Statuten
van de Koninklijke Zangvereniging Breda’s Mannenkoor Opgericht 5 oktober 1865
9 december 1982
eerste blad. Heden, negen december 1982, negentienhonderd twee en tachtig, verschenen voor mij, Wilhelmus Augustinus Andreas Martin Maria van Vlokhoven, notaris ter standplaats Breda: 1.
de heer Johannes Mattheus Maria Talboom, onderwijzer, wonende te Etten-Leur, Concordiastraat 218, volgens zijn verklaring geboren op drie april negentienhonderd veertig; en
2.
de heer Johannes Cornelis Willemsen, staffunctionaris public relations, wonende te Breda, Zorgvlietstraat 121, volgens zijn verklaring geboren op een en twintig april negen tienhonderd acht en twintig,
volgens hun verklaring ten deze handelende in hun hoedanigheid van respectievelijk voorzitter en secretaris van het Bestuur van de te Breda gevestigde vereniging: Koninklijke Zangvereniging "Breda's Mannenkoor" en tevens als lasthebbers van: a.
de heer Gerardus Cornelis Petrus Hoosemans, bankemployé, wonende te Breda, St.Ignatiusstraat 50A, geboren op tien januari negentienhonderd twee en dertig;
b.
de heer Christoffel Hendrik Knook, rijksambtenaar, wonende te Papendrecht, Lage Molen 64, geboren op achttien oktober negentienhonderd een en veertig;
c.
de heer Hendricus van der Maaten, vertegenwoordiger, wonende te Terheijden, Bieselaar 15, geboren op vier en twintig juli negentienhonderd vijf en veertig; en
d.
de heer Adrianus Antonius Johannes Tax, zonder beroep, wonende te Breda, Zaanmarkstraat 4, geboren op twaalf juli negentienhonderd veertien,
bij het verstrekken van de lastgeving handelende in hun hoedanigheid van respectievelijk penningmeester, commissaris en leden van het Bestuur van voornoemde vereniging, tezamen vormende het voltallig Bestuur van genoemde vereniging en mitsdien als zodanig genoemde vereniging rechtsgeldig vertegenwoordigende, zulks ter uitvoering van het besluit van de algemene leden vergadering der vereniging,
gehouden te Breda op zeventien juni
negentienhonderd twee en tachtig, van welk besluit blijkt uit een extract der notulen, hetwelk aan deze akte is gehecht; blijkende van voormelde lastgevingen uit een onderhandse akte van volmacht, welke, na vooraf conform de wet voor echt te zijn erkend, aan deze akte is gehecht. De
comparanten,
handelend
als
gemeld,
verklaarden
dat
in
voormelde
algemene
ledenvergadering de dato zeventien juni negentienhonderd twee en tachtig welke vergadering is bijeengeroepen met inachtneming van het in artikel 17 van de statuten bepaalde en in welke vergadering veertig van de een en zestig stemgerechtigde leden der vereniging in persoon aanwezig waren met algemene stemmen is besloten de statuten van de vereniging te wijzigen en geheel opnieuw vast te stellen; -
dat in voormelde algemene ledenvergadering de dato zeventien juni negentienhonderd twee en tachtig voorts is besloten om de gewijzigde statuten te doen opnemen in een notariële akte, een en ander conform het bepaalde bij artikel 28 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
Ter uitvoering van voormeld besluit van de algemene ledenvergadering de dato zeventien juni negentienhonderd twee en tachtig verklaarden de comparanten, handelend als gemeld, dat de statuten van de vereniging met ingang van heden luiden als volgt:
tweede blad. NAAM EN ZETEL: Artikel 1: 1.
De vereniging draagt de naam: Koninklijke Zangvereniging "Breda's Mannenkoor",
2.
Zij heeft haar zetel in de gemeente Breda.
OPRICHTING EN RELEVANTE DATA: Artikel 2: 1.
De vereniging is opgericht op vijf oktober achttienhonderd vijf en zestig.
2.
De statuten van de vereniging zijn laatstelijk goedgekeurd bij Koninklijk Besluit de dato zeven en twintig april negentienhonderd twee en zestig nummer 145.
3.
Vanaf de inwerkingtreding van de onderhavige statuten is de vereniging aangegaan voor onbepaalde tijd.
4. Het verenigingsjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 3. a.
De vereniging heeft ten doel het beoefenen van de zang en wil daardoor bijdragen aan een nuttige vrijetijdsbesteding door haar leden op culturele grondslag.
b.
Zij tracht dit doel te bereiken door; a. het onder leiding van een dirigent houden van repetities; het verzorgen van en/of deelnemen aan concerten, aubades en serenades
c.
het geven van -en het deelnemen aan muziekfeesten, zangers dagen en muziekwedstrijden;
d.
alle andere wettige middelen, die, bevorderlijk zijn aan het doel.
LEDEN EN LIDMAATSCHAP: Artikel 4. 1. de vereniging kent: a. werkende leden; b. leden van verdienste; c. ereleden; d. donateurs. 2. Waar in deze statuten wordt gesproken van leden of lid wordt/worden daaronder verstaan de werkende leden, leden van verdienste en de ereleden. Artikel 5. 1.
Werkende leden zijn zij, die zich verbinden persoonlijk aan de repetities, bijeenkomsten en uitvoeringen deel te nemen.
2.
Leden van verdienste zijn zij, die actief wensen mede te * werken aan het bereiken van het door de vereniging gestelde doel, doch niet deelnemen aan de repetities, bijeenkomsten en uitvoeringen van de vereniging, dan wel leden die als zodanig activiteiten voor de vereniging hebben ontplooid Het lidmaatschap van verdienste wordt door het bestuur toegekend. De leden kunnen daartoe eveneens een voorstel doen.
3.
Ereleden zijn zij, die wegens hun buitengewone verdiensten in het kader van de doelstelling
derde blad van de vereniging door het bestuur daartoe zijn benoemd. 4.
Donateurs zijn zij, die zich jegens de vereniging verbinden deze financieel te steunen met een door de algemene vergadering vast te stellen minimum bijdrage en die als zodanig door het bestuur van de vereniging zijn toegelaten.
5.
Het bestuur is bevoegd iemand te benoemen tot erevoorzitter van het bestuur of tot beschermheer respectievelijk beschermvrouwe der vereniging.
6.
Het bestuur houdt een register, waarin de namen en adressen van alle leden zijn opgenomen.
TOELATING: Artikel 6 1.
Omtrent de toelating tot het lidmaatschap van de werkende leden beslist het bestuur in overleg met de dirigent, nadat een schriftelijk verzoek dienaangaande bij haar is ingediend Bij niet-toelating door het bestuur kan de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten.
2.
De bijzondere rechten van de leden van verdienste, de ereleden en donateurs worden nader bij huishoudelijk reglement geregeld
3.
Donateurs hebben geen andere rechten en verplichtingen dan die welke hun bij of krachtens deze statuten of het huishoudelijk reglement zijn toegekend of opgelegd.
4.
Het lidmaatschap kan niet worden geweigerd op grond van ras, geloof of huidskleur.
SCHORSING: Artikel 7. Het bestuur is bevoegd een lid te schorsen voor een periode van ten hoogste een maand, ingeval het Lid bij herhaling in strijd handelt met zijn lidmaatschapsverplichtingen of door handelingen of gedragingen het belang van de vereniging in ernstige mate heeft geschaad. Gedurende de periode dat een lid is geschorst, kunnen de aan het lidmaatschap verbonden rechten niet worden uitgeoefend.
EINDE VAN HET LIDMAATSCHAP: Artikel 8. 1.
Het lidmaatschap eindigt:
a.
door het overlijden van het lid;
b.
door opzegging door het lid;
c.
door opzegging namens de vereniging;
d.
door ontzetting (royement).
2.
Opzegging van het lidmaatschap door het lid kan slechts geschieden tegen het einde van een verenigingsjaar. Zij geschiedt door een schriftelijke kennisgeving, welke voor de eerste december in het bezit van de secretaris moet zijn. Deze is verplicht de ontvangst binnen acht dagen schriftelijk te bevestigen. Indien een opzegging niet tijdig heeft plaats gehad, loopt het lidmaatschap door tot het einde van het eerstvolgende verenigingsjaar, tenzij het bestuur anders besluit of van het lid redelijkerwijze niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten
vijfde blad. voortduren 3.
Opzegging van het lidmaatschap namens de vereniging kan tegen het einde van het lopende. Verenigingsjaar geschieden door het bestuur met inachtneming van een opzeggingstermijn van tenminste vier weken, wanneer het lid, na daartoe -bij herhaling schriftelijk te zijn aangemaand, op de eerste december niet ten voile aan zijn geldelijke verplichtingen -jegens de vereniging heeft voldaan alsmede wanneer het lid -heeft opgehouden te voldoen aan de vereisten welke te eniger tijd door de statuten voor het lidmaatschap gesteld mochten worden. De opzegging door het bestuur kan onmiddellijke beëindiging van het lidmaatschap tot gevolg hebben, wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren. De opzegging geschiedt steeds schriftelijk met opgave van de reden(en) . -
4.
Ontzetting uit het lidmaatschap kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt. De ontzetting geschiedt door het bestuur, dat het betrokken lid ten spoedigste van het besluit, met opgave van reden(en), in kennis stelt. De betrokkene is bevoegd binnen een maand na ontvangst van de kennisgeving in beroep te gaan bij de algemene vergadering. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst. Het besluit der algemene vergadering tot ontzetting zal moeten worden genomen met tenminste twee/derde van het aantal uitgebrachte geldige stemmen.
5.
Ten aanzien van een bestuurslid geschiedt de opzegging namens de vereniging en de ontzetting door de algemene vergadering van de vereniging. Hem staat geen beroep open als hiervoor in lid 4 is bedoeld.
6.
Wanneer het lidmaatschap in de loop van een verenigingsjaar ongeacht de reden of oorzaak, eindigt, blijft desniettemin de jaarlijkse bijdrage voor het geheel door het lid verschuldigd, tenzij het bestuur anders besluit.
7.
In afwijking van het bepaalde in de eerste volzin van artikel 36 lid 3 van Boek II van het Burgerlijk Wetboek kan een lid zich door opzegging van zijn lidmaatschap niet onttrekken aan een besluit krachtens hetwelk de verplichtingen van geldelijke aard van de leden worden verzwaard, behoudens uiteraard het in lid 2 van dit artikel bepaalde.
8.
De rechten en verplichtingen van een donateur kunnen te allen tijde wederzijds door opzegging worden beëindigd, behoudens dat de jaarlijkse bijdrage over het lopende verenigingsjaar voor het geheel blijft verschuldigd. Opzegging namens de vereniging geschiedt door het bestuur.
GELDMIDDELEN: Artikel 9. 1.
De geldmiddelen der vereniging bestaan uit: a.
contributies en donaties;
b.
entreegelden bij uitvoeringen;
c.
subsidies;
d.
verkrijgingen ingevolge erfstellingen, legaten en schenkingen;
e.
opbrengsten van vermogen;
zesde blad f. 2.
eventuele andere toevallige baten.
leder werkend lid en lid van verdienste betaalt een contributie, waarvan het bedrag jaarlijks door de algemene vergadering tijdens de jaarvergadering wordt vastgesteld. Hiertoe kunnen zij in categorieën worden ingedeeld, die een verschillende bijdrage betalen.
3. Ereleden zijn geen contributie verschuldigd. 4. Het bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke ontheffing van de verplichting tot het betalen van contributie te verlenen.
BESTUUR: Artikel 10. 1.
Het bestuur van de vereniging bestaat uit tenminste vijf en ten hoogste acht personen, die door de algemene vergadering worden benoemd. De benoeming geschiedt uit de leden, behoudens het bepaalde in lid 2.
2.
De algemene vergadering kan besluiten dat ten hoogste twee leden van het bestuur buiten de leden worden benoemd.
3.
De benoeming van bestuursleden geschiedt uit een of meer bindende voordrachten, behoudens het bepaalde in lid 4. Tot het opmaken van zulk een voordracht zijn bevoegd zowel het bestuur als tien leden. De voordracht van het bestuur wordt bij de oproeping voor de vergadering meegedeeld. Een voordracht door tien of meer leden moet voorde aanvang van de vergadering schriftelijk bij het bestuur worden ingediend.
4.
Aan elke voordracht kan het bindend karakter worden ontnomen door een met tenminste twee/derde van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van de algemene vergadering, genomen in een vergadering waarin tenminste twee/derde van de leden tegenwoordig is.
5.
Is geen voordracht opgemaakt, of besluit de algemene vergadering overeenkomstig het voorgaande lid de opgemaakte voordrachten het bindend karakter te ontnemen, dan is de al gemene vergadering vrij in de keus.
6.
Indien er meer dan een bindende voordracht is, geschiedt de benoeming uit die voordrachten.
EINDE BESTUURSLIDMAATSCHAP - PERIODIEK LIDMAATSCHAP – SCHORSING: Artikel 11. 1.
Elk bestuurslid, ook wanneer hij voor een bepaalde tijd is benoemd, kan te allen tijde door de algemene vergadering worden ontslagen of geschorst. Een schorsing die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.
2.
Elk bestuurslid treedt uiterlijk drie jaar na zijn benoeming af, volgens een door het bestuur op te maken rooster van aftreding. De aftredende is herkiesbaar; wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster de plaats van zijn voorganger in.
3.
Het bestuurslidmaatschap eindigt voorts: a.
ten aanzien van een bestuurslid dat uit de 'leden benoemd is; door het eindigen van het lidmaatschap van de vereniging
b.
door bedanken.
zevende blad BESTUURSFUNCTIES - BESLUITVORMING VAN HET BESTUUR: Artikel 12. 1.
Voorzitter, secretaris en penningmeester worden door de -algemene vergadering in functie gekozen. De algemene vergadering wijst tevens uit het midden van de overige bestuursleden vervangers aan voor de hiervoor genoemde functionaris. Een bestuurslid kan meer dan een functie bekleden.
2.
Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris notulen opgemaakt, die door voorzitter en de secretaris worden vastgesteld en ondertekend. In afwijking van hetgeen de wet dienaangaande bepaalt, is het oordeel van de voorzitter omtrent de totstandkoming en de inhoud van een besluit niet beslissend.
3.
Het bestuur vergadert zo dikwijls als noodzakelijk is.
4.
Bestuursbesluitenkunnen slechts worden genomen, indien tenminste de helft van het aantal bestuursleden aanwezig is en zulks met gewone meerderheid van stemmen.
BESTUURSTAAK – VERTEGENWOORDIGING: Artikel 13. 1. Behoudens de beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met het besturen van de vereniging. 2. Indien het aantal bestuursleden beneden vijf is gedaald blijft het bestuur bevoegd. Het is echter verplicht uiterlijk binnen zes maanden na het ontstaan van de vacature(s)— een algemene vergadering te beleggen waarin de voorziening in de open plaats of de open plaatsen aan de orde komt.. 3.
Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door commissies die door het bestuur worden benoemd uit de leden.
4.
Het bestuur is, mits met goedkeuring van de algemene vergadering, bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen, het sluiten van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een - derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt. Op het ontbreken van deze goedkeuring kan door en tegen derden beroep worden gedaan.
5.
Het bestuur behoeft eveneens goedkeuring van de algemene vergadering voor besluiten tot: I. onverminderd het bepaalde onder II het aangaan van rechtshandelingen en het verrichten van investeringen een bedrag -of waarde van vijf en zeventig duizend gulden (f. 75.000,—) te boven gaande; II. a. het huren, verhuren en op andere wijze in gebruik of genot verkrijgen en geven van onroerende goederen; b. het aangaan van overeenkomsten, waarbij aan de vereniging een bankkrediet wordt verleend; achtste blad
c. het ter leen verstrekken van gelden, alsmede het ter leen opnemen van gelden, waaronder niet is begrepen het gebruikmaken vaneen aan de vereniging verleend bankkrediet; d. het aangaan van dadingen; e. het optreden in rechte, waaronder begrepen het voeren van arbitrale procedures, doch met uitzondering van het nemen van conservatoire maatregelen en van het nemen van die maatregelen, die geen uitstel kunnen lijden; f. het sluiten en wijzigen van arbeidsovereenkomsten. Op het ontbreken van deze goedkeuring kan door en tegen derden geen beroep worden gedaan. 6.
Onverminderd het in de leden 4 en 5 van dit artikel bepaalde is het bestuur overigens bevoegd tot het verrichten van rechtshandelingen.
7.
De voorzitter, vicevoorzitter, secretaris en penningmeester vormen tezamen het dagelijks bestuur van de vereniging.
8.
Onverminderd het in de laatste volzin van lid 4 bepaald wordt de vereniging in en buiten rechte vertegenwoordigd: a. hetzij door het bestuur; b. hetzij door het dagelijks bestuur; c. hetzij door de voorzitter en secretaris tezamen.
9.
Voor het beschikken over bank- en girosaldi is de handtekening van de voorzitter of de penningmeester voldoende.
Artikel 14. 1.
2.
De taak van de voorzitter is: a.
het leiden van bestuursvergaderingen en de algemene vergadering van de vereniging;
b.
het ondertekenen, tezamen met de secretaris van alle bestuur stukken.
De taak van de vicevoorzitter is: vervanging van de voorzitter ingeval van diens afwezigheid, in welk geval hij dezelfde bevoegdheden heeft als de voorzitter .
3.
De taak van de. secretaris is: het verzorgen van de administratie en de correspondentie van de vereniging, het notuleren van de bestuursvergaderingen en de algemene vergadering en het verzorgen van alle bestuur stukken, alsmede het beheren van het archief van de vereniging.
4.
De taak van de penningmeester is: het geldelijk beheer van de vereniging.
DIRIGENT; Artikel 14a. 1.
De dirigent wordt door het bestuur benoemd en ontslagen. Het bestuur stelt het honorarium van de dirigent vast, alsmede de overige voorwaarden, waaronder de dirigent wordt benoemd.
2. De dirigent regelt in overleg met het bestuur de repetities en de te zingen werken op concerten negende blad.
en uitvoeringen. 3. De dirigent zal de koorleden zowel theoretisch als praktisch in de zang opleiden. 4. De dirigent heeft het recht een lid, dat zijn leiding tijdens de repetities opzettelijk niet volgt uit die repetitie te verwijderen alsook deelname door dat lid aan concerten en uitvoeringen te ontzeggen. Over de toegang van dat lid tot de volgende repetitie wordt door het bestuur in overleg met de dirigent beslist. 5.
De dirigent is bevoegd de bestuursvergaderingen, alsmede de algemene vergaderingen bij te wonen. Hij heeft daarin, indien hij geen lid van de vereniging is, slechts een adviserende stem.
JAARVERSLAG - REKENING EN VERANTWOORDING: Artikel 15. 1.
Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging zodanige aantekeningen te houden dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.
2.
Het bestuur brengt op een algemene vergadering binnen vier maanden na afloop van het verenigingsjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene vergadering, zijn jaarverslag uit en doet, onder overlegging van een staat van baten en lasten, rekening en verantwoording over zijn in het afgelopen boekjaar gevoerd bestuur Na verloop van de termijn kan ieder lid deze rekening en verantwoording in rechte van het bestuur vorderen.
3.
De algemene vergadering benoemt jaarlijks doch uiterlijk dertig dagen voor de jaarvergadering, uit de leden een commissie(kascommissie) van tenminste twee personen, die geen deel mogen uitmaken van het bestuur. De kascommissie onderzoekt de rekening en verantwoording van het bestuur en brengt ter jaarvergadering verslag van haar bevindingen uit.
4.
Vereist het onderzoek van de rekening en verantwoording bijzondere boekhoudkundige kennis, dan kan de kascommissie van onderzoek zich door een deskundige doen bijstaan. Het bestuur is verplicht aan de kascommissie alle door haar gewenste inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te vertonen en inzage van de boeken en bescheiden der vereniging te geven.
5.
Goedkeuring door de algemene vergadering van het jaarverslag en de rekening en verantwoording strekt het bestuur tot decharge.
6.
Indien de goedkeuring van de rekening en verantwoording wordt geweigerd, benoemt de algemene vergadering een andere kascommissie bestaande uit tenminste drie leden, welke een nieuw onderzoek doet van de rekening en verantwoording. Deze kascommissie heeft dezelfde bevoegdheden als de eerder benoemde kascommissie. Binnen een maand na de benoeming brengt zij aan de algemene vergadering verslag uit van haar bevindingen. Wordt ook dan de goedkeuring geweigerd, dan neemt de algemene vergadering al die maatregelen welke door haar in het belang van de vereniging nodig geacht worden.
7.
Het bestuur is verplicht de bescheiden, bedoeld in de leden 1 en 2, tien jaren lang te bewaren.-
tiende blad. ALGEMENE VERGADERINGEN: Artikel 16. 1.
De algemene vergadering is het hoogste orgaan binnen de vereniging. Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan het bestuur zijn opgedragen.
2.
Jaarlijks, uiterlijk vier maanden na afloop van het verenigingsjaar, wordt een algemene vergadering- de jaarvergadering- gehouden. In de jaarvergadering komen onder meer aan de orde: a.
het jaarverslag en de rekening en verantwoording bedoeld in artikel 15 met het verslag van de aldaar bedoelde kascommissie;
b.
de benoeming van de in artikel 15 genoemde kascommissie voor het volgende verenigingsjaar;
c.
voorziening in eventuele vacatures;
d.
voorstellen van het bestuur of de leden, aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering.
3. Andere algemene vergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur dit wenselijk oordeelt. 4. Voorts is het bestuur op schriftelijk verzoek van tenminste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van een/tiende gedeelte der stemmen in de algemene vergadering, indien alle leden tegenwoordig zijn, zulks onder opgave van de te behandelen onderwerpen, verplicht tot het bijeenroepen van een algemene vergadering op een termijn van niet langer dan een en twintig dagen. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan door oproeping overeenkomstig artikel 20 of bij advertentie in tenminste een ter plaatse, waar de vereniging gevestigd is, veel gelezen dagblad.
TOEGANG EN STEMRECHT: Artikel 17. 1. Toegang tot de algemene vergadering hebben alle werkende leden, leden van verdienste en de ereleden. 2. Over toelating van andere dan de in lid 1 bedoelde personen beslist de algemene vergadering. 3. leder lid van de vereniging, dat niet geschorst is, heeft een stem. Het bestuurslid dat geen lid van de vereniging is, heeft een raadgevende stem 4. Een lid kan zijn stem niet door een gemachtigde uitbrengen. 5. Een lid heeft geen stemrecht over zaken, die hem, zijn echtgenote of een van zijn bloed-of aanverwanten in de rechte lijn betreffen.
elfde blad.
VOORZITTERSCHAP- NOTULEN: Artikel 18. 1. De algemene vergaderingen worden geleid door de voorzitter van de vereniging of zijn plaatsvervanger. Ontbreken de voorzitter en zijn plaatsvervanger, dan treedt één der andere bestuursleden door het bestuur aan te wijzen als voorzitter op. Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering daarin zelve. 2. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris of een ander door de voorzitter daartoe aangewezen persoon notulen gemaakt, die door de voorzitter en de notulist worden vastgesteld en ondertekend. Zij die de vergadering bijeenroepen kunnen een notarieel proces-verbaal van het verhandelde doen opmaken. De inhoud van de notulen of van het proces-verbaal wordt ter kennis van de leden gebracht.
BESLUITVORMING VAN DE ALGEMENE VERGADERING: Artikel 19. 1.
Het ter algemene vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter, dat door de vergadering een besluit is genomen, is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit voor zover gestemd werd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
2.
Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het in het eerste lid bedoeld oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid der vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stem gerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming,
3.
Voor zover de statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten van de algemene vergadering genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
4.
Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
5.
Indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, heeft een tweede stemming, of ingeval van een bindende voordracht, een tweede stemming tussen de voorgedragen kandidaten, plaats. Heeft alsdan weder niemand de volstrekte meerderheid verkregen, dan vinden herstemmingen plaats, totdat hetzij een persoon de volstrekte meerderheid heeft verkregen, hetzij tussen twee personen .is gestemd en de stemmen staken. Bij gemelde herstemmingen (waaronder niet is begrepen de tweede stemming) wordt telkens gestemd tussen de personen, op wie bij de voorafgaande stemming is gestemd, evenwel uitgezonderd de persoon, op wie bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen is uitgebracht. Is bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen op meer dan een persoon uitgebracht, dan wordt door loting uitgemaakt, op wie van die personen bij de nieuwe
twaalfde blad. stemming geen stemmen meer kunnen worden uitgebracht. Ingeval bij een stemming tussen twee personen de stemmen staken, beslist het lot wie van beiden is gekozen. 6.
Indien de stemmen staken over een voorstel, niet rakende de verkiezing van personen, dan wordt een tweede stemming gehouden. Staken de stemmen alsdan opnieuw, dan beslist de voorzitter.
7. Alle stemmingen geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of een der stemgerechtigden zulks vóór de stemming verlangt. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende gesloten briefjes. Besluitvorming bij acclamatie- mits op voorstel van de voorzitter- is mogelijk tenzij een stemgerechtigde hoofdelijke stemming verlangt. 8. Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering. Een dergelijk besluit wordt door de secretaris aangetekend in het notulenboek, terwijl er melding van wordt gemaakt -tijdens de eerstvolgende algemene vergadering. 9. Zolang in een algemene vergadering alle leden aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen, mits met algemene stemmen, omtrent alle aan de orde komende onderwerpen dus mede een voorstel tot statutenwijziging of tot ontbinding ook al heeft geen oproeping plaatsgehad of is deze niet op de voorgeschreven wijze geschied of is enig ander voorschrift omtrent het oproepen en houden van vergaderingen of een daarmee verband houdende formaliteit niet in acht genomen.
BIJEENROEPING ALGEMENE VERGADERING: Artikel 20. 1.
De algemene vergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur. De oproeping geschiedt schriftelijk aan de adres sen van de leden volgens het ledenregister bedoeld in artikel 5. De termijn voor de oproeping bedraagt tenminste zeven dagen.
2.
Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld, onverminderd het bepaalde in artikel 21.
STATUTENWIJZIGING: Artikel 21. 1.
In de statuten van de vereniging kan geen verandering worden gebracht dan door een besluit van een algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld. De termijn voor oproeping tot een zodanige vergadering moet-tenminste veertien dagen bedragen.
2.
Zij die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten tenminste vijf dagen voor de vergadering een
dertiende blad. afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden. 3.
Een besluit tot statutenwijziging behoeft tenminste twee/derde van de uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin tenminste twee/derde van' de leden tegenwoordig is. Is niet twee/derde van de leden tegenwoordig, dan wordt binnen weken daarna een tweede vergadering bijeengeroepen en gehouden, waarin over het voorstel zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest, ongeacht het aantal tegenwoordige leden, kan worden besloten mits met een meerderheid van tenminste drie/vierde van de uitgebrachte stemmen.
Artikel 22. Het in artikel 21 bepaalde is niet van toepassing indien ter algemene vergadering alle leden aanwezig zijn en het besluit tot statutenwijziging met algemene stemmen wordt genomen. Artikel 23. 1.
Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de. akte is ieder bestuurslid bevoegd.
2.
De bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en de gewijzigde statuten neder te leggen ten kantore van de Kamer van Koophandel en Fabrieken binnen welk gebied de vereniging haar zetel heeft.
Artikel 24. Een bepaling dezer statuten, welke de bevoegdheid tot wijziging van een of meer andere bepalingen beperkt, kan slechts worden gewijzigd met inachtneming van gelijke beperking.
ONTBINDING: Artikel 25. 1.
Onverminderd het overigens in artikel 50 Boek II van het Burgerlijk Wetboek bepaalde, wordt de vereniging ontbonden door een besluit van de algemene vergadering. De termijn van oproeping tot een zodanige vergadering bedraagt tenminste vier weken.
2.
Het bepaalde in lid 2 van artikel 21 is van overeenkomstige toepassing.
3.
Een besluit tot ontbinding van de vereniging behoeft tenminste drie/vierde van de uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin tenminste twee/derde van de stemgerechtigde leden tegenwoordig is. Is niet twee/derde van de stemgerechtigde leden tegenwoordig, dan wordt binnen zes weken daarna een tweede vergadering bijeengeroepen en gehouden, waarin over het voorstel zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest,
4.
Indien bij een besluit tot ontbinding der vereniging te dien aanzien geen vereffenaars zijn aangewezen, geschiedt de vereffening door het bestuur.
5.
Een besluit tot ontbinding van de vereniging rnoet tevens de bestemming van het liquidatiesaldo inhouden.
veertiende en laatste blad HUISHOUDELIJK REGLEMENT: Artikel 26. 1. De algemene vergadering kan een huishoudelijk reglement vaststellen. 2. Het huishoudelijk reglement mag niet in strijd zijn met de wet, ook waar die geen dwingend recht bevat, noch met de statuten. 3. Op vaststelling en wijziging van het huishoudelijk reglement is het bepaalde in artikel 21 leden 1,2 en 3 van overeenkomstige toepassing .
SLOTBEPALING. In alle gevallen, waarin door de wet, deze statuten of het huishoudelijk reglement niet is voorzien, beslist het bestuur.
De comparanten zijn mij, notaris, bekend. Waarvan akte, in minuut opgemaakt, is verleden te Breda, ten dage als in het hoofd dezer akte is vermeld. Na zakelijke opgave van de inhoud van deze -akte aan.de comparanten hebben dezen eenparig verklaard van de inhoud van deze akte te hebben kennisgenomen en op volledige voorlezing daarvan geen prijs te stellen. Vervolgens is deze akte na beperkte voorlezing door de comparanten en mij, notaris, ondertekend.