tel. 070-3682017, e-mail:
[email protected], internet: www.nib.nl
Spellingswerk Nieuw Extra Over Spellingswerk Nieuw "Spellingswerk Nieuw" is vooral bedoeld voor leerlingen met spellingsproblemen, maar kan ook uitstekend worden gebruikt om kinderen vooruit te laten werken. De oefenstof beslaat groep 3-8 van de basisschool. De leerlingen werken zelfstandig op hun eigen niveau en tempo. Afhankelijk van de resultaten wordt het niveau steeds aangepast. Er is een duidelijke afwisseling tussen auditieve en visuele oefeningen. De oefeningen kunt u zelf uitbreiden en wijzigen. Ook kunt u werkbladen bij het niveau van de leerling laten afdrukken. U kunt Spellingswerk ook een huiswerkdiskette op maat laten maken. Hiermee kan de leerling ook thuis oefenen.
Spellingszwakke leerlingen Spellingswerk is ontwikkeld voor spellingzwakke kinderen. Deze kinderen vallen vaak uit op de controledictees van de taalmethode. Op de Cito-toets scoren deze leerlingen niveau D of E. Deze kinderen zijn niet gebaat bij speelse oefeningen met woordpakketten. Kinderen met spellingsproblemen hebben behoefte aan oefeningen met een remediërend karakter. Veel spellingsproblemen zijn in de basis vooral auditieve problemen. Daarom zijn veel oefeningen van Spellingswerk auditief. Analyse op lettergreep- en letterniveau spelen een belangrijke rol. U kunt Spellingswerk ook zonder spraak gebruiken; alle auditieve oefeningen worden dan visueel aangeboden. Voor kinderen met spellingsmoeilijkheden is dit niet wenselijk.
Training van spellingscategorieën Spellingswerk werkt aan de hand van woordenpakketten met een bepaalde spellingscategorie. Dus niet spelen met woordpakketten, maar trainen van spellingscategorieën op een auditieve basis.
Hoe is Spellingswerk opgebouwd? De Nederlandse taal is verdeeld in een aantal spellingstappen: van mk en km tot en met de leenwoorden. Bij de indeling in spellingstappen is vooral uitgegaan van het OPES (Onderwijs Planning en Evaluatie Systeem). Het OPES is op zijn beurt weer gebaseerd op onderzoek van het CITO ten bate van hun SVS (Schaal Vorderingen in Spellingsvaardigheid). De woorden uit de woordpakketten zijn dus gekozen uit frequentielijsten voor het basisonderwijs. De auditieve analyse gaat vooraf aan de visuele inprenting. In het algemeen is daarom bij ieder woordpakket steeds eerst gekozen uit twee of meer analyserende oefeningen, gevolgd door de oefening "Typ het woord dat de meester zegt". Deze oefening is gekozen vanwege het dicteekarakter van de oefening. Steeds als een aantal woordpakketten is getraind, wordt het voorafgaande kort herhaald. Een typische opbouw van oefeningen rond het woordpakket: "Samenstellingen groep 3" is bijvoorbeeld:
Typ het woord dat deze heren zeggen De woorden worden auditief en in lettergrepen aangeboden. Dan typt de leerling het woord in.
Wijs de lettergrepen aan De woorden worden auditief aangeboden. Dan wijst de leerling de lettergrepen aan.
Schrijf het verdwenen woord op De woorden worden visueel aangeboden. Als de leerling het woord heeft ingeprent, dan moet de leerling het natypen.
Typ het woord dat de meester zegt Het auditieve einddictee.
1
Huiswerkdiskette Spellingswerk Nieuw kan een huiswerkdiskette "op maat" maken. Dat wil zeggen dat u een lege diskette in de computer doet en dan laat u voor een bepaalde leerling een huiswerkdiskette aanmaken.
Op deze diskette staat dan de woordenlijst waar de leerling op dat moment mee werkt, vier oefeningen en een eindtoets. Met deze diskette kan de leerling thuis oefenen. De leerling kan de diskette ook weer mee terug nemen zodat de leerkracht de resultaten kan bekijken.
Moeilijke-woordenlijst Bij het oefenen houdt het programma bij welke woorden foutief geschreven worden. Deze woorden worden vastgelegd in het bestand "Moeilijke woorden" van de leerling. Dit bestand met moeilijke woorden breidt zich na iedere oefenbeurt steeds verder uit. U kunt de woorden van dit bestand gebruiken om er werkbladen mee af te drukken of u kijkt welke woorden u nog eens apart met de leerling moet doornemen.
Werkbladen Spellingswerk Nieuw kan aan de hand van een oefening of woordenlijst werkbladen afdrukken. Dit kan ook met de moeilijke woordenlijst van de leerling. De leerling kan het werkblad mee naar huis nemen om de woorden thuis nog eens te oefenen. De werkbladen geven u samen met de huiswerkdiskette de mogelijkheid om de leerling met spellingsproblemen adequaat te helpen.
Leerlingen invoeren, oefenen en de resultaten bekijken Spellingswerk Nieuw maakt twee iconen aan bij de installatie: Spellingswerk Nieuw Extra leerling Het icoontje waarmee het oefenmenu voor de leerling bereikbaar is (dit icoontje op het bureaublad plaatsen) Spellingswerk Nieuw Extra leraar Het leerkrachtgedeelte voor het invoeren van leerlingen en het bekijken van de resultaten.
Leerlingen invoeren U dubbelklikt op Spellingswerk Leraar. U krijgt nu een scherm met een aantal grote knoppen.
2
Stap 1. Klik op de knop Leerlingen. Op het scherm verschijnt het volgende venster:
Hier voert u nieuwe leerlingen in. Kies Verwijder om eventuele voorbeeldleerlingen te verwijderen. Stap 2. Klik op Nieuw om een nieuwe leerling in te voeren. De cursor verschijnt in het veld naam. Hier typt u de naam van de leerling. Met de Tab-toets gaat u naar het volgende veld. U hoeft uw invoer niet te bevestigen; Spellingswerk Nieuw bewaart automatisch alles wat u invoert. De belangrijkste velden en knoppen zijn: Naam Hier vult u de naam van de leerling in. Met de Tab-toets brengt u de cursor naar het volgende veld. Groep Geef aan in welke groep de leerling in zit. Nieuwe groepen kunt u maken met de menukeuze Instellingen Groepen. Oefeningenmap en oefening Klik op de zaklamp en kies een oefeningenmap en een oefening. Geavanceerd.. In Spellingswerk Nieuw kan iedere oefening voor iedere leerling apart worden ingesteld. Al deze instellingsmogelijkheden zijn verborgen onder de knop Geavanceerd. Alle leerlingen hebben al standaardinstellingen, alleen als u daar van wilt afwijken kiest u deze optie. Nieuw Voer een nieuwe leerling in. Huiswerk Een submenu verschijnt met de keus Diskette maken en Diskette bekijken. Als u kiest Diskette maken, dan maakt Spellingswerk Nieuw een oefendiskette op maat voor de geselecteerde leerling met alle instellingen. Als u kiest Diskette bekijken dan zal Spellingswerk Nieuw de diskette lezen en u de oefenresultaten van de leerling tonen. U kunt dan ook kiezen om de resultaten over te nemen. Moeilijke-woordenlijst Vlak onder het tabblad ziet u: De moeilijke-woordenlijst van... Als de leerling een moeilijke-woordenlijst heeft dan vindt u hier een hyperlink naar de moeilijke-woordenlijst. Als u met de muis over de blauwe letters gaat, dan ziet u een handje verschijnen. Nu kunt u klikken en Spellingswerk Nieuw laat de lijst zien. Stap 3. Kies Afsluiten (als u meer leerlingen wilt invoeren, klikt u weer op Nieuw).
Oefenen Stap 1. Klik op de knop Oefenen. 3
Stap 2. De leerling selecteert zijn/haar naam en klikt op de knop Oefenen.
Resultaten Stap 1. Klik op de knop Verslag.
Stap 2. Klik op één van de staafjes om het beurtenverloop in detail te bekijken.
Stap 3. Klik op één van de rechthoekjes om de resultaten van die beurt te bekijken. 4
U kunt de resultaten ook bekijken met de menukeuzes Tekstrapport, Typlijsten en Moeilijkewoordenlijsten.
Welke oefenvormen kent Spellingswerk Nieuw? De (auditieve) analyse komt naar voren in de volgende oefeningen: Wijs de lettergrepen aan De leerling moet de lettergrepen van het aangeboden woord aanwijzen. De oefening kan ook auditief worden aangeboden. Als de leerling om hulp vraagt, dan flitst de lettergreep op die de leerling moet kiezen.
Kies de goede doos Deze oefening is een variatie op de vorige oefening. Ook bij deze oefening kunnen de woorden auditief woorden aangeboden. Als de leerling om hulp vraagt, dan flitst de lettergreep op die de leerling moet kiezen. Als de woorden van de woordenlijsten slechts één lettergreep hebben, dan moet de leerling het aangeboden woord aanwijzen.
Typ het woord dat deze heren zeggen Bij deze oefening wordt een woord per lettergreep opgebouwd. De leerling moet het woord moet intypen. Deze oefening kan ook auditief worden aangeboden. Als de leerling om hulp vraagt, dan wordt een lettergreep nogmaals getoond en blijft dan ook op het scherm staan. Het woord wordt dan in lettergrepen uitgesproken. Bij één-lettergrepige woorden wordt de oefening met losse letters aangeboden.
Waar is de lettergreep? De leerling ziet een woord in lettergrepen, één lettergreep is weggelaten. De leerling vult nu het hele woord in. Als de leerling om hulp vraagt, dan wordt een volgende letter van de gezochte lettergreep ingevuld.
5
Zoek het woord De verschillende lettergrepen staan in de verkeerde volgorde. De leerlingen typt de woorden in. Bij één-lettergrepige woorden wordt de oefening met losse letters aangeboden. Als de leerling om hulp vraagt, dan wordt steeds een volgende lettergreep op de goede positie gezet.
Op en neer Een woord is als een slang geschreven. De leerling moet het woord intypen. De normering, en het aantal herkansingen na een fout is individueel in te stellen. Als de leerling om hulp vraagt, dan wordt het woord meer horizontaal geplaatst
Vul het woord aan Van een woord is steeds een letter weggelaten. De leerling moet deze invullen. De oefening kan ook auditief worden aangeboden. Als een leerling om hulp vraagt, dan wordt de gevraagde letter ingevuld.
Vul de klinkers in Van een woord zijn de klinkers weggelaten. De leerling vult het woord aan en typt het in. Als de leerling om hulp vraagt, dan wordt een volgende klinker ingevuld.
De visuele inprenting komt naar voren in de volgende oefenpagina’s: Typ de woorden na Dit is de eenvoudigste inprentingsoefening. De leerling moet de woorden uit de eerste kolom natypen. Hierbij kan de leerling steeds weer opnieuw naar de woorden kijken die moeten worden nagetypt. Als de leerling om hulp vraagt, dan wordt een volgende letter ingevuld
Schrijf het verdwenen woord op Bij deze oefening moet de leerling het woord op het schoolbord goed aankijken en daarna op de bordenwisser klikken, dan verdwijnt het woord en moet het woord worden ingetypt. Als de leerling om hulp vraagt, dan wordt een volgende letter ingevuld. Deze oefening is al wat moeilijker omdat het woord pas nagetypt kan worden als het verdwenen is. Zo wordt de leerling al gedeeltelijk gedwongen om het woord in te prenten.
6
Typ het woord dat de meester zegt Dit is de moeilijkste inprentingsoefening. Het woord dat ingetypt moet worden, verschijnt maar eventjes op het scherm en moet dan worden nagetypt. De oefening kan ook auditief worden aangeboden en wordt dan nog wat moeilijker. Als de leerling om hulp vraagt, dan wordt een volgende letter ingevuld. Bij deze oefening moet de leerling een woord niet éénmaal, maar tweemaal achtereen correct intypen, voordat het woord als correct wordt geteld. Spellingswerk Nieuw houdt een zogenaamde typlijst bij van de leerling. In deze typlijst wordt bijgehouden welke woorden reeds tweemaal achtereen correct zijn nagetypt en welke nog niet. De leerling moet een woord twee maal achtereen correct natypen, dit betekent dat als een leerling een woord de eerste keer goed intypt, maar de tweede keer fout, dat de ‘achtereen-correct-teller’ voor dat woord weer op nul komt. Als de leerling 85% van de woorden tweemaal achtereen correct heeft nagetypt, dan mag de leerling door naar de volgende oefening en wordt de typlijst van de leerling verwijderd. Vanwege het ‘dictee-karakter’ van de oefening wordt deze oefening meestal als afsluiting van een aantal oefeningen met één woordpakket gebruikt. Individueel in te stellen is: de flitsduur, de pauzeduur, aantal malen correct natypen, normering, het aantal woorden per beurt en na hoeveel pogingen een woord even moet worden overgeslagen. Vul het goede woord in Bij deze oefening moeten de leerlingen het goede woord invullen. Als de leerling om hulp vraagt, dan wordt een volgende letter ingevuld. De normering, en het aantal herkansingen na een fout is individueel in te stellen.
Spellingswerk Nieuw kent twee sorteeroefeningen: Doe de appel in de goede mand De leerlingen sorteren de woorden die ze onder de appeltjes vinden. Deze oefening kan ook auditief worden aangeboden. Als de leerling om hulp vraagt, dan wordt de goede kist aangewezen.
Geef de muis zijn kaas De leerling sorteert de woorden in drie groepen. De oefening kan ook auditief worden aangeboden. Als de leerling om hulp vraagt, dan wordt de goede muis aangewezen.
7