Statuten Stichting ter exploitatie van naburige rechten
2
NAAM, ZETEL EN DUUR
DOEL EN MIDDELEN
Artikel 1 1 De stichting is genaamd: Stichting ter Exploitatie van Naburige rechten (Sena). 2 De stichting heeft haar zetel te Hilversum. 3 De stichting is opgericht voor onbepaalde tijd.
Artikel 3 De stichting stelt zich ten doel, zonder winstoogmerk voor zichzelf, het behartigen van de materiële en immateriële belangen van uitvoerende kunstenaars en producenten ter zake van de uitoefening en handhaving van hun naburige rechten.
BEGRIPSOMSCHRIJVING Artikel 2 In deze statuten wordt verstaan onder: a Naburige rechten: rechten op grond van de Wet van 18 maart 1993, Stb. 178, houdende regelen inzake de bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en omroeporganisaties en wijziging van de Auteurswet 1912 (Wet op de naburige rechten), zoals nadien gewijzigd; b Uitvoerende kunstenaar: uitvoerende kunstenaar in de zin van artikel 1 sub a. van de Wet op de naburige rechten; c Producent: de producent van een fonogram in de zin van artikel 1 sub d. van de Wet op de naburige rechten; d Rechtverkrijgende: rechtverkrijgende in de betekenis die daaraan moet worden gegeven volgens het algemene recht; e Deelnemer: de natuurlijke of rechtspersoon als bedoeld in artikel 6 van deze statuten; f Aangeslotene: de natuurlijke of rechtspersoon als bedoeld in artikel 7 van deze statuten; g Het bestuur: het algemeen bestuur van de stichting; h NVPI: de Nederlandse Vereniging van Producenten en Importeurs van beeld- en geluidsdragers, gevestigd te Hilversum; i FNV KIEM Kunsten, Media en Informatie (voorheen Kunstenbond FNV); j NTB: de vereniging Nederlandse Toonkunstenaars Bond, gevestigd te Amsterdam; k Oprichtende organisaties: de organisaties als hierboven onder h t/m i; l Wet: Wet op de naburige rechten als nader omschreven onder sub a.
Artikel 4 1 De stichting tracht dit doel te bereiken door: a het nastreven van handhaving en verbetering van de nabuurrechtelijke bescherming in de ruimste zin des woords, zowel nationaal als internationaal, van uitvoerende kunstenaars en producenten; b de uitoefening en handhaving van aan de stichting toevertrouwde rechten en aanspraken, daaronder begrepen de inning en verdeling van de billijke vergoeding in de zin van artikel 7 van de Wet op de naburige rechten; 2 De stichting kan inzake de in lid 1 onder b. genoemde handelingen ten eigen name in rechte optreden, ongeacht op grond van welke titel zij de haar toevertrouwde rechten en aanspraken exploiteert en handhaaft. 3 De stichting is bevoegd ter verwezenlijking van haar doelstelling de navolgende middelen aan te wenden: a het in samenwerking met de oprichtende organisaties ondernemen of doen ondernemen van activiteiten ter verbetering van de sociale en sociaal-economische positie van de houders van naburige rechten, daaronder begrepen maatregelen die een cultureel doel beogen; b terzake van de in dit artikel bedoelde vergoedingen verdelingsreglementen op te stellen en deze reglementen uit te voeren of te doen uitvoeren; c het oprichten en in stand houden van een bureau ter uitvoering van de werkzaamheden van de stichting dan wel het geheel of gedeeltelijk uitbesteden van zodanige werkzaamheden aan derden; d andere middelen die tot haar doel bevorderlijk zijn. 4 De stichting is bevoegd ter verwezenlijking van haar doelstelling zowel in als buiten Nederland werkzaam te zijn. 5 De stichting is bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten met buitenlandse organisaties van soortgelijke aard. 6 De stichting is bevoegd tot het deelnemen in nationale en internationale organisaties op het terrein van de intellectuele eigendomsrechten in het algemeen, en de naburige rechten in het bijzonder.
3
Artikel 5 1 De inkomsten van de stichting bestaan uit: a vergoedingen voor verrichte diensten; b opbrengsten van vermogen; c vrijwillige bijdragen en schenkingen; d legaten en erfstellingen, die niet anders dan onder voorrecht van boedelbeschrijving worden aanvaard; e andere baten. 2 De gelden die de stichting ten titel van de in artikel 4 lid 1 sub b bedoelde vergoedingen ten behoeve van de rechthebbenden ontvangt, worden op aparte rekeningen verantwoord en als zodanig geadministreerd. Artikel 5a 1 Voor zover in deze statuten, reglementen, exploitatieovereenkomsten en/of andere besluiten van de stichting niet anders is bepaald, geldt voor het doen van mededelingen aan of door de stichting het volgende: a mededelingen aan het bestuur of de sectiebesturen dienen schriftelijk per post te worden gedaan en te worden geadresseerd ten kantore van de stichting; in plaats van het doen van een schriftelijke mededeling per post of per fax mag worden volstaan met het uitreiken van de op schrift gestelde mededeling ten kantore van de stichting tegen bericht van ontvangst; b mededelingen van of namens het bestuur of sectiebesturen aan de deelnemers en aangeslotenen dienen schriftelijk per post te worden gedaan; in plaats van het doen van een mededeling per post of per fax mag in die gevallen waarin schriftelijke mededeling niet door de bepalingen van deze statuten is voorgeschreven, worden volstaan met het doen van mededelingen via het orgaan van de stichting. 2 In die gevallen waarin in deze statuten, reglementen, exploitatie-overeenkomsten en/of andere besluiten van de stichting wordt gesproken van een uiterste datum, geldt de datum van verzending, zoals aangegeven door de poststempel of op het ontvangstbewijs van de post dan wel de datum van ontvangst ten kantore van de stichting respectievelijk de datum van publicatie van het orgaan van de stichting.
OF b uitvoerende kunstenaar en bestuurder is van een naamloze vennootschap, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid of een vergelijkbare rechtspersoon naar buitenlands recht, waarvan alle aandelen voor eigen rekening worden gehouden door één of meer uitvoerende kunstenaars, dan wel beherend vennoot is van een Vennootschap onder Firma of een vergelijkbare rechtspersoon naar buitenlands recht en welke vennootschap of rechtspersoon deelnemer is en gedurende de drie aaneengesloten kalenderjaren van de stichting één of meer uitkeringen uit hoofde van de met hem gesloten exploitatie-overeenkomst heeft ontvangen, die (tezamen) het in het tweede lid van dit artikel bedoelde drempelbedrag overschrijden; OF c een binnen het bedrijf werkzame leidinggevende functionaris of bestuurder is van een naamloze vennootschap, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid of een vergelijkbare rechtspersoon naar buitenlands recht, dan wel beherend vennoot is van een Vennootschap onder Firma of een vergelijkbare rechtspersoon naar buitenlands recht en welke vennootschap of rechtspersoon producent is en die als deelnemer gedurende de drie aaneengesloten kalenderjaren van de stichting één of meer uitkeringen uit hoofde van de met hem gesloten exploitatie-overeenkomst heeft ontvangen, die (tezamen) het in het tweede lid van dit artikel bedoelde drempelbedrag overschrijden. 2 In verband met de toelating als aangeslotene stelt het bestuur drempelbedragen vast voor uitvoerende kunstenaars en producenten, gehoord hebbende de in artikel 21 bedoelde vergaderingen van aangeslotenen. De drempelbedragen en de indexering daarvan worden in een reglement vastgelegd. 3 De stichting legt een register van aangeslotenen aan naar de stand van zaken van één-en-dertig december van ieder kalenderjaar.
DEELNEMERS EN AANGESLOTENEN Artikel 6 Deelnemer is iedere uitvoerende kunstenaar of producent, dan wel de rechtverkrijgende(n) van één van hen, die overeenkomstig artikel 8 een exploitatie-overeenkomst met de stichting heeft gesloten, mits deze exploitatie-overeenkomst niet is geëindigd. Artikel 7 1 Als aangeslotene wordt toegelaten iedere natuurlijke persoon die: a deelnemer is en uitvoerende kunstenaar of producent is en gedurende drie aaneengesloten kalenderjaren van de stichting één of meer uitkeringen uit hoofde van de met hem gesloten exploitatie-overeenkomst heeft ontvangen, die (tezamen) het in het tweede lid van dit artikel bedoelde drempelbedrag overschrijden;
Artikel 8 1 De stichting sluit een exploitatie-overeenkomst met iedere natuurlijke- of rechtspersoon, die zich voor het deelnemerschap aanmeldt en die blijkens de gegevens, die de stichting heeft vergaard ter uitvoering van haar taken en die door de stichting zijn geverifieerd, rechthebbende is ter zake van de rechten en bevoegdheden die ingevolge de wet, of ingevolge uitdrukkelijke opdracht, aan de zorgen van de stichting zijn toevertrouwd. 2 Ingeval twee of meer personen krachtens erfrecht rechthebbende zijn geworden, dienen zij gezamenlijk één persoon aan te wijzen die een exploitatie-overeenkomst met de stichting sluit en de rechten als deelnemer uitoefent.
4
Artikel 9 1 Een exploitatie-overeenkomst met een deelnemer eindigt: a indien de deelnemer een natuurlijke persoon is, door diens overlijden; b indien de deelnemer een rechtspersoon is doordat de rechtspersoon ophoudt te bestaan; c door opzegging door het bestuur; d door opzegging door de deelnemer; e doordat de deelnemer zijn rechten jegens de stichting aan een derde volledig overdraagt. 2 Het bestuur is alleen bevoegd de exploitatie-overeenkomst met een deelnemer onmiddellijk en zonder ingebrekestelling op te zeggen, indien: a de deelnemer in strijd handelt met de statuten, reglementen of besluiten van de stichting; b de deelnemer handelingen verricht of heeft verricht waardoor de belangen van de stichting en/of de belangen van andere deelnemers ernstig worden geschaad. 3 Het bericht van opzegging van de exploitatie-overeenkomst zal schriftelijk, en met redenen omkleed, dienen te geschieden. 4 Tegen opzegging om redenen als genoemd in het eerste lid, kan de deelnemer binnen drie maanden nadat het opzeggingsbericht aan hem kenbaar is gemaakt beroep aantekenen bij de geschillen-commissie als bedoeld in artikel 6 van het repartitiereglement. 5 Opzegging van de exploitatie-overeenkomst door de deelnemer is slechts schriftelijk mogelijk en kan alleen geschieden tegen 31 december van enig jaar met inachtneming van een opzeggingstermijn van drie maanden. Artikel 10 1 De hoedanigheid van deelnemer eindigt op het moment waarop de met hem of haar gesloten exploitatie-overeenkomst eindigt ingevolge het bepaalde in artikel 9. 2 De hoedanigheid van aangeslotene eindigt: a op het moment waarop de betrokkene de hoedanigheid van deelnemer verliest of b indien de betrokkene gedurende vijf aaneengesloten kalenderjaren uit hoofde van de met hem gesloten exploitatieovereenkomst geen uitkeringen heeft ontvangen of één of meer uitkeringen, waarvan het gezamenlijk bedrag minder bedraagt dan de helft van het drempelbedrag als bedoeld in artikel 7 lid 2; c indien het betreft een aangeslotene als bedoeld in artikel 7 lid 1 sub b: indien de betrokkene niet meer voldoet aan alle hoedanigheden en voorwaarden omschreven in onderdeel b van artikel 7 lid 1; d indien het betreft een aangeslotene als bedoeld in artikel 7 lid 1 sub c: indien de betrokkene niet meer voldoet aan alle hoedanigheden en voorwaarden omschreven in onderdeel c van artikel 7 lid 1, met dien verstande dat indien de betrokkene niet meer is een in het bedrijf werkzame functionaris of bestuurder van de desbetreffende producent, deze producent een andere in het bedrijf werkzame leidinggevende functionaris of bestuurder als aangeslotene kan aanwijzen.
3 Het bestuur deelt het verlies van de hoedanigheid van aangeslotene op grond van het bepaalde in het vorige lid sub b. schriftelijk en gemotiveerd aan de betrokkene mee. Het beroep hiertegen geschiedt overeenkomstig artikel 9 lid 2. HET BESTUUR Artikel 11 1 Het bestuur van de stichting bestaat uit negen leden. Indien het aantal bestuursleden minder dan negen bedraagt, kunnen nog steeds rechtsgeldige besluiten worden genomen. Wel is het bestuur verplicht maatregelen te treffen ter vervulling van de vacatures. 2 De bestuursleden zijn: a de voorzitters, vice-voorzitters, secretarissen en penningmeesters van de beide secties als bedoeld in artikel 15; b een onafhankelijk persoon, niet zijnde een van de leden als genoemd onder a, die in de hoedanigheid van voorzitter van het bestuur wordt benoemd door de leden als genoemd onder a. 3 De in lid 2, sub a, genoemde bestuursleden zijn voor de uitoefening van hun bestuursfuncties verantwoording verschuldigd aan het bestuur van de sectie als bedoeld in artikel 16, uit wier midden zij afkomstig zijn. 4 De beide sectie-voorzitters zijn vice-voorzitter van het bestuur. 5 Het bestuur kiest uit zijn midden een penningmeester en een secretaris. Deze beide functies kunnen niet tegelijkertijd door bestuursleden uit één sectie worden bekleed. 6 Het lidmaatschap van het bestuur eindigt wanneer: a het bestuurslid niet langer de kwaliteit als omschreven in lid 2, onder a, bezit; b diens lidmaatschap van het sectiebestuur eindigt in de zin van artikel 18 lid 1. 7 Ten aanzien van de voorzitter als bedoeld in lid 2, onder b, geldt dat diens bestuurslidmaatschap eindigt: a door overlijden; b door tussentijds aftreden op eigen verzoek; c door een daartoe strekkend ontslagbesluit van het bestuur. Dit ontslagbesluit kan slechts worden genomen met een meerderheid van tenminste twee/derde van de uitgebrachte stemmen in een bestuursvergadering waarin tenminste drie/ vierde van het aantal in functie zijnde andere bestuursleden aanwezig casu quo bij schriftelijke volmacht vertegenwoordigd is. De voorzitter neemt niet aan de stemming deel. Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. Het bestuur kan niet tot het ontslag besluiten dan na de voorzitter te hebben gehoord, althans hem in de gelegenheid te hebben gesteld te worden gehoord.
5
Artikel 12 1 Behoudens de beperkingen volgens deze statuten is het bestuur belast met het besturen van de stichting, met de coördinatie van de door de secties te behartigen belangen alsmede met de uitvoering van de hem opgedragen taken. Het is verantwoordelijk voor en houdt toezicht op het beheer en de administratie van de stichting. 2 Het bestuur kan besluiten bepaalde werkzaamheden van de stichting geheel of gedeeltelijk uit te besteden aan derden. 3 Een bestuursbesluit ter vaststelling van een repartitiereglement voor een sectie, als bedoeld in artikel 25, vereist een voorafgaand sectie-voorstel van de sectie die het aangaat. Het bestuur besluit conform het sectie- voorstel, tenzij het bestuur dit niet overneemt, in welk geval het bestuur de desbetreffende sectie verzoekt het sectie-voorstel te heroverwegen. Een bestuursbesluit om een sectievoorstel niet over te nemen vereist een gekwalificeerde meerderheid van drie/vierde van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin drie/vierde van het aantal in functie zijnde bestuursleden vertegenwoordigd is. Indien in een vergadering als hierboven bedoeld een onvoldoende aantal bestuursleden aanwezig casu quo per volmacht vertegenwoordigd is, dan wordt een tweede vergadering bijeengeroepen tegen een datum binnen drie weken na eerstbedoelde vergadering, onder vermelding van de agenda van de in dit lid genoemde vorige vergadering. Is ook dan een onvoldoende aantal bestuursleden aanwezig casu quo per volmacht vertegenwoordigd, dan wordt tegen een datum binnen drie weken na deze tweede vergadering een derde vergadering bijeengeroepen, waarin dan wel een rechtsgeldig gekwalificeerd besluit kan worden genomen, ongeacht het aantal aanwezige, casu quo per volmacht vertegenwoordigde bestuursleden. 4 Het bestuur is bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het verkrijgen, vervreemden of bezwaren van registergoederen. 5 Reglementen worden vastgesteld en ontworpen door het bestuur, voor zover dit blijkens de statuten niet is opgedragen aan de besturen van de secties. 6 Het bestuur kan rechtsgeldig besluiten nemen buiten vergadering, mits unaniem en schriftelijk. Artikel 13 Voorzitter en secretaris of penningmeester, gezamenlijk, alsmede het gehele bestuur vertegenwoordigen de stichting in en buiten rechte. Ingeval van ontstentenis of belet van de voorzitter of de secretaris of de penningmeester wordt de stichting vertegenwoordigd door de voorzitter casu quo de secretaris casu quo de penningmeester en een ander lid van het bestuur. Bij ontstentenis of belet van zowel de voorzitter als de secretaris als de penningmeester wordt de stichting vertegenwoordigd door twee andere bestuursleden, of indien slechts één ander bestuurslid in functie is, door dit bestuurslid.
Artikel 14 1 Het bestuur vergadert zo dikwijls de voorzitter dit gewenst acht, dan wel wanneer tenminste twee andere bestuursleden om een vergadering verzoeken. Ingeval de voorzitter een vergadering waarom hem door tenminste twee bestuursleden is verzocht, niet binnen veertien dagen belegt, hebben de verzoekers het recht zelf een vergadering te beleggen en in de leiding te voorzien, in welke vergadering rechtsgeldige besluiten kunnen worden genomen. 2 De voorzitter leidt de vergaderingen van het bestuur. Bij zijn afwezigheid wijst het bestuur ter vergadering een van de vice-voorzitters als voorzitter aan. Zijn beide vice-voorzitters evenmin aanwezig dan wijst het bestuur ter vergadering een van de overige bestuursleden als voorzitter aan. 3 Een bestuurslid heeft één stem en kan zich ter vergadering bij schriftelijke volmacht laten vertegenwoordigen door een ander bestuurslid. Ieder bestuurslid kan slechts één zodanige volmacht aanvaarden. 4 Tenzij de statuten anders bepalen beslist het bestuur bij meerderheid van ter vergadering uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin tenminste vijf bestuursleden aanwezig dan wel in voorkomende gevallen rechtsgeldig vertegenwoordigd zijn. Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. 5 Stemming over zaken geschiedt mondeling, stemming over personen schriftelijk, tenzij het bestuur éénstemmig anders besluit. 6 Indien een lid van het bestuur een tegenstrijdig belang heeft betreffende een ter vergadering te bespreken onderwerp meldt hij dat aan de voorzitter, dan wel ingeval hij voorzitter is aan de vice-voorzitters. In dat geval kan de voorzitter respectievelijk kunnen de vicevoorzitters bepalen dat het betreffende bestuurslid niet kan deelnemen aan de besluitvorming over het betreffende onderwerp. 7 Van een tegenstrijdig belang is in elk geval sprake indien het onderwerp betreft een overeenkomst, een geschil of een procedure, waarbij enerzijds de stichting partij is en anderzijds het betreffende bestuurslid als privé persoon dan wel een rechtspersoon, waarvan hij bestuurder is of waarbij hij werkzaam is als leidinggevend functionaris, partij is. 8 Indien de voorzitter bepaalt dat het betreffende bestuurslid niet deelneemt aan de besluitvorming, heeft een ander bestuurslid dat uit dezelfde sectie afkomstig is niet één maar twee stemmen. Deze stem komt toe aan de voorzitter dan wel bij diens afwezigheid aan de vice-voorzitter van de betreffende sectie; is ook deze afwezig dan komt de stem toe aan de penningmeester dan wel bij diens afwezigheid aan de secretaris van de betreffende sectie. Indien het tegenstrijdig belang de voorzitter betreft wordt zijn functie waargenomen door één van beide vice-voorzitters.
6
Artikel 14a 1 De bestuursleden ontvangen noch salaris, noch tantièmes, onverminderd de bevoegdheid van het bestuur om met betrekking tot gekwalificeerde bestuursfuncties een bijzondere vergoedingsregeling vast te stellen. 2 Behoudens de bevoegdheid van het bestuur als bedoeld in het eerste lid, hebben bestuursleden slechts het recht op vergoeding van in het belang van de stichting gemaakte kosten, alsmede op vacatiegelden voor het bijwonen van vergaderingen, overeenkomstig de door de overheid gehanteerde normen. SECTIES Artikel 15 De stichting kent een sectie uitvoerende kunstenaars en een sectie producenten. Bij aanmelding wordt iedere deelnemer door het bestuur bij één van beide secties ingedeeld. De secties, die geen rechtsbevoegdheid bezitten, worden elk geleid door een sectiebestuur. Artikel 16 1 Een sectiebestuur bestaat uit zeven of negen leden vast te stellen door het betreffende sectiebestuur. Het sectiebestuur stelt het aantal leden vast uiterlijk drie maanden voor de eerstvolgende periode na de door het sectiebestuur te beleggen vergadering van aangeslotenen, waarin over vacatures moet worden beslist. 2 Een sectiebestuur benoemt uit zijn midden een voorzitter, een vice-voorzitter, een secretaris en een penningmeester. 3 Indien het aantal sectiebestuursleden minder dan zeven respectievelijk negen bedraagt, kunnen nog steeds rechtsgeldige besluiten worden genomen. Wel is het sectiebestuur verplicht onmiddellijk maatregelen te treffen ter opvulling van de vacatures. 4 Sectiebestuursleden worden benoemd tijdens de vergadering van aangeslotenen overeenkomstig het hierna in artikel 16 a bepaalde. 5 Alleen aangeslotenen van de stichting kunnen worden benoemd tot sectiebestuurslid, met dien verstande dat degene die overeenkomstig artikel 16a op voordracht wordt benoemd van een oprichtende organisatie geen aangeslotene hoeft te zijn. Artikel 16a 1 Voor de benoeming van de leden van de beide sectiebesturen geldt het volgende: a De oprichtende organisaties als bedoeld in artikel 2 sub i en sub j hebben ieder het recht om een voordracht te doen voor de benoeming van een aantal bestuursleden en hun opvolgers van de sectie uitvoerende kunstenaars. Het aantal waarvoor een voordracht kan worden gedaan bedraagt één, ingeval het sectiebestuur uit zeven leden bestaat en bedraagt twee, ingeval het sectiebestuur uit negen leden bestaat; b de oprichtende organisatie als bedoeld in artikel 2 sub h heeft het recht om een voordracht te doen voor de benoe-
ming van een aantal bestuursleden en hun opvolgers van de sectie producenten. Het aantal waarvoor een voordracht kan worden gedaan bedraagt vijf, ingeval het sectiebestuur uit zeven leden bestaat en bedraagt zes, ingeval het sectiebestuur uit negen leden bestaat; c indien overeenkomstig het rooster van aftreden als bedoeld in artikel 17 lid 2 één of meer vacatures ontstaan met betrekking waartoe een oprichtende organisatie het recht heeft om een voordracht te doen, nodigt het sectiebestuur uiterlijk één-ennegentig dagen (dertien weken) vóór de datum van de vergadering van aangeslotenen wordt gehouden, waarin over het vervullen van vacature(s) moet worden beslist, de desbetreffende oprichtende organisatie schriftelijk uit om een kandidaat of kandidaten voor te dragen; d een voordracht wordt schriftelijk gedaan onder vermelding van naam en adres van de voorgedragen kandidaat of kandidaten uiterlijk op de zeventigste dag (tien weken) vóór de datum van de desbetreffende vergadering, onder toevoeging van een schriftelijke bereidverklaring van de betreffende persoon of personen de kandidatuur te aanvaarden; e de voordrachten worden bij de convocatie van de desbetreffende vergadering van aangeslotenen als bedoeld in artikel 21 lid 3, aan de deelnemers en aangeslotenen bekend gemaakt; f aangeslotenen van de desbetreffende sectie hebben het recht om tegenkandidaten te stellen tegen voorgedragen kandidaten alsmede om kandidaten te stellen voor alle vacatures, waarvoor geen voordracht is of kan worden gedaan; g tegenkandidaten en kandidaten kunnen uitsluitend schriftelijk worden gesteld, onder vermelding van de naam van de gestelde (tegen) kandidaten, uiterlijk op de achtentwintigste dag (vier weken) vóór de datum van de desbetreffende vergadering van aangeslotenen; het bericht waarin tegenkandidaten worden gesteld dient schriftelijk te worden ondersteund door tenminste dertig aangeslotenen en het bericht van kandidaatstelling door tenminste vijf aangeslotenen, onder vermelding van de naam van de betreffende aangeslotenen en onder toevoeging van een schriftelijke bereidverklaring van de betreffende persoon of personen de kandidatuur te aanvaarden; ingeval de betreffende (tegen)kandidaat een zittend bestuurslid is en geen andere persoon is voorgedragen of kandidaat is gesteld voor dezelfde vacature, is schriftelijke ondersteuning van andere aangeslotenen niet vereist; h de wijze van stellen van (tegen) kandidaten wordt vermeld in de convocatie van de betreffende vergadering van aangeslotenen; i uiterlijk op de vijftiende dag vóór die van de vergadering van aangeslotenen deelt het sectiebestuur aan de deelnemers en aangeslotenen mee welke (tegen) kandidaten zijn gesteld, onder vermelding van de naam van de betrokken (tegen) kandidaten en onder vermelding van de namen van de aangeslotenen die de (tegen) kandidaten hebben gesteld; 2 Indien geen tegenkandidaten zijn gesteld overeenkomstig het bepaalde in het vorige lid, geldt degene die is voorgedragen door een oprichtende organisatie overeenkomstig het bepaalde in het vorige lid, als benoemd.
7
3 Indien voor vacatures, waarvoor geen voordracht is of kan worden gesteld, door aangeslotenen overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid evenveel of minder kandidaten zijn gesteld dan het aantal vacatures, gelden de gestelde kandidaten als benoemd. 4 Indien voor een vacature, waarvoor een voordracht kan worden gedaan, geen voordracht is gedaan en evenmin een of meer kandidaten zijn gesteld overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid, alsmede indien en voor zover geen kandidaten zijn gesteld voor andere vacatures, voorziet het sectiebestuur zelf in de desbetreffende vacature. 5 In alle overige gevallen vindt een stemming door de tijdens de desbetreffende vergadering aanwezige of vertegenwoordigde aangeslotenen plaats. De stemming geschiedt per vacature die door de vergadering vervuld moet worden. Gestemd wordt tussen de voorgedragen kandidaat en de gestelde tegenkandidaat of tegenkandidaten respectievelijk tussen de gestelde kandidaten. Degene die bij de stemming voor de desbetreffende vacature de meeste stemmen heeft behaald met een minimum van de helft van het aantal uitgebrachte stemmen plus één is benoemd. Ingeval via één stemming niet de vereiste meerderheid kan worden verkregen wordt een tweede stemming gehouden tussen de twee kandidaten waarop bij de eerste stemming de meeste stemmen zijn uitgebracht. Indien tijdens een stemming het hoogste aantal dan wel een gelijk aantal van het op één na hoogste aantal stemmen is uitgebracht op twee of meer personen, vinden één of meer herstemmingen tussen hen plaats, totdat bij een herstemming de meeste stemmen zijn uitgebracht op twee van hen. De stemming en herstemming geschieden met ongetekende stembriefjes. 6 Ten behoeve van een stemming als bedoeld in het vorige lid wijst het sectiebestuur voor de desbetreffende vergadering van aangeslotenen een stemcommissie aan, bestaande uit twee gewone leden en een voorzitter. Bestuursleden, deelnemers en aangeslotenen, dan wel hun gevolmachtigden, kunnen geen deel uitmaken van de stemcommissie. De stemcommissie houdt toezicht op de benoeming van de leden van het sectiebestuur door de vergadering van aangeslotenen. Bij verschil van mening over de status van aangeslotene en/of de geldigheid van een door een aangeslotene verleende volmacht en/of uitgebrachte stem, beslist de voorzitter van de stemcommissie 7 Het sectiebestuur kan besluiten de controle op een juiste uitvoering van de procedure, zoals hiervoor omschreven, op te dragen aan een notaris. Het sectiebestuur maakt hiervan melding in de convocatie van de betreffende vergadering van aangeslotenen, onder vermelding van naam en adres van de notaris. In afwijking van het gestelde in artikel 5a dienen in dat geval de mededelingen aan de notaris te worden gedaan. Artikel 17 1 De leden van het sectiebestuur worden benoemd voor drie jaren, doch uiterlijk voor de periode tot aan het tijdstip waarop het aftreden van het bestuurslid aan de orde is, gegeven het in lid 2 genoemde rooster van aftreden.
2 De leden van het sectiebestuur treden af volgens een door het sectiebestuur vast te stellen rooster van aftreden. 3 Aftredende bestuursleden zijn terstond herbenoembaar. Het in een tussentijdse vacature benoemde bestuurslid neemt op het rooster van aftreden de plaats in van degene die hij opvolgt. 4 In tussentijdse vacatures wordt voorzien door het sectiebestuur totdat op de eerstvolgende vergadering van aangeslotenen waarbij aan de statutaire voorwaarden van voordracht en (tegen)kandidaatstelling kan worden voldaan een vervangend bestuurslid is benoemd. Artikel 18 1 Het lidmaatschap van het sectiebestuur eindigt: a door overlijden; b door aftreden op grond van artikel 17, leden 1 en 2; c door tussentijds aftreden op eigen verzoek; d ten aanzien van de leden, die op voordracht van de oprichtende organisaties zijn benoemd, door een schriftelijke en met redenen omklede mededeling van de desbetreffende oprichtende organisatie dat de betrokkene als bestuurslid wordt teruggetrokken; e ten aanzien van de leden, die niet op voordracht van een van de oprichtende organisaties zijn benoemd, door het verlies van de hoedanigheid van deelnemer; f door ontslag door de vergadering van aangeslotenen van dezelfde sectie als waardoor het bestuurslid is benoemd, op voorstel van het sectiebestuur, of van dertig aangeslotenen van de sectie uitvoerende kunstenaars respectievelijk tien aangeslotenen van de sectie producenten. Voor dit ontslagbesluit is een meerderheid vereist van drie/vierde van het totaal aantal uitgebrachte stemmen. 2 Wanneer, door welke oorzaak dan ook, van alle zittende leden van het sectiebestuur het bestuurslidmaatschap eindigt treedt het bestuur in alle verplichtingen en bevoegdheden van het sectiebestuur. Het bestuur zal dan alle maatregelen nemen die nodig zijn om een nieuw sectiebestuur te doen benoemen. De voorwaarden voor voordracht, (tegen)kandidaatstelling, convocatie en mededelingen aan de deelnemers en aangeslotenen ter zake van de reguliere vergadering van aangeslotenen zijn van overeenkomstige toepassing. Artikel 19 Een sectiebestuur is belast met: a het voorbereiden van het door de stichting te voeren beleid ten aanzien van aangelegenheden die de sectie in het bijzonder regarderen, alsmede met het vaststellen van de inbreng van de sectie ter zake van het gemeenschappelijke beleid van beide secties; b het ontwerpen van repartitiereglementen als bedoeld in artikel 25 ter zake van de verdeling van vergoedingen onder de deelnemers die bij de secties zijn ondergebracht conform artikel 15; c de uitvoering van taken hem door het algemeen bestuur opgedragen.
8
Artikel 20 1 Het sectiebestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter dit gewenst acht, dan wel wanneer tenminste twee andere bestuursleden om een vergadering verzoeken. Ingeval de voorzitter een vergadering waarom hem door tenminste twee bestuursleden is verzocht, niet binnen veertien dagen belegt, hebben de verzoekers het recht zelf een vergadering te beleggen en in de leiding te voorzien, in welke vergadering rechtsgeldige besluiten kunnen worden genomen. 2 De voorzitter leidt de vergaderingen van het sectiebestuur. Bij zijn afwezigheid wijst het bestuur ter vergadering een voorzitter aan. 3 Artikel 14, leden 3 tot en met 8 zijn van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat in plaats van het gestelde getalsvereiste van vijf in artikel 14 lid 4 gelezen moet worden: drie van de vijf respectievelijk vier van de zes dan wel zeven respectievelijk vijf van de acht dan wel negen. 4 De bestuursleden ontvangen noch salaris, noch tantièmes. 5 De leden van het sectiebestuur hebben slechts recht op vergoeding van in het belang van de stichting gemaakte kosten, alsmede op vacatiegelden voor het bijwonen van vergaderingen, overeenkomstig de door de overheid gehanteerde normen. VERGADERINGEN VAN AANGESLOTENEN Artikel 21 1 Tenminste eenmaal per jaar, steeds uiterlijk op 30 juni van enig jaar, wordt per sectie een vergadering van aangeslotenen gehouden waarin het sectiebestuur verantwoording aflegt over het gevoerde beleid. 2 Een vergadering van aangeslotenen wordt voorts belegd indien een sectiebestuur besluit tot tussentijdse bijeenroeping van de aangeslotenen, alsmede wanneer tenminste een vijfde gedeelte dan wel 30 personen van de tot de desbetreffende sectie behorende aangeslotenen het bestuur daarom verzoeken onder opgave van de op de agenda te plaatsen onderwerpen. Dit verzoek dient door alle betrokken aangeslotenen te zijn ondertekend en voorzien te zijn van een duidelijke toelichting. Het bestuur beslist binnen vier weken over zodanig verzoek. Volgt niet binnen drie weken daarop bijeenroeping van de aangeslotenen, dan zijn de aangeslotenen bevoegd zelf een vergadering van aangeslotenen te convoceren, in welke vergadering rechtsgeldige besluiten kunnen worden genomen. Voor de in dit lid bedoelde vergaderingen gelden de voorwaarden als hierna genoemd. 3 Een vergadering van aangeslotenen wordt schriftelijk bijeen geroepen op een termijn van zesenvijftig dagen (acht weken) en is gericht aan deelnemers en aangeslotenen. De convocatie vermeldt, voor zover van toepassing: a plaats, datum, aanvangstijdstip en agenda van de vergadering; b de namen en personen die overeenkomstig in het bepaalde in artikel 16 a lid 1 door de oprichtende organisaties zijn voorgedragen ter vervulling van vacatures in het sectiebestuur; c de wijze waarop tegenkandidaten en/of kandidaten kunnen worden gesteld ter vervulling van vacatures in het sectiebestuur.
4 Door tenminste tien aangeslotenen kunnen onderwerpen op de agenda van de vergadering van aangeslotenen worden geplaatst. Deze onderwerpen dienen uiterlijk vier weken voor de vergadering schriftelijk bij het sectiebestuur te worden ingediend, voorzien van een korte, heldere toelichting. Het sectiebestuur draagt er zorg voor dat de aldus gewijzigde agenda, tezamen met de namen van de (tegen) kandidaten als bedoeld in artikel 16 lid 1 sub I, uiterlijk op de vijftiende dag vóór de vergadering schriftelijk ter kennis wordt gebracht van de deelnemers en aangeslotenen. 5 Een vergadering van aangeslotenen wordt geleid door de voorzitter van het desbetreffende sectiebestuur of bij diens ontstentenis door de vice-voorzitter. Wanneer de vergadering is bijeengeroepen door de aangeslotenen zoals voorzien in het tweede lid beslissen deze over de leiding van de vergadering. Artikel 22 1 Een vergadering van aangeslotenen is toegankelijk voor: a aangeslotenen en andere deelnemers die zijn ingedeeld bij de desbetreffende sectie; b de leden van het desbetreffende sectiebestuur; c de leden van het bestuur van de stichting behoudens bezwaar van het desbetreffende sectiebestuur; d andere personen die door de voorzitter zijn uitgenodigd behoudens bezwaar bij besluit van de vergadering van aangeslotenen. 2 Ingeval een aangeslotene, een andere deelnemer of een bestuurslid verhinderd is de vergadering bij te wonen kan hij zich ter vergadering uitsluitend laten vertegenwoordigen door een andere aangeslotene, een andere deelnemer respectievelijk een ander bestuurslid, welke slechts één zodanige volmacht mag aanvaarden. Indien een deelnemer rechtspersoon is, kan hij ter vergadering uitsluitend worden vertegenwoordigd door een persoon die daartoe krachtens de wet of de statuten bevoegd is, onverminderd de bevoegdheid om een gevolmachtigde te benoemen overeenkomstig het bepaalde in de eerste volzin. 3 Tenzij bij deze statuten anders wordt bepaald worden alle besluiten genomen met gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen, waarbij blanco en ongeldige stemmen als niet uitgebracht gelden. 4 Tenzij bij deze statuten anders wordt bepaald hebben de aangeslotenen en de bestuursleden van de desbetreffende sectie één stem. 5 In een vergadering van aangeslotenen kunnen slechts rechtsgeldige besluiten worden genomen indien van de aanwezigen en degenen die zich ingevolge volmacht schriftelijk laten vertegenwoordigen tenminste vijftien personen aangesloten uitvoerende kunstenaar zijn respectievelijk tenminste vijf personen aangesloten producenten. 6 Kan als gevolg van de hiervoor genoemde vereisten in een vergadering van aangeslotenen geen rechtsgeldig besluit worden genomen dan roept het desbetreffende sectiebestuur een nieuwe vergadering bijeen waarop hetzelfde voorstel opnieuw in stemming wordt gebracht. Het besluit is
9
dan rechtsgeldig ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde aangeslotenen. Deze nieuwe vergadering zal worden geconvoceerd tegen een datum niet later dan dertig dagen na de laatstgehouden vergadering. Artikel 21, lid 3, is hierop van overeenkomstige toepassing. 7 Over zaken wordt mondeling gestemd en over personen schriftelijk tenzij de vergadering anders beslist. GEZAMENLIJKE VERGADERING VAN AANGESLOTENEN Artikel 23 1 Het bestuur kan besluiten ter zake van aangelegenheden die het algemeen belang van de stichting betreffen een gezamenlijke vergadering van aangeslotenen bijeen te roepen. 2 Ter zake van het bijeenroepen van de vergadering zijn artikel 21, leden 2, 3 en 4 van overeenkomstige toepassing. 3 Een gezamenlijke vergadering van aangeslotenen wordt geleid door de voorzitter van het bestuur van de stichting of bij diens ontstentenis door een van de vicevoorzitters. Wanneer de vergadering is bijeengeroepen door de aangeslotenen zoals voorzien in het tweede lid van artikel 21 beslissen deze over de leiding van de vergadering. 4 Ter zake van het nemen van besluiten zijn artikel 22, leden 2 tot en met 6 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat een voorstel als verworpen wordt beschouwd indien het wordt verworpen door een meerderheid van de aanwezige aangeslotenen behorend tot de sectie uitvoerende kunstenaars dan wel de sectie producenten. 5 Bestaat ter vergadering twijfel over de bevoegdheid van de gezamenlijke vergadering dan beslist het bestuur. REPARTITIE Artikel 24 1 Alvorens tot verdeling ten behoeve van de rechthebbenden over te gaan worden de gelden, die de stichting uit hoofde van haar incasso-activiteiten heeft verworven, geboekt op de incasso-bronnen betreffende rekeningen. 2 Het bestuur stelt, als onderdeel van de begroting als bedoeld in artikel 27, lid 4, voor het begin van ieder boekjaar vast in welke mate de kosten van de stichting ten laste worden gebracht van de in het eerste lid bedoelde rekeningen. Het is bevoegd ter zake voorzieningen te treffen die erop zijn gericht om te bewerkstelligen dat de continuïteit van de werkzaamheden van de stichting gewaarborgd is. 3 Het bestuur is bevoegd vast te stellen dat op alle uit de incasso-activiteiten verworven gelden een bepaald gedeelte wordt ingehouden voor sociale en culturele doeleinden betreffende de Nederlandse muziek en de Nederlandse fonografische industrie. Dit gedeelte zal nimmer groter zijn dan 5% van die gelden. Omtrent de wijze van besteding van deze inhouding stelt het bestuur bij reglement nadere regels.
Artikel 25 1 De netto-opbrengsten voor de sectie uitvoerende kunstenaars en de sectie producenten worden ten behoeve van de rechthebbenden verdeeld volgens een door de sectiebesturen ontworpen reglement. Het sectiebestuur legt een ontwerp (wijziging van) repartitie-reglement ter beoordeling voor aan de desbetreffende vergadering van aangeslotenen. 2 Het bestuur stelt de repartitie-reglementen conform artikel 12, lid 3 vast. Het repartitie-reglement omvat de wijze van verdeling van de ten gunste van de sectie toegekende bedragen, zo mogelijk en indien noodzakelijk per desbetreffende incasso-bron, waarbij het sectiebestuur evenwel bevoegd is nadere regelingen vast te stellen ter zake van de methode en techniek van verdeling. 3 Het sectiebestuur is bevoegd in het repartitie-reglement te bepalen dat een gedeelte van de nettoopbrengsten, of dat bepaalde netto-opbrengsten zullen worden aangewend voor sociale en culturele doeleinden ten gunste van de desbetreffende rechthebbenden. Het sectiebestuur geeft daarbij aan op welke wijze deze bestedingen zullen plaatsvinden en/ of aan welke instantie of organisatie deze taak zal worden opgedragen. 4 Alvorens in werking te treden behoeft een repartitiereglement, of wijzigingen daarvan, de goedkeuring van de Minister van Justitie. BUREAU Artikel 26 1 Het bestuur kan besluiten een bureau van de stichting in het leven te roepen en voor de leiding daarvan een of meer functionarissen aan te stellen. Het bestuur is tevens bevoegd deze te schorsen en te ontslaan, alsmede de arbeidsvoorwaarden met de desbetreffende functionaris(sen) overeen te komen. 2 De door het bestuur aangestelde leidinggevende(n) kan (kunnen) binnen de door het bestuur toegekende bevoegdheden de stichting in en buiten rechte vertegenwoordigen.
10
BOEKJAAR EN JAARREKENING Artikel 27 1 Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar. 2 De penningmeester draagt zorg voor het opstellen van een jaarrekening, welke hij jaarlijks vóór dertig april ter vaststelling aan het bestuur voorlegt. De jaarrekening is vergezeld van een verklaring van een door het bestuur te benoemen registeraccountant. Goedkeuring van de jaarrekening door het bestuur strekt de penningmeester tot décharge. 3 Ter verantwoording van het financiële beleid wordt de jaarrekening vervolgens vóór dertig juni ter kennis gebracht van de vergaderingen van aangeslotenen als bedoeld in artikel 21. Een afschrift van de jaarrekening vergezeld van de accountantsverklaring wordt desgewenst gratis ter beschikking gesteld van de aangeslotenen en deelnemers, alsmede van de besturen van de oprichtende organisaties. 4 De penningmeester legt het bestuur jaarlijks voor één november een begroting voor ter zake van het volgende begrotingsjaar.
3 Een statutenwijziging treedt pas in werking nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Ieder bestuurslid is bevoegd deze akte te doen opmaken en te doen ondertekenen. 4 De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan indien en voorzover dit voor de vereffening van haar zaken nodig is. 5 Bij een besluit tot ontbinding treedt het bestuur op als liquidatiecommissie. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten voorzover mogelijk en nodig van kracht. 6 Het bestuur beslist op welke wijze de na de betaling van alle schulden overblijvende bezittingen van de stichting zullen worden aangewend, met dien verstande dat het saldo moet worden bestemd voor een doel dat het doel van de stichting zoveel mogelijk nabij komt. 7 De boeken en bescheiden van de stichting blijven gedurende tien jaar na afloop van de vereffening berusten onder de persoon of instelling, daartoe door het bestuur aangewezen. 8 Alvorens in werking te treden behoeft een statutenwijziging of een besluit tot ontbinding van de Stichting de goedkeuring van de Minister van Justitie.
STATUTENWIJZIGING EN ONTBINDING
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 28 1 Besluiten tot wijziging van de statuten of tot ontbinding van de stichting kunnen slechts worden genomen met een meerderheid van tenminste drie/vierde van de uitgebrachte stemmen in een vergadering van het bestuur waarin tenminste drie/vierde van het aantal in functie zijnde bestuursleden aanwezig is casu quo bij schriftelijke volmacht vertegenwoordigd is. 2 Indien in een vergadering waarin een voorstel tot wijziging van de statuten of tot ontbinding aan de orde is niet een zodanig aantal bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd is, dan wordt een nieuwe vergadering bijeengeroepen tegen een datum niet eerder dan veertien dagen na de eerste vergadering, maar uiterlijk binnen een maand. In deze vergadering kan een besluit tot wijziging van de statuten of tot ontbinding rechtsgeldig worden genomen met een meerderheid van tenminste drie/vierde van de uitgebrachte stemmen, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuursleden.
Artikel 29 In alle gevallen waarin de wet, de statuten of de reglementen niet voorzien, beslist het bestuur.
Catharina van Renneslaan 8 1217 CX Hilversum
Postbus 113 1200 AC Hilversum
Aldus vastgesteld door het bestuur van Sena d.d. 13 juli 1993, laatstelijk gewijzigd bij besluit van het bestuur d.d. 26 mei 1998. Deze wijziging van de statuten is overeenkomstig artikel 28 lid 8 goedgekeurd door de Minister van Justitie bij besluit van 4 november 1998. Overeenkomstig artikel 28 lid 3 is van de statutenwijziging een notariële akte opgemaakt, welke is verleden voor de notaris d.d. 26 januari 1999. Deze statutenwijziging treedt in werking met ingang van 1 februari 1999.
T 035 625 17 00 F 035 625 17 99
[email protected] www.sena.nl
Sena is aangesloten bij VOI©E