Steunouder nieuw in Nederland versie 10 09 2013
Stichting Steunouder Nederland Wim Brunenberg, voorzitter Annemiek Zoontjens, secretaris Wijnand Scholtens, penningmeester Maria Wassink, directeur Gouda, 10 september 2013
1
Inhoudsopgave Steunouder nieuw in Nederland............................................................................ 1 Inhoudsopgave ..................................................................................................... 2 Inleiding ............................................................................................................... 3 1. Centrale kenmerken van ‘Steunouder’............................................................... 4 2. Meerwaarde van ‘Steunouder’ .......................................................................... 4 3. Werkwijze ‘Steunouder’ .................................................................................... 5 4. Leeftijdsgroep ................................................................................................... 5 5. Duur van het contact ......................................................................................... 5 6. Doelgroep ......................................................................................................... 6 6.1 Omvang ............................................................................................................................... 6 6.2 Criteria ................................................................................................................................. 6
7. Doel van de inzet van steunouders .................................................................... 7 8. Steunouder ....................................................................................................... 8 8.1 Vrijwillige inzet .................................................................................................................... 8 8.2 Competenties van de steunouder ....................................................................................... 9
9. Afbakening........................................................................................................ 9 9.1 Een steunouder is geen pleegouder .................................................................................... 9 9.2 Een steunouder is geen gastouder .................................................................................... 10 9.3 Steunouder is geen Homestart noch Doorstart ................................................................ 10 9.4 Steunouder is geen logeeropvangadres ............................................................................ 10 9.5 Steunouder is geen meeleefgezin ..................................................................................... 10
10 Stichting Steunouder Nederland (SSON) ......................................................... 10 10.1 Missie............................................................................................................................... 11 10.2 Doel ................................................................................................................................. 11 10.3 Taken ............................................................................................................................... 11
11 Rolverdeling ................................................................................................... 12 11.1 Directeur Stichting Steunouder Nederland (SSON) ........................................................ 12 11.2 Lokaal/regionaal uitvoerende organisatie ...................................................................... 12 11.3 Steunouder ...................................................................................................................... 13 11.4 Ouder van het kind .......................................................................................................... 13
12. Planning ....................................................................................................... 14 13. (Meerjaren) Begroting ................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Bijlage 1 Beschikbaar materiaal .......................................................................... 14
2
Inleiding Ouders die om wat voor reden dan ook in een kwetsbare situatie zitten, kunnen de opvoeding en de zorg voor hun kinderen als een grote last ervaren. Het gevolg kan uiteindelijk zijn dat de kinderen in het professionele zorgcircuit terecht komen en de ouders de regie over de opvoeding van hun kinderen (voor een deel) verliezen. Stichting Steunouder Nederland wil dit voorkomen door deze ouders te ontlasten met vrijwillige opvang van hun kinderen. Dat is de kerngedachte, Steunouder als beschermende factor voor kinderen in kwetsbare gezinssituaties. Steunouder neemt de behoefte van kind en ouders in kwetsbare situaties als uitgangpunt. Het werken met ondersteuning door vrijwillige ouders is in de periode juli 2011 tot januari 2013 door Stichting Stade pilot Meeleefgezin Utrecht in de praktijk getoetst bij jonge kinderen en hun ouders met psychiatrische problemen1. Voor jonge kinderen ( 0 -4 jaar) van deze ouders is niet altijd pleegzorg nodig, noch dag- en nacht- noch (vrijwillige) weekendpleegzorg. Er zijn situaties waarin de ouders ondanks hun problemen in staat zijn voor hun kind te zorgen mits zij daarbij ontlast worden. Een regelmatige opvang van het kind kan de ouder(s) helpen om op adem te komen. Zo kunnen zij de regie in eigen hand houden. Steunouder borduurt voort op de pilot Meeleefgezin in de gemeente Utrecht. Deze was uitsluitend gericht op kinderen van 0 tot 4 jaar met ouders met een psychiatrische stoornis. Tijdens de pilot bleek dat ook andere groepen baat kunnen hebben bij deze vorm van vrijwillige ondersteuning. Deze ervaringen hebben geleid tot de werkwijze Steunouder, die het kind van 0 tot 13 jaar als uitgangspunt neemt ongeacht de aard van de problemen of de kwetsbaarheid van de ouder. Conform deze opgedane ervaringen en inzichten is november 2012 de Stichting Steunouder Nederland opgericht. De Stichting beoogt lokaal of regionaal uitvoerende organisaties te enthousiasmeren voor de uitvoering zodat door het hele land steunouders beschikbaar komen. De Stichting begeleidt de opstartfase met haar expertise die in de praktijk is opgedaan. In dit projectplan vindt u informatie over de uitvoering van steunouder en over de Stichting Steunouder.
1
De pilot werd in de periode 1 juli 2011 – 31 december 2012 uitgevoerd door Stichting Stade met financiering van het Oranjefonds.
3
1. Centrale kenmerken van ‘Steunouder’ Kenmerkend voor ‘Steunouder’ is: vraaggericht: de behoefte van kind en ouder staat centraal en wordt zo goed mogelijk afgestemd op de mogelijkheden van de steunouder het werken met (professioneel getrainde en begeleide) vrijwilligers die de ouder(s) helpen door tijdelijk / met een zekere regelmaat de zorg voor hun kind(eren) te delen Deze werkwijze sluit aan bij het streven van de overheid om ondersteuning zoveel mogelijk lokaal, binnen het gemeentelijk domein, te organiseren. De eigen kracht van ouders staat bij ‘Steunouder’ centraal. De ouders houden zoveel mogelijk de regie in eigen handen. Steunouders kunnen zowel ingezet worden in het domein van welzijn als in het domein van preventie en zorg. Uitgangspunt is de vrijwilligheid van ouder en kind. Steunouder biedt bij uitstek een mogelijkheid om geïndiceerde jeugdzorg en uithuisplaatsingen te voorkomen en toch als samenleving ondersteuning te bieden in het belang van het kind en zijn of haar ouder(s). Uitgangspunt voor de inzet van steunouders is de zorgzwaarte en niet de aard of de oorzaak van de problematiek. Wanneer de vrijwillige inzet onvoldoende toereikend is vanwege de problematiek bij het kind en / of de ouder, wordt een beroep gedaan op het professionele netwerk. Als de problematiek niet te zwaar is, kan een steunouder een beschermende factor zijn. De praktijk zal uitwijzen waar de grens van verantwoord steunouderschap getrokken kan en moet worden. Steunouders worden getraind de grenzen van hun eigen mogelijkheden nauwlettend te bewaken en tijdig te signaleren. Veiligheid van het kind staat voorop. Steunouder richt zich op kinderen in kwetsbare situaties die een zeker risico lopen. Het kan ook zijn dat kinderen zelf problemen hebben en dat hun problemen zijn te herleiden tot of gerelateerd aan de problemen die bij de eigen ouder(s) spelen.
2. Meerwaarde van ‘Steunouder’ Voor het kind heeft een steunouder meerwaarde door het bieden van rust, regelmaat, structuur en de verbreding van de wereld door extra uitdagingen en inspiratie. Door de opvang van een of meerdere kinderen bij de steunouder kan de eigen ouder op adem komen. Ouders zijn dankzij dat steuntje beter in staat de verantwoordelijkheid die zij hebben als ouder waar te maken. De ouder wordt ondanks de kwetsbare situatie erkend in zijn of haar rol al ouder. Wanneer deze ouders met een zekere regelmaat worden ontlast, vergroot de kans dat een ouder zelf de regie in handen kan blijven houden. Het vergroot ook de kans dat het kind een gezonde groei en ontwikkeling doormaakt bij de eigen ouder(s).
4
Steunouder vermindert het risico op uithuisplaatsing. Steunouder verbindt lokaal en regionaal. Het wordt met Steunouder “normaal” dat mensen elkaar te hulp schieten. Daarmee heeft Steunouder ook een verbindend element en versterkt Steunouder het sociale netwerk van kind en ouder.
3. Werkwijze ‘Steunouder’ Het steuntje in de rug bestaat uit de opvang van een kind bij de steunouder thuis met een frequentie van bijvoorbeeld 1 dagdeel per week en 1 weekend per maand. Enige continuïteit is van belang om het contact met alle betrokkenen goed te kunnen borgen. De ouder van het kind kan zelf de behoefte aangeven. Bij aanvang wordt een doel gesteld voor de ondersteuning dat met een zekere regelmaat wordt geëvalueerd. De steunouders zullen al naar gelang hun eigen (leef)situatie het kind specifieke ondersteuning conform hun eigen mogelijkheden kunnen bieden. De match tussen steunouders en ouders met kinderen is maatwerk d.w.z. vraag- en behoeftegestuurd. Samen met de ouder wordt gekeken welke momenten voor het kind het meest geëigend zijn om naar de steunouder te gaan. Een steunouder is de “tante of oom”, de “oma of opa”, de “buurvrouw” waar het kind onvoorwaardelijk kan zijn! De uitvoerende organisatie biedt professionele begeleiding, scholing en intervisie aan de steunouders. Vrijwillige inzet (van de steunouder) is het uitgangspunt, dicht bij huis en lokaal ingebed.
4. Leeftijdsgroep Steunouders zijn bedoeld voor kinderen en jeugdigen van 0 tot 13 jaar. Bij de start zal de ondersteuning van ouder en kind zich richten op deze jongste leeftijdsgroepen. De ervaring in de praktijk zal uitwijzen of er behoefte bestaat de grenzen van de leeftijdscategorie op te rekken naar de 13+ groep.
5. Duur van het contact De duur van de inzet van steunouder hangt af van de behoefte van het kind en zijn ouder en van de mogelijkheden van steunouders. Dit betekent dat het steuntje in de rug van korte of van langere duur kan zijn. Het is wenselijk dat begeleiders, steunouders, kind en ouder(s) samen regelmatig bekijken of de behoefte en het aanbod nog voldoende op elkaar zijn afgestemd en dus voldoen. Minstens een keer per half jaar staan alle betrokkenen met elkaar stil bij het doel en de meerwaarde
5
van de voortzetting. Daarbij helpen begeleiders ouders na te gaan het eigen sociale netwerk mogelijke aanknopingspunten biedt voor een steuntje in de rug.
6. Doelgroep 6.1 Omvang Op basis van de ervaringen in de gemeente Utrecht kiezen we als uitgangspunt om in 2014 met 20 matches te starten en te streven naar een groei van 20 matches per jaar. Stichting Stade startte met 10 matches. De doelgroep was echter beperkter: het ging om kinderen van 0 tot 4 jaar en ouders met psychiatrische problematiek. De verbreding van de doelgroep leidt naar verwachting tot een grotere vraag. Tegelijkertijd moeten voldoende vrijwilligers gevonden worden en moet voorkomen worden dat wachtlijsten van vragende ouders ontstaan. In die zin verwachten we mede op basis van ervaring met vrijwillige inzet 20 matches als een reëel aantal. De mate van bekendheid speelt hierbij uiteraard ook een rol. Bij aanvang vormt public relations een hoofdactiviteit.
6.2 Criteria Steunouder richt zich op de volgende situaties: de ouder heeft een beperkte (tijdelijke) draagkracht; de ouder wil en kan zelf de regie behouden en is daartoe in staat met een steuntje in de rug; ouder(s) heeft/hebben zelf onvoldoende netwerk waarop beroep kan worden gedaan voor het kind; het kind is gebaat bij een opvang gezin waar het kind mag zijn en tot rust mag komen; vrijwillige (dag/weekend)pleegzorg is voor deze kinderen en ouders (nog) niet nodig. Een contra-indicatie geldt voor gezinnen waarin sprake is van (dreigende) ernstige opgroei- of opvoedproblematiek. Dat is het terrein van de geïndiceerde jeugdzorg, de GGZ en/of MEE. De grens tussen een ouder die wel en een ouder die niet in aanmerking komt voor een steunouder hangt samen met de ernst en de chroniciteit van de problemen van kind(eren) en gezin en de mate waarin deze problemen acuut zijn. Steunouder is geen crisisinterventie. Als er bij aanmelding sprake is van ernstige acute problematiek (al dan niet als gevolg van een psychische stoornis en al dan niet gepaard gaande met dreigende uithuisplaatsing van de kinderen), is steunouder geen optie. In dergelijke gevallen verwijst de organisatie die steunouder uitvoert naar een andere instantie in de gemeente of regio die de zorg voor het gezin kan overnemen (GGZ, Bureau Jeugdzorg etc.). Desgewenst kan een steunouder wel
6
aanvullend op de hulpverlening een steuntje in de rug bieden voor het kind. Overleg en afbakening tussen betrokkenen is dan nog des te meer wenselijk. Het blijft een kwestie van maatvoering. Iedere ouder heeft wel eens een probleem bij de opvoeding van een kind. Dat wil nog niet zeggen dat er dan altijd aanleiding is tot de inzet van steunouders. Het gaat er om: - dat ouders in een kwetsbare situatie meer draagkracht krijgen doordat iemand in hun omgeving de zorg voor hun kind deelt - dat een kind beschermd wordt tegen de risico’s die het loopt door de kwetsbare situatie - dat ouders onvoldoende eigen netwerk hebben om beroep op te doen
2
Voorbeelden van kwetsbare situaties die een aanleiding kunnen zijn tot de inzet van steunouders : (vermoeden van) psychische stoornissen bij ouder(s) en/of kind(eren) (vermoeden van) verstandelijke beperkingen bij ouder(s) en/of kind(eren) fysieke problemen verslaving sociaal isolement rouwverwerking gedragsproblemen van het kind (veelal niet gediagnosticeerd) problemen op werk financiële problemen gebrek aan regie over en structuur binnen het huishouden echtscheiding / relatieproblemen huisvestingsproblemen tienermoederschap negatieve beïnvloeding door woonomgeving historie van ouders in (jeugd-) hulpverlening nieuw samengesteld gezin
7. Doel van de inzet van steunouders
het versterken van de “draagkracht” van het kind door een rustige en veilige omgeving te bieden, zodat het kind beter kan omgaan met zijn of haar eigen omgeving; Steunouder komt zo ook tegemoet aan kinderen die al op jonge leeftijd mantelzorger zijn voor hun ouder(s); het kind kan bij de steunouder kind zijn; het versterken van de “draagkracht” van de ouder(s) door het kind buiten het gezin op te vangen waardoor de ouder ruimte krijgt en beter kan
2 Vrij naar Aalbers – van Leeuwen e.a. 2002
7
omgaan met de eigen situatie; het vergroten van de kans dat een ouder voor het eigen kind kan blijven zorgen en het kind bij de eigen ouder(s) kan blijven wonen. Maatschappelijk gezien vergroot de inzet van steunouder de verbinding in de wijk en de gemeente. Steunouder normaliseert het elkaar te hulp schieten en voorkomt de noodzaak van de inzet van hulpverlening waar lichtere vormen van ondersteuning georganiseerd kunnen worden.
8. Steunouder 8.1 Vrijwillige inzet Steunouder doet beroep op de bereidheid van volwassenen om zich in te zetten voor een ander zonder een geldelijke beloning. Steunouder is dus wezenlijk anders dan pleegzorg. Bij pleegzorg is sprake van een financiële tegemoetkoming en het (al of niet tijdelijk) geheel overnemen van de zorg van de ouder(s). Steunouder is een vorm van ondersteuning, die kan worden ingezet daar waar (deeltijd) pleegzorg of jeugdzorg (nog) niet nodig is of juist om te voorkomen dat deze zorg nodig wordt. Steunouder maakt doelbewust gebruik van de meerwaarde van vrijwillige inzet. Daarmee bewerkstelligt Steunouder verbinding binnen de wijk, gemeente en regio. 3
De meerwaarde van vrijwillige inzet kan als volgt omschreven worden: Vertrouwen: vrijwilligers bouwen makkelijker een vertrouwensrelatie op dan beroepskrachten. Beroepskrachten worden vertrouwd door cliënten omdat er vanuit wordt gegaan dat ze de juiste kennis en expertise hebben. Gelijkwaardigheid: vrijwilligers worden gezien als gelijkwaardig, terwijl er bij beroepskracht toch enigszins een hiërarchisch gevoel heerst bij het ontvangen van hulp. Dit kan onder andere met machtsverhouding te maken hebben. Bv. Als een ouder iets zegt tegen het CJG komt het in het dossier. Bij de opvoedondersteuning door een vrijwilliger zijn cliënten daar minder bang voor. Uiten van altruïsme. Mensen kunnen zich meer bijzonder voelen als ze weten dat mensen het ‘om het niet’ doen. Reacties die wel eens worden gegeven is dat mensen een goed gevoel krijgen, gevoel dat ze belangrijk genoeg zijn. Beroepskrachten komen alleen omdat het ‘moet’. Tegelijkertijd kan er argwaan ontstaan vanuit de gedachten waarom iemand zich vrijwillig inzet of anders gezegd wat de verborgen agenda zou kunnen zijn. Ervaringsdeskundigheid. Vrijwilligers handelen op basis van hun eigen ervaring. Van beroepskrachten gaan we niet in eerste instantie uit dat ze handelen op basis van eigen ervaringen. Uitbreiding van de eigen omgeving. Afstand/nabijheid: vrijwilligers lijken vaak dichter op de doelgroep te staan, beroepskrachten houden een ‘professionele’ afstand 3 Vrijwilliger of beroepskracht, Erasmus Centre for Strategic Philantropy / De Rotterdam School of Management
van de Erasmus Universiteit, Vrijwillige inzet, ZonMw, 2012; www.vrijwillige-inzet.nl/onderzoek
8
Flexibiliteit van de vrijwilliger : vrijwilligers die beloven dat je ze altijd mag bellen, mag je ook echt in het weekend en tijdens hun vakantie bellen.
8.2 Competenties van de steunouder a. Vermogen tot reflecteren Vermogen tot zich kunnen verplaatsen in het kind en zijn ouders Aansluiten bij de behoeften van het kind Kunnen nadenken over het eigen gedrag, het gedrag van het kind en het gedrag van de ouders Oog hebben voor de loyaliteitsgevoelens van het kind b. Samenwerken Omgaan met andere gewoonten, waarden en normen Aandacht hebben voor het welzijn van het kind in relatie tot zijn of haar eigen ouder(s) Respectvol omgaan met de ouders van het kind Soepele omgang met de ouders van het kind Eigen grenzen kunnen bewaken c. Communiceren Kunnen benoemen van de intenties en de behoeften van het kind Overleggen en afstemmen over de aanpak en de gewoonten van het kind in het eigen gezin Verbaal en non-verbaal kunnen overbrengen wat je begrijpt, bedoelt, wenst en verwacht Informatie uitwisselen met de ouders met betrekking tot het kind d. Betrouwbaarheid tonen Doen wat je belooft en afspraken nakomen Informatie vertrouwelijk behandelen e. Flexibiliteit en incasseringsvermogen Verwachtingen kunnen bijstellen als de omstandigheden dat vragen Kunnen omgaan met de basis van vrijwilligheid en een overeenkomst voor bepaalde duur
9. Afbakening Steunouder kan ingezet worden wanneer een adequate opvangmogelijkheid in de eigen omgeving (netwerk) van de ouders ontbreekt.
9.1 Een steunouder is geen pleegouder Een pleegouder neemt voor korte of langere tijd een kind op dat niet thuis kan wonen. De pleegouders worden hiervoor begeleid door een instelling voor pleegzorg. Pleegouders worden betaald voor hun inzet. Om voor pleegzorg in aanmerking te komen is een indicatie van Bureau Jeugdzorg nodig, ook voor de
9
weekend-vakantiepleegzorg voor jeugdigen die bij hun ouders of pleegouders wonen.
9.2 Een steunouder is geen gastouder Gastouderopvang (Humanitas) is een vorm van kinderopvang die meerdere kinderen tegelijk betaald opvangt en is vergelijkbaar met crèches. Ouders benutten deze vormen van opvang om te kunnen werken.
9.3 Steunouder is geen Homestart noch Doorstart Home-Start biedt met ervaren en getrainde vrijwilligers aan ouders een helpende hand in de gezinssituatie bij de opvoeding van hun kinderen. De ondersteuning is gericht op opvoedingsvragen, praktische hulp en vriendschap in het gezin zelf met de ouders. Doorstart biedt deze vorm van opvoedingsondersteuning in de gezinssituatie voor kinderen van 7 tot 14 jaar. Homestart en Doorstart worden beide vanuit Humanitas aangeboden. Inzet van steunouders vindt door de opvang van het kind juist buiten het gezin plaats en geeft ouders van een kind ruimte om te herstellen en energie op te doen om de opvoeding van het eigen kind weer ter hand te kunnen nemen.
9.4 Steunouder is geen logeeropvangadres Logeeropvang op indicatie is een vorm van zorg (bekostigd vanuit de AWBZ al of niet via een PGB) gericht op kinderen met een indicatie vanuit Bureau Jeugdzorg of het Centrum Indicatiestelling Zorg. Deze kinderen kunnen logeren zodat de ouders een moment rust hebben. Zo zijn er logeermogelijkheden voor kinderen met autisme spectrum stoornissen waar ze bijvoorbeeld een weekend kunnen verblijven. Bij steunouders gaat het om ouders die door hun kwetsbaarheid beroep willen doen aan een adequate opvang voor hun kind.
9.5 Steunouder is geen meeleefgezin Meeleefgezin richt zich op kinderen van 0 tot 4 jaar met ouders of een ouder met psychiatrische problematiek. Steunouder richt zich op kinderen van 0 tot 13 jaar ongeacht de aard van de problemen of de kwetsbaarheid van de ouder. Als er in de praktijk behoefte bestaat aan verhogen van die leeftijd, zal het aanbod worden uitgebreid en waar nodig qua werkwijze worden aangepast.
10 Stichting Steunouder Nederland (SSON) Om het idee “Steunouder” landelijk te verspreiden en de uitvoering te faciliteren is de Stichting Steunouder Nederland (SSON) opgericht. SSON zoekt lokale en regionale welzijns- en dienstverlenende organisaties die de uitvoering van het idee ‘Steunouder’ ter hand kunnen nemen. SSON biedt daarbij ondersteuning en faciliteert met kennis, ervaring en reeds ontwikkeld materiaal.
10
10.1 Missie De Stichting Steunouder wil een steuntje in de rug bieden aan kinderen en ouders in een kwetsbare situatie door het stimuleren van vrijwillige inzet en opvang van kinderen door (daartoe getrainde) steunouders bij lokale en regionale welzijnsorganisaties. SSON stimuleert lokaal en regionaal steunouder-initiatieven, ondersteunt nieuwe initiatieven en zorg voor de doorontwikkeling van de aanpak van het werken met steunouders.
10.2 Doel
het bevorderen dat het idee van steunouders binnen lokale organisaties wordt opgepakt en uitgevoerd. Het gaat hierbij om organisaties die ervaring hebben met vrijwilligers en waar de begeleiding van steunouders binnen de taakstelling past; voorkomen dat kinderen in de formele hulpverlening terechtkomen of zelfs uithuisgeplaatst worden en daardoor onthecht raken van hun ouder(s); bevorderen dat ouders zelf de regie kunnen voeren over de opvoeding van hun kind.
10.3 Taken
werven van lokale en regionale organisaties die ‘Steunouder’ willen oppakken en uitvoeren; het ondersteunen van de lokale/regionale organisaties bij de start van het project ‘Steunouder’ het faciliteren van professionals zodat zij steunouders professioneel kunnen begeleiden; het ontwikkelen van een structuur voor training en intervisie van (begeleiders van) steunouders; het bevorderen van uitwisseling van ervaringen die door begeleiders en organisaties in het land worden opgedaan; de werkwijze van “Steunouder” landelijk uitrollen.
De SSON sluit aan bij de lokale en regionale voorzieningen, die Steunouder willen initiëren en uitvoeren. SSON helpt bij het geven van vorm aan de organisatiestructuur en de inhoudelijke ondersteuning. SSON werkt faciliterend naar de uitvoerders. De Stichting biedt daarmee ondersteuning op maat. Bij de ene uitvoerende organisatie zal meer ondersteuning nodig zijn dan bij de ander. De ondersteuningsmogelijkheden zijn: ondersteuning bij de werving en selectie van steunouders; training van steunouders; training van begeleiders van steunouders; formats voor inschrijving e.d.;
11
ontwikkelen van website dan wel het linken naar www.steunouder.nl; opzetten van (digitaal) uitwisselingsplatform van ervaringen van steunouders lokaal/regionaal; vraagbaak; aanbieden van PR formats. Daarnaast initieert SSON landelijke publiciteit om “Steunouder” onder de aandacht te brengen.
11 Rolverdeling 11.1 Directeur Stichting Steunouder Nederland (SSON)
werkt in opdracht van de SSON; onderhoudt contact met het bestuur van de SSON; werft lokaal/ regionaal organisaties die Steunouder willen uitvoeren; zorgt met de verantwoordelijke van de lokale of regionale organisatie dat steunouder lokaal/ regionaal van de grond komt; ondersteunt lokale uitvoerders bij de organisatorische, inhoudelijke en financiële concretisering van Steunouder als nieuwe vorm van maatschappelijke ondersteuning door o.a. o voorbereiden financieringsaanvragen; o meedenken over de aanknopingspunten binnen de organisatie; o aanreiken van beschikbaar materiaal; o organisatie van de (uitvoering van de) training. draagt zorg voor de training4 aan de eerste groep aspirant-steunouders in samenwerking met de uitvoerende organisatie dan wel een lokale of regionale partner in het kader van de overdracht (train-de-trainer); onderhoudt contacten met de lokale uitvoerders; organiseert het landelijk platform van lokale uitvoerders om kennis en ervaring te delen; bewerkstelligt de verspreiding van kennis, ervaring en materiaal naar lokale organisaties; entameert landelijke publiciteit.
11.2 Lokaal/regionaal uitvoerende organisatie
werft vrijwilligers / steunouders en voert met hen kennismakingsgesprekken; bezoekt / benadert organisaties die contacten hebben met ouders en kinderen die gebruik kunnen maken van steunouder;
4
De training is voor de pilot ontwikkeld binnen het programma Vrijwillige Inzet voor en door jeugd en gezin van ZonMw . Stichting Steunouder Nederland heeft de training doorontwikkeld voor aspirant-steunouders. De training bestaat uit 6 dagdelen en biedt praktische ondersteuning. De training is mede bedoeld voor alle betrokkenen om een weloverwogen beslissing te nemen om steunouder te willen, kunnen en mogen worden.
12
verstrekt informatie aan belanghebbende partijen; beoordeelt geschiktheid van aspirant-steunouders; beoordeelt of een kind en zijn of haar ouder(s) in aanmerking komen voor een steunouder en schrijft het kind en de ouder in; koppelt juiste steunouder aan het juiste kind en ouder(s); informeert de huisarts en / of de behandelaar van de ouder van het kind wie als steunouder aan het kind is toegewezen; organiseert de wenfase; begeleidt het huisbezoek wanneer de betrokkenen besluiten tot de koppeling waarbij een overeenkomst tussen kind, ouder(s) /steunouder en uitvoerende organisatie wordt getekend; organiseert en begeleidt desgewenst intervisiebijeenkomsten; zorgt voor archivering van de informatie over lopende koppelingen; zorgt voor de evaluatiegegevens.
11.3 Steunouder
volgt verplicht de scholing voor aspirant -steunouder; overlegt de lokaal uitvoerende organisaties een Verklaring Omtrent Gedrag; vangt het kind op conform de gemaakte afspraken naar behoefte en mogelijkheden van betrokken ouder en de steunouder zelf; biedt het kind rust en regelmaat en stimuleert de ontwikkeling van het kind; stelt voorkomende vragen aan de contactpersoon bij de lokale organisatie; staat garant voor de veiligheid van het kind tijdens de opvang.
11.4 Ouder van het kind
zorgt dat het kind op de afgesproken tijd bij de steunouder is of thuis is wanneer de steunouder het kind ophaalt; zorgt ervoor thuis te zijn als het kind wordt teruggebracht of gaat het kind op de afgesproken tijd halen; draagt zorg dat het kind kleren en zo nodig eten bij zich heeft voor het verblijf bij de steunouder; geeft toestemming aan de uitvoerende organisaties om de huisarts en / of behandelaar te informeren over de start van de steunouder.
13
12. Planning Steunouder zal bij de uitvoerende organisatie starten in januari 2014 met het geven van bekendheid aan het aanbod in het lokale netwerk. De Stichting Steunouder Nederland geeft landelijk bekendheid t.b.v. de 4 initiatieven die starten. In onderstaande tabel staan de belangrijkste activiteiten opgenomen voor 2014. Wanneer Januari – Februari 2014
Februari - Maart 2014 Mei – juni 2014 Mei – juni - juli 2014
Juli – Augustus 2014
Augustus - September 2014 September 2014 Oktober – november 2014 September – oktober – november 2014 December 2014 Oktober 2014 November 2014 December 2014
Wat Plan van aanpak Start PR activiteiten; aanschrijven van alle mogelijke kanalen; interviews; sociale media; linked-in groep etc Kennismakingsgesprekken met aspirant-steunouders Training aspirantsteunouders Kennismakingsgesprekken met vragende ouders en kinderen Opstellen profielen steunouders en vragende ouders Start matchgesprekken Landelijke uitwisseling PR activiteiten voor volgende lichting 2 Wenfase Startmatchfase Evaluatie verloop project Beleidsplan 2015 opstellen Besluitvorming vervolg project
Wie Uitvoerder en SSON
Uitvoerder SSON in samenwerking met uitvoerder lokaal of regionaal Uitvoerder
Uitvoerder
Uitvoerder Uitvoerder en uitvoerders andere locaties en SSON Uitvoerder en SSON Steunouders/kind/vragende ouder Steunouder /kind/vragende ouder Uitvoerder en SSON Uitvoerder en SSON Uitvoerder en SSON
Bijlage 1 Beschikbaar materiaal 1. 2. 3. 4. 5.
Website www.steunouder.nl Factsheet “Steunouder” Trainingsprogramma aspirant steunouder Formulieren voor aanmelding steunouder en vragende ouder Model overeenkomst steunouder, vragende ouder en uitvoerende organisatie
14
15
16