STANDAARD REKENINGENGIDS
STANDAARD REKENINGEN GIDS Fernand Maillard Els Watzeel
2012
Auteurs Fernand MAILLARD Bedrijfsrevisor IAB Accountant Els WATZEEL IAB Accountant Belastingconsulente
12de druk, 1ste oplage Standaard Rekeningengids is een uitgave van Standaard Uitgeverij Professional. U kunt ons bereiken op +32 3 285 72 36 of via
[email protected]. www.standaarduitgeverij.be/professional © WPG Uitgevers België NV, Mechelsesteenweg 203 B-2018 Antwerpen Alle rechten voorbehouden. Behoudens de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, op welke wijze ook, zonder de voorafgaande en schriftelijke toestemming van de uitgever. De uitgever en de auteurs streven permanent naar een volledige betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie; zij kunnen voor die informatie en de toepassing ervan echter niet aansprakelijk gesteld worden. ISBN 978 90 341 9433 6 D/2011/0034/712 NUR 786
INHOUD
TEN GELEIDE NOMENCLATUUR VAN DE REKENINGEN KLASSE 0 KLASSE 1 KLASSE 2 KLASSE 3 KLASSE 4 KLASSE 5 KLASSE 6 KLASSE 7 ALFABETISCHE TREFWOORDENLIJST CHRONOLOGISCHE TREFWOORDENLIJST BALANS RESULTATENREKENING De auteurs zijn vertrokken vanuit de rekeningen van het genormaliseerd rekeningenstelsel. Deze rekeningen worden lay-outmatig op de volgende wijze voorgesteld: VOORZIENING VOOR LIJFRENTE Vanuit hun beroepservaring en hun werk “on the field” hebben de auteurs de genormaliseerde rekeningen verder uitgediept (tot op 6 niveaus). Deze rekeningen krijgen de volgende lay-out: Schulden van erfpacht en soortgelijke rechten De rekeningen die specifiek gelden voor de VZW’s, de IVZW’s en de stichtingen en die enige uitleg behoeven, zijn aangeduid met een donkere achtergrond (op de volledige pagina). Voor het overige zijn de gewone rekeningen die gelden voor de vennootschappen, van toepassing.
V Z W 5
BEGINSELEN VAN EEN REGELMATIGE BOEKHOUDING
Algemene boekhouding is een informatiesysteem dat een onderneming in staat stelt om de economische en juridische gegevens die op het bedrijf betrekking hebben te registreren, te synthetiseren en te analyseren. Een goede boekhouding is niet alleen een verplichting maar in de huidige context ook een noodzaak. Terwijl er vroeger meer aandacht werd besteed aan de bewijskracht van de boekhouding, wordt nu, terecht, gewezen op de boekhouding als bedrijfseconomische noodzaak en als financiële verslaggeving aan de betrokken partijen. De boekhoudwet (wet van 17 juli 1975) is in hoofdzaak een kaderwet en formuleert slechts een aantal algemene regels en beginselen die gelden voor alle ondernemingen. De kern van het boekhoudrecht wordt gevormd door de uitvoeringsbesluiten. Regels en beginselen uit de wet van 17 juli 1975
6
1.
Elke onderneming voert een boekhouding passend aan de omvang en de aard van het bedrijf. De wet bevat hieromtrent geen concrete voorschriften, maar benadrukt hierbij wel de fundamentele eis van een goede boekhoudkundige organisatie. De wetgever streeft aldus de goede werking van de ondernemingen na in het algemeen belang van de betrokken partijen.
2.
Het beheersorgaan van de onderneming moet de waarderingsregels bepalen (artikel 28 van het KB tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen van 30/01/ 2001) en deze vastleggen in het inventarisboek (artikel 9 van de wet van 17/07/ 1975). De waarderingsregels gelden onder meer voor de waarderingswijzen van de inventaris, de vorming en aanpassing van afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen voor risico’s en kosten evenals voor de herwaarderingen. Deze regels worden bepaald door het bestuursorgaan van de vennootschap en vastgelegd in het boek bedoeld in artikel 9, § 1, van de wet van 17/07/1975 op de boekhouding van de ondernemingen. Ze worden samengevat in de toelichting; overeenkomstig hetgeen is bepaald in artikel 24, eerste lid, moet deze samenvatting voldoende nauwkeurig zijn zodat inzicht wordt verkregen in de toegepaste waarderingsmethoden. Onverminderd § 2 wordt bij de vaststelling en toelichting van deze waarderingsregels ervan uitgegaan dat de vennootschap haar bedrijf zal voortzetten. Bijzondere regels moeten worden toegepast voor vennootschappen in vereffening of indien er niet meer kan van worden uitgegaan dat de vennootschap haar bedrijf zal voortzetten. Ingevolge de wijziging van de wet van 17 juli 1975 (door de wet van 8 juni 2008), werd het bijhouden van de dagboeken aangepast aan de evolutie van
de boekhoudkundige technieken. De boekhouding alsook de wettelijke boeken (het inventarisboek en het centraal boek) mogen hetzij in een schriftelijke versie, hetzij in een geïnformatiseerde versie zonder papierdrager worden gehouden. Het koninklijk besluit van 12 september 1983 (in zijn laatste versie, die van kracht is geworden op 1 juli 2003) bepaalt de werkingsprincipes. Artikel 9 van de wet van 17 juli 1975 bepaalt welke de inhoud van dit inventarisboek is : “Elke onderneming verricht, omzichtig en te goeder trouw, ten minste eens per jaar de nodige opnemingen, verificaties, onderzoekingen en waarderingen om op een door haar gekozen datum de inventaris op te maken van al haar bezittingen, vorderingen, schulden en verplichtingen van welke aard ook, die betrekking hebben op haar bedrijf, en van de eigen middelen daaraan verstrekt. De inventarisstukken worden ingeschreven in een boek. De stukken die wegens hun omvang bezwaarlijk kunnen worden overgeschreven, worden in dat boek samengevat en erbij gevoegd. De inventaris wordt ingericht overeenkomstig het rekeningenstelsel van de onderneming.” Er dient opgemerkt te worden dat deze beginselen voor de waarderingsregels en het bijhouden van het inventarisboek van toepassing zijn op alle ondernemingen, zowel handelsvennootschappen (met uitzondering van sommige handelaars die natuurlijke personen zijn, sommige vennootschappen onder firma en commanditaire vennootschappen) als verenigingen of stichtingen. 3.
De boekhouding moet volledig zijn, d.w.z. dat alle in de boekhouding op te nemen verrichtingen en feiten worden vermeld en dat alle in de inventaris op te nemen vermogensbestanddelen daarin ook worden vermeld. Volgens de boekhoudreglementering moet in elk geval elke verrichting en elk feit (vb een waardevermindering) worden opgenomen die een weerslag heeft op het bedrag van een jaarrekeningpost, zelfs indien zij individueel geen betekenisvolle invloed hebben op de vermogenstoestand van de onderneming. Het volledigheidsbeginsel impliceert ook dat alle rechten en verplichtingen in de boekhouding worden opgenomen. Deze worden niet in de balans opgenomen maar worden wel getrouw en volledig in de boekhouding geregistreerd. (Cfr. Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen)
4.
Alle verrichtingen worden ingeschreven zonder uitstel, getrouw en volledig, naar tijdsorde en in een dagboek. De term “zonder uitstel” betekent niet dat de wetgever een bepaalde termijn oplegt voor de boeking van een verrichting. Wel wil zij het belang van de regelmatigheid benadrukken. Zo zal de situatie waarbij de verrichtingen, perio7
diek maar zonder abnormaal uitstel, worden ingeschreven door een externe deskundige, de regelmatigheid van de boekhouding niet in gedrang brengen. Voor de boekhouding als beheersinstrument is het toch belangrijk om de verrichtingen snel na afsluiting of kennisgeving te boeken. De verrichtingen worden “getrouw en volledig” ingeschreven, d.w.z. dat elke verrichting individueel (uitzondering voor verkopen in het klein die geen factuur vergen) en in overeenstemming met het verantwoordingsstuk worden opgenomen. Dit veronderstelt dat de boekhoudkundige kwalificatie van de verrichting correct is en overeenstemt met de werkelijkheid. Het begrip “naar tijdsorde” is niet duidelijk omschreven in de wetgeving. Het impliceert wel dat een onderneming voor haar verschillende soorten van verrichtingen een volgorde kiest die gebaseerd is op data. Het is wel belangrijk, vooral aan het einde van het boekjaar, dat elke verrichting in de boekhoudperiode wordt geboekt waarop zij betrekking heeft. De verrichtingen worden ingeschreven in een “dagboek”. Volgens de boekhoudwet heeft men de keuze: - ofwel een ongesplitst dagboek waarin alle verrichtingen, ongeacht hun aard, achter elkaar worden ingeschreven - ofwel, voor elke categorie van verrichtingen (aankopen, verkopen, financiële verrichtingen en diverse verrichtingen), een apart hulpdagboek. Elke inschrijving in een dagboek wordt methodisch overgedragen naar de betreffende rekeningen. De inschrijving in dagboeken is belangrijk voor de controle over de volledigheid maar ook voor het spoor van de tegenpost van de in rekeningen ingeschreven boekingen.
8
5.
Elke boeking moet gebeuren aan de hand van een gedagtekend verantwoordingsstuk. Dit document staaft de boeking. Enkel gekoppeld aan een verantwoordingsstuk, is een boeking verantwoord naar aard, datum bedrag en tegenpartij. Een wederzijdse verwijzing tussen boeking en verantwoordingsstuk is dan ook noodzakelijk om op elk tijdstip het juiste document gekoppeld aan een bepaalde boeking terug te vinden. De factuur is natuurlijk het verantwoordingsstuk voor alle aankoop – en verkoopverrichtingen. Maar ook de diverse boekingen zoals afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen moeten gestaafd worden door zogenaamde “interne verantwoordingsstukken”.
6.
De onderneming moet minstens één maal per jaar de inventaris opmaken van al de bezittingen, vorderingen, schulden en verplichtingen. De inventaris heeft tot doel om het getrouwe karakter van de saldi op de rekeningen na te gaan en is als dusdanig één van de belangrijkste verplichtingen uit het boekhoudrecht. Enerzijds kan de inventarisplicht beschouwd worden als de fysische registratie van alle
activa en passiva. Anderzijds is er ook het kwalitatieve aspect waarbij de vermogensbestanddelen onderzocht en gewaardeerd worden. 7.
De onderneming stelt elk jaar een jaarrekening op. Voor elke onderneming – buiten die ondernemingen die een vereenvoudigde boekhouding voeren – moet de jaarrekening rechtstreeks voortvloeien uit de rekeningen nadat deze werden aangepast aan de inventaris. De jaarrekening moet een getrouw beeld geven van het vermogen, de financiële positie en de resultaten van de onderneming. Zij omvat de balans, de resultaten rekening en de toelichting. Deze elementen vormen één geheel. Het CBN-advies 2010/4 (http://www.cnc-cbn.be) handelt over de “Omrekeningsverschillen ontstaan bij omrekening van het kapitaal naar aanleiding van het verkrijgen van de afwijking inzake functionele valuta”. We herinneren eraan dat de jaarrekening in euro moet worden opgesteld en dat voor het gebruik van andere valuta een aanvraag tot verkrijging van een afwijking moet worden ingediend bij de CBN (Commissie voor Boekhoudkundige Normen). De procedure voor de indiening van een aanvraag tot verkrijging van afwijkingen is bepaald in artikel 14 van de Wet met betrekking tot de boekhouding van de ondernemingen van 17 juli 1975 en in artikel 125, § 1 van het Wetboek van Vennootschappen.
8.
De dagboeken en het inventarisboek worden op zodanige wijze gehouden dat de continuïteit, de regelmatigheid en de onveranderlijkheid gegarandeerd worden. Belangrijk is dat de balans en resultatenrekening, jaar na jaar vergelijkbaar blijven. Dit heeft gevolgen voor zowel de voorstelling (het rekeningenstelsel) als de consistente toepassing van de waarderingsregels. Het begrip “onveranderlijkheid” houdt in dat er achteraf geen boeking mag weggelaten, gewijzigd of ingelast worden. Hetzelfde geldt ook voor de jaarrekening en de inventaris waar achteraf geen gegevens mogen weggelaten, gewijzigd of toegevoegd worden. Een wijziging kan enigszins wel wanneer deze op een zichtbare manier gebeurt, d.w.z. dat de oorspronkelijke boeking zichtbaar blijft. Een correctie – of tegenboeking achteraf verwijst dan naar de oorspronkelijke boeking, wordt gestaafd met een verantwoordingsstuk en vermeld de datum waarop de correctie gebeurt. Om de onveranderlijkheid te waarborgen stelde de wetgever voorheen dat de dagboeken en het inventarisboek werden bijgehouden op papier. Ook moesten deze boeken worden gepagineerd, geviseerd en geparafeerd door de griffie van de rechtbank van koophandel. Het KB van 25 januari 2005 tot wijziging van het KB van 12 september 1983 voorziet nu in de mogelijkheid om de boekhouding elektronisch te voeren.
9
De kern van het KB zit vervat in artikel 2 dat stelt dat voortaan de boekhouding schriftelijk kan worden gehouden door middel van ingebonden of ingenaaide registers die de gedrukte melding van het aantal bladzijden omvatten of door middel van geïnformatiseerde systemen: - het ongesplitst dagboek - het centraal boek - de 3 dagboeken bepaald in art. 5 van de wet van 17 juli 1975 - het inventarisboek Men mag voortaan de boekhouding dus voeren op papier of elektronisch. In het geval van een vereenvoudigde boekhouding die op papier wordt gevoerd, moeten de boeken en dagboeken door middel van ingebonden of ingenaaide registers gehouden worden, en vóór de eerste ingebruikname moet een identificatieformulier door de onderneming ingevuld worden en neergelegd bij het ondernemingsloket waarbij de betrokken onderneming is aangesloten. Het formulier wordt bewaard door het ondernemingsloket. Tevens is, wanneer aan alle voorwaarden voor onveranderlijkheid van de gegevens is voldaan bij inschrijving in de hulpdagboeken, een centraal boek niet meer nodig. 9.
10
De rekeningen die in de boekhouding worden gebruikt moeten in het rekeningenstelsel van de onderneming voorkomen. Dit rekeningstelsel moet in overeenstemming zijn met de minimumindeling van het algemeen rekeningenstelsel volgens het KB van 12 september 1983. Het rekeningenstelsel moet volgens de wet passend zijn voor het bedrijf van de onderneming. Dit betekent dat er afzonderlijke rekeningen en subrekeningen kunnen worden gecreëerd die nauw verbonden zijn voor de verrichtingen en feiten typerend voor het bedrijf en in functie van de beleidsdoeleinden. Volgens het boekhoudrecht moeten de verantwoordingsstukken in origineel of in kopie bewaard worden. Er dient echter te worden opgemerkt dat voor het fiscaal recht wel degelijk de originele verantwoordingsstukken (in sommige gevallen en mits voorafgaande toestemming in elektronische vorm, op microfilms, microfiches of cd-worm) moeten bewaard worden. De bewaring van de boekhoudgegevens in computervorm heeft niet alleen betrekking op de gegevensbestanden, maar eveneens op alle hardware en op de softwareprogramma’s waarmee deze kunnen worden gelezen, geraadpleegd en afgedrukt gedurende de volledige bewaringsduur van de archieven, en dit zowel voor het boekhoudrecht als voor het fiscaal recht.
10. De dagboeken (evenals de verantwoordingsstukken) moeten gedurende 7 jaar bewaard worden (10 jaar vóór de wijziging van het koninklijk besluit op 8 juni 2008, dat in werking is getreden op 26 juni 2008) vanaf de eerste januari van het jaar dat volgt op de afsluiting. De drager die voor de bewaring van de boeken bedoeld in lid 1 wordt gebruikt, moet de onveranderlijkheid en de toegankelijkheid van de daarin opgenomen gegevens verzekeren tijdens de volledige voorgeschreven bewaringsduur. Hierbij mag niet uit het oog worden verloren dat de bewaringstermijnen van de archieven niet noodzakelijk dezelfde zijn voor fiscale aangelegenheden (BTW, rechtstreekse belastingen, douane en accijnzen, etc.) en voor sociale aangelegenheden. Daarnaast kunnen de bewaringstermijnen van de boekhoudkundige archieven nog langer zijn wanneer het de rechtvaardiging van subsidies betreft (soms 5 tot 10 jaar na de definitieve afsluiting van een project dat over meerdere jaren loopt). Het is dus nuttig om klare en duidelijk informatie in te winnen over alle na te komen verplichtingen alvorens wat dan ook te vernietigen. Bovendien mogen we ook het historische belang niet uit het oog verliezen! 11. De grootte van de vennootschappen Groot Jaargemiddelde van het personeelsbestand (in V.T.E.)
Jaargemiddelde van het personeelsbestand (in V.T.E.) Balanstotaal Totale jaaromzet (exclusief BTW)
Klein
> 100 voldoen dus aan meer dan één van de 3 criteria:
voldoen niet aan meer dan één van de criteria:
> 50
> 50
> 3.625.000
> 3.625.000
> 7.300.000 €
> 7.300.000 €
De bovenstaande cijfers worden geverifieerd op de datum van afsluiting van de jaarrekening van de vennootschap op basis van de laatste en de voorlaatste afgesloten jaarrekeningen van de vennootschappen die in de consolidatie moeten worden opgenomen; de overschrijding van de drempels heeft dus slechts uitwerking wanneer deze gedurende twee jaar wordt aangehouden.
11
OPNEMING VAN DE REKENINGEN VAN EEN BUITENLANDS BIJKANTOOR
Wat de consolidatie van vennootschappen betreft, worden de onderstaande criteria aangehouden voor de consolidatieverplichtingen van de jaarrekeningen : Te consolideren groep
Kleine groep (consortium)
voldoen aan meer dan één criterium:
voldoen niet aan meer dan één criterium:
> 250
> 250
Balanstotaal
> 14.600.000
> 14.600.000
Totale jaaromzet (exclusief BTW)
> 29.600.000
> 29.600.000
Jaargemiddelde van het personeelsbestand (in V.T.E.)
Een vennootschap is vrijgesteld van de verplichting om een geconsolideerde jaarrekening en een jaarverslag over de geconsolideerde rekeningen op te stellen wanneer ze deel uitmaakt van een kleine groep. De bovenstaande cijfers worden geverifieerd op de datum van afsluiting van de jaarrekening van de consoliderende vennootschap, op basis van de laatste afgesloten jaarrekeningen van de vennootschappen die in de consolidatie moeten worden opgenomen; de overschrijding van de drempels heeft slechts uitwerking wanneer deze gedurende twee jaar wordt aangehouden. In alle hierboven bedoelde gevallen voorziet het Wetboek van Vennootschappen in artikel 15 § 4 (lid 1 en 2) : “Het gemiddelde aantal werknemers bedoeld in § 1 is het gemiddelde van het per einde van elke maand van het boekjaar in het krachtens het koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende het bijhouden van sociale documenten gehouden personeelsregister ingeschreven aantal werknemers uitgedrukt in voltijdse equivalenten”. Het aantal werknemers uitgedrukt in voltijdse equivalenten is gelijk aan het arbeidsvolume teruggebracht tot voltijds tewerkgestelde equivalenten, te berekenen voor de deeltijdse werknemers op basis van het conventioneel aantal te presteren uren, gerelateerd ten opzichte van de normale arbeidsduur van een vergelijkbare voltijdse werknemer (referentiewerknemer). In verband met de opneming van de verrichtingen van de buitenlandse bijkantoren in de boekhouding van de zetel, zegt artikel 4 van het koninklijk besluit van 12 september 1983 tot uitvoering van de boekhoudwet, het volgende : 12
« Verrichting van een in het buitenland gevestigd bijkantoor of centrum van werkzaamheden van een onderneming naar Belgisch recht die aldaar in een afzonderlijk stelsel van boeken en rekeningen worden ingeschreven, hoeven niet te worden opgenomen in de recapitulatieboeking bedoeld in artikel 4 van hogergenoemde wet van 17 juli 1975, waarneer de boekhouding van dit bijkantoor of centrum van werkzaamheden gevoerd wordt overeenkomstig de in dat vreemd land geldende regels of gebruiken, in voorkomend geval aangepast met het oog op de toepassing van het bepaalde in het tweede lid. De saldi van de rekeningen van dit bijkantoor of centrum van werkzaamheden worden ten minste halfjaarlijks in de centrale boekhouding van de onderneming opgenomen». Omrekening van de rekeningen van het bijkantoor in euro bij hun opneming in de boekhouding van de zetel. De boekhouding van het buitenlands bijkantoor (buiten de Eurozone) wordt normaliter gevoerd in de munt van het land van vestiging en de niet-monetaire activa (en passiva) worden dus in die munt uitgedrukt. Hetzelfde geldt voor de monetaire activa en passiva (met inbegrip van de verbindingsrekening), zelfs indien in een andere munt luiden, alsook voor de opbrengsten en kosten. Wanneer die rekeningen echter worden opgenomen in de boekhouding van de centrale zetel van de onderneming naar Belgisch recht, moeten zij worden omgerekend in haar munt, dus in euro. De Commissie voor boekhoudkundige normen heeft in haar bulletin nr 35 – van oktober 1995 aanbevolen om dezelfde principes als voor de omrekening van de rekeningen van buitenlandse ondernemingen in de geconsolideerde jaarrekening volgens artikel 42 van het KB van 6 maart 1990, toe te passen. In het artikel 42 wordt het gebruik van de monetaire/niet-monetaire enerzijds en de methode van de slotkoers/netto-investeringen anderzijds toegelaten. a) volgens de monetaire/niet-monetaire methode worden de door het bijkantoor uitgevoerde verrichtingen en de daaraan verbonden monetaire risico’s verwerkt alsof het verrichtingen betrof die rechtstreeks door de zetel werden uitgevoerd. De niet-monetaire posten (en de daarmee samenhangende afschrijvingen en waardeverminderingen) worden geboekt tegen hun aanschaffingswaarde, omgerekend tegen de geldende omrekeningskoers op de aanschaffingsdatum.
13
De monetaire posten worden tegen slotkoers omgerekend, behalve wanneer het wisselrisico specifiek is gedekt ; in dat geval worden ze omgerekend tegen de koers van de dekkingsverrichting. De resultaten worden omgerekend hetzij tegen de geldende omrekeningskoers op de datum waarop ze zijn vastgesteld, hetzij tegen de gemiddelde koers voor de periode of de gemiddelde koers voor het boekjaar. De omrekeningsverschillen worden in beginsel van het resultaat opgenomen indien ze een potentieel verlies inhouden, en worden overgedragen indien zij een potentiële winst inhouden, in zoveel afzonderlijke rekeningen als er munten zijn. In het zelfde advies wordt gesteld dat het voor een goed beheer aangewezen kon zijn de niet/monetaire activa (vaste activa, deelnemingen of voorraden) te dekken door passende leningen in vreemde munten, wanneer die activa – omwille van de omgeving waarin die ondernemingen actief zijn – normaliter een cash flow doen ontstaan in die vreemde munt en niet in euro. De onderneming is bijgevolg, in economisch opzicht, gedekt tegen monetaire schommelingen. Bij deze benadering worden die activa beschouwd en verwerkt als monetaire activa en worden de monetaire schommelingen van die activa gecompenseerd door de monetaire schommelingen van de daarmee verbonden financieringsmiddelen. b) volgens de methode van de slotkoers/netto-investeringen worden alle – zowel monetaire als niet-monetaire – actief- en passiefbestanden tegen de slotkoers omgerekend. Bijgevolg ontstaat er geen enkel omrekeningsverschil op actief- en passief-bestanddelen, behalve met betrekking tot het eigen vermogen van de buitenlandse instelling. De omrekeningsverschillen die voortvloeien uit de omrekening van de netto-positie van de buitenlandse onderneming bij de aanvang van de boekhoudperiode, tegen een andere koers dan de eerder gehanteerde koers, worden beschouwd als een wijziging in de netto-investering en worden als omrekeningsverschil toegerekend aan het eigen vermogen van de consoliderende onderneming. De omrekeningsverschillen die voortvloeien uit de toepassing van de slotkoers voor de geconsolideerde balans, en van een andere koers voor de omrekening van de resultaten van de buitenlandse onderneming, worden eveneens toegerekend aan het eigen vermogen van de consoliderende onderneming. 14
In verband met de opneming van de rekening van de buitenlandse bijkantoren in de statutaire jaarrekening van de ondernemingen naar Belgisch recht, moet volgens de Commissie de voorkeur gaan naar de monetaire/niet-monetaire methode. Interne weglatingen Om een getrouw beeld te geven van het bedrijf van het economisch complex dat de zetel met zijn bijkantoren vormt, mag bij de opneming van de stromen uit de verrichtingen van die bijkantoren, enkel rekening worden gehouden met de actiefbestanddelen op en de passiefbestanddelen ten aanzien van derden, alsook met de resultaten uit de verrichtingen met die derden. a) Weglating van wederzijdse vorderingen en schulden. De vorderingen en de schulden tussen de zetel (verbindingsrekening met betrekking tot de te boeken verrichtingen) en zijn bijkantoren en tussen de bijkantoren onderling, moeten worden weggelaten. b) Weglating van de resultaten uit interne verrichtingen. Uit de resultatenrekening worden weggelaten : 1. de wederzijdse opbrengsten en kosten met betrekking tot verrichtingen tussen zetel en bijkantoren of tussen bijkantoren onderling ; 2. de winsten en verliezen die zijn begrepen in de waarde van een actief in de balans van de zetel of het bijkantoor dat is verworven van een ander bijkantoor van de onderneming.
14-1
14-2
BIJZONDERHEDEN MET BETREKKING TOT VZW’S
De wetgeving op de VZW’s en de Instellingen van openbaar nut (wet van 27 juni 1921) en op de Internationale Verenigingen (wet van 25 oktober 1919) werd in 2002 ingrijpend gewijzigd door de wet van 2 mei 2002 (Belgisch Staatsblad van 11 december 2002). Deze wetgeving is nu getiteld “wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen”. Sinds deze fundamentele wijziging van 2002 heeft de wetgeving nog talrijke wijzigingen ondergaan door specifieke wetten of globale wetgevingen (programmawet) of andere. Boekhoudkundige zaken worden behandeld door twee koninklijke besluiten: dat van 26 juni 2003 (B.S. van 11/07/2003) betreffende de vereenvoudigde boekhouding van bepaalde VZW’s, stichtingen en IVZW’s (dit heeft voornamelijk betrekking op kleine verenigingen en stichtingen) en dat van 19/12/2003 (B.S. van 30/12/2003) betreffende de boekhoudkundige verplichtingen en de openbaarmaking van de jaarrekeningen van bepaalde VZW’s, IVZW’s en stichtingen (dit betreft voornamelijk grote en zeer grote verenigingen, alsook kleine verenigingen en stichtingen die ervoor gekozen hebben om een volledige boekhouding te voeren). Ter informatie, de Nationale Bank van België heeft in augustus 2004 het schema van de jaarrekeningen gepubliceerd die de grote (verkorte versie van het schema) en de zeer grote (volledige versie van het schema) verenigingen en stichtingen voor de openbaarmaking van hun jaarrekeningen moeten gebruiken (zie de site van de BNB, www.bnb. be, voor meer details). Wat de inwerkingtreding betreft, zijn de nieuwe boekhoudkundige bepalingen voor de verenigingen en stichtingen die de rechtspersoonlijkheid onder de nieuwe wet hebben verworven (met name die welke na 1 januari 2004 werden opgericht) van toepassing vanaf 1 januari 2004 of voor de boekjaren met ingang na die datum. Wat de verenigingen en stichtingen betreft die de rechtspersoonlijkheid vóór 1 januari 2004 hebben verworven, werd er een aanpassingstermijn voorzien (en verlengd…), namelijk tot 1 januari 2006. Ter informatie vermelden wij hier nogmaals de groottecriteria voor verenigingen en stichtingen:
15
DE GROOTTE VAN VERENIGINGEN EN STICHTINGEN Zeer groot
Groot
Klein
overschrijden meer dan één drempel:
bereiken meer dan één drempel:
bereiken niet meer dan één drempel:
> 50
>5
>5
Balanstotaal
> 3.125.000 €
> 1.000.000 €
> 1.000.000 €
Totale ontvangsten op jaarbasis (exclusief btw) andere dan uitzonderlijke ontvangsten
> 6.250.000 €
> 250.000 €
> 250.000 €
Jaargemiddelde van het personeelsbestand (in V.T.E.)
Jaargemiddelde van het personeelsbestand (in V.T.E.)
> 100
De bovenstaande cijfers worden geverifieerd op de datum van afsluiting van de jaarrekening van de vereniging/stichting met onmiddellijke ingang wat de wijze betreft waarop de boekhouding wordt gevoerd en waarop de jaarrekening wordt opgemaakt. In tegenstelling tot het stelsel dat voorzien is voor de vennootschappen, is tussen verenigingen en stichtingen geen enkel consolidatiebeginsel van de jaarrekening voorzien. De aandacht dient te worden gevestigd op het feit dat deze criteria verschillen van die welke voor de vennootschappen worden gehanteerd; de groottecriteria evolueren jammer genoeg niet mee. Voor de vennootschappen heeft men het over kleine vennootschappen wanneer deze niet meer dan één van de volgende drempels overschrijden: • jaargemiddelde van het personeelsbestand: 50; • jaaromzet, exclusief belasting op de toegevoegde waarde: 7.300.000 euro; • balanstotaal: 3.650.000 euro; behalve indien het jaargemiddelde van het personeelsbestand meer dan 100 bedraagt. Voor de andere heeft men het over grote vennootschappen.
16
Voor alle hierboven bedoelde gevallen voorziet de Wet van 27 juni 1921 in artikel 17, § 5: “het equivalent, gemiddeld over het jaar, van 50 voltijdse werknemers zoals door de werkgever meegedeeld krachtens het koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de Wet va 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, of voor de werknemers die uitgesloten worden uit het toepassingsgebied van voornoemd koninklijk besluit, ingeschreven in het personeelsregister dat wordt gehouden overeenkomstig het voormelde koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978”. De tekst is niet helemaal identiek met die in het Wetboek van Vennootschappen voor wat de berekening van het personeelsbestand betreft.
16-1
16-2
Wij wijzen er nogmaals op dat het begrip consolidatie van de boekhouding nog niet in de wetgeving met betrekking tot de verenigingen en stichtingen werd opgenomen. De nieuwe verplichtingen inzake boekhouding en controle gelden voor alle instellingen die in de gewijzigde wet van 27 juni 1921 vermeld zijn (VZW’s, IVZW’s, private en openbare stichtingen). De verplichtingen zijn dezelfde voor alle types van verenigingen of stichtingen en de wettelijke referenties zijn te vinden in de artikels 17 (VZW’s), 37 (IVZW’s) en 53 (stichtingen) van de wet van 27 juni 1921 en in de koninklijke besluiten tot uitvoering daarvan van 26 juni 2003 (B.S. van 11 juli 2003) voor de vereenvoudigde boekhouding en 19 december 2003 (B.S. van 30 december 2003) voor de volledige boekhouding. De zeer grote verenigingen en stichtingen moeten alle een commissaris aanstellen. Voor de rest, zoals gezegd in het verslag aan de Koning dat zowel aan het koninklijk besluit van 26 juni 2003 (B.S. van 11 juli 2003) als aan het koninklijk besluit van 19 december 2003 (B.S. van 30 december 2003) voorafgaat, valt de keuze tussen de boekhouding die is voorzien door deze toepassingsbesluiten en een “gelijkwaardige” boekhouding onder de bevoegdheid (en de verantwoordelijkheid) van het beheersorgaan, onder de controle van de commissaris, indien er een werd benoemd met behulp van de aanwijzingen die eventueel zijn geformuleerd door de Commissie voor boekhoudkundige normen. De Commissie voor boekhoudkundige normen brengt einde 2006 een aanbeveling uit over de criteria waarmee rekening moet worden gehouden om te oordelen over de al of niet gelijkwaardigheid van de boekhouding.
DE OPENINGSBALANS Volgens het koninklijk besluit van 19 december 2003 (B.S. van 30/12/2003) met betrekking tot de grote en heel grote verenigingen en stichtingen: Art. 37. § 1. Elke vereniging die bestaat op het ogenblik waarop onderhavig besluit van kracht wordt, past de hierna vastgestelde regels toe om omzichtig, oprecht en te goeder trouw de nodige opnemingen, verificaties, onderzoekingen en waarderingen te verrichten die nodig zijn om de openingsbalans van het boekjaar op te stellen op de eerste dag van het eerste boekjaar waarvoor de bepalingen van onderhavig besluit gelden. § 2. Als de vereniging, naar de mening van haar raad van bestuur, die wordt vermeld 17
in de toelichting bij de jaarrekening, al een boekhouding die ten minste overeenstemt met deze die onderhavig besluit vereist, stemt de openingsbalans van het eerste boekjaar waarvoor de bepalingen van onderhavig besluit gelden, overeen met de afsluitingsbalans van het vorige boekjaar. Indien een vereniging waarderingsregels toepast die niet overeenstemmen met de regels die onderhavig besluit oplegt, moet ze deze regels aanpassen. De vermelding van deze aanpassing in de toelichting wordt vervolledigd met een inschatting van de gevolgen ervan. § 3. Als de vereniging, naar de mening van haar raad van bestuur, geen boekhouding voert die ten minste overeenstemt met deze die onderhavig besluit vereist, worden de bestanddelen van de activa voor de redactie van de openingsbalans van het eerste boekjaar waarvoor de bepalingen van onderhavig besluit gelden, gewaardeerd tegen de marktwaarde of, bij ontstentenis van marktwaarde, tegen de gebruikswaarde die ze op dat ogenblik hebben. Bij ontstentenis van betrouwbare marktwaarde of gebruikswaarde, worden de activa in de toelichting bij de jaarrekening opgenomen, aangevuld met de vermelding dat er geen betrouwbare marktwaarde of gebruikswaarde aan kan worden gekoppeld.
18
Algemeen kan het als volgt samengevat worden: • Indien de oude boekhouding conform is aan de nieuwe wetgeving volgens de aanbeveling van de raad van beheer: dan zal de openingsbalans overeenstemmen met de eindbalans van het vorig boekjaar. • Indien de oude boekhouding reeds gedeeltelijk als een dubbele boekhouding werd gehouden maar niet overeenstemt met de nieuwe wetgeving volgens de aanbeveling van de raad van beheer: dan zal de openingsbalans overeenstemmen met de eindbalans van het vorig boekjaar nadat de nodige aanpassingen werden aangebracht om deze in overeenstemming te brengen met de nieuwe regels. Er moet een documentatie aangelegd worden die voldoende uitgebreid is om de gedane aanpassingen te kunnen verklaren. • Indien de oude boekhouding niet gedeeltelijk dubbel werd gehouden en zij niet conform de nieuwe wetgeving is volgens de aanbeveling van de raad van beheer: dan moet een openingsbalans worden opgesteld door de raad van beheer. De waardering van de verschillende balansposten zal gebeuren volgens hun werkelijke waarde en bij gebrek aan de gebruikswaarde op het ogenblik van de openingsbalans en die zal overeenkomen met de eindbalans nadat de nodige aanpassingen werden verricht om ze in overeenstemming te brengen met de nieuwe wetgeving. Men zal een voldoende uitgebreide documentatie bijhouden om de nodige aanpas-
singen te kunnen verklaren en ondersteunen. Bij gebreke van een juiste waarde of een betrouwbare gebruikswaarde moet men hiervan melding doen in de bijlagen van de jaarrekening. De juiste waarde komt overeen met de aanschaffingswaarde in normale omstandigheden om zo’n goed aan te schaffen. De gebruikswaarde is de geschatte waarde in functie van het gebruik van het goed door de vereniging. De verzekerde waarde kan gebruikt worden om een aanwijzing te geven voor de waardebepaling waarbij rekening moet gehouden worden dat een verzekerde waarde meer een vervangingswaarde vertegenwoordigt (nieuwwaarde of historische aanschaffingswaarde). Men heeft kunnen vaststellen dat de openingsbalans altijd onder de verantwoordelijkheid valt van de raad van beheer.
19
BIJZONDERHEDEN I.V.M. HET BOEKEN VAN SCHENKINGEN, LEGATEN EN SUBSIDIES Volgens de bestemming van de schenkingen, legaten en subsidies, zijn er verschillende mogelijkheden om deze te boeken volgens de nieuwe boekhoudwetgeving voor verenigingen en stichtingen: hierbij een synthese. Soort schenking/ legaat
Doel
Plaats op het actief van de balans
Plaats op het passief van de balans of de resultatenrekening
Waarderingsregel
in klasse 2 (vaste activa)
balans op rekening 100 (beginvermogen) en 1012 (permanente financiering ontvangen in natura)
marktwaarde of gebruikswaarde
Verwerving van vaste activa
in klasse 2 (vaste activa)
balans op rekening 15 (kapitaalsubsidies)
marktwaarde of gebruikswaarde
Ondersteuning bedrijfskapitaal
indien nog aanwezig op de jaarlijkse inventaris in klasse 3, 4 of 5 (liquide middelen)
in de resultatenrekening op rekeningen 732 tot 735
marktwaarde of gebruikswaarde
niet toegewezen aan de activiteit maar bestemd om te worden verkocht
indien nog aanwezig op in de resultatenrekening de jaarlijkse inventaris op rekeningen 732 tot in klasse 3, 4 of 5 (liquide 735 middelen)
bestemd om gratis te worden verdeeld
enkel te vermelden in de bijlagen bij de jaarrekening
geen melding
enkel te vermelden in de bijlagen bij de jaarrekening
geen melding
indien aanwezig op datum van de inventaris in klasse 2 (onroerende goederen) of klasse 3, 4 of 5 (liquide middelen)
ofwel rekening 15 (kapitaalsubsidies) ofwel in de resultatenrekening 732 tot 733 voor de liquide middelen
Schenkingen oprichting of en legaten uitbreiding van de in natura activiteit
Andere goederen gratis ter schenkingen beschikking gesteld in natura goederen gratis ter beschikking gesteld en waarvan de vereniging/stichting gebruik kan maken ten bezwarende titel
prestaties van vrijwilligers indien aanwezig op in de resultatenrekening met bestemming van datum van de jaarlijkse op rekeningen 732 tot realisatie inventaris in klasse 3 733 (voorraden en bestellingen in uitvoering) prestaties van vrijwilligers in klasse 2 (vaste activa) die een vast activa creëren (af te schrijven) dat opbrengsten genereert 20
waarschijnlijke realisatiewaarde op het ogenblik van de inventaris
Marktwaarde of gebruikswaarde
waarschijnlijke realisatiewaarde op het ogenblik van de inventaris
rekening 15 (kapitaalMarktwaarde of subsidies) (af te schrijven) gebruikswaarde
Soort schenking/ legaat
Doel
Plaats op het actief van de balans
Plaats op het passief van de balans of de resultatenrekening
Waarderingsregel
Andere prestaties van vrijwilligers enkel te melden in de schenkingen die niet zijn bedoeld om bijlagen aan de jaarin natura te worden gerealiseerd rekening
geen melding
Schenkingen oprichting of uitbreiding en legaten van de activiteit in contanten
in klasse 5 (financiële middelen)
balans op rekening 100 (beginvermogen) en 1012 (permanente financiering ontvangen in natura)
aan nominale waarde
verwerving van vaste activa
in klasse 5 (financiële middelen)
balans op rekening 15 (kapitaalsubsidies)
aan nominale waarde
ondersteuning bedrijfskapitaal
in klasse 5 (financiële middelen)
in de resultatenrekening aan nominale waarde op rekeningen 732 tot 735
niet toegewezen aan de in klasse 5 (financiële activiteit maar bestemd middelen) om te worden gerealiseerd Subsidies (in oprichting of uitbreiding natura of in van de activiteit contanten)
in de resultatenrekening op rekeningen 732 tot 735
aan nominale waarde
in klasse 2 (vaste activa) of klasse 3, 4 of 5 (liquide middelen)
balans rekening 101 nominale waarde voor de (permanente financiering) subisidies in contanten, marktwaarde of gebruikswaarde voor de subsidies in natura
verwerving van onroerende goederen of andere activa
in klasse 2 (vaste activa) of klasse 3, 4 of 5 (liquide middelen)
ofwel op rekening 15 (kapitaalsubsidies) voor de vaste activa ofwel op rekening 732 tot 733 voor de liquide middelen
nominale waarde voor de subisidies in contanten, marktwaarde of gebruikswaarde voor de subsidies in natura
ondersteuning van de gewone activiteiten
in klasse 3, 4 of 5 (vlottende activa)
in de resultatenrekening op rekening 737 en volgende
nominale waarde voor de subisidies in contanten, marktwaarde of gebruikswaarde voor de subsidies in natura
21
IAS STANDAARDEN
Vanaf de geconsolideerde jaarrekeningen afgesloten na 1 januari 2005, zijn de Belgische beursgenoteerde ondernemingen verplicht tot het naleven van de IASnormen : het voorafgaande boekjaar moet ter vergelijking ook omgezet worden en voldoen aan deze IAS-normen, wat een praktische toepassing inhoudt vanaf 2004. De niet-beursgenoteerde ondernemingen hebben niet de verplichting evenmin als de mogelijkheid om deze normen toe te passen. Het leidt echter geen twijfel dat op termijn ook de grote ondernemingen deze normen zullen moeten toepassen, waarna de KMO’s zullen volgen. Het is namelijk niet raadzaam en zelfs niet mogelijk om twee verschillende rekeningstelsels te hanteren voor het weergeven van de financiële situatie.
22
COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN
Voor de toepassing van het boekhoudrecht in België heeft de wetgever, binnen het domein van de FOD Economie, de Commissie voor Boekhoudkundige Normen (CBN) opgericht. De CBN heeft een adviesbevoegdheid die beperkt blijft tot het normale boekhoudrecht, met name die rechtstak die van toepassing is op vennootschappen met commerciële en industriële activiteiten, verenigingen en stichtingen. Ten grondslag ligt het artikel 14 van de wet van 17 juli 1975 m.b.t. de boekhouding en de jaarrekeningen van de ondernemingen waarin de oprichting van een Commissie voor Boekhoudkundige Normen door de Koning voorzien werd. Die heeft de volgende opdracht: “1° de Regering en het Parlement op hun verzoek of uit eigen beweging van advies te dienen; 2° door middel van adviezen en aanbevelingen bij te dragen tot de ontwikkeling van de leer van het boekhouden en de beginselen te bepalen van een regelmatige boekhouding.” Die bevoegdheid werd opgenomen in de wet van 27 juni 1921, herwerkt in 2002, een wet m.b.t. verenigingen en stichtingen. Die adviezen worden regelmatig gepubliceerd en op de website van de CBN (http://www.cnc-cbn.be) is het geheel van de gepubliceerde, momenteel nog actuele, adviezen en de op regelmatige basis verspreide informatiebulletins beschikbaar. De nummering van de adviezen werd gewijzigd sinds 2009: vanaf nu worden ze genummerd volgens het jaar waarin ze door de CBN worden goedgekeurd, gevolgd door een volgnummer dat met “1” herbegint bij de aanvang van ieder nieuw kalenderjaar. Door het toevoegen van precieze trefwoorden kan elk advies makkelijk worden teruggevonden. Daarom worden voor elk advies, naast de aanduiding van nummer en titel, ook systematisch de trefwoorden hernomen.
22-1
22-2
NOMENCLATUUR VAN DE REKENINGEN KLASSE 0 NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN 00 • ZEKERHEDEN DOOR DERDEN GESTELD VOOR REKENING VAN DE ONDERNEMING 000 • Crediteuren van de onderneming, houders van door derden gestelde zekerheden 001 • Derden, stellers van zekerheden voor rekening van de onderneming 01 • PERSOONLIJKE ZEKERHEDEN GESTELD VOOR REKENING VAN DERDEN 010 • Debiteuren wegens verplichtingen uit wissels in omloop 011 • Crediteuren wegens verplichtingen uit wissels in omloop 0110 • Door de onderneming geëndosseerde, overgedragen wissels 0111 • Andere verplichtingen uit wissels in omloop 012 • Debiteuren wegens andere persoonlijke zekerheden 013 • Crediteuren wegens andere persoonlijke zekerheden 02 • ZAKELIJKE ZEKERHEDEN GESTELD OP EIGEN ACTIVA 020 • Crediteuren van onderneming, houders van zakelijke zekerheden 021 • Zakelijke zekerheden gesteld voor eigen rekening 022 • Crediteuren van derden, houders van zakelijke zekerheden 023 • Zakelijke zekerheden gesteld voor rekening van derden 03 • ONTVANGEN ZEKERHEDEN 030 • Statutaire bewaargevingen 031 • Statutaire bewaargevers 032 • Ontvangen zekerheden 033 • Zekerheidsstellers 04 • GOEDEREN EN WAARDEN GEHOUDEN DOOR DERDEN IN HUN NAAM, MAAR TEN BATE EN VOOR RISICO VAN DE ONDERNEMING 040 • Derden, houders in hun naam, maar ten bate en voor risico van de onderneming van goederen en waarden 041 • Goederen en waarden gehouden door derden in hun naam, maar ten bate en voor risico van de onderneming 05 • VERPLICHTINGEN TOT AAN- EN VERKOOP VAN VASTE ACTIVA 050 • Verplichtingen tot aankoop 051 • Crediteuren wegens verplichtingen tot aankoop 052 • Debiteuren wegens verplichtingen tot verkoop 053 • Verplichtingen tot verkoop 23
06 • TERMIJNOVEREENKOMSTEN 060 • Op termijn gekochte goederen – te ontvangen 061 • Crediteuren wegens op termijn gekochte goederen 062 • Debiteuren wegens op termijn verkochte goederen 063 • Op termijn verkochte goederen – te leveren 064 • Op termijn gekochte deviezen – te ontvangen 065 • Crediteuren wegens op termijn gekochte deviezen 066 • Debiteuren wegens op termijn verkochte deviezen 067 • Op termijn verkochte deviezen – te leveren 07 • GOEDEREN EN WAARDEN VAN DERDEN GEHOUDEN DOOR DE ONDERNEMING 070 • Gebruiksrechten op lange termijn 0700 • Terreinen en gebouwen 0701 • Installaties, machines en uitrusting 0702 • Meubilair en rollend materieel 071 • Crediteuren wegens huurgelden en vergoedingen 072 • Goederen en waarden door derden in bewaring, in consignatie of in bewerking gegeven 0720 • Goederen en waarden door derden – in bewaring gegeven 0721 • Goederen en waarden door derden – in consignatie gegeven 0722 • Goederen door derden – in bewerking gegeven 073 • Committenten en deponenten van goederen en waarden 0730 • Deponenten van goederen en waarden in bewaring 0731 • Committenten van goederen en waarden in consignatie 0732 • Deponenten van goederen in bewerking 074 • Goederen en waarden gehouden voor rekening of ten bate en voor risico van derden 075 • Crediteuren wegens goederen en waarden gehouden voor rekening of ten bate en voor risico van derden 09 • DIVERSE RECHTEN EN VERPLICHTINGEN 090 • Houders van (call/put) opties op effecten 091 • Geschreven (call/put) opties op effecten
24
NOMENCLATUUR VAN DE REKENINGEN KLASSE 1 EIGEN VERMOGEN, VOORZIENINGEN EN UITGESTELDE BELASTINGEN EN SCHULDEN OP MEER DAN EEN JAAR ACTIEF PASSIEF Balans Balans Rubriek Rubriek 10 • KAPITAAL 100 • Geplaatst kapitaal 101 • Niet opgevraagd kapitaal (-)
I IA IB
11 • UITGIFTEPREMIES
II
12 • HERWAARDERINGSMEERWAARDEN 120 • Herwaarderingsmeerwaarden op immateriële vaste activa 121 • Herwaarderingsmeerwaarden op materiële vaste activa 1210 • Gewone herwaarderingsmeerwaarden 1211 • Herwaarderingsmeerwaarden ingevolge waardering tegen vervangingswaarde 1212 • Terugneming van waardeverminderingen 122 • Herwaarderingsmeerwaarden op financiële vaste activa 1220 • Gewone herwaarderingsmeerwaarden 1222 • Terugneming van waardeverminderingen 124 • Terugneming van waardeverminderingen op geldbeleggingen
III
Rek. 120: enkel voor de meerwaarden geboekt voor het begin van het boekjaar dat ingaat na 31 december 1983. Rek. 120,121 en 122: met inbegrip van de terugneming van waardeverminderingen bedoeld in artikel 100 van het Koninklijk Besluit van 30/01/2001. 13 • RESERVES 130 • Wettelijke reserve 131 • Onbeschikbare reserves 1310 • Reserve voor eigen aandelen 1311 • Andere onbeschikbare reserves 132 • Belastingvrije reserves 1320 • Reserves voortkomend uit realisatie actief 1321 • Vrijgestelde meerwaarden 13211 • Vrijgestelde meerwaarden
IV IV A IV B IV B1 IV B2 IV C
25
ACTIEF PASSIEF Balans Balans Rubriek Rubriek 1322 • Afschrijvingsoverschotten 1323 • Reserves voor inrichtingen ten behoeve van het personeel 1324 • Investeringsreserve 1326 • Reserve voorziening voor sociaal passief 1327 • Tax shelter 133 • Beschikbare reserves 1330 • Overgeboekte herwaarderingsmeerwaarden 1331 • Beschikbare reserves
26
IV D
14 • OVERGEDRAGEN WINST (OF OVERGEDRAGEN VERLIES (-))
V
15 • KAPITAALSUBSIDIES 150 • Verkregen kapitaalsubsidies 159 • In het resultaat opgenomen kapitaalsubsidies
VI
16 • VOORZIENINGEN EN UITGESTELDE BELASTINGEN 160 • Voorzieningen voor pensioenen en soortgelijke verplichtingen 161 • Voorzieningen voor belastingen 162 • Voorzieningen voor grote herstellingen en grote onderhoudswerken 163 • Voorziening voor lijfrente 1640 • Voorziening voor boeten en strafbedingen 1645 • Voorziening voor sociaal passief 1646 • Voorziening voor eigen verzekering 165 • Voorziening voor kosten en voor verdere uitvoering van bestellingen in uitvoering 166 • Voorziening voor waarborgen gegeven aan klanten 1660 • Waarborgen tienjarige verantwoordelijkheid 167 • Voorziening voor betwistingen 168 • Voorziening voor andere risico’s en kosten 1680 • Uitgestelde belastingen op kapitaalsubsidies
VII VII A VII B VII C VII D VII D VII D
VII D VII D
ACTIEF PASSIEF Balans Balans Rubriek Rubriek 1681 • Uitgestelde belastingen op gerealiseerde meerwaarden op immateriële vaste activa 1682 • Uitgestelde belastingen op gerealiseerde meerwaarden op materieel vaste activa 1687 • Uitgestelde belastingen op gerealiseerde meerwaarden op effecten die zijn uitgegeven door de Belgische openbare sector 1688 • Buitenlandse uitgestelde belastingen 17 • SCHULDEN OP MEER DAN EEN JAAR 170 • Achtergestelde leningen 1700 • Converteerbare achtergestelde leningen 1701 • Niet converteerbare achtergestelde leningen 171 • Niet achtergestelde obligatieleningen 1710 • Converteerbare niet achtergestelde obligatieleningen 1711 • Niet converteerbare niet achtergestelde obligatieleningen 172 • Leasingschulden en soortgelijke rechten 1720 • Schulden van erfpacht en soortgelijke rechten 1721 • Schulden leasing van onroerende goederen 1722 • Schulden leasing van roerende goederen 173 • Kredietinstellingen 1730 • Schulden op rekening 17300 • Schulden gewaarborgd door zakelijke zekerheden verstrekt door de onderneming 17301 • Schulden gewaarborgd door zakelijke of persoonlijke zekerheden verstrekt door verbonden ondernemingen of ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat 17302 • Schulden gewaarborgd door de Belgische openbare overheden
VIII VIII A1
VIII A2
VIII A3
VIII A4
27
ACTIEF PASSIEF Balans Balans Rubriek Rubriek
174 •
175 •
176 • 177 • 178 • 179 •
17303 • Schulden gewaarborgd door de bestuurders, zaakvoerders 17304 • Niet gewaarborgde schulden 17307 • Andere schulden op rekening 1731 • Promessen 1732 • Acceptkredieten Overige leningen 1740 • Staatsvoorschotten 1741 • Ontleningen andere dan bij kredietinstellingen 1742 • Permanente voorschotten van bestuurders, zaakvoerders, enz... 1743 • Permanente voorschotten van verbonden ondernemingen 1744 • Permanente voorschotten van ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat 1747 • Andere schulden Handelsschulden 1750 • Leveranciers 1751 • Te betalen wissels Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen Schulden tegenover tijdelijke verenigingen en verenigingen in deelneming Borgtochten ontvangen in contanten Overige schulden
19 • VOORSCHOTTEN AAN VENNOTEN OP DE VERDELING VAN HET NETTO-ACTIEF
28
VIII A5 VIII A5
VIII B VIII B1 VIII B2 VIII C
VIII D VIII D VIII D
NOMENCLATUUR VAN DE REKENINGEN KLASSE 2 OPRICHTINGSKOSTEN, VASTE ACTIVA EN VORDERINGEN OP MEER DAN EEN JAAR ACTIEF PASSIEF Balans Balans Rubriek Rubriek 20 • OPRICHTINGSKOSTEN 200 • Kosten van oprichting en kapitaalverhoging 2000 • Kosten van oprichting 2001 • Kosten van kapitaalverhoging 2009 • Afschrijvingen op kosten van oprichting en kapitaalverhoging 201 • Kosten bij uitgifte van leningen en disagio 2010 • Kosten bij uitgifte van leningen 2011 • Disagio op leningen 2019 • Afschrijvingen op kosten bij uitgifte van leningen en disagio 202 • Overige oprichtingskosten 2020 • Overige oprichtingskosten 2029 • Afschrijvingen op overige oprichtingskosten 204 • Herstructureringskosten 2040 • Herstructureringskosten 2049 • Afschrijvingen op herstructureringskosten
I
21 • IMMATERIËLE VASTE ACTIVA II 210 • Kosten voor onderzoek en ontwikkeling 2100 • Aanschaffingswaarde 2108 • Geboekte meerwaarde 2109 • Geboekte afschrijvingen of waardeverminderingen 211 • Concessies, octrooien, licenties, know-how, merken en soortgelijke rechten 2110 • Aanschaffingswaarde 2118 • Geboekte meerwaarden 2119 • Geboekte afschrijvingen of waardeverminderingen 212 • Goodwill 2120 • Aanschaffingswaarde 2128 • Geboekte meerwaarden 2129 • Geboekte afschrijvingen of waardeverminderingen 213 • Vooruitbetalingen op immateriële vaste activa 2130 • Vooruitbetalingen op immateriële vaste activa
29
ACTIEF PASSIEF Balans Balans Rubriek Rubriek
30
22 • TERREINEN EN GEBOUWEN 220 • Terreinen 2200 • Terreinen met onbeperkte levensduur 22000 • Aanschaffingswaarde 22008 • Geboekte meerwaarden 22009 • Geboekte waardeverminderingen 2201 • Terreinen met beperkte levensduur (uitbatingsterreinen) 22010 • Aanschaffingswaarde 22018 • Geboekte meerwaarden 22019 • Geboekte afschrijvingen 221 • Gebouwen 2210 • Aanschaffingswaarde 2218 • Geboekte meerwaarden 2219 • Geboekte afschrijvingen 222 • Bebouwde terreinen 2220 • Aanschaffingswaarde 2228 • Geboekte meerwaarden 2229 • Geboekte afschrijvingen 223 • Overige zakelijke rechten op onroerende goederen 2230 • Aanschaffingswaarde 2231 • Aanschaffingskosten 2238 • Geboekte meerwaarden 2239 • Geboekte afschrijvingen
III A
23 • INSTALLATIES, MACHINES EN UITRUSTING 230 • Installaties 2300 • Aanschaffingswaarde 2308 • Geboekte meerwaarden 2309 • Geboekte afschrijvingen 231 • Machines 2310 • Aanschaffingswaarde 2318 • Geboekte meerwaarden 2319 • Geboekte afschrijvingen 232 • Uitrusting
III B
ACTIEF PASSIEF Balans Balans Rubriek Rubriek 2320 • Aanschaffingswaarde 2328 • Geboekte meerwaarden 2329 • Geboekte afschrijvingen 24 • MEUBILAIR EN ROLLEND MATERIEEL 240 • Meubilair en kantooruitrusting 2400 • Aanschaffingswaarde 2408 • Geboekte meerwaarden 2409 • Geboekte afschrijvingen 241 • Rollend materieel 2410 • Aanschaffingswaarde 2418 • Geboekte meerwaarden 2419 • Geboekte afschrijvingen
IIIC
25 • VASTE ACTIVA IN LEASING OF OP GROND VAN EEN SOORTGELIJK RECHT III D 250 • Terreinen en gebouwen 2500 • Aanschaffingswaarde 2508 • Geboekte meerwaarden 2509 • Geboekte afschrijvingen of waardeverminderingen 251 • Installaties, machines en uitrusting 2510 • Aanschaffingswaarde 2518 • Geboekte meerwaarden 2519 • Geboekte afschrijvingen 252 • Meubilair en rollend materieel 2520 • Aanschaffingswaarde 2528 • Geboekte meerwaarden 2529 • Geboekte afschrijvingen 26 • ANDERE MATERIËLE VASTE ACTIVA 260 • Aanschaffingswaarde 268 • Geboekte meerwaarden 269 • Geboekte afschrijvingen of waardeverminderingen
III E
31
ACTIEF PASSIEF Balans Balans Rubriek Rubriek
32
27 • VASTE ACTIVA IN AANBOUW EN VOORUITBETALINGEN 270 • Vaste activa in aanbouw 2700 • Aanschaffingswaarde 2708 • Geboekte meerwaarden 2709 • Geboekte afschrijvingen 271 • Vooruitbetalingen op vaste activa in aanbouw
III F
28 • FINANCIËLE VASTE ACTIVA 280 • Deelnemingen in verbonden ondernemingen 2800 • Aanschaffingswaarde 2801 • Nog te storten bedragen (–) 2808 • Geboekte meerwaarden 2809 • Geboekte waardeverminderingen (–) 281 • Vorderingen op verbonden ondernemingen 2810 • Vorderingen op rekening 2811 • Te innen wissels 2812 • Vastrentende effecten 2817 • Dubieuze vorderingen 2819 • Geboekte waardeverminderingen (–) 282 • Deelnemingen in ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat 2820 • Aanschaffingswaarde 2821 • Nog te storten bedragen (–) 2828 • Geboekte meerwaarden 2829 • Geboekte waardeverminderingen (–) 283 • Vorderingen op ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat 2830 • Vorderingen op rekening 2831 • Te innen wissels 2832 • Vastrentende effecten 2837 • Dubieuze vorderingen 2839 • Geboekte waardeverminderingen (–) 284 • Andere aandelen 2840 • Aanschaffingswaarde
IV IV A1
IV A2
IV B1
IV B2
IV C1
ACTIEF PASSIEF Balans Balans Rubriek Rubriek 2841 • Nog te storten bedragen (–) 2848 • Geboekte meerwaarden 2849 • Geboekte waardeverminderingen (–) 285 • Overige vorderingen 2850 • Vorderingen op rekening 2851 • Te Innen wissels 2852 • Vastrentende effecten 2857 • Dubieuze vorderingen 2859 • Geboekte waardeverminderingen (–) 288 • Borgtochten betaald in contanten 2880 • Borgstellingskassen 2881 • Consignatie- en Depositokas 2882 • Belgacom 2888 • Diverse waarborgen 29 • VORDERINGEN OP MEER DAN EEN JAAR 290 • Handelsvorderingen 2900 • Handelsdebiteuren 2901 • Te innen wissels 2906 • Vooruitbetalingen 2907 • Dubieuze vorderingen 2909 • Geboekte waardeverminderingen (–) 291 • Overige vorderingen 2910 • Vorderingen op rekening 2911 • Te innen wissels 2917 • Dubieuze vorderingen 2919 • Geboekte waardeverminderingen 297 • Vorderingen op tijdelijke verenigingen en verenigingen in deelneming
IV C2
IV C2
V
VB
VB
33
Aanschaffingswaarde (rek. 300-310-330-340 en 350) of marktprijs wanneer deze laatste lager is. Indien voor het boekjaar dat ingaat na 31 december 1983 de voorraden werden geherwaardeerd tegen hun vervangingswaarde, wordt deze herwaarderingsmeerwaarde, zo zij blijft bestaan, opgenomen in de aanschaffingswaarde of in een afzonderlijke subrekening. Ten aanzien van de goederen in bewerking en de bestellingen in uitvoering worden waardeverminderingen toegepast, indien hun vervaardigingsprijs, vermeerderd met het geraamde bedrag van de nog te maken kosten, naargelang het geval hoger is dan de netto-verkoopprijs op de datum van de jaarafsluiting of dan de in de overeenkomst bedongen prijs. Er worden aanvullende waardeverminderingen geboekt op de activa (rek. 309 - 319, enz...) om rekening te houden hetzij met de evolutie van hun realisatie- of marktwaarden, hetzij met de risico’s inherent aan de aard van de betrokken producten of van de gevoerde activiteit.
34
NOMENCLATUUR VAN DE REKENINGEN KLASSE 3 VOORRADEN EN BESTELLINGEN IN UITVOERING ACTIEF PASSIEF Balans Balans Rubriek Rubriek 30 • GRONDSTOFFEN 300 • Aanschaffingswaarde 309 • Geboekte waardeverminderingen (–)
VI A1
31 • HULPSTOFFEN, VERBRUIKSGOEDEREN 310 • Aanschaffingswaarde 319 • Geboekte waardeverminderingen (–)
VI A1
32 • GOEDEREN IN BEWERKING 320 • Aanschaffingswaarde 329 • Geboekte waardeverminderingen (–)
VI A2
33 • GEREED PRODUCT 330 • Aanschaffingswaarde 339 • Geboekte waardeverminderingen (–)
VI A3
34 • HANDELSGOEDEREN 340 • Aanschaffingswaarde 349 • Geboekte waardeverminderingen (–)
VI A4
35 • ONROERENDE GOEDEREN BESTEMD VOOR DE VERKOOP 350 • Aanschaffingswaarde 359 • Geboekte waardeverminderingen (–)
VI A5
36 • VOORUITBETALINGEN OP VOORRAADINKOPEN 360 • Vooruitbetalingen op voorraadinkopen
VI A6
37 • BESTELLINGEN IN UITVOERING 370 • Aanschaffingswaarde 371 • Toegerekende winst 379 • Geboekte waardeverminderingen (–)
VI B
35
NOMENCLATUUR VAN DE REKENINGEN KLASSE 4 VORDERINGEN EN SCHULDEN OP TEN HOOGSTE EEN JAAR ACTIEF PASSIEF Balans Balans Rubriek Rubriek Rekeningen 40 en 41: de vorderingen op meer dan één jaar op het gedeelte van de vorderingen dat vervalt binnen het jaar, moeten op deze rekeningen slechts worden overgeboekt aan het einde van het boekjaar. 40 • HANDELSVORDERINGEN VII A IX C1 400 • Handelsdebiteuren 4000 • Klanten : gewone 4001 • Klanten : Staat en openbare instellingen 4002 • Facturen klanten gerugtekend 4003 • Klanten : inhoudingen van waarborgen 4004 • Klanten tijdelijke verenigingen 401 • Te innen wissels VII A 4010 • Te innen wissels 4013 • Wissels ter incasso 4015 • Wissels ter verdiscontering 404 • Te innen opbrengsten (nog te maken facturen) VII A 406 • Vooruitbetalingen VII A Rekening 406: vooruitbetalingen: andere dan deze die kunnen worden toegerekend aan de rekeningen 213, 27 en 360. 407 • Dubieuze vorderingen VII A 408 • Leveranciers debiteuren VII A 409 • Geboekte waardeverminderingen (–) VII A
36
41 • OVERIGE VORDERINGEN 410 • Opgevraagd, niet gestort kapitaal 4100 • Opgevraagd en nog niet gestort kapitaal 4101 • In gebreke gebleven aandeelhouders 411 • Terug te vorderen BTW 412 • Terug te vorderen belastingen en voorheffingen 4120 4121 4122 • Belgische winstbelastingen 4123 4124
VII B
ACTIEF PASSIEF Balans Balans Rubriek Rubriek 4125 4126 • Andere Belgische belastingen 4127 4128 • Buitenlandse belastingen en taksen 414 • Te innen opbrengsten 416 • Diverse vorderingen 4160 • Rekeningen der aandeelhouders, vennoten, zaakvoerders en exploitant 41600 • Aandeelhouders of vennoten inschrijvers 41601 • Aandeelhouders of vennoten inbrengers 41602 • Rekeningen der vennoten 41603 • Rekeningen der bestuurders 41605 • Rekening van de exploitant 4161 • Rekeningen der verbonden ondernemingen en ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat 41610 • Vorderingen op verbonden ondernemingen 416100 • Vorderingen op rekening 416101 • Te innen wissels 41611 • Vorderingen op ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat 416110 • Vorderingen op rekening 416111 • Te innen wissels 4162 • Vorderingen op administratie der directe belastingen en R.S.Z. (niet geregistreerde ondernemingen) 41620 • Vorderingen op administratie der directe belastingen 41621 • Vorderingen op R.S.Z. 4164 • Vorderingen in verband met personeel (voorschotten en leningen) 4165 • Obligatiehouders nog te storten saldo
37
ACTIEF PASSIEF Balans Balans Rubriek Rubriek 4166 • Door de leveranciers geconsigneerde verpakking en materieel 4167 • Rekeningen der tijdelijke verenigingen 41670 • Tijdelijke vereniging met x-voorschotten op ten hoogste één jaar 41671 • Tijdelijke vereniging met x-verschil inkomsten-uitgaven (indien D.S.) 4169 • Andere diverse debiteuren 417 • Dubieuze vorderingen 418 • Borgtochten betaald in contanten 4180 • Waarborgfonds voor borgstellingen 4181 • Consignatie- en depositokas 419 • Geboekte waardeverminderingen (-) 42 • SCHULDEN OP MEER DAN EEN JAAR DIE BINNEN HET JAAR VERVALLEN 420 • Achtergestelde leningen 4200 • Converteerbare achtergestelde leningen 4201 • Niet converteerbare achtergestelde leningen 421 • Niet achtergestelde obligatieleningen 4210 • Converteerbare niet achtergestelde obligatieleningen 4211 • Niet converteerbare niet achtergestelde obligatieleningen 422 • Leasingschulden en soortgelijke 4220 • Schulden van erfpacht en van opstal 4221 • Leasingschulden onroerende goederen 4222 • Leasingschulden roerende goederen 423 • Kredietinstelingen 4230 • Schulden op rekening 42300 • Schulden gewaarborgd door zakelijke zekerheden verstrekt door de onderneming 38
IX A
ACTIEF PASSIEF Balans Balans Rubriek Rubriek
424 •
425 •
426 • 427 • 428 • 429 •
42301 • Schulden gewaarborgd door zakelijke of persoonlijke zekerheden verstrekt verbonden ondernemingen of ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat 42302 • Schulden gewaarborgd door de Belgische openbare overheden 42303 • Schulden gewaarborgd door bestuurders, zaakvoerders 42304 • Niet gewaarborgde schulden 42307 • Andere schulden op rekening 4231 • Promessen 4232 • Acceptkredieten Overige leningen 4240 • Staatsvoorschotten 4241 • Ontleningen andere dan bij kredietinstellingen 4242 • Permanente voorschotten van bestuurders, zaakvoerders, enz. 4243 • Permanente voorschotten van verbonden ondernemingen 4244 • Permanente voorschotten van ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat 4247 • Andere schulden Handelsschulden 4250 • Leveranciers 4251 • Te betalen wissels Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen Schulden tegenover tijdelijke verenigingen en verenigingen in deelneming Borgtochten ontvangen in contanten Overige schulden
39
ACTIEF PASSIEF Balans Balans Rubriek Rubriek 43 • FINANCIËLE SCHULDEN IX B 430 • Kredietinstellingen – leningen op rekening met vaste termijn IX B1 431 • Kredietinstellingen – promessen IX B1 432 • Kredietinstellingen – acceptkredieten IX B1 433 • Kredietinstellingen – schulden in rekening-courant IX B1 Rek. 433 : deze rekening wordt normaal enkel aan het einde van het boekjaar gebruikt. De tegenboeking wordt verricht bij het begin van de volgende periode. 434 • Kredietinstellingen - belastingfinanciering 439 • Overige leningen 44 • HANDELSSCHULDEN 440 • Leveranciers 4400 • Leveranciers gewone schulden 4401 • Leveranciers niet geregistreerd of geschrapt 44010 • Aandeel te betalen aan leveranciers 44011 • Aandeel te betalen aan directe belastingen 44012 • Aandeel te betalen aan R.S.Z. 4402 • Facturen leveranciers gerugtekend 4403 • Leveranciers – inhoudingen voor waarborgen 4405 • Klanten crediteuren 441 • Te betalen wissels 444 • Te ontvangen facturen
40
45 • SCHULDEN MET BETREKKING TOT BELASTINGEN, BEZOLDIGINGEN EN SOCIALE LASTEN 450 • Geraamd bedrag der belastingschulden 4500 4501 4502 • Belgische winstbelastingen 4503 4504
IX B1 IX B2 VII A VII A
IX C1 IX C1
IX C2 IX C1
IX E1
ACTIEF PASSIEF Balans Balans Rubriek Rubriek
451 • 452 •
453 •
454 • 455 • 456 • 457 • 459 •
4505 4506 • Andere Belgische belastingen en taksen 4507 4508 • Buitenlandse belastingen en taksen Te betalen BTW Te betalen belastingen en taksen 4520 4521 4522 • Belgische winstbelastingen 4523 4524 4525 4526 • Andere Belgische belastingen en taksen 4527 4528 • Buitenlandse belastingen en taksen Ingehouden voorheffingen 4530 • Bedrijfsvoorheffing ingehouden op bezoldigingen 4531 • Bedrijfsvoorheffing ingehouden op tantièmes 4532 • Roerende voorheffing ingehouden op toegekende dividenden 4533 • Roerende voorheffing ingehouden op uitbetaalde interesten 4538 • Andere ingehouden voorheffingen Rijksdienst voor sociale zekerheid 4540 • Gewone sociale bijdragen Bezoldigingen Vakantiegeld Eindejaarsvergoeding Andere sociale schulden 4590 • Premies bovenwettelijke verzekeringen 4591 • Personeelsverzekeringen 45910 • Wetsverzekering B.A. en op de weg van en naar het werk 45911 • Verzekering gewaarborgd loon
IX E1 IX E1
IX E1
IX E2 IX E2 IX E2 IX E2 IX E2
41
ACTIEF PASSIEF Balans Balans Rubriek Rubriek 45912 • Bedrijfsleidersverzekering 45913 • Complementaire verzekering : geneeskundige verzorging 45919 • Diverse personeelsverzekeringen 4592 • Beslaglegging op bezoldigingen 4593 • Weerverlet- en getrouwheidszegels 4594 • Inhoudingen op invaliditeitsuitkeringen en brugpensioenen
42
46 • ONTVANGEN VOORUITBETALINGEN OP BESTELLINGEN
IX D
47 • SCHULDEN UIT DE BESTEMMING VAN HET RESULTAAT 470 • Dividenden en tantièmes over vorige boekjaren 471 • Dividenden over het boekjaar 472 • Tantièmes over het boekjaar 473 • Andere rechthebbenden
IX F
48 • DIVERSE SCHULDEN 480 • Vervallen obligaties en coupons 4800 • Vervallen coupons 4801 • Vervallen obligaties 481 • Bij klanten geconsigneerde verpakking en materieel 483 • Rekeningen der aandeelhouders, vennoten en exploitant 4830 • Aandeelhouders of vennoten : vervroegde stortingen op kapitaalverhoging 4831 • Terug te betalen kapitaal 4832 • Rekeningen der vennoten 4833 • Rekeningen der bestuurders 4835 • Rekening van de exploitant 484 • Rekeningen der verbonden ondernemingen en ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat 4840 • Schulden tegenover verbonden ondernemingen 4841 • Schulden tegenover ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat
IX F
ACTIEF PASSIEF Balans Balans Rubriek Rubriek 485 • Schulden t.o.v. verzekeringen 4850 • Bedrijfsschadeverzekering (All-risks) 4851 • Verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid 4852 • Brandverzekering 4853 • Autoverzekering 4854 • Kredietverzekering 4855 • Controleverzekering 4859 • Diverse verzekeringen 487 • Rekeningen der tijdelijke verenigingen 4870 • Tijdelijke vereniging met x-voorschotten van de tijdelijke vereniging 4871 • Tijdelijke vereniging met x-verschil inkomstenuitgaven (indien C.S.) 488 • Borgtochten ontvangen in contanten 4880 • Borg op verpakkingen 489 • Andere diverse schulden 49 • OVERLOPENDE REKENINGEN 490 • Over te dragen kosten 491 • Verkregen opbrengsten 492 • Toe te rekenen kosten 493 • Over te dragen opbrengsten 494 • BTW - Rekeningen 4940 • BTW -rekening-courant 4941 • Aftrekbare BTW : op aankopen 4942 • Aftrekbare BTW : Creditnota’s aan klanten 4943 • Te betalen BTW : op verkopen en dienstprestaties 4944 • Te betalen BTW : Creditnota’s van leveranciers 4945 • BTW op intracommunautaire verwervingen 4946 • BTW werken in onroerende staat (medecontractant) 4947 • BTW andere regularisaties 495 • Rekeningen-courant bestuurders, vennoten en exploitant 4952 • Rekeningen der vennoten
X X X X
43
ACTIEF PASSIEF Balans Balans Rubriek Rubriek 4953 • Rekeningen der bestuurders 4955 • Rekening van de exploitant 495 • Rekeningen-courant der tijdelijke verenigingen 496-497 • Omrekeningsverschillen op... (deviezen) 496 • Positieve omrekeningsverschillen op... 497 • Negatieve omrekeningsverschillen op... 498 • Resultaten uit lopende beschreven opties 499 • Wachtrekeningen
44
NOMENCLATUUR VAN DE REKENINGEN KLASSE 5 GELDBELEGGINGEN IN LIQUIDE MIDDELEN ACTIEF PASSIEF Balans Balans Rubriek Rubriek 50 • EIGEN AANDELEN
VIII A
51 • AANDELEN – OPTIES 510 • Aanschaffingswaarde 511 • Niet opgevraagde bedragen (–) 519 • Geboekte waardeverminderingen (–)
VIII B
52 • VASTRENTENDE EFFECTEN 520 • Aanschaffingswaarde 529 • Geboekte waardeverminderingen (–)
VIII B
53 • TERMIJNDEPOSITO’S 530 • Op meer dan één jaar 531 • Op meer dan één maand en op ten hoogste één jaar 532 • Op ten hoogste één maand 539 • Geboekte waardeverminderingen (–)
VIII B
54 • TE INCASSEREN VERVALLEN WAARDEN IX Rek. 54 : de vervallen waarden die aan een kredietinstelling ter incasso werden overgemaakt mogen eveneens worden geboekt op rekening “55 Kredietinstellingen”. 55 • KREDIETINSTELLINGEN IX Rek. 55 : als het saldo van een rekening-courant aan het einde van het boekjaar in het voordeel is van de kredietinstelling, dan wordt dit saldo normaal op deze datum overgeboekt op rekening “433 Kredietinstellingen-Schulden in rekening-courant”. De tegenboeking wordt verricht bij het begin van de volgende periode. 550 • Bank A 5500 • Rekening-courant 5501 • Uitgeschreven cheques (–) 5509 • Geboekte waardeverminderingen (–) 551-559 • Andere banken 45
ACTIEF PASSIEF Balans Balans Rubriek Rubriek
Rek. 5501 en 561 : de overschrijvingsorders mogen eveneens op deze rekening worden geboekt. 56 • POSTCHEQUE- EN GIRODIENST 560 • Rekening-courant 561 • Uitgeschreven cheques (–)
IX
57 • KASSEN 570-577 • Kassen contanten 578 • Kassen-zegels 579 • Opleidingscheques
IX
58 • INTERNE OVERBOEKINGEN
46
NOMENCLATUUR VAN DE REKENINGEN KLASSE 6 KOSTEN KOSTEN Resultatenrekening Rubriek
60 - HANDELSGOEDEREN, GROND- EN HULPSTOFFEN 600 • Aankopen van grondstoffen en bouwmaterialen 6000 • Grondstoffen 6001 • Bouwmaterialen 601 • Aankopen van hulpstoffen en verbruiksmaterialen 6017 • Diverse benodigdheden en klein gereedschap 6018 • Verpakking 6019 • Andere hulpstoffen en verbruiksmaterialen 602 • Aankopen van diensten, werk en studies 6020 • Aankopen van diensten 6021 • Aankopen van werk 6022 • Aankopen van studies 603 • Algemene onderaannemingen 604 • Aankopen van handelsgoederen 605 • Aankopen van onroerende goederen bestemd voor de verkoop 608 • Ontvangen kortingen, ristorno’s en rabatten (–) 609 • Voorraadwijzigingen 6090 • Van grondstoffen 6091 • Van hulpstoffen 6094 • Van handelsgoederen 6095 • Van gekochte onroerende goederen bestemd voor verkoop 61 • DIENSTEN EN DIVERSE GOEDEREN 611 • Huur, huurlasten en onderhoudskosten 6111 • Huur, huurlasten 61110 • Terreinen 61111 • Gebouwen 61112 • Materieel (installaties machines, gereedschappen) 61113 • Kantoormeubilair en materieel 61114 • Vervoermaterieel
OPBRENGSTEN Resultatenrekening Rubriek
II A II A1
II A1
II A1 II A1
II A1 II A2
II B
47
KOSTEN Resultatenrekening Rubriek
48
6112 • Leasing en soortgelijke rechten 61120 • Terreinen 61121 • Gebouwen 61122 • Materieel (installaties, machines, gereedschappen) 61123 • Kantoormeubilair en materieel 61124 • Vervoermaterieel 6113 • Onderhoud en herstellingen 61130 • Terreinen 61131 • Gebouwen 61132 • Materieel (installaties, machines, gereedschappen) 61133 • Kantoormeubilair en materieel 61134 • Vervoermaterieel 612 • Leveringen aan de onderneming 6121 • Energie 61210 • Water 61211 • Gas 61212 • Elektriciteit 61213 • Gasoil-materieel 61214 • Gasoil-vervoermaterieel 61215 • Gasoil-verwarming 61216 • L.P.G. 61217 • Benzine 6122 • Verbruiksgoederen (niet onder 601 opgenomen) 61220 • Onderhoudsproducten 6123 • Boeken, tijdschriften en documentatie 6124 • Drukwerken en kantoorbehoeften 61240 • Drukwerken 61241 • Aanbestedingsdocumenten 61242 • Diverse bureelbenodigdheden 6125 • Kosten P.T.T. 61250 • Telefoon
OPBRENGSTEN Resultatenrekening Rubriek
KOSTEN Resultatenrekening Rubriek
OPBRENGSTEN Resultatenrekening Rubriek
61251 • Telefax 61252 • Telex 61253 • Postzegels 613 • Vergoedingen aan derden 6131 • Commissielonen 6132 • Erelonen 61320 • Advocaten 61321 • Architecten 61322 • Studiebureaus 61323 • Geneesheren 61324 • Bedrijfsrevisoren 61329 • Andere experten 6133 • Dienstverlenende organisaties 61330 • Sociale secretariaten 61331 • Computerservicebureaus 61332 • Boekhoudkantoren en belastingadviseurs 61333 • Controle hijswerktuigen (kranen, liften, draaibanken, enz.) 6134 • Rechten en royalties 61340 • Op brevetten 61341 • Op licenties 61342 • Andere 6135 • Verzekeringen die geen betrekking hebben op het personeel 61350 • Verzekering brand en algemene kosten 61351 • Verzekering tegen diefstal 61352 • Verzekering materieel en bouwplaatsinstallaties 61353 • Verzekering voertuigen 61354 • Verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid 61355 • Kredietverzekering 49
KOSTEN Resultatenrekening Rubriek
50
61356 • Controleverzekering 61357 • Bedrijfsschadeverzekering (All-risks) 61358 • Eigen verzekeraar en franchises 614 • Vervoer- en verplaatsingskosten (betaald aan derden) 6141 • Vervoer van verkochte goederen en aanverwante kosten 6142 • Andere vervoerkosten (bv. materieel) 6143 • Vervoer van personeel 615 • Overige leveringen en diensten 6151 • Verplaatsings- en representatiekosten 61510 • Reizen, verplaatsingen 61511 • Representatie 61512 • Deelname aan cursussen, studiedagen, enz. 6152 • Aankondigingen, publiciteit 61520 • Advertenties en inlassingen 61521 • Catalogi en drukwerken 61522 • Deelname aan beurzen, tentoonstellingen, zendingen 61523 • Promotiekosten 6153 • Wettelijke publiciteitskosten 61530 • Neerlegging jaarrekening 61531 • Inlassingen in Staatsblad en media 6154 • Bijdragen beroepsverenigingen 61540 • Bijdragen O.C.W. 61541 • Bijdragen W.T.C.B. 61542 • Bijdragen beroepsverenigingen 6155 • Giften, liberaliteiten, bijdragen aan niet professionele organismen 61550 • Fiscaal vrijgesteld 61551 • Fiscaal niet vrijgesteld
OPBRENGSTEN Resultatenrekening Rubriek
KOSTEN Resultatenrekening Rubriek
OPBRENGSTEN Resultatenrekening Rubriek
6156 • Kosten voor betwistingen 617 • Uitzendkrachten en ter beschikking van de onderneming gestelde personen 6170 • Uitzendkrachten 6171 • Ter beschikking gestelde personen 618 • Bezoldigingen, premies voor buitenwettelijke verzekeringen, ouderdoms- en overlevingspensioenen van bestuurders, zaakvoerders en werkende vennoten, die niet worden toegekend uit hoofde van een arbeidsovereenkomst 6181 • Bestuurders, zaakvoerders of werkende vennoten – bezoldigingen 61812 • Bestuurders of zaakvoerders – voordelen van alle aard 6182 • Bestuurders, zaakvoerders of werkende vennoten – buitenwettelijke verzekeringen 6183 • Bestuurders, zaakvoerders of werkende vennoten – ouderdoms- en overlevingspensioenen 62 • BEZOLDIGINGEN, SOCIALE LASTEN EN PENSIOENEN 620 • Bezoldigingen en rechtstreekse sociale voordelen 6200 • Bestuurders of zaakvoerders met arbeidcontract 62000 • Bezoldigingen 62001 • Presentiegelden 62002 • Voordelen van allerlei aard 62005 • Sociale lasten 620051 • Familievergoedingen voor niet loontrekkenden 620052 • Sociale verzekering zelfstandigen 620053 • Levensverzekering 62006 • Persoonlijke ongevallenverzekering 6201 • Directiepersoneel 62010 • Wedden
II C
51
KOSTEN Resultatenrekening Rubriek
52
62012 • Voordelen van allerlei aard 62013 • Premies en gratificaties 62014 • Dubbel vakantiegeld 62015 • Aanvullende gezinsvergoedingen 62016 • Gewaarborgde bezoldiging 62017 • Vergoedingen wegens contractbreuk 6202 • Bedienden 62020 • Wedden 62022 • Voordelen van allerlei aard 62023 • Premies en gratificaties 62024 • Dubbel vakantiegeld 62025 • Aanvullende gezinsvergoedingen 62026 • Gewaarborgde bezoldiging 62027 • Vergoedingen wegens contractbreuk 6203 • Arbeiders 62030 • Lonen 62032 • Voordelen van allerlei aard 62033 • Premies en gratificaties 62035 • Aanvullende gezinsvergoedingen 62036 • Gewaarborgde bezoldiging 620360 • Gewaarborgd weekof maandloon 620361 • Kort verzuim 62037 • Vergoedingen wegens contractbreuk 6204 • Andere personeelsleden 62040 • Bezoldigingen 621 • Werkgeversbijdragen voor sociale verzekeringen 6212 • Bedienden 62120 • Bijdragen R.S.Z. op wedden 62121 • Fonds sluiting van ondernemingen 6213 • Arbeiders 62130 • Bijdragen R.S.Z. op lonen 62131 • Bijdragen Fonds voor Bestaanszekerheid 62132 • Bijdrage Fonds voor vakopleiding
OPBRENGSTEN Resultatenrekening Rubriek
KOSTEN Resultatenrekening Rubriek
OPBRENGSTEN Resultatenrekening Rubriek
62133 • Fonds sluiting van ondernemingen 622 • Werkgeverspremies voor bovenwettelijke verzekeringen 623 • Andere personeelskosten 6232• Bedienden 62320 • Personeelsverzekeringen 623200 • Wetsverzekering, Burgerlijke Aansprakelijkheid en op de weg van en naar het werk 623201 • Verzekering gewaarborgd loon 623203 • Complementaire verzekering : geneeskundige verzorging 623209 • Diverse verzekeringen 62321 • Individuele vergoedingen (aan het personeel uitbetaald) 623217 • Patronale tussenkomst verplaatsingsvergoeding 62322 • Andere sociale voordelen 623220 • Medische dienst 623221 • Maaltijdcheques 623222 • Bedrijfsrestaurant en kantine 623223 • Werkkledij (aankoop en onderhoud) 623224 • Veiligheidskledij 62327 • Voorzieningen voor betaald verlof 623270 • Toevoeging aan de voorzieningen 623271 • Aanwending van de voorzieningen 62328 • Voorzieningen voor gratificaties einde jaar 623280 • Toevoeging aan de voorzieningen 623281 • Aanwending van de voorzieningen 53
KOSTEN Resultatenrekening Rubriek
54
6239 • Diverse andere personeelskosten 62390 • Kosten verbonden aan syndicale vertegenwoordiging 62391 • Personeelsfeest 62392 • Geschenken, decoraties 62393 • Andere kosten 6233 • Arbeiders 62330 • Personeelsverzekeringen 623300 • Wetsverzekering, Burgerlijke aansprakelijkheid en op de weg van en naar het werk 623301 • Verzekering gewaarborgd loon 623303 • Complementaire verzekering: geneeskundige verzorging 623309 • Diverse verzekeringen 62331 • Individuele vergoedingen (aan het personeel uitbetaald) 623310 • Weerverlet- en getrouwheidszegels 623312 • Mobiliteitsvergoeding 623313 • Patronale tussenkomst verplaatsingsvergoedingen 623318 • Vergoeding eigen gereedschap 623320 • Medische dienst 62332 • Andere sociale voordelen 623322 • Bedrijfsrestaurant en kantine 623323 • Werkkledij (aankoop en onderhoud) 623324 • Veiligheidskledij 62338 • Voorzieningen voor gratificaties einde jaar
OPBRENGSTEN Resultatenrekening Rubriek
KOSTEN Resultatenrekening Rubriek
OPBRENGSTEN Resultatenrekening Rubriek
623380 • Toevoeging aan de voorzieningen gratificaties einde jaar 623381 • Aanwending van de voorzieningen gratificaties einde jaar 624 • Ouderdoms- en overlevingspensioenen 6240 • Bedienden 6241 • Arbeiders 63 • AFSCHRIJVINGEN, WAARDEVERMINDERINGEN EN VOORZIENINGEN VOOR RISICO’S EN KOSTEN 630 • Afschrijvingen en waardeverminderingen op vaste activa - toevoeging 6300 • Afschrijvingen op oprichtingskosten 6301 • Afschrijvingen op immateriële vaste activa 6302 • Afschrijvingen op materiële vaste activa 63020 • Terreinen en gebouwen 63021 • Installaties, machines en gereedschappen 63022 • Meubilair en rollend materieel 63023 • Vaste activa in leasing of op grond van soortgelijk recht 63024 • Andere materiële vaste activa 63025 • Vaste activa in aanbouw 6308 • Waardeverminderingen op immateriële vaste activa 6309 • Waardeverminderingen op materiële vaste activa 631 • Waardeverminderingen op voorraden 6310 • Toevoeging 6311 • Terugneming (–) 632 • Waardeverminderingen op bestellingen in uitvoering 6320 • Toevoeging 6321 • Terugneming (–) 633 • Waardeverminderingen op handelsvorderingen op meer dan één jaar
II D II D
II E
II E
II E 55
KOSTEN Resultatenrekening Rubriek
634 •
635 •
636 •
637 •
56
6330 • Toevoeging 6331 • Terugneming (–) Waardeverminderingen op handelsvorderingen op ten hoogste één jaar 6340 • Toevoeging 6341 • Terugneming (–) Voorzieningen voor pensioenen en soortgelijke verplichtingen 6350 • Toevoeging 6351 • Besteding en terugneming (–) Voorzieningen voor grote herstellingswerken en grote onderhoudswerken 6360 • Toevoeging 6361 • Besteding en terugneming (–) Voorzieningen voor andere risico’s en kosten 6370 • Toevoeging 6371 • Besteding en terugneming (–)
64 • ANDERE BEDRIJFSKOSTEN 640 • Bedrijfsbelastingen 6400 • Directe belastingen 64000 • Verkeersbelasting 64001 • Onroerende voorheffing 6401 • Indirecte belastingen 64010 • Niet aftrekbare BTW 64011 • Registratierechten 64012 • Zegelrechten 64013 • Andere indirecte belastingen 6402 • Provincie- en gemeentebelastingen 64020 • Belasting op drijfkracht (motoren) 64021 • Belasting op personeel 64022 • Belasting op lichtreclames 64023 • Belasting op publiciteitspanelen
II E
II F
II F
II F
II G
OPBRENGSTEN Resultatenrekening Rubriek
KOSTEN Resultatenrekening Rubriek
641 • 642 • 644 • 645 • 647 • 649 •
OPBRENGSTEN Resultatenrekening Rubriek
64024 • Belasting op bedrijfsafval 64025 • Milieubelasting 64026 • Belasting op afsluitingen 6403 • Diverse andere belastingen 6404 • Gerechtelijke boetes 6405 • Douanekosten 6408 • Geraamd bedrag andere Belgische belastingen en taksen Minderwaarden op courante realisatie van vaste activa Minderwaarden op realisatie van handelsvorderingen Strafbedingen op werken Verliezen op de door de leveranciers geconsigneerde verpakking en materieel Rekeningen der tijdelijke verenigingen – aandeel in verlies Als herstructureringskosten geactiveerde bedrijfskosten (–)
65 • FINANCIËLE KOSTEN 650 • Kosten van schulden 6500 • Rente, commissies en kosten verbonden aan schulden 6501 • Afschrijving van kosten bij uitgifte van leningen en van disagio 6502 • Andere kosten van schulden 6503 • Geactiveerde intercalaire intresten (–) 651 • Waardeverminderingen op vlottende activa 6510 • Toevoeging 6511 • Terugneming (–) 652 • Minderwaarden op de realisatie van vlottende activa 653 • Discontokosten op vorderingen 654 • Wisselresultaten 655 • Resultaten uit de omrekening van vreemde valuta 656 • Commissies en kosten borgtochten 659 • Diverse financiële kosten
V VA
VB
VC VC VC VC VC VC
57
KOSTEN Resultatenrekening Rubriek
OPBRENGSTEN Resultatenrekening Rubriek
Rek. 651 en 652: Vlottende activa anders dan handelsvorderingen, geldbeleggingen, liquide middelen. Rek. 654 en 655: Behalve wanneer deze wisselresultaten of resultaten uit de omrekening van vreemde valuta op specifieke wijze verband houden met andere posten uit de resultatenrekening en op grond daarvan er worden aan toegekend. 66 • UITZONDERLIJKE KOSTEN 660 • Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen – toevoeging 6600 • Op oprichtingskosten 6601 • Op immateriële activa 6602 • Op materiële activa 661 • Waardeverminderingen op financiële activa 662 • Voorzieningen voor uitzonderlijke risico’s en kosten 663 • Minderwaarden op realisatie van vaste activa 664 • Herziening van de BTW-aftrek 668 • Andere uitzonderlijke kosten 669 • Uitzonderlijke kosten als herstructureringskosten opgenomen onder de activa (–)
VIII VIII A
VIII B VIII C VIII D VIII E
67 • BELASTINGEN OP HET RESULTAAT XA 670 • Belgische belastingen op het resultaat van het boekjaar 6700 • Verschuldigde of gestorte belastingen en voorheffingen 6701 • Geactiveerde overschotten van betaalde belastingen en voorheffingen (–) 6702 • Geraamde belastingen 671 • Belgische belastingen op het resultaat van vorige boekjaren 6710 • Verschuldigde of gestorte belastingsupplementen 6711 • Geraamde belastingsupplementen 6712 • Gevormde fiscale voorzieningen 58
KOSTEN Resultatenrekening Rubriek
OPBRENGSTEN Resultatenrekening Rubriek
672 • Buitenlandse belastingen op het resultaat van het boekjaar 673 • Buitenlandse belastingen op het resultaat van vorige boekjaren 68 • OVERBOEKING NAAR DE UITGESTELDE BELASTINGEN EN BELASTINGVRIJE RESERVES 680 • Overboeking naar de uitgestelde belastingen 689 • Overboeking naar belastingvrije reserves
XII
69 • VERWERKING VAN DE RESULTATEN 690 • Overgedragen verlies van het vorige boekjaar 691 • Toevoeging aan het kapitaal en aan de uitgiftepremies 692 • Toevoeging aan de reserves 6920 • Toevoeging aan de wettelijke reserve 6921 • Toevoeging aan de overige reserves 693 • Over te dragen winst 694 • Vergoeding van het kapitaal 695 • Bestuurders of zaakvoerders 696 • Andere rechthebbenden
59
NOMENCLATUUR VAN DE REKENINGEN KLASSE 7 OPBRENGSTEN KOSTEN Resultatenrekening Rubriek
OPBRENGSTEN Resultatenrekening Rubriek
70 • OMZET 700 • Werken, leveringen, diensten 7000 • Werken met BTW 6% 701 • Verkopen van grondstoffen, bouwmaterialen, handelsgoederen en gereed product 7010 • Contante verkopen 7011 • Verkopen van handelsgoederen 7012 • Verkopen van gereed product 7019 • Diverse verkopen 702 • Verkopen van onroerende goederen 703 • Verhuringen met betrekking tot de exploitatie 704 • Dienstprestaties 705 • Premies op werken 706 • Vergoedingen voor vertraging en/of stilleggen van de werken door toedoen van de administratie 707 • Werken en leveringen aan en resultaten uit verenigingen 7070 • Facturatie aan verenigingen 7071 • Resultaten uit verenigingen – aandeel in de winst 708 • Toegekende kortingen, ristorno’s en rabatten (–) 71 • WIJZIGINGEN IN DE VOORRADEN EN IN DE BESTELLINGEN IN UITVOERING 712 • In de voorraad – goederen in bewerking 713 • In de voorraad – gereed product 715 • In de voorraad – onroerende goederen bestemd voor de verkoop 717 • In de bestellingen in uitvoering 7170 • Aanschaffingswaarde 7171 • Toegerekende winst 72 • GEACTIVEERDE INTERNE PRODUCTIE 60
IA
IB
IC
KOSTEN Resultatenrekening Rubriek
74 • ANDERE BEDRIJFSOPBRENGSTEN 740 • Bedrijfssubsidies en compenserende bedragen 741 • Meerwaarden op courante realisatie van materiële vaste activa 742 • Meerwaarden op realisatie van handelsvorderingen 743 • Rechten en royalties 744 • Diverse verhuringen zonder betrekking tot de exploitatie 745 • Diverse prestaties zonder betrekking tot de exploitatie 746 • Recuperatie van kosten 7460 • Gewaarborgd loon 7461 • Kredieturen 7462 • Arbeidsongevallen 7463 • Schadevergoedingen 7464 • Gefactureerde kosten 7465 • Ristorno’s verzekeringsmaatschappijen 7466 • Ristorno’s borgstellingsmaatschappijen 7467 • Herverdeling sociale lasten 747 • Verrekende niet-financiële voordelen van allerlei aard 748 • Regularisering van Belgische belastingen andere dan op het resultaat 749 • Diverse andere bedrijfsopbrengsten 7490 • Financiële voordelen van maatregelen ten gunste van de werkgelegenheid 74901 • Bedrijfsplan 74902 • Jongerenbanenplan 74903 • Lage lonen 74904 • Tewerkstellingsakkoorden 74905 • Banenplan ter bevordering van de tewerkstelling van langdurig werklozen 74906 • Maribel 74907 • Herinschakelingsjobs (ouder dan 50 jaar) 74908 • Conventieel halftijds brugpensioen
OPBRENGSTEN Resultatenrekening Rubriek
ID
61
KOSTEN Resultatenrekening Rubriek
OPBRENGSTEN Resultatenrekening Rubriek
74909 • Volledige loopbaanonderbreking 7491 • Andere financiële voordelen van maatregelen ten gunste van de werkgelegenheid 74910 • Gedeeltelijke loopbaanonderbreking 7492 • Andere financiële voordelen van maatregelen ten gunste van de werkgelegenheid en/of het wetenschappelijk onderzoek 74920 • Vrijstelling van storting van de bedrijfsvoorheffing – wetenschappelijk onderzoek 74921 • Vrijstelling van storting van de bedrijfsvoorheffing – interprofessioneel akkoord 2007 75 • FINANCIËLE OPBRENGSTEN 750 • Opbrengsten uit financiële vaste activa 751 • Opbrengsten uit vlottende activa 752 • Meerwaarden op de realisatie van vlottende activa 753 • Kapitaal- en interestsubsidies 7530 • Kapitaalsubsidies 7531 • Interestsubsidies 754 • Wisselresultaten 755 • Resultaten uit de omrekening van vreemde valuta 759 • Diverse financiële opbrengsten
62
76 • UITZONDERLIJKE OPBRENGSTEN 760 • Terugnemingen van afschrijvingen en waardeverminderingen 7600 • Op immateriële vaste activa 7601 • Op materiële vaste activa 761 • Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa 762 • Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico’s en kosten
IV IV A IV B IV C IV C
IV C IV C
VII VII A
VII B VII C
KOSTEN Resultatenrekening Rubriek
763 • Meerwaarden op de realisatie van vaste activa 769 • Andere uitzonderlijke opbrengsten 77 • REGULARISERING VAN BELASTINGEN EN TERUGNEMING VAN FISCALE VOORZIENINGEN 771 • Belgische belastingen op het resultaat 7710 • Regularisering van verschuldigde of betaalde belastingen 7711 • Regularisering van geraamde belastingen 7712 • Terugneming van fiscale voorzieningen 773 • Buitenlandse belastingen op het resultaat
OPBRENGSTEN Resultatenrekening Rubriek
VII D VII E
XB
78 • ONTTREKKING AAN DE UITGESTELDE BELASTINGEN EN AAN DE BELASTINGVRIJE RESERVES 780 • Onttrekking aan de uitgestelde belastingen 790 • Onttrekking aan de belastingvrije reserves 79 • RESULTAATVERWERKING 790 • Overgedragen winst van het vorige boekjaar 791 • Onttrekking aan het kapitaal en aan de uitgiftepremies 792 • Onttrekking aan de reserves 793 • Over te dragen verlies 794 • Tussenkomst van vennoten (of van de eigenaar) in het verlies
63
REKENINGEN VAN DE KLASSE 0 NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN
0
65
0
NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN
OMSCHRIJVING Deze rekeningen duiden een verbintenis, een verplichting of een verantwoordelijkheid van de onderneming aan, die geen wijziging van de activa- of passivabestanddelen tot gevolg heeft. Wettelijke verplichting tot het boeken van de orderrekeningen Artikel 3 van de wet van 17/7/75 legt aan de onderneming de algemene verplichting op tot het boeken van haar verplichtingen en verbintenissen van enigerlei aard. Artikel 7 van deze wet verplicht de ondernemingen alle verplichtingen en verbintenissen van enigerlei aard op het einde van het boekjaar op te nemen in de inventaris. Tot uitvoering van deze wettelijke beschikkingen bepaalt het K.B.van 30/01/2001 ter uitvoering van het Wetboek van Vennootschappen in : art. 24 en 25 : dat alle verplichtingen en verbintenissen in de jaarrekening dienen opgenomen te worden ; art. 25, § 3 : dat in de toelichting per categorie, de verbintenissen en verhaalrechten worden vermeld die voortvloeien uit persoonlijke of zakelijke zekerheden gesteld tot waarborg van schulden of verbintenissen van derden, uit goederen en waarden die door derden in bewaring, in consignatie of in bewerking zijn gegeven of welke de onderneming hetzij voor rekening van derden, hetzij ten bate en op risico van derden uit anderen hoofde onder zich houdt, evenals indien ze een belangrijke invloed op het vermogen of op het resultaat van de onderneming kunnen hebben, de verbintenissen tot aankoop of verkoop van vaste activa en de overige verbintenissen en verhaalrechten van diverse soort die niet in de balans voorkomen.
66
0
NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN
Werking van deze rekeningen De orderrekeningen worden steeds paarsgewijze geboekt waardoor ze geen rechtstreekse invloed uitoefenen op het resultaat. Bij het ontstaan van de verplichtingen worden de activa-orderrekeningen gedebiteerd voor het bedrag van de verbintenis tegenover het credit van de passiva-orderrekeningen. Wanneer de in de orderrekeningen geboekte verbintenissen, verplichtingen of verantwoordelijkheden ten uitvoer gebracht worden, worden de activa- en passivaorderrekeningen door tegenboeking opgeheven. Noteren wij hier nog dat de passiva-orderrekeningen als laatste codecijfer steeds een oneven cijfer hebben. De activa-orderrekeningen hebben steeds een even cijfer als laatste cijfer. Het K.B. van 12 september 1983 betreffende de minimumindeling van het algemeen rekeningstelsel legt de volgorde en de minimum indeling vast van de orderrekeningen die dienen gebruikt te worden door de ondernemingen. Alhoewel dit besluit deze rekeningen onderbrengt in klasse 0 zijn de ondernemingen vrij voor de codificering ervan ook de klassen 8 en 9 of bepaalde rubrieken van deze klassen te gebruiken. Zij dienen daarbij evenwel dezelfde volgorde en indeling aan te nemen als aangegeven in de minimumindeling van het algemeen rekeningstelsel. Deze mogelijkheid is wel belangrijk daar de klasse 0 in veel gevallen en meer in het bijzonder in heel wat toepassingen van de boekhouding per computer gebruikt wordt voor het codificeren van de individuele rekeningen van klanten en leveranciers.
67
0
NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN
De terminologie voor deze rekeningen is aangepast geweest in de term «vereniging» i.p.v. «ondernemingen». De werking is echter dezelfde als bij de handelsvennootschappen. Om volledig te zijn moet de term «vereniging» vervangen worden door «stichting» volgens de juridische indeling ondanks het feit dat de wetgever er niet heeft over gesproken.
V Z W
68
00
NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN
ZEKERHEDEN DOOR DERDEN GESTELD VOOR REKENING VAN DE ONDERNEMING
0 00
OMSCHRIJVING Het K.B. van 12 september 1983 betreffende de minimumindeling van het algemeen rekeningstelsel geeft volgende omschrijving. “Op deze rekening worden de zakelijke en persoonlijke zekerheden geboekt die door derden ten behoeve van de crediteuren van de onderneming zijn gesteld als waarborg voor de voldoening van de huidige of potentiële schulden en verplichtingen die de onderneming t.o.v. hen heeft aangegaan”. Onder de derden, stellers van zekerheden (rekening 001) moet in voorkomend geval een onderscheid worden gemaakt tussen : • de overheden • de bestuurders of zaakvoerders van de onderneming • de verbonden ondernemingen of ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat • de kredietinstellingen. Onder de eigen crediteuren, houders van door derden gestelde zekerheden (000) moet in voorkomend geval een onderscheid worden gemaakt tussen : • • • • •
de belastingbesturen de andere overheden en overheidsdiensten de kredietinstellingen de klanten de leveranciers en de overige crediteuren”.
Waar de wetgever een duidelijke omschrijving gegeven heeft van de begrippen “derden, stellers van zekerheden en crediteuren, houders van door derden gestelde zekerheden” is dit niet het geval voor wat betreft het begrip zekerheden zelf. Zekerheden kunnen wij nu bepalen als speciale of bijkomende waarborgen die gegeven worden tot naleving van schulden en verbintenissen. Deze zekerheden kunnen bestaan uit :
69
0 00
NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN
ZEKERHEDEN DOOR DERDEN GESTELD VOOR REKENING VAN DE ONDERNEMING
1. PERSOONLIJKE ZEKERHEDEN De grondvorm van de persoonlijke zekerheden is de borgtocht. Het is de overeenkomst waarbij een derde zich tegenover de schuldeiser borg stelt met gans zijn patrimonium voor de schuldenaar. Deze overeenkomst gebeurt meestal onder de vorm van een bijkomend contract aan het contract tussen de schuldeiser en de schuldenaar. Indien de borg tot betaling van de schuld gedwongen wordt dan verkrijgt hij door subrogatie (in de plaatsstelling) verhaal op de hoofdschuldenaar. De borgtocht kan voorkomen onder verschillende vormen : a) gewone borgstelling : borg kan maar aangesproken worden tot betaling na uitwinning van hoofdschuldenaar; b) hoofdelijke borgstelling : borg is hier hoofdelijk solidair met hoofdschuldenaar waardoor hij; op gelijke voet komt met de hoofdschuldenaar voor wat betreft de voldoening van de schuld bij eventuele niet-betaling. De schuldeiser kan kiezen tot wie hij zich wendt. 2. ZAKELIJKE ZEKERHEDEN Bij deze vorm van waarborgen wordt door de waarborggever een bepaalde zaak in waarborg gegeven aan de schuldeiser waarbij deze zich dan ingeval van niet-voldoening van de schuld bij voorrang op de andere schuldeisers mag doen terugbetalen door gedwongen verkoop van de zaak in kwestie. Vormen van zakelijke zekerheden : a) b) c) d) e) f) g) 70
de hypotheek de onherroepelijke volmacht tot hypothekeren het in pand geven van een handelszaak het voorrecht op bedrijfsuitrusting het effectenpand het pand op goederen of documenten (warrant) de overdracht of inpandstelling van schuldvordering (financiering van openbare werken) h) de inpandgeving of disconteren van wissels
00
NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN
ZEKERHEDEN DOOR DERDEN GESTELD VOOR REKENING VAN DE ONDERNEMING
0 00
INDELING 000 Crediteuren van de onderneming, houders van door derden gestelde zekerheden 001 Derden stellers van zekerheden voor rekening van de onderneming TOEPASSINGEN Deze vorm van verbintenissen komt veelvuldig voor in alle sectoren van handel en industrie. In de bouwsector komen deze verbintenissen voornamelijk voor onder de vorm van een borgstellingskrediet verleend door een bank of van een waarborg verleend door een gemeenschappelijke waarborgstellingskas. VOORBEELD Nemen wij een bouwonderneming die een werk van 2 500 000 € moet uitvoeren voor de overheid. Vooraleer het werk te beginnen dient de onderneming een waarborg te storten van 5%. Daar het vastleggen van een dergelijke som voor lange duur zwaar weegt op de thesaurie van de onderneming vraagt zij een borgstellingskrediet van 125 000 € aan haar bank die dit verleent en aan de onderneming daarvoor een borgstellingscommissie aanrekent. Voert de onderneming de werken volgens overeenkomst uit dan zal de ontstane verbintenis na de definitieve oplevering vervallen. Voldoet de onderneming echter niet aan de bepalingen van de overeenkomst dan zal de opdrachtgever van de bank uitvoering van de borgstelling vragen, waarvoor de bank zich op haar beurt op de onderneming zal verhalen ten belope van de door haar betaalde sommen. Op dit moment wordt de verbintenis van de onderneming omgezet in een effectieve schuld.
71
0 00 000
NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN ZEKERHEDEN DOOR DERDEN GESTELD VOOR REKENING VAN DE ONDERNEMING
CREDITEUREN VAN DE ONDERNEMING, HOUDERS VAN DOOR DERDEN GESTELDE ZEKERHEDEN GEDEBITEERD VOOR • Het bedrag van de door derden, voor de onderneming, gestelde zekerheden via credit : ➥ rek. 001 Derden, stellers van zekerheden voor rekening van de onderneming
GECREDITEERD VOOR • Opheffing van de verbintenis na volledige uitvoering van de overeenkomst of omzetting in een effectieve schuld t.o.v. de waarborggever na het in gebreke blijven van de onderneming, bij de uitvoering van de overeeenkomst via debet : ➥ rek. 001 Derden, stellers van zekerheden voor rekening van de onderneming
INHOUD & OPMERKINGEN Het betreft waarborgen gesteld door derden voor een onderneming. Persoonlijke zekerheden: persoonlijke waarborg Zakelijke zekerheden: een zaak wordt in waarborg gegeven
72
NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN ZEKERHEDEN DOOR DERDEN GESTELD VOOR REKENING VAN DE ONDERNEMING
0 00 001
DERDEN, STELLERS VAN ZEKERHEDEN VOOR REKENING VAN DE ONDERNEMING GEDEBITEERD VOOR • Opheffing van de verbintenis na volledige uitvoering van de overeenkomst of omzetting in een effectieve schuld t.o.v de waarborggever na het in gebreke blijven van de onderneming bij het uitvoeren van de overeenkomst via credit : ➥ rek. 000 Crediteuren van de onderneming houders van door derden gestelde zekerheden
GECREDITEERD VOOR • Het bedrag van door derden, voor de onderneming gestelde waarborgen via debet : ➥ rek. 000 Crediteuren van de onderneming houders van door derden gestelde zekerheden
INHOUD & OPMERKINGEN
73
0 01
NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN
PERSOONLIJKE ZEKERHEDEN GESTELD VOOR REKENING VAN DERDEN
OMSCHRIJVING “Op deze rekeningen worden de persoonlijke zekerheden geboekt die door de onderneming ten behoeve van derden zijn gesteld of onherroepelijk beloofd als waarborg voor de voldoening van de actuele of potentiële schulden en verplichtingen die ze hebben aangegaan jegens andere schuldeisers dan de onderneming zelf. De wisselverplichtingen zijn die welke voor de onderneming voortvloeien uit, door haar getrokken, geëndosseerde of voor aval getekende wissels in omloop, met uitzondering van de door de onderneming getrokken bankaccepten”. INDELING Het feit dat deze rubriek twee verschillende categorieën van verbintenissen omvat heeft voor gevolg dat de rekeningen die er uit voortvloeien eveneens in twee groepen kunnen ingedeeld worden. 1) Rekeningen in verband met de verplichtingen uit wissels 010 011
Debiteuren wegens verplichtingen uit wissels in omloop Crediteuren wegens verplichtingen uit wissels in omloop 0110 Door de onderneming geëndosseerde, overgedragen wissels 0111 Andere verplichtingen uit wissels in omloop
2) Rekeningen in verband met verplichtingen wegens persoonlijke zekerheden 012 013
Debiteuren wegens andere persoonlijke zekerheden Crediteuren wegens andere persoonlijke zekerheden.
BESPREKING In het kader van deze rubriek gaan wij in de eerste plaats dieper in op de verbintenissen die voortvloeien uit het gebruik van wissels als betalingsmiddel. Uit de wet op de wisselbrief weten wij dat al degenen die hetzij als trekker, hetzij als betrokkene, hetzij als endossant of als avalgever op de wissel hun handtekening hebben geplaatst tegenover de uiteindelijke houder van de wissel hoofdelijk verantwoordelijk zijn voor zijn betaling. 74
01
01
0 01
NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN
PERSOONLIJKE ZEKERHEDEN GESTELD VOOR REKENING VAN DERDEN
Het is nu juist deze hoofdelijke medeverantwoordelijkheid van de trekker, de endossant, of de avalgever die voor hen een verbintenis, onder de vorm van een waarborg gesteld voor rekening van derden, meebrengt. Dit aspect van de wissel wordt dikwijls uit het oog verloren 1° omdat deze verbintenis slechts voorwaardelijk is d.w.z. dat ze slechts effectief wordt wanneer de betrokkene (de oorspronkelijke schuldenaar) de wissel niet betaald op de vervaldag en de houder zich tot de trekker, endossant of avalgever wendt voor betaling ; 2° omdat men meestal denkt aan de concrete mogelijkheden van de wissel, d.w.z. de mogelijkheid aan de klant krediet te verlenen terwijl de onderneming anderzijds via discontering bij de bank toch onmiddellijk de beschikking krijgt over het geld. Onderzoeken wij nu even de diverse boekingen betreffende een wissel zowel voor wat betreft zijn concrete afwikkeling als wat betreft de verbintenissen die eruit voortvloeien. Veronderstellen wij een onderneming die voor 2 500 € werken uitgevoerd heeft voor een bepaalde klant. Deze heeft echter een betalingstermijn van 3 maanden bedongen maar is wel bereid een wissel van 2 500 € op 90 dagen, op hem getrokken door de onderneming, te accepteren. De onderneming laat deze wissel disconteren bij haar bank. Op de vervaldag van de wissel kunnen zich nu volgende mogelijkheden voordoen : 1° De klant betaalt de wissel 2° De klant betaalt de wissel niet.
75
0 01
01
NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN
PERSOONLIJKE ZEKERHEDEN GESTELD VOOR REKENING VAN DERDEN
BOEKINGEN 1) In verband met de zichtbare afwikkeling (geldstroom) De basisboeking die ten grondslag ligt van alle verdere boekingen in verband met deze wissel is de boeking waarbij de vordering op de klant in de boeken tot uiting komt.
▲
2 500
4000 Klanten
▲
700 Verkopen
2 500
Door de acceptatie van een wissel wordt de vordering op de klant omgezet van een gewone vordering in een vordering onder vorm van een te innen wissel. Door discontering van de wissel verkopen wij in feite de vordering op onze klant aan de bank, voor het bedrag van deze wissel verminderd met de discontokosten door de bank voor deze dienst aangerekend.
2 500
▲
2 500
550 Bank
▲
2 500
▲
2 500
401 Te innen wissels
▲
4000 Klanten
2 445
653 Discontokosten op vorderingen
▲
55
Uiterlijk is de afwikkeling van de wissel, na debitering van de rekening door de bank met het nettobedrag, voor de onderneming afgelopen. Hier moeten wij echter in acht nemen dat de onderneming de wissel aan order van de bank heeft moeten rugtekenen alvorens deze laatste hem wilde disconteren. 76
01
0 01
NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN
PERSOONLIJKE ZEKERHEDEN GESTELD VOOR REKENING VAN DERDEN
2) In verband met de onzichtbare afwikkeling (verbintenis) Gezien haar rugtekening (endossement) heeft de onderneming tegenover de bank (derde – houder van de wissel) de onherroepelijke verbintenis aangegaan de bank te betalen voor het bedrag van de wissel op voorwaarde dat de betrokkene (klant – schuldenaar) de wissel niet zou betalen op de vervaldag. Deze verbintenis dient de onderneming als volgt te boeken 010
Debiteuren wegens verplichtingen uit wissels in omloop aan 0110
2 500
Door de onderneming geëndosseerde, overgedragen wissels
2 500
Onderzoeken wij nu even wat er gebeurt op de vervaldag van de wissel. 1° De klant betaalt de door de bank aangeboden wissel Gezien door de betaling van de klant de verbintenis van de onderneming tegenover de bank vervalt zal zij deze als volgt afboeken 0110
Door de onderneming geëndosseerde, overgedragen wissels aan 010
Debiteuren wegens verplichtingen uit wissels in omloop
2 500
2 500
2° De klant betaalt de door de bank aangeboden wissel niet Ingeval van niet-betaling zal de bank door een deurwaarder de wissel laten protesteren. Na protest zal zij de medeverantwoordelijkheid van de trekker en rugtekenaar (onderneming) inroepen en betaling eisen van de wissel, door de bankrekening te verminderen, waarna zij deze overhandigt aan de onderneming.
77
0 01
01
NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN
PERSOONLIJKE ZEKERHEDEN GESTELD VOOR REKENING VAN DERDEN
Boekhoudkundig krijgen wij volgende verrichtingen 1° De opheffing van de verbintenis. 0110
Door de onderneming geëndosseerde, overgedragen wissels aan 010
2 500
Debiteuren wegens verplichtingen uit wissels in omloop
2 500
2° De omzetting van de verbintenis in een effectieve schuld en betaling van de wissel aan de bank. Deze verrichting drukt tevens de effectieve vordering op onze klant uit. 401
Te innen wissels
aan 550
2 500
Bank
2 500
Nu de onderneming terug in het bezit is van de wissel, maar dan wel een geprotesteerde wissel, kan het volgende nog gebeuren: 1° De klant komt de wissel betalen bij de onderneming waardoor hij de wissel in handen krijgt en het protest bij de acterende deurwaarder en op het bureau van de registratie (hypoteekbewaarder) kan laten schrappen waardoor hij publicatie van het protest vermijdt. Als gevolg van de betaling door de klant krijgen wij in de onderneming volgende boeking Kas of Bank
aan 401
78
2 500
Te innen wissels
2 500
01
NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN
PERSOONLIJKE ZEKERHEDEN GESTELD VOOR REKENING VAN DERDEN
0 01
2° De klant betaalt de wissel niet in de periode tussen protest en publicatie, waardoor er geen schrapping gebeurt van het protest en dit gepubliceerd wordt in het Belgisch Staatsblad. De onderneming zal in dit geval de gewone vordering onder vorm van wissel omzetten in een dubieuze vordering. De tweede groep van waarborgen gesteld voor rekening van derden betreft de persoonlijke zekerheden die door de onderneming aan de schuldeiser van een derde gegeven worden ter vrijwaring van de schulden van deze derden. Deze vorm van verbintenissen komt zeer veel voor in de bankboekhouding in het kader van het borgstellingskrediet dat zij aan de onderneming verlenen. Voor de bank vormen de rekeningen 012 en 013 in feite de tegenhanger van de rekeningen 000 en 001 in de onderneming. Verder vindt men deze vorm van verbintenissen eveneens terug bij verbonden ondernemingen waar de moedermaatschappij zich bijvoorbeeld borg gaat stellen voor een dochter ten einde de kredietwaardigheid van deze laatste te verhogen.
79