurlijk) als extern (voor overheden, ondernemers, stichtingen enz.) gebruik, waarin wordt uiteengezet wat de gemeentelijke doelstellingen op het gebied van recreatie en toerisme zijn.
3
Ten tweede een gewenste inbreng vanuit de zijde van ruimtelijke ordening / grondgebied en vanuit de economische disciplines.
Gevels in de Rijp (foto Marjan Slot)
1.3 Een strategienota als leidraad Voor de continuering van de samenwerking is een duidelijke gezamenlijke leidraad gewenst; een handreiking voor de onderbouwing van keuzes. Gebaseerd op een heldere visie en een gedegen organisatorische structuur. Achtereenvolgens worden in deze strategienota beschreven: Het belang van recreatie en toerisme (hoofdstuk 2); Het belang van recreatie en toerisme voor het Land van Leeghwater (hoofdstuk 3); De zes aandachtsvelden van het gemeentelijk samenwerkingsverband Land van Leeghwater (hoofdstuk 4); De samenwerking (hoofdstuk 5).
4
2
Recreatie en Toerisme
Het vakgebied recreatie en toerisme kan een belangrijke bijdrage aan maatschappelijke, economische en landschappelijke vraagstukken leveren. De overheid heeft het belang van mogelijkheden voor recreatie in de ruimste zin van het woord onderkend. Het is zelfs in de Grondwet verankerd. Artikel 22 lid 3 luidt: “ De overheid schept voorwaarden voor maatschappelijke en culturele ontplooiing en vrijetijdsbesteding”. Om de positieve aspecten van recreatie en toerisme te kunnen benutten is enige kennis over recreatie en toerisme en enige kennis van de recreant en zijn of haar beweegredenen noodzakelijk. Want zonder de recreant is er geen recreatie. 2.1 Recreatie en Toerisme Het gebruik van de termen recreatie en toerisme kan soms aanleiding geven tot verwarring. Recreatie is de algemene noemer. Toerisme is een specifiek onderdeel van het vakgebied recreatie. Simpelweg gezegd is recreatie “een ontspanning in vrije tijd”. Daarmee richt het vakgebied recreatie zich op de plaatselijke bewoners en mensen uit de regio, maar ook op de verblijfsrecreant die een langere tijd in het gebied én/óf in de regio verblijft. Toerisme heeft betrekking op die verblijfsrecreant, ook wel de toerist genoemd. Omdat de toerist lang in een gebied verblijft en daarbij recreëert, is de toerist in economisch opzicht erg interessant. Vooral voor de (potentiële) ondernemer en daarmee ook voor de leefbaarheid van het door de toerist te bezoeken gebied. Een aandachtspunt is het feit dat de toerist van elders afkomstig is, waardoor hij of zij onbekend is met de omgeving en de recreatieve mogelijkheden. Toerisme heeft daarom enerzijds betrekking op de promotie, maar anderzijds ook op de ontwikkeling van producten / voorzieningen die het voor de toerist aantrekkelijk en makkelijk maken om te komen recreëren. 2.2 De maatschappelijke betekenis Voor de samenleving heeft recreatie positieve effecten, bijvoorbeeld op het gebied van: Volksgezondheid en welzijn; Recreatie verbetert de lichamelijke conditie en levert zo een positieve bijdrage aan de lichamelijke en geestelijke gezondheid. Zelfontplooiing en –ontwikkeling; Musea, theater, galeries, kunstmarkten, culturele evenementen, bezoekerscentra e.a. zijn recreatieve voorzieningen, die kennis en culturele ontplooiing stimuleren. Sociale veiligheid; Diverse onderzoeken hebben aangetoond dat een aantrekkelijke woonomgeving waar (veel) mogelijkheden zijn voor wandel- en fietstochtjes (ommetjes) of het doen van een boodschapje indirect het gevoel van sociale veiligheid vergroot. Meer mensen op straat is meer sociale controle. Maatschappelijke betrokkenheid (socialisatie, leefomgeving). De mogelijkheid om zelf in eigen omgeving ommetjes te maken, verspreiding van kennis over het gebied (landschap, cultuur, historie e.a.) zorgen voor meer begrip, waardering en daardoor meer betrokkenheid met de eigen leefomgeving. Ook bieden bepaalde recreatieve voorzieningen als een kunstmarkt, een evenement etc. mogelijkheden tot deelname (in bestuur, als vrijwilliger e.a.) en betrokkenheid met de eigen omgeving en bewoners.
5
2.3 De economische betekenis Recreatie heeft ook een economische betekenis. Waarde onroerend goed; Recreatievoorzieningen en groen dragen niet alleen bij aan een aantrekkelijke woon- en leefomgeving, maar zorgen ook voor een hogere waarde van nabijgelegen onroerend goed. Werkgelegenheid en voorzieningenniveau. Recreatie draagt steeds meer bij aan economische groei en werkgelegenheid. Daarnaast biedt de continue aanloop van extra mensen, mogelijkheden om het voorzieningenniveau in veel dorpen (levensmiddelen, horeca en/of culturele activiteiten) in stand te houden.
Herstel stolpboerderij Grootschermerweg (fot gemeente Schermer)
2.4 De landschappelijke betekenis De ontwikkeling van recreatie en toerisme kan een positieve betekenis hebben voor het landschap; het natuurlandschap, het agrarische landschap en het stedelijke landschap. Behoud en beheer landschap; Waardering voor het landschap en de belangrijke maatschappelijke en economische betekenis van recreatie & toerisme hebben hun weerslag gekregen in het overheidsbeleid. Het beleid richt zich op het planologisch veilig stellen van bepaalde gebieden voor aantasting van het landschap. Het huidig landelijke gebied is gevormd en wordt beheerd door de agrariër. Het behoud van de agrariër is daarmee een belangrijk doel bij de inzet van overheidsmiddelen ter bevordering van de leefbaarheid en de revitalisering van het landelijke gebied. Natuur-, cultuur- en agro-educatie; Waardering voor het landschap betekent ook interesse voor dit landschap. Echter als men ergens geen kennis van heeft, is het ook moeilijk om het op waarde te schatten (en te behouden). Onbekend maakt immers onbemind. Recreatie door middel van het aanbieden van natuur-, cultuur- en agro-educatie draagt daarom mede bij aan een groeiend draagvlak voor natuur-, cultuur- en agrarisch behoud en beleid. Daarnaast biedt de combinatie plattelandsontwikkeling en recreatie mogelijkheden om de groeiende afstand tussen “de stedeling” en “de agrariër” te verkleinen. 2.6 Een aantrekkelijke recreatieve omgeving Om de betekenis die recreatie en toerisme kunnen hebben volledig te benutten, is het van belang te weten wat de recreant wil, waarom zij ergens naar toe komen. Want zonder de recreant is er geen recreatie. Er zijn diverse oorzaken (factoren), die bepalend zijn voor de recreatieve aantrekkingskracht van een gebied. Grofweg moeten we ons richten op een drietal punten: identiteit, toegankelijkheid en aanbod.
6
2.6.1 Identiteit Identiteit is belangrijk omdat daarmee het onderscheid van andere, van omringende gebieden wordt bepaald. Wat onderscheidt het ene gebied van het andere, waardoor is er een noodzaak, een reden voor de toerist om ergens heen te gaan? Aan de basis van een identiteit liggen factoren als herkenbaarheid, eigen karakter, eenheid, imago. Als we praten over de recreatieve aantrekkelijkheid van een gebied speelt bij identiteit ook de factor afstand een rol. Op mondiale schaal heeft Nederland een eigen identiteit (grachten, molens, polder, tulpen) en onderscheidt zich daarmee duidelijk van andere identiteiten bijv. Egypte (piramides, woestijn), Noorwegen (fjorden, trollen). Ook op lagere schaalniveaus is het inspelen op de identiteit van belang om de recreant naar een gebied te trekken.
Beemster (foto Marjan Slot)
2.6.2 Toegankelijkheid De recreant en toerist hebben vele bestemmingsmogelijkheden. Aan de basis van het item toegankelijkheid ligt een interessant fenomeen, te omschrijven met de uitdrukkingen als “ liever lui dan moe” en “wat niet weet, wat niet deert”. Toegankelijkheid heeft betrekking op: de bereikbaarheid, leesbaarheid en volledigheid van informatie over het gebied, over de activiteiten, over verblijfsmogelijkheden etc. de fysieke bereikbaarheid van het gebied en de hierin gelegen voorzieningen (waar ligt het en hoe kom ik er); de toegankelijkheid van deze voorzieningen (openingstijden, minder validen, anderstaligen etc.). Kennis van het recreatiegedrag is belangrijk bij het bepalen van de fysieke bereikbaarheid van een gebied of voorziening. Gaat het sec. om de wandeling of de fietstocht als doel op zich dan gelden de volgende kengetallen. De recreant (90%) maakt vooral uitstapjes van circa 2 uur. Dit doet hij of zij vooral te voet of per fiets. De afstand, die bij deze wandelingen wordt afgelegd bedraagt max. 4 km. De meest gangbare afstand voor een fietstochtje 15 km (met een maximum van 40 km). Gaat het om een afstand die lopend of te fiets moet worden afgelegd om ergens te komen (met als doel daar te recreëren te winkelen of anders), dan gelden de volgende kengetallen. Voetgangers (90%) hanteren in principe een afstand van 500 meter om ergens lopend te komen. 70% van de fietsers hanteren een afstand van 5 km als maximum voor een recreatief bezoek. Slechts 10% komt verder dan 15 km van de vertrekplaats. 2.6.3 Aanbod Voor het aanbod aan voorzieningen kan met recht gezegd worden “ zoveel mensen, zoveel wensen”. Deze wensen hebben betrekking op een behoefte aan: Natuurbeleving; Een natuurbeleving kan de aanwezigheid van wilde ongerepte natuur zijn, maar ook de aanwezigheid van weilanden, weidevogels, koeien en paarden zorgen voor een natuur-
7
beleving. Zelfs parken in steden worden (door de gemiddelde recreant) gewaardeerd om hun "natuur". Cultuurbeleving; Bij een cultuurbeleving gaat het om de aanwezigheid van mooie door menselijk handelen ontstane kunst- en bouwwerken en/of landschap-(elementen). Dit kan variëren van een mooi schilderij, beeld, brug of knotwilg tot een gehele stad of droogmakerij. Fysieke beleving; Een fysieke beleving ontstaat door niet passief iets te bewonderen, maar door iets te doen. Wandelen, fietsen en roeien zijn goede voorbeelden van fysieke beleving. Ook het zelf appels mogen plukken of het zelf kaas of kunst maken, zijn goede voorbeelden van actieve recreatie. Sociale beleving. Een behoefte aan sociale beleving is feitelijk het onder de mensen willen zijn. Alleen of in groepsverband. Plaatsen en gelegenheden die zich hier uitstekend voor lenen zijn: markten, evenementen, terrasjes en theater. Ook excursies en arrangementen die in groepsverband kunnen worden geboekt, geven invulling aan de sociale beleving (bijvoorbeeld met familie, vrienden of collega´s).
Uit onderzoek is gebleken dat in ieder aantrekkelijk recreatief gebied er voor iedereen iets van deze vier factoren te vinden is. Het accent kan echter op een van de vier liggen, bijvoorbeeld ter onderscheiding van andere recreatieve gebieden in de regio of afhankelijk van de vraag / achterliggende doelstelling.
8
3
Land van Leeghwater
Om een antwoord te geven op de vraag : "Wat kan recreatie & toerisme betekenen voor het Land van Leeghwater?", zijn de volgende aspecten beschreven: Wat zijn in onze gemeenten maatschappelijke, economische en/of landschappelijke vraagstukken, waaraan recreatie en toerisme een bijdrage kan leveren? Wat zijn in onze gemeenten aandachtspunten / knelpunten, die het aanbieden van een aantrekkelijke recreatieve omgeving voor de recreant in de weg staan? Het zal blijken dat recreatie en toerisme een middel kan zijn om de gewenste leefbaarheid in onze gemeenten te kunnen realiseren. Ook is recreatie en toerisme een middel om de economische vitaliteit in onze gemeenten te kunnen versterken. Een derde reden om te investeren in recreatie en toerisme is het feit dat recreatie en toerisme zorgt voor draagvlak (mentaal, financieel en planologisch) voor het behoud van de (cultuurhistorische)landschappen en de monumentale bouwwerken in onze gemeenten. Het beleid van de gemeenten Beemster, Graft-De Rijp, Schermer en Zeevang is gericht op het behoud en versterken van deze aspecten. Ontwikkeling en bevordering van recreatie en toerisme is daarom een middel om dit gemeentebeleid vorm te geven. 3.1 Maatschappelijke vraagstukken in het Land van Leeghwater De gemeenten in het Land van Leeghwater zijn alle plattelandsgemeenten. Steeds meer voorzieningen zijn alleen nog in de omliggende steden / winkelcentra verkrijgbaar. Dit heeft ook zijn weerslag op de levendigheid in de dorpen, de betrokkenheid met de directe leefomgeving en indirect ook op het gevoel van sociale veiligheid. Citaat Cultuurnota Graft-De Rijp (2004): "Een stimulerend aantrekkelijk cultureel klimaat voor de eigen bevolking: mensen kunnen zich uiten en genieten. Daarmee is kunst en cultuur een bindende factor in onze leefgemeenschap.“ Daarnaast kennen onze gemeenten een beperkte bevolkingsgroei, als gevolg van de kleinere huishoudens, maar ook doordat slechts beperkt mag worden bijgebouwd. Starters op de woningmarkt (jonge mensen / gezinnen) wijken daarom ook steeds meer uit naar de omliggende groeikernen. In combinatie met een steeds verder gaande individualisering van de samenleving, ondervindt ook het verenigingsleven de gevolgen van deze “uittocht”. Ook zij kennen veelal een terugloop in bezoekers, leden en vrijwilligers. Het behoud van vele activiteiten (sport, spel, cultuur, educatie) staat daarmee steeds meer onder druk. Citaat Leefbaarheidplan Grootschermer Bijlage: “ Het gemeentebestuur constateert dat het verenigingsleven terugloopt. Dit is een triest gegeven.” Vanuit de gemeenten en de hogere overheden is er aandacht en zorg voor de hierboven geschetste problematiek, die ook wel omschreven wordt met “de wens tot behoud leefbaarheid van het platteland”. Recreatie en toerisme kunnen bijdragen aan deze wens tot behoud van de leefbaarheid. Voorbeelden zijn: het scheppen van mogelijkheden voor (openbare) fysieke activiteiten, zoals wandelen, fietsen, varen; het stimuleren en ontwikkelen van het aanbod van activiteiten die een bijdrage kunnen leveren aan de kennis- en culturele ontplooiing (zoals kunst, musea, theater, muziek, literatuur); vergroten kennis van en betrokkenheid met de eigen leefomgeving; 9
betrokkenheid met eigen bewoners / gevoel sociale veiligheid. Daarmee is stimulering en ontwikkeling van recreatie en toerisme een middel tot behoud van de gewenste leefbaarheid.
Herdenking Grote Brand De Rijp 2004 (foto gemeente Graft- De Rijp)
3.2 Economische vraagstukken in het Land van Leeghwater In de vorige paragraaf werd aangegeven, dat steeds meer voorzieningen alleen nog in de omliggende steden verkrijgbaar zijn. Dit heeft een afname van de werkgelegenheid in onze gemeenten tot gevolg. Ook de agrarische sector (van oudsher een belangrijke werkgever) is onderhevig aan schaalvergroting. Het percentage agrariërs neemt af en steeds meer kleine boeren moeten op zoek naar neveninkomsten (of juist een nieuwe hoofdinkomstenbron). Voor een agrariër is het prettig (ook in economisch opzicht) als deze nevenwerkzaamheden op of nabij het agrarische bedrijf kunnen plaatsvinden. Citaat Recreatieplan Waterland (waaronder Beemster en Zeevang): “Door verbreding van bedrijfsvoering met nevenactiviteiten of specialisatie naar kwaliteitsproductie lijkt het mogelijk om voldoende rendement te halen”. De aanwezigheid van een aantrekkelijk recreatieve omgeving kan de huizenprijs laten stijgen. De maatschappelijke vraagstukken en een beperkte mogelijkheid tot fysieke beleving van het landelijke gebied (lees het maken van meerdere ommetjes in de directe omgeving van de woning) drukken op de huizenprijzen in onze gemeenten. Citaat Leefbaarheidplan Grootschermer (2000): “Bewoners hebben behoefte aan wandel- en fietsroutes.” Recreatie en toerisme kunnen een bijdrage leveren aan de economische draagkracht (de vitaliteit) van onze gemeenten door het creëren van: neveninkomsten; een grotere afzet (meer bezoekers/ klanten) voor de (potentiële) ondernemers; een nieuwe doelgroep voor potentiële ondernemers; een aantrekkelijke woonomgeving. Daarmee is recreatie en toerisme een middel tot versterking van de vitaliteit van onze gemeenten. 3.3 Landschappelijke vraagstukken in het Land van Leeghwater Het Land van Leeghwater bestaat uit waardevolle cultuurlandschappen. Grofweg te onderscheiden in de 17e eeuwse (Gouden Eeuw) droogmakerijen met daartussen het oude land; de huidige veenweide landschappen. Behoud en versterking van de waardevolle cultuurlandschappen staat in alle gemeenten voorop. Via de bestemmingsplannen, maar ook door aanwijzingen als Werelderfgoed, Rijksmonument en Vogel- en habitatrichtlijngebied. Daarnaast bezit het Land van Leeghwater tal van bijzondere bouwwerken. Ook hier is het beleid gericht op het behoud hiervan, onder meer door het inzetten van middelen als rijks /provinciaal/ dorpsmonument, beschermd dorpsgezicht, werelderfgoed (de forten), musea.
10
Deze beschermende titels geven weliswaar de waarden van ons gebied aan, maar leiden niet direct tot een goed gevulde portemonnee voor de eigenaar / beheerder waarmee het bezit onderhouden kan worden. Citaat Recreatieplan Waterland (waaronder Beemster en Zeevang): “Hoofdlijn in de visie is het inzetten op duurzaam behoud van de landbouw als beheerder van het landschap”. Er zijn diverse oorzaken, die aanleiding kunnen zijn tot verandering en/of verval van het te beschermen bezit. De belangrijkste zijn: verandering functie / gebruik; Door schaalvergroting, centralisering en technische ontwikkelingen raken sommige bouwwerken en landschappelijke vegetaties overbodig. Duidelijke voorbeelden hiervan zijn de (stolp)boerderijen, waterschapshuizen, molens, gemalen en boomgaarden. belemmeringen bedrijfsvoering. Bescherming kan ook leiden tot beperkende wet- en regelgeving. Het scheuren van land, het plaatsen van kassen zijn voorbeelden van duidelijk aan strenge regelgeving gebonden activiteiten. Dit kan in het uiterste geval leiden tot de keuze voor bedrijfsverplaatsing of voor "bedrijfsverval".
Beemsterinfo en Agrarische Museum Westerhem (foto Marjan Slot)
Recreatie en toerisme kunnen een bijdrage leveren aan de landschappelijke vraagstukken in onze gemeenten door het creëren van: nieuwe gebruiksfuncties in cultuurhistorische en/of landschappelijke waardevolle bouwwerken; draagvlak voor het behoud van het cultuur-, natuur- en/of agrarische landschap; Citaat subsidieaanvraag Haring- en Henneproute: “ De locaties op de route zijn bijzondere cultuurhistorische monumenten waar de geschiedenis wordt verteld door middel van kleine aantrekkelijke presentaties. Op deze wijze wordt ook bijgedragen aan een groter besef voor cultuurbehoud door middel van cultuurparticipatie en cultuureducatie. Ons unieke culturele erfgoed en de kwaliteit van de onze omgeving kunnen worden bewaard wanneer zoveel mogelijk mensen het belang daarvan onderkennen. Interesse en enige kennis zijn daarbij belangrijke voorwaarden; onbekend maakt immers onbemind.” een brug tussen de zachte waarden (cultuurhistorie, leefbaarheid, kunst, welzijn etc.) en de harde waarden (bestemmingsplannen, beeldkwaliteitplannen etc.) naast schaalvergroting ook de keuze voor "het nieuwe gemengde bedrijf". Voorbeelden kunnen zijn: boerenlogies, kampeerboerderij, bezoekboerderijen, zorgboerderijen, pensionstalling. Daarmee is recreatie en toerisme een middel tot behoud van de (cultuurhistorische) landschappen en de monumentale bouwwerken in onze gemeenten. 3.4
Land van Leeghwater; een aantrekkelijke recreatieve omgeving
3.4.1 Aandachtspunten bij identiteit Polders, koeien, molens, dijken, tulpen zijn enkele voorbeelden van zeer bekende beelden die een toerist heeft bij de naam Holland. De vraag: "Kunnen we er ook dijken zien?" lijkt een 11
hele komische, maar is een vaak voorkomende vraag als je met buitenlanders praat over het Land van Leeghwater. Voor het Land van Leeghwater is het ook een heel belangrijke vraag. Het Land van Leeghwater verhaalt over de geschiedenis van dijken en molens. Van de strijd tegen, de handel over en de landwinst op het water en hoe dit laatste in de 17e eeuw tot zo'n kunst werd verheven dat wij in het Land van Leeghwater nu twee Werelderfgoederen bezitten. Het is dít verhaal, de aanwezigheid van dit "Hollandse" beeld, dat het Land van Leeghwater onderscheidt van de omliggende regio's, waardoor er een reden / een “must” is om het Land van Leeghwater te bezoeken. Citaat CHT Giotto 2001: “De drie gemeenten hebben samen ‘het verhaal’ over watermanagement / droogmakerijen te vertellen.” Het is dan ook dít verhaal dat beter gepromoot en beter moet worden uitgewerkt. Aandacht moet er daarom zijn voor versterking van: Werelderfgoed de Beemster (met Beemsterinfo als bezoekerscentrum over droogmakerijen, van landmeetkunst tot Utopia en het in het bijzonder); de Schermermolens (met een bezoekerscentrum bij de museummolen verhalend over de molens t/ m de huidige gemalen en het watersysteem en -management); het Schermereilandt met haar rijke zeevaarthistorie. Haring- en walvisvaart, oude raadhuizen, reders- en kapiteinswoningen etc. (Museum In ’t Houten Huys over de geschiedenis van het Schermereiland). de relatie tussen Beemsterinfo, Schermermolens en Eilandspolder / Graft – De Rijp (o.a. via initiatieven als de Haring- en Henneproute, de Leeghwaterroute etc.). Fort Spijkerboor (als kenniscentrum over de Stelling van Amsterdam en het aspect inundatie(verdediging d.m.v. water) in het bijzonder. Het Land van Leeghwater is een jonge naam. Een naam die nog steeds goed gepromoot en beter zichtbaar gemaakt moet worden. Bij identiteit speelt de schaal waarop je naar een gebied kijkt een belangrijke rol. De toerist kiest voor een regio, een duidelijk herkenbaar gebied. Het is daarom belangrijk om je als eenheid te presenteren. Ook eenheid in beeldvorming en gebruik van logo's is hierbij van belang. Een potentiële bedreiging van deze eenheid is de kakofonie van sterke (nieuwe) gebiedsnamen en organisatienamen voor en in onze omgeving. Het is belangrijk voor onszelf, maar ook voor de duidelijkheid naar de recreant toe, dat het gebruik van deze namen en de hieraan gekoppelde beeldvorming steeds eenduidig is. Kritieke situaties zijn de momenten dat wordt nagedacht over wijzigen en/of ontwikkelen van bebording, folders, internetsites e.d. Het moet dan duidelijk zijn wat de functie en de plaats van een hierop te plaatsen gebieds- of organisatienaam is. Het Land van Leeghwater is in de eerste plaats de aanduiding van een gebied. De gebiedsnamen kennen de volgende opbouw: - Nederland kent twaalf provincies, waaronder Noord-Holland; - Noord-Holland is opgebouwd uit een aantal karakteristieke gebieden; waaronder Nationaal Landschap Laag Holland; - In het Nationaal Landschap Laag Holland liggen enkele landschapseenheden en dorpen met een eigen specifieke identiteit; zoals werelderfgoed De Beemster, de Eilandspolder, het dorp De Rijp, het voormalige eiland Zeevanc met Edam-Volendam. - In het Nationaal Landschap Laag Holland liggen een aantal voor toeristen interessante locaties; zoals de Zaanse Schans, de Gouden Driehoek (Edam, Volendam, Marken) en Land van Leeghwater. Citaat Recreatieplan Noord-Holland-Midden (concept 2004): Een potentieel ‘nieuwe’ locatie voor de toeristen vanuit de kust of Amsterdam is het ‘Land van Leeghwater’.
12
Toeristisch aandachtsgebied Land van Leeghwater (Kaartbeeld uit Concept Recreatieplan Noord-Holland Midden; opdrachtgever Groene Long. Dit recreatieplan zal begin 2005 aan alle betrokken gemeenten ter vaststelling worden aangeboden).
De naam Land van Leeghwater wordt ook gebruikt als organisatienaam door verschillende organisaties. Dit is positief. Het vergroot de identiteit en naamsbekendheid van het Land van Leeghwater. Enkele van deze organisaties zijn: - Stichting Uit! in het Land van Leeghwater (Beemster, Graft – De Rijp en Schermer); - het gemeentelijk samenwerkingsverband Land van Leeghwater; - WLTO-Land van Leeghwater (Beemster, Graft – De Rijp en Schermer); - Streekwinkel E&E met subtitel "verse producten uit het Land van Leeghwater". Daarnaast zijn er een aantal andere organisaties in de regio actief die hun naam ontlenen aan andere gebiedsnamen. Dit versterkt hun eigen identiteit, maar kan ook aanleiding geven tot verwarring. Dit zijn: - Stichting Werelderfgoed De Beemster (Beemster); - Agrarische Natuurvereniging Waterland (met activiteiten in geheel Nationaal Landschap Noord-Holland en gebruiken de gebiedsnaam Waterland. Historisch zo gegroeid. Meeste leden komen uit het zuidoostelijk deel van Nationaal Landschap Laag Holland / gemeente Waterland); - Landschap Waterland (het recreatieschap met o.a. gemeenten Zeevang en Beemster in hun werkgebied); - VVV Noord Holland Schiereiland Midden (maken gebruik van de gebiedsnaam Schiereiland Midden met o.a. Schermer, Graft- De Rijp, Alkmaar, de kust en zuidelijk deel Westfriesland); - Landschap Noord – Holland (met o.a. grond in de westelijke Eilandspolder).
3.4.2 Aandachtspunten bij toegankelijkheid Toegankelijkheid heeft betrekking op: Bereikbaarheid en volledigheid van informatie; Over de bereikbaarheid van informatie is de afgelopen jaren veel gesproken. Echter op dit moment kan een (digitale) toerist via de landelijke en provinciale VVV's nog steeds niets te weten komen over het Werelderfgoed de Beemster. En in sommige brochures is 13
Oostgraftdijk het kloppende hart van het Schermereiland. Ook is diverse informatie nog erg versnipperd terug te vinden en/of wordt aan veel activiteiten minimale ruchtbaarheid gegeven. In het voorjaar van 2005 zal hard gewerkt worden aan de komst van een VVV-infogids over het Land van Leeghwater. Ook zal de website Land van Leeghwater kunnen worden geopend, waarvan de database gekoppeld zal zijn aan de provinciale toeristische database. Een belangrijke slag, waarbij (zeker in de eerste jaren) vanuit de gemeenten aandacht moet worden geschonken aan de coördinatie en het beheer van de gegevens (afkomstig van zoveel verschillende stichtingen, horeca, activiteitencommissies, informatiecentra etc.). Maar ook aandacht voor de herdruk van de ontwikkelde folders.
De fysieke bereikbaarheid; De fysieke bereikbaarheid heeft in de eerste plaats te maken met de vraag: " Hoe kom ik er?". Routeborden, objectverwijzingsborden, plattegrondkasten, parkeerplaatsen, openbaar vervoer zijn alle items die op deze vraag betrekking hebben. De gemeente is vergunningverlener voor al deze activiteiten. Voor het verkrijgen van een eenduidige bebording in het Land van Leeghwater ligt hier dan ook een coördinerende gemeentelijke taak. In de tweede plaats heeft de fysieke bereikbaarheid ook te maken met de vraag: "Hoe verhoudt de reistijd zich met de verwachte verblijfstijd?" Voor die verblijfstijd is het interessant als er meerdere activiteiten binnen een straal van 500 meter bij elkaar aanwezig zijn. Een museum in combinatie met een leuke rondvaart en/of in combinatie met een aantrekkelijke restauratieruimte etc. verhoogt de potentiële verblijfstijd, waardoor er ook meer belangstelling ontstaat om een tocht naar het Land van Leeghwater te ondernemen. De attracties in het Land van Leeghwater liggen vrij verspreid. Bij diverse (toeristische) ontwikkelingsplannen is het zinvol om hiermee rekening te houden.
De toegankelijkheid van de voorzieningen. Er zijn diverse momenten waarop de toegankelijkheid van voorzieningen kan worden verbeterd. Vaak ook met behulp van overheidssubsidies, waardoor zich hier een adviserende en/of coördinerende taak vanuit de gemeente(n) kan voordoen.
3.4.3 Aandachtspunten bij aanbod In potentie bezit het Land van Leeghwater alle vier de ingrediënten (natuur, cultuur, fysieke en sociale beleving) voor een goed aanbod. Het aanbod ligt echter verspreid, is seizoensgebonden en is vaak te eenzijdig/ mager van op opzet (zie ook punt 3.5.2). Om meer recreanten te willen trekken zullen sommige ondernemers en vrijwilligers hun aanbod moeten verbreden, versterken en/of ook beter vermarkten. Als hierbij een combinatie gemaakt kan worden met de vier belevingsbehoeften (natuur, cultuur, fysiek en sociaal) dan kunnen we spreken van een sterk aanbod. In dat perspectief kan het ook slim zijn om ook over de gebiedsgrenzen van het Land van Leeghwater heen te kijken. Door combinaties te leggen met de steden Amsterdam, Alkmaar, Hoorn, Purmerend (cultuur, sociaal) met de Noordzeekust of met de zeilvaart op Alkmaarderen IJsselmeer (fysiek en sociaal) kunnen weons eigen aanbod verbreden. Bij diverse (toeristische) ontwikkelingsplannen variërend van wandelroutes, streekwinkels tot musea is het zinvol om dit soort aspecten van het recreatiegedrag mee te nemen in de adviesvorming.
14
4
Aandachtsvelden 2005 – 2008
Het ontwikkelen van een zo optimaal mogelijk voorzieningenpakket voor een toeristische infrastructuur doe je als gemeente niet alleen. In het veld van recreatie & toerisme zijn vele partijen betrokken. Het gaat erom als gemeenten deze partijen te stimuleren en hun zo nodig te ondersteunen. Waarbij het niet zozeer gaat om het individuele belang, maar vooral om de door de gemeenten gewenste leefbaarheid, vitaliteit en behoud van het (cultuur)landschap. 4.1 Gerichte aandacht Voor de gemeenten in het Land van Leeghwater is recreatie en toerisme geen doel op zich, maar een middel om de in hoofdstuk 3 beschreven vraagstukken aan te kunnen pakken. Hiervoor zal het recreatieve en toeristische beleid van onze gemeenten zich gaan richten op een aantal aandachtsvelden. Bij het benoemen van deze aandachtsvelden is bekeken welke andere organisaties zich met deze aandachtsvelden kunnen identificeren. Per aandachtsveld is het dan mogelijk een beeld te krijgen van de rol die de gemeente(n) ten aanzien van dit aandachtsveld zou kunnen vervullen.
Opening Haring- en Henneproute zomer 2004 (foto Marjan Slot)
De aandachtsvelden hebben een tijdsspanne van 2005 – 2008 meegekregen. Dit komt overeen met de doorlooptijd van provinciale (stimulerings)nota’s en subsidieverordeningen op het gebied van cultuur, recreatie en toerisme. De aandachtsvelden zijn: 1. Openluchtrecreatie; zoals wandelen, fietsen, varen, schaatsen etc. vanuit de woonkernen. Raakvlakken met agendapunten 2 en 5 van de provinciale agenda Recreatie en Toerisme 2004 – 2007. 2. Kennis- en culturele ontplooiing; zoals kunst, theater, muziek, musea en literatuur. Raakvlakken met de provinciale Cultuurnota 2004 – 2008. 3. Leeghwater-toerisme; zoals cultuureducatie, Beemsterinfo, Museummolen, Museum In ’t Houten Huys, e.a. Raakvlakken met agendapunt 6 van de provinciale agenda Recreatie en Toerisme 2004 – 2007 en met de provinciale Cultuurnota 2004 – 2008. 4. Plattelandtoerisme; zoals agro- én natuureducatie, streekproducten, kleinschalige logies, kampeerboerderijen e.a. Raakvlakken met agendapunt 3 van de provinciale agenda Recreatie en Toerisme 2004 – 2007. 5. Inrichting openbare ruimte; zoals bebording, groenstructuur, parkeerplaatsen, landschappelijke inpassing e.a. 15
Raakvlakken met instrument “ruimtelijke ordening” van de provinciale agenda Recreatie en Toerisme 2004 – 2007 6. Marketing & promotie; zoals identiteitsbewaking, informatieverstrekking en aanbod. Wat betreft de promotie van het aanbod gaat specifieke aandacht uit naar evenementen (tijdelijke attracties met toeristische attentiewaarden met inzet vanuit eigen bevolking, zoals Uit! In het Land van Leeghwater) en arrangementen. Raakvlakken met agendapunt 3 en de instrumenten “communicatie” en “promotie en marketing” van de provinciale agenda Recreatie en Toerisme 2004 – 2007 Gemeente Zeevang De gemeente Zeevang heeft eind 2004 aangegeven te overwegen om aan te sluiten bij het samenwerkingsverband Land van Leeghwater. De discussie over hoe en op welke voorwaarden heeft nog niet plaatsgevonden. Voor de gemeente Zeevang gelden de zes aandachtsvelden eveneens. Alleen het aandachtsveld Leeghwatertoerisme is voor Zeevang minder logisch. Zeevang heeft vooral een cultuurhistorische band met het eiland Zeevanc. In relatie daarmee lijkt voor het voor de gemeente Zeevang interessanter om haar toeristische identiteit te ontlenen aan de Gouden Driehoek (Edam, Volendam, Marken), dat weer onderdeel is van de Gouden Cirkel (IJsselmeerkust). Hier zijn al ontwikkelingen in. Binnen het huidige samenwerkingsverband is er slechts binnen het aandachtsveld “promotie en marketing” aandacht geweest voor Leeghwatertoerisme. Het beleid rond Beemsterinfo, Museum In ‘t Houten Huys en Museummolen is tot op heden vooral een eigen gemeentelijke (financiële) taak. 4.2 Rol gemeente(n) De Raad voor het Landelijk Gebied zegt in haar advies van januari 2004 “Ontspannen in het groen”: “Rijk stelt kaders, provincie regisseert en (samenwerkende) gemeenten voeren uit”. Dit lijkt een eenvoudige redenering, maar de praktijk is complexer. Niet alleen de gemeenten voeren uit, maar ook andere partijen (ondernemers, verenigingen, hoogheemraadschap etc.) zijn actief op het gebied van recreatie en toerisme, landschap, leefbaarheid, communicatie etc. Voor hen is het in de eerste plaats niet van belang hoe het met de rijkskaders is gesteld, maar wat mogelijkheden zijn binnen de kaders van het gemeentelijke beleid en de bestemmingsplannen in het bijzonder. Gemeentelijk recreatiebeleid is geen verplichting, maar gemeentelijke (financiële) inzet levert extra financiële armslag op om gewenst gemeentelijk beleid te realiseren . Rijk en provincie zien de mogelijkheden die recreatie en toerisme op dit terrein kunnen bieden en willen dit daarom stimuleren. Zij doen dit door een stimulerend kader te bieden, waarbij vooral gestuurd wordt via projectsubsidies. Voor het verkrijgen van een herkenbaar en eenduidig toeristisch product is samenwerking tussen alle betrokken partijen en de gemeenten essentieel. Het gaat erom als gemeenten deze partijen te stimuleren en hun zo nodig te ondersteunen. Uitgangspunt is dat het Land van Leeghwater de rol heeft van paraplu en vliegwiel. Het schept randvoorwaarden voor initiatieven van burgers, organisaties en andere overheden die leiden tot toerismebevordering binnen het grondgebied van de samenwerkende gemeenten. Waarbij het niet zozeer gaat om het individuele belang, maar vooral om die gewenste leefbaarheid, vitaliteit en behoud van het (cultuur)landschap. De aandacht van Land van Leeghwater richt zich hierbij op drie speerpunten: Voorwaarden scheppen (basisvoorzieningen en beleid); Sommige wensen ter versterking van de recreatieve en toeristische infrastructuur hebben een planologisch, beleidsmatig en/ of regionaal karakter. Een actieve rol is hier weggelegd voor de gemeente. Onderwerpen van aandacht kunnen zijn: verblijfsaccommodatie, infrastructuur, bebording, afstemming beleid. Ontwikkelen (lokken); 16
De gemeente wil de toerist aan ons gebied binden (meer en langere verblijfstijd). Het lokken van deze toerist, maar ook het aanbieden van een breed voorzieningenpakket is hierbij van belang. In samenwerking met diverse partijen zullen daarom initiatieven moeten worden opgestart, ondersteund en gestimuleerd, die het de toerist aantrekkelijk maken om ons gebied te bezoeken. Onderwerpen van aandacht kunnen zijn: routes, arrangementen en evenementen. Samenwerken (communicatie). Een belangrijke voorwaarde voor samenwerking is de aanwezigheid van goede communicatiestructuren en afstemming van elkaars beleid. Onderwerpen van aandacht kunnen zijn: promotie, subsidiewerving en het aanhalen van contacten met recreatief - toeristische partijen, die in onze regio actief zijn.
Kanoën in de ringvaart (foto café-restaurant De Jonge Ruiter)
4.3 Betrokken partijen De aandachtsvelden zijn zo gegroepeerd dat per aandachtsveld een duidelijk herkenbare groep recreatief toeristische partijen is te zien. Per aandachtsveld is het dan mogelijk een beeld te krijgen van de rol die de gemeente ten aanzien van dit aandachtsveld zou kunnen vervullen. Maar andersom ook een beeld van de rol, die de gemeente(n) van deze partijen verwacht. De onderstaande opsomming van de aan de aandachtsvelden te koppelen partijen is niet statisch en ook niet geheel volledig. Openluchtrecreatie; Hoogheemraadschap Noord-Hollands Noorderkwartier: Eigenaar, beheerder van dijken en (vaarwegen)wegen. Landschap Waterland: De gemeenten Beemster en Zeevang zijn aangesloten bij het recreatieschap Landschap Waterland, dat zich vooral inzet op de ontwikkeling en beheer van recreatieve paden in het buitengebied. Ook richten zij zich op de promotie van deze paden. Doelgroep hierbij is de recreant uit de regio Noord-Holland. Per 1 januari 2005 is gemeente Graft-De Rijp overgestapt uit het recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer naar Landschap Waterland. Eventuele activiteiten vanuit Landschap Waterland op het grondgebied van de gemeente Graft-De Rijp zijn echter niet opgenomen in het (financieel) bedrijfsplan 2004 - 2006 van Landschap Waterland. Gemeente Schermer is niet aangesloten bij een recreatieschap. Voor het verkrijgen van subsidies ten behoeve van bewegwijzering voor wandel- en vaarroutes wordt vanuit de provincie gestuurd op eenheid en herkenbaarheid. In praktijk betekent dit aansluiting op de vormgeving van Landschap Waterland. ANWB: Initiator en beheerder van diverse bewegwijzeringprojecten. Kennis- en culturele ontplooiing; Diverse instellingen tot behoud cultureel (archeologische) erfgoed: Museum Betje Wolf, Stichting Kleinste Huisje, Stichting Vrienden van de grote Kerk, Zwarte Kerkje, Dorpskerk 17
Grootschermer, Stolpboerderij de Vriendschap, Kerk Stompetoren, Oudheidkundige Vereniging “Het Schermer Eiland”, ….. Diverse instellingen, ondernemers in de beeldende kunst: Kunstuitleen, Kunstcommissie, Galerie Le Pignon, Museum en Beeldentuin Nic Jonk, Galerie en Beeldentuin Grote Dam, Galerie De Eilandspolder, Ersting Keramiek, Galerie De Groene Poort, … Diverse instellingen rondom podiumactiviteiten: Podium onder de Toren, Stichting de Groene Zwaan, Onder de Linden, …. …
Leeghwatertoerisme Beemsterinfo / Beemster Werelderfgoed (als bezoekerscentrum over droogmakerijen, van landmeetkunst tot Utopia en het Werelderfgoed de Beemster in het bijzonder); Museummolen / Stichting Schermermolens (met een bezoekerscentrum over de molens t/ m de huidige gemalen en het bijhorende watersysteem en -management); Museum In ’t Houten Huys / Oudheidkundige vereniging Spijkerboor (Natuurmonumenten) Hoogheemraadschap Provincie Noord-Holland als initiatiefnemer watericoon – bezoekerscentrum. … Plattelandstoerisme WLTO (-Land van Leeghwater) Agragrische Natuurvereniging Waterland Agrarisch Museum Westerhem / Verzameling Historische Werktuigen Schermer Hotel de Boerenkamer / Neerlands Goed Streekwinkel E & E voor Land van Leeghwater, Beemster Werelderfgoed producten Landschap NH / SBB - Bezoekerscentrum / excursies (?) Eilandspolder Laag Holland.. …….. Inrichting openbare ruimte Collega’s RO / Grondgebied Dorpsraden Div. ondernemers… Marketing & Promotie VVV Graft-De Rijp, Beemsterinfo en Museummolen VVV Noordhollands Schiereiland Midden en Amsterdam Tourist- and Congres Board Toerisme Noord-Holland Stichting Uit! in het Land van Leeghwater Diverse jaarlijkse landelijke en lokale evenementen ……
18
Raadhuis De Rijp (foto Marjan Slot)
4.4 Periode 2005 – 2008 Hieronder wordt kort uiteengezet wat er per aandachtsveld speelt (binnen en buiten d gemeente(n)). Omdat niet alle ontwikkelingen via de gemeente(n) lopen, is het mogelijk dat onderstaande lijst niet geheel volledig is. Daarnaast zijn ontwikkelingen per definitie niet statisch en zullen direct na dit schrijven zich weer nieuwe (potentiële) ontwikkelingen voordoen. Openluchtrecreatie Project “Uitvoeringsplan Wandel- en Fietspaden” (Land van Leeghwater, 2004)
Uitvoering “Bedrijfsplan Landschap Waterland 2004 2006” (Landschap Waterland, 2003); Ontwikkeling Bedrijfsplan landschap Waterland 20072009 (Landschap Waterland) Realisatie Knooppuntenplan voor fietsers (Halter in Balans, Groene Long, Provincie, ANWB); Ontwikkeling naar meer fluisterbootvaren / rondvaarten; Renovatie Sluis De Rijp;
Stadium Uitvoering (fase I) Verkenning (fase II) Uitvoering (fase II) Uitvoering
periode 2005
Actualiseren
2006
Financiering
2005
2006 - 2010 2005 - 2006
Uitvoering 2006 - 2008 Verder ontwikkelen Financiering / 2005 - .. uitvoering Oriëntatie
Initiatieven / haalbaarheidsonderzoeken in relatie met aansluiting watersportrecreatie Alkmaardermeer op noordoever Noordhollands kanaal (richting Spijkerboor). Onderzoek naar mogelijkheden voor een ruiterroute door Inventarisatie Land van Leeghwater (WLTO)
Kennis- en culturele ontplooiing; Project Activiteitenkalender Land van Leeghwater
2005
Stadium Actualisering en verbetering Haring- en Henneproute Uitvoering Haring- en Henneprouteboekje Realisatie Cultureel hoofddorp De Rijp; Boekenmarkt, Museumnacht, Actualiseren Uitmarkt, … Kunstfietsroute Land van Leeghwater / kunstfietsroute Actualiseren Zeevang, Beemster, Purmerend Ontwikkeling jaarrond kunstroute Oriëntatie
2005
periode continue 2004 - 2009 2005 jaarlijks jaarlijks
19
Open Monumentendag / fotowedstrijd Actualiseren Fort marken Binnen Initiatieffase Activiteiten rond Kerk De Rijp 350 jaar / Museum In ’t Hou- Uitvoering ten Huys …….
Leeghwatertoerisme Project Uitbreiden ontvangstruimte museummolen Bezoekerscentrum / watericoon Karel en de Kikkerkoning Uitbreiding Spijkerboor Route “Gouden Eeuw” / Beemster Werelderfgoed Renovatie molens Renovatie molenkolken (binnenmolens)
Plattelandtoerisme Project Verblijfsaccommodatie (subsidietraject Hotel de Boerenkamer) Ontwikkeling gemeentefolder over mogelijkheden verblijfsaccommodatie Bezoekboerderijen netwerk(agrarische natuurvereniging waterland) Minicampings / camperen bij de boer Bezoekerscentrum SBB Eilandspolder Arrangementen
Inrichting openbare ruimte Project Diverse locatie-onderzoeken / initiatiefplannen Bestemmingsplannen (wijzigen / vernieuwen) Wandelpad rond Stompetoren / Middenbeemster Verkeers- en parkeerdruk Plattegrondkasten Inventarisatie / Realisatie objectbewegwijzering (Recron / ANWB, 2004);
Marketing en promotie Project ontwikkeling website VVV-info folder Uit! in het Land van Leeghwater
Stadium vergunning / uitvoering Oriëntatie Uitvoering Initiatieffase Uitwerking uitvoering
Stadium Inventarisatie en uitvoering uitwerking / uitvoering actualiseren en uitvoeren actualiseren beleid Oriëntatie actualiseren / uitbreiden
Stadium oriëntatie
continue 2005
periode 2005 2005 2004 - … 2005 2004 - 2006
periode 2005 2005 2005 2005 2005
periode continue
oriëntatie Uitwerking Inventarisatie
Stadium uitwerking / realisatie uitwerking / realisatie Actualiseren / realisatie
2005
periode 2005 2005 continue
20
Inhaken op landelijke evenementen / promotiedagen (Open Monumentendag, Plattelandsdagen, Kom in de Kas,…) Ontwikkeling folders Beemster Werelderfoed
oriëntatie
uitvoering
21
5
Samenwerken
In de originele versie van het strategieplan zijn in dit hoofdstuk de voor- en nadelen van samenwerken beschreven en de plaats van het samenwerkingsverband Land van Leeghwater in de gemeentelijke organisaties. Omdat deze informatie alleen van belang is voor de gemeentelijke organisaties, is dit hoofdstuk in deze versie voor extern gebruik achterwege gelaten.
22