Stappenplan schoolverlaters (welke kinderen komen in aanmerking voor de NIO?) afname laatste week september, eerste week oktober 2012 Voor de leerkrachten van groep 7 en 8 moet duidelijk zijn aan welke criteria een kind moet voldoen om in aanmerking te komen voor Leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) danwel Praktijkonderijs (Pro). Geldende criteria zoals opgesteld door de Regionale Verwijzingscommissie Voortgezet onderwijs (RVC-VO): Praktijkonderwijs De regionale verwijzingscommissie geeft uitsluitend een positieve beschikking praktijkonderwijs als de leerling: een intelligentiequotiënt heeft binnen de bandbreedte 55 tot en met 80, en een leerachterstand heeft op tenminste twee van de volgende vier domeinen: inzichtelijk rekenen, begrijpend lezen, technisch lezen en spellen, waarvan minimaal één van deze twee domeinen inzichtelijk rekenen of begrijpend lezen betreft en deze leerachterstand groter is dan of gelijk is aan 0,5 [zijnde de uitkomst van 1 minus [dle/dl]*100. Leerwegondersteunend onderwijs De regionale verwijzingscommissie geeft alleen een positieve beschikking leerwegondersteunend onderwijs als de leerling: A] · een intelligentiequotiënt heeft binnen de bandbreedte 75 tot en met 90, en · een leerachterstand heeft op tenminste twee van de vier domeinen inzichtelijk rekenen, begrijpend lezen, technisch lezen en spellen, en waarvan minimaal één van deze twee domeinen inzichtelijk rekenen of begrijpend lezen betreft en deze leerachterstand past binnen de bandbreedte van 0,25 tot 0,5 [zijnde de uitkomst van 1 minus [dle/dl]; of
B] · een intelligentiequotiënt heeft binnen de bandbreedte 91 tot en met 120; en · een leerachterstand heeft op tenminste twee van de vier domeinen inzichtelijk rekenen, begrijpend lezen, technisch lezen en spellen, en waarvan minimaal één van deze twee domeinen inzichtelijk rekenen of begrijpend lezen betreft en deze leerachterstand past binnen de bandbreedte van 0,25 tot 0,5 [zijnde de uitkomst van 1 minus [dle/dl]; en · een sociaal-emotionele problematiek (faalangst, ADHD, ADD, PDD-NOS etc), welke later nog onderbouwd dient te worden met sociaal-emotioneel onderzoek, uitgevoerd door een gedragsdeskundige. Leerkrachten groep 7: Juni/juli: de toetsen van de kinderen eind groep 7 bekijken Wat is de didactische leeftijd van een kind? Vanaf groep 3 bouwt een kind een didactische leeftijd op; de kleuterschool wordt dus nooit meegerekend (ook niet wanneer er een kleuterschoolverlenging heeft plaatsgevonden). Eind groep 3 heeft een kind een didactische leeftijd van 10, Eind groep 4 een didactische leeftijd van 20 etc. Wanneer een kind een groep heeft gedoubleerd, moet deze doublure worden meegerekend voor de RVC-VO. Stel een kind heeft het volgende groepsverloop: 1,2,3,4,5,6,7 is de didactische leeftijd in juli 50 1,2,3,4,5,6,7,8 is de didactische leeftijd in november 53 1,2,3,4,5,5,6,7 is de didactische leeftijd in juli 60 1,2,3,4,5,5,6,7,8 is de didactische leeftijd november groep 8: 60 (kan nooit meer worden dan 60!!) LET OP: Kleuterschoolverlening telt niet mee! Dus: 1,1,2,3,4,5,6,7 is de didactische leeftijd in juli 50 1,1,2,3,4,5,6,7,8 is de didactische leeftijd in november 53 1,1,2,3,4,5,5,6,7,8 is de didactische leeftijd in november 60 (want het kan nooit meer worden dan 60)
Wanneer je de juiste didactische leeftijd hebt bepaald, kun je berekenen welke leerachterstand kinderen hebben. (1-dle/dle *100). Welke kinderen hebben een leerachterstand van 25% of meer? (leerrendement dus kleiner dan 75%) Nagaan wat het sociaal emotionele beeld van deze kinderen is en op papier zetten. Is dit in overeenstemming met de eerder afgenomen toetsen? Bespreek deze leerlingen met de Intern Begeleider en Consultatief Leerlingbegeleider: gezamenlijk wordt bepaald welke toetsen in november moeten worden afgenomen tbv het onderwijskundig rapport tbv de RVC. . Ga na of er eerder onderzoek heeft plaatsgevonden bij deze kinderen en op chronologische volgorde aangeven in een document. (gebruik het format voor de NIO verslagen: bijlage I) Plan een gesprek met ouders waarin duidelijk wordt gemaakt wat de verwachtingen zijn richting voortgezet onderwijs voor hun kind. Geef hen de ouderfolder van de NIO mee (bijlage II) Overdracht van groep 7 naar 8: lever de bovenstaande gegevens aan en geef aan waar nog terug getoetst moet worden. Bespreek deze aanvraag met ouders en laat hen de toestemmingsformulieren invullen Voorbeeld toetsen: Een toets heeft een bereik van 10 dle minder en 10 dle meer dan het eigenlijke niveau van de toets: Dus toets M5 (dle 25) heeft een bereik van 15-35. Leerling A: Onderdeel
Toets
Datum
DL
DLE
niveau
Techn. Lezen Begr.lezen
DMT kaart 3 Cito BL M7 2011
Juni 2011 Jan 2011
60 55
>52 29
B D
% Leerachterstand 1-(DLE:DL) Geen 48%
BL Spelling
Cito BL M6 Nov Cito Speling E7 2011 Juni 2011
60
39
C
35%
Sp Cito spelling E6 Nov Rekenen Cito R&W 2011 Juni 2011 60 50 B 17% o BL terugtoetsen M6: Toets M6 heeft een bereik van 35-55 (M5-M7). o Spelling hoeft niet perse: spelling ligt op de grens. Is het overeenkomstig eerder behaalde resultaten?? Dan hoef je niet terug te toetsen. Zo niet: toets E6 afnemen (want die heeft een bereik van 30-50). Leerling B: Onderdeel
Toets
Datum
DL
DLE
Niveau
Techn. Lezen Techn Lezen Begr.lezen Begr lezen Spelling Spelling Rekenen Rekenen
DMT kaart 3 E7 DMT kaart 3 E6 Cito BL M72011 Cito BL M6 2011 Cito Speling E7 2011 Cito spelling E6 Cito R&W E7 2011 Cito R&W E6 2011
Juni 2011 Nov Jan 2011 Nov Juni 2011 Nov Juni 2011 Nov
60
36
D
% Leerachterstand 1-(DLE:DL) 40%
55
29
D
48%
60
43
C
29%
60
36
D
40%
o o o o
Technisch lezen: E6 (30-50) BL: M6 (25-45) Sp: E6 (30-50) Rek: E6 (30-50)
Leerkrachten groep 8: Begin van het schooljaar doorlezen welke kinderen in aanmerking komen voor LWOO of PRO. Ga na welke kinderen je moet toetsen: Staat beschreven in overdracht: vastgesteld eind juni danwel begin september 2012 Ga na welke toetsen er af genomen moeten worden. In overleg met IB afspreken wie welke toets afneemt (november 2012). Vul de toetsen in zoals hierboven aangegeven in het format en mail deze gegevens naar Educonnect. Ook dient u na te gaan of er eventueel extra gegevens (onderzoek oid, sociaal emotioneel beeld etc) zijn aan te geven. U vult dit in hetzelfde format in (1 digitaal bestand wat naar de consultatieve leerlingbegeleider wordt gemaild uiterlijk eind november). Bespreek de resultaten met de Intern begeleider Bereid de kinderen voor op de toets. De onderwijskundig rapporten kunnen voor de deelnemers aan de NIO worden ingevuld. (het meest praktisch voor school is om deze rapporten na de toetsronde van november zo snel mogelijk in te vullen: op deze wijze kunnen alle stukken de eerste week na de kerstvakantie in orde zijn voor aanmelding bij de Regionale verwijzingscommissie VO (RVC-VO). De toetsen zullen schooljaar 2012-2013 de laatste week van september en de eerste week van oktober worden afgenomen (exacte data volgen na de zomervakantie). De verslagen zullen voor de kerstvakantie aan de scholen worden geleverd. Het verdient aanbeveling de eerste week na de kerstvakantie de adviezen met ouders door te spreken. Derhalve kunnen ouders zich op de open dagen in januari zich op de juiste scholen richten.
Bijlage I: Format NIO- deelnemer in te vullen door school: LET OP de gegevens zullen door de orthopedagoog worden overgenomen! Bijlage II: Ouderinformatie mbt de NIO
I Leerlinggegevens ten behoeve NIO afname Naam: XXX Geboortedatum: Datum onderzoek: Kalenderleeftijd:
Leerling van: Te: Groepsverloop: Didactische leeftijd:
Relevante informatie Sociaal emotioneel beeld op school In te vullen door school: Denk hierbij aan: vriendschappen, houding tov volwassenen en medeleerlingen, omgaan met veranderingen en teleurstellingen, gegevens uit ZIEN! danwel SCOL etc) Sociale redzaamheid, waaronder: omgang met (sociale) regels, inlevingsvermogen, wederkerigheid/ afstemming, weerbaarheid. En, gedragskenmerken (belemmerend en protectief; internaliserend en externaliserend). Werkhouding in de groep (eventueel 1-op-1) In te vullen door school: Denk hierbij aan: taakgerichtheid, spanningsboog, doorzettingsvermogen concentratie, nauwkeurigheid, tempo, zelfstandigheid en motivatie etc) Uit het CITO leerlingvolgsysteem komen de volgende didactische gegevens van XXX. Vul de meest recente toetsresultaten in!! Wellicht bij toetsen de door de RVC aanvaarde toetsen invullen of naar verwijzen. Ook dient de school geattendeerd te worden of de noodzaak van door- en terugtoetsen bij bepaalde resultaten. Onderdeel Toets Datum DL DLE niveau % Leerachterstand 1-(DLE:DL)
Techn. Lezen
AVI CITO DMT kaart 1 DMT kaart 2 DMT kaart 3
Begr.lezen Spelling Rekenen Gegevens eerder onderzoek (en) cognitief/ kinderpsychiatrisch In te vullen door school: Onderzoek gedaan door: (instantie en medewerker) Datum onderzoek: Conclusie onderzoek:
II Informatie voor ouders
Wat is de NIO? NIO toets staat voor Nederlandse Intelligentietest voor Onderwijsniveau. Het verschil tussen de NIO toets en de CITO eindtoets is dat de CITO meet wat kinderen hebben geleerd in 8 jaar onderwijs (de feitelijke schoolprestaties) en de NIO toets bepaalt wat kinderen ‘in huis hebben’ (de mogelijke schoolprestaties). Beide kunnen gebruikt worden voor het kiezen van een vervolgopleiding. Sommige vormen van vervolgonderwijs vragen meer informatie over uw kind. Waarom de NIO? Er zijn kinderen die beter tot hun recht komen wanneer zij meer begeleiding krijgen op school, zoals bij het Leerweg Ondersteunend Onderwijs (LWOO). En er zijn kinderen die op een meer praktische manier leren, zoals het Praktijkonderwijs (Pro) biedt. School heeft met u gesproken over de meest geschikte vorm van vervolgonderwijs. Tijdens dit gesprek is gesproken over de leerresultaten van uw kind en over zijn of haar ontwikkeling op sociaal emotioneel gebied. Deze factoren maken dat school aan Leerwegondersteunend- of Praktijkonderwijs denkt. Om uw kind op een van beide vormen van onderwijs te kunnen plaatsen, moet uw kind aan een aantal criteria voldoen (zie bijlage I). Er moet ondermeer een intelligentiequotiënt (IQ) worden vastgesteld. De NIO is een intelligentietest. Afname NIO De afnametijd van de NIO is ongeveer drie uur. In deze tijd worden 6 verschillende onderdelen getest. Elk onderdeel moet binnen een bepaalde hoeveelheid tijd gemaakt worden. Dat wil zeggen dat de leerlingen per onderdeel, zoveel mogelijk opgaven binnen de gestelde tijd moet maken. De beschikbare tijd verschilt per onderdeel, maar ligt tussen de 5 en 15 minuten. Meer weten over de NIO of alvast uw kind voorbereiden op de NIO test? http://www.niotoets.nl/ http://www.leestrainer.nl/NIO/
Bijlage I: Criteria Leerwegondersteunend onderwijs en Praktijkonderwijs
Bijlage I: Criteria Leerwegondersteunend onderwijs en Praktijkonderwijs Leerwegondersteunend onderwijs De regionale verwijzingscommissie geeft alleen een positieve beschikking leerwegondersteunend onderwijs als de leerling: A] een intelligentiequotiënt heeft binnen de bandbreedte 75 tot en met 90, en een leerachterstand heeft op tenminste twee van de vier domeinen inzichtelijk rekenen, begrijpend lezen, technisch lezen en spellen, en waarvan minimaal één van deze twee domeinen inzichtelijk rekenen of begrijpend lezen betreft en deze leerachterstand past binnen de bandbreedte van 0,25 tot 0,5 B] een intelligentiequotiënt heeft binnen de bandbreedte 91 tot en met 120; en een leerachterstand heeft op tenminste twee van de vier domeinen inzichtelijk rekenen, begrijpend lezen, technisch lezen en spellen, en waarvan minimaal één van deze twee domeinen inzichtelijk rekenen of begrijpend lezen betreft en deze leerachterstand past binnen de bandbreedte van 0,25 tot 0,5 en een sociaal-emotionele problematiek (faalangst, gedragsproblematiek (ADHD, PDD-NOS) etc.) Praktijkonderwijs De regionale verwijzingscommissie geeft uitsluitend een positieve beschikking praktijkonderwijs als de leerling: een intelligentiequotiënt heeft binnen de bandbreedte 55 tot en met 80, en een leerachterstand heeft op tenminste twee van de volgende vier domeinen: inzichtelijk rekenen, begrijpend lezen, technisch lezen en spellen, waarvan minimaal één van deze twee domeinen inzichtelijk rekenen of begrijpend lezen betreft en deze leerachterstand groter is dan of gelijk is aan 0,5