Uitsluitend voor professionele beleggers -
Winter 2011
SRI Nieuws INHOUD 2 China’s twaalfde vijfjarenplan: een duurzaam antwoord
5 Rondetafelgesprek: hoe beleggen in water
9 C ercle du Développement Durable van BNPP IP 10 ‘Best-in-Class’ onderzoek duurzaam beleggen: goed voor financiële outperformance?
14 De waarde van duurzaam beleggen de maat genomen 15 Novethic label voor 16 SRIfondsen van BNPP IP 16 De SRI gerelateerde dochterondernemingen van BNPP IP BNPP IP is de bron voor alle gegevens in dit document per ultimo september 2011, tenzij anders aangegeven.
Waar staat SRI? Voor duurzame beleggers is de huidige crisis een nadeel en een voordeel tegelijk. Een nadeel omdat er urgentere problemen en ‘ernstigere’ zaken moeten worden opgelost. Maar ook een voordeel: de beperkingen van tekortschietende corporate governance en kortetermijndenken zijn eens te meer aan het licht gekomen. Tegen deze achtergrond en aan de vooravond van 2012 blijft BNP Paribas Investment Partners (BNPP IP) zich sterk maken voor een tweeledig streven: doorgaan met de integratie van duurzaamheidscriteria in reguliere beleggingen en het versneld verder ontwikkelen van duurzame en verantwoorde beleggingsoplossingen voor particuliere en institutionele beleggers. Er lopen diverse initiatieven. Zo breiden we duurzaam beleggen uit naar nieuwe beleggingsklassen zoals beursgenoteerd vastgoed en staatsobligaties. Ook ontwikkelen we beleggingsstrategieën met sociale voorzieningen als speerpunt. Ondanks de ongunstige marktomstandigheden hebben we daarnaast nog altijd vertrouwen in het groeipotentieel van milieustrategieën op de lange termijn. Dat blijkt wel uit ons rondetafelgesprek over water. Ook geloven we in de vastberadenheid van de opkomende landen om de acute vervuilingsproblematiek aan te pakken die met versnelde groei samenhangt. Om de belofte waar te maken, zal duurzaam beleggen op de eerste plaats moeten bewijzen resultaten en risicoverlaging te kunnen opleveren. Immers, duurzaam beleggen gaat over beleggen, niet over liefdadigheid. Maar duurzaam beleggen moet ook voordelen voor het milieu en de maatschappij opleveren, wat om nieuwe prestatiemaatstaven vraagt. Ook van belang is meer transparantie over de gehanteerde middelen en de bereikte resultaten. De SRI labels die onze fondsen voor het derde achtereenvolgende jaar hebben gekregen, vormen een belangrijke impuls voor onze benadering. We wensen u veel leesplezier.
Philippe Marchessaux CEO - BNP Paribas Investment Partners
China’s twaalfde vijfjarenplan: een duurzaam antwoord Plan je voor een jaar, plant dan graan. Plan je voor tien jaar, plant dan bomen. Plan je 100 jaar voorspoed, ontwikkel dan je mensen – Chinees spreekwoord. Het twaalfde vijfjarenplan brengt een belangrijke verandering in het Chinese model van de planeconomie. Het concept van ‘één maat voor allen’ van de geleide economie heeft plaatsgemaakt voor een veelheid aan economische instrumenten waarmee China unieke maar onderling verweven duurzaamheidsproblemen te lijf gaat. In dit vijfjarenplan worden expliciet zeven nieuwe strategische sectoren aangewezen die op officiële steun kunnen rekenen. Dat zijn energiebesparing en milieubescherming, nieuwe generatie -informatietechnologie, biotechnologie, hightech apparatuur, alternatieve energie, nieuwe materialen en schone voertuigen. Opvallend bovenaan prijken energiebesparing en milieubescherming met ambitieuze doelstellingen voor de verlaging van het energieverbruik per eenheid bbp met 17,3% en van het olieverbruik per eenheid bbp met 10% in 2015. Dit doel zal naar verwachting worden gerealiseerd door een evenwichtige combinatie van subsidies en belastingvoordelen; boetes voor nietefficiënte sectoren en de ontwikkeling van marktmechanismen als een handelssysteem in emissierechten (de National Development and Reform Commission (NDRC) kondigde in juli een pilotproject aan).
Nadruk op de energiesector In het kader van het twaalfde vijfjarenplan wil China in 2015 bijna 200 gigawatt capaciteit aan de elektriciteitsopwekking toevoegen in de vorm van zonne-, wind-, kern- en hydro-energie. De met aardgas opgewekte elektriciteitscapaciteit moet 2,5 keer zo groot worden. De uitbreiding van de voorzieningen op basis van zonne-energie met 10 megawatt capaciteit bouwt voort op de feed-in tarifering voor zonne-energie die de NDRC op 1 augustus aankondigde. Dit is typerend voor de huidige trend waarin China verandert van een wereldwijde leverancier naar een wereldwijde afnemer van alternatieve energie. China produceerde in 2010 66% van de wereldwijde apparatuur voor zonne-energie maar had zelf maar 3% van de wereldwijde capaciteit geïnstalleerd. In 2015 zou China goed moeten zijn voor 80% van de productiecapaciteit van zonnewafers en -cellen en tegelijk ook voor een indrukwekkende 20% van de internationale vraag. China is nu al wereldwijd de grootste investeerder in schone energieprojecten. In 2010 heeft het land 38 miljard dollar geïnvesteerd, tweemaal zoveel als de Verenigde Staten.
China: van internationale leverancier naar internationale consument van alternatieve energie
De voortgaande uitbouw van de alternatieve energieopwekking in het kader van het vijfjarenplan leidt tot een transformatie van de schone energiesector van een op de export gericht economisch goed naar een binnenlandse strategische hulpbron. Hiermee groeit ook het belang van een goede waardeketen voor schone energie, in het vijfjarenplan als strategische sector aangewezen onder het kopje ‘nieuwe materialen’. Praktisch gezien verwachten we de komende vijf jaar een belangrijke consolidatie van de capaciteit 2 - Uitsluitend voor professionele beleggers
SRI Nieuws - BNP Paribas Investment Partners - Winter 2011
François Perrin Hoofd Asian SRI Equities BNP Paribas Investment Partners
zeldzame aardmaterialen, hoogwaardig staal, legeringen, vezels & composieten en nanomaterialen. Ook hier ligt de nadruk op hogere kwaliteit en hogere standaarden door nieuwe wet- en regelgeving en consolidatie, gekoppeld aan subsidies en belastingprikkels.
Herstel geografische onevenwichtigheden op duurzame wijze Het twaalfde vijfjarenplan wil ook de structurele inefficiënties in de kapitaaltoewijzing aanpakken. Dat kan fungeren als enorme indirecte stimulans voor de duurzame sectoren in China. Door de ontwikkeling en verdere uitbreiding van het sociale vangnet (pensioenen, gezondheidszorg, onderwijs) en door het herstel van de onevenwichtigheden in de regio’s en de verhouding stad en platteland bouwt het vijfjarenplan aan een publiek kader waarbinnen de particuliere consumptie en investeringen aan tempo kunnen winnen. Wil China de doelstelling van een verstedelijking van 51,5% realiseren (een toename met 4%) dan zal het huidige hukou-systeem op de schop moeten (hukou is het geboorteregistratiesysteem). Tot nu toe bepaalt de plaats waar iemand is geboren waar deze in aanmerking komt voor werkgelegenheid, onderwijs en sociale zekerheid (afhankelijk van de status van het huishouden als ‘stad’ of ‘platteland’). Het systeem verankert inkomensongelijkheden en negeert de beweging in de demografische ontwikkelingen in China: de stedelijke bevolking in China wordt geschat op 622 miljoen, maar slechts 455 miljoen mensen zijn in de stad ingeschreven. Mensen met hukou van het platteland hebben in de stad geen sociaal vangnet, daarom sparen ze meer en consumeren ze minder, zo blijkt uit onderzoek. Doel van het vijfjarenplan is om die ongelijkheden recht te trekken met de instelling van een nationaal basispensioen, de uitbreiding van de basiszorg naar plattelandsgebieden en de invoering van een ambitieus programma voor sociale huisvesting (36 miljoen extra woningen in 2015).
Het twaalfde vijfjarenplan wil de groei van de particuliere consumptie en investeringen stimuleren
Met het twaalfde vijfjarenplan wil China de sociale mobiliteit liberaliseren in plaats van mensen via hukou op het platteland te houden - een fundamentele verschuiving in de beleidsvorming rond de verstedelijking. Om aan de sterk gestegen vraag uit de steden te voldoen zal het aanbod van voedsel ook fors omhoog moeten. Inspanningen om de landbouwopbrengsten te verhogen zijn dan ook van essentieel belang voor een duurzame voedseltoevoer naar de sterk groeiende steden (het ministerie voor Huisvesting, Stedelijke en Plattelandsontwikkeling schat dat 300 miljoen mensen in de periode 20102025 naar de stad zullen trekken). Met dit vijfjarenplan wordt deze trend opgepakt met stimuleringsmaatregelen voor het onderzoek naar en de ontwikkeling van zaden, biologische verdelgingsmiddelen en mest, in combinatie met een uitbreiding van de subsidies voor landbouwapparatuur. Uitsluitend voor professionele beleggers - 3
Herverdeling welvaart door ontwikkeling infrastructuur China streeft ook naar inkomenscorrectie op regioniveau. Het land legt infrastructuur aan in de minder ontwikkelde westelijke provincies, zoals nutsbedrijven, slimme elektriciteitsnetwerken en irrigatiesystemen. De ontwikkeling van de armste regio’s wordt betaald uit de voorzieningen voor ecologische bescherming. Voormalige industriële gebieden waar de zware industrie definitief op haar retour is, krijgen een nieuwe impuls door investeringen in de nieuwe strategische sectoren die we hierboven hebben besproken. Het totale effect van deze initiatieven is de meest ingrijpende herverdeling van de welvaart sinds de opkomst van het communistische systeem. In combinatie met begrotingshervormingen, de mondialisering van de renminbi en een lichtvoetiger valuta-aanpak hopen beleidsmakers het potentieel van de binnenlandse consument aan te boren. Dit zal ongetwijfeld leiden tot een vermenigvuldiging van de vraag naar diensten als gezondheidszorg, onderwijs en communicatietechnologie.
Een kans om optimaal in te spelen op de heroriëntatie van de Chinese economie
Fotorechten: Jean-Michel André
De complexiteit van de duurzaamheidsproblematiek in China vraagt om een genuanceerde aanpak van de beleidsmakers. De ingewikkelde, elkaar overlappende mechanismen van het twaalfde vijfjarenplan zijn een stap in die richting. Van belang is dat die mechanismen goed geïnformeerde beleggers tevens een ongeëvenaarde kans bieden om in te spelen op de heroriëntatie van de Chinese economie naar een duurzamer model. n
4 - Uitsluitend voor professionele beleggers
SRI Nieuws - BNP Paribas Investment Partners - Winter 2011
Rondetafelgesprek: hoe beleggen in water
Bij de eerste Cercle du Développement Durable1 van juli 2010 sprak een panel deskundigen over de economische, maatschappelijk en milieuaspecten van de watercrisis. Vandaag buigen we ons over datzelfde onderwerp vanuit het perspectief van de technische oplossingen en de kansen voor particuliere beleggers. In dit rondetafelgesprek komen aan het woord: Erik Orsenna (EO), schrijver en econoom; hij houdt zich al sinds geruime tijd met het onderwerp water bezig; Pierre-Alain Roche (PAR), voorzitter van ASTEE2 en voormalig bestuurder van de World Water Council; Cédric Chavot (CC) van BNP Paribas Cardif, die sinds 2009 in de sector belegt; en Simon Gottelier (SG), beheerder van een fonds voor beleggingen in water bij Impax Asset Management. Waarom is water tegenwoordig zo’n belangrijk aandachtsgebied? EO: Het waterprobleem is veel acuter geworden. Daar zijn twee redenen voor. Allereerst accentueert de opwarming van de aarde de onevenwichtigheden in de wereld. De regio’s die toch al veel water hebben, krijgen er een overvloed aan water bij. En in gebieden met weinig water wordt de watervoorraad alleen maar kleiner. De toenemende frequentie van extreme weersomstandigheden (waardoor droogte en overstromingen elkaar afwisselen) maakt de situatie alleen nog maar erger. Overstromingen veroorzaken namelijk een tekort aan drinkwater, hoe tegenstrijdig dat ook klinkt. Door de bevolkingsgroei en de verdere verstedelijking neemt de behoefte aan drinkwater en riolering eveneens toe. We moeten vooral ook niet vergeten dat één miljard mensen op dit moment geen drinkwater heeft en 2,5 miljard mensen zonder riolering leven. Dat leidt tot gezondheidsproblemen en is duidelijk de reden voor het feit dat cholera ineens weer zo de kop opsteekt. PAR: Dat komt door de bevolkingsgroei, maar ook door veranderingen in de levensstandaard. Veranderingen in voedingsgewoonten bijvoorbeeld: mensen eten meer vlees. Dat gewassen inmiddels ook voor energie (biobrandstoffen) worden geteeld, zorgt ook voor druk. In sommige regio’s stapelen de problemen zich hierdoor op, ondanks het feit dat er op wereldniveau geen tekort aan resources bestaat. Het is belangrijk om het hydrologische systeem in een wereldwijd perspectief te zetten. Zo wordt het probleem van landbouw op basis van regen (bewatering alleen door regen, geen irrigatie) vaak over
1 Zie pagina 9 voor meer informatie over de conferenties die de Cercle du Développement Durable organiseert 2 Association scientifique et technique pour l’eau et pour l’environnement (vereniging water- en milieuwetenschap en -techniek)
Uitsluitend voor professionele beleggers - 5
het hoofd gezien. De prestaties moeten worden verbeterd, deze methode vereist veel water en de opbrengsten zijn laag. Irrigatie zelf moet ook veel meer gebeuren met oog voor het behoud van de kwaliteit van de grond. Dat is nu niet altijd het geval.
Welke regio’s worden/zijn het zwaarst getroffen door de watercrisis? Wat zijn de gevolgen? Pierre-Alain Roche Voorzitter van de Franse Association scientifique et technique pour l’eau et pour l’environnement
PAR: Vreemd genoeg woont de wereldbevolking veelal niet waar water en vruchtbare bodem volop aanwezig zijn, hoe essentieel die factoren ook zijn. Van migratie is wereldwijd bezien relatief weinig sprake. In de noordelijke regio van Beijing speelt bijvoorbeeld een aanzienlijk watertekort. Om dat op te vangen halen de Chinese autoriteiten enorme hoeveelheden water uit het zuiden van het land. Dat heeft weer ernstige gevolgen voor het milieu-resources in het zuiden: in het droge seizoen bereikt het water van sommige rivieren de zee niet meer. Van alle ecosystemen in de wereld is het biodiversiteitsverlies in rivieren en watergebieden de afgelopen 30 jaar het sterkst geweest. In Pakistan wordt er meer grondwater uit de grond gepompt dan er vanzelf weer bijkomt. Het huidige systeem, waarin steeds dieper moet worden geboord en de kosten van het oppompen steeds hoger worden, bereikt binnen ettelijke decennia een grens. Deze overexploitatie is duidelijk niet houdbaar. EO: Ik wil daaraan toevoegen dat water toch vooral een lokale hulpbron is. Water is te zwaar en te kwetsbaar om te worden vervoerd. Transport lijkt misschien een voor de hand liggende oplossing, maar in de Sahel (in de buurt van de Sahara-woestijn) helpt het niets dat Canada zoveel water heeft. Een wereldmarkt in water is geen optie.
Wat kan de belegger met deze situatie? SG: De mensheid heeft op dit moment toegang tot slechts 1% van de waterreserves. In 2020 woont bijna de helft van de wereldbevolking in een regio met een tekort aan water. Bij Impax zijn we ervan overtuigd dat de watersector hierdoor op de langere termijn reële beleggingskansen biedt. Om het al geschetste beeld nog duidelijker te maken: 20% van de wereldbevolking woont in China maar het land beschikt over slechts 7% van de waterreserves op aarde. De bevolking van India groeit naar verwachting tot 1,7 miljard in 2050. Meer dan de helft van die mensen woont tegen die tijd in de stad wat leidt tot een structurele toename van het waterverbruik per hoofd van de bevolking. Voor de waterzuivering en -toevoer in zowel India als China wordt die ontwikkeling een enorme uitdaging. Al die ontwikkelingsprojecten bieden kansen voor bedrijven die zich specialiseren in de watersector waar wij in beleggen. Water is trouwens wereldwijd een beleggingsthema, want ook in de ontwikkelde landen zijn talloze investeringen noodzakelijk. Bij waterleidingen denken we niet vaak aan een beleggingskans: ze zitten verborgen onder de grond en zijn daardoor onzichtbaar. In de Verenigde Staten alleen al moet de komende 20 jaar bijna 300 miljard dollar in de drinkwatervoorzienings- en rioleringsinfrastructuur3 worden geïnvesteerd.
Erik Orsenna Lid van de Académie française, schrijver en econoom
6 - Uitsluitend voor professionele beleggers
CC: BNP Paribas Cardif belegt in het thema water in het kader van onze aandacht voor duurzame ontwikkeling. We hebben samen met TNS-Sofrès een enquête onder onze klanten gehouden om de interesse en de voorkeuren in duurzaam beleggen in kaart te brengen. Van de respondenten was 40% bereid om aan duurzaam beleggen meer van hun spaargelden toe te kennen. We hebben vervolgens voor het algemene beleggingsfonds van Cardif een duurzaam beleggingsbeleid ontwikkeld en daarnaast begin 2009 drie themafondsen geïntroduceerd, waarvan één voor het thema water. Waarom die keuze voor water? Een punt van kritiek is immers dat water niet echt voor diversificatie zorgt. Welnu, het thema valt allereerst gemakkelijk aan de klant uit te leggen. Bovendien sluit het prima aan bij de wensen die uit de enquête naar voren kwamen. Ten tweede heeft het thema water aanzienlijk groeipotentieel. Ten opzichte van andere milieuthema’s als duurzame energie is water bovendien defensief. Deze visie is juist gebleken: de portefeuille doet het sinds de oprichting jaarlijks bijna 2,5% beter dan de benchmark, bij een vergelijkbaar risiconiveau. 3 Bron: US Environmental Protection Agency, 1 januari 2008
SRI Nieuws - BNP Paribas Investment Partners - Winter 2011
SG: De sector water is gediversifieerder dan je zou denken, met meer dan 300 ondernemingen die wereldwijd gespecialiseerd zijn in de diverse onderdelen van de waterketen. Van die activiteiten zijn sommige cyclisch en weer andere defensief van aard, variërend van nutsbedrijven tot infrastructurele voorzieningen voor de vastgoed- of productiesector.
Welke waterzuiveringstechnologieën zijn er, bijvoorbeeld voor nieuwe types van vervuiling? EO: Vooral in de kustgebieden is sprake van verstedelijking, waardoor ook de watervervuiling aanzienlijk is toegenomen. Er is een pervers mechanisme in het spel: door de verbeterde analysetechnieken kunnen we nu meer dan 600 moleculen of componenten onderscheiden. We kunnen hiermee vervuiling waarnemen waarvan we eerder het bestaan niet vermoedden. Doordat we nu beter meten, zijn de zorgen ook gegroeid!
Cédric Chavot Hoofd Product Management & Engineering, BNP Paribas Cardif
SG: Er zijn twee soorten technologieën voor de zuivering van afvalwater: apparatuur met een lage toegevoegde waarde zoals pompen, pijpleidingen, kleppen en zuiveringschemicaliën enerzijds en technologieën met een hogere toegevoegde waarde anderzijds (membraanfiltratie, uv-zuivering en zuivering met ozon). Deze laatste categorie zuiveringstechnieken biedt in onze optiek de interessantste beleggingskansen; de omzetgroei loopt in de dubbele cijfers en de marges houden zich in de diverse conjunctuurcycli goed staande. Bovendien kunnen de technieken op zeer uiteenlopende terreinen worden ingezet, van landbouwvoedsel, ontzilting en de zuivering van zware vervuiling tot de elektronicasector. Tot slot kan water zelf misschien niet worden vervoerd, maar dit soort systemen is wel heel gemakkelijk te verplaatsen en uit te rollen. Vaak bestaan ze uit kleine consumentengoederen die eenvoudig inzetbaar zijn in snelgroeiende opkomende landen zoals China.
Welke oplossingen zijn er voor de verouderde waterinfrastructuur van de ontwikkelde landen? EO: In de afgelopen eeuw heeft er een ontwikkeling plaatsgevonden van makkelijke waterwinning en grote infrastructurele werken naar kwetsbaar water en verouderde infrastructuur. In sommige landen is men begonnen met een inventarisatie van het probleem: in Londen beliep het lekkagepercentage op een gegeven moment circa 40% van de totale watervoorziening4. Inmiddels is daar echter iets aan gedaan. Daarmee zijn we bij twee onderwerpen beland die met elkaar verweven zijn: investeringsvragen, want er moet een evenwicht zijn tussen de verschillende soorten financiering, en de kwestie van de prijs van water, een maatschappelijk punt dat een diepgaande bestudering vereist. SG: Uit de gekozen strategie in het Verenigd Koninkrijk blijkt hoe een systematische aanpak in combinatie met een simpele technologie voor een omslag kan zorgen. Allereerst zijn er lekkagedoelstellingen bepaald voor de waterbedrijven met controles waarbij boetes kunnen worden uitgedeeld. Langs de waterleidingen werden meters geïnstalleerd om lekken mee op te sporen. De exploitanten wisten precies waar ze reparaties moesten uitvoeren en waar ze moesten investeren. Op de wat langere termijn zien we voor de watersector mogelijkheden voor slimme netwerktoepassingen zoals in het elektriciteitsnet. Dat vereist echter wel aanzienlijke investeringen. PAR: Water is een kapitaalintensieve sector. Van de kosten is 80 procent vast en bestemd voor onderhoud en het dagelijkse beheer van de infrastructuur. Met de daadwerkelijke vraag houden de kosten zeer weinig verband. De feitelijke situatie varieert sterk per land. Zo hebben Duitsland en Frankrijk regelmatig in de infrastructuur geïnvesteerd; het aanpassen ervan aan de steeds strengere Europese eisen zal deze landen niet veel extra kosten. Verder profiteren ze van een relatief goede samenwerking voor wat betreft consumentenbetalingen. Projecten hier kunnen worden beschouwd als gemakkelijk financierbaar. Het Amerikaanse Detroit echter werd onlangs geconfronteerd met een crisis in de autoproductie en tegelijkertijd met de sterke noodzaak om de watervoorzieningsinfrastructuur te vernieuwen (iets dat de stad in goede tijden 4 Bron: Infrastructure to 2030, OESO 2006
Simon Gottelier Fondsbeheerder BNP Paribas Aqua, Impax Asset Management
Uitsluitend voor professionele beleggers - 7
had nagelaten). De kwaliteit van de dienstverlening op dit gebied is op dit moment vergelijkbaar met een derdewereldland dat in zeer ernstige financiële problemen verkeert. Dichter bij huis is de modernisering van de infrastructuur in Oost-Europa een belangrijk aandachtspunt. Die landen zitten met een nalatenschap van netwerken in vreselijke staat als gevolg van prijzen waarmee de dienstverlening niet kon worden betaald. Daar waar de vraag levensvatbaar is, moet er een strategie voor onderhoud en modernisering komen. En tarieven die meer in overeenstemming zijn met de gedane investeringen, waardoor er evenwicht in de begroting ontstaat. EO: Met andere woorden, de prijs van water moet omhoog.
Geldt datzelfde voor de waterzuivering en -voorziening in de opkomende landen? PAR: Paradoxaal genoeg staat riolering bij beleggingen onder aan het prioriteitenlijstje, zelfs al weet iedereen dat een goed rioleringssysteem een belangrijke ontwikkelingsfactor is. Het negatieve effect van slechte riolering zorgt naar schatting voor een verlies van gemiddeld 9% van het bbp in de ontwikkelingslanden. SG: De watervoorziening in de opkomende landen staat enorm onder druk. In de Filipijnen beleggen we in Manila Water. Die onderneming heeft de sloppenwijken van Manila aangesloten op het waterleidingsysteem, waar ze tot nu toe geen toegang toe hadden. In Brazilië hebben we in een waterbedrijf in São Paolo geïnvesteerd die drinkwater aan de ‘favela’s’ levert. Die bedrijven ontwikkelen oplossingen voor het zuiveren en leveren van water en vervullen daarmee een belangrijke sociaal-economische functie. De tarifering is nog niet optimaal: de waterrekening voor de consument is nog laag en water blijft vooralsnog zwaar gesubsidieerd. In de toekomst vallen er echter nieuwe tariefstructuren te verwachten die gunstiger voor de waterbedrijven kunnen uitpakken.
Wat zijn de uitdagingen voor de toekomst? PAR: Het aandeel van de investeringen door internationale sponsors in water is gedaald van 8% in 1998 naar 5% in 2008. Toch weten we dat het macro-economische rendement op investeringen in de riolering in ontwikkelingslanden 1 op 9 bedraagt, gezien het belangrijke effect op de gezondheid. De internationale gemeenschap en geldschieters proberen deze tegenstrijdigheden te omzeilen en een model te ontwikkelen waarmee voor beleggers de winst op de lange termijn in zicht komt. Er moeten voor deze problematiek concrete oplossingen komen. Daar gaat ook het World Water Forum over dat in maart 2012 in Marseille wordt gehouden. Dat forum staat bekend als het ‘oplossingenforum’. Naar verwachting zullen meer dan 20 000 internationale stakeholders aanwezig zijn. EO: Een van de uitdagingen is volgens mij het investeren in landbouwonderzoek. Er moeten planten worden gevonden die minder water nodig hebben of die beter bestand zijn tegen een teveel of juist een tekort aan water.
Fotorechten: Jean-Michel André
SG: Met de opkomst van nieuwe particuliere exploitanten in de sector wordt ons beleggingsuniversum van beursgenoteerde ondernemingen breder. Dat biedt meer beleggingskansen in een sector waar aanzienlijke hoeveelheden kapitaal broodnodig zijn.
8 - Uitsluitend voor professionele beleggers
CC: Voor wat het milieubeleid betreft, is een handhaving van de status quo geen optie meer. De millenniumdoelstellingen van de VN worden waarschijnlijk in 2015 gerealiseerd, maar er zijn nieuwe initiatieven nodig. Van het idee dat water gratis en een geschenk van God is, moeten we ook af. De groei van de markt in waterdiensten is blijvend; wij zien hier kansen voor aandelenbeleggers. n
SRI Nieuws - BNP Paribas Investment Partners - Winter 2011
Cercle du Développement Durable van BNPP IP De Cercle du Développement Durable is een initiatief van BNPP IP dat in 2010 het licht zag. De Cercle sluit naadloos aan bij de inzet van BNPP IP voor duurzame ontwikkeling en maatschappelijk verantwoord beleggen. In dit forum voor discussie en ideeënuitwisseling buigen beleggers, professionele vermogensbeheerders en andere deskundigen zich samen over de belangrijkste uitdagingen waarvoor de aarde zich gesteld ziet en over de gevolgen daarvan voor beleggers. De conferenties van de Cercle du Développement Durable worden georganiseerd en voorgezeten door Erik Orsenna, een bekende Franse wetenschapper, schrijver en econoom. Erik raakte voor het eerst betrokken bij de duurzame ontwikkeling door zijn passie voor water. In 2008 werd zijn boek L’avenir de l’eau (‘De toekomst van het water’) gepubliceerd (door Fayard). Erik is de hele wereld doorgereisd om de economische en maatschappelijke gevolgen te bestuderen van de exploitatie van natuurlijke hulpbronnen en het effect van milieubescherming. Erik en BNPP IP hebben elkaar in dit initiatief als vanzelf gevonden: Erik wil graag een actieve rol spelen in de duurzame ontwikkeling en de financiering daarvan door de particuliere sector. Samen met Erik Orsenna en andere experts die aan deze conferenties deelnemen, willen wij een verantwoorde en duurzame dimensie aan de economie toevoegen en een actieve rol spelen in de ontwikkeling van beleggingsoplossingen die bijdragen aan een betere toekomst.
Belangrijke thema’s van eerdere bijeenkomsten: Op de eerste vijf conferenties van de Cercle du Développement Durable hebben we 20 experts en Erik Orsenna bijeengebracht om zich over de volgende thema´s te buigen: water, mijnbouw, landbouwgrondstoffen, energiebronnen en staatsschulden. November 2011 Landbouwgrondstoffen: welke investeringen zijn er nodig om 9 miljard mensen te eten te geven? Sprekers • Pierre Jacquet: hoofdeconoom, Agence Française de Développement • Jean-Pascal Tranié: medeoprichter, Euro-Aziatische firma Aloe Private Equity • Didier Nedelec: directeur graanhandel, InVivo • Helena Viñes Fiestas: co-head SRI Research, BNP Paribas Asset Management
November 2010 Naar meer inzicht in overheidsrisico Sprekers • Philippe Dutertre: CEO AGICAM, de vermogensbeheerder van AG2R LA MONDIALE en Prado Epargne • Eric Paget-Blanc: senior director verantwoordelijk voor de kredietrating van supranationale instellingen, Fitch Ratings • Till Jung: directeur internationale betrekkingen, Oekom Research • Patrick Barbe: hoofd obligatiebeheer Eurozone Core Fixed Income, BNP Paribas Investment Partners
Juni 2011 Energiebronnen: tijd om te kiezen Sprekers • Jean-Marie Chevalier: vice-president, Cambridge Energy Research Associates • Edouard Brézin: natuurkundige, lid van de l’Académie des sciences française, voorzitter van het Centre national de la recherche scientifique (CNRS) van 1992 tot 2000 • Ghislain Lescuyer: senior vice-president Group Strategy and Development, Alstom • Jean-Pierre Auriault: directeur Sustainable Development, BNP Paribas Real Estate
Juli 2010 Water: algemeen nut of particuliere investering? Sprekers • Pierre-Alain Roche: adjunct bestuurder Conseil général des Hauts-de-Seine en voorzitter van de Association scientifique et technique pour l’eau et l’environnement (ASTEE) • Jon Forster: associate director Listed Equities, Impax Asset Management • Frédéric Hisbergues: CEO France, GE Water • Nathalie Denoyes: executive vice-president HSQE & Sustainable Development, Institut Pasteur n
Maart 2011 Mijnbouw: het onderscheid tussen echte en nepschaarste Sprekers • Professor Philippe Chalmin: oprichter, onderzoekscentrum CyclOpe • Stephan Csoma: senior vice-president Governmental Affairs, Umicore • Jacques Terray: bestuurder en vicevoorzitter, Transparence International France • Jacky Prudhomme: co-head SRI Research, BNP Paribas Asset Management Uitsluitend voor professionele beleggers - 9
‘Best-in-Class’ onderzoek duurzaam beleggen: goed voor financiële outperformance?
Leidt het meewegen van niet-financiële factoren onvermijdelijk tot een zwakker resultaat van duurzame beleggingen? Het is een legitieme vraag: twijfels en vooringenomenheid kenmerken duurzaam beleggen nog altijd. Vermogensbeheerders zijn vaak bang dat ze door de inperking van het beleggingsuniversum ook de kans op rendement verlagen. In dit artikel gaan we op basis van ons jongste onderzoek nader op deze kwestie in. Kunnen vermogensbeheerders een outperformance realiseren door rekening te houden met niet-financiële elementen? Dat is een lastige vraag om te beantwoorden. Het is echter de moeite waard om nader te kijken naar de ‘Best-in-Class’-benadering die door het SRI-researchteam van BNPP IP is ontwikkeld. En dan vooral naar wat die benadering voor de beleggingsteams oplevert. Het onderzoek van BNPP IP is gebaseerd op onze eenvoudige definitie van duurzaam beleggen (SRI): duurzaam beleggen is een vorm van beleggen die streeft naar zowel financieel rendement als toegevoegde waarde op het gebied van maatschappij en milieu. Om dat tweeledige doel te bereiken, integreert duurzaam beleggen systematisch ESG-criteria 1 in de evaluatie en selectie van activa. Op basis van ruim 10 jaar ervaring willen wij aan deze discussie bijdragen met een diepgaandere analyse van het beleggingsuniversum.
‘Best-in-Class’-onderzoek bij duurzaam beleggen: een middel om de financiële prestaties te verbeteren? Onze benadering van duurzaamheidsonderzoek heeft een hele ontwikkeling doorgemaakt sinds BNPP IP in 2002 voor het eerst met de afdeling SRI van start ging. Na gesprekken met ratingbureaus en in duurzaam beleggen gespecialiseerde effectenhuizen was het ons duidelijk dat de toegevoegde waarde van duurzaamheidsonderzoek alleen viel te realiseren door een eigen benadering te ontwikkelen en onze eigen interne kennis op te bouwen. We hebben daarom ons team van niet-financiële analisten per bedrijfssector georganiseerd. Hun opdracht: beursgenoteerde ondernemingen onder de loep nemen, per sector de beste duurzaamheidspraktijken formuleren en vervolgens de best presterende ondernemingen aanwijzen die voor duurzaam beleggen in aanmerking komen. Voor de benadering moeten gegevens rigoureus verzameld worden. Alleen zo kunnen we precies beoordelen in hoeverre een onderneming financiële en niet-financiële waarde creëert dan wel vernietigt. Om voor een vermogensbeheerder die rendement wil behalen het belang aan te tonen van niet-financieel onderzoek in ons ‘Best-in-Class’ beleggingsproces hebben wij de prestaties van voor SRI in aanmerking komende beleggingsuniversums naast die van een traditionele index gelegd. Die vergelijking hebben we gemaakt voor Europese aandelen, aandelen uit de eurozone en obligaties.
10 - Uitsluitend voor professionele beleggers
1 ESG-criteria betreffen milieu, maatschappij en corporate governance, vaak samengevat onder de noemer duurzaamheid.
SRI Nieuws - BNP Paribas Investment Partners - Winter 2011
Bemoedigende resultaten aandelen Europa en eurozone Samen met onze financial engineering-teams hebben we uiteindelijk twee modellen ontwikkeld (model 1 en 2)2. Beide modellen hebben de volgende kenmerken:
Jacky Prudhomme Co-Head SRI Research, Hoofd ‘Best-in-Class’ Research BNP Paribas Asset Management
• Als vertrekpunt geldt een officiële index (de MSCI EMU en MSCI Europe voor de eurozone en Europa). Het model maakt die index duurzaam door alle zogeheten ‘IN’ namen op te nemen (de SRI-lijst Kopen, goed voor tweederde van het beleggingsuniversum) en door alle niet-duurzame namen uit te sluiten. • Behalve duurzaamheid geldt geen ander zwaartepunt in het model (landen- en marktkapitalisatie). De sectorwegingen van de index zijn gehandhaafd door het voor SRI in aanmerking komende universum een overweging toe te kennen en zo eenzelfde sectorweging als in de benchmark te bewerkstelligen. • Het model voert een standaard ‘bottom-up’ prestatieattributie uit met twee factoren (voor het samenspel tussen de assetallocatie en de aandelenselectie) op basis van het Brinson & Fachler-model. • Uitvoering van een theoretische berekening van een portefeuille bestaand uit het voor SRI in aanmerking komende universum zonder transacties of waarin wordt aangenomen dat de transacties tegen slotkoersen hebben plaatsgevonden, zonder kosten. • Het model creëert een serie uit de dagelijkse ‘buy-and-hold’-positieberekeningen gedurende de periode (vier jaar).
SRI-model Europa versus MSCI Europe (cumulatief; in %) 6,00 5,00
SRI Model 2
4,00 3,00 2,00 1,00 0,00
SRI Model 1
‐1,00 ‐2,00 ‐3,00 31/12/2008 30/04/2009 31/08/2009 31/12/2009 30/04/2010 31/08/2010 31/12/2010 30/04/2011 31/08/2011 Bron: Financial Engineering, BNPP AM
De waarde van uw belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.
2 Met behulp van FactSet Portfolio Analysis
Uitsluitend voor professionele beleggers - 11
SRI-model EMU versus MSCI EMU (cumulatief; in %) 8,00 7,00 6,00 5,00
SRI Model 2
4,00 3,00 2,00 1,00 0,00
SRI Model 1
‐ 1,00 ‐ 2,00 ‐ 3,00 31/12/2008 30/04/2009 31/08/2009 31/12/2009 30/04/2010 31/08/2010 31/12/2010 30/04/2011 31/08/2011 Bron: Financial Engineering, BNPP AM
De waarde van uw belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Model 1 overweegt alle aandelen in de categorie ‘IN’ door de weging van die aandelen te vermenigvuldigen met de verhouding tussen de sectorweging voor en na de uitsluiting van de ‘UIT’-aandelen: er wordt geen onderscheid gemaakt tussen positieve ‘IN’-aandelen (die binnen het SRI-onderzoek van BNPP IP een hogere rating hebben) en neutrale ‘IN’aandelen. Er wordt alleen gekeken of de aandelen volgens de SRI-regels in aanmerking komen. Model 2 is fijnmaziger afgesteld. De positieve aandelen binnen elke sector zijn op gelijke wijze overwogen om de sectorwegingen van de benchmark na te bootsen. Als neutraal beoordeelde aandelen worden op de oorspronkelijke weging gehouden. Het uitgangspunt is om alleen de aandelen te overwegen waarvan het SRI-team het sterkst overtuigd is. Beide modellen laten een duidelijke outperformance van de aankooplijst SRI zien ten opzichte van de index, zowel in Europa (200 bp) als in de eurozone (300 bp voor model 1 en 500 bp voor model 2)3. De conclusie is duidelijk: het door SRI-onderzoek van BNPP IP ontwikkelde selectieve model draagt over een langere periode onmiskenbaar bij aan de realisatie van een outperformance. Uit een vergelijking van de twee modellen blijkt dat de overweging van de positieve ‘IN’-aandelen tot een relatieve outperformance van 200 basispunten leidt in het beleggingsuniversum voor de eurozone. Voor het beleggingsuniversum Europa zijn de uitkomsten van model 2 minder eenduidig: de zeer aanzienlijke outperformance van het begin is de afgelopen maanden sterk gedaald. Onze bedoeling is om deze trend verder te bestuderen als de markten weer wat ‘rationeler’ zijn (dat wil zeggen, als de volatiliteit en risicoaversie afnemen).
Constante outperformance voor bedrijfsobligaties Het prestatieattributiemode4 voor de portefeuille bedrijfsobligaties voldoet aan de specifieke vereisten van deze beleggingscategorie (risicobeheersing bijvoorbeeld), waardoor we elke maand: • een index kunnen samenstellen waarin het SRI-filter op de emittenten de enige bron van relatief risico (tracking error) is ten opzichte van de Barclays Capital Corporate-index: als negatief aangemerkte emittenten zijn uitgesloten en de resterende SRI-effecten zo zijn gewogen dat er geen voorkeur qua sector, curve of rating ten opzichte van de index ontstaat; • de risicoconcentratie beperken door een bovengrens te stellen aan uitgiften en emittenten. 12 - Uitsluitend voor professionele beleggers
3 Sinds eind december 2008 4 Optimalisering en attributie uitgevoerd met behulp van UBS Delta
SRI Nieuws - BNP Paribas Investment Partners - Winter 2011
Outperformance opvallend consistent
Ook hier is de uitkomst onweerlegbaar. Door het universum bedrijfsobligaties te filteren op ‘IN’-emittenten draagt het onderzoek van BNPP IP bij aan een relatieve outperformance van meer dan 350 bp sinds januari 2008. Opvallend van deze resultaatontwikkeling is ook de consistentie.
Outperformance: portefeuille SRI-bedrijfsobligaties (‘IN’) tov. Barclays Capital Corporate index (cumulatief; in %) 4,00 3,50 3,00 2,50 2,00 1,50 1,00 0,50 0 01/01/2008
01/07/2008
01/01/2009
01/07/2009
01/01/2010
01/07/2010
01/01/2011
01/07/2011
Bron: Financial Engineering, BNPP AM
De waarde van uw belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.
Onze conclusies Over de waarde van duurzaam beleggen of SRI valt niet te generaliseren. Wel staan we in voor het volgende: de integratie van de duurzaamheidscriteria (ESG) die in het kader van het ‘Best-in-Class’ onderzoek van BNPP IP zijn ontwikkeld, leidt voor de aandelen- en bedrijfsobligatiemarkten doorgaans tot financiële waarde. Die waarde komt nog boven op de niet-financiële waarde (integraal aan duurzaam beleggen) zoals niet in onze nietfinanciële rapportages is omschreven. De uitkomsten van deze studie (die zal worden voortgezet) zijn zeer bemoedigend, zeker gezien het feit dat de studie een relatief lange periode met uiteenlopende marktfasen bestrijkt. Welke conclusies kunnen we aan de outperformance verbinden? Het formuleren van een op sectoren gebaseerde benadering van het aandelenuniversum en het ontwikkelen van een model voor het overwegen van positieve ‘IN’-effecten (model 2) bij obligatiebeleggingen vormen de volgende stap in onze studie. Met deze verdere verfijning kunnen we de hierboven gestelde vraag diepgaander beantwoorden. Onderscheid aanbrengen tussen positieve en neutrale effecten lijkt ook veelbelovend, al was de recente periode tamelijk ongunstig. Hoe dan ook, we weten inmiddels dat het niet de uitsluiting van ‘UIT’-bedrijven is die voor waarde zorgt maar toch vooral de selectie van ‘IN’-namen. Deze conclusie onderstreept de intrinsieke relevantie van de duurzaamheidscriteria zoals die door het SRI-onderzoeksteam van BNPP IP zijn geformuleerd. We willen met onze analyse nog een stap verder gaan en ook het universum voor staatsobligaties bestuderen. Ons doel is om ook hier aan te tonen dat het nuttig kan zijn om bij de selectie van emittenten rekening te houden met niet-financiële afwegingen. We houden u op de hoogte van onze onderzoeksresultaten in volgende edities van SRI Nieuws. n
Uitsluitend voor professionele beleggers - 13
De waarde van duurzaam beleggen de maat genomen Eric Borremans Hoofd SRI Development BNP Paribas Investment Partners
Zoals bekend is duurzaam beleggen (SRI) een vorm van beleggen die behalve financiële resultaten ook niet-financiële waarde wil opleveren. Om het effect op de maatschappij te meten heeft de belegger concrete informatie nodig. Aan de hand daarvan kan deze de duurzaamheidskenmerken van de investeringen meten en vergelijken. De niet-financiële rapportages van BNPP IP, die al drie jaar op rij het Novethic SRI label hebben gekregen, fungeren inmiddels als marktnorm voor de meting van de toegevoegde waarde van duurzaam beleggen. SRI-fondsen willen resultaten laten zien. Financiële resultaten natuurlijk, want SRI is primair bedoeld voor de belegger, niet voor de filantroop. Maar ook niet-financiële resultaten, want een strategie voor duurzaam beleggen heeft niet veel om het lijf als deze geen toegevoegde waarde voor maatschappij of milieu oplevert.
Positief
Toegevoegde waarde voor milieu en maatschappij – ten koste van financiële resultaten
Financiële resultaten plus toegevoegde waarde voor milieu en maatschappij
Ten koste van beleggers, milieu en maatschappij
Financiële resultaten – ten koste van milieu en maatschappij
Negatief
Positief
Neutraal Negatief
Niet-financiële resultaten
Financiële en niet-financiële resultaten: complementair
Neutraal
Financiële resultaten Bron: BNP Paribas Investment Partners
Naast de financiële rapportages kan de belegger met behulp van de door BNPP IP ontwikkelde niet-financiële rapportages het effect van een duurzame belegging op de maatschappij meten. Deze beoordeling is gebaseerd op indicatoren die aan de beleggingsdoelstellingen van de duurzame portefeuilles zijn aangepast. Bij een portefeuille aandelen of bedrijfsobligaties wordt bijvoorbeeld gekeken naar het aantal arbeidsplaatsen dat is gecreëerd of hoe de ecologische voetafdruk van de portefeuillenamen zich tot de index verhoudt. Voor een beleggingsfonds met de nadruk op maatschappij of milieu zouden deze indicatoren moeten meten hoe ‘zuiver’ de portefeuille op dat thema is, bijvoorbeeld aan de hand van geïnvesteerd kapitaal, de omzet of de resultaten die er in de doelsectoren worden gerealiseerd. Bij beleggingsfondsen die in staatsobligaties beleggen, kan het maatschappelijke effect worden gemeten als de gemiddelde bestedingen aan onderwijs en gezondheidszorg door de landen in de portefeuille in verhouding tot een marktindex. Net als financiële ratio’s voor gewone fondsen zijn deze indicatoren niet bedoeld als nabootsing van de analytische criteria die tot de effectenselectie hebben geleid. De bedoeling is veeleer om vanuit duurzaamheidsperspectief een concreet beeld te schetsen van de belangrijkste kenmerken van de portefeuille. Een dergelijke indicator moet aan drie criteria voldoen: • Begrijpelijk voor de eindgebruiker; gebaseerd op concrete gegevens (zoals uitstoot CO2 in ton per eenheid omzet, of de personeelsrotatie in een jaar uitgedrukt in procent) en niet op ratings of scores; die zijn vaak te abstract. • Gebaseerd op gegevens die algemeen beschikbaar zijn en regelmatig worden bijgewerkt, niet alleen voor de emittenten in de portefeuille maar voor alle effecten die in de benchmark zijn opgenomen. • Representatief voor de drie pijlers van duurzaam beleggen: milieu, maatschappij en corporate governance. BNPP IP verzorgt en vernieuwt al meer dan drie jaar niet-financiële rapportages voor de klant. Die rapportages fungeren als norm in de markt voor zowel particuliere als institutionele beleggers. Dit is van onschatbare waarde voor het beter meten van en het rapporteren over de toegevoegde waarde van duurzaam beleggen. n
14 - Uitsluitend voor professionele beleggers
SRI Nieuws - BNP Paribas Investment Partners - Winter 2011
Novethic label voor 16 SRIfondsen van BNPP IP In september 2011 ontvingen 16 door BNPP IP beheerde fondsen het Novethic1 label, waarvan er 13 ook een speciale vermelding voor de kwaliteit van de niet-financiële verslaggeving kregen. Uit dit laatste aantal, dat al drie jaar gestaag stijgt, blijkt de inzet van BNPP IP voor de ontwikkeling en transparantie van haar duurzame beleggingsfondsen. Het Novethic SRI label is in 2009 geïntroduceerd als stimulans voor het transparanter maken van het beleggingsproces en de samenstelling van duurzame portefeuilles.
Dit label kent tevens een speciale vermelding die is voorbehouden aan fondsen die zich onderscheiden door de kwaliteit van de niet-financiële verslaglegging. Duurzaamheidslabel voor BNPP IP-fondsen Aandelenfondsen • BNP Paribas L1 Sustainable Equity World • BNP Paribas L2 Sustainable Equity Europe
18
14
Obligatie- en geldmarktfondsen • BNP Paribas L1 Sustainable Bond Euro • Parvest Sustainable Bond Euro Corporate
• BNP Paribas L1 Green Tigers
10
Beleggers dienen ervoor te zorgen dat zij volledig geïnformeerd zijn over de subfondsen, aandelenklassen en subklassen die in het land waarin zij woonachtig zijn mogen worden verhandeld alsmede over de van toepassing zijnde restricties in die landen. De fondsen kunnen onder andere aan de volgende risico’s zijn blootgesteld: vermogensverlies, rente, aandelen, krediet, tegenpartij, valuta, opkomende markten. Zie voor een volledige beschrijving en definities het laatst beschikbare prospectus van de fondsen. n
6
8
13
6 4 2
Niet alle fondsen met een Novethic SRI label zijn in België en Nederland geregistreerd. Bovenstaande lijst bevat alleen de fondsen die in België en Nederland zijn geregistreerd.
(50%)
12 Aantal fondsen
Themafondsen • BNP Paribas L1 Green Future • Parvest Environmental Opportunities • Parvest Global Environment
(81%)
16
0
(50%) 2
6 3
2 2009
2010
2011
(x%) Percentage SRI-fondsen met speciale vermelding Fondsen met speciale vermelding ‘duurzaamheidsindicatoren’ Fondsen onderscheiden met het SRI label
1 Novethic is een dochter van het Franse Caisse des Dépôts die gespecialiseerd is in onderzoek naar duurzaam beleggen en maatschappelijke verantwoord ondernemen
Uitsluitend voor professionele beleggers - 15
De SRI gerelateerde dochterondernemingen van BNP Paribas Investment Partners Onze Investment Partners beschikken over meer dan tien jaar ervaring in SRI en hebben meer dan 60 beleggingsprofessionals in dienst, waardoor zij een volledig palet van duurzame beleggingsoplossingen voor institutionele en particuliere cliënten in alle belangrijke beleggingsklassen kunnen bestrijken.
BNP Paribas Asset Management BNP Paribas Asset Management (AM), opgericht in 1964, is de grootste partner binnen BNP Paribas Investment Partners en beschikt wereldwijd over beleggingsteams voor het beheer van de belangrijkste beleggingsklassen. SRI krijgt binnen BNPP AM vorm via een scala aan ‘best-in-class’ en thematische strategieën voor een uiteenlopende groep van particuliere en institutionele beleggers. Onze SRI-producten beslaan beleggingsklassen zoals aandelen, obligaties, geldmarktinstrumenten en balanced solutions.
Impax Asset Management Impax Asset Management, onze partner die gespecialiseerd is in de milieusector, beheert onze wereldwijde milieustrategieën. Gedurende de afgelopen meer dan tien jaar heeft Impax Asset Management een reeks van milieuvriendelijke beleggingsstrategieën ontwikkeld, waaronder ‘long only’-strategieën (internationale aandelen) en alternatieve strategieën (‘long/short equity’ en ‘private equity’) voor particuliere en institutionele beleggers in Europa, Azië en de VS.
THEAM THEAM is ontstaan uit een gezamenlijk project van BNP Paribas Investment Partners en BNP Paribas Corporate and Investment Banking (CIB) met de bedoeling om vier belangrijke vormen van portefeuillebeheer aan te bieden – indexbeheer, systematisch actief beheer, gewaarborgd en beschermd beheer en alternatief liquide beheer. Deze kunnen op basis van SRI verder worden uitgewerkt.
16 - Uitsluitend voor professionele beleggers
SRI Nieuws - BNP Paribas Investment Partners - Winter 2011
BNP Paribas Clean Energy Partners BNP Paribas Clean Energy Partners verstrekt aandelenkapitaal aan langetermijnprojecten voor de opwekking van hernieuwbare elektriciteit. Deze dochteronderneming staat onder beheer van een toegewijd, internationaal team van 11 beleggingsprofessionals, dat tot aan de uiteindelijke ‘closing’ in december 2010 voor 437 miljoen euro aan eigen vermogen heeft opgehaald.
FundQuest FundQuest, een multi-management specialist opgericht in 1993, focust op onderzoek en portefeuillebeheer voor, onder meer, institutionele klanten en andere beleggers. Cliënten profiteren van een breed aanbod van internationale oplossingen en diensten voor investeringen in uiteenlopende beleggingsklassen, waaronder duurzame instrumenten.
BNP Paribas Épargne et Retraite Entreprises BNP Paribas Épargne et Retraite Entreprise (ERE) is gespecialiseerd in spaar- en pensioenplannen voor werknemers en was één van de eerste dochterondernemingen van BNP Paribas Investment Partners die duurzame beleggingsoplossingen promootte en verkocht. Onder de naam ‘PHILEIS’ levert BNP Paribas ERE SRI als beleggingsoplossing voor spaar- en pensioenplannen van kaderpersoneel. n
Uitsluitend voor professionele beleggers - 17
Disclaimer Dit materiaal is uitgegeven en opgesteld door BNP Paribas Asset Management*, lid van BNP Paribas Investment Partners (BNPP IP)**. Dit materiaal is enkel bedoeld voor informatieve doeleinden en is geen: 1. voorstel of aanbod tot het aankopen of verhandelen en mag niet worden gebruikt als basis voor enige overeenkomst of verbintenis; 2. noch beleggingsadvies. Dit materiaal verwijst naar bepaalde financiële instrumenten het/de ‘Financiële instrument(en)’) goedgekeurd en conform de regelgeving in zijn/hun rechtsgebied(en) van registratie. Er werden geen handelingen gesteld om een openbaar aanbod van het/de Financiële Instrument(en) in enig grondgebied toe te laten, dan deze vermeld in het meest recente prospectus, aanbiedingsdocument of enig ander informatiemateriaal, zoals van toepassing, van het/ de desbetreffende Financiële Instrument(en), waar dergelijke handelingen vereist zouden zijn, in het bijzonder in de Verenigde Staten voor personen van de VS (zoals gedefinieerd in Regulation S van de United States Securities Act van 1933). Vooraleer zich in te schrijven in een land waar het/de Financiële Instrument(en) werd(en) geregistreerd, dienen beleggers na te gaan welke juridische beperkingen er zouden kunnen gelden in verband met de inschrijving, de aankoop, het bezit of de verkoop van het/de Financiële Instrument(en). Beleggers die overwegen om in te schrijven op het/de Financiële Instrument(en) moeten het meest recente prospectus, aanbiedingsdocument of ander informatiemateriaal aandachtig lezen en de meest recente financiële rapporten van het/de desbetreffende Financiële Instrument(en) raadplegen. Het prospectus, aanbiedingsdocument of andere informatie van het/de Financiële instrument(en) zijn beschikbaar bij plaatselijke BNPP AM-correspondenten, voor zover die er zijn, of bij de entiteiten die het (de) Financiële Instrument(en) aanbieden. In dit document opgenomen opinies zijn het oordeel van BNPP AM op het aangegeven tijdstip en kunnen zonder voorafgaande kennisgeving wijzigen. BNPP AM is niet verplicht om de informatie of de opinies die in dit document zijn weergegeven, bij te werken of te wijzigen. Beleggers moeten hun eigen juridische en fiscale adviseurs raadplegen met betrekking tot wettelijke, boekhoudkundige, belastings- of domiciliekwesties alvorens te investeren in het/de Financiële Instrument(en) om een onafhankelijk oordeel te vellen over de geschiktheid en gevolgen van een belegging erin, indien toegestaan. Gelieve te noteren dat het risiconiveau varieert naargelang de verschillende types van beleggingen, indien opgenomen in dit document, en dat er geen enkele garantie kan worden gegeven dat een belegging gepast, geschikt of rendabel zal zijn voor de beleggingsportefeuille van een klant of mogelijke klant. Gelet op de economische en marktrisico’s kan geen enkele garantie worden gegeven dat het/de Financiële Instrument(en) zijn/hun beleggingsdoelstellingen zal/zullen halen. Rendementen kunnen onder meer worden beïnvloed door beleggingsstrategieën of -doelstellingen van het/de Financiële Instrument (en) en door materiële economische en marktomstandigheden, met inbegrip van rentetarieven, marktvoorwaarden en algemene marktomstandigheden. De diverse op de Financiële Instrumenten toegepaste strategieën kunnen een aanzienlijke impact hebben op de resultaten die in dit document zijn weergegeven. Rendementen in het verleden zijn geen maatstaf voor toekomstige rendementen en de waarde van de beleggingen in het/de Financiële Instrument(en) kan zowel dalen als stijgen. Het is mogelijk dat beleggers het oorspronkelijk belegde bedrag niet recupereren. In de gegevens over resultaten, indien weergegeven in dit document, is geen rekening gehouden met de provisies en kosten die aan de uitgifte of terugkoop zijn verbonden noch met taksen.
Januari 2012- Design :
Manager SRI Nieuws: Philippe Marchessaux Hoofdredacteur: Maryelle Ouvrard Redactie: Hannah Wright Vormgeving: Grafische Studio BNP Paribas Investment Partners Vertalingen: Anita Graafland Fotorechten: Jean-Michel André, Shutterstock
- A1201002
* BNPP AM is een vermogensbeheerder geregistreerd bij de `Autorité des marchés financiers’ in Frankrijk onder nummer 96-02, een vereenvoudigde vennootschap op aandelen met een kapitaal van 64.931.168 euro en maatschappelijke zetel te 1, boulevard Haussmann 75009 Parijs, Frankrijk, Handelsregister Parijs 319 378 832. www.bnpparibas-am.com. ** BNP Paribas Investment Partners is de wereldwijde merknaam van de vermogensbeheerdiensten van BNP Paribas Groep. De individuele entiteiten voor vermogensbeheer binnen BNP Paribas Investment Partners, indien hierin genoemd, worden enkel ter informatie vermeld en zijn niet noodzakelijk actief in uw rechtsgebied. Neem voor meer informatie contact op met uw lokale erkende beleggingspartner.
18 - Uitsluitend voor professionele beleggers
SRI Nieuws - BNP Paribas Investment Partners - Winter 2011
Uitsluitend voor professionele beleggers - 19
100% ESG-beleggingen
June 2011 - Design: biwilderd - Printed by ServicePointUK on 50% recycled paper COCOON
VERANTWOORDELIJKHEID – HELDERHEID – EXPERTISE
Een verantwoordelijke belegger zijn begint bij de manier waarop wij ons bedrijf managen. En omdat wij geloven in een verantwoordelijke aanpak voor zowel onszelf als voor de bedrijven waarin wij beleggen, past BNP Paribas Investment Partners ecologische, sociale en corporate governance (ESG) principes toe bij onze voornaamste beleggingen. We zijn ook een vooraanstaande speler op de markt voor maatschappelijk verantwoorde beleggingen met meer dan 14 miljard euro* onder beheer, meer dan 60 beleggingsprofessionals over de hele wereld en 10 beleggingscentra, gespecialiseerd in alle belangrijke beleggingsklassen. BNP Paribas Investment Partners staat voor het volledige scala aan vermogensbeheerexpertise van de BNP Paribas groep, met een totaal van 540 miljard euro* onder beheer.
www.bnpparibas-ip.com
* per eind juni 2011 Dit materiaal is uitgegeven en opgesteld door BNP Paribas Asset Management S.A.S. (‘BNPP AM’) 1, lid van BNP Paribas Investment Partners (BNPP IP) 2. 1 BNPP AM is een vermogensbeheerder geregistreerd bij de ‘Autorité des marchés financiers’ in Frankrijk onder nummer 96-02, een vereenvoudigde vennootschap op aandelen met een kapitaal van 64.931.168 euro en maatschappelijke zetel te 1, boulevard Haussmann 75009 Parijs, Frankrijk, Handelsregister Parijs 319 378 832. www.bnpparibas-am.com. 2 ‘BNP Paribas Investment Partners’ is de wereldwijde merknaam van de vermogensbeheerdiensten van de groep BNP Paribas. De hierin genoemde individuele entiteiten voor vermogensbeheer binnen BNP Paribas Investment Partners zijn niet noodzakelijk actief in uw rechtsgebied. Neem voor meer informatie contact op met uw lokale erkende beleggingspartner.