SSS Vluchthaven Aanwezigheid Detectie (VAD)

Ministerie van Verkeer en Waterstaat

jklmnopq Adviesdienst Verkeer en Vervoer

SSS Vluchthaven Aanwezigheid Detectie (VAD) MSS Camera Bediening en Alarm afhandeling Systeem Specificatie VAD (Systeem/Subsysteem Specificatie, SSS)

17 januari 2005

© 2004 Transport Research Centreer (AVV). Alle rechten voorbehouden. Geen enkel deel van dit document mag worden vermenigvuldigd in welke vorm of door welke middelen dan ook zonder schriftelijke toestemming van de AVV. Dit document is vertrouwelijk en mag alleen worden gebruikt voor de doeleindendan waarvoor het is vrijgegeven.

jklmnopq

Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Adviesdienst Verkeer en Vervoer

SSS Vluchthaven Aanwezigheid Detectie (VAD) MSS Camera Bediening en Alarm afhandeling Systeem Specificatie VAD (Systeem/Subsysteem Specificatie, SSS)

17 januari 2005

Afdeling Infrastructuur en Benutting Systemen Contactpersoon Document ID Versie Datum

MSS-CBA – Vluchthaven Aanwezigheid Detectie (VAD), SSS Versie 1.3 (definitief), 17 januari 2005

2

: Drs. R.A.v.d. Hengel : MSS.CBA.SSS.VAD.V13 : 1.3 (definitief) : 17 januari 2005

Aanpassingsoverzicht ............................................................................................

Versie

Status

Datum

Gereviseerd door

Reden

0.1

Concept

21 mei 2004

Ronald Moerman

Initieel document

1.0

Definitief

1 juni 2004

Ronald Moerman

Verwerking review commentaar

1.1

Concept

29 december

Ronald v.d. Hengel Inconsistenties SSS VAD en IRS VAD, tekstuele wijzigingen, herformuleren

2004

van een aantal eisen in het kader van de betere leesbaarheid 1.2

Concept

11 januari 2005 Ronald v.d. Hengel Verwerking review commentaar

1.3

Definitief

17 januari 2005 Ronald v.d. Hengel Verwerking review commentaar


3

Inhoudsopgave ............................................................................................

1. 1.1 1.2 1.3 1.3.1 1.3.2 1.3.3 1.3.4

Scope Identificatie Systeemoverzicht Documentoverzicht Doel van de SSS Documentstructuur Aanwijzingen voor het lezen Beveiliging en intellectueel eigendom

5 5 5 5 5 5 6 6

2. 2.1 2.2

Aangehaalde documenten Normatieve documenten Informatieve documenten

7 7 7

3. 3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12 3.13 3.14 3.15 3.16 3.17 3.18

Eisen Vereiste states en modes Eisen t.a.v. systeemmogelijkheden (capabilities) Verwerking Beheer Systeem externe interface-eisen Systeem interne interface-eisen Eisen ten aanzien van de interne gegevens van het VAD systeem Aanpassingseisen Veiligheidseisen Eisen t.a.v. beveiliging en privacybescherming Eisen ten aanzien van de omgeving van het systeem Eisen t.a.v. computerresources Factoren ten aanzien van systeemkwaliteit Randvoorwaarden ten aanzien van ontwerp en bouw Personeel-gerelateerde eisen Training-gerelateerde eisen Logistiek-gerelateerde eisen Andere eisen Packaging-eisen Prioriteit en afhankelijkheid van eisen

8 8 9 9 10 11 11 12 12 12 12 12 12 12 12 13 13 13 13 13 13

4.

Kwalificatiebepalingen

14

5. 5.1 5.2

Herleidbaarheid van eisen Herleidbaarheid van systeemkenmerken Herleidbaarheid van systeemeisen

17 17 17

6. 6.1

Opmerkingen Afkortingen en acroniemen

18 18


4

1. Scope ............................................................................................

1.1 Identificatie

Document identificator: MSS.CBA.SSS.VAD.V13 1.2 Systeemoverzicht

Het doel van de “Management Services Spitsstroken” (MSS) is: Het bieden van generieke bedienfaciliteiten voor spitsstroken (waaronder ook plusstroken en bufferstroken), waarmee de verkeersleiding de spitsstroken, inclusief de mogelijk daarbij behorende vluchthavens, efficiënt en integraal kan openen, bewaken en sluiten. Middels MSS kan de spitsstrook met behulp van (real time) video worden geschouwd, waarna de RVV en bewegwijzerings borden in combinatie met de MTM-2 signalering kunnen worden bediend vanaf de MTM-2 bedienpost om de spitsstrook te openen en te sluiten. De aanwezigheid van incidenten wordt gedetecteerd, waarna de verkeersleider via (real time) video de situatie kan bekijken en de benodigde maatregelen kan treffen. MSS is geen zelfstandig systeem, maar bestaat uit een aantal services verspreid over een aantal bestaande en (mogelijk) nog te realiseren subsystemen, waarbij de bediening geïntegreerd kan worden in generieke bedieningsinterfaces, zoals MTM-2, VBA (momenteel in gebruik bij VC-NWN en VC-ZN) en mogelijk VANESSA. Een van de subsystemen is CBA; Camera Bediening en Alarm afhandeling. Dit systeem handelt ondermeer incident en vluchthaven alarmen af, waarna de wegverkeersleider middels camerabediening de incidentlocatie of de vluchthaven in beeld kan brengen, waarna hij de situatie kan beoordelen en passende maatregelen kan nemen. Een van de systemen waarmee CBA een interface heeft is het VAD (Vluchthaven Aanwezigheid Detectie) systeem. Het VAD systeem detecteert de aanwezigheid van een voertuig middels één of meer inductieve lussen in het wegdek en geeft dit door aan het CBA systeem. 1.3 Documentoverzicht 1.3.1 Doel van de SSS

Deze SSS, eventueel aangevuld met IRS’s, is gebruikt als basis voor ontwerp en kwalificatietesten van een systeem of subsysteem. 1.3.2 Documentstructuur

Dit document is gestructureerd volgens het generieke template. Sectie 1 beschrijft de scope, identificatie, doel en toepassing van dit document. Sectie 2 beschrijft de aangehaalde documenten. Sectie 3 beschrijft de Eisen, sectie 4 de Kwalificatiebepalingen en sectie 5 geeft de Herleidbaarheid van eisen. Sectie 6 bevat een lijst met acroniemen, afkortingen en termen.


5

1.3.3 Aanwijzingen voor het lezen

In het geval van eventuele inconsistentie tussen dit document en bovenliggende documenten (ZSM.MSS.OCD, ZSM.MSS.SSS, ZSM.MSS.SSS.CBA) zal de tekst van dit document voorrang genieten. [1] [2] [3] [4] [5] [6] [7]

Een eis wordt aangegeven door een identificatienummer tussen rechte haken dat uniek is binnen de (sub)sectie waarin het voorkomt. Een identificatienummer mag niet veranderen in volgende versies van een document. De volgende notatie wordt gebruikt om naar een eis in hetzelfde systeem te verwijzen: <document>.<sectie>.[identificatie], bijvoorbeeld: SSS.3.2.4.[2] Toelichtingen, voorbeelden en afbeeldingen worden uitsluitend gebruikt voor toelichtingsdoeleinden, en bevatten geen eisen. Een toelichting wordt voorafgegaan door “Opmerking:”. Een voorbeeld wordt voorafgegaan door “Voorbeeld:”. Daar waar in dit document hij of zijn als verwijzing naar een gebruiker voorkomt, moet dit worden gelezen als hij of zij en zijn of haar. 1.3.4 Beveiliging en intellectueel eigendom

Zie de auteursrechtvermelding op de voorpagina.


6

2. Aangehaalde documenten ............................................................................................

2.1 Normatieve documenten

Systeemdocumenten [ZSM.MSS.OCD]

[ZSM.MSS.SSS]

Standaarden [IEEE 12207]

[ISO 12207]

[J-STD-016]

[DocStd.SSS] [DocStd.IRS]

OCD Management Services Spitsstroken RWS-AVV ZSM.MSS.OCD SSS Management Services Spitsstroken RWS-AVV ZSM.MSS.SSS

IEEE/EIA 12207 Industry Implementation of International Standard ISO/IEC 12207:1995: (ISO/IEC 12207) Standard for Information Technology – Software life cycle processes (3 parts), IEEE/EIA, March and April 1998 Opmerking: ISO/IEC 12207 is een integraal deel van IEEE 12207 ISO/IEC 12207, Information technology – Software life cycle processes, ISO/IEC, 1-8-1995 Opmerking: ISO/IEC 12207 is een integraal deel van IEEE 12207 EIA/IEEE J-STD-016:1995 Standard for Information Technology – Software Life Cycle Processes – Software development: Acquirer-Supplier Agreement Documentation Standard, System Subsystem Specification, AVV, 4 november 1999 Common Specifications, AVV, 4 november 1999

Ethernet/IP Standaard Informatie betreffende de toepassing van Ethernet-IP inclusief het CIP protocol is verkrijgbaar op de site van de ODVA die bereikbaar is onder www.odva.org.

2.2 Informatieve documenten

[OS-MTM-2]


Specificatie Onderstation MTM-2 Versie 6 Adviesdienst Verkeer en Vervoer September 2000

7

3. Eisen ............................................................................................

3.1 Vereiste states en modes [1]

Een vluchthaven detectielus heeft de volgende detectietoestanden: • “onbezet”, waarbij de lus geen voertuig detecteert; • “bezet”, waarbij lus een voertuig detecteert.

[2]

Een vluchthaven detectielus heeft de volgende fouttoestanden: • “operationeel”, waarbij de lus informatie kan genereren; • “defect”, waarbij de lus geen juiste informatie kan genereren.

[3]

Een vluchthaven detectielus heeft de volgende bedrijfstoestanden: • “enabled”, waarbij de lus informatie genereert; • “disabled”, waarbij de lus geen informatie meer genereert.

Opmerking:

De bedrijfstoestand “disabled” kan gebruikt worden om een defecte lus in afwachting van reparatie geen overbodige netwerkbelasting te laten genereren, specifiek in geval van een intermitterend defect.

[4]

Vervallen.

[5]

Een vluchthaven heeft de volgende toestanden: • “onbezet”, waarbij geen van de lussen een voertuig detecteert; • “bezet”, waarbij tenminste één lus een voertuig detecteert; • “onbepaald”, indien de toestand niet kan worden vastgesteld, bijvoorbeeld doordat alle lussen defect zijn.

[6]

Een vluchthaven detectielus heeft de volgende simulatiebedrijfstoestanden: • “neutraal”, waarbij de lus operationeel beschikbaar is; • “simulatie”, waarbij de lus een bepaalde simulatietoestand heeft.

[7]

Een vluchthaven detectielus heeft de volgende simulatietoestanden: • “onbezet”, waarbij de lus geforceerd een onbezetsignaal genereert; • “bezet”, waarbij de lus geforceerd een bezetsignaal genereert.


8

3.2 Eisen t.a.v. systeemmogelijkheden (capabilities) [1]

Het VAD systeem bewaakt een vluchthaven met betrekking tot de aanwezigheid van voertuigen. Het VAD systeem heeft een interface met het Camera Bediening en Alarm afhandeling (CBA) systeem in de Verkeerscentrale.

[2]

De aanwezigheid van een voertuig wordt gedetecteerd met behulp van inductieve detectielussen. Camera Bediening en Alarm afhandeling (CBA)

Ethernet IP

Vluchthaven Aanwezigheid Detectie systeem

Overige VAD systemen

Overige DVM systemen (b.v. borden)

Figuur 3.2: Context diagram VAD systeem 3.2.1 Verwerking [1]

Indien één of meer van de detectielussen van het VAD systeem langer dan een bepaalde (instelbare) tijd “bezet” is of zijn, wordt de toestand van de vluchthaven “bezet”.

Opmerking:

Deze opkomstvertraging dient om te voorkomen dat langsrijdend (vracht)verkeer dat de vluchthaven ´schampt´ onterecht een kortstondige bezetmelding genereert.

[2]

Indien de detectielus of detectielussen van het VAD systeem die voorheen “bezet” was of waren, langer dan een bepaalde (instelbare) tijd wederom “onbezet” is of zijn, wordt de toestand van de vluchthaven “onbezet”. Indien in deze periode een andere detectielus “bezet” wordt, blijft de toestand van de vluchthaven “bezet”.

Opmerking:

Deze afvalvertraging dient om te voorkomen dat een enkel voertuig, dat over de vluchthaven rijdt en daarbij achtereenvolgens meerdere detectielussen activeert en deactiveert, onterecht meerdere bezetmeldingen genereert.

[3]

Het VAD systeem genereert binnen 500 ms een melding via de VAD interface naar het CBA systeem: • Indien de toestand van de vluchthaven verandert; • Na het opstarten van de verbinding tussen het CBA systeem en het VAD systeem. Deze melding bevat: • De vluchthaven toestand; • De opkomstvertraging; • De afvalvertraging; • Het tijdsinterval; • De datum en tijd (indien RTC aanwezig);


9

• •

Het gedefinieerde aantal detectielussen Per detectielus: • De detectietoestand; • De fouttoestand; • De bedrijfstoestand; • De simulatiebedrijfstoestand; • De simulatietoestand.

[4]

Het VAD systeem genereert binnen 500 ms een melding via de VAD interface naar het CBA systeem indien: • Een detectielus geen informatie kan verstrekken; • Een detectielus weer informatie kan verstrekken; • Na het opstarten van het VAD systeem één of meer parameters afwijken van de default (zie 3.2.2.[4]). Deze melding bevat: • De vluchthaven toestand; • De opkomstvertraging; • De afvalvertraging; • Het tijdsinterval; • De datum en tijd (indien RTC aanwezig); • Het gedefinieerde aantal detectielussen • Per detectielus: • De detectietoestand; • De fouttoestand; • De bedrijfstoestand; • De simulatiebedrijfstoestand; • De simulatietoestand.

[5]

Vervallen

[6]

Het VAD systeem genereert regelmatig een melding via de VAD interface naar het CBA systeem. Deze melding bevat: • De vluchthaven toestand; • De opkomstvertraging; • De afvalvertraging; • Het tijdsinterval; • De datum en tijd (indien RTC aanwezig); • Een berichtindicator; • Het gedefinieerde aantal detectielussen • Per detectielus: • De detectietoestand; • De fouttoestand; • De bedrijfstoestand; • De simulatiebedrijfstoestand; • De simulatietoestand.

Opmerking:

Het voornoemde tijdsinterval is in het CBA systeem instelbaar en dient om periodiek de meldingen van het VAD systeem naar het CBA systeem te sturen. De berichtindicator is bedoeld om elk door het VAD systeem verzonden bericht te kunnen identificeren om verschil te kunnen maken tussen twee opeenvolgende berichten.

[1]

Het CBA systeem kan via de VAD interface de status van het VAD systeem, de parameters van het VAD systeem en de status van elke detectielus opvragen. De door het VAD verstuurde melding bevat: • De vluchthaven toestand;

3.2.2 Beheer


10

• • • • • •

De opkomstvertraging; De afvalvertraging; Het tijdsinterval; De datum en tijd (indien RTC aanwezig); Het gedefinieerde aantal detectielussen Per detectielus: • De detectietoestand; • De fouttoestand; • De bedrijfstoestand; • De simulatiebedrijfstoestand; • De simulatietoestand.

[2]

Het CBA systeem kan via de VAD interface van elke detectielus de bedrijfstoestand, de simulatiebedrijfstoestand en de simulatietoestand instellen. Deze opdracht bevat: • De bedrijfstoestand; • De simulatiebedrijfstoestand; • De simulatietoestand.

[3]

Het CBA systeem kan via de VAD interface de parameters van het VAD systeem instellen. Deze opdracht bevat: • De opkomstvertraging; • De afvalvertraging; • Het tijdsinterval; • De datum en tijd (indien RTC aanwezig).

Opmerking:

Er is slechts één opkomstvertraging parameter en één afvalvertraging parameter die gelden voor alle detectielussen van het VAD systeem.

[4]

Indien het VAD systeem geen permanent geheugen bevat en indien dit bij configuratie is ingesteld, worden bij opstarten van het VAD systeem alle variabelen en parameters gereset naar de default toestand: • De detectietoestand: onbezet; • De fouttoestand: operationeel; • De bedrijfstoestand: enabled; • De simulatiebedrijfstoestand: neutraal; • De opkomstvertraging: TBD; • De afvalvertraging: TBD; • Het tijdsinterval: 10 minuten.

[5]

Indien het VAD systeem een RTC bevat en indien dit bij configuratie is ingesteld, wordt de tijd van optreden van een gebeurtenis meegezonden in het bericht. 3.3 Systeem externe interface-eisen

[1]

De VAD interface tussen het VAD systeem en het CBA systeem zal uitgevoerd worden op basis van het Industrial Ethernet/Ethernet IP protocol.

Opmerking:

Het Industrial Ethernet/Ethernet IP protocol bestaat uit Ethernet, TCP/IP en CIP. 3.4 Systeem interne interface-eisen

[1]

Het moet mogelijk zijn zes detectielussen aan te sluiten op een VAD systeem.


11

3.5 Eisen ten aanzien van de interne gegevens van het VAD systeem [1]

De interne gegevens van het VAD systeem zullen met behulp van een aansluiting van een locale onderhoudsterminal of een centrale onderhoudsvoorziening toegankelijk zijn. 3.6 Aanpassingseisen

Hier worden geen nieuwe eisen aan gesteld. 3.7 Veiligheidseisen [1]

Het VAD systeem dient op een dusdanige manier te zijn geconstrueerd, dat dit bij toepassing langs of boven de weg veilig functioneert en zowel direct als indirect geen schade kan berokkenen. 3.8 Eisen t.a.v. beveiliging en privacybescherming

Hier worden geen nieuwe eisen aan gesteld. 3.9 Eisen ten aanzien van de omgeving van het systeem [1]

Het VAD systeem moet voldoen aan de omgevingseisen van langs de weg geplaatste apparatuur. 3.10 Eisen t.a.v. computerresources

[1]

De beschikbaarheid van het VAD systeem moet groter of gelijk zijn aan die van het MTM-2 onderstation, zie [OS-MTM-2] 3.10.1.1 Eisen t.a.v. hardware 3.10.1.2 Eisen t.a.v. gebruik computerhardwareresources

Hier worden geen nieuwe eisen aan gesteld. 3.10.1.3 Eisen t.a.v. computersoftware

Hier worden geen nieuwe eisen aan gesteld. 3.10.1.4 Eisen t.a.v. computercommunicatie

Hier worden geen nieuwe eisen aan gesteld. 3.11 Factoren ten aanzien van systeemkwaliteit [1]

Het VAD systeem dient te worden ontworpen voor een levensduur van tenminste 15 jaar. 3.12 Randvoorwaarden ten aanzien van ontwerp en bouw

[1]

Het VAD systeem moet ingebouwd zijn in een wegkant kast.

[2]

Het VAD systeem mag niet beschadigd kunnen worden of onbruikbaar raken door hoge of lage dan wel sterk wisselende omgevingstemperaturen zoals deze in Nederland (incidenteel) kunnen voorkomen, noch mag dit een negatief effect hebben op de levensduur. Hoge en/of lage, dan wel sterk wisselende temperaturen mogen evenmin leiden tot een verminderde veiligheid.


12

[3]

Het VAD systeem mag niet beschadigd kunnen worden of onbruikbaar raken door als spatwater of condens ingedrongen vocht, noch mag dit een negatief effect hebben op de levensduur. In de behuizing ingedrongen vocht dient zo snel mogelijk te worden afgevoerd. Ingedrongen vocht mag evenmin leiden tot een verminderde veiligheid.

[4]

Het VAD systeem mag niet beschadigd kunnen worden of onbruikbaar raken door mechanische trillingen en statische dan wel dynamische belastingen, die het VAD systeem kan ondervinden tengevolge van de weersinvloeden en het passerende wegverkeer, noch mogen deze een negatief effect hebben op de levensduur. 3.13 Personeel-gerelateerde eisen

Hier worden geen nieuwe eisen aan gesteld. 3.14 Training-gerelateerde eisen [1]

Bij het VAD systeem dienen de bijbehorende handleidingen te worden geleverd. 3.15 Logistiek-gerelateerde eisen

Hier worden geen nieuwe eisen aan gesteld. 3.16 Andere eisen

Hier worden geen nieuwe eisen aan gesteld. 3.17 Packaging-eisen

Hier worden geen nieuwe eisen aan gesteld. 3.18 Prioriteit en afhankelijkheid van eisen

Niet van toepassing.


13

4. Kwalificatiebepalingen Voor dit document zijn de volgende kwalificatiemethoden gedefinieerd: a) Test: De werking van het systeem, of een deel van het systeem, waarbij gebruik wordt gemaakt van instrumentatie of andere speciale testapparatuur om gegevens te verzamelen voor latere analyse. b) Inspectie: De visuele inspectie van systeemcomponenten, documentatie, etc. Eis

Omschrijving

Kwalificatiemethode

3.1.[1]

Een vluchthaven detectielus heeft de detectietoestanden “onbezet” en “bezet”

Test

3.1.[2]

Een vluchthaven detectielus heeft de fouttoestanden “operationeel” en “defect”

Test

3.1.[3]

Een vluchthaven detectielus heeft de bedrijfstoestanden “enabled” en “disabled”

Test

3.1.[4]

Vervallen.

3.1.[5]

Een vluchthaven heeft de toestanden “onbezet”, “bezet” en “onbepaald”

Test

3.1.[6]

Een vluchthaven detectielus heeft de simulatiebedrijfstoestanden “neutraal” en “simulatie”

Test

3.1.[7]

Een vluchthaven detectielus heeft de simulatietoestanden “onbezet” en “bezet”

Test

3.2.[1]

Het VAD systeem bewaakt een vluchthaven met betrekking tot de aanwezigheid van voertuigen.

Test

3.2.[2]

De aanwezigheid van een voertuig wordt gedetecteerd met behulp van inductieve lussen.

Test

3.2.1.[1]

Indien één of meer van de detectielussen van het VAD systeem langer dan een bepaalde (instelbare) tijd “bezet” is of zijn, wordt de toestand van de vluchthaven “bezet”.

Test

3.2.1.[2]

Indien de detectielus of detectielussen van het VAD systeem die voorheen “bezet” was of waren, langer dan een bepaalde (instelbare) tijd wederom “onbezet” is of zijn, wordt de toestand van de vluchthaven “onbezet”. Indien in deze periode een andere detectielus “bezet” wordt, blijft de toestand van de vluchthaven “bezet”.

Test

3.2.1.[3]

Het VAD systeem genereert binnen 500 ms een melding via de VAD interface naar het CBA systeem:

Test

3.2.1.[4]

Het VAD systeem genereert binnen 500 ms een melding via de VAD interface naar het CBA systeem indien:

Test

3.2.1.[5]

Vervallen.

3.2.1.[6]

Het VAD systeem genereert regelmatig (tijdsinterval instelbaar) een melding via de VAD interface naar het CBA systeem.


14

Test

Eis

Omschrijving

Kwalificatiemethode

3.2.2.[1]

Het CBA systeem kan via de VAD interface de status van het VAD systeem, de parameters van het VAD systeem en de status van elke detectielus opvragen.

Test

3.2.2.[2]

Het CBA systeem kan via de VAD interface van elke detectielus de bedrijfstoestand, de simulatiebedrijfstoestand en de simulatietoestand instellen.

Test

3.2.2.[3]

Het CBA systeem kan via de VAD interface de parameters van het VAD systeem instellen.

Test

3.2.2.[4]

Indien het VAD systeem geen permanent geheugen bevat en indien dit bij configuratie is ingesteld, worden bij opstarten van het VAD systeem alle variabelen gereset naar de default toestand.

Test

3.2.2.[5]

Indien het VAD systeem een RTC bevat en indien dit bij configuratie is ingesteld, wordt de tijd van optreden van een gebeurtenis meegezonden in het bericht.

Test

3.3.[1]

De VAD interface tussen het VAD systeem en het CBA systeem zal uitgevoerd worden op basis van het Industrial Ethernet/Ethernet IP protocol.

Test

3.4.[1]

Het moet mogelijk zijn zes detectielussen aan te sluiten op een VAD systeem.

Test

3.5.[1]

De interne gegevens van het VAD systeem zullen met behulp van een aansluiting van een locale onderhoudsterminal of een centrale onderhoudsvoorziening toegankelijk zijn.

Test

3.7.[1]

Het VAD systeem dient op een dusdanige manier te zijn geconstrueerd, dat dit bij toepassing langs of boven de weg veilig functioneert en zowel direct als indirect geen schade kan berokkenen.

Inspectie

3.9.[1]

Het VAD systeem moet voldoen aan de omgevingseisen van langs de weg geplaatste apparatuur

Inspectie

3.10.[1]

De beschikbaarheid van het VAD systeem moet groter of gelijk zijn aan die van het MTM-2 onderstation, zie [OS-MTM-2]

Inspectie

3.11.[1]

Het VAD systeem dient te worden ontworpen voor een levensduur van tenminste 15 jaar

Inspectie

3.12.[1]

Het VAD systeem moet ingebouwd zijn in een wegkant kast

Inspectie

3.12.[2]

Het VAD systeem mag niet beschadigd kunnen worden of onbruikbaar raken door hoge of lage dan wel sterk wisselende omgevingstemperaturen zoals deze in Nederland (incidenteel) kunnen voorkomen, noch mag dit een negatief effect hebben op de levensduur.

Inspectie


15

Eis

Omschrijving

3.12.[3]

Het VAD systeem mag niet beschadigd kunnen Inspectie worden of onbruikbaar raken door als spatwater of condens ingedrongen vocht, noch mag dit een negatief effect hebben op de levensduur.

3.12.[4]

Het VAD systeem mag niet beschadigd kunnen Inspectie worden of onbruikbaar raken door mechanische trillingen en statische dan wel dynamische belastingen, die het VAD systeem kan ondervinden tengevolge van de weersinvloeden en het passerende wegverkeer, noch mogen deze een negatief effect hebben op de levensduur.

3.14.[1]

Bij het VAD systeem dienen de bijbehorende handleidingen te worden geleverd


Kwalificatiemethode

16

Inspectie

5. Herleidbaarheid van eisen 5.1 Herleidbaarheid van systeemkenmerken

Herleidbaarheid van systeemkenmerken in ZSM.MSS.OCD naar eisen in ZSM.CBA.SSS.VAD Systeemkenmerk

Omschrijving

Eis

OCD.5.6.[27]

Er is detectie op vluchthavens om gebruik van vluchthavens aan de wegverkeersleider kenbaar te maken. Voor de detectie wordt gebruik gemaakt van lussen.

3.1.[1]..[7] 3.2.[1]..[2] 3.2.1.[1]..[6] 3.2.2.[2]..[5]

5.2 Herleidbaarheid van systeemeisen

Herleidbaarheid van systeemeisen in ZSM.MSS.SSS naar eisen in ZSM.CBA.SSS.VAD Systeemeis

Omschrijving

Eis

SSS.3.2.3.6.[6]

De aanwezige vluchthavens worden bewaakt op aanwezigheid van voertuigen (Vluchthaven Aanwezigheid Detectie).

3.1.[1]..[7]


17

3.2.[1]..[2] 3.2.1.[1]..[6] 3.2.2.[2]..[5]

6. Opmerkingen ............................................................................................

6.1 Afkortingen en acroniemen

AVV CBA CIP DVM IP IRS MSS MTM-2 OCD ODVA PAD RTC RVV SRS SSS TBD TCP/IP VAD VANESSA VBA VC-NWN VC-ZN ZSM

Adviesdienst Verkeer en Vervoer Camera Bediening en Alarm afhandeling Common Industrial Protocol / Control Information Protocol Dynamisch Verkeers Management Industrial Protocol Interface Requirements Specification (Specificatie interfaceeisen) Management Services Spitsstroken Motror Traffic Management system Operational Concept Description (Beschrijving operationeel concept) Open DeviceNet Vendor Association Pechhaven Aanwezigheid Detectie Real Time Clock Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens Software Requirements Specification (Specificatie softwareeisen) System/Subsystem Specification (Specificatie systeem/subsysteem) To be defined Transmission Control Protocol/Internet Protocol Vluchthaven Aanwezigheid Detectie Verkeerscentrale, Algemeen, Nieuw, Eenvoudig, Sturing, Systeem, Aanpassing Verkeers Beheersings Applicatie Verkeerscentrale Noord West Nederland Verkeerscentrale Zuid Nederland Zichtbaar Slim Meetbaar

Wijzigingen In versie 1.1 van dit document zijn de navolgende wijzigingen aangebracht ten opzichte van versie 1.0 van dit document. 1. 2. 3. 4. 5. 6.

7.

Verwijzing naar MSS projectplan is verwijderd. Diverse tekstuele wijzigingen aangebracht; consistentie in woordgebruik in het SSS document en het IRS document aangebracht. Waar in de tekst werd gesproken over “een extern systeem” is nu uitsluitend het CBA genoemd. Lijst met systeemdocumenten is bijgewerkt. [Ethernet IP] standaard is verwijderd; hiervoor in de plaats is de verwijzing naar de ODVA opgenomen. Overeenkomstig de IRS is het begrip “simulatiebedrijfstoestand” opgenomen. Hierdoor is de oude eis 3.1.[4] vervallen en zijn twee nieuwe eisen 3.1.[6] en 3.1.[7] opgenomen die samen de inhoud van de oorspronkelijke 3.1.[4] dekken. Figuur 3.2. De figuur is vervangen door de figuur die ook al in de IRS


18

versie 1.1 opgenomen was. Eis 3.2.1.[3] en 3.2.1.[4] Het leek erop dat er sprake was van een doublure bij eis 3.2.1.[3] en 3.2.1.[4]. Eis 3.2.1.[3] heeft nu uitsluitend betrekking op het veranderen van de toestand van de vluchthaven en het opstarten van het VAD systeem. De tekst van eis 3.2.1.[3] en 3.2.1.[4] is hierop aangepast. 9. Eis 3.2.1.[5] is vervallen. Eis 3.2.2.[1] is anders geformuleerd waardoor eis 3.2.1.[5] in 3.2.2[1] is opgenomen. 10. Eis 3.2.1.[6] is als nieuwe eis toegevoegd. Er wordt regelmatig door het VAD systeem een bericht gestuurd om aan te geven dat het VAD nog operationeel is. 11. Bij eis 3.2.2.[3] waren twee eisen (instellen en opvragen) in één eis verwoord. Het opvragen van de parameters is opgenomen bij eis 3.2.2.[1]. De tekst van 3.2.2.[1] is overeenkomstig aangepast. 12. Bij eis 3.4.[1] is het aantal beperkt tot 6 lussen. 8.


19

SSS Vluchthaven Aanwezigheid Detectie (VAD)

Recommend Documents