Somebody That I Used To Know - Gotye Didactisch dossier INHOUDSTAFEL A) Muzikale analyse a. Muziekgenre b. Tekst c. Vorm d. Toonaard en harmonie e. Bezetting f. Melodie g. Toonduur en ritme h. Dynamiek B) Muzikaal verwant C) Thematisch verwant D) Werkvormen E) Online toepassingen a. Musescore b. Hooktheory c. Midomi
2 2 2 4 4 5 5 6 6
6 7 8 9
9 9 9
1
A)
Muzikale analyse
a. Muziekgenre Somebody That I Used To Know kan men thuisbrengen onder het genre van de ‘indie pop’. ‘Indie’ is afgeleid van het Engelse woord ‘independent’ en verwijst naar een breed gamma aan alternatieve muziek, muziek die kunstzinniger en minder commercieel beoogt te zijn dan de mainstream popmuziek. Het alternatieve in Somebody That I Used To Know is gelegen aan de knip-‐en-‐plak-‐techniek die Gotye (geboren als Wouter de Backer in Brugge) gebruikte om zijn muzikaal materiaal te verzamelen en bijeen te brengen. Ook Kimbra, die een van de strofes in Somebody That I Used To Know zingt, hoort eerder thuis in het alternatieve circuit: haar eigen songs zijn een soort R&B met jazzy invloeden. b. Tekst ‘Now and then I think of when we were together’, zingt de man aan het begin van de song. Hij reflecteert over een kapot gegane relatie in de eerste twee strofes. Centraal in de song -‐ in het refrein -‐ staat de break-‐up zelf. Hoewel in het refrein duidelijk wordt dat de vrouw met wie hij een relatie had, verdwenen is uit zijn leven, komt ze zelf aan het woord in de derde strofe. Misschien behoort ze dus slechts tot zijn verbeelding en verwoordt ze zijn geweten. Terwijl de man vooral de scheiding zelf niet kan verwerken, heeft de vrouw vooral kritiek op de relatie die ze hadden. De relatie had een impact op de identiteit van beiden. De man werd zich meer bewust van zichzelf (‘But felt so lonely in your company’), terwijl de vrouw zich van zichzelf voelde vervreemden. De relatie -‐ of de man -‐ legde haar een andere identiteit op, heel anders dan de ‘somebody that you used to know’ aan het prille begin van de relatie. Voor de man voelt de break-‐up als een verlies aan: de vrouw is nu verleden tijd, ‘somebody that I used to know’. Volgens de vrouw is dit gevoel van verlies maar schijn: de man heeft haar nooit gekend, ook niet tijdens de relatie. De videoclip zet de manier waarop een relatie betekenis kan geven aan de identiteit van twee individuën letterlijk in de verf. Een ‘blanco’ Gotye en dito achtergrond in de intro en de eerste strofe stellen de vrijgezel voor. Tijdens het eerste tussenspel en de tweede strofe verschijnen lijnen en gekleurde vlakken op de achtergrond: de relatie groeit. De achtergrond rond Gotye blijft vooralsnog wit, totdat bij het begin van het refrein Gotye volledig ingesloten wordt door lijnen en gekleurde vlakken. Tijdens het refrein zien we hoe de identiteit van de man gedefinieerd wordt door de relatie. In het daaropvolgende tussenspel zien we hoe de relatie ook aan de vrouw een betekenis verleend heeft. Zij houdt haar ware identiteit echter verborgen (ze staat met haar rug naar de kijker gekeerd). Wanneer ze op de man toeloopt en zichzelf vrijgeeft, blijft deze doof het hoofd 2
afwenden. Terwijl hij zijn nieuw verkregen identiteit niet wil opgeven, ontdoet de vrouw zich van de hare. Het laat een ‘blanco’ gat na in het leven van de man.1 Now and then I think of when we were together Like when you said you felt so happy you could die Told myself that you were right for me But felt so lonely in your company But that was love and it's an ache I still remember You can get addicted to a certain kind of sadness Like resignation to the end Always the end So when we found that we could not make sense Well you said that we would still be friends But I'll admit that I was glad that it was over But you didn't have to cut me off Make out like it never happened And that we were nothing And I don't even need your love But you treat me like a stranger And that feels so rough No, you didn't have to stoop so low Have your friends collect your records And then change your number I guess that I don't need that though Now you're just somebody that I used to know (3x) Now and then I think of all the times you screwed me over But had me believing it was always something that I'd done And I don't wanna live that way Reading into every word you say You said that you could let it go And I wouldn't catch you hung up on somebody that you used to know... But you didn't have to cut me off Make out like it never happened And that we were nothing And I don't even need your love But you treat me like a stranger
1
Er zijn natuurlijk andere interpretaties van de tekst en de videoclip mogelijk dan de interpretatie die hier uiteengezet werd.
3
And that feels so rough No, you didn't have to stoop so low Have your friends collect your records And then change your number I guess that I don't need that though Now you're just somebody that I used to know Somebody! (I used to know) Somebody! (Now your just somebody) That I used to know Somebody! (I used to know) Somebody! Now your just somebody that I used to know (I used to know) (That I used to know) (I used to know) Somebodyyyyy c. Vorm AABABC: (intro) -‐ strofe 1 -‐ tussenspel -‐ strofe 2 -‐ tussenspel -‐ refrein -‐ strofe 3 -‐ refrein -‐ outro d. Toonaard en harmonie De toonaard in de hele song is re klein antiek. De harmonieën zijn eenvoudige drieklanken die braafjes de baslijn meevolgen. De noten van de baslijn bespreken we uitgebreid in de sectie ‘Melodie’. De begeleidingspatronen in de bas zijn immers interessanter als we ze als motivisch materiaal beschouwen, dan als we ze simpelweg als grondnoten van akkoorden beschouwen. Slechts op één moment valt de melodische beweging in de bas weg, namelijk in strofe 3 (‘And I don’t wanna … used to know...’) Hier blijft de bas hangen op de noot do (de zevende graad van re klein) om in het daaropvolgende refrein terug naar de tonica op te lossen. Het moment van harmonische spanning wordt dus verlengd. De harmonische implicaties van de melodie bespreken we dan weer wel in deze sectie. De noten van de ‘xylofoon’-‐melodie zijn dezelfde als het begin van Altijd is Kortjakje ziek, afgezien van een kleine versiering. De melodie doet vaag aan als een volkswijsje, maar dat er een verband is met Altijd is Kortjakje ziek, is niet meteen duidelijk. Dat komt ten eerste doordat de toegevoegde versiering een si mol bevat, waardoor de melodie een mineur-‐karakter krijgt. Ten tweede fungeert de ‘do’ die in Altijd is Kortjakje ziek een tonica is, hier als zevende graad in re klein. De context die versiering en begeleiding aan de melodie toevoegen, zorgt er dus voor dat we die melodie als iets helemaal anders gaan horen.2 2
Een vergelijking van de twee melodieën kan je op musescore vinden.
4
e. Bezetting In alle songs van Gotye is sampling een belangrijke compositietechniek: Gotye ‘kopieert en plakt’ stukjes muziek van andere muzikanten en bouwt daarmee zijn eigen muziek op. In zekere zin sluit de allusie op Altijd is Kortjakje ziek in Somebody That I Used To Know aan bij deze techniek. Sampling betekent echter niet dat het knip-‐en plakwerk nog duidelijk te merken is (zoals bij een collage). Daarbij komt dat bij sampling niet gewoonweg noten worden overgenomen, maar wel de klanken van een specifieke opname. Daardoor komt een artiest die deze techniek gebruikt, gemakkelijk in opspraak voor plagiaat. Dit was ook het geval bij Somebody That I Used To Know, waarin een sample gebruikt wordt uit Seville van de Braziliaanse gitarist en componist Luiz Bonfá.3 Het live opgenomen materiaal in deze song is dus eerder beperkt. Strofe 1, strofe 2 en het eerste refrein worden gezongen door Gotye, die daarnaast gitaar en fluit speelt. Strofe 3 wordt gezongen door Kimbra. In deze strofe hoor je duidelijk Gotye op de fluit spelen. Ook op het einde van het refrein hoor je dat de fluit al een hele tijd geïntegreerd werd in de begeleiding. Het tweede refrein en de outro worden gezongen door Gotye, met daarbij backing vocals door Kimbra en Gotye. Naast gitaar en fluit werd ook een een basgitaar live opgenomen. Het geheel werd achteraf gemixt. f. Melodie Het onderscheid tussen begeleidingspatronen (hiermee bedoelen we in deze sectie enkel de patronen in de bas) en motieven in Somebody That I Used To Know is heel vaag. De begeleidingspatronen worden immers behandeld en ontwikkeld als motieven. Een aantal begeleidingspatronen kunnen we daardoor als aan elkaar verwante motieven beschouwen. Zo vangt de song aan met een voorstelling van het eerste begeleidingspatroon, dat doorheen de intro, de strofes en de tussenspelen loopt. Dit patroon is in essentie een voortdurend herhaalde beweging van re naar do (en is overigens de bewuste gitaarsample uit Seville). Tijdens het refrein en de outro wordt dit patroon uitgebreid door de toevoeging van een extra noot. Het resultaat is een voortdurende beweging over de noten re, do, si mol en do. Dit zijn overigens ook de typische basnoten in rockmuziek. Het andere begeleidingspatroon dat afgeleid is van het eerste, horen we in het eerste tussenspel. Een elektronisch gegenereerde bas maakt daar de volgende motivische bewegingen: mi-‐re / do-‐re / mi-‐re / do-‐re. Aan het begin van de song weerklinkt het begeleidingspatroon dat overgenomen werd uit Seville. Als je heel goed luistert, kan je hier nog sporen horen van de off-‐beats (de dubbelgreep re-‐fa), die van de oorspronkelijke audio-‐track verwijderd werden. Deze worden als het ware terug ingevuld wanneer Altijd is Kortjakje ziek ingezet wordt, maar ietsje aangepast (en wellicht door Gotye gespeeld, niet gesampled). In plaats van zuivere off-‐beats, volgt dit begeleidingsmateriaal nu het
3
Seville vind je op YouTube terug (vanaf 29’13’’).
5
ritme van de melodie. Ook op deze manier vervaagt het onderscheid tussen melodie en begeleiding.4 Verder komt melodie, afgeleid van Altijd is Kortjakje ziek, drie keer voor in de hele song: één keer in de intro, één keer op het einde van het eerste refrein en een derde keer op het einde van het tweede refrein. De melodie bestaat uit een voor-‐ en nazin, die beide even lang zijn en op dezelfde manier beginnen. De voorzin eindigt als het ware op een vraagteken, de nazin eindigt bevestigend. Op het einde van het tweede refrein wordt die melodie uitgebreid. Na de eerste voorzin wordt ons een bevestigend antwoord in de vorm van een nazin ontzegt: waar we de nazin verwachtten, blijkt opnieuw een voorzin te klinken. Aan het begin van de outro klinkt de voorzin voor een derde keer. Deze keer wordt de voorzin wél beantwoord met de nazin, tegelijkertijd het einde van de song. g. Toonduur en ritme We horen verschillende ritmische lagen. Tijdens het eerste tussenspel, de tweede strofe en in de derde strofe (vanaf ‘And I don’t wanna...’) wordt een tango-‐achtige ritmische laag toegevoegd. Exotische ritmes komen wel meer voor in de muziek van Gotye. Zo doet het ritme in Coming Back ook aan de tango denken. h. Dynamiek ● Strofe 1 en strofe 2 worden ingehouden gezongen. ● De refreinen worden voluit gezongen. ● Strofe 3 begint ingehouden. Er wordt een crescendo gemaakt vanaf ‘And I don’t wanna...’, wanneer de bas blijft hangen op de noot do. B) Muzikaal verwant ● Een rechtstreeks muzikaal verband zien we uiteraard in Seville (1967) van de Braziliaanse gitarist en componist Luiz Bonfá, waaruit Gotye een sample haalde voor Somebody That I Used To Know. ● Op harmonisch vlak zijn er verbanden met de rockmuziek, die eveneens gebruik maakt van de verlaagde/antieke zevende graad en de verlaagde/antieke zesde graad. Voor voorbeelden van rocksongs verwijzen we naar het didactisch dossier rond Eye of the Tiger (‘Muzikaal verwant’). ● Een voorbeeld van een song, gerelateerd qua genre vinden we in Lemon Tree van de Duitse (rock)groep Fool’s Garden, dat eveneens bestempeld kan worden als indie pop.
4
Hoe de off-‐beats uit Seville evolueerden naar het begeleidingsmateriaal in Somebody That I Used To Know, kan je nagaan op musescore.
6
● Er bestaat een spectaculaire cover van Somebody That I Used To Know door de Canadese indieband Walk off the Earth en zangeres Sarah Blackwood, waarbij de vijf muzikanten één enkele gitaar bespelen. ● Onder de vele parodieën op Somebody That I Used To Know bevindt zich ook een schoolgerelateerde parodie door College Humor: Some Study That I Used To Know. ● Somebody That I Used To Know is niet het enige voorbeeld van muziek die Altijd is Kortjakje ziek citeert. Mozart componeerde een reeks variaties op de melodie. De titel van zijn compositie verwijst naar de oorspronkelijke, Franse tekst van het volkslied: Ah! vous dirai-je, Maman. Camille Saint-‐Saëns integreerde een stukje van de melodie in Le carnaval des animaux, tussen het gekletter van de fossielen en andere kinderliedjes door. En nu we het toch hebben over kinderliedjes: het derde deel uit Mahlers Eerste symfonie is grotendeels gebaseerd op een mineur-‐versie van Broeder Jakob. ● Verder zijn er onnoemelijk veel voorbeelden van componisten die muziek van andere componisten of van zichzelf citeren in hun eigen composities. Soms gaat het om een korte verwijzing, openlijk of juist verborgen voor de doorsnee luisteraar. Soms gaat het om collage-‐technieken. En soms gaat het om haast volledig geciteerde werken, een praktijk die heel gauw begint te ruiken naar plagiaat. Enkele voorbeelden om het onderscheid te duiden: -‐ Debussy Berceuse héroïque: dit werk is opgedragen aan koning Albert I van België en citeert een fragment uit de Brabaçonne; een voorbeeld dus van een kort, openlijk citaat.5 -‐ Berio Sinfonia: het derde deel van dit werk is een collage van literaire en muzikale citaten. -‐ Stravinski Pulcinella: dit ballet, waarvan ook een suite bestaat, is grotendeels een verzameling van fragmenten muziek, toegeschreven aan de achttiende-‐eeuwse componist Pergolesi. Stravinski smukte de muziek wat op met twintigste-‐eeuwse dissonanten en onregelmatige ritmische accenten, kwestie van te vermijden niet beschuldigd te worden van plagiaat. C) Thematisch verwant Terwijl in de klassieke muziek hele scharen muzikanten steeds weer dezelfde composities uitvoeren, willen popmuzikanten vooral telkens opnieuw met een nieuwe single of een nieuw album komen aanzetten (covers vormen daarop een uitzondering). Of anders bekeken: terwijl er in de wereld van de klassieke muziek een scheiding is tussen componisten en uitvoerders, is de ideale popmuzikant de singer-‐songwriter (alhoewel ook in de popmuziek muzikanten zich soms specialiseren in ofwel het schrijven van songs, ofwel het uitvoeren ervan). Bijgevolg kunnen we niet echt spreken van plagiaat-‐kwesties bij klassieke uitvoerende muzikanten. Er is echter één notoire uitzondering: de legendarische Joyce Hatto (1928-‐2006).
5
In volgende opname (https://www.youtube.com/watch?v=ssKVUhioTR4) begint het citaat vanaf 2’30’’, al wordt al eerder gealludeerd op de Brabaçonne (vanaf 2’22’’).
7
Hatto trad op als concertpianist, tot ze zich in het jaar 1976 terugtrok uit de publieke sfeer. In de laatste jaren van haar leven verschenen meer dan honderd opnames van haar onder het label van haar man, William Barrington-‐Coupe. Zogezegd had ze in 1976 kanker gekregen (ze kreeg inderdaad kanker, maar pas in 1992 volgens de radioloog die haar behandelde), waarna ze enkel nog muziek uitvoerde in de opnamestudio. In werkelijkheid bracht haar man opnames uit van minder bekende, intussen overleden pianisten, waarin hij een aantal aspecten zoals tempi en balans gemanipuleerd had. Terwijl Hatto met haar live performances vaak negatieve kritieken oogstte, was nu de ene na de andere criticus overdonderd door haar goddelijke capaciteiten. Pas enkele maanden na haar dood kwam de fraude aan het licht, onder andere dankzij iTunes. Een zekere Brian Ventura had een opname van Hatto gekocht en laten afspelen op iTunes. Het programma identificeerde de track als een opname van László Simon. Gaandeweg kwam de omvang van de fraude aan het licht. Hatto’s man riskeerde uiteraard een rechtzaak aan zijn been te krijgen, maar kon toch op enige sympathie rekenen. Robert von Bahr, een van de copyright-‐houders, beschouwde de opnames als een ‘wanhopige poging een schrijn te bouwen boven een stervende echtgenote’. Barrington-‐Coupe zelf vond dat de opnames uiteindelijk de oorspronkelijke artiesten ten goede kwamen, in die zin dat ze van de vergetelheid gered werden. Een omgekeerd soort fraude komt ook wel eens voor. Zo waren een aantal composities van de violist Fritz Kreisler (1875-‐1962) aanvankelijk bekend als composities van bekende componisten zoals Boccherini en Vivaldi. Kreisler stond aan het begin van zijn carrière als violist en vond het vioolrepertoire te beperkt. De enige manier om het repertoire uit te breiden, was zelf composities schrijven. Geen enkele concertorganisator zat echter te wachten op een onbekende violist die zijn eigen onbekende composities speelde. Daarom deed Kreisler alsof hij ergens in een bibliotheek partituren van vergeten composities ontdekt had. Pas later, op zestigjarige leeftijd, kon de inmiddels wereldberoemde Kreisler toegeven dat deze composities van zijn eigen hand waren.6 D) Werkvormen ● Leerlingen gaan na hoeveel keer de melodie, gebaseerd op Altijd is Kortjakje ziek, voorkomt in de song. ● Leerlingen discussiën in groepjes over de betekenis van de lyrics en de videoclip. Zo wordt het brede gamma aan mogelijke interpretaties tastbaar. ● Een toelichting van plagiaat en in welke contexten (niet alleen artistieke, maar ook academische) deze term van toepassing is, kan algemeen nuttig zijn: het overschrijven van huistaken, spieken op examens, niet citeren van bronnen in eindwerken… is immers ook plagiaat. ● Leerlingen krijgen de opdracht (en toestemming) op een kunstzinnige manier te plagiëren, bijvoorbeeld door een collage te maken van literaire fragmenten rond een vooraf opgegeven of zelf gekozen thema. 6
Op YouTube staat een video waarin Kreisler zelf zijn ‘fraude’ uitlegt: https://www.youtube.com/watch?v=ydJC8IhFAA0 (vanaf 3’55’’).
8
E)
Online toepassingen
a. Musescore De partiturenverzameling van Musescore bevat een aantal transcripties van Somebody That I Used To Know: http://musescore.com/sheetmusic?text=Somebody+that+I+used+to+know => Eventueel kan de song aan de hand van deze transcripties in verschillende bezettingen gespeeld worden. b. Hooktheory http://www.hooktheory.com/theorytab/view/gotye/somebody-‐that-‐i-‐used-‐to-‐know => Een handige tool hier is de toonaard (‘Key’)-‐knop waarmee je de muziek kan transponeren. Het audio-‐bestand wijzigt niet, maar de partituur echter wel. Je kan deze tool ook combineren met de Chord Chart-‐knop. Daarmee kan je zien welke pianotoetsen ingedrukt moeten worden. De weergave van de toetsen verandert naargelang je gekozen toonaard. (Tip: Je kan met de muis op de partituur klikken om elk akkoord afzonderlijk te bekijken.) => Aan de rechterzijde staan enkele songs opgelijst met vergelijkbare akkoordprogressies. De link is echter soms ver te zoeken. c. Midomi http://www.midomi.com/index.php?action=main.artist_bio&name=Gotye&from=artist_overvie w => Het is dan wel niet de hoofdfunctie van deze website, maar Midomi geeft ook een summier profiel van Gotye weer met informatie over zijn carrière, stijl en songs.
9