Spelregels Systeemtest Keten 2014 versie 0.2 Onverwachte simulatie van een calamiteit In de periode van 1 tot en met 14 december 2014 wordt op een onaangekondigd tijdstip buiten kantooruren (kan dus ook in een weekend) een calamiteit in de regio gesimuleerd, die zal leiden tot het opschalen van de volledige crisisorganisatie, tot en met GRIP 3. De gesimuleerde calamiteit vormt het kader voor de zogenaamde systeemtest Keten 2014. Bestaande crisisorganisatie wordt getoetst Veiligheidsregio’s zijn wettelijk verplicht jaarlijks een systeemtest te organiseren om te toetsen hoe hun crisisorganisatie in de praktijk functioneert. Tijdens de systeemtest in december 2014 wordt de bestaande crisisorganisatie in veiligheidsregio Noord-Holland Noord getoetst, inclusief bevolkingszorg. Tijdens de systeemtest Keten 2014 wordt dus niet vooruitgelopen op de nieuwe organisatie voor bevolkingszorg die operationeel moet worden op 1 juli 2015 (project Bevolkingszorg 8.0). Spelregels systeemtest Start systeemtest De systeemtest start met een incidentmelding die wordt ingebeld op de meldkamer Noord-Holland Noord. Reguliere meldkamerprocessen De reguliere meldkamerprocessen moeten tijdens de systeemtest doorgang kunnen vinden. De aanname van echte meldingen en de uitgifte daarvan gaan vóór op de fictieve meldingen van de systeemtest. Voor het inbrengen van de voorbereide Keten-meldingen is daarom voor een werkwijze gekozen waarbij het voor de centralisten van de meldkamer mogelijk is om een onderscheid te maken tussen een binnenkomende gefingeerde melding en een binnenkomende echte 112-melding. Dit verschil is al te maken op de ARBI voordat de melding is aangenomen. Op de ARBI zijn per discipline drie tabtoetsen aangemaakt met de labels ‘Simulatie 1’, ‘Simulatie 2’ en ‘Simulatie 3’. De 112-centrale wordt dus vanuit de systeemtest in het geheel niet gebruikt. Alle meldingen op 112 zijn dus echte meldingen Echt incident – No Play Het CoPI komt op naar de locatie waar het Keten-incident gesimuleerd wordt. Wanneer zich op deze locatie, tijdens het aanrijden van de leden CoPI of anderszins, een echt ongeval zou voordoen, moet dat ongeval worden gemeld bij de meldkamer en/of een van de leden van de oefenstaf met de toevoeging ‘No-play’, een term die ook bij oefeningen gebruikelijk is. ‘No-play’ kan ook worden gebruikt als zich in de omgeving van de systeemtest een echt incident voordoet en verwarring niet valt uit te sluiten. Deelnemers aan de systeemtest worden niet ingezet bij een gelijktijdig echt incident. Op basis van de melding ‘No-Play’ beslist de oefenstaf over het voortzetten, schorsen of voortijdig beëindigen van de systeemtest.
140917 Basistekst Spelregels Keten 2014 versie 0.2
Pagina 1 van 6
Berichtgeving systeemtest Om te voorkomen dat tijdens de systeemtest in de crisisteams en in de buitenwereld de gedachte ontstaat dat er daadwerkelijk een incident gaande is, moeten alle berichten tijdens de systeemtest (alarmeringen, meldingen, opdrachten etc.) beginnen met de woorden ‘oefening Keten’. De waarnemers en oefenstaf zien er zo goed mogelijk op toe dat alle inkomende en uitgaande berichten op de diverse locaties beginnen met de aanhef ‘oefening Keten’. Bij twijfel dient de ontvanger altijd te vragen of het een bericht voor de systeemtest is. Meteo In de systeemtest wordt gewerkt met fictieve meteogegevens (windrichting, windsnelheid en temperatuur). Deze gegevens worden bij de start van de oefening door de oefenstaf aan de centralisten beschikbaar gesteld. Alarmering Alarmering vindt zoveel mogelijk plaats volgens de normale procedures. De functionarissen die moeten opkomen, worden (voor zover mogelijk) gealarmeerd met de aankondiging ‘oefening Keten’. De gealarmeerde functionarissen moeten snel maar veilig opkomen, zonder optische en geluidssignalen. Er worden tijdelijke maatregelen in het meldkamersysteem aangebracht om te voorkomen dat veldeenheden van hulpdiensten opkomen bij alarmering door de meldkamer. De COH’s met ondersteund personeel ten behoeve van het CoPI zullen wel gealarmeerd worden om te worden ingezet bij de systeemtest. Deze moeten dan ook daadwerkelijk opkomen. In de alarmering van gemeentelijke teams met behulp van OOVAlert worden aanpassingen aangebracht om te voorkomen dat grote groepen gemeenteambtenaren worden gealarmeerd voor het bemensen van teams waarvoor in deze systeemtest geen taak is weggelegd. Alarmering niet daadwerkelijk op te komen functionarissen Van de functionarissen en eenheden die niet daadwerkelijk hoeven uit te rukken, verzorgt de oefenstaf zo nodig de berichten tijdens het fictief uitrukken, aanrijden en ter plaatse komen, alsmede de nadere berichten. Voorbeeld: wanneer het commando van een brandweercompagnie uit een buurregio voor de eenheden uit naar het rampterrein rijdt, zal de fictieve aankomst van die eenheden op de loodspost of uitgangsstelling door de oefenstaf worden gemeld. Geen WAS sirene Als besloten wordt dat het noodzakelijk is de bevolking te waarschuwen met behulp van sirenes moet wel worden aangegeven welke WAS masten het betreft, maar wordt er niet daadwerkelijk een WAS sirene en/of tekstbalk RTV NH in werking gezet. Opschalen zonder veldeenheden De regionale crisisorganisatie, de hulpdiensten en de gemeenten schalen na alarmering op naar behoefte als ware het een echt incident, maar zonder dat er daadwerkelijk operationele eenheden naar plaats incident opkomen.
140917 Basistekst Spelregels Keten 2014 versie 0.2
Pagina 2 van 6
CoPI Ten behoeve van de leden van het CoPI wordt het incident met tegenspel en beeldmateriaal geënsceneerd nabij plaats incident. De COH met ondersteuning moet wel opkomen. Geen opvanglocatie inrichten Indien een gemeente besluit tot het inrichten van een opvanglocatie moeten wel de voorbereidende activiteiten in het gemeentehuis worden uitgevoerd, maar wordt er niet daadwerkelijk een opvanglocatie ingericht. Het hoofd opvanglocatie komt op naar het team opvang. LCMS Tijdens de systeemtest wordt gebruik gemaakt van de operationele omgeving. Hierdoor is optimale landelijke systeemondersteuning gewaarborgd. Om te voorkomen dat meelezers denken dat er een echt grootschalig incident binnen Veiligheidsregio Noord-Holland Noord gaande is, moet in de aanduiding van het incident en bovenaan het totaalbeeld duidelijk worden opgenomen: Oefening Keten. Externe instanties - responscel Alle uitgaande berichten (telefoon, email, LCMS) naar instanties die geen deel uitmaken van de reguliere crisisorganisatie moeten worden gericht aan de responscel. Hiervoor zullen tijdens de systeemtest bereikbaarheidsgegevens beschikbaar worden gesteld. Indien er redenen zijn waardoor deze berichten niet goed door de responscel kunnen worden beantwoord, zal de responscel doorverwijzen naar de echte instantie. Veiligheidsregio Noord-Holland Noord informeert deze externe instanties vooraf en vraagt om hun medewerking. De instanties wordt gevraagd binnen een realistische termijn op een verzoek om advies te reageren, maar geen daadwerkelijke inzet te leveren. Indien u toch iemand spreekt die niet is geïnformeerd over de systeemtest, moet u kort uitleggen dat het gaat om een toets van Veiligheidsregio Noord-Holland Noord en dat u graag antwoord wilt krijgen op uw vragen. Verder hoeven deze instanties geen handelingen te verrichten. Crisiscommunicatie - mediasimulator Om het actiecentrum crisiscommunicatie goed te kunnen laten functioneren, wordt gebruik gemaakt van een internetapplicatie genaamd ‘media-simulator’, waarmee social media en digitale kranten worden gesimuleerd. De deelnemers kunnen informatie naar de pers (responscel) zenden die door de responscel wordt verwerkt in updates van digitale kranten. Deelnemers kunnen ook zelf berichten plaatsen op een fake gemeentelijke website, crisis.nl en Twitter. Door dit systeem is omgevingsanalyse mogelijk en kan pers en publiekscommunicatie plaatsvinden. RTV NH met de banner kan niet worden gesimuleerd! Voor alle duidelijkheid: ook andere deelnemers die op de internetpagina van de mediasimulator inloggen kunnen de fake social media, digitale kranten, websites en Twitter lezen. Ze kunnen zelf mee-twitteren als dat bij hun functie hoort. De gebruiksinstructie voor de mediasimulator is simpel en wordt tijdens de systeemtest aan alle crisisteams beschikbaar gesteld.
140917 Basistekst Spelregels Keten 2014 versie 0.2
Pagina 3 van 6
Slachtoffer Informatie Systeem (SIS) niet getoetst Tijdens de systeemtest Keten 2014 wordt geen gebruik gemaakt van het landelijke Slachtoffer Informatie Systeem voor het registreren van gewonde slachtoffers. Het incident zal hiervoor ook geen aanleiding geven. Het landelijke systeem van grootschalige slachtofferregistratie en verwanteninformatie wordt dus niet getoetst. Waarnemers Voor de registratie van het verloop van de systeemtest zijn waarnemers namens de veiligheidsregio aanwezig ten behoeve van de meldkamer, CoPI, ROT, GBT/RBT, ROT stafsecties, team bevolkingszorg, team communicatie en team opvang. Deze personen zijn herkenbaar als waarnemer door hesjes met de tekst ‘waarnemer' of 'oefenstaf'. Zij verstoren de gang van zaken zo min mogelijk. Voor de evaluatie achteraf wordt zonodig ook gebruik gemaakt van bandopnames en uitdraaien van het GMS van de meldkamer. Naast de waarnemers van Veiligheidsregio Noord-Holland Noord, zullen ook waarnemers van de Inspectie Veiligheid en Justitie rondlopen. Waarneming bij echt incident Ingeval van voortijdig beëindigen van de praktijktoets bij een GRIP 2, 3 of 4 incident, zullen oefenstaf en waarnemers zoveel mogelijk worden ingezet om de teams waar te nemen ten behoeve van de systeemtest. Oefenstaf Tijdens de systeemtest is bij de regionale crisisteams naast de waarnemer ook een oefenleider aanwezig. Bij de gemeenten zijn enkele oefenleiders aanwezig. Deze verstoren de gang van zaken zo min mogelijk. Hij/zij observeert of de doelen van de systeemtest gehaald worden, treedt op als vraagbaak met betrekking tot de spelregels en geeft einde oefening voor dat team. Ook zorgt de oefenleider dat er een nabespreking door het team en de waarnemer plaatsvindt. Einde systeemtest De systeemtest eindigt op aangeven van de oefenleider. Na het eindigen van de systeemtest dient elke deelnemer alle door hem/haar tijdens de systeemtest geïnformeerde of gealarmeerde externe instanties op de hoogte te stellen van het eind van de toets. Documenten die tijdens het incident gemaakt zijn, worden ingeleverd bij een van de medewerkers van Veiligheidsregio Noord-Holland Noord. Er vindt een nabespreking met team en waarnemer plaats. Ter plaatse komen van functionarissen en eenheden Als besloten wordt tot opschalen, dienen de hieronder genoemde functionarissen daadwerkelijk op te komen na alarmering. Naar de meldkamer NHN: • Informatiecoördinator • Extra centralist(en) • Ondersteunend personeel
140917 Basistekst Spelregels Keten 2014 versie 0.2
Pagina 4 van 6
Naar plaats incident (afhankelijk van scenario en inzet): • CoPI (compleet) • COH. De locatie of opstelplaats van het CoPI wordt bepaald door de oefenstaf • Deskundigen, afhankelijk van het scenario (bijvoorbeeld bij gevaarlijke stoffen een AGS) Naar Nollenoor: • ROT (compleet) • ROT Stafsecties o brandweerzorg, geneeskundige zorg, politiezorg, bevolkingzorg en Informatievoorziening Naar het gemeentehuis: • GBT (compleet) • Team Bevolkingszorg (compleet) • GVOT (compleet) • GAC Communicatie (compleet) • GAC Publieke Zorg: - Hoofd PZ (zit al in Team Bz) - Ondersteunend medewerker - Teamleider Opvang - Medewerker Opvang - Hoofd Opvanglocatie - Teamleider Primaire Levensbehoeften - Teamleider Verplaatsen - Teamleider Preparatie Nafase • GAC Informatie: - Hoofd Informatie (zit al in Team Bevolkingszorg) - Ondersteunend medewerker - Teamleider CRIB - Administratief medewerker CRIB - Teamleider CRAS • GAC Omgevingszorg - Teamleider Bouw - Teamleider Ruimte - Teamleider Milieu Met de opkomst van bovenstaande functionarissen/eenheden kan worden volstaan, ook als bij een echt incident voor de bestrijding daarvan een groter aantal nodig mocht zijn. De standaard OOV Alert alarmering van gemeentelijke actiecentra heeft bij veel gemeenten een vullingsgraad van één, hetgeen overeenkomt met bovenstaande lijst. Aanvullend kan zonodig gekozen worden voor handmatige alarmering (zelf bellen).
140917 Basistekst Spelregels Keten 2014 versie 0.2
Pagina 5 van 6
Als extra voorwaarde geldt dat functionarissen alleen ter plaatse moeten worden gevraagd wanneer ze nog tijdens de systeemtest kunnen arriveren. Overleg hierover met de oefenleiding. Bijzonderheid: het team CRIB bestaat formeel nog wel, maar wordt sinds de invoering van het landelijke Slachtoffers Informatie Systeem (SIS) in beginsel niet meer ingezet. Voor alle duidelijkheid: het team GVOT en de teamleiders Primaire Levensbehoeften, Verplaatsen, Preparatie Nafase, het team CRIB en de teamleiders CRAS, Bouw, Ruimte en Milieu kunnen wel nodig zijn voor een goede bevolkingszorg, maar worden in deze systeemtest niet waargenomen.
140917 Basistekst Spelregels Keten 2014 versie 0.2
Pagina 6 van 6