stichting het nederlandse interieur
Krijgt interieur een plaats in nieuwe Monumentenzorg? Op 27 november 2008 heeft minister Plasterk zijn visie op de Modernisering Monumentenzorg (momo) bekend gemaakt. Het belangrijkste doel is om het behoud en de ontwikkeling van erfgoed te verbinden met vernieuwing waar de samenleving om vraagt. Economie, duurzaamheid en sociale samenwerd gevraagd op het conceptbeleidsplan te reageren. De Stichting Het Nederlandse Interieur gaf hieraan gehoor.
Redactie Eloy Koldeweij . Hester Wolters Basis lay-out Suzan Beijer Opmaak Hans Schut Druk Sande druk issn 1570-9973
Postbus 15599, 1001 nb Amsterdam
22
Nummer 22, februarie 2009 De Nieuwsbrief verschijnt 3x per jaar Uitgave Stichting Het Nederlandse Interieur Postbus 15599, 1001 NB Amsterdam www.shni.nl . kopij
[email protected]
Nummer 22 • februari 2009
hang spelen hierbij een rol. Aan betrokken partijen in het veld
1
Visie of geen visie?
2 Stichting Het Nederlandse Interieur
Het bestuur van de Stichting Het Nederlandse Interieur reageerde onlangs op de nota ‘Een lust, geen last. Visie op de modernisering van de monumentenzorg’. Minister Plasterk had namelijk in november 2008 aangekondigd met ‘het veld’ in gesprek te willen gaan over zijn visie op een gemoderniseerde monumentenzorg. Blijkens de recente door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap uitgebrachte Visie wil de minister een omslag maken van een objectgerichte naar een gebiedsgerichte monumentenzorg. De gedachte is dat het te wijzigen stelsel op vier pijlers zal rusten: 1. Cultuurhistorie richtinggevend in ruimtelijke ordeningsprocedures, 2. Minder regeldruk, 3. Efficiënter beheer en financiering huidige rijksmonumenten, 4. Bevordering herbestemming en herontwikkeling. De brief van de shni is een van de ruim zestig brieven die de minister als reactie uit het veld heeft ontvangen. Mede met behulp van deze input wil de minister zijn beleidsbrief over de modernisering van de monumentenzorg nog dit voorjaar naar de Kamer sturen. De shni heeft een zevental aanbevelingen gedaan die hij hopelijk ter harte zal nemen. Omdat het rapport nogal onsamenhangend is en weinig diepgang vertoont hebben wij ons geconcentreerd op enkele zaken die wij vanuit interieurhistorisch perspectief hebben gemist en die wij daarom meer benadrukt zouden willen zien. Ik noem hier de belangrijkste aanbevelingen (zie voor de integrale versie van onze brief: www.shni.nl). - Zorg voor goede en eenduidige definities van begrippen zoals cultuurhistorie en cultuurhistorische waarden. Daarbij dient rekening te worden gehouden met de verschillende manieren van kijken en waarderen van verschillende partijen. De door hen onderkende waarden zijn niet perse dezelfde; de waardestellende criteria niet congruent. - Zorg ervoor dat naast de ensemblegerichte aanpak een objectgerichte aanpak gehandhaafd blijft. De nadruk op de waarde van objecten in hun ruimtelijke context mag niet ten koste gaan van de individuele waarden van het object zelf. Expliciteer de blijvende zorg en aandacht voor het afzonderlijke object. - Zorg voor mogelijkheden om de enorme achterstanden in het opsporen, inventariseren en onderzoeken van interieurs op adequate wijze weg te werken. - De meerwaarde van een gebouw met de bijbehorende oorspronkelijke inrichting is groot, zoals onder meer terecht is geconstateerd in het rapport ‘Van object naar samenhang’ (geschreven door medewerkers van dce, Erfgoedinspectie, icn en rdmz op verzoek van hun gezamenlijke directeuren in 2004). Vooralsnog wordt de instandhouding van interieurensembles echter aan haar lot overgelaten en – zeker zo kwalijk – zelfs de kennis en de cultuurhistorische waarden die door het uiteenvallen van interieurensembles verloren gaan, worden op geen enkele wijze gedocumenteerd. Betrek dit karakteristieke en wezenlijke element van het Nederlandse erfgoed expliciet in het nieuwe stelsel. - Zorg ervoor dat bepaalde groepen interieurs als themaprogramma’s worden behandeld. Barbara L aan, voorzitter
Dat het ‘Aan Tafel: de Evolutie van de Eetkamer’, het thema van de op 12 december gehouden studiemiddag, uitnodigend werkte, was te merken aan de reacties. Meteen na de aankondiging liep het storm met de aanmeldingen, zelfs zo dat enkelen teleurgesteld moesten worden. Nu was het ook wel een bijzondere middag met een zeer divers, aantrekkelijk programma. Niet alleen vonden de activiteiten plaats in een prachtige omgeving – het gebouw van de Utrechtse Fundatie van Renswoude – maar het luisteren naar lezingen en bekijken van interieurs, inclusief serviesgoed en tafelkleden werden ’s avonds afgesloten met een regentesk diner in de schitterende rococo zaal van de Fundatie. Voorzitter Barbara Laan presenteerde de hele ontvangst als één groot menu, met aperitief, hoofdgerechten, tussengerechten en changementen. ‘Chatelaine’ van de Fundatie mevr. Constance Kohsiek leidde uit naam van de ‘Eerste Huismeester’ hoogleraar Koen Ottenheym, de middag in met een verhaal over het gebouw zelf: over de erflaatster Maria Duyst van Voorhout, vrijvrouwe van Renswoude, de stichting van de Fundatie en de functie als weeshuis en opleidingsinstituut voor onbemiddelde talentvolle jongens. De bouw, de architect Jan Verkerk, de diverse interieurs met hun oude functie kwamen aan de orde en zij wees op het oorspronkelijke nog ter plekke bewaarde meubilair en de bijzonder interessante andere collectieonderdelen zoals schilderijen, klokken, porseleinen (wapen)serviezen en wereldbol. Later door het gebouw rondlopend besefte ik mij bovendien hoe bijzonder het is om tegenwoordig nog zo’n rijke inventaris aan tin aan te treffen, dat daar
zinnebeeldige voorstellingen, waarin zelfs kanonnetjes konden worden afgeschoten. En dat alles van suiker of dragant, ondersteund door karton en aangevuld met zijde, glas en porselein. Oud veilingmeester Jan Pieter Glerum gaf na de theepauze in sneltreinvaart een zeer leerzaam overzicht van voorwerpen en meubels die functioneren rondom eten en drinken. Wat ons zeker is bijgebleven: de wigjes om je soepbord schuin te houden zodat je het netjes kunt leeglepelen en de papieren zakjes
Diner in regentenzaal
foto’s mogelijke oude plaatsen, nieuwe ontwerpen en huidige overblijfsels. Stadhouders, koningen en prinsessen gebruikten de maaltijd in statie of privé. Schragentafels, met leer bekleedde wanden en inloopbuffetten passeerden de smakelijke revue. Het verhaal van kunsthistorica Eva Schimmelpenninck was één grote amuse van oude tafelversieringen, gemaakt van suikerwerk in de vorm van de meest schitterende tuinen, tempels, fonteinen en vruchtencomposities. Zij deed ons beseffen hoe schraal onze met zorg opgetooide dinertafels afsteken tegen de veelal door kunstenaars ontworpen, soms levensgrote,
met peper op de 17de-eeuwse stillevens. Op de haar zo karakteristieke wijze wist historica Ileen Montijn vervolgens een uiterst vermakelijk hoofdgerecht te presenteren uit de jaren rond 1900, gelardeerd met de meest verrukkelijke citaten uit etiquetteboeken en toneelstukjes, over de problemen van de ‘nette’ samenstelling van het menu, de styling van de tafel met compote schaaltjes, en het zo Hollandse sopje voor het zilver na afloop. Cultureel antropologe Irene Cieraad verzorgde ten slotte het dessert van de lezingenmiddag met een wederom uiterst boeiend verhaal over de veranderende relatie tussen keuken en eet-
kamer. Hoe de kloof tussen upstairs-downstairs groeit vanaf de scheiding tussen kookkeuken en pronkkeuken, uitlopende in de 19de-eeuwse eetkamers boven met dienliften, dessertkamers en belletjes als enig contact met beneden. Met de smetvrees voor de keuken, het terrein van de dienstboden; met de oplossingen voor het 20ste-eeuwse ‘dienstboden-probleem’ en met de huidige efficiënte leef-eet-kookruimte, waar scheidingswanden als de Berlijnse Muur zijn omgevallen en mannen-echtgenoten als chefkok een sterrol vervullen. Na de borrel volgde het smaakvolle avondprogramma voor degenen die zich hiervoor hadden opgegeven. Zelfs tijdens dit gezellige diner werden de gasten nog geestelijk bij de les gehouden door kunsthistorica Sanny de Zoete, die ons instructief vertelde over damast, het gebruik, de reiniging en het mangelen daarvan. Hoe zullen wij toehoorders ooit nog gedachteloos de tafel kunnen dekken thuis? Dit was de eerste keer dat de shni een studiemiddag geheel gewijd heeft aan een bepaald vertrek waarbij al zijn aspecten aan de orde kwamen. Dit was gezien de belangstelling een geslaagde insteek, ook al waren de kosten (e 120) naar de maatstaven van de Interieurstichting voor zowel de middag als het aansluitende diner fors. De Stichting is dan ook van plan om vaker een of meer woonvertrekken op een studiemiddag centraal te stellen om zo een bredere groep geïnteresseerden aan te spreken. Jet Pijzel-Dommisse Over de Utrechtse Fundatie is een prachtig geïllustreerde publicatie verschenen, die voor e 25 te bestellen is bij de Fundatie: J. de Vries, M. Langenbach, K. Ottenheym, De Utrechtse Fundatie van Renswoude, Utrecht, uitgeverij M atrijs, 2004
3 Nummer 22 • februari 2009
eeuwenlang in functie is geweest als kandelaar, koffiekan, tabakspot of glazenkoelvat. Samen met de eveneens nog bewaarde archivalia vormt de Utrechtse fundatie een bijzondere bron voor onderzoek. Gelukkig is recent de historische rijkdom van de fundatie gepubliceerd. Na dit aperitief volgden de lezingen. Architectuurhistoricus Paul Rem schetste de ontwikkeling van de tijdelijke eetzaal naar de vaste eetkamers, toegespitst op de stadhouderlijke paleizen, en toonde via plattegronden en
Locatie onder de loep
Amsterdamse architectuur in Brabant Burgemeesterswoning 1912/13 Hoogstraat 53, Werkendam
4 Stichting Het Nederlandse Interieur
Middenin een winkelstraat van het Brabantse Werkendam staat de voormalige burgemeesterswoning. Het huis is gebouwd in 1912-1913, in opdracht van en voor de toenmalige burgemeester Arie Sigmond. Nog geen decennium na de voltooiing, in 1923, vraagt Sigmond een vergunning aan voor een uitbouw met een tuinkamer. De architecten H.A.J. Baanders en J. Baanders uit Amsterdam maken hiervoor de ontwerptekening. Leuk detail: J. Baanders was bevriend met de befaamde architect Michel de Klerk. Mogelijkerwijs heeft De Klerk aan het ontwerp een bijdrage geleverd. De blauwdruk van deze aanbouw is in bezit van de huidige eigenaar. Aan de buitenzijde is het huis niet bijzonder opvallend, of het moest zijn vanwege het formaat ervan: ongeveer 2000 kubieke meter.
De woning heeft een kelder met daarop drie bouwlagen waarboven gedeeltelijk twee zolders, bekroond door een zadeldak met wolfseinden en dakkapellen. Opvallend zijn de erkers, waarvan er één over twee bouwlagen
terugkerende kwestie tussen de burgemeester en zijn vrouw: “met het oog op het ook hier heerschende dienstbodevraagstuk, een bron van ergernis…”. De centrale hal, de tuinkamer en de achterkamer op de tweede
is aangebracht. De westzijde van het pand grenst aan een woning die lange tijd als praktijkruimte dienst heeft gedaan. Wie binnentreedt door de hoofdingang, komt direct in de centrale hal met daaraan grenzend een open trappenhuis, vier kamers, de zijentree, het toilet, de keuken en een inbouwkast. De kelder bevat drie ruimten. Op de eerste etage zijn drie slaapkamers, een badkamer, een toilet en een inloopkast gesitueerd, op de tweede verdieping vier kamers en een inbouwkast. Daarboven bevindt zich aan de voor- en achterzijde de gedeeltelijke zolderverdieping. De publicatie van G.M. Couveé, De Familie Sigmond in Werkendam, (pp. 70-71) bevat een korte beschrijving van de vertrekken. Couveé refereert hierin ook aan een
verdieping verdienen het met name om beter te bekijken, ook al hebben de overige vertrekken verscheidene waardevolle authentieke details. In de centrale hal is het open trappenhuis een echte eyecatcher. De ruimte loopt door tot in een dakkapel op de tweede etage. De vloer is bekleed met wit-, rood-, zwartachtige keramische vloertegels in verschillende formaten en motieven. In de zuidelijke wand is een haard opgenomen en in de westelijke buitenmuur bevinden zich twee gebrandschilderde glas-in-loodpanelen met geometrische motieven. Het ondergedeelte van de wanden is bekleed met gele keramische baksteen en drie banden met wandtegels, het bovenste gedeelte is gepleisterd. In de westelijke wand van de
in gebruik is. Ook zijn er nog enkele authentieke lichtschakelaars en wandcontactdozen. Bijzonder is het communicatiesysteem tussen de oostelijke zijingang en de hoofdslaapkamer. Hoewel dit ogenschijnlijk nog intact is, functioneert het op dit moment helaas niet. Bij de racm is de buitenzijde van het pand bekend, maar het karakteristieke interieur daarentegen niet. Reden daarvoor is waarschijnlijk - zoals ook elders het geval - dat de vorige bewoners geen interesse hadden in de status van rijksmonument en daarom de medewerkers van het zogeheten Monumenten Selectie Project (msp) geen toegang hebben verleend. Gezien de kwaliteiten van het interieur met alle nog aanwezige aard- en nagelvaste elementen en technische installaties, het gave exterieur, en de som van beide, zou een plaats in het rijksmonumentenregister voor deze burgemeesterswoning gerechtvaardigd zijn. H arrie Schuit, interieurspecialist Monumentenwacht Noord -Brabant
Lopend onderzoek: Nederlandse witwerkers In de gildetijd duidde de term ‘witwerkers’ op looiers van schapenvellen, op smeden die met blank metaal werkten, op mandenvlechters die geschilde wilgentenen verwerkten, evenals op hen die beschilderde naaldhouten meubels maakten. Hans Piena, hoofdconservator van het Nederlands Openluchtmuseum, is sinds 2004 o.l.v. prof.dr. Willemijn Fock bezig aan een promotieonderzoek naar de laatste categorie. Halverwege 2012 zal het onderzoek worden afgerond. De witwerkers, vooral te vinden in de wat grotere steden in het westen van Nederland, lijken in aanvang (1625-1675) eenvoudige gebruiksvoorwerpen te hebben gemaakt: rattenvallen, vogelkooien, houten emmers, etc. Vanuit die positie zijn zij in toenemende mate ook meubels gaan maken, maar waarschijnlijk hebben ze weinig of geen interieur timmerwerk verricht. Wel is in het Nederlandse interieur zeker ook het traditionele witwerkers houtimitatie-werk toegepast, bestaande uit een krijtgrond, een bindmiddelloze pigmentsaus waarmee de nerf werd geïmiteerd, en een bruine vernis ter afsluiting. Echter, zeer weinig van de voorwerpen die we tegenwoordig nog aantreffen is origineel. De beschildering is vrijwel zonder uitzondering overschilderd, en in ergere gevallen geloogd. Daarnaast is er een groot aantal vervalsingen geproduceerd, met name in de periode tussen 1900 en 1950 toen rijke buitenlandse toeristen en daarmee ook antiquairs, evenals de volkenkundige musea een grote belangstelling voor beschilderd meubilair hadden. Gedurende een door het Rijksmuseum en icn georganiseerde masterclass in november 2008 zijn zeven witwerkersmeubels tot op het bot geanalyseerd. Bij een van deze meubels is toen aangetoond dat het vervaardigd is slechts kort voordat het door een museum op een veiling werd aangekocht. Heeft u een beschilderd naaldhouten meubel? Info:
[email protected]
5 Nummer 22 • februari 2009
tuinkamer die in 1923 door de architecten Baanders werd ontworpen, zitten inbouwkasten met zowel dichte deuren, als - middels een roedeverdeling - met glas gevulde deuren. De noordelijke wand bevat een schouw geflankeerd door twee gebrandschilderde glasin-loodpanelen. De balklaag, opgebouwd uit enigszins bol geschaafde balken, wordt ondersteund door karakteristieke pilaren. Op de tweede etage bevindt zich de fraaie achterkamer. Bij binnenkomst springt de middels een erker uitgebouwde, fraaie raampartij met zicht op
de achtertuin, direct in het oog. Hier zit een vensterbank in de ware zin des woord, met daarop een kussen. Een ander opvallend element in deze ruimte is de schouwpartij. Deze bestaat uit schoon metselwerk en wordt aan weerszijden geflankeerd door twee vaste gestoffeerde banken. Door het geringe formaat oogt deze kamer erg knus. Het ‘cassetteplafond’ bestaat uit gepleisterde middenvelden omringd door balken, die op hun beurt weer worden ondersteund door consoles. Bij de bouw van de woning zijn in het gehele pand centrale verwarming en verlichting aangebracht, hetgeen op dat moment vooruitstrevend was. Opmerkelijk is dat het zogenaamde open centrale verwarmingscircuit met authentieke radiatoren en bijbehorende kranen nog altijd
Publicaties
6 Stichting Het Nederlandse Interieur
Koolhaas Houselife DVD/boek, Ila Bêka & Louise Lemoîne Film over het beroemde Maison à Bordeaux (1998) van Rem Koolhaas. Het dagelijkse leven van de huishoudster Guadalupe in dit huis is uitdagend. ‘Interieurverzorgers’ benaderen deze spectaculaire woning vanuit een heel andere optiek dan architectuurof bouwhistorici. Het huis blijkt allerlei mankementen te vertonen: als het regent, moeten overal emmers worden neergezet, af en toe springt er spontaan een ruit uit een sponning en de muren blijken te scheuren. Koolhaas zelf heeft een eenvoudige verklaring: “Hier botsen twee systemen: een soort platonisch begrip van schoonmaken en een platonisch begrip van architectuur.” Rome, Bek Ffilms, 2008 198 pp, rijk geïllustreerd, e 69,50 isbn
8890360208
Voor sociaal-democratie, smaakopvoeding en verheffend genot. De Amsterdamse vereniging Kunst aan het Volk, 1903-1928 Marc Adang Handelsuitgave van het gelijknamige proefschrift over de activiteiten van de vereniging Kunst aan het Volk, opgericht door kunstenaars en notabelen rond de Amsterdamse SDAP zoals Tak, Wibaut, Berlage en Heijermans. Zij wilden het volk inwijden in kunstgenot, dat ook toen als elitair werd gezien, en hoopten dat de arbeiders de kunst minder banaal zouden consumeren dan de burgerij in hun ogen deed. Adang toont aan dat men niet uitging van gemeenschappelijke opvattingen en doelen en al evenmin een weloverwogen beleid voerde. A msterdam, Uitgeverij A ksant 2008 768 pp, geïllustreerd, e 39,90 isbn
9789052603148, NUR 694
tische opvatting met veel oog voor detail, materiaal en vorm en werd geïnspireerd door het werk van Le Corbusier, Alvar Aalto en Gerrit Rietveld. Architectuur uit de jaren vijftig en zestig is sterk bedreigd, zo ook het werk van Salomonson. Veel van zijn zorgvuldig tot in de details vormgegeven gebouwen en interieurs zijn verdwenen of verminkt. Rotterdam, uitgever Bonas 2009 paperback, 216 pp, geïllustreerd, e 29,50 isbn/ean
9789076643342
Kruiswegstaties van De Liefde, 1886-1889 Johan A. Kamermans Monografie over een kruiswegstatie op tegels: 14 tableaus van elk 297 tegels, 4.258 tegels totaal, samen ruim 60 m². Deze statie is gemaakt voor de R.K. kerk van de HH. Nicolaas en Barbara, beter bekend als ‘De Liefde’, aan de Bilderdijkstraat te Amsterdam. In 1987 werd deze kerk, gebouwd in de jaren 1882-1885 door architect P.J.H. Cuypers, gesloopt. De kruiswegstatie kreeg een museale herbestemming. O tterlo, Nederlands Tegelmuseum, 2008
Huis vol symboliek – Nicolaaskerk Helvoirt Jan Verstijnen & Theo Hoogbergen Het sluitstuk van een restauratie van het bijzondere interieur van de neogotische parochiekerk te Helvoirt. De restauratie, die een periode van acht jaar omvatte en zich toespitste op de originele decoraties is terughoudend en met groot respect voor de cultuurhistorische waarde uitgevoerd. De overweldigende hoeveelheid afbeeldingen tonen een andere en fraaie wereld en ze laten zien dat achter de gewone werkelijkheid een waardevolle en soms diepgaande realiteit schuilgaat. gebonden, 172 pp, rijk geïllustreerd, e 29,95 isbn
9789090236209
A ssen, Van G orcum & Uitgeverij Philip Elchers 2008
Nieuwe ideeën voor oude gebouwen Jeroen Saris, Simon van Dommelen, Tamara Metze De creatieve economie speelt in veel steden een belangrijke rol bij de herontwikkeling van voormalige industriële complexen. Creatieve ondernemers zoals kunstenaars, ontwerpers en architecten stellen andere eisen aan de omgeving en laten zich inspireren door de ‘permanente onafheid’ van de locatie.
gebonden, 160 pp, rijk geïllustreerd, e 29,50
Rotterdam, NA i uitgevers 2008
isbn
9789023244820
paperback, 280 pp, rijk geïllustreerd, e 34,50 isbn
Hein Salomonson. Schijnbare eenvoud Niek Smit Hein Salomonson (1910-1994) is vooral bekend door zijn woonhuizen en interieurs. Ook ontwierp hij winkels, tentoonstellingen, meubelen (voor Metz & Co, Goed Wonen en A. Polak’s Meubelindustrie) en kantoren. Als redacteur van het tijdschrift Goed Wonen gaf Salomonson mede vorm aan het moderne wonen in de jaren vijftig en zestig in Nederland. Hij had een esthe-
A rnhem, uitgeverij Terra-L annoo, 2008 paperback, 212 pp, rijk geïllustreerd, e 29,95 isbn
9789058975577 / nur 454
Van huis en haard. Betekenis van architectuur in de zorg voor mishandelde vrouwen en hun kinderen Minke Wagenaar & Janine Schrijver In 2006 riep het Stimuleringsfonds voor Architectuur op om in het kader van ‘zorgarchitectuur’ onderzoek te doen naar verbetering van de huisvesting van mensen die noodgedwongen niet langer in hun eigen huis kunnen wonen. Dit boek bevat analyses van bestaande accommodaties en een viertal essays met adviezen voor toekomstige accommodaties. Een foto-essay brengt het leven in beeld achter de gesloten deuren van de geheime adressen. Bussum, uitgeverij Toth, 2008 paperback, 168 pp, rijk geïllustreerd, e 22,50 isbn
9789068684674
40 pp, geïllustreerd e 7,50
Helvoirt, Stichting tot behoud historisch besef, 2008
De Groninger cultuurschat. Kerken van 1000 tot 1800 Justin Kroesen, Regnerus Steensma e.a. Publicatie met de hoogtepunten van het Groninger kerkelijk cultuurgoed dat uniek in Nederland is: de gevarieerde decoratie van romano-gotische architectuur, het grote aantal middeleeuwse muurschilderingen, het rijke houtsnijwerk aan herenbanken, preekstoelen en avondmaalstafels, de monumentale orgels en de vele herinneringen aan de adel door grafmonumenten en rouwborden.
leven, stijl en interieur. Het accent in dit boek ligt op de combinatie van praktisch wonen en het gebruik van duurzaam (decoratie)materiaal.
9789056624491
Easy Living Hotze Eisma, Reini Smit & Anna Lambert Twaalf Nederlandse woonhuizen van evenzovele ontwerpers en stylisten gefotografeerd en beschreven met korte, achterliggende verhalen: pioniershuizen, moderne leven op het platteland, opmerkelijke woonruimten en oude huizen met een nieuwe stijl. De leef-, keuken-, slaap- en doucheruimten tonen hun visie op werk,
Friese kerken: een inleiding Saskia van Lier & Regnerus Steensma Dit boek geeft een algemene inleiding in de verschillende aspecten van de kerkbouw in Friesland. Naast de architectuur wordt het interieur beschreven met de vele typerende elementen als muurschilderingen, rouwborden, fraai versierde preekstoelen en herenbanken. G orredijk, Uitgever Bornmeer, 2009 ingenaaid, 175 pp, rijk geïllustreerd, e 19,90 ISBN 9789056151980
Prachtig protestant J.B. Boendermakers e.a. In calvinistische kerken zijn kunstobjecten niet talrijk, maar wel karakteristiek: kansels en ander houtsnijwerk, rouwborden, kroonluchters, bijbels, avondmaalsstellen, doopschalen, orgels en orgelluiken, glasin-loodramen en tekstborden zoals die met de Tien Geboden. Protestantse kerkelijke kunst bestaat wel degelijk; dit verzorgde boek toont het in 95 zorgvuldig gekozen voorbeelden. Een algemene en vier deelinleidingen beschouwen de kunstobjecten religieus, historisch en artistiek. Zwolle, Waanders Uitgeverij, 2008 paperback, 112 pp, rijk geïllustreerd, e 14,95 isbn
9789040085215
Achter Utrechtse Gevels. Huizen met historie Negentig monumentale woningen uitvoerig behandeld in 18 delen, gebundeld in een kloeke verzamelband. Een kijkje achter de bekende gevels van de stad toont het trotse Utrechtse woningbezit en een bont scala aan interieurs. Boeiend om te lezen, schitterend om in te kijken. Zwolle, Waanders Uitgeverij i.s.m. Het Utrechts A rchief, 2004-2006 paperback, rijk geïllustreerd, e 97,05 isbn
9789040016929
in. Magazine for Interior Architecture in is de nieuwe titel van de makers van de Architect wat zes keer per jaar verschijnt. Het bijna honderd pagina’s tellende blad toont de laatste projecten uit binnen- en buitenland op het gebied van interieurarchitectuur, productontwerp en vormgeving. Het is vakinhoudelijk en technisch georiënteerd, maar gepresenteerd op een visueel aantrekkelijke manier en belicht vanuit het menselijke perspectief. Verschijnt 3x per jaar. Den H aag, sdu Uitgevers, www.interiormagazine.nl, e 84,75 p.j.
Den H aag, Sdu Uitgevers, mei 2008 issn
1385-4542, e 20,95
Heemschut Genieten van de binnenkant. Interieurs staan centraal in het decembernummer van Heemchut. Hierin wordt aandacht besteed aan onder meer het racm symposium ‘Over de vloer’, een plafondschildering, liturgische gewaden en enkele bijzondere inventarisstukken kasteel Cannenburch. Heemschut, jrg. 85, nr 6, december 2008 issn
0017-9515, e 4,80
Monumenten Themanummer Monumentale interieurs waarin aandacht voor de Interieurwacht in Noord-Brabant, de restauratieschilder, Huis Frankendael, wederopbouw kunst en de zoektocht naar waarderingskader voor interieurs Cuijk, Top Com uitgevers, jrg. 30, nr . 1-2, januari / februari
2009
geen issn, e 5,25
Een traditie van verandering - De architectuur van het hedendaagse schoolgebouw Ton Verstegen i.s.m. Dolf Broekhuizen (red) Het onderwijs is in korte tijd grondig veranderd. De opgave van het schoolgebouw is daarom meer dan ooit een architectonische opgave; klaslokalen hebben plaatsgemaakt voor leerdomeinen, aula’s hebben zich ontwikkeld tot ware plaza’s. Dit boek geeft een actueel en onthullend overzicht van recente scholenbouw in Nederland. Rotterdam, na i Uitgevers 2008
Hubertushuis voor alleenstaande moeders Plantage Middenlaan Amsterdam, 1980 Architect: Aldo van Eyk (interieur i.s.m. Hannie van Eyck) Mijn lievelingskleur is de regenboog Aldo van Eyck (1918-1999)
Als er iets opvalt aan de buitenkant van het Moederhuis, officieel genaamd het Hubertushuis voor alleenstaande moeders in Amsterdam, is het wel zijn kleurrijke gevel. Maar vooral in het interieur - een groot spel van zichtlijnen, doorkijkjes, grote en kleinere binnen- en buiten ruimten - spelen de kleuren van de regenboog een hoofdrol. Het complex is gebouwd tussen 1973 en 1980, een tijd waarin Aldo van Eyck al een bovengemiddelde bekendheid had verworven binnen de Nederlandse architectenwereld. Met uitzondering van de ruim 700 speelplaatsen die hij in Amsterdam heeft gerealiseerd, had hij die faam niet te danken aan een grote bouwproductie. Eerder aan het tegenovergestelde: met zijn minutieus doorgewerkte en doordachte ontwerpen, bevlogen lezingen en manifestachtige teksten waarin hij theorie, kunst, filosofie, literatuur en niet westerse antropologie, combineerde met een zeer persoonlijke betrokkenheid en een fel reactionisme, heeft hij een hele generatie architectuurstudenten, liefhebbers en gebruikers weten te beïnvloeden. De opdracht voor het Moederhuis was tweeledig: verbouw van twee panden met een nieuwbouwdeel ertussenin. Met een krap budget maar met de bevlogen opdrachtgeefster Addie van RoijenWortmann wist Van Eyck zijn gedachtegoed over tweelingfenomenen, zoals gebruik van groot en klein, open en gesloten, licht en donker, in de praktijk te brengen voor een zeer specifieke groep gebruikers, alleenstaande ouders en hun kinderen. Het is een tot in de laatste details doorontworpen gebouw geworden, een maatpak, waarin het perspectief van de kinderen centraal heeft gestaan. Met twee paarsen, drie blauwen, twee groenen, twee gelen, een oranje en twee roden heeft Van Eyck het voor iedereen herkenbare kleurenspectrum in het hele interieur toegepast. Bijna als in een schilderij heeft hij diepte en ruimtelijkheid versterkt door de kleuren uit de regenboog. Dat zo weinig mensen zich bewust zijn van de kern van de kwaliteit van de architectuur van dit gebouw is schrijnend. Net als de meeste van Aldo’s gebouwen, zoals het Burgerweeshuis in Amsterdam, gaat het hier om een niet openbare instelling. Daardoor kunnen plannen voor ernstige aantasting van het oorspronkelijke interieur behorend tot ons cultureel erfgoed bijna geruisloos worden ingebracht, een angst die gezien de huidige ontwikkelingen niet geheel ongegrond is. De crèche die sinds 10 jaar in het gebouw zit, heeft onlangs een andere eigenaar gekregen, met een andere bedrijfseconomische, efficiëntere benadering. En daarbij is het gebouw niet langer een eigenzinnige inspiratiebron en bondgenoot, maar een lastpost en kostenpost. Een gevaar voor het interieur, maar ook voor het gedachtegoed van Van Eyck.
gebonden, 276 pp, rijk geïllustreerd, e 45 isbn
9789056626556
Sabine L ebesque, architectuurhistoricus Ontwikkelingsbedrijf Gem. A msterdam
7 Nummer 22 • februari 2009
De Architect Interieur - Nieuw leven voor geschiedenis Afgedankte gebouwen een nieuwe functie geven en ze daarmee hun plek teruggeven in de samenleving gebeurt al eeuwenlang. Steeds vaker worden oude monumentale panden verbouwd en geschikt gemaakt voor de meest uiteenlopende bestemmingen. Ingrepen in het interieur en elementen ervan zijn daarvoor noodzakelijk. Het verlangen naar authenticiteit heeft gezorgd voor een herwaardering van ons historisch erfgoed. De consequentie hiervan is dat architecten een nieuw leven aan bestaande gebouwen moeten geven, doorgaan op de geschiedenis en een nieuwe laag toevoegen.
Gesignaleerd
Activiteiten & Agenda
8 Stichting Het Nederlandse Interieur
Changing Ideals: Re-thinking the House Op zoek naar het ideale huis na i Maastricht, t/m 29 maart 2009 Voor architecten is het huis de plek bij uitstek voor het testen en demonstreren van nieuwe concepten. Volgens sommigen zou de geschiedenis van de moderne architectuur zelfs samenvallen met de zoektocht naar het ideale huis. Om dit veranderende ideaal van het huis te onderzoeken, worden in deze tentoonstelling zeer uiteenlopende woonconcepten met elkaar geconfronteerd, van de Domus Cosmographica van het Mauritshuis tot aan de televisiecultuur van het Big Brother huis. De selectie brengt historische voorbeelden samen met eigentijdse ontwerpen. www.nai.nl
Studiedag Historische Binnenruimten Universiteit Leiden, 17 april 2009 Op de jaarlijkse bijeenkomst van de sectie Historische Binnenruimten van de Onderzoekschool Kunstgeschiedenis zal prof.dr. C.W. Fock spreken over ´Zeeuwse buitenplaatsen in de 18de eeuw, een bronnenonderzoek´, drs. A. de Bree-van der Hoek: Wonen en wederopbouw. Een onderzoek naar het werk van binnenhuisarchitecte Lida Licht-Lankelma, dr. S. De Caigny: Soberheid, discipline en liefde. Sociale opvoeding rond wooncultuur in Vlaanderen tijdens het interbellum en dr. F. Floré: Lessen in goed wonen. Woonvoorlichting in België 1945-1958. www.onderzoekschoolkunstgeschiedenis.nl
Nederlandse Restauratiebeurs Brabanthallen Den Bosch, 23-25 april Tweejaarlijks trefpunt voor vakmensen, ambachtslieden, onderzoekers en wetenschappers op het gebied van restaureren en conserveren van cultureel erfgoed. Kennis, ervaringen en nieuwe inzichten, die bijdragen aan het behoud en herstel van waardevolle roerende en onroerende zaken, worden híer uitgewisseld. Ook het publiek en vooral eigenaren kunnen zich hier breed oriënteren over restauratie, onderhoud, financiering e.d. www.restauratiebeurs.nl
Baroque furniture and interiors Londen, V&A Museum, 25 april Jaarlijks symposium van de Furniture History Society ter gelegenheid van de tentoonstelling Baroque 1620-1800: Style in the Age of Magnificence in het v& a Londen van 4 april-19 juli. Acht gerenomeerde meubelhistorici uit verschillende Europese landen zullen spreken over specifieke deelaspecten van het barokke meubel. Hierbij zal Reinier Baarsen, conservator van het Rijksmuseum, ingaan op Nederlandse kabinetten en hun internationale context. Dit symposium valt samen met de grote voorjaarstentoonstelling waarin vanuit de hele wereld meer dan 200 top-objecten uit de barok bij elkaar zijn gebracht. www.furniturehistorysociety.org
www.vam.ac.uk
Studiedag Historisch Interieur Universiteit Gent, 11 mei 2009 Tijdens de jaarlijks terugkerende en succesvolle Vlaamse interieurstudiedag zal onder meer een voordracht te horen zijn van de Nederlandse kleuronderzoeker en restaurator Ruth Jongsma over haar minutieuze onderzoek naar geschilderde 18de-eeuwse linnen en goudleren kamerbehangsels. www.flwi.ugent.be/bouwkunst
Dag van het Kasteel, thema: het interieur Verschillende locaties, 1 juni 2009 De Nederlandse Kastelenstichting zal dit jaar voor de tweede keer een Dag van het Kasteel initiëren. Hiermee beoogt zij een nieuwe traditie te continueren, en zowel het aantal deelnemende kastelen en buitenplaatsen als het aantal bezoekers te overtreffen. Het centrale thema dit jaar is het interieur en met name het leven en wonen op een kasteel. www.kastelen.nl
Studiedag Good Housekeeping Kasteel Heeswijk, Heeswijk-Dinther, 11 juni De sectie Kastelen en (Land)huizen met een museale functie organiseert in samenwerking met het icn een studiedag rond het thema housekeeping. Naast sprekers uit eigen land zal ook Helen Lloyd van de National Trust bijdrage aan de dag. www.museumvereniging.nl
De Wachtkamer van de Koningin coda Apeldoorn, t/m 17 mei Het is minder bekend dat station Apeldoorn tot 1976 een koninklijke wachtkamer heeft gehad. Om meer over de wachtkamer te weten te komen, is door Stichting Apeldoornse Monumenten jarenlang gespeurd naar voorwerpen, meubilair en foto’s waarbij in 2007 het meubilair is gevonden en aangekocht door coda. Diverse onderdelen van de wachtkamer hebben na 1976 wel een ander leven gekregen: zo is de koninklijke wc-bril bijvoorbeeld veranderd in een spiegellijst en is de lambrisering gebruikt voor een prachtig schaaktafeltje. Deze en andere originele voorwerpen zijn op de tentoonstelling te bewonderen! www.coda-apeldoorn.nl
Tiffany Girls. Nieuw licht op Tiffany Singer Museum Laren, t/m 30 augustus Louis Comfort Tiffany (1848-1933) is de belangrijkste en meest inventieve ontwerper van toegepaste kunst in Amerika rond 1900. Hij verwierf vooral bekendheid met zijn lampen en ramen in gebrandschilderd glas. Met zijn elegante en decoratieve ontwerpen was hij een leidsman van de (Amerikaanse) Art Nouveau. In deze tentoonstelling worden naast de beroemde lampen ook glas-in-lood ramen, mozaïeken, geëmailleerde ‘objets de luxe’ en documentair materiaal getoond. www.singerlaren.nl
Symposium op Solder: Musea in monumenten, monumenten in musea Bethaniënklooster Amsterdam, 26 juni Museum Ons’ Lieve Heer op Solder staat aan de vooravond van een belangrijke restauratie. Het 17de-eeuwse interieur en beroemde kerk op zolder zullen teruggebracht worden tot wat het museum in feite is: een Historisch Huis. In een symposium in samenwerking met shni zullen onderwerpen als de geschiedenis van het gebouw en bewoners, historisch kleurgebruik en de impact van de restauratie op het toekomstig publiek de revue passeren en afgezet worden tegen een aantal voorbeelden van andere musea in monumenten, zoals het Mastboomhuis te Oud-Gastel en het Raadhuis in Kampen.
Taco Anema / Hollandse Huishoudens Huis Marseille Amsterdam, 7 maart-24 mei Taco Anema portretteert families in Nederland. Over de jaren heen zijn deze verstilde taferelen Anema’s Hollandse Huishoudens gaan heten. De kracht van deze tableaux vivants schuilt in de lichaamstaal waarmee de familieleden zich stilzwijgend tot elkaar verhouden. Een bijzondere en brede blik op de vele kleuren en smaken van het huidige Hollandse gezinsleven. www.huismarseille.nl
Nederlandse cloisonné-tegels, 1910-1970 Tegelmuseum Otterlo, t/m 22 maart 2009 In deze expositie wordt een overzicht gegeven van de Nederlandse cloisonné-tegel, zoals die vanaf ca 1910 met een groot aantal verschillende voorstellingen is gemaakt. De techniek was vrij bewerkelijk omdat voor iedere voorstelling een mal gemaakt moest worden. Toch begonnen enkele Nederlandse tegelfabrieken vanaf ca 1910-1920 tegels in cloisonné te maken, zoals de Porceleyne Fles in Delft en Westraven in Utrecht. Meestal dienden deze tegels als aandenken aan belangrijke gebeurtenissen rond het koningshuis, ter herinnering aan de bezettingsjaren of bij bedrijfsjubilea.
Website museumwoningen Het Nederlands Architectuurinstituut (nai) beheert sinds 2001 de museumwoning huis Sonneveld (1933). Ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van deze woning heeft het nai een overzicht van het merendeel van alle Nederlandse museumwoningen gemaakt, van het Anne Frank Huis in Amsterdam tot een voormalig tuindershuisje in Schermerhorn. Bij een museumwoning gaat het niet alleen om het verhaal over het gebouw en hoe het bewoond werd, maar ook om het interieur en de wijze waarop het werd gebruikt. Het overzicht is bedoeld voor bezoekers van museumwoningen, de onderzoeker die museumwoningen wil bestuderen en de eigenaar of beheerder die de wereld van de museumwoning binnen handbereik wil hebben.
www.nederlandstegelmuseum.nl
http://museumwoningen.nai.nl/
Info en aanmelden: www.shni.nl/activiteiten
www.nai.nl