Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Spuitasbest
Spuitasbest Asbest bestaat uit kleine vezels die kanker kunnen veroorzaken als ze worden ingeademd. Sind 1 juli 1993 is het verboden asbest of asbesthoudende producten te bewerken, te verwerken of in voorraad te houden. Het verbod is opgenomen in het Arbobesluit Arbeidsomstandighedenwet en heeft vooral betekenis voor situaties tijdens het werk. In veel woningen, gebouwen en objecten, bijvoorbeeld treinen en schepen, komen nog asbesthoudende producten voor. In deze folder vindt u speciaal informatie over niet-hechtgebonden asbest, zoals spuitasbest. Niet goed ingekapselde of afgeschermde spuitasbestlagen vormen een groot gevaar voor de gezondheid. Voor hechtgebonden asbestmateriaal is dit in mindere mate het geval. Een meer uitgebreide brochure over asbest in het algemeen en de regelgeving voor het verwijderen er van kunt u aanvragen bij de informatietelefoon van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, voor telefoonnummer: zie achteraan deze folder.
Wat is spuitasbest, hoe en waar komt het voor? Asbest is een verzamelnaam voor een aantal in de natuur voorkomende mineralen die zijn opgebouwd uit fijne vezels. In het algemeen is asbest goed bestand tegen zuren, logen en hoge temperaturen. Het is zeer slijtvast, brandwerend, isolerend en vrij goedkoop. Daarom is asbest in verschillende vormen op grote schaal toegepast. In hecht gebonden asbestmateriaal zijn de asbestvezels vermengd met veel cement, waardoor ze ieder voor zich stevig gebonden zijn. Hecht gebonden asbestmateriaal werd onder andere gebruikt als golfplaten dakbedekking en als plaatmateriaal voor afscheidingswanden. Niet-hechtgebonden asbest in de vorm van spuitasbest bevat een geringe hoeveelheid bindmiddel (cement) en ziet er uit als ruwe watten, grijs/bruin van kleur. Het is vaak gebruikt als brandwerende laag op onder meer stalen constructies van grote gebouwen. Ook werd het gebruikt als bijvoorbeeld isolatiemateriaal en op kanalen van ventilatiesystemen. Het werd gebruikt in scholen, ziekenhuizen, kantoren, fabrieken, magazijnen en winkels. In gebouwen van na 1978 hoort het niet meer voor te komen.
Wat zijn de risico’s van spuitasbest? De microscopisch kleine naaldvormige vezels van asbest kunnen bij inademing ongemerkt tot diep in de longen doordringen. Ze zijn onzichtbaar en reukloos. Asbestvezels in de longen kunnen ernstige ziekten veroorzaken, zoals asbestose (verstijving van het
1
longweefsel), longkanker en mesothelioom. Deze laatste aandoening is een zeldzame vorm van kanker aan het long- of buikvlies; bijna altijd door asbest veroorzaakt. De door asbest veroorzaakte kanker is ongeneeslijk. Een ander, minder levensbedreigend, gevolg van inademing van asbest kan zijn verdikkingen van het borstvlies, pleurale plaques genoemd. Tussen het inademen van asbestvezels en het moment waarop de ziekten zich voordoen kan overigens een jarenlange periode liggen. Omdat in de gewone buitenlucht ook asbestvezels aanwezig zijn, ademt iedereen kleine hoeveelheden asbest in. Maar in buitenlucht zit zo weinig asbest dat het risico op kanker te verwaarlozen is. Dat geldt ook voor de lucht in gebouwen waarin onbeschadigde asbestcementproducten aanwezig zijn. Het risico wordt groter naarmate er meer vezels worden ingeademd, bijvoorbeeld als asbesthoudend materiaal wordt bewerkt (boren, zagen, schuren) of beschadigd. Bij het bewerken van asbesthoudend materiaal houdt een eenvoudig stofkapje de gevaarlijke asbestvezels niet tegen.
Welke maatregelen moet ik nemen? Van spuitasbest kunnen de vezels na jaren van veroudering vrijkomen ten gevolge van bijvoorbeeld trillingen van het gebouw of luchtverplaatsing langs de asbestspuitlaag. Daarom moeten deze spuitlagen bij voorkeur volledig worden verwijderd. Of zij moeten zijn afgesloten met een coating of een gesloten plafondconstructie. Het is belangrijk dat de afscherming in stand blijft. Dat betekent dat de werkgever bronnen van asbestblootstelling, zoals asbesthoudende spuitlagen, moet opsporen.
Welke situaties kan men in verband met asbestspuitlagen tegenkomen ? 1. Er is informatie voorhanden dat asbestspuitlagen in het gebouw aanwezig zijn. Blijkt spuitasbest aanwezig te zijn in het gebouw, dan is de beste oplossing dit asbest zorgvuldig te laten verwijderen. Hiervoor moet een gespecialiseerd en gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf worden ingeschakeld. Een tweede mogelijkheid is afscherming of inkapseling van het spuitasbest. Als hiertoe wordt besloten moet de afscherming of inkapseling zodanig zijn dat geen vezels meer in de werkruimte terecht kunnen komen. De werkgever is verplicht de concentratie asbestvezels in de lucht te (laten) meten en daarmee te controleren. Deze verplichting vloeit voort uit de risico-inventarisatie en -evaluatie op basis van de Arbowet. Deze aanpak vraagt om periodieke herbeoordeling van de blootstellingssituatie, zodat vaststaat dat de afscherming of inkapseling voldoende stand houdt. Ook bij werkzaamheden aan de afscherming moeten aanvullende (beschermende) maatregelen worden getroffen. Als een laag spuitasbest op het oog volledig is afgesloten en nooit een meting is uitgevoerd naar de concentratie asbeststof in de lucht, moet dat alsnog worden gedaan. Bij de aanwezigheid van spuitasbest op staalconstructies zonder goede afscherming zijn doorgaans direct maatregelen vereist die verdere blootstelling voorkomen. 2
2. Er is een vermoeden dat asbestspuitlagen in het gebouw aanwezig zijn. Als niet uitgesloten kan worden dat er spuitasbest in een gebouw aanwezig is, ligt het voor de hand dit te onderzoeken. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij gebouwen van een bepaald type en/of bouwjaar. Als er spuitasbest aanwezig is, kan immers geen zekerheid gegeven worden over mogelijke blootstelling aan asbest. Werknemers kunnen hun werkgever vragen te laten onderzoeken of er een te hoge concentratie asbestvezels in de werkruimte is. Spuitasbest is in principe alleen gebruikt in gebouwen die voor 1978 zijn gebouwd. Als spuitasbest is aangetroffen dat niet of gedeeltelijk is afgeschermd of ingekapseld, zijn direct maatregelen vereist om te voorkomen dat asbestvezels vrijkomen. Vervolgens moet gehandeld worden zoals beschreven onder 1. Als het spuitasbest goed is afgeschermd of ingekapseld, zodat geen asbestvezels vrij kunnen komen, zijn niet direct maatregelen vereist. Wel moet zoals onder 1. aangegeven, de beoordeling van de blootstellingssituatie periodiek herhaald worden. De werkgever moet ook zorgen voor voorlichting en onderricht aan werknemers over de gevaren van blootstelling aan asbest.
Alleen daartoe geaccrediteerde bedrijven mogen beoordelingsmetingen naar de blootstelling aan asbestvezels uitvoeren. Met vragen over certificatie van asbestverwijderingsen asbestonderzoeksbedrijven en voor een overzicht van deze bedrijven kunt u terecht bij de Stichting Bouwkwaliteit, voor het telefoonnummer, zie achteraan in deze folder. Voor vragen over laboratoria die asbestmetingen uitvoeren kunt u de Raad voor Accreditatie benaderen, voor het telefoonnummer, zie achteraan in deze folder.
Meer informatie Als u naar aanleiding van deze folder nog vragen hebt, kunt u contact opnemen met de informatietelefoon van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, tel. 0800 9051 (gratis), fax. 070 - 333 66 55. Stichting Bouwkwaliteit: tel. 070 - 399 8467 Raad voor Accreditatie: tel. 030 - 239 4500
Isgram 73D992
3
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Voorlichting, Bibliotheek en Documentatie Postbus 90801 2509 LV Den Haag F 237 / januari 1998 - 5542 Gratis uitgave Productie en Vormgeving: Facilitair Bedrijf Drukkerij & Post