WAT IS SPIRITISME/ SPIRITUALISME?
Over het spiritistische wereldbeeld Floris Habets 1
Even voorstellen Mijn naam is Floris Habets. Ik woon in Nijmegen, ben gelukkig getrouwd en vader van drie lieve grote kinderen- volgens welke ik al „stokoud‟ ben (geboren in 1949). Ik ben sinds 2005 lid van Harmonia waarvan ik niet alleen de ziekendiensten en openbare avonden bijwoon, maar ook meedoe aan de cursussen intuïtieve ontwikkeling en meditatie. Van huis uit ben ik een filosoof en ik wilde in dit boekje dan ook vooral het spiritisme als wereldbeeld belichten. Stelt u zich de vraag: “Hoe kijkt een spiritist tegen de wereld aan?” dan hoop ik dat u in de volgende bladzijden hierop een antwoord kunt vinden.
1. Wat is spiritisme? Het spiritisme is de naam van een levensovertuiging die berust op twee principes: Ten eerste het idee dat de menselijke geest onafhankelijk van het lichaam kan bestaan. En ten tweede dat het mogelijk is contakt te hebben met de geestenwereld, waar de geesten van overledenen verblijven. Het eerste principe -het idee dat de menselijke geest tijdens het leven verbonden is met het lichaam, maar bij het sterven zich hiervan losmaakt en als geestelijk wezen blijft voortbestaan- is van alle volkeren en alle tijden. Overal ter wereld hebben de mensen geloofd in een hiernamaals en ook nu nog is de grote meerderheid van de wereldbevolking ervan overtuigd dat het na dit aardse leven niet is afgelopen. Er is dus niets nieuws of bijzonders aan deze gedachte, al zijn er veel moderne mensen, die zijn gaan twijfelen aan deze wereldwijde oeroude overtuiging. Het tweede principe is al evenmin nieuw of bijzonder. Het is de overtuiging dat er een vorm van communicatie mogelijk is tussen de op Aarde levende mensen en de geesten van de overledenen. Ook deze opvatting zien wij in alle tijden en bij allerlei verschillende volkeren, al is deze gedachte op dit moment minder wijd verbreid dan de eerste. Voorbeelden zijn de vele vormen van „voorouderverering‟ en het sjamanisme. (sjamanisme zijn religies waarbij een medicijnman of „sjamaan‟ kontakt kan leggen met de wereld van de geesten.) Het is duidelijk dat het eerste principe logisch ten grondslag ligt aan het tweede principe. Alleen als de menselijke geest na het overlijden werkelijk blijft voortbestaan, kan het mogelijk zijn er kontakt mee te maken. Je zou dit ook kunnen omkeren: Wie gelooft in het tweede principe, zegt daarmee impliciet dat hij ook in het eerste principe gelooft. Wie gelooft dat 2
je kontakt kunt maken met de geesten van overledenen, gelooft vanzelfsprekend ook dat deze geesten echt bestaan. Dit laatste is méér dan alleen maar een logisch woordenspelletje. Veel moderne mensen hebben hun vertrouwen in de traditionele religie verloren en twijfelen er aan of er werkelijk een voortbestaan is. Voor deze mensen is het overtuigd raken van de echtheid van de communicatie met de overledenen de reden om te aanvaarden dat de menselijke geest dus blijkbaar werkelijk blijft voortbestaan. Logisch gesproken ligt het eerste principe dus ten grondslag aan het tweede principe. Maar in de praktijk werkt het meestal andersom. Je zou zelfs kunnen stellen dat het spiritisme de oervader is van alle latere religies. Dankzij het kontakt dat de sjamanen met de wereld van de geest konden leggen is de mensheid ervan overtuigd geraakt dat het niet is afgelopen na dit aardse bestaan. In latere tijden, toen deze kontakten schaarser werden en de mensheid in het religieuze denkstadium kwam, is het geloof in het voortbestaan behouden gebleven, maar de reden waarom men dit aannam is geleidelijk aan vergeten. Zo veranderde een overtuiging in een dogma. Je moet het geloven, anders kom je in de hel. Sommige kerken -met name de christelijke- gingen het kontakt hebben met overledenen zelfs verbieden. Zo konden er allerlei religieuze en moralistische voorstellingen ontstaan over hoe het leven er na de dood dan wel zou uitzien, zonder dat deze gegrond waren in werkelijk ervaren contacten. En degenen die wél nog contact konden leggen met de wereld van de geest, werden steeds meer als een bedreiging ervaren. Uit hun ervaringen bleek de geestenwereld er immers heel anders uit te zien dan de officiële religieuze opvattingen.
2. Wat is spiri-tua-lisme? Net zoals een spiritist gelooft een spiri-tua-list in de twee bovengenoemde principes. Een spiritualist is dus altijd een spiritist. De term spiritualisme heeft in de loop van de tijd en in afzonderlijke gebieden van de wereld verschillende betekenissen gehad. In eerste instantie ging het hier om de scheiding tussen Kardecianen (Aanhangers van de Franse school van Kardec, die in reïncarnatie geloven en zich spiritisten noemen) en Spiritualisten die de lijn vanuit Amerika hebben voortgezet. Later werd „spiritualisme‟ in Nederland een tijdlang gebruikt voor personen, die behalve spiritist ook aanhangers van het Christendom waren. Ook heeft het spiritualisme een tijdlang bestaan als een filosofische stroming. Soms wordt dan ook wel gezegd dat dit laatste de reden zou zijn dat Harmonia zich spiritualistisch is gaan noemen. Maar een duidelijke 3
samenhang tussen het spiritualisme en pakweg de monadenleer van spiritualistische filosoof Leibnitz is moeilijk aan te wijzen. Dat Harmonia zich tegenwoordig spiritualistisch noemt heeft vooral te maken met de overtuiging, dat wij als vereniging ons niet alleen bezighouden met het aandragen van bewijzen voor het voortbestaan van de menselijke geest, maar ons vooral ook richten op het bereiken van geestelijke groei. Wij zien het spiritualisme als een weg naar wijsheid en zelfkennis. Dat klinkt nogal verheven, maar daar komt het feitelijk wel op neer. Overigens heb ik nog nooit iemand binnen Harmonia horen beweren dat het spiritualisme de enige weg is naar wijsheid en zelfkennis. Zelfs niet dat het voor iedereen de meest juiste weg zou zijn. Voor een bepaalde groep mensen kan het -voor kortere of langere tijd- een weg zijn en dat is dat. Vandaar dat Harmonia niet alleen openbare avonden organiseert, waar iedereen welkom is en waarbij een medium aan de bezoekers boodschappen doorgeeft, maar voor de leden ook meditatiecursussen en cursussen intuïtieve ontwikkeling geeft. Ook de ziekendienst, waarbij de leden zich via gedachteconcentratie richten op het zenden van genezende krachten naar zieken, neemt een belangrijke plaats in binnen onze vereniging. Overigens: sommige leden spreken nog steeds over spiritisme in plaats van spiritualisme, dus „what is in a name?‟ Tenminste, zolang duidelijk is het bij Harmonia gaat om een spiritueel wereldbeeld.
3. De communicatie met de geestenwereld Iemand die makkelijk contact kan leggen met de geesten van overledenen wordt binnen het spiritisme een „medium‟ genoemd. Binnen de parapsychologie gebruikt men in dit geval overigens de term „paragnost‟. Veel mensen hebben tijdens hun leven wel eens op een of andere manier kontakt met de geestenwereld. Maar een medium is een persoon met een zo grote gevoeligheid, dat hij of zij in staat is boodschappen van overledenen aan andere mensen door te geven. Een medium is geen profeet of heilige, maar gewoon een mens, met zijn of haar sterke en zwakke kanten. Uiteraard verdient een medium -zoals ieder mens- ons respect, misschien wel een beetje extra vanwege hun bijzondere begaafdheid, maar er is geen sprake van verafgoding. Al gebeurt het heel af en toe dat een medium voor de verleiding bezwijkt en zich op gaat stellen als een heiland, waarna er weer een nieuwe sekte of religie geboren wordt. Een medium legt in het algemeen niet willekeurig contacten binnen de wereld van de geesten, maar doet dit met behulp van een zogenaamde „geleidegeest‟, een „gids‟, en/ of een „helper‟. Binnen deze groep helpende geesten kun je overigens nog onderscheid maken, maar dat zou hier te ver 4
voeren. Belangrijk is dat je in het algemeen kunt stellen dat er nog een derde principe is dat spiritisten/ spiritualisten gemeenschappelijk hebben, namelijk dat er speciale geleidegeesten bestaan, die ons helpen en beschermen in onze contacten met de wereld van de geest. Mediums treden niet alleen op bij openbare avonden, maar geven ook vaak adviezen in persoonlijke consulten. Ook bij openbare avonden ligt de nadruk niet enkel op overtuigen (dat er een leven na de dood is), maar vooral op adviseren. Omdat deze adviezen vaak persoonlijk zijn, zal het medium proberen zich zó uit te drukken dat de boodschap begrijpelijk is voor de persoon voor wie deze bestemd is, maar onduidelijk en vaag voor de andere mensen in de zaal. Dat wil zeggen dat mediums op een openbare avond altijd een beetje moeten schipperen tussen twee tegengestelde belangen- openbaar bewijs en privé advies.
4. Moraal en spiritualisme De oudste vormen van spiritisme waren niet verbonden met de moraal. Zo zie je bij veel primitieve stammen dat zij weliswaar geloven in een voortbestaan na het lichamelijke overlijden, maar het kontakt kunnen leggen met geesten vooral beschouwen als een uiting van de persoonlijke macht van de sjamaan.Geesten worden voornamelijk gezien als schrikwekkend. En bij die stammen, die ook in reïncarnatie geloven, is er géén verband tussen je morele gedrag aan de éne kant en de situatie waarin je geboren wordt aan de ándere kant. De meeste moderne spiritisten en zeker de spiri-tua-listen geloven wél dat er een dergelijk verband bestaat. In dit opzicht is er dus in de loop van de geschiedenis een duidelijk ándere opvatting ontstaan. Overigens is deze kentering in het denken bij de meeste volkeren al duizenden jaren geleden opgetreden. De oude Egyptenaren geloofden al dat na de lichamelijke dood de ziel van een mens „gewogen‟ zou worden op de goede en kwade daden, die hij of zij in zijn leven verricht had. Binnen de moderne esoterie -en ook binnen Harmonia- wordt het verband tussen „leven‟ en „moraal‟ aangeduid met de term: „karma‟. Het woord „karma‟ komt oorspronkelijk uit de oosterse religies (met name uit India) maar is in de periode tussen 1850 en 1900 ook in het westen bekend geworden. Dat is overigens vooral te danken aan de inspanningen van de theosofen. Tegenwoordig wordt het begrip „karma‟ in praktisch alle westerse esoterische stromingen gebruikt. Karma is het geheel van daden, goede, neutrale en slechte. Deze daden vallen onder de wet van Oorzaak en Gevolg en wel zodanig, dat goede daden goede gevolgen hebben, neutrale daden neutrale gevolgen en slechte daden negatieve gevolgen. Alle eigenschappen van een mens 5
en alle wezenlijke gebeurtenissen in een mensenleven vallen onder de wet van het karma. Bijvoorbeeld: Heeft iemand in vorige levens zich toegelegd op het bestuderen van talen, dan kan het zijn dat deze persoon nu geboren wordt met een talenknobbel. Er bestaan dus geen „gaven’. Niemand krijgt iets voor niets. Dat houdt in dat er niets „zomaar toevallig‟ gebeurt. Dat het leven rechtvaardig is. Als bijvoorbeeld de één met vele talenten geboren wordt en de ander met minder talenten, dan heeft dit een oorzaak. Hetzelfde geldt voor ziekten. In de moderne maatschappij worden deze meestal als „toevallig‟ afgedaan. Krijgt iemand een bepaalde ziekte, dan zal men er doorgaans niet snel bij stilstaan dat dit verband kan houden met bepaalde karaktereigenschappen van deze persoon. Toch zien helderzienden/ mediums/ paragnosten wel vaak dergelijke verbanden en zij kunnen mensen hierop dan attenderen.
5. Wat houdt de karma-leer in? De leer van het karma is -helaas- in veel opzichten ingewikkeld. Het betekent bijvoorbeeld niet dat je kunt zeggen: “hij of zij heeft deze nare gebeurtenis meegemaakt/ of deze ziekte gekregen, wel dan zal het wel „eigen schuld‟ zijn”. Karma heeft sowieso niets met het christelijke begrip „schuld‟ te maken. Schuld geeft boete, karma geeft gevolg. Een karmisch gevolg is geen boete, maar een mogelijkheid om iets te leren. Ook kun je bijvoorbeeld niet zeggen: “Dit volk is arm, dat is hun karma, dus hoef ik geen geld te geven.” Je naaste bijstaan is ook een vorm van karma! En je kunt ook niet zeggen: “Dit kind heeft een nare ziekte. Wel dan zal het wel de bedoeling zijn dat het eraan overlijdt. Dus hoef ik geen dokter te roepen.” Karma is geen bedoeling, maar een oorzaak-gevolg relatie. Het erbij kunnen halen van een arts, die het kind misschien kan genezen, is op zijn beurt ook weer karma, namelijk die van de medische ontwikkeling van de mensheid. Al met al is het begrip karma dus ingewikkelder dan op het eerste oog lijkt. Karma vormt „raderen binnen raderen‟. Karma wordt dan ook vaak verkeerd begrepen, wat soms tot emotionele reakties kan leiden. Vandaar dat spiritualisten weliswaar meestal aanhangers zijn van de karma-leer, maar toch erg spaarzaam en voorzichtig zijn met het gebruik van het woord „karma‟.
6. Wat heeft spiritualisme met christendom te maken? Het antwoord op deze vraag is: Eigenlijk niets! Spiritisme bestond al duizenden jaren voor het christendom en komt voor bij praktisch alle 6
volkeren. De Rooms Katholieke kerk en de meeste protestante kerken staan zelfs principieel negatief tegenover het spiritisme, hoewel er de laatste jaren op dit gebied ook positieve geluiden te horen zijn. Maar het wereldbeeld van de christenen en van de spiritisten valt niet makkelijk te verenigen. Zeker niet nu het moderne spiritisme zich aangesloten heeft bij oosterse filosofische opvattingen. Of je gelooft dat je na het overlijden in de Hemel dan wel Hel terecht komt, of je gelooft in reïncarnatie. Of je gaat uit van het christelijke schuld- en zonde-begrip, of je gaat uit van karma. Of je gelooft in vergeving en genade of je gelooft in opnieuw doen en leren. Of je gelooft dat Christus de enig geboren zoon van God was, of je gelooft dat Christus een spiritueel ver gevorderd méns was. Logisch gesproken moet je wel een beetje lijken op een geestelijk slangenmens om tegelijk het christendom en het spiritualisme aan te hangen. Toch is dat niet het héle verhaal. Onder invloed van de spiritistische schrijver Allan Kardec is er een mengeling van spiritisme en christendom ontstaan, die met name in Zuid-Amerika miljoenen aanhangers heeft gekregen. En ook in ons land hebben een aantal protestante dominees de afgelopen eeuw een lans gebroken voor het spiritisme en veel bijgedragen aan de verbreiding van de kennis over dit onderwerp.
7. Wat geloven de spiritisten/ spiritualisten nog meer? Het antwoord op deze vraag is: Van alles, maar niet allemaal tegelijk. Zo zijn er aanhangers van onze beweging, die lid zijn van een christelijke kerk en zich daar zeer mee verbonden voelen. Maar anderen zijn onkerkelijk. De meeste geloven in reïncarnatie, maar sommigen niet, of ze hebben een heel andere visie op dat wat reïncarnatie nu eigenlijk is. Ook over de precieze inhoud van het begrip „karma‟ bestaan verschillende opvattingen. Kortom zoveel mensen zoveel zinnen. Dat wat ons verbindt is dan ook niet zozeer een of andere uitgewerkte leer of ideologie, maar veel meer de praktijk. Over theoretische zaken wordt maar weinig gesproken. Wat ons samenbrengt is de warmte die wij gezamenlijk voelen tijdens bijvoorbeeld een ziekendienst. Wat ons onderscheidt is dat wij allemaal een eigen persoonlijke kijk op de dingen hebben, maar ons daar niet door laten uiteenjagen. Voor een spiritualist is het belangrijk ieder in zijn waarde te laten en te respecteren, ongeacht religie of afkomst. Meningen scheppen verdeeldheid, liefde verbindt. Floris Habets
7