Signing Books Project Inleiding Het ÔSigning Books projectÕ is een Europees project, waarin Nederland, Engeland en Duitsland samenwerken. De opzet van het project is dat er een handboek ontwikkeld wordt met richtlijnen voor de ontwikkeling van ÔvideoboekenÕ voor dove mensen: informatie in gebarentaal, op videoband of CD-ROM. De Nederlandse partner, de FODOK, heeft op zich genomen deze richtlijnen te formuleren voor videoboeken voor dove kinderen. Meer informatie over het ÔSigning BooksÕ project vind je op de pagina hiernaast. Belangrijk is dat alle informatie die verzameld wordt tijdens het project gepubliceerd wordt op internet waar iedereen er gebruik van kan maken. Het ÔSigning BooksÕ handboek zal aan het eind van het project gratis ter beschikking worden gesteld aan alle nationale dovenorganisaties in de Europese Unie (EU), en tegen kostprijs verkocht worden aan andere ge•nteresseerden. Deze vragenlijst Met de vragenlijst in dit boekje willen we de meningen over, en ervaringen met videoboeken inventariseren van leerkrachten en anderen die werkzaam zijn in het onderwijs aan dove kinderen Ð in Nederland en in de andere landen van de EU. De vragenlijst is lang, en er worden veel vragen gesteld over zaken waar je misschien nog niet zo over nagedacht hebt. In Nederland hebben we immers nog niet zo heel veel ervaring met videoboeken voor dove kinderen. In dit boekje zijn daarom ook stukjes tekst opgenomen: onder meer. meningen en ervaringen van leerkrachten uit andere landen, die al wel met videoboeken werken. En: meningen en ervaringen van Nederlandse deskundigen met betrekking tot horende kinderen. Deze stukjes tekst zijn bedoeld om het invullen van de vragenlijst minder saai te maken. Maar ook om duidelijk te maken waarom we bepaalde vragen hebben opgenomen. Jullie antwoorden op de vragen zijn voor ons heel belangrijk, omdat we jullie meningen en ervaringen nodig hebben om de richtlijnen voor videoboeken voor dove kinderen te onderbouwen. Ze zijn ook voor jullie belangrijk, omdat jullie kunnen aangeven wat de onderwijswensen zijn ten aanzien van videoboeken voor dove kinderen. En ze zijn belangrijk voor dove kinderen, omdat het uiteindelijke doel van het project natuurlijk is dat er meer videoboeken voor dove kinderen beschikbaar komen. Wie De vragenlijst is in eerste instantie geschreven voor leerkrachten. Maar de vragen kunnen ook beantwoord worden door klasse-assistenten, groepsleiding, en andere betrokkenen. En uiteraard ook door ouders. Veel ouders zullen eerder al van het ÔSigning BooksÕ project de vragenlijst voor ouders hebben ontvangen. Maar als er ouders zijn die ook de vragenlijst voor het onderwijs willen invullen, dan kan dat. Er kunnen bij ons altijd extra exemplaren van de vragenlijst opgevraagd worden. De vragenlijst is zo algemeen mogelijk opgesteld Ð zodat deze bruikbaar is voor leerkrachten die werken met dove leerlingen van 3 tot ong. 18 jaar. Het is de bedoeling dat je de vragen invult, voor de groep waar je op dit moment mee werkt. Bij sommige vragen is er een onderscheid gemaakt naar de leeftijd van de leerlingen: kinderen van 3-8 jaar, kinderen van 9-12 jaar, en leerlingen van 13-18 jaar. Die scheidslijnen zijn niet heel exact. Kijk svp. zelf, welke vragen het meest geschikt zijn voor de groep waar je mee werkt. Als je (nu) niet met een bepaalde leeftijdsgroep werkt, beantwoord de vragen dan svp. voor de leeftijdsgroep, waarmee je de meeste ervaring hebt. Het is voor ons belangrijk dat je de vragen specifiek voor een bepaalde leeftijdsgroep invult, niet Ôvoor alle leeftijdenÕ. Bij het analyseren van de antwoorden, kunnen we dan namelijk de antwoorden per leeftijdsgroep analyseren.
-1 -
Signing Books Project Videoband Bij de vragenlijst hoort een videoband gemaakt met ÔtestbeeldenÕ voor het ÔSigning BooksÕ project. De vragen over de vorm van videoboeken (de vragen in hoofdstuk 5) en de vragen in hoofdstuk 6 zijn beter te begrijpen, als je de testbeelden hebt gezien. Maar ook als je de videoband niet gezien hebt, stellen we prijs op je antwoorden op de vragen. Bij vraag 5.1 kun je aangeven of je de testbeelden gezien hebt. Lespakket Verder is er een lespakket voor leerlingen. Als je de vragenlijst hebt ingevuld nadat je het lespakket met leerlingen in jouw groep hebt gebruikt, kun je dat bij vraag 5.2 aangeven. Opbouw van de vragenlijst De lijst is onderverdeeld in 6 hoofdstukken: 1. Persoonlijke gegevens 2. De groep leerlingen met wie je nu werkt 3. Wensen en ervaringen mbt. het GEBRUIK van videoboeken 4. Wensen en ervaringen mbt. De INHOUD van videoboeken 5. Wensen en ervaringen mbt. De VORM van videoboeken 6. Gelukkige Hans Sommige vragen lijken voor Nederland misschien niet zo relevant. De lijst wordt echter ook toegezonden aan leerkrachten in dovenonderwijs in andere landen van de Europese Unie Ð waar deze vragen misschien wŽl relevant zijn. De vormgeving van alle delen van de vragenlijst is hetzelfde: op de linkerpagina vind je de aanvullende teksten: toelichtingen bij de vragen, voorbeelden, citaten. Op de rechterpagina staan de vragen. De aanvullende informatie is deels specifiek voor videoboeken in gebarentaal. Bijvoorbeeld: citaten van leerkrachten die vertellen hoe zij gebruik maken van videoÕs in gebarentaal. Op de rechterpagina vragen we dan, of jij het daarmee eens bent, of je ook zo werkt, enz. Er zijn ook citaten die over horende kinderen gaan, bijvoorbeeld resultaten van onderzoek naar (en meningen over) de kwaliteit van boeken, films, tv-programmaÕs voor horende kinderen. Op de rechterpagina vragen we je dan, of je vindt dat diezelfde resultaten of meningen ook voor dove kinderen van belang zijn. Er zijn in de loop der jaren allerlei kwaliteitseisen en aanbevelingen gedaan voor boeken, films, tv-programmaÕs voor horende kinderen. We willen graag van jullie weten, of deze ook van toepassing voor dove kinderen. Soorten vragen 1. De vragen in de lijsten zijn zoveel mogelijk meerkeuze vragen, omdat die sneller in te vullen zijn. Bij de meerkeuze vragen kun je - tenzij anders vermeld Ð meerdere mogelijkheden aankruisen. Als je het niet eens bent met de keuzemogelijkheden of als je een toelichting wilt geven op een antwoord, doe dat dan! Meestal is daar op de linkerpagina ruimte voor, maar als dat niet genoeg is, gebruik dan de lege paginaÕs achterin het boekje. Bij de verwerking van de ingevulde lijsten tellen we niet alleen hoe vaak een bepaald antwoord is aangekruist, maar worden ook alle toevoegingen, idee‘n, enz. verwerkt. 2. Verder zijn er beoordelingsvragen met een 5-puntschaal. Op de 5-puntschaal omcirkel je het cijfer dat overeenkomt met jouw mening. Het is de bedoeling dat je dan maar ŽŽn cijfer omcirkelt. 3. Tenslotte zijn er een aantal vragen die je kunt beantwoorden met een rapportcijfer tussen 1-10 (1 heel erg slecht, 6 voldoende, 10 heel erg goed).
-2 -
Signing Books Project Invullen De vragenlijst kun je op school of thuis invullen, individueel of met een paar mensen tegelijk. Als je de vragenlijst met een paar mensen samen invult, vul dan svp. wel ieder een eigen lijst in. Bij de verwerking van de resultaten zullen we heel vaak tellen hoe vaak een bepaald antwoord is aangestreept. Een lijst die door 4 mensen samen is ingevuld, zou dan toch maar ŽŽn keer meetellen. De vragenlijst is erg lang. Omdat we ook de samenhang tussen de antwoorden op de verschillende onderdelen van de lijst willen onderzoeken, is het voor ons belangrijk dat je alle vragen probeert in te vullen. Je kunt dat eventueel wel over twee of meer dagen spreiden, waarbij je bv. op de eerste dag de vragen van het algemene deel invult en de vragen over het gebruik van video, en op de tweede dag de vragen over de inhoud en de vorm. Anoniem Alle gegevens van de lijsten worden anoniem verwerkt: dus zonder de naam van de invuller en zonder de naam van de school. Voor het verwerken van de vragenlijsten is het voor ons wel belangrijk dat we je naam weten, of in ieder geval weten op welke school je werkt Ð voor het geval we vragen hebben naar aanleiding van je antwoorden op de vragen. Verder is het voor ons belangrijk dat we weten hoeveel ervaring een invuller heeft met videoboeken in gebarentaal, wat zijn of haar idee‘n zijn over het gebruik van gebarentaal in het onderwijs aan dove leerlingen, en praktische zaken als: heb je een videorecorder in de klas, en: heb je een computer in de klas/groep waarop je CDROMs kunt afspelen. Ook is het belangrijk dat we weten met wat voor groep je werkt. Daarom worden er in hoofdstuk 1 allerlei persoonlijke vragen gesteld. Wanneer wij de resultaten van de lijsten invoeren in de computer krijgt iedere lijst echter een nummer Ð dat daarna niet meer gekoppeld kan worden aan een naam van een persoon of een school. Planning We hopen dat jullie de vragenijst voor de zomervakantie kunnen invullen en aan ons terugsturen. Tijdens de zomervakantie zullen de resultaten van de Nederlandse en de buitenlandse vragenlijsten door ons verwerkt worden. Na de vakantie ontvangen alle scholen dan een verslag van de resultaten van dit deel van het ÔSigning BooksÕ project. Vragen, suggesties, opmerkingen Als je vragen hebt over het project of over deze vragenlijst, dan kun je contact opnemen met Liesbeth Pyfers tel. 045 Ð 522 84 59 fax 045 Ð 523 30 29 email:
[email protected] postadres: Slakkenstraat 58 6431 NJ Hoensbroek - NL
-3 -
Signing Books Project ÒToen deze kinderen in de eerste klas kwamen, gebruikten we een combinatie van kinderliteratuur (klassieke kinderverhalen, niet beginnende leesboekjes) en gebarentaal om het Zweeds te leren. Veel leerkrachten in Zweden gebruiken nu AdamÕs boek (Christersson, 1990). AdamÕs boek is een combinatie van een boek met videobanden, geschreven door een leerkracht van dove kinderen. De bedoeling is dat de kinderen het Zweeds leren lezen, door naast elkaar een Zweedse gedrukte tekst te gebruiken Žn videobanden met daarop dezelfde verhaaltjes, verteld in gebarentaal. Het zijn vrolijke verhaaltjes over de belevenissen van een doof jongetje met zijn klasgenoten en zijn familie. (..) Het boek heeft volledige zinnen en verschillende grammaticale constructies en is niet geschreven zoals sommige beginnende leesboekjes Ð dus niet met een systematische opbouw van woorden en constructies, of met veel herhalingen. (..) Iedere week werken de kinderen met een nieuw verhaaltje. Eerst kijken ze naar de videoband, dan wordt deze besproken om te controleren of iedereen alles begrepen heeft, dan wordt er gepraat over een bepaald aspect van de Zweedse Gebarentaal. Voor alle kinderen, maar zeker voor die kinderen die minder ervaren zijn in gebarentaal, is dit het moment dat ze hun begrip voor verschillende aspecten van gebarentaal verbeteren. Net als alle kinderen vinden deze kinderen het heerlijk om het verhaal nog eens, en nog eens te zien. De leerkracht spoelt de band terug naar verschillende punten in het verhaal, en vraagt de kinderen om goed te kijken naar wat de verteller daar precies doet. Zo ontdekken de kinderen vanzelf allerlei aspecten van hun taal, de taal die ze zelf gebruiken. (..) De volgende dag lezen ze hetzelfde verhaaltje in het Zweeds. De leerkracht vertaalt de tekst dan in Zweedse gebarentaal, terwijl de kinderen naar de tekst en de plaatjes kijken. Ze bespreken een bepaald aspect van de Zweedse grammatica in het verhaaltje, en discussi‘ren over het verschil, of de overeenkomsten, met de grammatica van de Zweedse gebarentaal. (..) Langzaam maar zeker leren de kinderen zo om zelf te lezen. Dan wordt de gedrukte tekst op de eerste dag gelezen, en bekijken ze de videoband op de tweede dag om te controleren of ze de geschreven tekst inderdaad goed begrepen hebben. Zo gaan ze dan heel veel lees- en schoolboekjes lezen. (..) Als er bij een bepaald schoolboek geen videoband is, dan vertaalt de leerkracht de teksten zelf, in de klas. Naarmate de kinderen meer zelfstandig gaan lezen, komt de nadruk bij veel schoolvakken steeds meer op gedrukte teksten te liggen, en wordt er minder gebruik gemaakt van video. (..) Grootschalig gebruik van AdamÕs boek heeft duidelijk gemaakt dat er bij Dove kinderen en hun leerkrachten grote behoefte is aan dit soort materiaal: zowel voor het zelfbewustzijn van de kinderen, als vanuit taalkundig opzicht: lezen over Dove kinderen en hun alledaagse activiteiten in een positieve context, de grammatica leren van je eigen taal, en het Zweeds leren vanuit een het perspectief van een tweede taal die anders is dan je eigen eerste taal. (..)
-4 -
Signing Books Project Ook bij oudere leerlingen bleek er grote behoefte aan dergelijk materiaal. Inmiddels heeft dezelfde auteur een boek en videoband gemaakt met verhalen van en voor dove tieners. Bij deze productie is de videoband eerst gemaakt, en is het bijbehorende boek een vertaling van de verhalen die op de videoband staan.Ó (Mahshie, 1995, blz. 13-14)
-5 -
Signing Books Project
1. Persoonlijke gegevens 1-1.
Naam (hoeft niet):
1-2.
School:
1-3.
Geboortejaar:
19 É..
1-4.
Ben je
1-5.
Ben je
1-6.
Als je doof of slechthorend bent: op welke leeftijd ben je dat geworden?
5V 5M 5 Horend 5 Doof 5 Slechthorend 5 bij mijn geboorte 5 tussen 0-5 jaar oud 5 tussen 6-20 jaar oud 5 tussen 21-50 jaar oud 5 na mÕn 50ste
1-7.
Wat is je huidige functie?
1-8.
Wat is je eerste taal?
1-9.
Hoe goed beheers je het gesproken Nederlands? (Rapportcijfer tussen 1-10) Hoe communiceer jij meestal met dove kinderen en volwassenen?
1-10.
5 Nederlands 5 Nederlandse Gebarentaal (NGT) 5 anders, nl. ÉÉÉ..
5 (nog) niet 5 toen ik tussen 0-5 jaar oud was 5 tussen 6-10 jaar 5 tussen 11-20 jaar 5 tussen 21 Ð 50 jaar oud 5 na mÕn 50ste
1-11.
Wanneer heb je NGT geleerd?
1-12.
Hoe goed beheers je de Nederlandse Gebarentaal (NGT)? (Rapportcijfer tussen 1-10) Hoe vaak gebruik je zelf NGT om te communiceren?
1-13.
ÉÉÉÉ. 5 oraal 5 spreken met ondersteunende gebaren 5 gebarentaal 5 vingerspelling 5 Visi-C (Cued Speech)
-6 -
ÉÉÉÉ. 5 iedere dag 5 een paar keer per week 5 een paar keer per maand 5 heel af en toe 5 nooit
Signing Books Project
ÒIn verschillende onderzoeken (bij horende kinderen) is nagegaan wat kinderen onthouden van een verhaal dat op een cassettebandje wordt voorgelezen of dat ze op video kunnen zien. Kinderen blijken de inhoud van een verhaal beter te kunnen navertellen bij een video. Maar als ze naar een bandje geluisterd hebben, gebruiken ze bij het navertellen meer uitdrukkingen, dialogen en figuurlijk taalgebruik dat ze op het bandje gehoord hebben. Kinderen die naar de video gekeken hebben, zijn vaak onduidelijk in het aangeven van de personen (die ene jongen), terwijl kinderen die naar het bandje geluisterd hebben bij het navertellen vaker de namen van personen gebruikten. Tenslotte brengen kinderen die naar een bandje geluisterd hebben het verhaal bij het navertellen vaker in relatie met hun eigen situatie, en hebben ze meer originele idee‘n en reacties. Waarschijnlijk is dat omdat de tv-beelden z— dominant zijn, dat kinderen geen tijd hebben of niet aangezet worden om bij een verhaal eigen denkbeelden (letterlijk en figuurlijk) op te roepen. Ò (In: Beentjes & Walma van der Molen, 1998, blz. 34)
ÒEen film (bedoeld wordt een film voor horende kinderen) kan de weg plaveien die tot lezen leidt, want hij laat meestal in het geheugen van het kind iets tastbaars achter. Door de beeldenreeksen van een film kan de jeugd zich, geheel ongedwongen, een voorstelling maken van politieke, sociale en artistieke problemen van de tijd, waarin zij speelt en opgroeit. Dergelijke films zijn beslist niet educatief bedoeld en verliezen zich niet te veel in bijkomstige details, die eerder storend dan verrijkend werken. Nee, zij laten het wezenlijke van de vertelling uitkomen en richten zich op de essentie. Deze basis bevat niets literairs, maar grift zich moeiteloos in het geheugen van een kind, binnen een plezierige context.Ó Hoffman, 1997, blz. 9)
ÒDe meeste kinderen en jongeren kijken het liefst naar tv-programmaÕs met Ôlicht amusementÕ, waarvan ze waarschijnlijk weinig leren dat nuttig is op school.Ó (V.d. Voort, 1998, blz. 14)
ÒOnderzoeksgegevens Ð voorzover beschikbaar Ð geven de indruk dat televisie een negatief effect kan hebben op de schoolprestaties van kinderen Ð vooral op het gebied van begrijpend lezen, omdat kinderen door de televisie minder interesse hebben voor boeken, en minder tijd hebben om te lezen.Ó (V.d. Voort, 1998, blz. 15)
-7 -
Signing Books Project
1-14.
Heb je ervaring met dove kinderen tussen 0 Ð 4 jaar
5 nee 5 ja, É.. jaar
1-15.
Heb je ervaring met dove kinderen tussen 5 Ð 8 jaar
5 nee 5 ja, É.. jaar
1-16.
Heb je ervaring met dove kinderen tussen 9 Ð 12 jaar
5 nee 5 ja, É.. jaar
1-17.
Heb je ervaring met dove kinderen tussen 13 Ð 18 jaar
5 nee 5 ja, É.. jaar
1-18.
Hoeveel contact heb je met dove volwassenen?
5 iedere dag 5 een paar keer per week 5 een paar keer per maand 5 heel af en toe 5 nooit
1-19.
Kijk je zelf graag / vaak naar televisie en films?
5 heel graag / veel 5 gemiddeld 5 meestal alleen naar het journaal 5 nee
1-20.
Heb je thuis een videorecorder?
1-21.
Heb je thuis een video camera?
5 nee 5 ja 5 nee 5 ja
1-22.
Lees je zelf graag / veel?
5 heel graag / veel 5 gemiddeld 5 eigenlijk alleen voor mÕn werk 5 meestal alleen de krant 5 nee
1-23.
5 nee 5 voor mÕn administratie 5 email en internet 5 voor spelletjes 5 deze computer heeft een CD-ROM
Gebruik je thuis een computer?
drive
5 deze computer heeft een DVD drive
-8 -
Signing Books Project
ÒTelevisie kijken zou kunnen leiden tot een meer impulsieve manier van denken (geen tijd nemen om na te denken over een probleem maar onmiddellijk reageren) omdat het verplichte, snelle tempo van tv-programmaÕs het kind weinig tijd geeft om na te denken over de informatie die wordt aangeboden. Het kan ook zijn dat de televisie-programmaÕs zelf een voorbeeld geven van impulsief denken. In praat shows moet de ondervraagde onmiddellijk antwoord geven, en kan hij of zij zelfs niet een paar seconden de tijd nemen om over een antwoord na te denken. Iemand die graag de voor- en nadelen afweegt voor hij een antwoord geeft, zal nooit de eerste prijs winnen in een quiz.Ó (v.d.Voort, 1998, blz. 15).
ÒTelevisie kijken kan een negatief effect hebben op de fantasie en de creativiteit van kinderen. Kinderen hoeven niets zelf te visualiseren, maar krijgen de beelden kant en klaar aangeboden. Kinderen die veel tv kijken kunnen bij het lezen van een boek niet zelf de beelden oproepen, en zijn minder goed in het bedenken van originele idee‘n en oplossingen.Ó
ÒUit het onderzoek blijkt dat televisie het medium is dat (horende) jongeren het meest frequent gebruiken. (..) De belangrijkste voordelen die jongeren spontaan noemen zijn: q Tv biedt veel variatie. De meeste jongeren zouden, als ze verbannen zouden worden naar een onbewoond eiland, in ieder geval een televisietoestel mee willen nemen. Dan blijf je op de hoogte en er is altijd wel iets van je gading te zien. q Tv is ontspannend. ÒBij tv kun je lekker gaan liggen, het komt op je af. Tijdschriften moet je zelf gaan lezen, en van al die lettertjes worden je ogen moe.Ó q Tv is actueel en biedt veel nieuws. De televisie biedt jongeren verder erg veel bouwstenen voor het ontwikkelen van hun identiteit. Hoe bouw je een relatie op (en hoe niet), hoe bepaal je de scheidslijn tussen goed en kwaad, hoe maak je je populair (en hoe beslist niet), het is allemaal dagelijks op televisie te zien.Ó (P. Sikkema, 1996)
-9 -
Signing Books Project
2. De leerlingen met wie je nu werkt 2-1.
2-2.
Hoeveel ervaring heb je met leerlingen in deze leeftijdsgroep
ÉÉ.. Jaar
Hoeveel leerlingen zitten er nu in jouw groep?
Jongens: ÉÉ. Meisjes: ÉÉ..
2-3.
Hoe oud zijn deze leerlingen nu?
2-4.
Zijn ze allemaal vroeg-doof (dwz doof geworden voor de derde verjaardag) ?
5 ja 5 nee, nl.
2-5.
Zijn er MG-leerlingen bij?
5 nee 5 ja, nl.
2-6.
Wat is de eerste taal van deze leerlingen?
5 É.. leerlingen: NGT 5 É.. leerlingen: Nederlands met gebaren 5 É.. leerlingen: gesproken Nederlands 5: .. .. leerlingen: Visi-C / Cued Speech 5 É.. leerlingen anders, nl.:
2-7.
Hoe communiceer jij met deze leerlingen?
5 É.. leerlingen: NGT 5 É.. leerlingen: Nederlands met gebaren 5 É.. leerlingen: gesproken Nederlands 5: .. .. leerlingen: Visi-C / Cued Speech 5 É.. leerlingen anders, nl.:
2-8.
Hoe communiceren deze leerlingen thuis, met hun ouders en evt. broertjes/zusjes?
5 É.. leerlingen: NGT 5 É.. leerlingen: Nederlands met gebaren 5 É.. leerlingen: gesproken Nederlands 5: .. .. leerlingen: Visi-C / Cued Speech 5 É.. leerlingen anders, nl.:
- 10 -
Signing Books Project
ÒWe richten de aandacht van de kinderen niet zozeer op de afzonderlijke woorden, en doen niet alsof je gebarentaal woord voor woord in het Zweeds kunt vertalen Ð of vice versa. Bij de combinatie van video en tekst gaat het ons erom dat we het gedrukte Zweeds in zinvolle eenheden introduceren. Ons doel is dat we de kinderen helpen om langzaam maar zeker zelf te ontdekken wat de verschillen en wat de overeenkomsten zijn in de manier waarop de twee talen betekenissen uitdrukken.Ó (Mahshie, 1995, blz. 27). ÒWe hadden buitenlandse bezoekers die kwamen kijken bij een leesles van onze (dove) tweede klassers. Ik gaf de leerlingen een behoorlijk moeilijke tekst. Het was een oud sprookje, plechtige, ouderwetse taal. Helemaal niet makkelijk. De kinderen lazen het en hadden er helemaal geen problemen mee hoewel ze het verhaal voor het eerst zagen. De vijf kinderen in deze groep (8-9 jarigen) zijn echte lezers. Ze stonden daar en keken echt naar de tekst, dachten erover na, vertaalden het voor zichzelf, en vertelden ons het verhaal vervolgens in gebarentaal. De bezoekers waren verbaasd, niet alleen omdat de kinderen deze tekst zelfstandig konden lezen, maar omdat ze ook commentaar gaven op elkaars gebarentaal bij de vertaling. Ze zeiden dingen tegen elkaar als: Ik denk dat dat een beetje te Zweeds is, dat is niet echt goede gebarentaal Ð we moeten een veel betere oplossing zoeken om dat stuk te gebaren." Ze discussieerden met elkaar over de grammatica van de twee talen, en ik denk dat ons doel is. Ze weten wat ze doen. Ze weten dat er twee talen zijn, en dat die twee talen dezelfde betekenis kunnen uitdrukken, maar op heel verschillende manieren.Ó (G. Christersson, in Mahshie 1995. Blz 2).
- 11 -
Signing Books Project
2-9.
Hoe goed beheersen deze leerlingen de Nederlandse gebarentaal?
2-10.
Krijgen deze leerlingen op school les in ÒNederlandse GebarentaalÓ?
2-11.
5 É.. leerlingen: heel goed 5 É.. leerlingen: middelmatig 5 É.. leerlingen: nauwelijks 5 É.. leerlingen: helemaal niet 5 ja, nl. É uur per week 5 nee 5 nee 5 ja, É. Leerlingen
2-12.
Zijn er leerlingen bij die zo slecht zien dat ze (ook met een bril) problemen hebben met het kijken naar tv? Heb je een videorecorder in de klas?
2-13.
Heb je een computer met CDROM in de klas?
5 ja 5 wel een computer, geen CDROm speler 5 gedeeld met ÉÉ andere klassen 5 nee
2-14.
Heb je de beschikking over een videocamera waarmee je zelf video kunt opnemen in je klas?
5 ja 5 gedeeld met É.É andere klassen 5 nee
5 ja 5 gedeeld met ÉÉ. andere klassen 5 nee
Als je leerlingen tussen 3-7 jaar oud zijn: 2-15.
Denk je dat deze leerlingen goede lezers kunnen worden?
5 nee 5 dat is nog niet te zeggen 5 ja, van ÉÉ.. leerlingen ben ik daar vrij zeker van
Als je leerlingen 8 jaar of ouder zijn: 2-16.
Wat is het leesniveau van de leerlingen in deze groep?
5 woordniveau: bekende woorden worden herkend
5 zinsniveau: zinnen (met bekende woorden, bekende structuren) worden goed begrepen
5 tekstniveau: leerlingen kunnen een korte tekst zelfstandig, met begrip lezen
5 Makkelijk lezen: leerlingen kunnen boekjes 5 5
- 12 -
met het Makkelijk Lezen vignet zelfstandig lezen de leerlingen lezen op het niveau van horende leeftijdgenoten anders, nl.:
Signing Books Project
ÒAls horende kinderen een gedrukte tekst lezen, kunnen ze de informatie in hun eigen tempo verwerken, maar ze moeten wat ze lezen wel zelf in hun hoofd omzetten in beelden en betekenissen. Als ze naar een verhaal luisteren op de radio, of van een cassettebandje, worden ze (net als bij tv) gedwongen om een vast tempo aan te houden, maar de intonatie van de verteller, geluidseffecten, en muziek geven steun bij het oproepen van beelden en betekenissen. Bij tv worden geluid en bewegende beelden gebruikt, en kunnen beelden en betekenissen kanten-klaar aangeboden worden. Toch kun je niet zonder meer zeggen dat informatie die via tv wordt aangeboden, beter verwerkt wordt dan informatie die via andere media (gedrukte tekst, geluidsbandje) wordt aangeboden. Onderzoek bij horende kinderen heeft aangetoond dat als een gesproken tekst niet aansluit bij de beelden en niet dezelfde betekenis weergeeft, dat kinderen dan de aandacht richten op de beelden en geen aandacht schenken aan de gesproken tekst. Bovendien benadrukken de verschillende media verschillende aspecten van een verhaal. Bij een gedrukt verhaal ligt de nadruk op de taal: de woorden en zinsconstructies. Bij radio of audiocassettes ligt de nadruk op de intonatie, de melodie van de taal. Bij televisie worden ligt het accent daarentegen op handelingen en emoties.Ó (In: Beentjes & Walma van der Molen, 1995, blz. 32)
ÒEerst vertelde ik) het verhaal van Icarus in BSL (British Sign Language aan de kinderen. (..) Ik vertelde het verhaal zonder gebruik te maken van plaatjes, omdat ik wilde dat de kinderen zelf beelden opriepen in gedachten terwijl ik vertelde. Ik had wel plaatjes, en die hebben we bekeken nadat we nagepraat hadden over het verhaal. Ò (Sarah Head, inBilingual Education for Deaf Children, from Policy to Practice, Nottingham 1990, blz. 10)
- 13 -
Signing Books Project
2-17.
2-18.
2-19.
5 nee 5 É. 5 É. 5 É. 5 nee Kunnen de leerlingen de ÔgewoneÕ ondertiteling van buitenlandse tv-programmaÕs 5 É. 5 É. zelfstandig lezen? 5 É.
Kunnen de leerlingen de ondertiteling van het jeugdjournaal zelfstandig lezen?
Wat is het onderwijsniveau van deze groep?
Leerlingen kunnen dat enigszins Leerlingen kunnen dat redelijk Leerlingen kunnen dat goed
Leerlingen kunnen dat enigszins Leerlingen kunnen dat redelijk Leerlingen kunnen dat goed Vergelijkbaar met het reguliere onderwijs, Groep ÉÉÉ
Als je leerlingen 12 jaar of ouder zijn: 2-20.
Leren de leerlingen in deze groep een vreemde taal?
5 nee 5 ja, gesproken ÉÉÉÉÉÉÉ.. 5 ja, geschreven ÉÉÉÉÉÉÉÉ
2-21.
Leren de leerlingen in deze groep een ÔvreemdeÕ gebarentaal?
2-22.
Wat is volgens jou de favoriete ÔvreemdeÕ gebarentaal bij dove jongeren?
5 nee 5 ja, namelijk: ÉÉÉÉÉÉÉÉ 5 Amerikaanse Gebarentaal 5 ÒInternational SignÓ 5 anders, namelijk: ÉÉÉÉÉÉÉÉ 5 dat weet ik niet
- 14 -
Signing Books Project
Televisiemakers willen dat programmaÕs voor kinderen voldoen aan de volgende kenmerken: a. origineel b. goed script c. het juiste tempo d. informatief e. het moet over kinderen gaan f. afgestemd zijn op de belevingswereld van kinderen g. kinderen worden serieus genomen. Moeders vinden dat programmaÕs voor kinderen moeten voldoen aan de volgende kenmerken: a. begrijpelijk b. esthetisch verantwoord c. een programma moet de aandacht van het kind vasthouden d. leuk, amusant e. onschadelijk (geen negatieve effecten) f. geloofwaardig g. er moeten goede voorbeelden (rolmodellen) in voorkomen h. er moeten kinderen in meespelen i. verrassend Kinderen vinden dezelfde kenmerken belangrijk als moeders, maar willen ook dat tv-programmaÕs: j. ontspannend zijn en k. tot nadenken stemmen.
Ouders denken dat tv kijken bij horende kinderen kan leiden tot meer: • Angst gevoelens • Nachtmerries • Slaapproblemen • Agressie (door gewelddadige films op tv)
- 15 -
Signing Books Project
3. 3-1.
3-2.
Wensen en ervaringen mbt. het GEBRUIK van videoboeken In Nederland kijkt een horend kind gemiddeld 105 minuten (1 uur en 3 kwartier) per dag naar de tv. Denk je dat de leerlingen in jouw groep gemiddeld meer of minder tv-kijken dan horende kinderen? Merk je wel eens dat leerlingen in jouw groep dingen uit ÔhorendeÕ tv-programmaÕs verkeerd begrijpen?
5 minder: gemid. É.. minuten per dag 5 ongeveer hetzelfde als horende kinderen 5 meer: gemid. ÉÉ minuten per dag 5 dat weet ik niet 5 nee 5 ja 5 na sommige programmaÕs zijn mijn leerlingen 5 5 5
extra angstig na sommige programmaÕs zijn mijn leerlingen extra agressief sommige programmaÕs leiden bij mijn leerlingen eerder tot slaapproblemen / nachtmerries Sommige programmaÕs leiden tot andere misverstanden/problemen, namelijk:
3-3.
Vanaf welke leeftijd denk je dat het ÔgemiddeldeÕ dove kind het verschil merkt tussen een video met, en een video zonder gebarentaal?
5 vanaf 2 jaar 5 vanaf 3 jaar 5 vanaf 4 jaar 5 vanaf 5 jaar 5 later: vanaf 5 dat weet ik niet
3-4.
Hoe bruikbaar zijn videoÕs in gebarentaal voor de leerlingen in jouw groep?
5 niet bruikbaar 5 bruikbaar 5 heel erg bruikbaar 5 weet ik niet
3-5.
Kijk je samen met de leerlingen in jouw groep naar tv-programmaÕs?
5 nee 5 ja, af en toe 5 heel regelmatig 5 dagelijks
3-6.
Kijk je met de leerlingen in jouw groep naar videobanden?
5 nee 5 ja, af en toe 5 heel regelmatig 5 dagelijks
3-7
Welke tv-programmaÕs en/of videoÕs zijn in jouw groep favoriet?
3-8.
Heb je in de klas videoÕs met gebarentaal?
- 16 -
5 nee 5 ja: ..É banden
Signing Books Project
ÒWe wezen de kinderen iedere keer heel nadrukkelijk op het verschil: Dit is gebarentaal, dit is Zweeds, iedere keer weer. En het heeft gewerkt. Deze kinderen zitten nu in de vijfde klas. In de eerste twee jaar gebruikten we de videobanden en de boekjes, met iedere week een ander boek. In de derde klas waren de videoÕs niet meer nodig, omdat ze goede lezers waren geworden. Toen hebben we de videobanden laten schieten, en zijn we gewone verhalen en tekstboeken zonder videobanden gaan gebruiken. Ze konden het toen zelf andersom gaan doen Ð ze lazen eerst het Zweeds, en vertaalden dat dan terug in gebarentaal. Aan het eind van het vierde jaar konden ze zelfstandig lezen en hoefde ik niet zo vaak meer te controleren. Ik wist dat ze konden lezen; als ze iets niet begrepen, dan vroegen ze het wel aan me. Ik denk dat ze zich bewust waren geworden van de verschillen tussen de twee talen, en dat dat het belangrijkste is geweest. (G. Christerrson, in Mahshie, blz. 16).
- 17 -
Signing Books Project
3-9.
Wat voor videoÕs zijn dit?
5 offici‘le uitgaven (bv. Het Zakmes met NGT) 5 videoÕs die bij ons op school gemaakt zijn 5 videoÕs die ik zelf in de klas gemaakt heb 5 anders:
3-10.
Staan deze videoÕs ook in de schoolbibliotheek? Geef je deze videoÕs mee aan leerlingen om thuis te bekijken? Waarom gebruik videoboeken met jouw groep / of waarom zou je ze met jouw groep willen gebruiken? q als ontspanning
5 ja: É É banden 5 nee 5 ja 5 nee
3-11. 3-12.
q q q q q q
q
om de kennis van de wereld vergroten om interesse wekken voor boeken (leesrijpheid) om leerlingen het verschil te leren tussen gebarentaal en geschreven Nederlands bij het leren lezen: eerst naar de video kijken, dan de tekst in het boek lezen om leerlingen te laten kennis maken met verhalen, en verhaalstructuren om de leerlingen beelden te laten zien van andere dove kinderen, dove volwassenen om gebaren te leren
q
3-13.
om leerlingen een goed voorbeeld te geven van NGT Waarom denk je dat leerlingen in jouw groep thuis videoboeken zouden moeten kijken? q als ontspanning q q q q
q
q
om met met horende leeftijdgenootjes naar te kijken om met ouders en andere volwassenen naar te kijken voor de ouders: om gebarentaal te leren voor de ouders: als voorbeeld hoe ze samen met hun kind boeken kunnen lezen voor familieleden, vrienden enz.: om een positief beeld te krijgen van dove kinderen, dove volwassenen om de taalontwikkeling van het kind te stimuleren - 18 -
Niet belangrijk (1)
Heel belangrijk (5)
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
3
Heel belangrijk (5) 4 5
Niet belangrijk (1) 1 2 -
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
Signing Books Project
Horende kinderen kijken vanaf 2, 2 _ jaar tv. Tv-kijken is voor horende kleuters de ŽŽn na belangrijkste vrijetijds besteding (na spelen). Voor horende tieners is tv kijken de belangrijkste vrijetijds besteding.
ÒBij
de formele erkenning van de NGT dient te worden vastgesteld dat deze erkenning zich ook uitstrekt tot de cultuur in die taal. Vanuit een algemene politieke verantwoordelijkheid voor de NGT dient de overheid financi‘le ruimte te scheppen voor een stimulerend beleid gericht op de ontwikkeling van kunstproducties in de NGT. Zij dient ook voorstellen te ontwikkelen om de toegankelijkheid van musea en culturele voorstellingen ten gunste van dove bezoekers te bevorderen. (..) Met betrekking tot de media dient de overheid te waarborgen dat een zo groot mogelijk deel van de televisie-programmaÕs van zowel de publieke als commerci‘le omroepen wordt ondertiteld en tot afspraken te komen met betrekking tot het gebruik van de gebarenpostzegel. Een wekelijks uit te zenden TV-programma voor doven in en over de NGT en over dovencultuur dient prioriteit te krijgen.Ó (MŽŽr dan een gebaar, Rapport van de Commissie Nederlandse Gebarentaal, 1997)
- 19 -
Signing Books Project
q q
3-14.
om de wereldkennis van het kind te vergroten anders:
Hoe gebruik je videoprogrammaÕs in de klas?
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
5 voor tussendoor, in ÔlegeÕ uurtjes 5 ik heb daar iedere dag tijd voor ingepland 5 Ik heb daar iedere week tijd voor ingepland 5 ik geef ze mee met de kinderen, om thuis te bekijken
3-15.
Wat doe je met een videoprogrammaÕs?
3-16.
Hoe kijk je met de leerlingen naar een video of tv-programma, gemaakt voor horende kinderen?
5 ÉÉ. 5 we kijken er gezamenlijk na 5 we praten erover na 5 we doen er allerlei verwerkings-activiteiten bij 5 we maken zelf video 5 ÉÉÉ. 5 in de klas kijken we daar niet naar 5 we kijken gewoon 5 ik vertel vooraf waar het over gaat 5 iemand staat naast de tv, en vertolkt alles wat er gezegd wordt
5 iemand staat naast de tv, en vertelt het verhaal in eigen woorden na
5 ik vertel het verhaal in gebaren, we bekijken een stukje van de video, ik vertel het volgende stukje, dat bekijken we, enz.
5anders, nl. ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ 3-17.
Wat gebruik je het meest ? q VideoÕs met gebarentaal
Nooit
q
3-18.
3-19.
1
-
2
-
3
-
4
Heel vaak 5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
ÒHorendeÕ video- en tv-programmaÕs met ondertiteling q ÒHorendeÕ video- en tv-programmaÕs zonder ondertiteling q VideoÕs die bij ons op school gemaakt zijn q VideoÕs die we samen met de leerlingen gemaakt hebben Hoe lang kunnen de leerlingen in jouw groep Ð gemiddeld Ð hun aandacht houden bij een ÔhorendeÕ video of een gewoon tvprogramma (dus zonder gebarentolk)?
5 5 minuten 5 5-15 minuten 5 15-30 minuten 5 het hele programma
Hoe lang kunnen de leerlingen in jouw groep Ð gemiddeld Ð hun aandacht houden bij een video die speciaal gemaakt is voor dove kinderen Ð dus met gebarentaal?
5 5 minuten 5 5-15 minuten 5 15-30 minuten 5 het hele programma
- 20 -
Signing Books Project
- 21 -
Signing Books Project
Nederlandse videoboeken voor dove kinderen (juni Õ98) Num
Wel
Gebruikt
mer
eens
in de
gezien
groep
Titel
Uitgever, jaartal
1
Lang leve de koningin
OV AÕdam, 1998
2
De soldaat van Oranje
OV AÕdam, 1998
3
De tasjesdief
OV AÕdam,1996
4
Het zakmes
OV AÕdam, 1995
5
Griezelverhalen
OV AÕdam, 1995
6
Bij uil thuis
Guyot, 199
7
Het goud van de Santa Maria
Guyot. 199
8
Het eerste Kerstfeest
Guyot, 1995
9
Klein mannetje helpt een vriend
Guyot, 199
10
Onno het varkentje
Guyot, 1995
11
Als je dood bent, word je nooit meer
Guyot, 199
beter 12
ThemaÕs rondom puberteit
Guyot, 1995
13
Taalplan Kleuters, 1-20
Effatha, 1997
14
De Kijkbijbel onder Handbereik, 1-3
Effatha, 1998
16
Prins Dani‘l
Dit Koningkind, 1996
17
De Wonderen van Elisa
Dit Koningkind, 1996
18
Het geheim van Luther
Dit Koningkind, 1996
19
Alle Hens aan Dek (1-3)
ViTaal, 1994
20
Sprookjes voor dove kinderen, 1, 2
FODOK, 1990, 1995
21
Wip Wap
NSDSK, 1997
22
Po‘zie in gebarentaal (Wim Emmerik)
Het Komplex, 1995
23
De man, de stad en het boek
Handtheater, 1996
NB: in het overzicht zijn woordenboeken op CD-ROM, en videoÕs om gebarentaal te leren niet opgenomen, omdat het ÔSigning BooksÕ project daar geen onderzoek naar doet; in het - 22 -
Signing Books Project ÔSigning BooksÕ project gaat het ons om verhalende en informatieve videoÕs in of met gebarentaal.
- 23 -
Signing Books Project
3-20.
Wordt er in jouw groep voorgelezen in NGT?
5 ja: 5 ik lees zelf voor in NGT 5 iemand anders leest voor in NGT (klasseassistent, collega, enz.)
5 nee, er wordt niet voorgelezen in NGT 5 omdat ik daar geen voorstander van ben 5 omdat dat niet kan / nodig is in mijn groep 5 ik zou het wel willen, maar het is praktisch niet uitvoerbaar Wordt er helemaal niet voorgelezen, of lees je op een andere manier voor? 5 helemaal niet 5 op een andere manier, namelijk:
3-21.
Als er in jouw groep voorgelezen wordt, hoe vaak gebeurt dit dan?
5 dagelijks 5 enkele keren per week 5 ŽŽn keer per week 5 minder dan ŽŽn keer per week
3-22.
Zou je meer willen voorlezen?
5 ja 5 nee
3-23.
Laat je de leerlingen in jouw groep zelf (prenten-)boeken voorlezen (leesvertellen?) Maak je nu gebruik van videoÕs in gebarentaal in plaats van zelf voorlezen? Als je daar nu geen gebruik van maakt, zou je dat dan wel willen? Wat is voor jou het grootste struikelblok?
5 ja 5 nee
3-24. 3-25. 3-26.
5 ja 5 nee 5 ja 5 nee 5 we hebben geen videorecorder in de klas 5 we hebben op school bijna geen videoboeken voor dove kinderen
5 er zijn in Nederland te weinig geschikte videoboeken voor dove kinderen
5 ik weet niet welke videoboeken voor dove kinderen er in Nederland zijn
5 geen tijd 5 3-27.
Laat je leerlingen opdrachten doen met video, bv. zichzelf opnemen terwijl ze een verhaal vertellen, of vragen beantwoorden bij een tekst?
- 24 -
ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ
5 ja 5 nee
Signing Books Project
- 25 -
Signing Books Project
Leer je de leerlingen hoe ze Ômet begripÕ naar videoboeken in gebarentaal kunnen kijken - zoals ze ook leren om gedrukte teksten met begrip te lezen? Als er een lespakket zou zijn voor ÔbegrijpendÕ kijken naar videoboeken Ð zou je daar belangstelling voor hebben?
5 ja 5 nee
3-30.
Kijk je met jouw groep wel eens naar de Videokrant van Dovenschap?
5 ja, regelmatig 5 een heel enkele keer 5 nee
3-31.
Als er een Videokrant junior zou zijn, met interviews, verhalen, informatie, enz. voor dove kinderen en jongeren - Zou je daar belangstelling voor hebben?
5 ja 5 dat weet ik niet 5 nee
3-28.
3-29.
- 26 -
5 ja 5 dat weet ik niet 5 nee
Signing Books Project
ÒWe maakten ooit mee dat een (horend) meisje van ongeveer een jaar of negen
twee dagen na elkaar dezelfde film kwam zien. Toen we haar naar de reden vroegen, zei ze: ÓGisteren heb ik de ondertiteling gelezen, vandaag kom ik naar de film kijken.Ó (Hoffman 1997, blz. 7)
Een Amerikaanse ouder van een doof kind van 4 jaar: Òals de televisie aanstaat, hebben we altijd de ondertiteling erbij aan. Eerst lette hij er helemaal niet op, maar nu merken we dat hij steeds meer woorden herkent in de ondertiteling. Ondertiteling van tv-programmaÕs is de grootste uitvinding van deze eeuw om dove kinderen te leren lezen.Ó
- 27 -
Signing Books Project
4. Wensen en ervaringen mbt. de INHOUD van videoboeken 4-1.
4-2.
Waar beoordelen leerlingen in jouw groep een video op?
Niet belangrijk (1)
Heel belangrijk (5)
q
de presentator
1
-
2
-
3
-
4
-
5
q
het verhaal
1
-
2
-
3
-
4
-
5
q
de plaatjes, tekeningen
1
-
2
-
3
-
4
-
5
q
of er wel of niet film bij is
1
-
2
-
3
-
4
-
5
q
of er wel of niet gebarentaal bij is
1
-
2
-
3
-
4
-
5
q
hoeveel actie er te zien is
1
-
2
-
3
-
4
-
5
q
of ze de hoofdpersonen kennen van tv / film
1
-
2
-
3
-
4
-
5
q
of er een boek bij is
1
-
2
-
3
-
4
-
5
q
hoe lang een video duurt
1
-
2
-
3
-
4
-
5
q
het tempo van een video (flitsend, of lange stukken met weinig veranderingen in het beeld)
1
-
2
-
3
-
4
-
5
q
of ze de gebarentaal goed kunnen volgen
1
-
2
-
3
-
4
-
5
q
Anders, nl:
1
-
2
-
3
-
4
-
5
Wat voor soort videoboeken moeten er volgens jou komen, voor leerlingen in jouw groep?
Niet belangrijk (1)
Heel belangrijk (5)
q
bij prentenboeken
1
-
2
-
3
-
4
-
5
q
bij ÔMakkelijk LezenÕ boeken
1
-
2
-
3
-
4
-
5
q
bij alle goede jeugdliteratuur
1
-
2
-
3
-
4
-
5
q
ÔhorendeÕ jeugdfilms met tolk
1
-
2
-
3
-
4
-
5
q
ÔhorendeÕ tekenfilms met tolk
1
-
2
-
3
-
4
-
5
q
ÔhorendeÕ tv-programmaÕs met tolk
1
-
2
-
3
-
4
-
5
q
ÔhorendeÕ educatieve tv / videoÕs, met tolk videoÕs die speciaal gemaakt zijn voor dove kinderen, met verhalen voor en over dove kinderen en volwassenen informatieve videoÕs die speciaal gemaakt zijn voor dove kinderen / jongeren anders nl: ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
q
q q
- 28 -
Signing Books Project
De Stichting Cinekid gaat videofilms bedoeld voor horende kinderen een kwaliteitskeurmerk geven: de Cinekid-klapper. Door middel van de ÔklapperÕ wil Stichting Cinekid kinderen en ouders helpen hun keus te maken voor kinder- en jeugdfilms die stimulerend zijn, die de fantasie en de ontdekkingszin prikkelen en die verrijkend zijn voor de cognitieve en emotionele beleving voor kinderen. De beoordeling gebeurt aan de hand van de volgende criteria: 1. Het idee Is het interessant? Origineel of vernieuwend? Stimuleert het de kijker tot nadenken of handelen? Stimuleert het de creativiteit? Is het een spannend, mooi, leuk idee? 2. Het script Is de structuur goed? Evenwichtig? Is er goede research naar het onderwerp gedaan? Is er sprake van een ontwikkeling? Zijn de dialogen treffend? Zijn de personages goed gekozen? 3. De realisatie Wordt het idee in de video of film goed uitgewerkt (waarbij stijl, spel, camera, geluid, montage, muziek en eventueel nasynchronisatie in de beoordeling betrokken worden) heeft het een uitgebalanceerd ritme? 4. De doelgroep Is er aansluiting bij de beoogde leeftijd? Laten de personages een interessante karakterontwikkeling zien? Worden hun motieven duidelijk? Zijn er identificatiemogelijkheden? Is de tijdsduur / lengte geschikt? 5. De ethiek Zet de video/film kinderen aan het denken? Worden kinderen / jongeren serieus genomen?
- 29 -
Signing Books Project
4-3.
4-4.
4-5.
4-6.
4-7.
Op de pagina hiernaast staan de criteria van Cinekid, voor films voor horende kinderen. Vind je dat er ook een beoordeling moet komen van de kwaliteit van videoboeken voor dove kinderen? De leeftijdsindeling van Cinekid is nu: Jonger dan 7, 7-15, 15 en ouder. Is deze indeling ook geschikt voor videoboeken in gebarentaal?
Hoe belangrijk zijn de Cinekid criteria bij de beoordeling van videoboeken voor de leerlingen met wie jij werkt? 1. Het idee (Is het interessant? Origineel of vernieuwend? Stimuleert het de kijker tot nadenken of handelen? Stimuleert het de creativiteit? Is het een spannend, mooi, leuk idee?) Het script: Is de structuur goed? Evenwichtig? Is er goede research naar het onderwerp gedaan? Is er sprake van een ontwikkeling? Zijn de dialogen treffend? Zijn de personages goed gekozen? De realisatie : Wordt het idee in de video of film goed uitgewerkt (waarbij stijl, spel, camera, geluid, montage, muziek en eventueel nasynchronisatie in de beoordeling betrokken worden). Heeft het een uitgebalanceerd ritme? De doelgroep: Is er aansluiting bij de beoogde leeftijd? Laten de personages een interessante karakterontwikkeling zien? Worden hun motieven duidelijk? Zijn er identificatie-mogelijkheden? Is de tijdsduur / lengte geschikt? De ethiek: Zet de video / film kinderen aan het denken? Worden kinderen serieus genomen? Vind je dat deze criteria dan uitgebreid moeten worden met een aantal criteria die specifiek zijn voor videoÕs voor dove kinderen? Als je vindt dat deze criteria uitgebreid moeten worden: welke criteria moeten er dan Ð volgens jou Ð aan toegevoegd worden? De gebarentaal De gebarentaal is correct Ð qua woordenschat, syntaxis, gebruik. De presentatie De presentatie van de gebarentaal is goed afgestemd op het doel en de doelgroep (leeftijd) van de video. De opname/weergave van de gebaren De gebaren zijn steeds goed te zien, goed belicht, voldoende groot en goed te volgen voor de kijker.
- 30 -
5 ja 5 dat weet ik niet 5 nee 5 ja 5 nee, liever de volgende indeling: ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ
Niet belangrijk (1)
Heel belangrijk (5)
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
5 nee 5 dat weet ik niet 5 ja
Niet belangrijk (1)
Heel belangrijk (5)
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
Signing Books Project
ÒEen geschreven tekst die vertaald wordt in gebarentaal, is natuurlijk het product van een cultuur en een gemeenschap waarin geschreven teksten een zeer grote rol spelen. Wat we niet weten is: 1. Of een verhaal begrepen en gewaardeerd wordt door dove kijkers (van verschillende leeftijden) als dat verhaal letterlijk vertaald wordt in gebarentaal. Misschien moet het verhaal aangepast worden aan (enkele aspecten van) de manier waarop verhalen verteld worden in culturen zonder schrifttaal? Is dat afhankelijk van de (gebaren)-taalvaardigheid van de kijker? Is het afhankelijk van de verwachtingen van de kijker ten opzichte van verhalen in gebarentaal? 2.
Als een verhaal aangepast moet worden: hoe moet dat dan gebeuren? Is het voldoende om plaatjes toe te voegen die de relatie leggen naar een bepaalde situatie en naar concrete zaken? Moeten er toelichtingen of voorbeelden worden toegevoegd in gebarentaal, en/of moet het hele verhaal herschreven worden, zodat het voldoet aan de verhaalstructuren van gebarentalen, en aan de manier waarop gebruikers van gebarentalen informatie verwerken? Dat wil zeggen: op welk niveau moet een tekst dan aangepast worden: op woord of zinsniveau, of op tekstniveau?Ó (Branson, J., D. Miller, I. G. Marsaja,1996)
- 31 -
Signing Books Project
Geluid De kwaliteit van de voice-over en/of andere geluidsaspecten is goed en is afgestemd op het doel en de doelgroep van de video. Ondertiteling De ondertiteling is goed en afgestemd op het doel en de doelgroep van de video.
4-8.
Herkenbaarheid/ begrijpelijkheid De video / film is voor dove kijkers goed te volgen, herkenbaar en/of begrijpelijk. Zijn er andere criteria die belangrijk zijn bij de beoordeling van videoboeken voor dove leerlingen?
- 32 -
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
Signing Books Project
Horende kinderen die tv kijken, kijken niet continu naar het scherm, maar kijken ook veel om zich heen. Zodra het geluid van de tv verandert, kijken ze weer naar het scherm. Dove kinderen verliezen het contact met het programma, zodra ze wegkijken. Is tv kijken daarom vermoeiender voor dove kinderen? Moet een videoboek daarom vooral niet al te lang zijn? Moet een videoboek daarom opgebouwd zijn uit korte, samenhangende fragmenten, met duidelijke overgangen en ÔoogpauzesÕ voor het volgende fragment begint?
Een gedrukte tekst is meestal verdeeld in hoofdstukken. Ieder hoofdstuk begint op een nieuwe pagina en heeft een titel of een nummer. Ieder hoofdstuk is weer verdeeld in paragrafen, die aangegeven worden door een regel wit. In de inhoudsopgave vind je de titels van de hoofdstukken, en de bladzijde nummers. Een videoband heeft geen echte ÔhoofdstukÕ indeling, en meestal geen inhoudsopgave. Sc•ne wisselingen worden soms gebruikt als een soort van ÔparagraafÕ aanduiding Ð maar sc•ne wisselingen kunnen ook midden in een ÔparagraafÕ voorkomen. Is het bij videoboeken belangrijk dat er een duidelijke indeling is in hoofdstukken, en in paragrafen?
- 33 -
Signing Books Project
5. Wensen en ervaringen mbt. de VORM van videoboeken 5-1.
Heb je de videoband Ôtestbeelden kinderenÕ van het Signing Books project gezien?
5 ja 5 nee
5-2.
Heb je met jouw groep het lespakket gebruikt?
5 ja 5 nee
5-3.
Hoe belangrijk is het dat de presentator van een videoproductie (de verteller, of de hoofdpersoon) zelf doof is? Hoe belangrijk vind je dit zelf?
Niet belangrijk (1)
Heel belangrijk (5)
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
Hoe belangrijk vinden je leerlingen dit? 5-4.
5-5.
Hoe belangrijk is het dat er dove leeftijdgenoten te zien zijn in een productie? Hoe belangrijk vind je dit zelf? Hoe belangrijk vinden je leerlingen dit? Welke stijl van presenteren is het meest geschikt voor jouw leeftijdsgroep? Een neutrale verteller Ð of een heel expressieve verteller, die eigenlijk meer acteur is? q
Verhalen in NGT
q
Een informatieve video Een gebarenvertolking bij een kinder- of jeugdfilm (een ÔgebarenpostzegelÕ) q Een gebarenvertolking bij een informatief / educatief tv-programma Bij een vertaling van een boek of film kan de presentator dicht bij de tekst in het boek / de tekst van de film blijven, of hij/zij kan het verhaal op zijn/haar eigen manier navertellen. Welke manier van vertalen is het meest geschikt voor jouw groep:
Neutraal (1)
Heel expressief (5)
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
q
5-6.
Dicht bij tekst (1)
Vrij navertellen (5)
q
Bij een prentenboek
1
-
2
-
3
-
4
-
5
q
Bij een Makkelijk Lezen boek
1
-
2
-
3
-
4
-
5
q
Bij bekende jeugdliteratuur
1
-
2
-
3
-
4
-
5
q
Bij een informatieve tekst Bij een gebarenvertolking bij een kinder- of jeugdfilm (een ÔgebarenpostzegelÕ)
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
q q
Bij een gebarenvertolking bij een informatief / educatief tv-programma - 34 -
Signing Books Project
ÒGebarentalen
hebben geen geschreven vorm. De oorspronkelijke verhalen van Dove gebarenvertellers lijken op de verhalen van vertellers uit andere culturen die geen schriftvorm hebben. Kenmerken van verhalen uit deze ÔongeschrevenÕ culturen zijn: sterk contextgebonden, eerder concreet dan abstract; redundant, met veel herhalingen van wat eerder gezegd is; traditioneel; veel meer vanuit het gevoel, en vanuit directe persoonlijke betrokkenheid, dan objectief afstandelijk; een nauwe groepsverbondenheid met het bekende; er is geen lineaire, abstracte denkwijze; begrippen zijn gebonden aan plaatsen en gebeurtenissen, en worden steeds weer bevestigd door voorbeelden die echt gebeurd zijn. Oorspronkelijke Dove verhalen, die verteld worden door ervaren Dove vertellers hebben deze kenmerken. We weten niet hoe belangrijk het is dat de verteller en het publiek zich op dezelfde plaats bevinden, en hoe belangrijk het is dat de verteller en het publiek direct contact met elkaar kunnen hebben. Dat wil zeggen dat we niet weten: 1. Of een Dove verteller een oorspronkelijk verhaal kan vertellen voor de camera in een studio, in een abstracte setting, zonder publiek,; 2. Of de kijker een verhaal dat zonder publiek in een studio is opgenomen, wel zal waarderen als dat verhaal vervolgens bekeken wordt in een onpersoonlijke context, op een tv-scherm.Ó (Branson, J., D. Miller, I. G. Marsaja,1996)
- 35 -
Signing Books Project
5-7.
Zou je voor jouw groep ook gebruik willen maken van videoboeken met Nederlands met ondersteunende Gebaren?
5-8.
Als er in een videoboek regionale gebaren gebruikt worden uit andere regio, is dat dan een bezwaar voor de leerlingen in jouw groep?
5 nee 5 ja, namelijk voor:
Geen bezwaar (1)
Groot bezwaar (5)
q
voor de leerlingen zelf
1
-
2
-
3
-
4
-
5
q
bij klassikaal gebruik voor thuisgebruik (samen met ouders, familieleden, vrienden)
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1 nee ja
-
2
-
3
-
4
-
5
q
5-9.
Wil je een videoboek gebruiken in combinatie met het gedrukte boek?
5-10.
Hoe belangrijk is het dan voor jouw groep dat:
5 5
Niet belangrijk (1) q q q
q q
De video een volledige weergave is van de tekst in een boek? De video gebruikt kan worden in plaats van het boek? Video en boek naast elkaar gebruikt kunnen worden, met op het scherm bv. een aanduiding van het hoofdstuk, en het paginanummer in het boek Dat de tekst uit het boek ook te zien is in de video (of op de CD-ROM) Dat de video de informatie / het verhaal in het boek vooral verduidelijkt en ondersteunt, zonder dat er een volledige overlap is tussen boek en video
Heel belangrijk (5)
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
q
5-11.
5-12.
Dat de video vooral gebruikt kan worden als ÔsmaakmakerÕ: om kinderen te interesseren in het zelf lezen van een boek, of in het zelf bestuderen van een onderwerp Hoe belangrijk vind je het voor jouw groep dat een videoboek een ÔhoofdstukÕindeling heeft, dat wil zeggen: opgedeeld is in meerdere korte, duidelijk aangegeven ÔblokkenÕ ? Hoe belangrijk vind je het voor jouw groep dat een videoboek een indeling heeft in ÔparagrafenÕ, dat wil zeggen: dat er een duidelijk zichtbare overgang is bij veranderingen van onderwerp, van tijd, van persoon?
- 36 -
Signing Books Project
ÒPostzegelÐstijlÓ
ÒWeerberichtÐstijlÓ
Het Zakmes, Ôweerbericht-stijlÕ met twee tolken
1. Postzegel, groot
2. Postzegel, klein
- 37 -
Signing Books Project
5-13.
5-14.
In Engeland en in de Scandinavische landen worden veel videoÕs gemaakt, speciaal voor dove kinderen en jongeren. Denk je dat deze videoÕs gebruikt zouden kunnen worden met leerlingen in jouw groep? met Nederlandse ondertiteling
1
-
2
-
3
-
4
-
5
q
met een gebarenpostzegel
1
-
2
-
3
-
4
-
5
q
met ondertiteling Žn een gebarenpostzegel
1
-
2
-
3
-
4
-
5
q
zonder ondertiteling/postzegel, om leerlingen een buitenlandse gebarentaal te leren.
1
-
2
-
3
-
4
-
5
Bij een film of tv-programma kan een NGTvertolking worden toegevoegd door middel van een ÔgebarenpostzegelÕ, of in de ÔweerberichtÕ-stijl. Hoe bruikbaar vind je deze twee methoden voor leerlingen in jouw groep? Gebarenpostzegel
5-15.
5-16.
Niet bruikbaar (1)
Heel bruikbaar (5)
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
Op de pagina hiernaast staan plaatjes van televisieschermen, met ÔpostzegelsÕ van verschillende groottes. Hoe bruikbaar vind je de verschillende voorbeelden voor jouw groep? q Voorbeeld 1
1
-
2
-
3
-
4
-
5
q
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
q
5-14.
Heel bruikbaar (5)
q
q
5-15.
Niet bruikbaar (1)
ÔWeerberichtÕ-stijl Bij de film ÒHet ZakmesÓ zijn er twee vertolkers die vaak tegelijk in beeld zijn. Hoe bruikbaar vind je dat voor leerlingen in jouw groep? Bij de film ÒHet ZakmesÓ maken de vertolkers gebruik van attributen (brilletje, petje) om aan te geven welke persoon zij vertolken. Hoe bruikbaar vind je dat voor leerlingen in jouw groep?
Voorbeeld 2
De gebarenpostzegel kan een vaste plaats op het scherm hebben, maar kan ook van plaats verspringen, bijvoorbeeld afhankelijk van de andere filmbeelden. Hoe bruikbaar vind je voor jouw groep: q Een vaste plaats q
Een verspringende postzegel
- 38 -
Signing Books Project
Voorbeeld 1: linksboven
Voorbeeld 2: rechtsboven
Voorbeeld 3: linksonder
Voorbeeld 4: rechtsonder
Voorbeeld 5: presentator klein
Voorbeeld 6: presentator groot
Voorbeeld 7: presentator rechts
Voorbeeld 8: presentator links - 39 -
Signing Books Project
5-17.
5-18.
De gebarenpostzegel kan links, rechts, onder of boven in het scherm te zien zijn. Hoe bruikbaar vind je de voorbeelden op de bladzijde hiernaast voor jouw groep?
5-20.
Heel bruikbaar (5)
q
Voorbeeld 1
1
-
2
-
3
-
4
-
5
q
Voorbeeld 2
1
-
2
-
3
-
4
-
5
q
Voorbeeld 3
1
-
2
-
3
-
4
-
5
q
Voorbeeld 4
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
q Voorbeeld 6 Bij de ÔweerberichtÕ stijl, kan de vertolker links of rechts staan. Hoe bruikbaar vind je de voorbeelden op de bladzijde hiernaast voor jouw groep?
1
-
2
-
3
-
4
-
5
q
Voorbeeld 7
1
-
2
-
3
-
4
-
5
q
Voorbeeld 8
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
De beelden ondersteunen het verhaal, verduidelijken de omstandigheden, moeilijke begrippen
1
-
2
-
3
-
4
-
5
De beelden vertellen het hele verhaal, als je de gebaren niet (goed) kunt volgen, begrijp je het verhaal toch op grond van de beelden.
1
-
2
-
3
-
4
-
5
Bij de ÔweerberichtÕ stijl, kan de vertolker klein of groot zichtbaar zijn (zie hiernaast). Hoe bruikbaar vind je de voorbeelden op de bladzijde hiernaast . q
5-19.
Niet bruikbaar (1)
Voorbeeld 5
Hoe bruikbaar is voor jouw groep : q Een videoboek met alleen een verteller (dus zonder plaatjes, zonder andere filmbeelden)? q Een videoboek met een verteller en plaatjes (fotoÕs of tekeningen) die het verhaal ondersteunen q
5-21.
Een videoboek met een verteller en filmbeelden(film, animaties, rollenspel) die het verhaal ondersteunen Plaatjes of filmbeelden in een videoboek kunnen verschillende functies hebben; wat is de bruikbaarheid voor jouw groep van de volgende mogelijkheden: q De beelden zijn vooral bedoeld om de opnames visueel interessant te maken, als ÔversieringÕ q q
q
De beelden versterken de sfeer, de stemming / spanning van het verhaal
- 40 -
Signing Books Project
Chase Video Productions (Engeland) maakt ook videoboeken voor dove kinderen, met een ÔoraleÕ postzegel: een vakje op het scherm, waarin je het gezicht ziet van iemand die de tekst voorleest. De tekst zie je op scherm, en hoor je via de luidspreker.
- 41 -
Signing Books Project
5-22.
Als op de video een boek wordt voorgelezen in NGT, dan kunnen de plaatjes (of filmbeelden) tegelijk met de verteller getoond worden, of daarvoor of daarna. Hoe bruikbaar is voor jouw groep:
Niet bruikbaar (1)
q
Eerst de plaatjes, dan de verteller
1
-
2
-
3
-
4
-
5
q
Plaatjes en verteller tegelijkertijd in beeld
1
-
2
-
3
-
4
-
5
Eerst de verteller, dan de plaatjes Hoe belangrijk is het voor leerlingen in jouw groep dat een videoboek een Ôvoice-overÕ heeft?
1
-
2
-
3
-
4
-
5
q
5-23.
q
5-24.
Niet belangrijk (1)
Voor videoÕs die alleen in de klas bekeken worden:
q Voor videoÕs die ook thuis bekeken worden: Hoe belangrijk is achtergrondmuziek bij een videoboek? q Voor videoÕs die alleen in de klas bekeken worden q
5-25.
Heel bruikbaar (5)
Als op de video een boek wordt voorgelezen in gebarentaal, hoe belangrijk is het dan voor jouw groep dat de video ook ondertiteling heeft? Als jij bij een ÔhorendÕ tv-programma mag kiezen, wat heeft dan voor jouw voorkeur?
5-27.
En als je leerlingen mogen kiezen, wat heeft dan hun voorkeur?
5-28.
Hoe bruikbaar is een ÔoraleÕ postzegel (zie hiernaast) voor jouw groep?
5-29.
Hoe bruikbaar zijn videoboeken op CD-ROM voor jouw groep? Hoe bruikbaar zijn dan de volgende CD-ROMs ?
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
Niet belangrijk (1)
Voor videoÕs die ook thuis bekeken worden:
5-26.
Heel belangrijk (5)
5 5 5 5 5 5
Heel belangrijk (5)
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
Gebarenpostzegel Ondertiteling Bij voorkeur: postzegel Žn ondertiteling Gebarenpostzegel Ondertiteling Bij voorkeur: postzegel Žn ondertiteling
Niet bruikbaar (1)
5-30.
Heel bruikbaar (5)
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
q
Gebarenwoordenboek op CD-ROM
q
Een boek met een woorden-gebarenlijst (op het scherm zie je de tekst, als je op een woord klikt, krijg je in een postzegel op het scherm het gebaar voor dat woord te zien) Teksten en plaatjes op het scherm, met een gebarenpostzegel (bv. de Kijkbijbel v. Effatha)
1
-
2
-
3
-
4
-
5
1
-
2
-
3
-
4
-
5
ÔHorendeÕ CD-ROMs, met een ÔgebarenpostzegelÕ voor alle gesproken en geschreven teksten
1
-
2
-
3
-
4
-
5
q q
- 42 -
Signing Books Project Gelukkige Hans, een sprookje van de gebroeders Grimm Hans heeft 7 jaar bij een baas gewerkt, en wil dan terug naar zijn vader en moeder. Zijn baas geeft hem een grote klomp goud als loon. Maar de klomp goud is erg zwaar. Hans komt een ruiter tegen, en hij ruilt zijn klomp goud voor het paard. Maar het paard gooit hem op de grond. Hans komt een boer met een koe tegen, en hij ruilt zijn paard voor de koe. Maar de koe schopt hem. Hans komt een slager tegen met een varken, En hij ruilt zijn koe voor het varken. Hans komt een jongen tegen met een gans. De jongen zegt, dat het varken gestolen is van de burgemeester. Hans ruilt zijn varken voor de gans. Hans komt een scharensliep tegen, Die vertelt dat een scharensliep altijd goed geld kan verdienen. Hans ruilt zijn gans voor een oude, versleten slijpsteen van de scharensliep, en krijgt nog een tweede steen mee als extraatje. Hans is zeer tevreden met de goede ruil die hij steeds gemaakt heeft. Maar de stenen worden dan wel erg zwaar. Hij stopt bij een waterput, Legt zijn stenen op de rand, Stoot er per ongeluk tegen, En ziet de stenen in het water vallen. Hans springt overeind, Dolblij dat hij verlost is van die zware stenen, En huppelt de rest van de weg, Tot hij weer thuis is bij zijn moeder.
- 43 -
Signing Books Project
6. Gelukkige Hans Voor het ÔSigning BooksÕ project hebben we testbeelden gemaakt bij het sprookje dat op de bladzijde hiernaast kort staat samengevat. We hadden daarbij de beschikking over het verhaal in NGT vertaald en gepresenteerd door Gerdinand Wagenaar, een voice over, en videobeelden waarin het sprookje (ten dele) wordt uitgespeeld. Deze videobeelden zijn afkomstig van een Duitse versie van het sprookje voor dove kinderen. Als jij de beschikking had over deze materialen om een videoboek te maken voor de leerlingen in jouw groep, hoe zou dat er dan uitzien? Niet bruikbaar (1) 6-1. 6-2.
Hoe bruikbaar is dit sprookje voor jouw leerlingen? Zou je er een videoband, of een CDROM van maken?
1
5 videoband 5 CD-ROM 5 5 5 5 5
6-3.
Welke materialen zou je voor het videoboek gebruiken?
6-4.
Als je de plaatjes of filmbeelden wilt gebruiken, hoe zou je deze dan combineren met de vertelling?
5
5 Als je de plaatjes of filmbeelden tegelijkertijd met de verteller wilt laten zien, hoe zou je dat dan doen?
2
-
3
-
4
-
5
alleen de vertelling in gebarentaal de vertelling, met plaatjes ter illustratie de vertelling, met filmbeelden ter illustratie alleen de filmbeelden de filmbeelden, met ondertiteling
5 plaatjes/filmbeelden en verteller tegelijkertijd
5
6-5.
-
Heel bruikbaar (5)
zichtbaar bij ieder stukje: eerst de plaatjes/filmbeelden laten zien, dan de verteller bij ieder stukje: eerst de verteller laten zien, dan de bijbehorende plaatjes/filmbeelden anders:
5 verteller groot op het scherm, plaatjes/ filmbeelden in een postzegel
5 plaatjes/filmbeelden groot op het scherm, verteller in een postzegel
5 verteller groot op het scherm, plaatjes/ filmbeelden op de achtergrond zichtbaar
5 anders: 6-6. 6-7.
Zou je het verhaal opdelen in een aantal ÔhoofdstukkenÕ? Zou je de voice-over gebruiken?
6-8.
Zou je ondertiteling toevoegen?
6-9.
Zou je er een boekje met de gedrukte tekst bij laten maken? Welke tekst zou je gebruiken voor het boekje?
6-10.
6-11. 6-12.
5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5
ja nee ja nee ja nee ja nee de oorspronkelijke tekst van het sprookje een Makkelijk Lezen versie van het sprookje de tekst van de ondertiteling / voice over
Wat zou je een redelijke prijs vinden voor jouw videoboek? Fl . ÉÉ Andere sugesties, idee‘n? Gebruik dan svp. de volgende bladzijde! - 44 -
Signing Books Project
Het ÒSigning Books projectÓ is een project van de FODOK (http://welcome.to/FODOK)
Contactadres ÒSigning Books projectÓ: Liesbeth Pyfers Slakkenstraat 58 6431 NJ Hoensbroek (NL) tel: 045 Ð 522 84 59 fax: 045 Ð 522 30 29 email:
[email protected]
Meer informatie over het ÒSigning Books projectÓ: http://www.sign-lang.uni-hamburg.de/signingbooks/ en http://www.ea.nl
Hoensbroek, mei 1999
- 45 -