B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
Onderwijs-en examenregeling Artikelsgewijze reglementering
Deel: Specifieke bepalingen voor School of Arts KASK- Koninklijk Conservatorium.
2013-2014
1
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
I Onderwijsregeling 1. Toelatingsvoorwaarden Artikel 1. Artistieke toelatingsproef tot de opleidingen Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Drama en Muziek §1. De artistieke toelatingsproef 1° De artistieke toelatingsproef is de proef door de kandidaat-student afgelegd vóór hij studies in de opleidingen Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Drama en Muziek in de school of arts Hogeschool Gent kan aanvangen. Het slagen in de artistieke toelatingsproef maakt deel uit van de algemene toelatingsvoorwaarden. De geslaagde artistieke toelatingsproef is voor één aansluitend academiejaar rechtsgeldig in de Hogeschool Gent. Een student die in de loop van zijn studies in de school of arts Hogeschool Gent gedurende één academiejaar zijn studies stopzet kan zijn studies hervatten zonder opnieuw aan de artistieke toelatingsproef te participeren. 2° Voor alle opleidingsonderdelen die men met een creditcontract wenst op te nemen dient men eveneens te slagen in een artistieke toelatingsproef die betrekking heeft op de opleiding, afstudeerrichting, specialisatie of instrument die samenhangt met de opleidingsonderdelen waarvoor men wenst in te schrijven. §2. Organisatie van de toelatingsproeven 1° De artistieke toelatingsproeven voor de studies in de opleidingen Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Drama en Muziek van de school of arts worden ieder jaar georganiseerd vóór de aanvang van het nieuwe academiejaar. De proeven worden meerdere malen ingericht. Een kandidaat-student kan aan de proeven van verschillende opleidingen, afstudeerrichtingen, specialisaties of instrumenten deelnemen. 2° De kandidaat-studenten moeten zich vooraf inschrijven voor de proef. Alle informatie, inhoud en organisatiemodaliteiten over de artistieke toelatingsproef zijn raadpleegbaar op de website van de school of arts (www.schoolofarts.be). 3° Om toegelaten te worden tot de artistieke toelatingsproef dient de kandidaat-student een inschrijvingsgeld te betalen van 10 euro. Kandidaat-studenten die aan verschillende toelatingsproeven deelnemen dienen slechts één maal het bedrag aan inschrijvingsgeld te betalen. 4° Een kandidaat-student kan binnen eenzelfde academiejaar niet herkansen voor dezelfde toelatingsproef. 5° Voor de opleiding Muziek geldt dat indien de kandidaat-student tijdens sessie 1 van de toelatingsproef slaagde voor het praktisch gedeelte maar niet slaagde voor het onderdeel theorie (Solfège, gehoorvorming en algemene muziekleer), hij dit theoretisch deel van de toelatingsproef wel kan herkansen in sessie 2.
§3. De examencommissie van de artistieke toelatingsproeven 2
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
1° De examencommissie van de artistieke toelatingsproeven bestaat uit: - de decaan of zijn afgevaardigde die ambtshalve voorzitter is - een secretaris die belast is met het examensecretariaat - De leden van de examenjury. 2° De examenjury is belast met het afnemen van de artistieke toelatingsproef. De examenjury beslaat minstens twee interne juryleden en één externe deskundige. Interne juryleden zijn docenten die les geven in de betrokken opleiding, afstudeerrichting of specialisatie. 3° De inhoud en de organisatiemodaliteiten van de toelatingsproef worden, in overleg met de examencommissies van de artistieke toelatingsproeven, vastgelegd door de faculteitsraad. Bij de eindbeoordeling worden de prestaties door de examencommissie op de verschillende selectiecriteria gemotiveerd. §4. Deliberatie en feedback Na de proeven delibereren de examencommissies en worden de resultaten geproclameerd. Van de deliberatie wordt een proces-verbaal opgemaakt. Er wordt vóór de proclamatie aan de kandidaten geen informatie verstrekt over het al dan niet geslaagd zijn van de kandidaat. De kandidaten moeten op de proclamatie aanwezig zijn. Voor kandidaten die dit wensen, is er onmiddellijk na de proclamatie een gelegenheid voor een nabespreking, waarbij ook derden kunnen aanwezig zijn. Nadien kunnen kandidaten op geen enkele wijze nog aanspraak maken op feedback. §5. Toelatingsproef buiten de vastgestelde perioden. In uitzonderlijke omstandigheden kan de decaan toelating verlenen om een toelatingsproef af te leggen buiten de vastgelegde perioden. Hiertoe dient de kandidaat een schriftelijk gemotiveerd verzoek in bij de decaan. §6. Heroriëntering Een student die in de loop van zijn studies binnen dezelfde opleiding van afstudeerrichting wenst te veranderen, moet geen nieuwe toelatingsproef afleggen. De wijziging wordt gezien als een heroriëntering waarbij er een goedkeuring is met een commissie van betrokken titularissen van de ontvangende afstudeerrichting. De beoordeling gebeurt op basis van het voorgelegde werk, een motivatiegesprek en desgewenst een bijkomende proef. §7. Vrijstellingen / EVC-EVK Voor de academische opleidingen dient bij de instroom via ‘een bewijs van bekwaamheid’ via EVK de kandidaat ook een volledige toelatingsproef af te leggen. De inschaling van het artistieke niveau wordt in dit geval bepaald door de examencommissie van de toelatingsproef. Op basis van deze inschaling wordt het studietraject bepaald. Voor de academische opleidingen zal bij instroom via ‘een bewijs van bekwaamheid’ via EVC, eventueel gekoppeld aan ‘bewijs van bekwaamheid’ via EVK, de school of arts het EVC-dossier onderzoeken. Indien uit het onderzoek blijkt dat de competenties die getoetst worden op de toelatingsproef bewezen zijn, wordt het EVC-dossier als toelatingsproef beschouwd. Indien dit niet het geval is, dient de kandidaat de artistieke toelatingsproef af te leggen. De inschaling van het artistieke niveau wordt in dit geval bepaald door de examencommissie van de toelatingsproef.
3
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
Artikel 2. Artistieke toelatingsproef tot de opleiding master Solist Hedendaagse Muziek §1. Toelatingsvoorwaarden Kandidaat-studenten die zich wensen in te schrijven voor de opleiding dienen te beschikken over het diploma van master in Muziek of over een daarmee gelijkgesteld diploma. Ze moeten eveneens geslaagd zijn in een toelatingsproef tot de opleiding. De geslaagde artistieke toelatingsproef is voor één aansluitend academiejaar rechtsgeldig in de Hogeschool Gent. §2. Toelatingsproef 1° Er wordt verstaan onder toelatingsproef: proef door de kandidaat-student afgelegd vóór deze de opleiding van de school of arts kan aanvangen. Het slagen in deze toelatingsproef maakt deel uit van de toelatingsvoorwaarden. 2° Deze toelatingsproef wordt georganiseerd tijdens het 2de semester van het academiejaar dat voorafgaat aan het academiejaar waarvoor de kandidaat wil inschrijven. De data van de toelatingsproeven worden ten laatste tijdens de maand januari van het lopende academiejaar op de website bekendgemaakt. Een kandidaat-student kan binnen eenzelfde academiejaar slechts éénmaal deelnemen aan deze proef. 3° De examenjury is belast met het afnemen van de artistieke toelatingsproef. De examenjury beslaat minstens twee interne juryleden en één externe deskundige. Interne juryleden zijn docenten die les geven in de betrokken opleiding. 4° De examencommissie van de toelatingsproeven bestaat uit: - voorzitter: de decaan of zijn afgevaardigde; - de leden van de examenjury; - een secretaris die belast is met het examensecretariaat; 5° De inhoud en de organisatiemodaliteiten van de toelatingsproef worden, in overleg met de examencommissies van de artistieke toelatingsproeven, vastgelegd door de faculteitsraad. Bij de eindbeoordeling worden de prestaties door de examencommissie op de verschillende selectiecriteria gemotiveerd. 6° De kandidaat-studenten moeten zich vooraf inschrijven voor de proef via de website waar ook alle informatie terug te vinden is. §3. Deliberatie en feedback Na de proeven delibereren de examencommissies en worden de resultaten geproclameerd. Van de deliberatie wordt een proces-verbaal opgemaakt. Er wordt vóór de proclamatie aan de kandidaten geen informatie verstrekt over het al dan niet geslaagd zijn van de kandidaat. De kandidaten moeten op de proclamatie aanwezig zijn. Voor kandidaten die dit wensen, is er onmiddellijk na de proclamatie een gelegenheid voor een nabespreking, waarbij ook derden kunnen aanwezig zijn. Nadien wordt er op geen enkele wijze feedback (noch via gesprek, telefoon, mail,…) gegeven over behaalde resultaten. §4. Toelatingsproef buiten de vastgestelde perioden In uitzonderlijke omstandigheden kan de decaan toelating verlenen om een toelatingsproef af te leggen buiten de vastgelegde perioden. Hiertoe dient de kandidaat 4
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
een schriftelijk gemotiveerd verzoek in bij de decaan.
Artikel 3. Beroep tegen onregelmatigheden bij beslissingen over de artistieke toelatingsproef §1. Indienen van een beroep De kandidaat-student die oordeelt dat een ongunstige artistieke toelatingsproefbeslissing aangetast is door een schending van het recht, heeft toegang tot een interne beroepsprocedure. De kandidaat-student stelt een verzoek tot heroverweging van een artistieke toelatingsproefbeslissing in binnen een vervaltermijn van 5 kalenderdagen, die ingaat op de dag na deze waarop de beslissing wordt bekendgemaakt (proclamatie) aan de student. De kandidaat-student dient hiertoe een gemotiveerd beroep te richten ter attentie van de decaan. Het beroep moet aangetekend verstuurd worden (de datum van de poststempel telt als bewijs) of in tweevoud afgegeven worden op het secretariaat van de decaan, waarbij een exemplaar wordt afgestempeld en ondertekend door het secretariaat en terugbezorgd aan de student. §2. Bevoegdheid tot behandelen van een beroep Het beroep wordt behandeld door de voorzitter van de examencommissie artistieke toelatingsproeven. §3. Behandeling van het beroep De interne beroepsprocedure leidt tot: 1° De gemotiveerde afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid ervan. De voorzitter van de examencommissie artistieke toelatingsproeven oordeelt over de ontvankelijkheid van het beroep. Hij brengt de betrokkene onverwijld op de hoogte van zijn gemotiveerde beslissing. 2° Een beslissing die de oorspronkelijke beslissing op gemotiveerde wijze bevestigt of herziet. In geval het beroep door de voorzitter van de examencommissie artistieke toelatingsproeven als ontvankelijk wordt beoordeeld, stelt de voorzitter van de examencommissie artistieke toelatingsproeven of een daartoe gemachtigde, een dossier samen waarbij hij alle informatie omtrent de klacht inwint. De examencommissie artistieke toelatingsproeven in bijzondere zitting neemt een beslissing die de oorspronkelijke beslissing op gemotiveerde wijze bevestigt, of herziet. De kandidaat-student kan op zijn verzoek gehoord worden in de buitengewone zitting van de commissie artistieke toelatingsproeven of door de decaan. Hij kan zich laten bijstaan. De bedoelde beslissingen worden aan de kandidaat-student ter kennis gebracht binnen een termijn van vijftien kalenderdagen die ingaat op de dag na deze waarop het beroep is ingesteld. §4. Extern beroep bij onregelmatigheden (zie http://www.ond.vlaanderen.be/hogeronderwijs/Raad/) Er werd een Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen opgericht bij het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. De Raad doet als administratief rechtscollege uitspraak over het beroep tegen studievoortgangsbeslissingen dat door kandidaat-studenten wordt ingesteld, na uitputting van de interne beroepsprocedure. 5
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
Artikel 4. Aanmeldingsprocedure en bijkomende toelatingsvoorwaarden voor de master Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Muziek en Drama en de Engelstalige master Visual Arts, Audiovisual Arts en Music §1. Externe kandidaten die niet binnen de school of arts rechtstreeks doorstromen van de bacheloropleiding naar de masteropleiding alsook kandidaten die rechtsstreeks doorstromen maar van opleiding of afstudeerrichtingen wensen te veranderen, dienen tijdig een aanmeldingsdossier in te dienen. Er zijn twee aanmeldingsrondes: één in de lente en één in de zomer voorafgaand aan de start van het academiejaar. De oriënteringscommissie van de gekozen opleiding of afstudeerrichting behandelt het aanmeldingsdossier en geeft na een gesprek met de kandidaat advies over instroom in de opleiding. Deadlines alsook inhoud en organisatiemodaliteiten met betrekking tot de instroomprocedure worden bekend gemaakt via de website www.schoolofarts.be. §2. Het correct doorlopen van de aanmeldingsprocedure is een bijkomende toelatingsvoorwaarde. De inschrijving van kandidaat-studenten die de aanmeldingsprocedure niet correct doorlopen, kan geweigerd worden. Artikel 5. Aanmeldingsprocedure en bijkomende toelatingsvoorwaarden voor het volgen van een schakelprogramma Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Drama en Muziek §1. Kandidaat-studenten die in het bezit zijn van één van de hieronder opgesomde professionele bachelor diploma’s, komen in aanmerking voor inschrijving voor het schakelprogramma: Ten aanzien van de opleiding Beeldende Kunsten: bachelor Interieurvormgeving, bachelor Beeldende Vormgeving, bachelor Audiovisuele Technieken, bachelor BeeldGeluid-Montage, bachelor Film-Tv-Video, bachelor Fotografie, bachelor Technologie Assistentie, bachelor Modetechnologie, bachelor Textieltechnologie, bachelor Landschaps-en Tuinarchitectuur. Ten aanzien van de opleiding Audiovisuele Kunsten: bachelor Audiovisuele Technieken, bachelor Beeld-Geluid-Montage, bachelor Film-Tv-Video, bachelor Technologie Assistentie. Ten aanzien van de opleiding Drama: bachelor in de Dans. Ten aanzien van de opleiding Muziek: bachelor in de Pop-en Rockmuziek, bachelor in de Musical. §2. Kandidaat-studenten die wensen in te schrijven voor een schakelprogramma volgen dezelfde aanmeldingsprocedure zoals vastgelegd voor kandidaten voor de master Beeldende en Audiovisuele Kunsten (artikel 4). Op basis van de procedure alsook bewijzen van bekwaamheid geeft de oriënteringscommissie advies over de samenstelling van het schakelprogramma. §3. Kandidaat-studenten met een bachelordiploma uit het buitenland die geen gelijkwaardigheidserkenning academisch niveau kunnen voorleggen, dienen eveneens de aanmeldingsprocedure te volgen zoals vastgelegd voor kandidaten voor de master Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Drama en Muziek. De school of arts beslist, op advies van de oriënteringscommissie, of de kandidaat kan toegelaten worden via een schakelprogramma. §4. Het correct doorlopen van de aanmeldingsprocedure is een bijkomende toelatings6
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
voorwaarde. De inschrijving van kandidaat-studenten die de aanmeldingsprocedure niet correct doorlopen, kan geweigerd worden.
Artikel 6. Toelatingsvoorwaarden voor de opleiding bachelor na bachelor in de Landschapsontwikkeling. §1 Een kandidaat-student die wenst in te stromen in de bachelor na bachelor in de Landschapsontwikkeling dient te beschikken over een diploma dat rechtstreeks toegang geeft tot deze opleiding. Indien een kandidaat student niet beschikt over een diploma dat rechtstreeks toegang geeft tot de opleiding dient hij de aanmeldingsprocedure te volgen zoals vastgelegd voor kandidaten voor de bachelor na bachelor in de Landschapsontwikkeling. De oriënteringscommissie van de opleiding behandelt het aanmeldingsdossier en geeft na een gesprek met de kandidaat advies over instroom in de opleiding. Deadlines alsook inhoud en organisatiemodaliteiten met betrekking tot de aanmeldingsprocedure worden bekend gemaakt via de website www.schoolofarts.be. §2. Volgende diploma’s geven rechtstreeks toegang tot de opleiding landschapsontwikkeling: -
Bachelor in de agro-en biotechnologie (afstudeerrichting groenmanagement) Bachelor in de landschaps-en tuinarchitectuur Bachelor in de toegepaste architectuur Bachelor of Science in de architectuur Master of Science in de architectuur Bachelor of Science in de ingenieurwetenschappen architectuur Master of Science in de ingenieurswetenschappen architectuur Bachelor of Science in de geografie en de geomatica Bachelor of Science in de geografie Master of Science in de geografie Master of Science in de stedenbouw en de ruimtelijke planning
§3. Het correct doorlopen van de aanmeldingsprocedure is een bijkomende toelatingsvoorwaarde. De inschrijving van kandidaat-studenten die de aanmeldingsprocedure niet correct doorlopen, kan geweigerd worden. §4. In de bachelor na bachelor in de Landschapsontwikkeling wordt bij inschrijving de mogelijkheid geboden om in functie van de vooropleiding(en) van de student bepaalde opleidingsonderdelen te vervangen. Op basis van de reeds behaalde competenties / credits in de vooropleiding(en) kunnen, voor maximaal 6 studiepunten, de opleidingsonderdelen ‘Planmethodiek’, ‘Ruimtelijke Planning’, ‘Landschapsanalyse’, ‘Landschapsgenese’, ‘Natuur- en Landschapsbeheer’, ‘Bosbeheer’, ‘Recreatiekunde en Verkeerskunde’ vervangen worden door aanverwante opleidingsonderdelen te kiezen uit het aanbod van de Associatie Universiteit Gent, na goedkeuring door de opleidingscommissie. Dit geldt evenwel niet voor de opleidingsonderdelen ‘Landschap en Beleid’, ‘Projecten Landschapsontwerp I’, ‘Projecten Landschapsontwerp II’, ‘Stage en Rapportering’, ‘GIS I’ en ‘GIS II’.
Artikel 7. Toelatingsvoorwaarden voor de opleiding Specifieke lerarenopleiding (SLO). §1. De student kan, mits een bijkomende inschrijving en de betaling van het vastgelegde 7
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
studiegeld, opleidingsonderdelen van de specifieke lerarenopleiding gedeeltelijk tijdens of geheel na de master volgen. §2. De omvang van een Specifieke Lerarenopleiding bedraagt 60 studiepunten, waarvan 30 studiepunten theorie- en 30 studiepunten praktijkcomponent. §3. De student van de opleiding Muziek kan de 30 studiepunten theoriecomponent reeds in de master Muziek, keuzeoptie muziekeducatie, laten indalen. Deze indaling is bedoeld om te faciliteren dat studenten het diploma van de Specifieke lerarenopleiding en de bijhorende lesbevoegdheid verwerven. Voor studenten die deze lesbevoegdheid reeds hebben verworven, via een diploma Specifieke lerarenopleiding of een ander diploma, is dit zonder voorwerp. Deze studenten kunnen de keuze-optie muziekeducatie niet kiezen. Artikel 8. Toelatingsvoorwaarden voor de nascholing Geografisch Informatie Systeem (GIS). §1. De nascholing GIS is opengesteld voor personen die in het bezit zijn van een graad van bachelor (of gelijkwaardig). Kandidaat deelnemers met relevante aantoonbare beroepservaring kunnen eveneens worden toegelaten. Zij dienen hiertoe een gemotiveerde aanvraag in bij de studietrajectbegeleider. §2. Het maximum aantal inschrijvingen voor de nascholing GIS bedraagt 25. De datum van inschrijving van de kandidaten bepaalt de rangorde. De school of arts behoudt zich het recht voor deze nascholing niet te laten plaatsvinden bij een onvoldoende aantal inschrijvingen.
Artikel 9. Toelatingsvoorwaarden voor het postgraduaat Tentoonstelling en Beheer van Actuele Kunsten. §1. Een kandidaat die wenst in te schrijven voor het postgraduaat Tentoonstelling en Beheer van Actuele Kunsten (TEBEAC) dient houder te zijn van een masterdiploma of equivalent. §2. Uitzonderlijk kunnen ook kandidaat-studenten worden toegelaten die zijn ingeschreven in een masteropleiding en hun masterdiploma in de januari-examenperiode van het academiejaar kunnen behalen. Het getuigschrift van TEBEAC kunnen deze kandidaten echter pas ontvangen indien ze ook effectief houder zijn van dat masterdiploma op het moment van afstuderen binnen de opleiding TEBEAC. §3 Alle kandidaten hebben in de periode augustus/september voorafgaand aan de start van het academiejaar een gesprek met de oriënteringscommissie van de opleiding.. Enkel bij een positieve evaluatie van dit intakegesprek kan de kandidaat-student zich inschrijven voor de opleiding TEBEAC.Deadlines alsook inhoud en organisatiemodaliteiten met betrekking tot de aanmeldingsprocedure worden bekend gemaakt via de website www.schoolofarts.be.
Artikel 10. Taalvoorwaarden §1. Voor de opleidingen Interieurvormgeving, Landschaps- en Tuinarchitectuur en Landschapsontwikkeling gelden de algemene taalvoorwaarden zoals beschreven in de Onderwijs- en examenregeling van HoGent. §2. Voor de bachelor- en masteropleidingen Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Muziek en Drama alsook voor de master Visual Arts, Audiovisual Arts en Music geldt dat 8
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
het taalniveau van anderstalige kandidaat studenten wordt beoordeeld als onderdeel van de toelatingsproef. Anderstalige kandidaat studenten die zich willen inschrijven en waarvan de kennis van de onderwijstaal tijdens de artistieke toelatingsproef onvoldoende blijkt, kunnen geweigerd worden. Anderstalige kandidaat-studenten die slagen op de artistieke toelatingsproef kunnen inschrijven voor een diplomacontract. Zij moeten zich inschrijven in een taalinstituut indien ze niet beschikken over een certificaat taalniveau 5 van het Universitair Centrum voor Talenonderwijs of een gelijkwaardig certificaat in het Europees Referentie Framework (voor de Nederlandstalige opleidingen) of over het specifiek taalbewijs dat binnen de Onderwijs- en examenregeling van HoGent voorzien is. De studietrajectbegeleider zal de behaalde resultaten aan het taalinstituut jaarlijks evalueren en kan jaarlijks bindende voorwaarden opleggen in het kader van studievoortgangsbewaking. Artikel 11 Procedure toelatingsonderzoek: afwijkende toelatingsvoorwaarden in het kader van virtuositeit §1. Kandidaat-studenten die niet voldoen aan de toelatingsvoorwaarden kunnen toelating verkrijgen om zich in te schrijven voor een bacheloropleiding indien ze slagen in een toelatingsonderzoek (zie webpagina http://www.hogent.be). Om zich uiteindelijk te kunnen inschrijven dient de kandidaat ook te voldoen aan de eventuele bijkomende toelatingsvoorwaarden voor de opleiding waarvoor de kandidaat wenst in te schrijven. §2. Onverminderd de regelingen met betrekking tot het toelatingsonderzoek binnen de Hogeschool Gent en de Associatie universiteit Gent wordt bij een toelatingsonderzoek op gronde van virtuositeit volgende procedure gevolgd: 1° Stap 1 Student dient een dossier in bij de Associatie Universiteit Gent. Dit dossier omvat steeds minstens een CV, reflectie- en motivatietekst en een artistiek portfolio. 2° Stap 2 De HOGent-begeleider toelatingsonderzoek stuurt, via de trajectbegeleider van de betrokken opleiding, het dossier door aan de decaan. De decaan stelt een expertencommissie samen van docenten, aangevuld met minstens 1 externe expert. Een expertencommissie bestaat uit minstens 2 commissieleden en aangevuld met de voorzitter van de opleidingscommissie als commissievoorzitter. De trajectbegeleider van de opleiding is de secretaris van de commissie. 3° Stap 3 De expertencommissie brengt een oordeel uit of de kandidaat de discipline op een uitzonderlijke wijze beheerst en maakt een schriftelijk verslag op. De commissie nodigt daarbij steeds de kandidaat uit voor een interview en/of praktische proef. De commissie heeft steeds de mogelijkheid om verdere deelproeven te organiseren indien men meent dat dit nodig is om een volwaardig besluit te kunnen nemen. Het onderzoek van de expertencommissie zal tevens doorgaan als artistieke toelatingsproef. Indien de kandidaat het statuut van virtuoos verwerft zal hij geen bijkomende artistieke toelatingsproef moeten doen. 4° Stap 4 De trajectbegeleider legt als secretaris van de expertencommissie het schriftelijk verslag ter goedkeuring voor aan de decaan en van de beslissing wordt een facultaire beslissing opgemaakt. De trajectbegeleider maakt de facultaire beslissing over aan de HoGentbegeleider toelatingsonderzoek en aan de kandidaat. Bij een positief resultaat kan de student zich inschrijven voor de opleiding.
9
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
2. Inschrijving Artikel 12. Inschrijving met een creditcontract §1. Toelating tot een opleidingsonderdeel of opleidingsonderdelen met een creditcontract uit masterprogramma’s worden enkel goedgekeurd indien de kandidaat-student het onderliggende bachelordiploma heeft behaald. §2. De faculteit kan bij goedkeuring van het creditcontract van de kandidaat-student eisen dat verschillende opleidingsonderdelen simultaan worden opgenomen. Het gaat hierbij om praktijkgerichte en/of theoretische opleidingsonderdelen die omwille van inhoudelijke redenen niet afzonderlijk gevolgd kunnen worden. Welke opleidingsonderdelen samen opgenomen moeten worden, is vastgelegd in een facultaire beslissing. Artikel 13. Combineren van opleidingsonderdelen van verschillende opleidingen, afstudeerrichtingen of afstudeeropties Voor het combineren van meerdere inschrijvingen van opleidingsonderdelen uit verschillende opleidingen, afstudeerrichtingen en/of afstudeeropties binnen de Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Drama en Muziek is de toelating van de decaan vereist. Een aanvraag hiervoor kan bij de studietrajectbegeleider worden ingediend. Artikel 14. Een inschrijving in de master Muziek voor kandidaten die reeds een masterdiploma Muziek behaalden §1. Kandidaten die reeds een masterdiploma Muziek hebben behaald kunnen enkel een tweede diplomacontract aangaan voor de masteropleiding Muziek indien men bij een tweede masteropleiding in de Muziek een andere afstudeerrichting of een andere instrumentenfamilie kiest. Studenten die binnen dezelfde instrumentenfamilie wensen een tweede masteropleiding te volgen, kunnen enkel verder studeren via creditcontract. §2. Bij de goedkeuring van het creditcontract wordt ook rekening gehouden met artikel 12 §2. Naargelang het reeds gevolgde curriculum kan een kandidaat-student een pakket van opleidingsonderdelen krijgen waarvoor hij dient in te schrijven met een creditcontract. In elk geval dient de student steeds de opleidingsonderdelen die slaan op klein ensemble en groot ensemble als bijkomende opleidingsonderdelen op te nemen. §3. Bij de goedkeuring van het creditcontract wordt tevens rekening gehouden met de motivatie en beweegredenen van de kandidaat. Indien wordt vastgesteld dat motivatie en profiel van de kandidaat beter aansluiten bij de master Solist Hedendaagse Muziek, kan de kandidaat geweigerd worden voor een tweede masteropleiding. §4. Volgende instrumenten worden gedefinieerd als behorende tot dezelfde instrumentenfamilie: - Klarinet en basklarinet; - Trombone en bastrombone - Viool en Altviool - Hobo en Althobo
10
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
Artikel 15. Keuze van lesgever door studenten van de opleidingen Muziek Iedere student kiest vrij -indien er een keuzemogelijkheid voorhanden is- zijn/haar lesgever instrument of zang in de afstudeerrichting Uitvoerende Muziek – optie klassiek. Ook de student in de afstudeerrichting Scheppende Muziek - Compositie kiest vrij, indien de keuzemogelijkheid voor handen is- zijn/haar lesgever voor het opleidingsonderdeel compositie. De student dient voor de aanvang van het academiejaar zijn keuze kenbaar te maken aan het studentensecretariaat. Bij laattijdige inschrijvingen dient de keuze van lesgever bij inschrijving meegedeeld te worden. Artikel 16. Ondertekening curriculum §1. Het curriculum van de student moet voor 1 december van het lopende academiejaar ondertekend zijn. Voor inschrijvingen na 1 december of wijzigingen in het curriculum van de student inzake opleidingsonderdelen van het tweede semester moet de student zijn curriculum ondertekenen voor 1 maart. . §2. Het curriculum van de student wordt na inschrijving, herinschrijving of wijziging studieprogramma elektronisch aan de student aangeboden ter ondertekening. Indien de student materiële vergissingen opmerkt in het voorgelegde curriculum neemt de student contact op met de trajectbegeleider. Indien de student zijn curriculum niet ondertekent, wordt de student geacht het voorgelegde curriculum te aanvaarden. Artikel 17. Inschrijving voor keuzevakken §1. Studenten kunnen zich inschrijven voor keuzevakken tot maximaal één week na de start van de onderwijsactiviteiten van de betrokken opleidingsonderdelen. De aanvraag tot inschrijving voor keuzevakken meer dan één week na de start van de onderwijsactiviteiten kan geweigerd worden. §2. Studenten die zich na 1 november uitschrijven voor opleidingsonderdelen van het eerste semester behorende tot een verplicht keuzepakket binnen de opleiding, kunnen zich datzelfde academiejaar niet meer inschrijven voor opleidingsonderdelen van het tweede semester die behoren bij hetzelfde keuzepakket. §3. Uitzonderingen op §1 en §2 van dit artikel kunnen op gemotiveerde wijze aangevraagd worden bij de studietrajectbegeleider van de opleiding. De decaan neemt een beslissing in het dossier. Artikel 18. Aanvraag geïndividualiseerd traject (GIT) §1. Een geïndividualiseerd traject behelst maximum 66 studiepunten behalve voor de bachelor- en masteropleidingen Muziek. In de opleiding Muziek behelst het maximum aantal op te nemen studiepunten 75. Studenten die in hun geïndividualiseerd traject meer dan het maximum vastgelegde aantal studiepunten wensen op te nemen, dienen hiertoe een gemotiveerde aanvraag in te dienen bij de studietrajectbegeleider. De studietrajectbegeleider adviseert, in overleg met de voorzitter van de opleidingscommissie of zijn vervanger, de decaan die een beslissing neemt. §2. Bij de opbouw van de opleidingsprogramma’s werd de volgtijdelijkheid en gelijktijdigheid 11
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
van opleidingsonderdelen bepaald. De volgtijdelijkheid en gelijktijdigheid geeft weer welke opleidingsonderdelen achtereenvolgens én gelijktijdig gevolgd moeten worden. De student moet bij de opbouw van zijn geïndividualiseerd studietraject deze volgtijdelijkheid en gelijktijdigheid respecteren. Studenten die in hun geïndividualiseerd traject willen afwijken van de regels van volgtijdelijkheid en gelijktijdigheid, dienen hiertoe een gemotiveerde aanvraag in te dienen bij de studietrajectbegeleider. De studietrajectbegeleider adviseert, in overleg met de voorzitter van de opleidingscommissie of zijn vervanger, de decaan die een beslissing neemt. §3. Bij programmawijzigingen wordt door de respectievelijke opleidingscommissie de concordantie vastgesteld, qua inhoud en studieomvang, tussen de opleidingsonderdelen uit het ‘oude’ en het ‘nieuwe’ programma. Studenten die met een geïndividualiseerd traject herinschrijven dienen de concordantietabel te respecteren bij het samenstellen van hun geïndividualiseerd studieprogramma.
Artikel 19. Bijkomende regelgeving aanvraag geïndividualiseerd traject (GIT) voor de opleidingen Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Drama, Muziek en de Engelstalige masteropleidingen Visual Arts, Audiovisual Arts en Music Bij het combineren van opleidingsonderdelen bachelor met een inschrijving in de master, worden volgende restricties gevolgd: §1. Studenten die nog één of meerdere hoofdpraktijkopleidingsonderdelen uit de bacheloropleiding dienen af te leggen, kunnen niet inschrijven voor hoofdpraktijkopleidingsonderdelen alsook de scriptie uit de master. §2. Studenten die enkel nog theoretische opleidingsonderdelen uit de bachelor dienen af te leggen, kunnen starten in de master. De school of arts kan wel restricties opleggen ten aanzien van het maximaal op te nemen studiepunten binnen het geïndividualiseerd programma. §3. Voor studenten van wie de studievoortgang in de bachelor niet optimaal was, en die nog opleidingsonderdelen dienen af te leggen waarvoor zij voor een derde keer inschrijven, zal de inschrijving in de master worden geweigerd. §4. Voor studenten die nog voor meer dan 27 studiepunten opleidingsonderdelen moeten afleggen uit de bachelor, zal de inschrijving in de master worden geweigerd. §5. Voor kandidaat-studenten die hun bachelordiploma alsnog dienen te behalen aan een andere onderwijsinstelling, zal de inschrijving in de master worden geweigerd. §6. Uitzonderingen op §1 tot en met §5 van dit artikel kunnen op gemotiveerde wijze aangevraagd worden bij de studietrajectbegeleider van de opleiding. De decaan neemt een beslissing in het dossier. Voor studenten uit de bacheloropleiding drama die opleidingsonderdelen uit het 1e en/of 2e modeldeeltraject willen combineren met opleidingsonderdelen uit het 3e modeldeeltraject geldt: §7. Een aanvraag waarin de opleidingsonderdelen dramaproject I, dramaproject II en/of dramaproject III worden opgenomen, zal slechts goedgekeurd worden indien de student zich binnen de lessenrooster vrij kan maken voor deze opleidingsonderdelen én indien een inschrijving voor één van deze opleidingsonderdelen noodzakelijk is om minstens 27 studiepunten te kunnen opnemen. 12
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
3 Organisatie van de onderwijsactiviteiten Artikel 20. Bijzondere studiegelden In de faculteitsraad worden de bijzondere studiegelden voor de opleidingen ‘bachelor na bachelor in de Landschapsontwikkeling’, ‘master Solist Hedendaagse Muziek’, nascholing ‘GIS’, ‘Postgraduaat TEBEAC: Tentoonstelling en Beheer van Actuele Kunst’ en de regeling rond de terugbetaling van deze bijzondere studiegelden bij uitschrijving of wijziging van het jaarprogramma vastgelegd. De vastgelegde bijzondere studiegelden bedragen voor academiejaar 2012-2013: -
Bachelor na bachelor in de Landschapsontwikkeling: 1000 euro Master na master Solist Hedendaagse Muziek: 1500 euro Nascholing GIS: 300 euro Postgraduaat TEBEAC: Tentoonstelling en Beheer van Actuele Kunst: 1500 euro
Artikel 21. Bijzondere studiekosten voor de opleidingen Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Muziek, Drama, Interieurvormgeving, Landschaps- en Tuinarchitectuur en de Specifieke Lerarenopleiding §1. Alle studenten die zich inschrijven voor de opleidingen Audiovisuele Kunsten, Beeldende Kunsten, Muziek, Drama, Interieurvormgeving, Landschaps- en Tuinarchitectuur en de Specifieke Lerarenopleiding van de school of arts betalen naast het door de Hogeschool Gent vastgestelde studiegeld een bedrag voor bijzondere studiekosten. Deze studiekosten, in de niet-Muziekopleidingen ook wel ateliergeld genoemd, zijn verbonden met specifieke gebruiks- en verbruikskosten voor studenten in de faculteit als geheel en in de diverse afstudeerrichtingen. De faculteitsraad beslist over de besteding van dit geld. Het wordt aangewend voor: -
cursussen en fotokopieën, waaronder ook extra opdrachten en oefeningen, toelichting bij opdrachten, tekstfragmenten, partituren, plannen, examens enz. - de basisgebruiks- en verbruiksmiddelen voor ateliers - afvalverwerking van specifiek ateliergebonden activiteiten - gezamenlijke studiereizen en studie-uitstappen - aankoop, beheer, onderhoud en herstelling van ontlenings- en gebruiksapparatuur, inclusief instrumenten, voor studenten in de lokalen, ateliers of in de diverse uitleendiensten - gezamenlijke kosten bij projecten - uitrusten en beheren van zelfstudie- en repetitielokalen, ook buiten de lesuren en de normale openingsuren Deze bijdrage in de studiekosten bedraagt: • • • • •
€ 25 voor de Specifieke Lerarenopleiding € 150 voor Muziek (alle afstudeerrichtingen behalve instrumentenbouw) € 250 voor Interieurvormgeving, Landschaps- en Tuinarchitectuur, bachelor Vrije Kunsten – Schilderkunst, master Vrije Kunsten en Muziek –instrumentenbouw € 300 voor Drama, Fotografie, Grafisch Ontwerp, Multimediale Vormgeving, bachelor Vrije Kunsten (behalve schilderkunst), Mode, Textielontwerp € 400 voor Film en Animatiefilm
§2. De bijzondere studiekosten worden individueel berekend per student en per 13
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
ingeschreven opleiding op basis van het aantal opgenomen studiepunten (SP) en de verhouding van praktijkgebonden studiepunten tot het totaal volgens onderstaande tabel: opgenomen SP ≥ 45 30 < opgenomen SP < 45
100% opgenomen praktijk-SP ≥ 21 opgenomen praktijk-SP < 21
opgenomen SP ≤ 30
100% opgenomen theorie- SP ≥ 21
100%
opgenomen theorie-SP < 21
50%
opgenomen praktijk-SP ≥ 18 8 ≤ opgenomen praktijk-SP < 18
opgenomen praktijk-SP < 8
50% opgenomen theorie-SP ≥ 12
50%
opgenomen theorie-SP < 12
25%
opgenomen theorie-SP ≥ 12
25%
opgenomen theorie-SP < 12
0
§3. Studenten krijgen na inschrijving een voorlopige aanrekening gebaseerd op de opgenomen studiepunten. Na het definitief vastleggen van de individuele trajecten in de tweede semester, wordt er een definitieve berekening gemaakt, waarna er een terugbetaling of bijkomende betaling mogelijk is. §4. Het betalen van de bijzondere studiekosten is naast het betalen van het studiegeld een noodzakelijke voorwaarde om deel te nemen aan de onderwijsactiviteiten en de examens.
Artikel 22. Terugbetaling van de bijzondere studiekosten §1. Studenten die zich uitschrijven voor de opleiding vóór de start van het academiejaar krijgen het volledige bedrag terug. §2. Studenten die zich uitschrijven voor de opleiding vóór 1 november betalen een vierde voor deelname in de kosten. §3. Studenten die zich uitschrijven voor de opleiding tussen 1 november en 31 december betalen de helft voor deelname in de kosten. §4. Studenten die zich uitschrijven voor de opleiding na 31 december kunnen niet meer genieten van een terugbetaling. §5. Studenten die met een Eramusbeurs een periode in het buitenland studeren kunnen niet 14
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
genieten van bijzondere terugbetaling buiten de hierboven beschreven regeling. Artikel 23. Ontlening van materiaal en instrumenten door studenten §1. Een student kan materiaal of instrumenten ontlenen i.h.k.v. de opleiding aan de school of arts of voor pedagogische, onderzoeksgerelateerde of artistiek-culturele activiteiten ondersteund of geïnitieerd door de school of arts. §2. De faculteitsraad legt de bepalingen rond het ontlenen vast in een ontleningsreglement, dat integraal online gepubliceerd wordt en in elke uitleendienst beschikbaar is. §3. Meer in het bijzonder zijn volgende krachtlijnen van toepassing: − De betrokken vakgroep kan extra uitleenvoorwaarden bepalen, zoals het akkoord van de betrokken titularis, ingeschreven zijn in een bepaalde opleiding en/of afstudeerrichting, het verplicht gevolgd hebben van een specifieke opleiding over het gebruik enz. − Voor instrumenten en een selecte lijst materiaal dient er een kleine huurprijs betaald te worden. − Een student die materiaal of een instrument ontleent, moet de werking en het gebruik ervan voldoende kennen, het beheren tijdens de ontlening volgens de principes van de goede huisvader en het niet ter beschikking stellen van derden. − Tijdens de ontlening is de student verantwoordelijk voor het materiaal of het instrument en zal moeten instaan voor een schadevergoeding bij schade of diefstal. De waarde wordt bepaald op basis van een gepaste herstelling of vernieuwing. Indien het voorwerp verzekerd is binnen de Hogent-verzekeringspolis, dan staat de student in voor het vrijstellingsbedrag. − Een student die het ontleningsreglement niet respecteert, zal uitgesloten worden van ontlening.
Artikel 24. Aanwezigheid tijdens onderwijsactiviteiten met permanente evaluatie en/of niet-periode gebonden evaluaties. §1. Bij opleidingsonderdelen die vallen onder het systeem van de permanente evaluatie of niet-periode gebonden evaluatie, is de aanwezigheid van studenten verplicht. De student zorgt ervoor dat hij voldoet aan het verwachtingspatroon van actieve deelname aan het onderwijsgebeuren. Iedere student draagt de verantwoordelijkheid om op regelmatige basis contact te onderhouden met zijn titularissen en hen op de hoogte te houden van zijn werkzaamheden. Regelmatig werk ter bespreking voorleggen is hierbij noodzakelijk. §2. Werkstukken die ter bespreking of ter beoordeling worden voorgelegd zijn altijd het resultaat van een onderwijsproces dat in samenspraak of in overleg met de lesgevers is gevoerd. §3. Aanwezigheid kan worden vastgesteld door de handtekening van de student in de aanwezigheidslijst. De door de studenten getekende aanwezigheidslijsten worden door betrokken docenten bewaard tot drie maand na sluiting van de derde examenperiode (= tweede zittijd) van het lopende academiejaar. §4. Naast de regeling van niet-periode gebonden evaluaties, zoals beschreven in het onderwijs-en examenreglement artikel 45, kan een ongewettigde afwezigheid van meer 15
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
dan 25% aanleiding geven tot de quotatie ‘afwezig’ voor het volledige opleidingsonderdeel.
Artikel 25. Algemene bepaling voor het indienen van werkstukken en opdrachten. Werkstukken en opdrachten in het kader van de studie- en onderwijsactiviteiten, beoordelingen en examens moeten steeds op de vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd. In geval de student wettig verhinderd is aanwezig te zijn, zorgt hij ervoor dat het werk door iemand anders wordt binnengebracht. Indien een opdracht of artistiek werk door geval van overmacht niet tijdig klaar geraakt, wordt het werk op dag van de beoordeling voorgelegd of gepresenteerd in de staat waarin het zich bevindt. Artikel 26. Algemene regelingen m.b.t. beschikbaarheid voor producties van de opleiding Muziek Volgende regeling is geldig voor elke student van de opleiding Muziek ongeacht of de vernoemde opleidingsdelen tot hun curriculum behoren: §1. Tijdens het academiejaar, maar ook tijdens de vakantieperiodes en de introductieweek worden de studenten geacht zich ter beschikking te houden van de school of arts voor eventuele deelname aan de voorbereiding en uitvoering van concerten of grote producties, zoals: ‘Kleine ensembles-‘, ‘Grote ensembles-‘, ‘Improvisatie-‘, en ‘koorproducties’. Deze producties worden steeds tijdig en in overleg met de studenten gecommuniceerd. §2. De studenten kunnen ook opgeroepen worden voor de activiteiten die de school of arts inricht tijdens het academiejaar en die de uitstraling van Hogeschool Gent en de school of arts ten goede komen. Eventuele afwezigheden wegens ziekte of heerkracht voor deze manifestaties moeten gestaafd worden door een attest. Deze activiteiten worden steeds tijdig en in overleg met de studenten gecommuniceerd. §3. Studenten die participeren aan de orkestbegeleiding van de operaproducties kunnen hiervoor, indien ingeschreven, gequoteerd worden binnen de opleidingsonderdelen ‘Grote ensembles’ of ‘begeleidingspraktijk’ / ‘begeleiden’ (voor pianisten). Indien deze prestaties boventallig zijn, geschiedt de verrekening van de quotatie conform artikel 42. Artikel 27. Opleidingsonderdelen uitgesloten van studentenuitwisseling Bepaalde opleidingsonderdelen kunnen in het kader van studentenuitwisseling niet gevolgd worden in een andere onderwijsinstelling. Omwille van de finaliteit van het opleidingsonderdeel is de student steeds ingeschreven voor het opleidingsonderdeel in de eigen onderwijsinstelling. Dit is het geval voor volgende opleidingsonderdelen: Masterproef, Scriptie en Bachelorproef. Artikel 28. Aanwezigheid op projectweek / projecten De aanwezigheid van studenten is verplicht tijdens projectmatige activiteiten o.a. tijdens de ‘projectweken’. Artikel 29. Aanwezigheid op infomomenten en onthaalweek 16
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
De studenten zijn geacht om aanwezig te zijn op de onthaalactiviteiten en op andere momenten waarbij belangrijke informatie wordt verstrekt (deze momenten worden via de elektronische leeromgeving bekendgemaakt). Artikel 30. Begrips- en functieomschrijving en organisatie m.b.t. de master in de opleidingen Beeldende Kunsten en Audiovisuele Kunsten §1. Voorstel tot masterproject: een tekst van minimaal 1, maximaal 2 pagina’s getypt. De tekst bevat: werktitel een concrete omschrijving van het uit te voeren project een persoonlijke motivering vanuit de eigen historiek als student eventueel bijlagen: script van een film, plannen, schetsen,…enz. §2. Masterproject/masterproef: het artistiek project waaraan de student zich wijdt gedurende de periode dat hij het masterdiploma wenst te behalen. §3. Mentor: een persoonlijke begeleider van de masterproef van een bepaalde student. Elke student heeft minstens één mentor uit de praktijk en één uit de theorie. De ateliermentor wordt in de regel gekozen uit de docenten van de hoofdateliers van de afstudeerrichting. Afwijkingen hierop kunnen enkel bij goedkeuring door de mastercoördinator. Een lid van het onderwijzend personeel komt in aanmerking als mentor theorie wanneer hij/zij is aangesteld in een ambt van assistent, praktijkassistent, docent, hoofddocent, of als gastprofessor en het grootste gedeelte van de opdracht bestaat uit niet artistiekgebonden onderdelen. Een lid van het onderwijzend personeel komt in aanmerking als mentor praktijk wanneer hij/zij is aangesteld in een artistiek ambt (artistiek assistent, artistiek praktijkassistent, artistiek docent, artistiek hoofddocent) of als gastprofessor en het grootste gedeelte van de opdracht bestaat uit artistiek-gebonden onderdelen. De ateliermentor is titularis van het opleidingsonderdeel ‘Masterproef’ van de betrokken student. De theoriementor is titularis van het opleidingsonderdeel “Scriptie” van de betrokken student. Ze begeleiden samen de masterproef én scriptie van de betrokken student en zijn bijgevolg respectievelijk co-titularis. Studenten kunnen desgevallend een derde mentor aanvragen (eventueel externe mentor). Deze is niet verplicht. Externe mentor: een persoonlijke begeleider van de masterproef van een bepaalde student, die geen personeelslid is van de school of arts. Een externe mentor dient goedgekeurd te worden door de interne mentoren. Bij de eindbeoordeling behoort de externe mentor tot de groep van externe juryleden. §4. Scriptie: een tekst die het resultaat is van een autonoom discursief en artistiek onderzoek gevoerd door de student. In de scriptie wordt een vraagstelling behandeld die in mindere of meerdere mate los staat van de masterproef. §5. Mastercoördinator: per afstudeerrichting wordt er één coördinator aangeduid. Hij volgt in overleg met de trajectbegeleiding eventuele dossierproblemen op van de masterkandidaten. Tijdens de opleiding regelt hij eventuele infrastructurele kwesties, structureert een periodiek overleg tussen de mentoren en organiseert de samenstelling van de externe jury en het toonmoment van de eindbeoordeling. Hij is tevens voorzitter van de jury, tenzij er iemand anders wordt aangeduid. Artikel 31. Begrips- en functieomschrijving en organisatie m.b.t. de master in de opleiding Muziek Definities 17
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
1° Masterproef: is het opleidingsonderdeel dat het sluitstuk vormt tot het behalen van een master. Per opleiding, afstudeerrichting en per specialisatie varieert de masterproef op formeel en inhoudelijk vlak. Voor de opleidingen muziek bestaat de masterproef uit verschillende onderdelen. Doelstellingen en inhouden staan beschreven in de studiefiche van het opleidingsonderdeel. 2° Mentor: is de titularis of een ander lid van het onderwijzend personeel, die de student inhoudelijk en vormelijk begeleidt bij de realisatie van het betreffende opleidingsonderdeel. De mentor maakt deel uit van de examencommissie. De student kan in samenspraak met de ombudsman/-vrouw de aangeduide promotor vóór 1 december wraken. 3° Jury: is een college van deskundigen van binnen en/of buiten de school of arts dat de promotor adviseert bij de beoordeling van een student. Deze personen maken geen deel uit van de examencommissie. De decaan is ambsthalve voorzitter van de jury en kan zich laten vervangen. De promotor en de co-promotor maken eveneens deel uit van de jury.
II. Examenregeling Artikel 32. Aanvraag Individuele Onderwijs- en examenmaatregelen §1. Om verzekerd te zijn van een tijdige goedkeuring van het dossier alsook van een correcte uitvoering van de verkregen examenmaatregelen dienen examenmaatregelen ten laatste 6 weken voor de start van de examenperiode aangevraagd worden. Verkregen examenmaatregelen blijven het volledige academiejaar geldig. §2. Naargelang de aard van de aanvraag en attestering kunnen afwijkingen op §1 va n dit artikel toegestaan worden.
Artikel 33. Aanwezigheid op de examens De studenten dienen bij ieder examen hun identiteitskaart of studentenkaart te kunnen voorleggen en de aanwezigheidslijst te tekenen als bewijs dat zij aan het examen deelgenomen hebben. Artikel 34. Inhaalexamens §1. In toepassing van artikel 45 van de onderwijs- en examenregeling van HoGent kunnen op basis van ernstige redenen of in geval van overmacht inhaalexamens georganiseerd worden. Daartoe kan een formulier ‘Wijziging van examenschikking’ opgevraagd worden op het examensecretariaat. Het formulier “Wijziging van examenschikking” is eveneens elektronisch beschikbaar. §2. De student dient het formulier ‘Wijziging van examenschikking’ in te vullen en het volledig ingevulde formulier in te dienen op het examensecretariaat. De voorzitter van de examencommissie keurt desgevallend de voorgestelde regeling goed of zal de reden van weigering meedelen. §3. Een aanvraag voor een “Wijziging van examenschikking” kan enkel goedgekeurd worden indien de student voor aanvang van de examens/evaluaties het examensecretariaat op de hoogte brengt van zijn afwezigheid alsook indien de student de nodige bewijsstukken/attesteringen binnen de 24 uren na de datum van het geplande 18
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
examen/evaluatie samen met het ingevuld formulier “Wijziging van examenschikking” overmaakt aan het studentensecretariaat. §4. Een aanvraag voor een ‘Wijziging van examenschikking’ impliceert niet automatisch dat er een inhaalexamen kan georganiseerd worden. Artikel 35. Toekennen van het eindcijfer bij samengestelde opleidingsonderdelen die bestaan uit meerdere deelopleidingsonderdelen §1. Indien de student op alle afzonderlijke deelopleidingsonderdelen minstens de helft van de punten behaalt, wordt het eindcijfer het mathematisch gemiddelde, rekening houdende met de gewichten van de deelopleidingsonderdelen. §2. Indien de student niet op alle afzonderlijke deelopleidingsonderdelen minstens de helft behaalt en indien het mathematisch gemiddelde, rekening houdende met de gewichten van de deelopleidingsonderdelen,na afronding minder is dan 10/20 wordt het eindcijfer als volgt bepaald: 1° Het eindcijfer wordt het mathematisch gemiddelde indien het mathematisch gemiddelde kleiner is dan 9/20. 2° Het eindcijfer wordt vastgelegd op 8/20 indien het mathematisch gemiddelde 9/20 is. §3. Indien de student niet op alle afzonderlijke deelopleidingsonderdelen minstens de helft behaalt en indien het mathematisch gemiddelde, rekening houdende met de gewichten van de deelopleidingsonderdelen, na afronding groter of gelijk is aan 10/20 wordt de som van de absolute tekorten over de deelopleidingsonderdelen mee in rekening gebracht: 1° Indien de som van de absolute tekorten niet groter is dan 1, wordt het eindcijfer bepaald door het mathematisch gemiddelde, rekening houdende met de gewichten van de deelopleidingsonderdelen. 2° Indien de som van de absolute tekorten groter is dan 1, wordt het eindcijfer van het opleidingsonderdeel vastgelegd op 8/20.
Artikel 36. Evaluaties van praktijkgebonden opleidingsonderdelen met permanente evaluaties en/of jury’s. §1. De evaluaties van dergelijke opleidingsonderdelen vallen uitsluitend in de 1ste examenzittijd tenzij de studiefiche anders vermeldt. §2. De faculteitsraad kan op advies van de examencommissie om zeer uitzonderlijke redenen voor een student toestaan dat er voor dergelijke opleidingsonderdelen een evaluatie in de 2de examenzittijd wordt ingericht.
Artikel 37. Samenstelling examenjury’s en algemene bepalingen voor een jurybeoordeling. §1. De samenstelling van de examenjury’s, de organisatie en coördinatie van de jureringen gebeurt onder verantwoordelijkheid en goedkeuring van de decaan. §2. Jureringen kunnen slechts plaatsvinden buiten de gebouwen van de school of arts mits goedkeuring van de decaan. §3. Een examenjury bestaat uit een voorzitter, de titularis en leden van het onderwijzend 19
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
personeel die al dan niet co-titularis zijn. (De co-titularissen zijn de andere leden van het onderwijzend personeel die mede betrokken zijn bij de studie- en onderwijsactiviteiten van het opleidingsonderdeel.) Deze toegevoegde leden van het onderwijzend personeel vormen de groep van ‘interne juryleden’. Een examenjury kan aangevuld worden met één of meerdere ‘externe juryleden’, zoals dit zeker het geval is voor de jurering van de afstudeer- of eindprojecten in de afstudeerjaren van de professionele bachelors en academische masters.. §4. De samenstelling van een examenjury in een examenperiode wordt via de elektronische leeromgeving bekendgemaakt uiterlijk 2 weken vóór de aanvang van de desbetreffende jurering. §5. De voorzitter bakent voor iedere student een moment af waarbij de student de gelegenheid krijgt om zijn werk te presenteren, uit te voeren, toe te lichten en/of te verdedigen. Hij zorgt ervoor dat dit moment correct en sereen verloopt, waarbij alleen de betrokken juryleden aan de beoordeling deelnemen. §6. Het moment van de uitvoering/presentatie/verdediging/toelichting is openbaar. Het publiek mag tijdens dit moment niet tussenbeide komen en mag de beoordeling niet beïnvloeden. §7. Bij de beoordeling van werkstukken door een examenjury is het niet altijd noodzakelijk dat de studenten aanwezig zijn op het moment van de jurering. In voorkomend geval worden de studenten hiervan op de hoogte gebracht. Aangezien de examens openbaar zijn, kan een student altijd op voorhand vragen om toch aanwezig te zijn en eventueel zijn werk te verdedigen tegenover de examenjury. §8. De examenjury trekt zich na de uitvoering/presentatie/verdediging/toelichting terug om te beraadslagen. Deze beraadslaging is niet openbaar.
Artikel 38. Specifieke regelgeving i.v.m. de quotering van de opleidingsonderdelen ‘Masterproef II’ in de master Audiovisuele Kunsten en Beeldende Kunsten alsook in de opleiding drama §1. De mastercoördinator is de voorzitter van de jury, tenzij er iemand anders wordt aangeduid. De jury omvat zowel interne als externe juryleden. De interne juryleden zijn de beide mentoren van de student. §2. Het accent van de beoordeling van Masterproef II ligt bij de productevaluatie. §3. De externe juryleden beoordeelt Masterproef II en kent adviserend een cijfer toe. §4. Tijdens de beraadslaging wordt het cijfer van de externe jury besproken met de interne jury en wordt het eindcijfer in consensus vastgelegd. §5. Indien er geen consensus wordt bereikt, wordt het cijfer van de externe jury voor 4/5 en het cijfer van de interne jury voor 1/5 verrekend.
Artikel 39. Specifieke regelgeving voor het toekennen van de punten voor het opleidingsonderdeel ‘Bachelorproef’ van de 3de bachelor Interieurvormgeving 20
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
§1. De quotering van het eindwerk ‘Bachelorproef’ is het resultaat van de procesevaluatie en de productevaluatie en telt respectievelijk voor 1/3 en 2/3 van de punten. §2. Voor de samenstelling van de examenjury onderscheiden we per student: de ‘interne jury’: de verantwoordelijke titularis + de toegevoegde interne juryleden en de ‘externe jury’: de groep van externe juryleden §3. De ‘interne jury’ kent de punten toe voor de ‘procesevaluatie’ en de ‘externe jury’ kent de punten toe voor de ‘productevaluatie’. §4. Bij aanvang van de beraadslaging kan het gemiddelde van de individuele cijfers van de leden gehanteerd worden als uitgangscijfer voor de gesprekken en het bepalen van de consensuscijfers. §5. Tijdens die beraadslaging moeten de juryleden de gelegenheid krijgen om hun opmerkingen te formuleren. Het is de bedoeling dat de groep van interne juryleden en de groep van externe juryleden elk een consensus bereiken over hun cijfer op 20. §6. De titularis noteert de definitieve punten in de twee kolommen van de lijst. Wanneer alle punten op de lijst staan genoteerd, ondertekenen alle juryleden deze definitieve puntenlijst.
Artikel 40. Toelichting evaluatie van het opleidingsonderdeel ’Hoofddiscipline’ instrument/zang van de opleiding Muziek- afstudeerrichting Uitvoerende Muziek Definities: - Uitgesteld examen: het afleggen van het examen in een andere dan de voorziene examenperiode in geval van ernstige redenen of in geval van overmacht. - Examenrecital (= performance): is een openbaar examen dat door de opleiding georganiseerd wordt binnen de examenperiode en dat beoordeeld wordt door een jury die bestaat uit een voorzitter, de docent en een extern jurylid. - Partieel examenrecital: is een examenrecital dat door de opleiding georganiseerd wordt binnen de examenperiode en dat gejureerd wordt door een voorzitter, de docent en een intern jurylid. De beoordeling wordt verrekend met het examenrecital van de tweede examenperiode. Voor inkomende Erasmusstudenten geldt het partieel examen als volwaardige evaluatie. - Klasauditie: is een toonmoment dat door de docent georganiseerd wordt buiten de examenperiode en waarover de docenten zelf feedback geven. Voor inkomende Erasmus-studenten geldt de klasauditie als volwaardige evaluatie. - Examenrepertoire: betreft composities die tijdens een examen vertolkt werden en die niet naar een volgend examen opnieuw kunnen gespeeld worden. - Studierepertoire: betreft alle composities die de student instudeert en waaruit het examenrepertoire samengesteld wordt.
Artikel 41. Examenrecitals op verwante instrumenten van de opleiding Muziek §1. In de opleiding muziek, afstudeerrichting Uitvoerende Muziek worden examenrecitals ingericht voor de instrumentale disciplines zoals vermeld in de onderstaande kolom links. Een gedeelte van de examenrecitals kan op verwante instrumenten afgelegd worden zoals beschreven in de kolom rechts; hiertoe vraagt de student schriftelijk de toestemming aan de decaan. De decaan beslist in overleg met de voorzitter van de 21
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
opleidingscommissie. §2. De decaan kan in uitzonderlijke gevallen en in samenspraak met de voorzitter van de opleidingscommissie een hoofddiscipline toevoegen aan de eerste kolom voor een individuele student; dit op voorwaarde dat er voldoende artistiek hoogstaand repertoire voor dit instrument bestaat.
Instrumentale hoofddiscipline
Een deel van het examen mag afgelegd worden op:
Fluit
Alle types en historisch verwante instrumenten
Blokfluit
alle types
Hobo
historisch verwante instrumenten
Althobo
historisch verwante instrumenten
Klarinet
historisch verwante instrumenten
Basklarinet
historisch verwante instrumenten
Fagot
historisch verwante instrumenten
Hoorn
historisch verwante instrumenten
Trompet
historisch verwante instrumenten
Trombone
historisch verwante instrumenten
Bastrombone
historisch verwante instrumenten
Tuba
alle types / historisch verwante instrumenten
Saxofoon
alle types
Slagwerk
andere slagwerkinstrumenten
Drums
andere slagwerkinstrumenten
Gitaar
historisch verwante instrumenten
Basgitaar
contrabas
Luit
historisch verwante instrumenten
Harp
historisch verwante instrumenten
Piano
andere aanslaggevoelige klavierinstrumenten
Orgel
andere klavierinstrumenten 22
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
Klavecimbel
andere klavierinstrumenten
Accordeon
bandoneon
Viool
historisch verwante instrumenten
Altviool
historisch verwante instrumenten
Cello
historisch verwante instrumenten
Contrabas
historisch verwante instrumenten / basgitaar
Artikel 42. Incentives voor organisatie en/of medewerking aan niet opgelegde producties van de opleiding Muziek Een muziekproject dat niet studietrajectgebonden is en dat door de student zelf georganiseerd wordt of waaraan de student meewerkt kan onder de hieronder beschreven voorwaarden gehonoreerd worden met incentives. §1. Criteria voor het in aanmerking komen voor toekenning van incentives aan een project: 1° De student die zelf het initiatief neemt voor een muziekproject, verschaft de decaan een projectdossier met alle nuttige gegevens: artistieke doelstellingen, beschrijving van het verwachte verloop, duur, eventuele benodigdheden op infrastructureel gebied, aantal deelnemers (eventueel van andere faculteiten van Hogeschool Gent), naam van de docent die de productie begeleidt. 2° Na afloop van het project wordt van alle deelnemers een beknopt verslag verwacht, waarin het totale project alsook de eigen deelname beschreven en geëvalueerd wordt. §2. Criteria voor de evaluatie van het gerealiseerde project: Artistieke originaliteit van het project: 1° betekent deelname aan het project een aftasten van voor de deelnemers van onbekende terreinen? 2° is er sprake van kruisbestuiving en genrevermenging? 3° overschrijdt het project de grenzen van de eigen specialiteit, opleiding of van de school of arts? 4° wordt er gestreefd naar een kwaliteitsvol product? 5° hoeveel deelnemers worden erbij betrokken? 6° is er sprake van een uitvoering in concertvorm? Tot welk publiek richt het project zich? 7° kan het project bijdragen tot een grotere uitstraling van Hogeschool Gent en/of van de opleiding? §3. Berekening van de incentives en referentieopleidingsonderdelen 1° de incentives worden als volgt berekend: S/n +Q waarbij ‘S’ de som is van alle behaalde quotaties in de loop van het academiejaar en ‘n’ het aantal producties waaraan de student deelnam. Het referentieopleidingsonderdeel telt in de berekening als de eerste productie. Q= n - 1 De punten voor de permanente evaluatie van dit opleidingsonderdeel worden in de berekening opgenomen als de eerste productie. 2° de incentives worden toegekend aan volgende referentieopleidingsonderdelen: - het referentieopleidingsonderdeel voor de orkestinstrumenten is het opleidingsonderdeel ‘Grote ensembles’ - het referentieopleidingsonderdeel voor de zangstudenten is het 23
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
opleidingsonderdeel Muziektheatrale vorming & projecten of Close harmony choir - het referentieopleidingsonderdeel voor de toetsinstrumenten en tokkelinstrumenten is Begeleidingspraktijk of Harmonie lab- begeleiden zang (jazz) - het referentieopleidingsonderdeel voor de specialisatie muziekproductie is het opleidingsonderdeel ‘Opname en klankrealisatie’. - het referentieonderdeel voor compositie is ‘Compositie’ - het referentieopleidingsonderdeel voor muziektheorie is ‘Portfolio muziektheorie’ §4. Voorwaarde tot toekenning van incentives en procedure afhandeling 1° de incentives kunnen slechts toegekend worden op voorwaarde dat de student(e) voor het referentieopleidingsonderdeel ten minste 10/20 behaalde. 2° de docent die de productie begeleidt is verantwoordelijk voor het schriftelijk en gemotiveerd overmaken van de quotaties aan de decaan; dit ten laatste in de week voorafgaand aan de betreffende examenperiode. §5. Voor de opleidingsonderdelen ‘grote ensembles’, ‘kleine ensembles’, ‘koor’ en ‘begeleidingspraktijk / begeleiden’ wordt rekening gehouden met de producties waaraan de student heeft deelgenomen. Aanvullend op de quotering voor deze respectievelijke opleidingsonderdelen wordt er à rato van het aantal producties waaraan de student deelnam, een progressief stijgende quotering toegekend. Als producties komen in aanmerking: de orkestproducties ingericht door de opleiding en alle producties die vooraf als dusdanig door de decaan erkend zijn. Artikel 43. Reglementering opleidingsonderdelen Stage en Kunst in het werkveld. Stagereglement: alle specifieke modaliteiten betreffende de opleidingsonderdelen stage en kunst in het werkveld worden vastgelegd in het ‘stagereglement’.
24
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
Bijlage Volgtijdelijkheidstabellen
Inhoud Bachelor en Master Muziek. ..................................................................................................................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Master na Master: Master Solist Hedendaagse Muziek ........................................................................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Specifieke Lerarenopleiding Muziek ......................................................................................................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Keuzevakken opleiding muziek ....................................................................................................................................................................................................... vii Bachelor in de landschaps- en tuinarchitectuur ............................................................................................................................................................................ viii Bachelor Interieurvormgeving ......................................................................................................................................................................................................... ix Bachelor en Master Drama ............................................................................................................................................................................................................... x Bachelor en Master Audiovisuele Kunsten - Film ............................................................................................................................................................................ xi Bachelor en Master Audiovisuele Kunsten - Animatiefilm ...................................................................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.i Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Vrije Kunsten - Schilderkunst....................................................................................................................................xiiiiii Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Vrije Kunsten - Tekenkunst....................................................................................................................................... xivv Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Vrije Kunsten - Beeldhouwkunst ................................................................................................................................. xv Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Vrije Kunsten – Installatie ........................................................................................................................................... xvi Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Vrije Kunsten – Mediakunst ................................................................................................................................... xviivii Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Grafisch Ontwerp – Nieuwe media ...................................................................................................................... xviiiviii Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Grafisch Ontwerp - Illustratie .................................................................................................................................... xixx Bachelor en Master Beeldende Kunsten - Grafisch Ontwerp – Grafiek .......................................................................................................................................... xx Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Grafisch Ontwerp – Grafische Vormgeving ................................................................................................................ xxi Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Fotografie ..................................................................................................................................................................xxiii Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Mode ...................................................................................................................................................................... xxiiiiii Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Textielontwerp ........................................................................................................................................................ xxivv Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Multimediale Vormgeving ........................................................................................................................................ xxxv
i
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL Bachelor en Master Muziek 2013-2014 Bachelor 1
Bachelor 2
Bachelor 3
Klassieke muziek: Instrument 1 Zang 1 Begeleidingspraktijk 1
Klassieke muziek: Instrument 2 Zang 2 Begeleidingspraktijk 2
Klassieke muziek: Instrument 3 Zang 3 Begeleidingspraktijk 3
Muziektheatrale vorming 1
Muziektheatrale vorming 2
Projecten zang – klassiek 1 Orkest 1
Master 1
Master 2
Muziektheatrale vorming 3
Klassieke muziek: Instrument 4 Zang 4 Begeleidingspraktijk 4 Begeleiden 1 (piano) Muziektheatrale vorming 4
Masterproef, partim recital: Instrument Zang Begeleidingspraktijk 5 Begeleiden 2 (piano) Muziektheatrale vorming 5
Projecten zang – klassiek 2
Projecten zang – klassiek 3
Projecten zang – klassiek 4
Projecten zang – klassiek 5
Orkest 2
Orkest 3
Orkest 4 & auditiepraktijk 1
Orkest 5 & auditiepraktijk 2
Orkest 4 & Klavier lab 1
Orkest 5 & Klavier lab 2
Kamermuziek 1
Kamermuziek 2
Kamermuziek 3
Kamermuziek 4 (& coachen kamermuziek)
Kamermuziek 5
Solfège, gehoorv., alg muzleer 1
Solfège, gehoorv., alg muzl. 2
Koor 1
Koor 2 Inleiding improvisatie 1 Harmonie 2 Contrapunt 2
Improvisatie 1 Improvisatie 2
Improvisatie 3 (keuze) Improvisatie 4 (keuze)
Harmonie 1 Contrapunt 1
Onderzoeksmethodiek
Inleiding improvisatie 2 (keuzevak) Harmonie 3 Contrapunt 3
Onderzoekseminarie & Paper Studie van het repertoire 1
Studie van het repertoire 2
Jazz/Pop: Instrument 1 Zang 1 Genre combo 1 Bigband/Special combo 1 Dansante expressie Songwriting 1
Jazz/Pop: Instrument 2 Zang 2 Genre combo 2
Jazz/Pop: Instrument 3 Zang 3 Genre combo 3
Jazz/Pop: Instrument 4 Zang 4 Genre combo 4
Masterproef, partim performance: Instrument Zang Genre combo 5
Songwriting 2
Songwriting 3
Songwriting 4 Creative Lab 1
Songwriting 5 Creative Lab 2
Arrangement 1
Arrangement 2
Arrangement 3
Arrangement en compositie 4
Arrangement en compositie 5
Jazz/Pop Combo 3
Jazz/Pop Combo 4
Jazz/Pop Combo 5
Zwart: verplichte volgtijdelijkheid Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid Jazz/Pop Combo 1
Jazz/Pop Combo 2
ii
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
Ear Training 1
Ear Training 2
Harmonie 1
Harmonie 2
Onderzoeksmethodiek Producing 1 & Soundlab 1: Software Songwriting for producers 1 Bandpracticum 1& ritmesectie drum&bas Akoestiek 1 Arrangement 1 Harmonie 1 Ear Training 1 Close harmony 1 Onderzoeksmethodiek Compositie 1
Klavierpraktijk 1 Toegepaste harmonie 1 Solfège, gehoorv., alg muzleer 1
Producing 2 & Soundlab 2: Programming Songwriting for producers 2 Bandpracticum 2 & ritmesectie gitaar Akoestiek 2 Arrangement 2 Harmonie 2 Ear Training 2 Close harmony 2 Compositie 2 Instrumentatie en orkestratie 1 Klankrealisatie compositie 1 & klankonderzoek 1 Klavierpraktijk 2 Toegepaste harmonie 2 Solfège, gehoorv., alg muzl. 2 Koor 2 Akoestiek 2 Harmonie 2 Contrapunt 2
Harmonie uitdieping 1 Contrapunt uitdieping 1 Portfolio muziektheorie 1 Inleiding compositie 1
Harmonie uitdieping 2 Contrapunt uitdieping 2 Portfolio muziektheorie 2 Inleiding compositie 2 Instrumentatie en orkestratie 1 Koordirectie 1 Stemvorming 2 Klavier 2 Begeleidingspraktijk 2 Solfège, gehoorv., alg muzleer 2 Koor 2
Practicum Instrumentenbouw 1
Reharmonisatie 1
Reharmonisatie 2
Producing 3 & Soundlab 3: Synthesis Songwriting for producers 3 Bandpracracticum 3
Producing 4 Songwriting for producers 4 Bandpracticum 4
Masterproef partim portfolio en performance Songwriting for producers 5 Bandpracticum 5
Creative Lab 1
Creative Lab 2
Arrangement 3 Harmonie 3
Arrangement en compositie 4 Reharmonisatie 1
Arrangement en compositie 5 Reharmonisatie 2
Compositie 4
Masterproef partim Compositie
Klankrealisatie compositie 3
Klankrealisatie compositie 4
Klavierpraktijk 4 Toegepaste harmonie 4
Klavierpraktijk 5 Toegepaste harmonie 5
Onderzoekseminarie & Paper
Koor 1 Akoestiek 1 Harmonie 1 Contrapunt 1 Onderzoeksmethodiek
Stemvorming 1 Klavier 1 Begeleidingspraktijk 1 Solfège, gehoorv., alg muzleer 1 Koor 1 Onderzoeksmethodiek
Harmonie 3 Onderzoekseminarie & Paper
Compositie 3 Instrumentatie en orkestratie 2 Klankrealisatie compositie 2 & klankonderzoek 2 Klavierpraktijk 3 Toegepaste harmonie 3
Harmonie 3 Contrapunt 3 Onderzoekseminarie & Paper
Harmonie uitdieping 3 Contrapunt uitdieping 3 Portfolio muziektheorie 3 Inleiding compositie 3 Instrumentatie en orkestratie 2 Koordirectie 2 Stemvorming 3 Klavier 3 Begeleidingspraktijk 3
Coachen musiceren (Edu) 1
Coachen musiceren (Edu) 2
Harmonie uitdieping 4 Contrapunt uitdieping 4 Portfolio muziektheorie 4
Masterproef partim fuga Portfolio muziektheorie 5
Koordirectie 3
Koordirectie 4
Klavier 4 Begeleidingspraktijk 4
Klavier 5 Begeleidingspraktijk 5
Practicum Instrumentenbouw 4
Masterproef partim instrumentenbouwkunde
Onderzoekseminarie & Paper Practicum Instrumentenbouw 2
Practicum Instrumentenbouw 3
iii
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
Portfolio instrumentenbouwkunde 1 Natuurwetensch. Onderst. 1 Materialenleer 1 Practicum instrument en muziektheorie 1 Practicum instrument 1 Akoestiek 1 Onderzoeksmethodiek
Portfolio instrumentenbouwkunde 2 Natuurwetensch. Onderst. 2 Materialenleer 2 Practicum instrument en muziektheorie 2 Practicum instrument 2 Akoestiek 2
Portfolio instrumentenbouwkunde 3
Portfolio instrumentenbouwkunde 4 Natuurwetensch. Onderst. 3
Practicum instrument 3
Practicum instrument 4
Practicum instrument 5
Practicum instrument 3
Practicum instrument 4
Practicum instrument 5
Instrumentenbouwkunde XX eeuw 4 (keuze) Instrumentenbouwkunde XX eeuw 5 (keuze) Stage instrumentenbouw 2 Stemmen 2 Organologisch onderzoek 1 Inleiding conservatie, restauratie en renovatie 1
Organologisch onderzoek 2 Inleiding conservatie, restauratie en renovatie 2
Onderzoekseminarie & Paper Organologie XX eeuw Practicum experimentele instrumentenbouw
Instrumentenbouwkunde XX eeuw 3 (keuze)
Stage instrumentenbouw 1 Stemmen 1 Inleiding tot de organologie
iv
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Master na Master Solist Hedendaagse Muziek 2013-2014 Module Actuele muziek Master na Master 1
Master na Master 2
Praktijk actuele muziek Live electronics actuele muziek 1 Analysemodellen actuele muziek 1 Onderzoeksseminarie actuele muziek 1
Masterproef Actuele muziek Live electronics actuele muziek 2 Analysemodellen actuele muziek 2 Onderzoeksseminarie actuele muziek 2
Module Hedendaagse uitvoeringspraktijk Master na Master 1
Master na Master 2
Hedendaagse uitvoeringspraktijk Ensembles hedendaagse uitvoeringspraktijk 1 Analysemodellen hedendaagse uitvoeringspraktijk 1 Onderzoeksseminarie hedendaagse uitvoeringspraktijk 1
Masterproef Hedendaagse uitvoeringspraktijk Ensembles hedendaagse uitvoeringspraktijk 2 Analysemodellen hedendaagse uitvoeringspraktijk 2 Onderzoeksseminarie hedendaagse uitvoeringspraktijk 2
Zwart: verplichte volgtijdelijkheid Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid
v
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Specifieke Lerarenopleiding Muziek 2013-2014 Theorie
Praktijk
Inleiding ontwikkelingspsychologie Krachtige leeromgevingen Didactiek en agogiek van de kunstdiscipline Kunstagogiek Vakdidactiek theorie Klasmanagement en reflectie Seminaries communiceren en reflecteren Vakdidactiek praktijk Kunstdidactisch en kunstagogisch onderzoek Onderwijsstage Sociaal Artistiek Project
Zwart: verplichte volgtijdelijkheid Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid
vi
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL Keuzevakken opleiding muziek 2013-2014 Bachelor 1
Bachelor 2
Bachelor 3
Contrapunt 1 uitdiepingsmodule
Contrapunt 2 uitdiepingsmodule
Contrapunt 3 uitdiepingsmodule
Close harmony choir – keuze 1 Harmonie 1 uitdiepingsmodule Inleiding compositie 1 Inl. directie instrum. Ensemble 1 Kamerkoor 1 Koordirectie keuze 1
Close harmony choir – keuze 2 Harmonie 2 uitdiepingsmodule Inleiding compositie 2 Inl. directie instrum. Ensemble 2 Inleiding improvisatie 1 Kamerkoor 2 Koordirectie keuze 2
Close harmony choir – keuze 3 Harmonie 3 uitdiepingsmodule Inleiding compositie 3 Inl. directie instrum. Ensemble 3 Inleiding improvisatie 2 Kamerkoor 3 Koordirectie keuze 3
Pianolab 1
Pianolab 2
Pianolab 3
Transpositie 1 Stemvorming keuze 1
Transpositie 2 Stemvorming keuze 2
Zwart: verplichte volgtijdelijkheid Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid
vii
Master 1
Harmonie 4 Inleiding compositie 4
Master 2
Inleiding compositie 5
Kamerkoor 4 Koordirectie keuze 4 Orkeststage 1
Kamerkoor 5
Practicum dir. instrum. ensem. 1
Practicum dir. instrum. ensem. 2
Kleine ensembles hedend muz. 1
Kleine ensembles hedend muz. 2
Orkeststage 2
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor in de landschaps- en tuinarchitectuur 2013-2014 Bachelor 1 Uitvoerings- en meettechnieken 1 of uitvoerings- en meettechnieken 2 Plantenkennis en plantenkunde of plantenkennis en bodemkunde Beplantingsontwerp 1 of beplantingsontwerp 2 Ontwerpen 1 Manuele visualisatietechnieken 1 Manuele visualisatietechnieken 1 en digitale visualisatietechnieken 1 en digitale visualisatietechnieken 2 Digitale visualisatietechnieken 1 en digitale visualisatietechnieken 2 Geschiedenis en actualiteit van de landschaps- en tuinkunst 1 Landschapslezen en participatie
Bachelor 2 Uitvoerings- en meettechnieken 3 en uitvoeringsen meettechnieken 4 Plantenkennis en ecologie 1 en plantenkennis en ecologie 2
Bachelor 3 ≤ 6 SP uit bachelor 2 combineren met bachelorproef*
Beplantingsontwerp 3 en beplantingsontwerp 4 Ontwerpen 2 Atelier stads- en landschapsplanning Manuele visualisatietechnieken 2 Gemengde visualisatietechnieken Digitale visualisatietechnieken 3 en GIS én digitale visualisatietechnieken 4 Geschiedenis en actualiteit van de landschaps- en tuinkunst 2 Landschapsplanning en stedenbouwkunde
Zwart: verplichte volgtijdelijkheid Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid * mits goedkeuring van de studie-en trajectbegeleider én de opleidingscommissie landschaps- en tuinarchitectuur viii
≤ 6 SP uit bachelor 2 combineren met stage*
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL Bachelor Interieurvormgeving 2013-2014
Bachelor 1 Interieurvormgeving: analyse & conceptvorming Interieurvormgeving: voorontwerp & presentatie
Schetsmatig onderzoek 1 Presentatietechnieken 1.1 / Presentatietechnieken 1.2 Materialen 1 / Materialen 2 / Constructietechnieken 1 Constrcutietechnieken 1 Kleur en Licht
Bachelor 2 Interieurvormgeving: ontwerp & detaillering Interieurontwerpen / Meubel & Design / Interieurafwerking & Advies / Tijdelijke Installaties Interieurvormgeving: ontwerp & detaillering Interieurontwerpen / Meubel & Design / Interieurafwerking & Advies / Tijdelijke Installaties Presentatietechnieken 2.1 / Presentatietechnieken 2.2 Interieurvormgeving: ontwerp & detaillering Interieurontwerpen / Meubel & Design / Interieurafwerking & Advies / Tijdelijke Installaties Schetsmatig onderzoek 2 Presentatietechnieken 2.1 / Presentatietechnieken 2.2 Project Technologie Constrcutietechnieken 2 Verlichting en Electriciteit Projectmanagement
Bachelor 3 Bachelorproef
Stage*
Orientering beroepenveld
Projectpresentatie
Bedrijfsmanagement
Zwart: verplichte volgtijdelijkheid Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid *Overgangsmaatregel: In academiejaar 2013-2014 mogen studenten die voor Interieurvormgeving: ontwerp & afwerking geslaagd waren én voor 1 focus geslaagd waren in 2012-2013, inschrijven voor Stage. De stage moet zich dan situeren op het domein van de focus waarvoor ze geslaagd waren. ix
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL Bachelor en Master Drama 2013-2014
Bachelor 1
Conditietraining & Lichaamsbeheersing 1 Dans & Lichaamstaal 1 Theatergeschiedenis 1 Stemtraining 1 Spreetktraining 1 Creatief Schrijven 1 Inleiding tekstanalyse proza & poezie Inleiding tekstanalyse drama Inleiding tekstanalyse proza & poezie Inleiding tekstanalyse drama Onderzoek & Theater Onderzoek en reflectie 1
Bachelor 2
Bachelor 3 Dramaproject III Dossier
Conditietraining & Lichaamsbeheersing 2 Dans & Lichaamstaal 2 Theatergeschiedenis 2 Stemtraining 2 Spreektraining 2 Creatief schrijven 2 Literatuur 1 Literatuur 2
Theater & Maatschappij
Voorstellingsanalyse
Productie Dramaturgie
Onderzoek en reflectie 2
Zwart: verplichte volgtijdelijkheid Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid
x
Master Masterproef Deel 1 Masterproef Deel 2 Kritische Reflectie Masterproef Masterclass Kunst in het Werkveld Theoretische Seminaries
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor en Master Audiovisuele Kunsten - Film 2013-2014 Bachelor 1 Atelier Fictie I Atelier Documentaire I Atelier Audiovisueel Onderzoek I Scenario 1 Atelier Fictie I Atelier Documentaire I
Fictie I Documentaire I Audiovisueel Onderzoek I Muziek in Film Filmgeschiedenis Overzicht van de Wijsbegeerte Kunstenaarsteksten 1 Methodiek van onderzoek in de kunsten Overzicht van de kunsten 1
Bachelor 2
Bachelor 3
Atelier Fictie II Atelier Documentaire II Atelier Audiovisueel Onderzoek II Scenario 2 Filmproject I
Atelier Fictie III Atelier Documentaire III
Atelier Fictie II Atelier Documentaire II Atelier Audiovisueel Onderzoek II Filmproject I Minor
Filmproject II Dossier
Audiovisuele Compositie Documentaire Strategieën Narratieve Strategieën Kunstfilosofie 1 Kunstenaarsteksten 2
Atelier Geluid in Film Filmkritische studies Post-narratieve strategieën Kunstfilosofie 2 Kunstenaarsteksten 3
Overzicht van de kunsten 2
Zwart: verplichte volgtijdelijkheid Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid Opmerking: Regels van volgtijdelijkheid bij het opnemen van opleidingsonderdelen in het masterprogramma zijn beschreven in de facultaire aanvullingen van het onderwijs-en examenreglement.
xi
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor en Master Audiovisuele Kunsten - Animatiefilm 2013-2014 Bachelor 1 Atelier Animatie I Atelier Animatie II Atelier Animatie III Atelier Animatie I Atelier Animatie II Atelier Animatie III Tekenen 1 Muziek & Klank in functie van Animatiefilm Filmgeschiedenis Overzicht van de Wijsbegeerte Kunstenaarsteksten 1 Methodiek van onderzoek in de kunsten Overzicht van de kunsten 1
Bachelor 2 Atelier Animatie IV Atelier Animatie V Atelier Animatie VI
Bachelor 3 Atelier Animatie VII Atelier Animatie VIII Atelier Animatie IX Dossier
Minor
Tekenen 2 Audiovisuele Compositie Animatiefilmgeschiedenis Narratieve Strategieën Kunstfilosofie 1 Kunstenaarsteksten 2
Tekenen 3
Post-narratieve strategieën Kunstfilosofie 2 Kunstenaarsteksten 3
Overzicht van de kunsten 2
Zwart: verplichte volgtijdelijkheid Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid Opmerking: Regels van volgtijdelijkheid bij het opnemen van opleidingsonderdelen in het masterprogramma zijn beschreven in de facultaire aanvullingen van het onderwijs-en examenreglement.
xii
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Vrije Kunsten - Schilderkunst 2013-2014 Bachelor 1 Atelier schilderkunst I Atelier schilderkunst II
Bachelor 2 Atelier schilderkunst III Atelier schilderkunst IV
Atelier schilderkunst I Atelier schilderkunst II Tekenen 1 Technologie van de schilderkunst 1 Overzicht van de wijsbegeerte Kunstenaarsteksten 1 Methodiek van onderzoek in de kunsten Methodiek van onderzoek in de kunsten Overzicht van de kunsten 1
Minor Tekenen 2 Technologie van de schilderkunst 2 Kunstfilosofie 1 Kunstenaarsteksten 2
Bachelor 3 Atelier schilderkunst V Atelier schilderkunst VI Dossier
Tekenen 3 Kunstfilosofie 2 Kunstenaarsteksten 3 Semiotiek
Overzicht van de kunsten 2
Zwart: verplichte volgtijdelijkheid Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid Opmerking: Regels van volgtijdelijkheid bij het opnemen van opleidingsonderdelen in het masterprogramma zijn beschreven in de facultaire aanvullingen van het onderwijs-en examenreglement.
xiii
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Vrije Kunsten - Tekenkunst 2013-2014 Bachelor 1 Inhoud, materiaalkennis en tekentaal I Inhoud, materiaalkennis en tekentaal II
Bachelor 2 Dossier & Verbeelding I Dossier & Verbeelding II
Inhoud, materiaalkennis en tekentaal I Inhoud, materiaalkennis en tekentaal II
Minor
Analyse van de tekening 1 Overzicht van de wijsbegeerte Kunstenaarsteksten 1 Methodiek van onderzoek in de kunsten Methodiek van onderzoek in de kunsten Overzicht van de kunsten 1
Analyse van de tekening 2 Kunstfilosofie 1 Kunstenaarsteksten 2
Bachelor 3 Thema & Verbeelding Verbeelding & Tentoonstelling Dossier
Kunstfilosofie 2 Kunstenaarsteksten 3 Semiotiek
Overzicht van de kunsten 2
Zwart: verplichte volgtijdelijkheid Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid Opmerking: Regels van volgtijdelijkheid bij het opnemen van opleidingsonderdelen in het masterprogramma zijn beschreven in de facultaire aanvullingen van het onderwijs-en examenreglement.
xiv
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Vrije Kunsten - Beeldhouwkunst 2013-2014 Bachelor 1 Atelier beeldhouwkunst I Atelier beeldhouwkunst II
Bachelor 2 Atelier beeldhouwkunst III Atelier beeldhouwkunst IV
Atelier beeldhouwkunst I Atelier beeldhouwkunst II Tekenen 1 Theorie & actualiteit van de sculptuur Overzicht van de wijsbegeerte Kunstenaarsteksten 1 Methodiek van onderzoek in de kunsten Methodiek van onderzoek in de kunsten Overzicht van de kunsten 1
Minor Tekenen 2 Theorie & geschiedenis van de sculptuur Kunstfilosofie 1 Kunstenaarsteksten 2
Bachelor 3 Atelier beeldhouwkunst V Atelier beeldhouwkunst VI Dossier
Tekenen 3 Kunstfilosofie 2 Kunstenaarsteksten 3 Semiotiek
Overzicht van de kunsten 2
Zwart: verplichte volgtijdelijkheid Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid Opmerking: Regels van volgtijdelijkheid bij het opnemen van opleidingsonderdelen in het masterprogramma zijn beschreven in de facultaire aanvullingen van het onderwijs-en examenreglement.
xv
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Vrije Kunsten –Installatie 2013-2014 Bachelor 1 Atelier beeld & installatie I Atelier beeld & installatie II
Bachelor 2 Atelier beeld & installatie III Atelier beeld & installatie IV
Atelier beeld & installatie I Atelier beeld & installatie II Tekenen 1 Theorie en geschiedenis van de installatiekunst Overzicht van de wijsbegeerte Kunstenaarsteksten 1 Methodiek van onderzoek in de kunsten Methodiek van onderzoek in de kunsten Overzicht van de kunsten 1
Minor
Bachelor 3 Atelier beeld & installatie V Atelier beeld & installatie VI Dossier
Tekenen 2 Theorie en actualiteit van de installatiekunst Kunstfilosofie 1 Kunstenaarsteksten 2
Kunstfilosofie 2 Kunstenaarsteksten 3 Semiotiek
Overzicht van de kunsten 2
Zwart: verplichte volgtijdelijkheid Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid Opmerking: Regels van volgtijdelijkheid bij het opnemen van opleidingsonderdelen in het masterprogramma zijn beschreven in de facultaire aanvullingen van het onderwijs-en examenreglement.
xvi
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Vrije Kunsten – Mediakunst 2013-2014 Bachelor 1 Atelier audiovisuele media Atelier interactieve media Atelier narratieve technieken Tekenen Atelier audiovisuele media Atelier interactieve media Atelier narratieve technieken Theorie van de mediakunst Overzicht van de wijsbegeerte Kunstenaarsteksten 1 Methodiek van onderzoek in de kunsten Methodiek van onderzoek in de kunsten Overzicht van de kunsten 1
Bachelor 2 Atelier mediakunst I Atelier mediakunst II
Bachelor 3 Atelier mediakunst III Atelier mediakunst IV Dossier
Minor
Theorie en actualiteit van de mediakunst Kunstfilosofie 1 Kunstenaarsteksten 2
Kunstfilosofie 2 Kunstenaarsteksten 3 Semiotiek
Overzicht van de kunsten 2
Zwart: verplichte volgtijdelijkheid Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid Opmerking: Regels van volgtijdelijkheid bij het opnemen van opleidingsonderdelen in het masterprogramma zijn beschreven in de facultaire aanvullingen van het onderwijs-en examenreglement.
xvii
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Grafisch Ontwerp – Nieuwe Media 2013-2014 Bachelor 1 Initiatie grafisch ontwerp Initiatie grafische technieken Atelier grafisch ontwerp
Bachelor 2 Atelier nieuwe media II Atelier nieuwe media III
Initiatie grafisch ontwerp Initiatie grafische technieken Atelier grafisch ontwerp Tekenen 1 Typografie 1
Minor
Overzicht van de wijsbegeerte Kunstenaarsteksten 1 Methodiek van onderzoek in de kunsten Methodiek van onderzoek in de kunsten Overzicht van de kunsten 1
Tekenen 2 Typografie 2 Communicatie en media 1 Kunstfilosofie 1 Kunstenaarsteksten 2
Bachelor 3 Atelier nieuwe media IV Atelier nieuwe media V Dossier
Communicatie en media 2 Kunstfilosofie 2 Kunstenaarsteksten 3 Semiotiek
Overzicht van de kunsten 2
Zwart: verplichte volgtijdelijkheid Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid Opmerking: Regels van volgtijdelijkheid bij het opnemen van opleidingsonderdelen in het masterprogramma zijn beschreven in de facultaire aanvullingen van het onderwijs-en examenreglement.
xviii
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Grafisch Ontwerp - Illustratie 2013-2014 Bachelor 1 Initiatie grafisch ontwerp Initiatie grafische technieken Atelier grafisch ontwerp Initiatie grafisch ontwerp Initiatie grafische technieken Atelier grafisch ontwerp Tekenen 1 Typografie 1 Overzicht van de wijsbegeerte Kunstenaarsteksten 1 Methodiek van onderzoek in de kunsten Methodiek van onderzoek in de kunsten Overzicht van de kunsten 1
Bachelor 2 Atelier illustratie II Atelier illustratie III
Bachelor 3 Atelier illustratie IV Atelier illustratie V Dossier
Minor
Tekenen 2 Typografie 2 Theorie en geschiedenis van de illustratie 1 Kunstfilosofie 1 Kunstenaarsteksten 2
Theorie en geschiedenis van de illustratie 2 Kunstfilosofie 2 Kunstenaarsteksten 3 Semiotiek
Overzicht van de kunsten 2
Zwart: verplichte volgtijdelijkheid Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid Opmerking: Regels van volgtijdelijkheid bij het opnemen van opleidingsonderdelen in het masterprogramma zijn beschreven in de facultaire aanvullingen van het onderwijs-en examenreglement.
xix
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor en Master Beeldende Kunsten - Grafisch Ontwerp – Grafiek 2013-2014 Bachelor 1 Initiatie grafisch ontwerp Initiatie grafische technieken Atelier grafisch ontwerp Initiatie grafisch ontwerp Initiatie grafische technieken Atelier grafisch ontwerp Tekenen 1 Overzicht van de wijsbegeerte Kunstenaarsteksten 1 Methodiek van onderzoek in de kunsten Methodiek van onderzoek in de kunsten Overzicht van de kunsten 1
Bachelor 2 Atelier grafiek II Atelier grafiek III
Bachelor 3 Atelier grafiek IV Atelier grafiek V Dossier
Minor
Tekenen 2 Theorie van de grafiek 1 Kunstfilosofie 1 Kunstenaarsteksten 2
Theorie van de grafiek 2 Kunstfilosofie 2 Kunstenaarsteksten 3 Semiotiek
Overzicht van de kunsten 2
Zwart: verplichte volgtijdelijkheid Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid Opmerking: Regels van volgtijdelijkheid bij het opnemen van opleidingsonderdelen in het masterprogramma zijn beschreven in de facultaire aanvullingen van het onderwijs-en examenreglement.
xx
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Grafisch Ontwerp – Grafische Vormgeving 2013-2014 Bachelor 1 Initiatie grafisch ontwerp Initiatie grafische technieken Atelier grafisch ontwerp
Bachelor 2 Atelier grafische vormgeving II Atelier grafische vormgeving III
Initiatie grafisch ontwerp Initiatie grafische technieken Atelier grafisch ontwerp Typografie 1
Minor
Overzicht van de wijsbegeerte Kunstenaarsteksten 1 Methodiek van onderzoek in de kunsten Methodiek van onderzoek in de kunsten Overzicht van de kunsten 1
Typografie 2 Geschiedenis en technologie van de grafische vormgeving Kunstfilosofie 1 Kunstenaarsteksten 2
Bachelor 3 Atelier grafische vormgeving IV Atelier grafische vormgeving V Dossier
Geschiedenis en methodologie van de grafische vormgeving Kunstfilosofie 2 Kunstenaarsteksten 3 Semiotiek
Overzicht van de kunsten 2
Zwart: verplichte volgtijdelijkheid Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid Opmerking: Regels van volgtijdelijkheid bij het opnemen van opleidingsonderdelen in het masterprogramma zijn beschreven in de facultaire aanvullingen van het onderwijs-en examenreglement.
xxi
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Fotografie 2013-2014 Bachelor 1 Studie van de fotografische beeldtaal I Documentaire fotografie I Studie van de fotografische beeldtaal I Fotografie & concept I Studie van de fotografische beeldtaal I Documentaire fotografie I Fotografie & concept I
Studie van de fotografische beeldtaal I Documentaire fotografie I Fotografie & concept I Geschiedenis van de fotografie 1 Overzicht van de wijsbegeerte Kunstenaarsteksten 1 Methodiek van onderzoek in de kunsten Methodiek van onderzoek in de kunsten Overzicht van de kunsten 1
Bachelor 2 Studie van de fotografische beeldtaal II
Bachelor 3 Aspecten van de functionele Fotografie
Studie van de fotografische beeldtaal II Documentaire fotografie II Studie van de fotografische beeldtaal II Fotografie & concept II Onderzoek persoonlijk artistiek dossier 2
Documentaire fotografie III Documentaire fotografie IV Fotografie & concept III Fotografie & concept IV
Onderzoek persoonlijk artistiek dossier 2 Fotografie & concept II Documentaire fotografie II Onderzoek persoonlijk artistiek dossier 2 Fotografie & concept II Documentaire fotografie II Studie van de fotografische beeldtaal II Minor
Atelier fotografie: studie van de actuele kunst
Geschiedenis van de fotografie 2 Kunstfilosofie 1 Kunstenaarsteksten 2
Fotogeschiedenis: Actuele fotografie Kunstfilosofie 2 Kunstenaarsteksten 3
Dossier
Semiotiek Overzicht van de kunsten 2
Zwart: verplichte volgtijdelijkheid Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid xxii
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
Opmerking: Regels van volgtijdelijkheid bij het opnemen van opleidingsonderdelen in het masterprogramma zijn beschreven in de facultaire aanvullingen van het onderwijs-en examenreglement.
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Mode 2013-2014 Bachelor 1
Bachelor 2
Bachelor 3
Atelier mode I Atelier mode II
Atelier mode III Atelier mode IV
Atelier mode V Atelier mode VI
Modetechnologie & materie I Mode & beeldtaal I Atelier mode II
Modetechnologie & materie II Mode & beeldtaal II Modeaccessoires I Atelier mode IV / Modeaccessoires I Minor
Modetechnologie & materie III Mode & beeldtaal III
Atelier mode III / Atelier mode IV Modetechnologie & materie II Mode & beeldtaal II / Modeaccessoires I
Dossier
Atelier mode I Atelier mode II Modetechnologie & materie I Mode & beeldtaal I
Geschiedenis van de mode Modeactualiteit Overzicht van de wijsbegeerte Kunstenaarsteksten 1 Methodiek van onderzoek in de kunsten Methodiek van onderzoek in de kunsten Overzicht van de kunsten 1 Zwart: verplichte volgtijdelijkheid Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid
Modeaccessoires II
Sociologie van de mode Kunstfilosofie 1 Kunstenaarsteksten 2
Kunstfilosofie 2 Kunstenaarsteksten 3 Semiotiek
Overzicht van de kunsten 2
Opmerking: Regels van volgtijdelijkheid bij het opnemen van opleidingsonderdelen in het masterprogramma zijn beschreven in de facultaire aanvullingen van het onderwijs-en examenreglement.
xxiii
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Textielontwerp 2013-2014 Bachelor 1 Atelier textiel I Atelier textiel II Textiel technologie Styling Tekenen Atelier textiel I Atelier textiel II Kunst & design Overzicht van de wijsbegeerte Kunstenaarsteksten 1 Methodiek van onderzoek in de kunsten Methodiek van onderzoek in de kunsten Overzicht van de kunsten 1
Bachelor 2 Atelier textiel III Atelier textiel IV
Bachelor 3 Atelier textiel V Atelier textiel VI Dossier
Archieftekenen Minor Geschiedenis textiel & design Kunstfilosofie 1 Kunstenaarsteksten 2
Kunstfilosofie 2 Kunstenaarsteksten 3 Semiotiek
Overzicht van de kunsten 2
Zwart: verplichte volgtijdelijkheid Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid Opmerking: Regels van volgtijdelijkheid bij het opnemen van opleidingsonderdelen in het masterprogramma zijn beschreven in de facultaire aanvullingen van het onderwijs-en examenreglement.
xxiv
B/BC/2013/DOW/1026 - bijlage 4
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Multimediale Vormgeving 2013-2014 Bachelor 1 Ruimtelijke vormgeving I
Bachelor 2 Ruimtelijke vormgeving II
Geactiveerde ruimte I Ruimtelijke vormgeving I Geactiveerde ruimte I Multimediale technieken Ruimtelijke vormgeving I Geactiveerde ruimte I
Geactiveerde ruimte II Autonome vormgeving I
Tekenen 1 Overzicht van de wijsbegeerte Kunstenaarsteksten 1 Methodiek van onderzoek in de kunsten Methodiek van onderzoek in de kunsten Overzicht van de kunsten 1
Bachelor 3 Autonome vormgeving II Externe Projecten Dossier
Minor Theorie van de autonome vormgeving Tekenen 2 Kunstfilosofie 1 Kunstenaarsteksten 2
Tekenen 3 Kunstfilosofie 2 Kunstenaarsteksten 3 Semiotiek
Overzicht van de kunsten 2
Zwart: verplichte volgtijdelijkheid Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid Opmerking: Regels van volgtijdelijkheid bij het opnemen van opleidingsonderdelen in het masterprogramma zijn beschreven in de facultaire aanvullingen van het onderwijs-en examenreglement.
xxv