St. Michaëlschool Butjesstraat EW Groningen St

St. Michaëlschool Butjesstraat 8 9712 EW Groningen 050-3125282 [email protected] www.michaelschoolgroningen.nl

St. Michaëlschool Schoolplan 2011-2015

FORMULIER “SCHOOLGEGEVENS”

De school:

St. Michaëlschool

Brinnummer:

18FV

Directie:

J. van Lenthe

Adres:

Butjesstraat 8 9712EW Groningen

Contact school:

Tel: 050-5125282 Email: [email protected] Website: www.michaelschoolgroningen.nl

Bevoegd gezag:

Stichting Katholieke Onderwijs Centrale Groningen

Adres bevoegd gezag:

Postbus 1462 9701 BL Groningen

Contactpersoon:

Mw. L. Lestestuiver-Teune

Contact bevoegd gezag:

[email protected]

Schoolplan 2011-2015 St. Michaëlschool

i

FORMULIER “INSTEMMING MET SCHOOLPLAN”


ii

FORMULIER “VASTSTELLING VAN HET SCHOOLPLAN”


iii

INHOUDSOPGAVE SCHOOLPLAN 2011-2015 Hoofdstuk

0.

Inleiding

1

Hoofdstuk

1. 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5

De positionering van onze school Een schets van onze school De missie en visie — waar we voor staan en waar we voor gaan Externe analyse — wat komt er op ons af? De interne sterkte/zwakte analyse — de kwaliteitsmeting Strategische analyse en conclusie

2 2 3 4 5 7

Hoofdstuk

2. 2.1 2.2 2.3 2.4

Het kwaliteitsbeleid Definitie, doel en cyclus van kwaliteitszorg Interne informatiebronnen kwaliteitszorg Externe informatiebronnen kwaliteitszorg Samenhang kwaliteitsbeleid en andere beleidsterreinen

8 8 9 9 10

Hoofdstuk

3. 3.1 3.2 3.3 3.4

Het onderwijskundig beleid Onderwijskundige doelen - Passend onderwijs Zorg voor leerlingen De rol van ICT binnen de zorg Methoden, materialen, kerndoelen, referentieniveaus

11 11 13 15 15

Hoofdstuk

4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8

Integraal personeelsbeleid Algemeen Formatiebeleid Taakbeleid Gesprekkencyclus Scholingsbeleid Functiemix Leeftijdsbewust personeelsbeleid Ziekteverzuimbeleid

18 18 18 19 19 20 21 21 22

Hoofdstuk

5. 5.1 5.2 5.3 5.4

Het materieel beleid Algemeen De huisvesting Materiële planning Veiligheid

23 23 23 23 24

Hoofdstuk

6. 6.1 6.2 6.3 6.4

Het financieel beleid Algemeen Financiële planning Bekostiging en personele inzet Subsidies en sponsoring

25 25 25 25 25

Hoofdstuk

7. 7.1 7.2 7.3

Onze beleidsvoornemens Beleidsvoornemens 2011-2015 Matrix beleidsvoornemens 2011-2015 Uitwerking beleidsvoornemens 2011-2012

26 26 31 32


iv

0. Inleiding Op een prachtige plek, midden in de binnenstad van Groningen, geven leerlingen, ouders, schoolteam en bestuur gestalte aan een kleine gezellige school, de St. Michaëlschool. Soms kun je er een speld horen vallen, soms is het er een drukte van belang. Maar altijd is het een plek waar we ons thuis kunnen voelen en waar we met z’n allen onze uiterste best doen om goed onderwijs te realiseren. Voor u ligt het schoolplan 2011-2015 van de St. Michaëlschool. Het geeft een beschrijving van de hoofdlijnen van ons beleid en van onze voornemens voor de jaren 2011-2015. Met dit plan gaan we enerzijds verder op de ingezette koers van vorige jaren, anderzijds slaan we ook hier en daar nieuwe wegen in. Het schoolplan 2011-2015 is voor ons een planningsdocument met de volgende doelstelling:  Het vaststellen van de beleidsvoornemens voor de periode van 1 augustus 2011 tot en met 31 juli 2015.  Het realiseren van een samenhangend geheel op de terreinen van: het kwaliteitsbeleid, het onderwijskundig beleid, het personeelsbeleid, het materieelbeleid en het financieel beleid.  Het op gang houden van de interne dialoog over het onderwijskundig beleid en daarmee samenhangend de kwaliteit van het onderwijs op onze school;  Het vervaardigen van een beleidsdocument waarmee wij verantwoording afleggen aan het bevoegd gezag, de onderwijsinspectie en de MR.  Het voldoen aan de wettelijke verplichting te beschikken over een schoolplan (Wet op het Primair Onderwijs, artikel 12). Het schoolplan 2011-2015 zal de komende jaren uitgangspunt zijn bij de planning van de jaarprogramma’s. Bij het opstellen van het volgende schoolplan zullen we het huidige plan evalueren en als uitgangspunt hanteren.


1

1. De positionering van onze school 1.1 Een schets van onze school De St. Michaëlschool is een bijzondere basisschool. Bijzonder, omdat de school van oorsprong een katholieke signatuur heeft en daarom tot het bijzonder onderwijs behoort. Bijzonder ook door de speciale plek in het hart van de binnenstad. Maar bovenal bijzonder omdat wij leerlingen, ouders en team - een unieke, levende gemeenschap vormen. Daarnaast zijn we ook een gewone basisschool waar in principe iedereen welkom is. Waar in de stad? De St. Michaëlschool staat aan de Butjesstraat— een smal straatje tussen de Oude Ebbingestraat en de Oude Boteringestraat — op loopafstand van de Grote Markt, de openbare bibliotheek en andere culturele voorzieningen. Vanuit de meeste lokalen hebben we een schitterend uitzicht op de Martinitoren. De leerlingen. Ondanks de situering in de binnenstad, komen maar relatief weinig van onze leerlingen ook echt uit de binnenstad. De meeste leerlingen komen uit de wijken die rond de binnenstad liggen, maar ook de iets verder gelegen wijken behoren tot ons voedingsgebied. De ouders. Naast de leerlingen vormen de ouders een belangrijke groep. Het zijn tenslotte de ouders die hun kinderen op de St. Michaëlschool plaatsen en daarmee toevertrouwen aan onze zorg. Bovendien spelen de ouders ook een actieve rol in het bestuur, de medezeggenschapsraad, de ouderraad, het onderwijsleerproces en bij allerlei activiteiten. Het team. Het team van de St. Michaëlschool bestaat op dit moment (schooljaar 2011-2012) uit 15 personen, die deels fulltime en deels parttime op school aanwezig zijn. De meeste teamleden werken als groepsleerkracht. Zij staan de hele dag in direct contact met de leerlingen. Het is hun taak om dagelijks het onderwijs in de groep te organiseren, de leerlingen te begeleiden en de contacten met de ouders te onderhouden. De groepsleerkrachten worden bij hun werk ondersteund door een directeur, een intern begeleider, een onderwijsassistent, een conciërge en een technisch medewerker. Het bestuur. De St. Michaëlschool valt als bijzondere school, samen met de Katholieke Daltonschool Bisschop Bekkers onder het bestuur van de Katholieke Onderwijs Centrale Groningen (kortweg KOC). Het bestuur bestaat uit vrijwilligers die naast andere drukke werkzaamheden, de belangen van beide scholen behartigen. Ze krijgen daarbij ondersteuning van het Onderwijs Bureau Meppel (kortweg OB). Sommige bestuurders zijn tevens (oud-)ouder van onze school. Het gebouw. Het gebouw waarin de St. Michaëlschool gehuisvest is, stamt uit 1923. Na een grote verbouwing in de jaren zestig, heeft in 2006 een ingrijpende renovatie plaatsgevonden. Er zijn drie extra lokalen boven op de school geplaatst en de school heeft als eerste gebouw in Nederland een lichtgewicht groen dak op een bestaande dakconstructie gekregen. Het resultaat mag er zijn. Het gebouw ziet er van binnen en van buiten weer prachtig uit. Het is een schoolgebouw waarin met plezier gewerkt kan worden.


2

1.2 Missie en visie — waar we voor staan en waar we voor gaan De St. Michaëlschool wil goed onderwijs geven en haar leerlingen de mogelijkheid bieden het beste uit zichzelf te halen en zich persoonlijk te ontwikkelen. Ze wil maatschappelijke en culturele verworvenheden overdragen en haar leerlingen toerusten voor participatie in de samenleving. Ze doet dit vanuit haar eigen levensbeschouwelijke, maatschappelijke, pedagogische en onderwijskundige uitgangspunten. Levensbeschouwelijk. Een katholiek/christelijke levenshouding vormt de grondslag voor ons doen en laten op school. Een levenshouding waarin onderling respect, waardering, samenwerking, verdraagzaamheid en zorg voor elkaar en voor onze omgeving de basis vormen. Maatschappelijk. De school staat midden in de maatschappij. Aan de ene kant zijn we afhankelijk van maatschappelijke ontwikkelingen. Aan de andere kant kunnen we ze ook beïnvloeden. We vinden het belangrijk dat leerlingen ondervinden dat ze deel uitmaken van een gemeenschap en leren hoe ze daar een bijdrage aan kunnen leveren. Op deze manier proberen we onze leerlingen zo goed mogelijk voor te bereiden op participatie in de maatschappij. Pedagogisch. In pedagogisch opzicht proberen wij een omgeving te creëren waarin de leerlingen zich thuis en veilig kunnen voelen. We willen structuur en duidelijkheid bieden, zodat de leerlingen taakgericht en zinvol bezig kunnen zijn. Daarnaast moeten er ook momenten van rust en ontspanning zijn. We willen de leerlingen geleidelijk aan steeds meer verantwoordelijkheid geven voor zichzelf, voor anderen en voor hun omgeving. Onderwijskundig. Wij zien de school als een plaats waar de leerlingen zich verstandelijk, emotioneel en creatief kunnen ontwikkelen en waar ze sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden kunnen verwerven. De basis van ons onderwijskundig handelen ligt in het Bouwen aan een Adaptieve School project (kortweg BAS). Binnen het BAS project zijn wij al een aantal jaren bezig met het bouwen aan een adaptieve school. Wij houden daarbij rekening met de verschillen tussen onze kinderen en met de individuele onderwijsbehoeften van onze kinderen. Dit zien we ook terug in de 1-zorgroute die als zorgstructuur voor onze school is gekozen. Sfeer in de school. De St. Michaëlschool wil een kleine, zorgzame school zijn. Een school waar we elkaar kennen, waar we in een sfeer van openheid en eerlijkheid met elkaar om kunnen gaan, een sfeer waarin we kunnen zeggen wat we prettig en wat we niet prettig vinden. We willen een school zijn waar iedere leerling zich veilig kan voelen, waar een gevoel van saamhorigheid heerst en waar iedereen dus met plezier naar toe gaat. Zo’n goede sfeer ontstaat niet vanzelf en houdt zichzelf ook niet in stand. Wij proberen het ontstaan van zo’n sfeer te bevorderen en te behouden door:  Aan het begin van ieder schooljaar te werken aan groepsvorming.  Ruime aandacht te besteden aan sociaal/emotionele ontwikkeling.  Niet alleen samen te werken, maar ook samen te ontspannen.  Uitbundig feest te vieren met elkaar.  Gezamenlijke activiteiten te ondernemen.  Gezamenlijke doelen na te streven.  Duidelijke regels te stellen en heldere afspraken te maken.  Een sluitend pestprotocol te hanteren. De ouders van de St. Michaëlschool vinden dat we hier goed in slagen getuige het cijfer van 8.1 op het onderdeel “De sfeer” uit het oudertevredenheidsonderzoek van 2011 (voor meer resultaten van het onderzoek, zie 1.4.4).


3

1.3 Externe analyse — wat komt er op ons af? Onze school staat niet op een eiland maar midden in de maatschappij. We hebben dus als school te maken met allerlei directe en indirecte maatschappelijke ontwikkelingen die weer van invloed kunnen zijn op ons beleid en de keuzes die we daarin maken. Een aantal ontwikkelingen: Directe omgeving van de school. Enkele jaren geleden is ons schoolgebouw ingrijpend verbouwd en opgeknapt. Het schoolplein aan de achterzijde steekt daar nu toch wat mager tegen af. Er is overleg geweest en ook nog steeds gaande met de gemeente over het afsluiten en daarna herinrichten van het plein. Ook de verkeerssituatie met het toenemende verkeer in kleine smalle eenrichtingstraatjes rond onze school vraagt hernieuwde aandacht. De overheid – financieel: Sinds de invoering van de lumpsum financiering is het steeds meer zaak om goed financieel beleid te voeren. Dit wordt nog belangrijker omdat door diverse bezuinigingen per saldo steeds minder geld voor de scholen beschikbaar komt. Ons bestuur is met twee scholen een relatief klein bestuur en daarmee extra gevoelig voor eventuele (financiële) schommelingen. De overheid – wettelijke bepalingen: Scholen hebben de opdracht actief burgerschap en sociale integratie van leerlingen te bevorderen. Actief burgerschap verwijst naar de bereidheid en het vermogen deel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. Met sociale integratie wordt de deelname van burgers (ongeacht hun etnische of culturele achtergrond) aan de samenleving bedoeld. De overheid – Passend onderwijs: De overheid wil het stelsel voor passend onderwijs herzien. In het nieuwe stelsel krijgen scholen de plicht een passende onderwijsplek te bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Niet elke gewone school hoeft alle kinderen op te vangen. Scholen kunnen zich specialiseren door zorgprofielen op te stellen en ze kunnen onderling afspraken maken wie welke kinderen het beste onderwijs kan geven. Demografische ontwikkelingen: Verschillende gebieden krijgen te maken met een daling van het inwoneraantal. In de stad Groningen gaat dat minder hard, maar ook daar zijn er behoorlijke verschillen. De gemeente Groningen geeft jaarlijks een 25-jaar prognose van het leerlingaantal voor elke basisschool in haar gemeente. Volgens deze prognose het leerlingaantal op de St. Michaëlschool de komende 25 jaar redelijk stabiel rond de 195 leerlingen liggen. Ontwikkelingen mbt buitenschoolse opvang. Scholen hebben een verantwoordelijkheid bij het aanbieden van mogelijkheden voor BuitenSchoolse Opvang (BSO). De BSO regelt de opvang van kinderen buiten schooluren. Het zelf of in eigen huis aanbieden van BSO kan de concurrentiepositie van de school verbeteren. De St. Michaëlschool onderhoudt contacten met twee aanbieders van BSO: Monkey Donky en SKSG. De opvang door Monkey Donky vindt plaats in ons schoolgebouw, de opvang door SKSG bij BSO Kastanjeplein. Ontwikkelingen mbt ICT: De ontwikkelingen binnen het onderwijs op het gebied van ICT gaan razendsnel. Door de invoering van de digitale schoolborden maken ook de nieuwe methodes steeds meer en steeds beter gebruik van ICT technologie. Al deze mogelijkheden vragen om bijscholingen van de leerkrachten en aanpassingen in hun manier van werken. Daarnaast zijn in deze tijd sociale media niet meer weg te denken uit ons dagelijks bestaan. Het is daarom belangrijk aandacht te besteden aan de onderwerpen sociale media en mediawijsheid. Ontwikkelingen mbt schooltijden: Steeds meer basisscholen oriënteren zich op mogelijkheden om hun schooltijden aan te passen. Een aantal scholen om ons heen heeft ook al daadwerkelijk nieuwe tijden. Het is van belang aan deze discussie deel te nemen. Eventuele nieuwe schooltijden hebben gevolgen voor de organisatie van de TMO (Tussen de Middag Opvang). Duurzaamheid: We vinden het belangrijk om aandacht te besteden aan duurzaamheid. We doen dit onder andere door duurzaamheid als keuzevak in de bovenbouw (Ecolab), een groen


4

dak op het gebouw, energiezuinige T5 verlichting, fairtrade kerstpakketten voor de leerkrachten en mogelijk zonnepanelen in de toekomst. 1.4 De interne sterkte/zwakte analyse — de kwaliteitsmeting Voor de interne analyse hebben we de volgende instrumenten en informatiebronnen gehanteerd:  Inspectieonderzoek - april 2009: Op 21 april 2009 heeft de inspectie de St. Michaëlschool bezocht in het kader van het vierjaarlijks onderzoek. Tijdens dit onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van het onderwijs beoordeeld aan de hand van een aantal indicatoren. Het rapport is vastgesteld op 30 juni 2009.  Onderzoek werksfeer - juni 2010: In juni 2010 is er onderzoek verricht naar de werksfeer binnen het team. Het rapport is vastgesteld in augustus 2010. De resultaten van het onderzoek hebben geleid tot een teamverbetertraject.  Teamverbetertraject – schooljaar 2010-2011: In het schooljaar 2010-2011 heeft een teamverbetertraject plaatsgevonden met als doelstelling het verkrijgen van een professioneel team met een open communicatiecultuur.  Oudertevredendheidsonderzoek - februari 2011. In februari 2011 zijn de ouders van de St. Michaëlschool gevraagd om – in het kader van een OuderTevredenheidsOnderzoek (OTO) een uitgebreide vragenlijst in te vullen (response ongeveer 40%). Onderzoek Inspectie – april 2009. De inspectie concludeert in haar rapport van 30 juni 2009 dat op de St. Michaëlschool de kwaliteit van de indicatoren “Kwaliteitszorg”, “Opbrengsten: resultaten van leerlingen en hun voortgang in de ontwikkeling” en “Wet en regelgeving” op orde is. Bij de indicator “Zorg en begeleiding” worden een aantal tekortkomingen gesignaleerd. Het is duidelijk dat zorgstructuur te lijden heeft gehad van de problematiek rond de interne begeleiding in de voorafgaande jaren. De inspectie heeft voor jaren 2009, 2010 en 2011 voor de St. Michaëlschool het basisarrangement vastgesteld. Dit betekent dat de inspectie geen aanwijzingen heeft dat er belangrijke tekortkomingen zijn in de kwaliteit van het onderwijs. Onderzoek werksfeer – juni 2010. Het onderzoek naar de werksfeer binnen de St. Michaëlschool liet de volgende resultaten zien: Alle medewerkers ervaren werkplezier en het werk wordt door de medewerkers als inspirerend en boeiend ervaren. Een aantal genoemde positieve punten van de school zijn: de individuele kwaliteiten van de leerkrachten, de mooie feesten en excursies die de school organiseert, de aandacht voor kunst en cultuur op de school, de positief kritische leuke ouders, de resultaten van de leerlingen, de ligging van de school en het mooie gebouw, iedereen kent elkaar en de goede intern begeleider. Daarnaast worden ook een aantal knelpunten genoemd. De belangrijkste zijn: de leiding en aansturing door de directie, het met elkaar een professioneel team vormen en de gesloten communicatiecultuur. Deze knelpunten zijn aangepakt in het teamverbetertraject in het schooljaar 2010-2011. Teamverbetertraject – schooljaar 2010-2011. De St. Michaëlschool is in schooljaar 2010-2011 gestart met een nieuwe interim-directeur. De interim-directeur heeft samen met het team een teamverbetertraject doorlopen. Gedurende zes bijeenkomsten is gewerkt aan de professionalisering van het team. Daarbij lag de nadruk op het bewerkstelligen van open communicatie en het beantwoorden van de vraag: welk team willen we zijn? Als tastbaar eindproduct heeft het team afspraken gemaakt over de samenwerking met elkaar (o.a. op het gebied van onderlinge communicatie, elkaar ondersteunen, omgang met elkaar, aanwezigheid op school en het nakomen van afspraken).


5

Oudertevredenheidsonderzoek – februari 2011. Hieronder volgt een samenvatting van de belangrijkste bevindingen. De ouders zijn over het algemeen positief over: - Het enthousiasme, de betrokkenheid en de toegankelijkheid van leerkrachten. Bovendien vindt men dat vervanging goed wordt geregeld. - De goede sfeer en de kleinschaligheid van de school: “iedereen kent elkaar”. - De verschillende schoolbrede activiteiten: de feesten (Michaël-, kerst- en eindfeest), de acties (goede doelen), de keuzevakken op vrijdagmiddag. - De verschillende buitenschoolse activiteiten (bv. schoolreis, schoolkamp, excursies, culturele uitstapjes) en sportactiviteiten (sportdag, zwemles, sporttoernooien). - De pedagogische situatie op school, met als uitschieters dat kinderen zich over het algemeen veilig voelen en met plezier naar school gaan. - Het feit dat de school zelfstandigheid en goede (cognitieve) leerprestaties van leerlingen bevordert. De antwoorden van de ouders laten de volgende verbeterpunten zien: - De staat van onderhoud van het plein, de speeltoestellen en het toezicht op het plein. - De verkeerssituatie rond de school wordt door een deel van de ouders als onveilig gezien. - Bij een aantal vragen (mn op gebied van schoolorganisatie en identiteit) hebben relatief veel ouders “geen zicht op” ingevuld. Hier zou de informatieverstrekking dus beter kunnen. - Ouders geven aan niet voldoende op de hoogte te zijn van het functioneren en de taken van de OR, de (G)MR en het bestuur en hebben (mede daardoor) soms het gevoel onvoldoende inspraak te hebben bij organisatorische zaken en het beleid van de school. - De overdracht (naar een volgende groep) en de doorgaande lijn in het onderwijs. - De zorg aan leerlingen met leer- en/of gedragsproblemen. Ouders geven aan niet altijd op tijd te worden geïnformeerd wanneer er problemen zijn met hun kind. De ouders zijn tevens gevraagd om de St. Michaëlschool op een aantal onderdelen een rapportcijfer te geven. De ouders geven de school een 7.4 als gemiddeld cijfer. Een mooi cijfer en hoger in vergelijking met het gemiddelde cijfer van 6.8 in 2006 en 6.9 in 2010 (toen alleen ingevuld door ouders groep 8). Zie verder onderstaande tabel.

Hele school juni 2006 # Retour = 59 Onderdelen

A B C D E F G H I J K L M N

De katholieke identiteit Het gebouw Het team De directie Het onderwijsaanbod De zorg De sfeer De eigen kind contacten De ouderavonden De schoolgids De nieuwsbrief De website Medezeggenschapsraad Ouderraad

Groep 8 juni 2010 # Retour = 18

# Ingevuld

Gem. Cijfer

# Ingevuld

Gem. cijfer

# Ingevuld

Gem. cijfer

48 57 51 48 52 51 57 49 50 56 57 47 40 41

5.9 4.9 7.1 6.1 7.0 6.9 7.4 7.5 6.7 7.2 7.3 6.7 7.0 7.0

12 15 15 14 15 14 18 15 15 15 15 15 13 13

6.4 7.7 6.8 4.7 7.1 7.2 8.0 7.5 6.7 6.7 7.3 6.5 6.5 6.8

53 64 62 48 62 61 64 60 61 63 64 62 37 40

6.4 7.6 7.6 7.5 7.6 7.5 8.1 7.9 7.2 7.6 8.0 7.0 6.9 7.1

6.8


Hele school febr 2011 # Retour = 67

6.9

7.4

6

1.5 Strategische analyse en conclusie De St. Michaëlschool wil goed onderwijs geven en haar leerlingen de mogelijkheid bieden het beste uit zichzelf te halen en zich persoonlijk te ontwikkelen. Om dit te kunnen bereiken moeten de zaken op financieel, materieel, personeel en zeker ook op onderwijskundig gebied natuurlijk goed op orde zijn. Financieel: De stichting KOC is financieel gezond, maar door zijn relatief kleine omvang met twee scholen wel extra gevoelig voor financiële schommelingen als gevolg van bezuinigingen. De bekostiging van onze school is direct gerelateerd aan het aantal leerlingen. Het is dus van belang dat de instroom van leerlingen op sterkte blijft. Na een aantal jaren van een teruglopende instroom in de kleutergroepen is de instroom vanaf 2010-2011 (onder andere door betere informatie en intake) weer toegenomen. Met een stabiel aantal van rond de 210 leerlingen is er financiële ruimte voor een optimale personeelsformatie en is er sprake van een gezonde financiële situatie voor de school. Materieel: Het schoolgebouw is onlangs ingrijpend verbouwd en het groepsmeubilair is grotendeels vervangen. Daarnaast zijn intussen in de groepen 3 t/m 8 digitale schoolborden geplaatst. De groepen 1/2 zijn in 2012 aan de beurt voor nieuw groepsmeubilair en het plaatsen van digitale borden. De aandacht zal vanaf 2012 meer worden gericht op de directe omgeving van de school: het schoolplein met daarop de speeltoestellen en de verkeerssituatie rondom de school. Daarnaast zal bekeken worden hoe onze school een nog meer duurzame school kan worden. Personeel: Een professioneel team met een open communicatiecultuur is voorwaarde voor een goede leeromgeving voor de leerlingen. Het is dus zaak om hier ook na het teamverbeteringstraject van 2010-2011 blijvend aandacht aan te besteden. Verder is het uiteraard belangrijk dat een dergelijke team bestaat uit bekwame leerkrachten die goed in hun vel zitten. Voor leerkrachten in het basisonderwijs bestaan een zevental bekwaamheidseisen. Deze bekwaamheidseisen en scholing zijn onderwerp van gesprek tijdens de functioneringsgesprekken en komen terug in de Persoonlijke OntwikkelingsPlannen (POP). In verband met de gezondheid van de medewerkers is het van belang om een goede arbodienst en een goed verzuimbeleid te hebben. Onderwijskundig: Een belangrijk aandachtspunt is het zorgen voor een betere overdracht en doorgaande lijn in ons onderwijs. We gaan hier aan werken door hernieuwde aandacht voor BAS en het verder invoeren van de 1-zorgroute. Het doel is om BAS op een uniforme manier in te voeren in alle groepen waarbij de 1-zorgroute is ingebed binnen BAS. Er moet een duidelijke doorgaande BAS-lijn in de school aanwezig zijn en de school moet duidelijk herkenbaar zijn als BAS school. In het kader van de overdracht en doorgaande lijn is het ook verstandig om leerkrachten periodiek van groep te laten wisselen. Een ander aandachtsgebied is de vernieuwing van de methodes. Op dit gebied is een inhaalslag gaande en bij de implementatie van nieuwe methodes zal er ook aandacht zijn voor de doorgaande lijn. Mede naar aanleiding van de bevindingen van de inspectie heeft het onderwerp van “de interne begeleiding en herziening van de zorgstructuur” hoog op de agenda gestaan. De interne begeleiding werd een functie en er werd een nieuwe intern begeleider aangesteld. De zorgstructuur is onder handen genomen met de 1-zorgroute als leidend principe. Voor de toekomst is het van belang dat we de 1-zorgroute verder uitbouwen en dat we ons goed voorbereiden op de ontwikkelingen in het kader van het passend onderwijs. We zullen gaan werken aan het opstellen van ons zorgprofiel en zullen ons waar nodig laten scholen. Het onderwerp van de identiteit heeft de vorige planperiode minder aandacht gekregen. Er ligt een brontekst uit 2008 die als startpunt zal dienen bij het opnieuw opstarten van een werkgroep identiteit.


7

2. Het kwaliteitsbeleid Op de St. Michaëlschool willen we goed onderwijs geven en de leerlingen de mogelijkheid bieden het beste uit zichzelf te halen en zich persoonlijk te ontwikkelen. Het kwaliteitsbeleid van de St. Michaëlschool is dan ook gericht op de systematische bewaking, borging en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. 2.1 Definitie, doel en cyclus van kwaliteitszorg Definitie: De St. Michaëlschool staat midden in de maatschappij en zal daarom ook moeten inspelen op de steeds veranderende eisen en verwachtingen die door de maatschappij (bv. de overheid, de leerlingen en de ouders) gesteld worden. Het is dus belangrijk voor de school om zich continue verder te ontwikkelen en te vernieuwen. Daarmee is de zorg voor kwalitatief goed onderwijs een dynamisch proces. Onder kwaliteitszorg verstaan wij dan ook het voortdurende proces van zorgvuldig plannen en gezamenlijk werken aan verbetering en vernieuwing van één of meer onderdelen van het onderwijs. Doel: De St. Michaëlschool wil met de kwaliteitszorg het volgende bereiken: (1) directie en team werken gericht aan de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs op school en (2) directie en team voelen zich verantwoordelijk voor de resultaten en de stappen die genomen moeten worden om te vernieuwen en de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Cyclus: Bij het proces van plannen en uitvoeren van de kwaliteitsbevorderende activiteiten maken we gebruik van de zogeheten PDCA-cyclus van William Edwards Deming (zie onderstaande figuur).

De cyclus beschrijft vier stappen die gezamenlijk zorgen voor de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Het cyclisch karakter van de stappen zorgt er voor dat het onderwerp van kwaliteitsverbetering continue onder de aandacht blijft. De directie ziet er op toe dat de volgende vier opeenvolgende stappen worden gezet:  PLAN: Stellen van doelen en plannen van activiteiten.  DO: Uitvoeren van de geplande activiteiten.  CHECK: Bepalen in hoeverre de afgesproken doelen zijn gehaald.  ACT: Analyseren van de afwijkingen en nemen van maatregelen. De PLAN activiteit start vanuit een bepaalde beginsituatie van de kwaliteit op dat moment. Om de beginsituatie in kaart te brengen wordt er gebruik gemaakt van verschillende interne en externe informatiebronnen.


8

2.2 Interne informatiebronnen kwaliteitszorg In het kader van de kwaliteitszorg wordt gebruik gemaakt van de volgende interne informatiebronnen: Methodegebonden toetsen: De methode gebonden toetsen laten zien in hoeverre de leerling de leerstof beheerst van een bepaalde methode en of bijvoorbeeld herhaling wenselijk is. CITO LVS toetsen. De LeerlingVolgSysteem toetsen van CITO laten zien hoe het staat met het vaardigheidsniveau van de leerling ten opzichte van klasgenoten. Daarnaast geeft het een indruk van de vorderingen van de groep als geheel en van de kwaliteit van het onderwijs op school. CITO Eindtoets groep 8: Elk jaar wordt een nieuwe CITO eindtoets samengesteld. Deze kan worden ingezet als onafhankelijk advies in het kader van de keuze voor het vervolgonderwijs. Daarnaast geeft het samen met het LVS een indruk van de vaardigheid van de leerlingen en de resultaten van het onderwijs van de school. Toets Sociaal Emotionele Ontwikkeling: Met behulp van dit instrument wordt de sociaalemotionele ontwikkeling van leerlingen systematisch gevolgd. Pravoo observatielijsten groep 1 en 2. Met deze observatielijsten worden een 10-tal ontwikkelingsaspecten van de kinderen van groep 1 en 2 in kaart gebracht en gevolgd, namelijk: kring, spelen, werken, taal, motoriek, rekenen, auditieve en visuele waarneming, redzaamheid en afscheid nemen. CITO Toetskalender: Deze kalender geeft aan wanneer welke CITO toets zal worden afgenomen. Groeps- en leerlingbesprekingen: Aan de hand van onder andere de resultaten van het LVS worden groeps- en leerlingbesprekingen gehouden. Daarmee wordt het mogelijk om in het kader van de 1-zorgroute leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften effectief te clusteren en doelgericht een groepsplan op te stellen. Zorgteamoverleg: In dit overleg gaat het met name om problematiek bij individuele leerlingen. Onderwijsinhoudelijke teamvergaderingen: Tijdens inhoudelijke teamvergaderingen worden bijvoorbeeld het pestprotocol en de resultaten van LVS toetsen besproken. Dat laatste gebeurt op drie niveaus: de individuele leerling, de groep en met name ook de doorgaande lijn binnen de school. 2.3 Externe informatiebronnen kwaliteitszorg In het kader van de kwaliteitszorg wordt gebruik gemaakt van de volgende externe informatiebronnen: Onderzoek inspectie: De Inspectie van het Onderwijs ziet er op toe dat alle leerlingen onderwijs krijgen van voldoende kwaliteit. Bij de beoordeling van de kwaliteit krijgt de St. Michaëlschool keer op keer het basisarrangement toegekend. Dat betekent dat de inspectie geen aanwijzingen heeft dat er belangrijke tekortkomingen zijn in de kwaliteit van het onderwijs. Onderzoek door extern bureau: Wanneer daar aanleiding voor is zal een extern bureau worden ingeschakeld voor nader onderzoek. Zo is in de vorige planperiode naar aanleiding van een onderzoek naar de werksfeer een teamverbetertraject opgestart. Oudertevredenheidsonderzoek: Het streven is om het onderzoek om de twee jaar uit te voeren (dus in deze planperiode in 2013 en 2015). De resultaten laten zien waar ouders tevreden over zijn en waar de verbeterpunten liggen. Klachtenregeling: Elke basisschool dient op grond van de wet op het Primair Onderwijs te beschikken over klachtenregeling. Bepaalde klachten kunnen uiteindelijk leiden tot verbeterpunten voor de school. Overleg met bestuur: Tijdens het overleg van de directie met het bestuur (elke tweede bestuursvergadering samen met de directeuren) is er aandacht voor de kwaliteit van het onderwijs. Dat geldt ook voor de werkbezoeken (eenmaal per 1 a 2 jaar) die het bestuur aflegt bij de teams.


9

Kwaliteit gemeten door directie en/of team: In het verleden is hiervoor de QuickScan van WMK PO gebruikt. Het streven is om een dergelijke onderzoek regulier te herhalen. Daarnaast leveren de inhoudelijke teamvergaderingen uiteraard een schat aan informatie op. 2.4 Samenhang kwaliteitsbeleid en andere beleidsterreinen Het kwaliteitsbeleid heeft een directe relatie met het onderwijskundig beleid, het integraal personeelsbeleid, het materieel beleid en het financieel beleid. Goed kwaliteitsbeleid helpt ons bij het realiseren van goed onderwijskundig beleid. Daarnaast is adequaat beleid op het gebied van personeel, materieel en financiële middelen weer een belangrijke voorwaarden voor een goed onderwijskundig beleid. Goed onderwijs is gebaat bij:  Goede leerkrachten die samen een professioneel team vormen – integraal personeelsbeleid  Een omgeving waarin goed en veilig kan worden gewerkt – materieel beleid.  Voldoende financiële middelen om voorgaande mogelijk te maken – financieel beleid.


10

3. Het onderwijskundig beleid 3.1 Onderwijskundige uitgangspunten – Passend onderwijs Het onderwijs op de St. Michaëlschool wordt zodanig ingericht dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het richt zich op (1) de emotionele en verstandelijke ontwikkeling, (2) het ontwikkelen van de creativiteit, (3) het verwerven van de noodzakelijke kennis en (4) het verwerven van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden. In de komende planperiode zal daarbij de beleidsmatige aandacht met name uitgaan naar het onderwerp van het verwerven van de noodzakelijke kennis. Voor een adequate uitvoering van de zorg en begeleiding van alle leerlingen hanteren we de uitgangspunten voor passend onderwijs zoals deze in het Referentiekader Passend Onderwijs door de PO raad zijn opgesteld en waarvoor wetsvoorstellen zijn ingediend:  Systematisch volgen van vorderingen van onze leerlingen met behulp van:  methodeonafhankelijke toetsen leerlingvolgsysteem  methodeonafhankelijke eindtoetsing  methodegebonden toetsen  Systematische analyse van leerling-resultaten en de voortgang in de ontwikkeling.  Extra zorg voor leerlingen die dat nodig hebben op basis van signalering, diagnose, handelingsplanning, evaluatie.  Betrokkenheid van ouders bij de planmatige uitvoering van de zorg.  Adequate procedures voor instroom, doorstroom en uitstroom van leerlingen.  Toepassing van afgesproken procedures en protocollen.  Centrale opslag van leerlingengegevens in leerling-dossier.  Gestructureerde en planmatige zorg en begeleiding voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften zo nodig in een eigen leerlijn met ontwikkelingsperspectief. In het Referentiekader Passend Onderwijs is ook opgenomen dat de school verplicht is om een onderwijszorgprofiel op te stellen. In het onderwijszorgprofiel van de St. Michaëlschool wordt aangegeven hoe de organisatie van de zorg en begeleiding eruit ziet en welk aanbod van zorg en ondersteuning aan alle leerlingen bij ons op school geboden kan worden. Om zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de verschillende onderwijsbehoeften en mogelijkheden van kinderen, streven we er naar om adaptief onderwijs te verwezenlijken. Hierbij hanteren we het kwaliteitshandboek Bouwen aan een Adaptieve School. Hiermee proberen we de voorwaarden te creëren om handelingsgericht te kunnen werken en planmatig om te gaan met de verschillen in onderwijsbehoeften. Deze behoeften formuleren wij door aan te geven wat een kind nodig heeft om een bepaald doel te bereiken. We richten ons niet zo zeer op wat er mis is met een kind, maar meer op wat het nodig heeft om bepaalde doelen te bereiken en welke aanpak een positief effect heeft. We sluiten bij het benoemen van onderwijsbehoeften van onze leerlingen aan bij de positieve kwaliteiten en stimulerende factoren van het kind. De   

belangrijkste pedagogisch didactisch uitgangspunten van ons adaptieve onderwijs zijn: Relatie — Ik hoor erbij Competentie — Ik kan het Autonomie — Ik kan het zelf


11

Van onze leerkrachten wordt verwacht, dat zij een positief verwachtingsbeeld van de kinderen hebben en dat zij vorderingen goed registreren om zodoende de voortgang van het onderwijs en de ontwikkeling van de kinderen te kunnen initiëren, volgen en bewaken. De beheersing van de instrumentale vaardigheden, zoals lezen, schrijven, het zich kunnen uitdrukken in geschreven en mondelinge taal en het kunnen werken met getallen zien wij als belangrijke voorwaarde voor de verwerving van kennis over de wereld en het vermogen om zich creatief te kunnen uitdrukken. Daarnaast vinden wij het van belang dat de kinderen worden uitgedaagd om zich een gefundeerde mening te vormen waarbij het delen van elkaars standpunt als waardevol wordt beschouwd en zo in een sfeer van vertrouwen de kennis en de achtergrond die de kinderen zelf meebrengen, in de groep te gebruiken om van elkaar te leren. Op de St. Michaëlschool is de klassikale situatie het uitgangspunt. Na de klassikale kerninstructie, waarbij veel interactie plaatsvindt tussen leerkracht en leerling en leerlingen onderling, kiest de leerkracht voor verlengde instructiemomenten waarbij kleine groepjes leerlingen of individuele leerlingen geholpen worden aan de instructietafel. Op deze momenten werken de andere leerlingen zelfstandig aan hun taak. Er zijn afspraken rondom het zelfstandig werken en de hulpvraag van kinderen. Een belangrijk uitgangspunt van onze school is, dat we uitgaan van basisstof met daarnaast mogelijkheden voor extra uitleg of opdrachten voor verrijking en verdieping voor meerpresteerders. Daarnaast is er een vorm van taakwerk waarin kinderen zelfstandig werken. De tijdsduur waarin kinderen dit doen, wordt steeds langer naarmate ze in een hogere groep zitten. In ons onderwijs streven we de volgende doelen na, waarbij onze visie het uitgangspunt is:  Bevorderen van de individuele ontplooiing in samenhang met de sociale ontwikkeling  Bevorderen van de zelfstandigheid van de kinderen, zodat ze in staat zijn zelf beslissingen te nemen en daarvoor eigen verantwoordelijkheid te dragen.  Elkaar en elkaars mening respecteren en kritisch tegenover jezelf en anderen durven staan.  Het bevorderen van veelzijdige ontwikkeling, waarbij emotionele, verstandelijke, creatieve en motorische aspecten allemaal aan bod komen.  Een basis leggen voor het verkrijgen van inzicht in onze democratische samenleving en het dynamische karakter daarvan, waarbij we willen bevorderen dat kinderen hun eigen keuzes leren maken. Onze school werkt met een jaarklassensysteem. Een uitzondering hierop vormen de heterogene kleutergroepen. Dat wil zeggen de combinatiegroepen 1/2 die in de vorige planperiode van start zijn gegaan. Dit heeft voordelen voor zowel de sociale ontwikkeling ("groten” helpen de "kleintjes") als de cognitieve ontwikkeling (leren van elkaar) van kinderen. In het schooljaar 2011-2015 gaan wij onze visie hierop vastleggen. Kenmerkend voor onze school is dat het jaarklassensysteem in groep 3 t/m 8 op vooraf geplande tijdstippen doorbroken wordt. Dit vinden wij belangrijk om de communicatie tussen leerlingen van verschillende leeftijden te bevorderen en zodoende van en met elkaar te leren. De momenten waarop we dit vormgeven zijn bijvoorbeeld tijdens keuzemiddagen, sport- en speldagen, vieringen (St. Michaëlsfeest, kerst, slotmusical) en tutorlezen. Culturele en kunstzinnige vorming krijgt in brede vorm aandacht binnen onze school. Hierin maken we bewuste keuzes uit het uitgebreide aanbod van culturele en kunstzinnige activiteiten. Het onderwerp komt binnen de reguliere lessen aan de orde, maar bijvoorbeeld ook op een


12

aantal momenten van het doorbreken van het jaarklassensysteem zoals tijdens de keuzemiddagen en de schoolbrede vieringen. In de vorige planperiode is door de coördinator cultuur een begin gemaakt met het opstellen van een beleidsplan Culturele en Kunstzinnige Vorming. Onderdeel daarvan is een kunstmenu waarbij elk schooljaar een tweetal kunstdisciplines centraal zullen worden gesteld (bv. beeldende kunst, muziek, drama, dans, cultureel erfgoed en (sociale-)media educatie). In 2009 is gekozen voor de implementatie van de 1-zorgroute. Uitgangspunt van de 1-zorgroute is handelingsgericht werken vanuit groepsplannen gericht op het ontwikkelingsperspectief van elke individuele leerling. Centraal staat dat passend onderwijs geboden wordt, waarin alle leerlingen zich optimaal kunnen ontwikkelen op basis van hun mogelijkheden en talenten. De 1zorgroute zorgt voor een doorgaande lijn in de afstemming van het onderwijs op de onderwijsbehoeften van de leerlingen en is gericht op preventief en proactief handelen. Inmiddels werkt onze school twee jaar vanuit de 1-zorgroute en is de implementatie nog niet volledig. Er wordt gewerkt met groepsplannen voor technisch en begrijpend lezen en rekenen. Het gevolgde traject zal worden voortgezet en verder ontwikkeld. In de praktijk houdt dit in dat de groepsplannen voor alle gebieden worden ingevuld. Ook wordt verdere aandacht besteed aan het verbeteren van de cyclus handelingsgericht werken en het doelgericht (SMART) afstemmen, reflecteren en evalueren. 3.2 Zorg voor leerlingen In het Referentiekader Passend Onderwijs is de organisatie van de zorgstructuur beschreven vanuit drie zorgniveaus: basiszorg, breedtezorg en dieptezorg. In de organisatie van de zorg voor leerlingen gebruikt de St. Michaëlschool deze drie niveaus. Een uitgebreide beschrijving van de organisatie van de zorg is terug te vinden in het onderwijszorgprofiel 2011-2015 van onze school. In dit onderwijszorgprofiel staat ook onze visie op zorg beschreven. Kern hiervan is dat de St. Michaëlschool ernaar streeft dat de leerkrachten in staat zijn gedifferentieerde zorg te kunnen geven en dat er een proactief basis leerlingenzorgsysteem gehanteerd wordt om daarmee een goed onderwijsrendement mogelijk te maken. Zorgniveau 1 de basiszorg beschrijft het aanbod van onderwijszorg en zorgvoorzieningen die de school zelf in en om de groepen leerlingen binnen de eigen schoolorganisatie kan bieden aan alle leerlingen. De kern van de basiszorg wordt uitgevoerd in de groep. De 1-zorgroute wordt hierbij gebruikt als instrument en gaat uit van verschillen in ontwikkeling van kinderen waardoor er een diversiteit aan onderwijsbehoeften ontstaat. De instructie moet hierop worden gebaseerd, effectief en gedifferentieerd zijn en bij de verwerking is het van belang dat de leerkracht inspeelt op de capaciteiten en manier van leren van de leerling. Daar waar nodig, wordt extra hulpinstructie geboden en/of de leerstof aangepast. De leerkracht maakt groepsplannen waarin de organisatie van de basiszorg voor alle leerlingen in zijn of haar groep beschreven staat. In de groepsplannen worden alle maatregelen die onder de basiszorg vallen zoals differentiatiegroepen, pre- en reteaching, hulp van klassen- en onderwijsassistenten en begeleiding van interne en externe deskundigen opgenomen. Zorgniveau 2 de breedtezorg beschrijft het aanbod van onderwijszorg en zorgvoorzieningen om de school heen. De school blijft zelf de verantwoordelijkheid voor het onderwijs aan de kinderen dragen, maar schakelt daarbij de hulp in van externe deskundigen zoals ambulante begeleiding, jeugdgezondheidszorg, jeugdzorg e.d. Binnen de breedtezorg blijft de leerling ingeschreven op de school. De breedtezorg heeft een tijdelijk en/of aanvullend karakter en is bestemd voor leerlingen met enkele beperkt aanvullende onderwijszorgbehoeften. Binnen de St.


13

Michaëlschool wordt de breedtezorg georganiseerd vanuit een overlegcyclus die vijf keer per jaar plaatsvindt met de ambulant begeleider SBO, orthopedagoog, sociaal verpleegkundige en intern begeleider. Zorgniveau 3 de dieptezorg beschrijft het aanbod aan onderwijszorg in gespecialiseerde voorzieningen die in het regionaal samenwerkingsverband aanwezig zijn. Het betreft verwijzingen vanuit de St.Michaëlschool naar bijvoorbeeld een school voor speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs. De St. Michaëlschool draagt de verantwoordelijkheid voor deze leerling over aan deze voorziening. Dieptezorg kan zowel permanent als tijdelijk van aard zijn en is bestemd voor leerlingen met complexe speciale onderwijszorgbehoeften. De procedure die hiervoor gehanteerd wordt is opgenomen in het onderwijszorgprofiel van onze school. Alle vormen van onderwijszorg vragen van onze leerkrachten dat zij de ontwikkeling van de kinderen systematisch volgen, handelingsgericht werken en eventuele problemen vroegtijdig signaleren. Alle leerlingen worden door middel van het Leerling Volg Systeem (LVS) van Cito in kaart gebracht. Dit systeem geeft een beeld van de ontwikkeling van een leerling op elk willekeurig moment tijdens zijn of haar schoolloopbaan en dient ter signalering en analyse. De intern begeleider draagt zorg voor de coördinatie en de activiteiten in het kader van de leerlingenzorg. De gegevens van de leerlingen worden volgens een vaste procedure besproken en nader geanalyseerd. Bij de bespreking van toetsresultaten worden conclusies getrokken op drie niveaus: de individuele leerling, de groep en de doorgaande lijn binnen de school. Leerlingen die onder of ver boven het niveau zitten worden nader gediagnosticeerd en met gerichte hulp verder geholpen. De aanpak wordt beschreven in het groepsplan. Op vastgelegde tijdstippen worden deze plannen geëvalueerd door de leerkrachten en de intern begeleider. Het stappenplan van onze leerlingenzorg ziet er als volgt uit:


14

De St. Michaëlschool participeert in het deelverband 2.01 van het samenwerkingsverband Weer Samen Naar School Stad & Ommeland. Naast de scholen van de KOC nemen de scholen van O2G2 in de gemeente Groningen, de school van de Groningse School Vereniging en het Speciaal Basisonderwijs Groningen deel aan dit verband. Het SBO Groningen vervult binnen het Samenwerkingsverband de rol van expertisecentrum voor leerlingen vanuit de breedtezorg en vangen (soms tijdelijk) leerlingen op vanuit de dieptezorg. In het zorgplan van het deelverband 2.01 wordt een concrete uitwerking per schooljaar gegeven van het vastgestelde beleid in een meerjarig Ontwikkelingsplan Zorg. Er wordt aangegeven welke activiteiten worden uitgevoerd en hoe de scholen gefaciliteerd worden. Dit plan wordt jaarlijks aan de gemeenschappelijke medezeggenschapraad van de KOC scholen voorgelegd. 3.3 De rol van ict binnen de zorg Binnen de zorgstructuur neemt ict een belangrijke plaats in. Via het digitale schoolbord krijgen leerlingen gedifferentieerde en expliciete instructie. Via de computer krijgen de leerlingen extra oefenstof op eigen niveau aangeboden en worden verwerkingsopdrachten uitgevoerd. Alle toetsresultaten worden digitaal vastgelegd en gebruikt bij de groeps- en leerlingenbesprekingen en zijn, evenals het digitale volgsysteem een vast onderdeel bij de overdracht aan het eind van het schooljaar. In het schooljaar 2012-2013 zal een toets voor sociaal emotionele ontwikkeling aangeschaft worden en digitaal afgenomen worden. In de periode 2011-2015 zal het leerlingdossier volledig digitaal worden ingevuld en bewaard middels het webbased programma ESIS. 3.4 Methoden, materialen, kerndoelen, referentieniveaus Het lees- taal en rekenonderwijs neemt op onze school een belangrijke plaats in. We gaan met onze methoden uit van een centrale instructie met gedifferentieerde verwerkingsvormen, waarbij onze methoden voor deze vakken voldoen aan de kerndoelen. Zowel voor lezen als rekenen zijn nieuwe methodes aangeschaft die voldeden aan onze vooraf opstelde criteria. Ook voor de implementatie is ruime aandacht en het lees- en rekenonderwijs komt regelmatig tijdens teamvergaderingen aan de orde. Het leesonderwijs is van groot belang voor een bede ontwikkeling van kinderen en draagt bij aan schoolsucces. Verder geldt dat de kwaliteit van taal/leesonderwijs doorwerkt op rekenen/wiskunde, het onderwijs in de kennisgebieden en muzisch-expressieve vakken. Ook zijn leesactiviteiten bij ons een onderdeel van vieringen, zoals bijvoorbeeld de Kinderboekenweek waaraan ons St. Michaëlsfeest is gekoppeld. Het samen vieren gebeurt structureel op projectmatige wijze. Bij het samen vieren, komen al het aangeleerde van de basisvakken, de vakken gericht op kennisgebieden, expressieve vakken en sociaal emotionele vorming samen. We houden hierbij de ontwikkeling van héél het kind voor ogen. Vieringen vormen volgens ons de bouwstenen voor het leven en hierin komen onze uitgangspunten samen: erbij horen, zijn zoals je bent en ontdekken dat je steeds meer aankunt. In de wet is vastgelegd dat scholen vanaf het schooljaar 2010-2011 de referentieniveaus in het onderwijs als uitgangspunt moeten nemen. De referentieniveaus gelden voor het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. De referentieniveaus beschrijven wat leerlingen aan het eind van de basisschool moeten kennen en kunnen op het gebied van taal en rekenen. De referentieniveaus vormen een instrument om het opbrengstgericht werken in de praktijk te realiseren. Met de referentieniveaus kunnen doelen worden vastgesteld en leerprestaties van individuele leerlingen worden gemeten, gevolgd en waar nodig bijgesteld.


15

Gehanteerde methoden in groep 1 t/m 4: Leer en vormgebied Lichamelijk oefening Nederlandse taal - Taal - Spelling - Aanvankelijk lezen - Schrijven Reken en Wiskunde Kennisgebieden - Aardrijkskunde - Geschiedenis - De natuur, waaronder biologie - Maatschappelijke verhoudingen - Geestelijke stromingen Expressie activiteiten - Tekenen - Handvaardigheid - Muziek - Drama Bevordering sociale redzaamheid - Sociaal-emotionele vorming - Verkeer - Bevordering gezond gedrag

Methode Basislessen Taalactief; Gr 1/2 Schatkist Taalactief Veilig leren lezen Pennenstreken / Schrijfsleutel Wereld in getallen Gr 1/2 Schatkist, div methodes

NB* I I, II

I, II I, II

De grote reis De grote reis De grote reis De grote reis Trefwoord I, II Moet je doen Moet je doen Moet je doen Moet je doen I Leefstijl Claxon Leefstijl/Leefwereld

I = Voldoet aan kerndoelen II = Zie beleidsvoornemens


16

Gehanteerde methoden in groep 5 t/m 8: Leer en vormgebied Lichamelijk oefening Nederlandse taal - Taal - Spelling - Werkwoordspelling - Grammatica - Studerend lezen - Schrijven Reken en Wiskunde Engelse taal Kennisgebieden - Aardrijkskunde - Geschiedenis - De natuur, waaronder biologie - Maatschappelijke verhoudingen - Geestelijke stromingen Expressie activiteiten - Tekenen - Handvaardigheid - Muziek - Drama Bevordering sociale redzaamheid - Sociaal-emotionele vorming - Verkeer - Bevordering gezond gedrag

Methode Basislessen Taalactief Taalactief Taalactief Taalactief Nieuwsbegrip Schrijfsleutel Wereld in getallen Junior

NB* I I, II

I, II I I, II

Geobas Wijzer door de tijd Leefwereld Wijzer door de tijd Trefwoord I, II Moet je doen Moet je doen Moet je doen Moet je doen I Leefstijl Claxon Leefstijl/Leefwereld

I = Voldoet aan kerndoelen II = Zie beleidsvoornemens


17

4. Het integraal personeelsbeleid 4.1 Algemeen Het integraal personeelsbeleid van de KOC is gericht op het regelmatig en systematisch afstemmen van (1) de inzet, kennis en bekwaamheden van de medewerkers en (2) de inhoudelijke en organisatorische doelen van de school. Er wordt daarbij gebruik gemaakt van een samenhangend geheel van instrumenten en middelen die gericht zijn op de ontwikkeling van individuele medewerkers. Binnen integraal personeelsbeleid kan ‘integraal’ op drie manieren worden geïnterpreteerd. Het betekent: 1. Dat er voldoende afstemming is tussen de doelen van de school en de ontwikkeling van de individuele medewerker. 2. Dat personeelsmanagementinstrumenten die gericht zijn op personeelsbeheer en -zorg de ontwikkeling van medewerkers, elkaar op logische wijze ondersteunen dan wel versterken. 3. Dat verschillende betrokkenen (bestuur, schoolmanagement en medewerkers) ieder vanuit hun eigen verantwoordelijkheid en met voldoende vaardigheden een bijdrage leveren aan het realiseren van het personeelsbeleid. 4.2 Formatiebeleid De St. Michaëlschool stelt elk jaar in het tweede kwartaal het formatieplan op voor het daaropvolgende schooljaar. In het formatieplan staat beschreven: 1) hoeveel formatie het volgend schooljaar kan worden ingezet op de school, 2) welke verdeling daarbij gehanteerd wordt tussen de verschillende OP(Onderwijzend Personeel) en OOP (Onderwijs Ondersteunend Personeel) functies, 3) hoe de formatie en de leerkrachten wordt verdeeld over de groepen en 4) welke verandering er zijn ten opzichte van het huidige schooljaar. Het formatieplan wordt besproken met het team en vervolgens voorgelegd aan de MR. Ad 1 Omvang formatie: De omvang van de beschikbare formatie wordt voor een belangrijk deel bepaald door het aantal (en soort: onderbouw/bovenbouw, gewichten) leerlingen op de teldatum 1-10. Het KOC bestuur hanteert hierbij de T-systematiek. Dat wil zeggen dat de personele inzet wordt gebaseerd op het aantal leerlingen op 1-10 van het betreffende schooljaar. Dit betekent dat in het tweede kwartaal een schatting wordt gemaakt van aantal leerlingen op 1-10. Daarnaast wordt soms een klein deel van de formatie bekostigend uit subsidies, met name vanuit de gemeente. Ad 2 Verdeling formatie over OP en OOP. De St. Michaëlschool vindt het belangrijk dat een deel van de beschikbare formatie wordt ingezet voor ondersteunende functies ( Intern Begeleider, Onderwijsassistent, Conciërge) en de directie. Ad 3 Verdeling formatie en personeel over de groepen. Vervolgens wordt de beschikbare formatie verdeeld over de groepen en wordt gekeken hoe dit zich verhoudt tot de huidige formatie. Eventuele kleine plussen of minnen worden besproken met de penningmeester van het bestuur. De verdeling van de leerkrachten over de groepen gaat in overleg met de leerkrachten. Daarbij wordt rekening met BAPO en wordt er voor gezorgd dat leerkrachten periodiek van groep veranderen. Ad 4 Veranderingen ten opzichte van huidig jaar. Het formatieplan geeft steeds duidelijk de veranderingen weer ten opzichte van het voorgaande schooljaar, bijvoorbeeld: veranderingen in de beschikbare formatie, veranderingen in wtf of BAPO (Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen) aanspraken van de werknemers. Op grond van onder andere leerlingprognoses voor komende jaren stelt het KOC bestuur jaarlijks een meerjaren begroting op. Mocht blijken dat dit zou leiden tot belangrijke personele verschuivingen dan kan daar op geanticipeerd worden. In het geval van dalende


18

leerlingaantallen kan bijvoorbeeld tijdig personeel in de rddf (risicodragende deel van de formatie) worden geplaatst. 4.3 Taakbeleid Bij taakbeleid gaat het om het realiseren van een optimale afstemming van het werk dat op school moet gebeuren (lesgebonden en niet-lesgebonden taken) en de kwaliteiten en de beschikbare tijd van de werknemers. Daarbij is het van belang dat :  Het takenpakket wordt afgestemd op de zittende personeelsformatie.  Er sprake is van een evenwichtige verdeling van taken over functies en de werknemers.  Er rekening wordt gehouden met de individuele belastbaarheid van de werknemers.  Er aandacht is voor het verminderen van de ervaren werkdruk. Sinds 1 augustus 1998 is in het onderwijs de normjaartaak ingevoerd. De omvang van de normjaartaak is 1659 uur bij een volledige baan (wtf 1.0). De uren van de normjaartaak zijn onderverdeeld in: lesuren (maximaal 930 uur bij een wtf van 1.0), lesgerelateerde taken, duskundigheidsbevordering (10% van de normjaartaak) en overige schoolgebonden taken. Voor de St. Michaëlschool zijn de uren bij een wtf van 1.0 als volgt verdeeld: Normjaartaak (bij wtf 1.0 per 1-8-1998)

1659

%

Lesuren

930

56%

Lesgebonden taken (35% van de lesuren)

326

20%

Deskundigheidsbevordering (10% van normjaartaak) Overige schoolgebonden taken (o.a. vergaderingen, organisatie feesten, etc.)

166

10%

237

14%

Bij een parttime aanstelling gelden de uren naar rato van de werktijdfactor. De schoolgebonden taken worden regulier opnieuw in kaart gebracht en zo evenwichtig mogelijk verdeeld over het personeel. Daarbij wordt steeds rekening gehouden met de wensen en de individuele belastbaarheid van personeelsleden. Leerkrachten die met een wtf van 1.0 in de bovenbouw volledig voor de groep maken meer dan 930 lesuren per jaar. Ze kunnen daarvoor compensatieverlof aanvragen. Ook is het mogelijk dat ze hun eigen compensatieverlof invullen door een uitbreiding op hun aanstelling. Een werknemer van 52 jaar en ouder heeft in het basisonderwijs recht op BAPO verlof. Het is een vorm van arbeidsurenvermindering met het doel de werkdruk op oudere leeftijd te beperken. In voorkomende gevallen wordt eerst de BAPO wtf in mindering gebracht op de aanstellings wtf. De overblijvende wtf wordt dan gehanteerd voor het vaststellen van de lesuren, lesgebonden taken, deskundigheidsbevordering en overige schoolgebonden taken. 4.4 Gesprekkencyclus Binnen het integraal personeelsbeleid (IPB) vormt de gesprekkencyclus een instrument waarmee de persoonlijke inzet en de bekwaamheden van de medewerker optimaal kunnen worden afgestemd op de werkwijze en het doel van de organisatie. Het doel daarbij is om het onderwijs aan de leerlingen en de professionaliteit in de organisatie te vergroten. Binnen de KOC worden de volgende drie gesprekken gehanteerd: (1) Functioneringsgesprek met als belangrijk onderdeel het POP (Persoonlijk OntwikkelingsPlan), (2) Voortgangsgesprek en (3) Beoordelingsgesprek. Het (4) bekwaamheidsdossier speelt een rol in deze gesprekken. Het functioneringsgesprek is een ontwikkelgesprek tussen de leidinggevende en de werknemer. het is gericht op het optimaliseren van het functioneren van de werknemer waarbij de individuele- en de organisatiebelangen zoveel mogelijk op elkaar worden afgestemd. Het


19

functioneringsgesprek heeft de volgende kenmerken: (1) het is toekomstgerichtheid, (2) er is sprake van gelijkwaardige inbreng van de gesprekspartners en heeft een tweezijdige karakter en (3) rechtstreekse rechtspositionele consequenties ontbreken. Op de St. Michaëlschool is het streven om minimaal 1 keer per jaar een functioneringsgesprek te houden. Het (opnieuw) opstellen en vastleggen van het POP is daarbij een belangrijk onderdeel. In het kader van het POP wordt werknemers gevraagd om te reflecteren op hun eigen competenties. Daarbij worden de zeven competenties en bekwaamheidseisen van de Stichting Beroepskwaliteit Leraren gehanteerd. De zeven SBL competenties (interpersoonlijk competent, pedagogisch competent, didactisch en vakinhoudelijk competent, organisatorisch competent, competent in samenwerking met collega’s, competent in samenwerking met omgeving, competent in reflectie en ontwikkeling ) worden uitgebreid beschreven op de website www.lerarenweb.nl. Daar zijn ook verschillende methodieken (o.a. checklist en quickscan) beschikbaar waarmee de leerkrachten hun eigen competenties in kaart kunnen brengen. Het voortgangsgesprek is het gesprek waarin de voorgaande periode besproken wordt en er een waardering uitgesproken wordt over de ontwikkeling en de voortgang van de POP van de leerkracht. Uitgangspunt zijn de afspraken gemaakt tijdens een eerder functionerings-, voortgangs- of beoordelingsgeprek. Vragen die aan de orde kunnen komen zijn bijvoorbeeld: (1) In welke mate zijn de afspraken nagekomen en zijn de doelstellingen behaald, (2) wat zijn de resultaten tot nu toe en (3) hoe verloopt de ontwikkeling van de leerkracht. Het beoordelingsgesprek is het gesprek waarin het functioneren van de werknemer wordt beoordeeld en besproken. Het is een eenzijdige waardering waaraan rechtpositionele gevolgen kunnen worden verbonden. In het beoordelingsgesprek komen de volgende aspecten aan de orde: (1) het evalueren van gemaakte afspraken, zowel uit functioneringsgesprekken als andere doelstellingen die zijn overeengekomen in de beoordelingsperiode, (2) het vastleggen van het oordeel van de leidinggevende over het functioneren van de werknemer en (3) het desgewenst schriftelijk vastleggen van het commentaar van de werknemer op de beoordeling. Bij de beoordeling wordt gebruik gemaakt van de resultaten van het POP en het door de werknemer gevulde bekwaamheidsdossier. Het bekwaamheidsdossier is een geordende verzameling gegevens die laten zien dat de leraar bekwaam is en zijn bekwaamheid onderhoudt in afstemming met het beleid van zijn school. Het bekwaamheidsdossier bevat onder andere de volgende documenten: diploma's en getuigschriften, een curriculum vitae, een beschrijving van de schoolloopbaan, een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) en verslagen van functionerings-, loopbaan- of beoordelingsgesprekken. Het bekwaamheidsdossier komt aan de orde tijdens de gesprekscyclus. 4.5 Scholingsbeleid Het scholingsbeleid van de KOC is gericht op het leveren van een bijdrage aan de verbetering van de onderwijskwaliteit. Daarbij wordt gezocht naar een optimale afstemming tussen de ontwikkeling van het personeel en de ontwikkelingsdoelen van de school. Met name in de huidige tijd van veranderend onderwijs is er sterke behoefte aan bij- en nascholing. Binnen de normjaartaak wordt 10% aangemerkt als uren ten behoeve van deskundigheidsbevordering. Leerkrachten, ondersteunend personeel en schoolleiders moeten bekwaan zijn en bekwaam blijven. Zowel werkgevers als werknemers hebben hierin een verantwoordelijkheid. Scholing is een belangrijk onderwerp tijdens het functioneringsgesprek. Het komt op dat moment aan de orde in het kader van het POP dat als onderdeel van het functioneringsgesprek wordt vastgesteld. In het kort zijn de doelstellingen van ons scholingsbeleid als dus volgt:  Het verbeteren van de onderwijskwaliteit door kennis en competenties van de personeelsleden te vergroten en te versterken, zodat zij in staat zijn veranderingen en vernieuwingen in te voeren.


20

 Het onderhouden van de bekwaamheden, conform Wet BIO.  Het wederzijds afstemmen van de ontwikkelingswensen van de werknemer en de ontwikkelingsdoelen van de organisatie. Naast scholing ten behoeve van individuele leerkrachten kunnen er ook scholingen voor het hele team plaatsvinden. Hiervoor kan een deel van de margedagen benut worden. In de vorige planperiode heeft op deze manier scholing plaatsgevonden in het kader van de 1-zorgroute en het gebruik van digiborden (deel van het team). In de nieuwe planperiode staan onder andere scholing op het gebied van het gebruik van nieuwe methoden, collegiale consultatie en gebruik van digiborden (ander deel van het team) in de planning. 4.6 Functiemix In het convenant Leerkracht van Nederland uit 2008 zijn afspraken gemaakt om het dreigende lerarentekort aan te pakken en de beloning van de leraren te verbeteren. De functiemix, een belangrijk onderdeel van het convenant, biedt mogelijkheden om leraren promotie te geven naar hogere leraarsfuncties. De functiemix is de verdeling van leraren (in voltijdbanen, fte’s) over de verschillende salarisschalen (LA, LB en LC). Voor het primair onderwijs is tussen het ministerie van OCW en de sociale partners vastgelegd hoeveel geld beschikbaar komt en welke percentages hogere schalen binnen een bepaald tijdpad bereikt dienen te worden. Dat ziet er voor onze school als volgt uit:  2011: 16% van de leraren (fte’s) in LB en 1% in LC (of 19% in LB)  2014: 40% van de leraren (fte’s) in LB en 2% in LC (of 46% in LB) Per 1-8-2011 zijn op de St. Michaëlschool twee voltijds leerkrachten benoemd in de LB schaal. Daarmee is de doelstelling van 19% voor 2011 ruimschoots bereikt (2 fte van in totaal 8.57 fte is 23%). Als eerste stap is in overleg met bestuur, directie en het team bepaald aan welke LB functies (en dus inhoudelijke gebieden) de meeste behoefte bestond binnen de St. Michaelschool. Dat bleken een rekencoördinator en een ICT coördinator te zijn. Vervolgens is een open interne sollicitatieprocedure gestart waarbij elke leerkracht kon solliciteren op de twee LB functies middels een brief en CV waarbij uitdrukkelijk werd gevraagd om in te gaan op motivatie en de bereidheid tot scholing. Doel is om per 1-8-2014 minimaal 46% van de leraren op de St. Michaëlschool te hebben benoemd in een LB schaal. 4.7 Leeftijdsbewust personeelsbeleid Leeftijdsbewust personeelsbeleid binnen de KOC gaat verder dan alleen seniorenbeleid. Het is gericht op behoud en motivatie van personeel in alle leeftijdsgroepen. Dus het personeelsbeleid binnen de KOC probeert zo goed mogelijk rekening te houden met de zich ontwikkelende wensen en motivaties, vaardigheden en kwaliteiten van de leerkrachten afkomstig uit alle leeftijdsgroepen. De gesprekkencyclus met het POP vormt het startpunt voor het leeftijdsbewust personeelsbeleid. Vervolgens wordt het vormgegeven via het taakbeleid en het scholingsbeleid. Toch is juist ook het seniorenbeleid in engere zin gezien de leeftijdssamenstelling van het team van de St. Michaëlschool actueel. Elke 52-plusser heeft recht op BAPO. Deze regeling werd in 1994 ingevoerd om leraren langer voor de groep te houden en het ziekteverzuim terug te dringen. Een BAPO-er kan op jaarbasis 170 uur minder werken. Dat is ongeveer een halve dag per week. Na zijn 56e is dit een hele dag. Over de uren die hij inlevert, krijgt een BAPO-er nog 65 procent betaald. Daarnaast kunnen onze oudere werknemers in overleg treden met het KOC bestuur over eventuele mogelijkheden van eerder stoppen met werk. Tot slot is het seniorenbeleid uiteraard onderdeel van het leeftijdsbewust personeelsbeleid in bredere zin.


21

4.8 Ziekteverzuimbeleid Bij het ziekteverzuimbeleid gaat het om (1) preventief beleid, (2) curatief beleid en (3) registratie en administratie. Bij de uitvoering van het ziekteverzuimbeleid wordt de KOC ondersteund door de arbodienst “Verzuimweg”. De samenwerking met deze arbodienst is gestart in 2011. Daarvoor werd samengewerkt met arbodienst “Arbo-Unie”. Preventief beleid is gericht op het signaleren van mogelijke oorzaken van verzuim en het nemen van maatregelen om verzuim tegen te gaan. Het signaleren gebeurt bijvoorbeeld in functioneringsgesprekken, het teamoverleg, directieoverleg, bestuursvergaderingen of naar aanleiding van de RI&E (Risico Inventarisatie en Evaluatie). Daarbij kan ook de arbodienst worden ingeschakeld, bijvoorbeeld door het starten van een preventief dossier voor een bepaalde medewerker. Verder worden er verzuimgesprekken gevoerd met werknemers die vaker dan 3 keer per jaar ziek zijn. Curatief beleid is gericht op het herstel van de werknemer en een zo spoedig mogelijke werkhervatting dan wel re-integratie. Volgens de Wet Verbetering Poortwachter (WVP) moeten werkgever en werknemer zich samen met de arbodienst inspannen om de getroffen werknemer zo snel mogelijk weer aan het werk te krijgen. Om dit te realiseren heeft de KOC samen met de arbodienst een verzuimprotocol opgesteld. Verder ziet de arbodienst er op toe dat zowel werkgever als werknemer zich houden aan de verschillende termijnen en verplichtingen in het kader van de WVP (bijvoorbeeld probleemanalyse, plan van aanpak, re-integratie, voortgangsgesprekken etc). Registratie en administratie is nodig om het ziekteverzuim te kunnen evalueren en te kunnen bijstellen. Binnen de KOC wordt het ziekteverzuim bijgehouden via de arbodienst “Verzuimweg”. Daarnaast wordt het ook nog uitgebreid geregistreerd door het OnderwijsBureau (OB). Met behulp van het Tobias systeem van het OB kunnen er verschillende analyses worden gedaan op de ziekteverzuimgegevens (zowel op individueel niveau als op schoolniveau). Op de St. Michaëlschool is er de laatste jaren sprake van een dalende trend in ziekteverzuim: 12.1% (2008), 11.6% (2009), 6.0% (2010), 2,6% (2011). In 2011 ligt het ziekteverzuim ruim onder het streefniveau van 5.5% van het KOC bestuur.


22

5. Het materieel beleid 5.1. Algemeen Het materieel beleid van het KOC bestuur is gericht op het creëren van een omgeving waarin goed en veilig kan worden geleerd en gewerkt. Dat betekent bijvoorbeeld een goed onderhouden en opgeruimd schoolgebouw, prettig en doelmatig ingerichte lokalen, goede onderwijsmethoden, goed schoolmeubilair en moderne ICT voorzieningen. Dit alles met oog voor duurzaamheid. Daarnaast betekent het ook iets voor de directe omgeving: een aantrekkelijk plein met voldoende speelvoorzieningen en een veilige verkeerssituatie rondom de school. Een dergelijk gebouw met een dergelijk omgeving is uiteraard ook van belang voor de uitstraling van de school naar (potentiële ) ouders en leerlingen. 5.2 De huisvesting Onze school staat op een prachtige plek in de binnenstad van Groningen en door de recente verbouwing ziet het gebouw zelf er ook weer aantrekkelijk uit. Het heeft de uitstraling van een leuke, moderne school, maar de sfeer van het oude gebouw is gelukkig ook nog duidelijk aanwezig. De St. Michaëlschool beschikt over 9 groepslokalen. In een aantal lokalen is een balkon aangebracht om de vloeroppervlakte te vergroten. In de meeste lokalen zijn op dit balkon, naast de speel- en werkhoeken, ook de computerwerkplekken ingericht. Verder beschikt de school over een: keuken/computerlokaal, speellokaal voor de kleuters, bibliotheek, mediatheek/orthotheek, lerarenkamer, directiekamer, IB-kamer en een ruimte voor de conciërge. De school heeft toiletten en opslagruimtes op alle verdiepingen. Eén van de lokalen wordt verhuurd aan Monky Donkey. Ze bieden in deze ruimte naschoolse opvang en maken voor de opvang ook gebruik van het speellokaal en het schoolplein. Rond het schoolgebouw vinden we een schoolplein met speelvoorzieningen en een onbewaakte fietsenstalling. In het kader van duurzaamheid is onze school voorzien van energiezuinige T5 verlichting en heeft onze school een groen mosdak. Groene daken werken energiebesparend. In de winter houden ze warmte vast, ’s zomers brengen ze verkoeling. De St. Michaëlschool is sinds 2010-2011 aangesloten op een glasvezelverbinding. 5.3 Materiële planning Het KOC bestuur ontvangt vergoedingen voor materiële kosten van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) . Het gaat onder andere om de afschrijvingstermijn van meubilair, maar ook om schoonmaakkosten of klein onderhoud aan het gebouw. Voor groot onderhoud, uitbreidingen en nieuwbouw ontvangt het KOC bestuur geld van de gemeente. In het jaarlijkse “programma’s en overzichten onderwijshuisvesting” van de gemeente Groningen staat welke van de door de schoolbesturen ingediende aanvragen voor vergoeding worden gehonoreerd en welke (nog) niet. De vergoedingen kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op: nieuwbouw, uitbreiding, aanpassing/verbouwing, renovatie en bepaald groot onderhoud. Het OB biedt het KOC bestuur ondersteuning bij het gehele beheer van het schoolgebouw. Voor het regulier onderhoud wordt gebruik gemaakt van een meerjaren onderhoud planning, ook wel de rode map genoemd. Deze rode map is in 2010-2011 geactualiseerd voor de St. Michaëlschool. Ook voor ondersteuning bij uitvoering van uitbreidingen, groot onderhoud en overleg met de gemeente kan het KOC bestuur terecht bij het OB. Voor de aanschaf en vervanging van de onderwijsleermiddelen, het (groeps-)meubilair en de ICT middelen is een investeringsoverzicht opgesteld. Dit overzicht wordt tijdens de jaarlijkse begrotingsgesprekken bijgesteld en geactualiseerd.


23

5.4 Veiligheid We vinden het belangrijk dat de leerlingen zich op school veilig voelen. Uiteraard moeten ze zich niet alleen veilig voelen, maar moeten ze ook veilig zijn. Hoewel ongelukken nooit helemaal uit te sluiten zijn, proberen wij toch de fysieke veiligheid van de leerlingen, de ouders en leerkrachten op school zo goed mogelijk te waarborgen. Enkele jaren geleden zijn in het hele gebouw brandwerende plafonds aangebracht, is het gebouw door middel van brandvertragende deuren in compartimenten verdeeld en is er een vluchtplan opgesteld. Om de risico’s die, ondanks de genomen maatregelen blijven bestaan, zoveel mogelijk in kaart te brengen en zo veel mogelijk te beperken is een van de leerkrachten aangesteld als veiligheidscoördinator. Ondanks alle maatregelen kan zich op school toch een noodsituatie voordoen. Daarom zijn een aantal leerkrachten opgeleid tot bedrijfshulpverlener. De belangrijkste taken van de bedrijfshulpverlener zijn: het initiatief nemen tot en het coördineren van een ontruiming, het bieden van levensreddende eerste hulp, het bestrijden van een beginnende brand en het coördineren van de bedrijfshulpverlening. De bedrijfshulpverleners volgen regelmatig een herhalingstraining. Net als alle openbare instellingen heeft onze school een ontruimingsplan dat bij calamiteiten in werking treedt. In dit plan staat onder andere beschreven wie er langs welke route de school moet verlaten en wie daar zorg voor draagt. In het schooljaar 2011-2012 zal dit ontruimingsplan geoefend worden om te kijken of er eventueel aanpassingen nodig zijn. Vervolgens wordt dit ieder jaar herhaald. In 2005 is aan onze school het Verkeers VeiligheidsLabel uitgereikt. Om dit label te behouden moeten we blijven voldoen aan de criteria en bijvoorbeeld zorgen voor een veilige schoolomgeving en een verkeersveilige school-thuis route. In 2008 is er een volledige asbestinventarisatie uitgevoerd en het resultaat is dat de St. Michaelschool nu volledig asbestvrij is.


24

6. Het financieel beleid 6.1. Algemeen Het financieel beleid van het KOC bestuur is gericht op het vormgeven en in standhouden van kleinschalig onderwijs - geworteld in de katholieke traditie - waarbij de aandacht voor het kind en de betrokkenheid van de ouders centraal staat. De KOC streeft daarbij naar een financieel gezonde bedrijfsvoering en een stabiele balans om de continuïteit te waarborgen. Belangrijke aandachtspunten daarbij zijn: Het tot stand brengen van een transparant en adequaat financieel beheer, het op het juiste niveau brengen van de huisvesting, het investeren in de personeelszorg en in de ontwikkeling van de teams en het investeren in de leermiddelen en ICT. In het jaarverslag 2010 van de KOC werd geconcludeerd dat op grond van de kengetallen liquiditeit, rentabiliteit, solvabiliteit en kapitalisatiefactor de financiële positie van de KOC gezond kan worden genoemd. 6.2 Financiële planning De begroting van de KOC wordt jaarlijks in november door de penningmeester van het bestuur opgesteld. De begrotingen van de scholen zijn daar weer onderdeel van. Deze schoolbegrotingen worden in overleg met de directeuren opgesteld . In het overleg tussen penningmeester en directeur komen onder andere de personeelsformatie en de investeringen (onderwijsleermiddelen, inventaris, ICT, etc) aan de orde. Het bestuur bereidt dus samen met de directeuren de begroting voor. Deze wordt daarna in de GMR besproken en vervolgens vastgesteld. De directeuren zijn verantwoordelijk voor de vastgestelde budgetten en zijn bevoegd deze te belasten. Met kwartaalrapportages en het online systeem Tobias wordt de voortgang bewaakt. De penningmeester wordt daarin ondersteund door het OnderwijsBureau Meppel (kortweg OB). Het jaarverslag is het sluitstuk van de cyclus. 6.3 Bekostiging en personele inzet Het aantal leerlingen op teldatum 01-10 is de belangrijkste bekostigingsfactor. Daarbij geldt dat vergoeding voor de leerlingen in de onderbouw hoger ligt dan die voor de leerlingen in de bovenbouw. Het leerlingaantal is de laatste jaren geleidelijk teruggelopen van rond de 200 naar 189 voor schooljaar 2011-2012. Volgens de prognose van de gemeente Groningen zal het leerlingaantal in de toekomst rond de 195 komen te liggen. Wat betreft de personele inzet heeft de KOC er voor gekozen om de zogenaamde T systematiek te hanteren. Dit houdt in dat de personele inzet op de scholen wordt gebaseerd op het aantal leerlingen op 1 oktober van het betreffende schooljaar. Deze systematiek wijkt af van de bekostiging van het ministerie, welke gebaseerd is op de T-1 systematiek. Hierbij wordt de personele bekostiging (van het ministerie) gebaseerd op het aantal leerlingen op 1 oktober van het voorgaande kalenderjaar. 6.4 Subsidies en sponsoring Een relatief klein deel van de inkomsten van de St. Michaëlschool komt binnen via subsidies. Dit zijn met name subsidies van de Gemeente en Provincie Groningen. Samen met het bestuur van de KOC zijn we alert op de mogelijkheden om onze inkomsten op deze manier te vergroten. Op dit moment hebben we nog nauwelijks te maken met sponsoring. We zullen ook deze mogelijkheden verkennen door samen met het KOC bestuur een kaderstellend beleidsplan op te stellen. Dit zullen we doen aan de hand van het convenant dat het ministerie van OCW samen met een aantal organisaties (o.a. Vereniging voor Openbaar Onderwijs, Nederlandse Katholieke vereniging van Ouders en Algemene Vereniging Schoolleiders) heeft afgesloten.


25

7. Onze beleidsvoornemens 7.1 Beleidsvoornemens 2011-2015 De komende planperiode liggen onze prioriteiten op de volgende gebieden: A.

ONDERWIJS

A.1 Bouwen aan een Adaptieve School (BAS) In de vorige planperiode heeft het bouwproces op een laag pitje gestaan en zijn er geen nieuwe bouwstenen geïntroduceerd. In de komende planperiode wordt gewerkt aan het gefaseerd verder invoeren van BAS en het opnemen van de 1-zorgroute binnen BAS. Belangrijke aandachtspunten hierbij zijn de doorgaande lijn en de overdracht. 2011-2012: Instellen van een WerkGroep (WG). WG maakt in overleg met team een kort Plan van Aanpak (PvA) BAS voor de periode 2011-2015 bestaande uit: (1) Inventarisatie van stand van zaken, (2) Planning + prioritering van invoering nieuwe onderdelen en (3) opnemen van aanpak van 1-zorgroute binnen BAS. 2012-2015: Uitvoering van PvA BAS. Doel: Aan eind van de planperiode is BAS op een uniforme manier ingevoerd in alle groepen. De 1-zorgroute is ingebed binnen BAS. Er is sprake is van een duidelijke doorgaande BAS-lijn door de school. De school is herkenbaar als BAS school. A.2 Interne Begeleiding en 1-zorgroute Mede naar aanleiding van de bevindingen van de inspectie heeft aan het eind van de vorige planperiode “de interne begeleiding en herziening van de zorgstructuur” hoog op de agenda gestaan. Hiervoor werd een nieuwe intern begeleider aangesteld en dit keer in functie (dus niet als taak van een leerkracht). Verder is er hard gewerkt aan de herziening van de zorgstructuur met de 1-zorgroute als belangrijk onderdeel. Onder begeleiding van KPC is een start gemaakt met het opstellen van en werken met groepsoverzichten en groepsplannen voor de gebieden lezen en rekenen. In juni 2011 zijn de opbrengsten van de herziening van de zorgstructuur besproken en geëvalueerd. 2011-2012: Evaluatie + borging van de groepsoverzichten/plannen rekenen/lezen. Twee margemiddagen onder begeleiding van KPC. Een start maken met het verbinden van het leerlingvolgsysteem met het ESIS leerlingadministratiesysteem. 2012-2015: 1-zorgroute uitbreiden naar het gebied van de sociaal emotionele ontwikkeling/taal/spelling en naar de onderdelen gesprekken met kinderen en ouders. Verder uitbouwen van het leerlingvolgsysteem in ESIS. Doel: 1-zorgroute volledig ingevoerd en ingebed in BAS. A.3 Opstellen Zorgprofielen In het kader van Passend Onderwijs zijn alle scholen verplicht om voor 1 augustus 2013 een zorgprofiel op te stellen. 2011-2012: Starten opstellen zorgprofiel. Bij het opstellen krijgen we ondersteuning via ons federatieve samenwerkingsverband WSNS “Stad en Ommeland”. 2012-2013: Zorgprofielen gereed en geïmplementeerd. Doel: Zorgprofiel gereed per 1-8-2013 en school zonodig aangepast/voorbereid op dit profiel.


26

A.4 Nieuwe methoden Er wordt een inhaalslag gemaakt voor wat betreft de invoering van nieuwe methoden. Leesmethode Estafette: In de vorige planperiode werd Estafette ingevoerd in groep 4 en 5. De methode zal gefaseerd verder worden ingevoerd. 2011-2012: Invoeren in groep 6. 2012-2013: Invoeren in groep 7. 2013-2014: Invoeren in groep 8. Doel: Leesmethode Estafette volledig ingevoerd in groepen 4 t/m 8. Rekenmethode Wereld in Getallen: In de vorige planperiode is een keus gemaakt voor Wereld in Getallen. 2011-2012: Gelijktijdige invoering in groep 3 t/m groep 8. Vanuit een subsidie van de provincie is er gedurende dit jaar ondersteuning bij de implementatie van de nieuwe rekenmethode. Doel: Rekenmethode Wereld in Getallen ingevoerd in groepen 3 t/m 8. Taalmethode: Ook de taalmethode is binnenkort aan vervanging toe. 2011-2012: Voorjaar 2012 wordt een keus gemaakt voor een nieuwe taalmethode. Deze keus wordt voorbereid door een werkgroep. 2012-2013: Met ingang van het schooljaar 2012-2013 wordt de nieuwe taalmethode ingevoerd. Doel: Nieuwe Taalmethode volledig ingevoerd in groepen 3 t/m 8. Methode Wereldoriëntatie: Ook de methode wereldoriëntatie is binnenkort aan vervanging toe. 2012-2013: Voorjaar 2013 wordt een keus gemaakt voor een nieuwe methode wereldoriëntatie. Deze keus wordt voorbereid door een werkgroep. 2013-2014: Met ingang van het schooljaar 2013-2014 wordt de nieuwe wereldoriëntatie methode ingevoerd. Doel: Nieuwe methode wereldoriëntatie volledig ingevoerd in groepen 3 t/m 8. Schrijfmethode: In het schooljaar 2011-2012 wordt de huidige schrijfmethode geëvalueerd. 2011-2012: Evaluatie huidige schrijfmethode en bepaling wenselijkheid van een eventuele nieuwe methode. Doel: Zomer 2012 is duidelijk of en op welke termijn een nieuw schrijfmethode wenselijk is. Methode Schatkist: In de vorige planperiode is een start gemakt met de implementatie van schatkist en heeft een presentatie plaatsgevonden binnen het team. 2011-2012: Verder implementatie en evaluatie van de methode. Doel: Methode schatkist op uniforme manier ingevoerd in alle kleutergroepen. A.5 Beleidsplan CKV In de vorige planperiode is door de coördinator cultuur samen met de werkgroep Cultuur gewerkt aan het opstellen van het beleidsplan CKV. Door o.a. de wisseling van cultuurcoördinator is enige vertraging opgetreden. In de beleidsvorming zal het onderwerp van mediawijsheid een plek krijgen. 2011-2012: Afronding beleidsplan en start implementatie beleid. 2012-2014: Evaluatie en zonodig bijstellen van beleid. Doel: Beleidsplan CKV gereed en beleid geïmplementeerd. A.6 Heterogene kleutergroepen In de vorige planperiode is gestart met heterogene kleutergroepen, dat wil zeggen combinatiegroepen 1/2. Het streven daarbij was naar drie gelijkwaardige heterogene


27

kleutergroepen met onderlinge afstemming van inhoudelijke aanpak en inrichting van de lokalen. 2011-2012: Evaluatie van de combinatiegroepen waarbij mn ook gekeken wordt naar hoe nieuwe instroom gedurende het jaar het best kan worden ondergebracht. 2012-2015: Afhankelijk van de uitkomst van de evaluatie in de onderbouw verder bouwen aan gelijkwaardig heterogene kleutergroepen. Doel: Drie gelijkwaardige kleutergroepen (voor zover instroom en financiën het toelaten). De inhoudelijk aanpak en inrichting van de lokalen daar op afgestemd.

B.

PERSONEEL

B.1 IPB (Integraal PersoneelsBeleid) In de voorgaande planperiodes is een start gemaakt met (onderdelen van) het IPB zoals formatiebeleid, taakbeleid, gesprekkencyclus, ziekteverzuimbeleid, functiemix, scholingsbeleid en leeftijdsbewustpersoneelsbeleid. 2011-2015: Op bestuursniveau werken aan de verdere ontwikkeling van het personeelsbeleid, waarbij we streven naar een systematische afstemming van de inzet, kennis en bekwaamheden van de medewerkers met de inhoudelijke en organisatorische doelen van de school. Daarbij is scholing van centraal belang. Doel: Een helder omschreven IPB voor de (beide) scholen van de KOC. Het beleid geïmplementeerd. B.2 Functiemix In de voorgaande planperiode is een start gemaakt met de functiemix. Via een interne sollicitatieprocedure zijn twee leerkrachten per 1-8-2011 benoemd in een LB functie. In 2014 moet 46% van het OP zijn benoemd in een LB schaal. 2012-2014: Bepalen op welke inhoudelijke gebieden LB functies zullen worden ingevuld en vervolgens een interne sollicitatieprocedure starten. Doel: In 2014 is minimaal 46% van het OP benoemd in een LB schaal. B.3 Teamontwikkeling In het laatste schooljaar van de vorige planperiode heeft een teamontwikkelingstraject plaatsgevonden. Doel was te komen tot een professioneel team met een open communicatiecultuur. Dit heeft onder andere geresulteerd in een aantal afspraken over de onderlinge samenwerking. 2011-2015: In de komende planperiode zullen op gezette tijden de afspraken worden geëvalueerd en zonodig bijgesteld. Doel: Borgen van de resultaten van het traject. B.4 Collegiale (klassen)consultaties Voor dit onderdeel is aan het eind van vorige planperiode een subsidie aangevraagd (en gekregen) via de gemeente. 2011-2012: Onder begeleiding van Cedin dan wel KPC zullen als eerste stap klassenbezoeken worden afgelegd op een ander school. 2012-2015: Verdere uitwerking collegiale consultatie. Doel: Collegiale consultatie als structureel onderdeel ingevoerd in de school.


28

C.

MATERIEEL

C.1 Digiborden In de vorige planperiode hebben de groepen 3, 4, 5, 6 en 7 stapsgewijs een digitaal schoolbord gekregen. Een deel van de leerkrachten heeft een cursus gevolgd. Verdere planning: 2011-2012: Groep 8 krijgt met ingang van het schooljaar een digitaal schoolbord. 2012-2014: De drie kleuterklassen krijgen een digitaal schoolbord. De rest van de leerkrachten volgt ook nog een cursus. Doel: Alle groepen zijn voorzien van digiborden. Alle leerkrachten hebben een digibord cursus gevolgd. C.2 Groepsmeubilair In de vorige planperiode hebben de groepen 3, 4, 5, 6 en 7 stapsgewijs nieuw groepsmeubilair gekregen. 2011-2012: Groep 8 krijgt met ingang van het schooljaar nieuw groepsmeubilair. 2012-2013: De drie kleuterklassen krijgen nieuw groepsmeubilair. Doel: Alle groepen zijn voorzien van nieuw groepsmeubilair. C.3 Schoolomgeving – plein en verkeersveiligheid In de vorige planperiode is het schoolgebouw ingrijpend verbouwd (o.a.: nieuwe kozijnen, nieuwe toiletgroepen, een extra verdieping met drie lokalen). Voor de periode 2011-2015 staat de mogelijke afsluiting en herinrichting van het plein centraal. In het kader van het ons VerkeersVeiligheidsLabel zullen we blijvende aandacht besteden aan de verkeersveiligheid rond school. 2011-2012: Plein: Overleg met gemeente afsluiting. Planontwikkeling herinrichting plein. Verkeersveiligheid: Opstarten project “Veilige schoolomgeving” in samenwerking met gemeente. 2012-2015: Implementatie/realisering van de plannen. Doel: Een veilig en aantrekkelijk plein met voldoende speelvoorzieningen. Een velige verkeerssituatie rondom school. C.4 Duurzaamheid De St. Michaëlschool gaat uit van levenshouding waarin onder andere de zorg voor elkaar en voor de omgeving belangrijk zijn. In dat kader past ook het streven naar duurzaamheid. In de vorige planperiode is er op materieel gebied onder andere een groen mosdag aangebracht. In de volgende planperiode zullen we daar mee doorgaan, maar is het ook het streven om het onderwijs (meer) aandacht te besteden aan het onderwerp duurzaamheid. 2011-2012: Beter inregelen verwarming en aanbrengen energiezuinige T5 lampen. Onderzoeken mogelijkheden zonnepanelen. Starten met onderwijspilots op gebied duurzaamheid. Eerste stap in richting fairtrade school. 2012-2015: Verdere implementatie en evaluatie. Doel: Een fairtrade school met een duurzaam gebouw en onderwijs waarin aandacht is voor onderwerp duurzaamheid.


29

D.

FINANCIEEL

Behalve het sponsorbeleid zijn er geen specifieke nieuwe beleidsvoornemens op financieel gebied op schoolniveau. Er is grotendeels sprake van bestaand beleid waarbij we uiteraard proberen zo goed mogelijk binnen de door het KOC bestuur gestelde financiële kaders te blijven. D.1 Sponsorbeleid Samen met het KOC bestuur zijn we alert op mogelijkheden onze inkomsten te vergroten. Sponsoring is een van de mogelijkheden. 2011-2012: Samen met KOC bestuur (en de andere KOC school) opstellen van kaderstellend beleidsplan sponsoring. 2012-2014: Implementatie van beleid en zoeken naar mogelijkheden van sponsoring (bv voor realisering herinrichting plein). Doel: Beleidsplan gereed en beleid geïmplementeerd.

E.

OVERIG

E.1 Opnieuw opstarten werkgroep Identiteit In de vorige planperiode heeft dit onderwerp uiteindelijk minder aandacht gekregen. 2011-2012: Opnieuw opstarten werkgroep Identiteit waarbij de brontekst uit 2008 als startpunt kan fungeren en waarbij een relatie wordt gelegd met het gebruik van de methode voor levensbeschouwing (Trefwoord). 2012-2015 Samen met bestuur verder werken aan onderwerp van de identiteit. Doel: Een nog duidelijker verhaal kunnen vertellen over onze identiteit waarmee we ons kunnen profileren. Een uniforme en doorgaande lijn in de gebruikte methode voor levensbeschouwing. E.2 Heroverweging schooltijden en TMO (Tussen de Middag Opvang) Gedurende de vorige planperiodes zijn de schooltijden op woensdag voor onderbouw en bovenbouw gelijkgetrokken. In deze planperiode zullen we ons bezinnen op een mogelijke verdere aanpassingen van de schooltijden. Een van de mogelijkheden is (een variant op) het continurooster dat steeds vaker (ook in onze directe omgeving)wordt gekozen. Een keus voor het aanpassen van de schooltijden heeft ook gevolgen voor de organisatie van de TMO. In de vorige planperiode is TMO verschoven van een variant met overblijfouders naar een variant waarbij leerkrachten een belangrijke rol spelen. 2011-2012: In overleg met het bestuur, team en MR inventariseren en beoordelen van mogelijke varianten voor schooltijden en TMO. 2012-2014: Mogelijk starten met invoeren nieuwe schooltijden en nieuwe vorm van TMO Doel: Schooltijden die de kwaliteit van ons onderwijs waarborgen en zo goed mogelijk aansluiten bij de (directe) wereld om ons heen. Een goed georganiseerde en voor kinderen aantrekkelijke TMO die zo goed mogelijk aansluit bij de wereld om ons heen en die de kwaliteit van ons onderwijs waarborgt.


30

7.2 Matrix beleidsvoornemens 2011-2015 Beleidsvoornemens 2011-2015

2011-2012

2012-2013

2013-2014

2014-2015

I

I

I

I

II

3

3

II

III IV

II

III IV

II

III IV

III IV

A Onderwijs A.1

Bouwen aan een adaptieve school (BAS)

A.2

Interne begeleiding en 1-zorgroute

A.3

Opstellen zorgprofielen

A.4

Nieuwe methoden:

Herhalende cyclus 1 2 3 Herhalende cyclus 1 2 3 1

1

2

2

2

2

3

3

2

2

3

3

2

2

3

3

1

1

2

2

3

3

1 Leesmethode Estafette

1

1

1

1

2

2

2 Rekenmethode Wereld in Getallen

2

2

2

2

3

3

1

1

2

2

3 Taalmethode 4 Methode wereldoriëntatie 5 Schrijfmethode

B

C

1

2

3

6 Methode Schatkist

2

2

2

2

3

A.5

Beleidsplan CKV

1

1

2

2

2

A.6

Heterogene kleutergroepen

3

3

2

2

3 3

Herhalende cyclus 1 2 3

Personeel B.1

Integraal personeelsbeleid (IPB)

B.2

Functiemix

B.3

Teamontwikkeling

B.4

Collegiale (klassen)consultaties

Herhalende cyclus 1 2 3 3

3

1

1

2 2

2

3

3

3

3

1

1

2

2 3

2

3 3

Herhalende cyclus 1 2 3 3

Materieel C.1

Digiborden

C.2

Groepsmeubilair

C.3

Schoolomgeving - plein en veiligheid

1

1

1

2

1

2

3

1

2

2

2

3

3

1

1

2

2

3

3

D Financieel D1 E

Sponsorbeleid

Overig E.1

Opnieuw opstarten werkgroep Identiteit

1

1

2

2

3

3

Herhalende cyclus 1 2 3

E.2

Heroveroverweging schooltijden

1

1

1

1

2

2

2

2

3 3

3

E.3

Heroverweging organisatie TMO

1

1

1

1

2

2

2

2

3

3

3

I t/m IV = schooljaar verdeeld in 4 perioden van ca. 10 weken

1 2 3

= invoering (adoptie) = uitvoeren verbeteracties (implementatie) = evaluatie (incorporatie)


+ herhaling van deze cyclus

31

7.3 Uitwerking beleidsvoornemens 2011-2012

Wat

Wanneer

Wie

Resultaat

Middelen

A Onderwijs A1

Bouwen aan een Adaptieve School ( BAS)

sept ↓ aug

Team WG BAS

 WG ingesteld  PvA gereed e  1 onderdeel aangepakt

nvt

A2

Interne begeleiding en 1-zorgroute

sept ↓ aug

Team

 Groepsoverzichten/plannen rekenen/lezen geëvalueerd en geborgd  Twee margemiddagen ingevuld en gevolgd  Verbinding LVS en ESIS gestart

Budget Scholing

A3

Opstellen zorgprofiel

jan ↓ aug

Team

 Concept zorgprofiel gereed

Ondersteuning WSNS

A4

Nieuwe methoden 1) Leesmethode

sept ↓ aug

Gr 6

1) Leesmethode Estafette ingevoerd in groep 6 2) Rekenmethode Wereld in Getallen ingevoerd in groep 3 t/m 8 3) Keus gemaakt voor nieuwe taalmethode 4) Wenselijkheid nieuwe schrijfmethode bepaald 5) Methode Schatkist verder geïmplementeerd en geëvalueerd  Beleidsplan CKV gereed  Implementatie beleid gestart

Budget Investering OLP

2) Rekenmethode

Gr 3 t/m Gr 8

3) Taalmethode

Team

4) Schrijfmethode

Team

5) Schatkist

Gr 1 & 2

A5

Beleidsplan CKV

sept ↓ aug

Coord. Cultuur Team

A6

Heterogene kleutergroepen

sept ↓ aug

Team

 Combinatiegroepen geëvalueerd

nvt

sept ↓ aug sept ↓ aug maart ↓ aug

Team Bestuur

 IPB volledig geformuleerd  IPB deels geïmplementeerd

nvt

Team

 Afspraken geëvalueerd en eventueel bijgesteld

nvt

Team

 Klassenbezoeken afgelegd op andere school

nvt

B Personeel B1 IPB (Integraal Personeelsbeleid) B3

Teamontwikkeling

B4

Collegiale klassenconsultaties


Budget Cultuur Gemeente

32

Uitwerking beleidsvoornemens 2011-2012 (vervolg)

Wat

Wanneer

Wie

Resultaat

Middelen

Budget ICT Budget Inventaris Budget Onderhoud

C Materieel C1

Digiborden

sept

Gr 8

Digibord geplaatst

C2

Groepsmeubilair

sept

Gr 8

Groepsmeubilair geplaatst

C3

Schoolomgeving – plein en verkeersveiligheid

sept ↓ aug

Team

C4

Duurzaamheid

sept ↓ aug

Team Bestuur

 Planontwikkeling plein afgerond  Afsluiting/herinrichting plein gestart  Project “Veilige schoolomgeving gestart  Verwarming beter ingeregeld en T5 lampen aangebracht  Mogelijkheden zonnepanelen onderzocht e  1 stap richting fairtrade school gezet

maart ↓ aug

Team Bestuur

Beleidsplan opgesteld

nvt

Maart ↓ aug maart ↓ aug

Team

Werkgroep opgestart PvA gemaakt

nvt

Team Bestuur MR

 Varianten geïnventariseerd e  1 beoordeling varianten plaatsgevonden

nvt

D Financieel D1 Sponsorbeleid

E Overig E1 Opnieuw opstarten werkgroep identiteit E2

Heroverweging schooltijden en TMO


Budget Onderhoud

33

St. Michaëlschool Butjesstraat EW Groningen St

Recommend Documents