Periodiek branchemagazine van FHI, federatie van technologiebranches
SIGNALEMENT WIND IN DE RUG “ALS JE HET NU NIET DRUK HEBT, KOMT HET NOOIT MEER GOED”
2 17e jaargang mei 2008
• THEMA: STANDAARDISATIE EN NORMALISATIE • HET INSTRUMENT TWEEJAARLIJKS HOOGTEPUNT • PAULINE SMEETS WIL BELEVING ONDERNEMER CENTRAAL STELLEN
■ INHOUD
■ REDACTIONEEL
Rubrieken Interview Rommens ■
Algemeen management ■
4
Wind in de rug
8
Kort Nieuws
18
Medische markt in Zuid-Afrika Ongekende mogelijkheden.
Regelgeving en arbeidsmarkt 10 ■
Borgstellingskrediet
Milieu en duurzaamheid ■
2
48 49 50 56
Medische markt in Zuid-Afrika
Informatie
Ontwikkelaars willen meer weten van duurzaam ontwikkelen.
42
Doping
Medische Technologie ■
Development Club is technologische samenwerking
41
Voorzitter CECIP
Laboratorium Technologie ■
38
Certified opleidingen
VLW ■
54
36
60
41
MicroNanoConferentie 2008 wordt spektakelstuk
Grote bureaucratische organisaties, daar zit de dood in de pot door gebrek aan dynamiek en vernieuwing. ZZP’ers met wisselende contacten en technostarters met een dikke erfenis of een bom subsidie, die heb je nodig om technologie in de markt te zetten!??? In deze editie van Signalement gaat het in verschillende artikelen over standaardisatie, normalisatie, regelgeving zelfs. Herhaaldelijk pleit FHI, tot verbazing en ergernis van VVD’ers, voor meer en vooral consistente regelgeving en -handhaving. Hoe rijm je dat? Ok, we weten dat mensen behoefte hebben aan structuur, aan duidelijkheid. Maar mensen die structuur nodig hebben buiten hun eigen denken missen vaak wat intellectueel niveau of in elk geval ontwikkeling. Dat mag je toch niet als uitgangspunt nemen binnen de technologie? Duidelijkheid dan. Zoals onze federatievoorzitter zegt: “mensen die roepen om duidelijkheid bedoelen eigenlijk dat ze het ergens niet mee eens zijn”. Dat komt overal voor, zelfs in de technologie.
32
CyberCrime
Profibus ■
30
MicroNanoConferentie
Industriële Automatisering ■
56
Seminar over laboratorium- en infectieziektediagnostiek tijdens HET Instrument 2008.
Technologische samenwerking
MinacNed ■
28
Algemene ledenvergadering
Development Club ■
Raman spectroscopie dringt ziekenhuisinfecties terug
Hoogtepunt technologiebranches
Industriële Elektronica ■
24
Overheid als launching customer
HET Instrument ■
20
Industrie sneller én veiliger
Haagse babbel ■
“Ik besloot het verder in mijn eentje uit te gaan zoeken, het werken in loondienst vaarwel te zeggen en te gaan doen wat ik echt leuk vind.“
Professionalisering HRM
Normalisatie ■
Technologie en innovatie associeert met creativiteit, vrijheid van denken en handelen, chaos.
Is er leven na FHI?
ExportPlannen
Nieuws van FHI partners ■
18
Is er leven na FHI?
Federatienieuws ■
16
Ondernemers industrie optimistisch
Mark Lighthart ■
13
Inzamelen loont
Conjunctuur ■
Standaard chaos
De vormgeving van de Mechatronics Trophy die we een tijdlang elke twee jaar hebben uitgereikt, symboliseert het goed. Gedachtenkronkels in brons kunnen hun gang gaan binnen een roestvrijstalen kader. Het resultaat is het perfecte product, de gouden bal. Daar zit de crux. Zonder product geen factuur, zelfs al is dat product een dienst. Als het om technologie gaat, praat je per definitie over complexiteit, eerder nog dan dat het gaat om iets ‘moeilijks’. Om complexiteit te beheersen, te handlen heb je kaders nodig, noem het normen, standaards, regels, afspraken. Maar alsjeblieft, laten we die structuurhulpmiddelen transparant en dynamisch houden. Dat is wel moeilijk. Daarin kun je jezelf dan ook onderscheiden als technologiebedrijf, als technologiebranches. Vandaar die aandacht voor standaardisatie met behoud van chaos. Kees Groeneveld
40
MicroNed, NanoNed en MinacNed bundelen krachten van wetenschap en industrie.
signalement mei 2008
signalement mei 2008
3
■ INTERVIEW ERIK ROMMENS
Wind in de rug “Als je het nu niet druk hebt komt het nooit meer goed” We zijn in een uiterst modern bedrijfspand in Halsteren, onder de rook van Bergen op Zoom. De spreekkamer van Rommtech geeft in alle openheid uitzicht op een klinische productieruimte, waar witgejaste medewerkers in alle rust in de weer zijn bij de reflow oven en het volstikstof golfsoldeerbad of zich concentreren op precieze handassemblage. Tegenover ons zit een energieke man, Erik Rommens, die de ene gevleugelde uitspraak aan de andere rijgt: “Zet het raam maar open en de orders waaien hier binnen.” Of: “Groei is voor ons een middel, geen doel.” Een man die nog steeds ademloos kan genieten van een snelle pick & place robot in actie.
Door André Weigand “Dit bedrijf werd 25 jaar geleden opgericht door mijn vader, achter het huis, in de schuur, kantine in de keuken, kantoor op zolder … zoals zoveel starters in die tijd. Het bedrijf heette Rommens Instrumenten- en Apparatenbouw. In 2002 heb ik met mijn broer de laatste aandelen overgenomen. Toen mijn broer en ik net in de zaak
“Een machine: ik pak een stoel en ga lekker zitten kijken” zaten, keken we erg op tegen het niveau van collega-ondernemingen en namen ons voor daar naartoe te werken. Dat is gelukt. We zitten nu bijna een jaar in ons nieuwe pand. In het vorige hadden we geen ruimte meer, alles stond tjokvol. Dit pand geeft ons uitstraling. We kunnen hier ook nog eens twee keer zo groot worden. Onze markt is breed: veehouderij, tuinbouwau-
4
tomatisering, offshore, militair, medisch, automotive, beveiliging… Elektronica kan per slot van rekening overal in zitten. De klant heeft een probleem dat moet worden opgelost, maar zelf weet hij soms niet eens dat hij het in de elektronica moet zoeken.”
Hoe verliep de groei? Meer kennis in huis gehaald? “Precies. En we zijn begonnen fors te investeren in het machinepark. Sinds mijn broer en ik in het bedrijf zitten, kopen we alleen nog de top in machines. Als je je adviseurs moet vertellen dat je een machine hebt gekocht van € 250.000,- terwijl er ook één is van tachtigduizend euro, heb je wel een probleem. Want je moet toegeven dat je er geen cent van kunt doorberekenen naar je klant. En je produceert ook niet sneller. Natuurlijk hebben die machines voordelen, maar kwantificeer die maar eens. Zoveel is zeker, als je de beste wilt zijn, moet je ook de beste machines hebben, vind ik. Alleen ben je er dan nog niet. Want dan heb je die machines en dan kom je er achter dat ook het niveau van de mensen omhoog moet, omdat je veel automatiseert. Hand-
assemblage bijvoorbeeld kun je nog door veel mensen laten doen, maar als je die automatiseert … We hebben bijvoorbeeld een inline coatingmachine gekocht. Werk dat we voorheen met de hand deden, moet nu worden geprogrammeerd – daar heb je andere mensen voor nodig. Ook hebben we hier een gecombineerde AOI/X-ray staan (een complexe machine voor het optisch inspecteren van printplaten, red.). Het duurt misschien wel twee jaar voordat de operators voldoend getraind zijn om ermee uit de voeten te kunnen.” “We zijn recentelijk gegroeid van 35 naar vijftig medewerkers. Daarmee zijn we klaar voor de toekomst. Als je met 35 medewerkers bent, ontstaat er behoefte aan allerlei overheadtaken, een fulltime HRM’er bijvoorbeeld, inkoopassistentie, meer logistieke medewerkers en fulltime kwaliteitmedewerkers. In eerste instantie drukt dat op je rendement. En dat merk je. Toch groeien we wat omzet betreft nog steeds: zelfs als we niets doen, nog altijd tien procent. Als we een beetje moeite doen, twintig procent en als we ons best doen, dertig pro-
signalement mei 2008
signalement mei 2008
5
■ INTERVIEW ERIK ROMMENS
cent per jaar. Het lastige is op dit moment wel om de juiste mensen uit de markt te krijgen. Opleiding is niet eens altijd de bottleneck, eerder de betrokkenheid, het ervoor willen gaan. Sinds 2003 hebben we ook een engineeringtak die op klantenspecificatie ontwerpt. De mensen die je ervoor nodig hebt, hardware-engineers en software-engineers, zijn helaas maar sporadisch beschikbaar.”
En zelf word je van lieverlee de managementhoek in gedreven. Was dat ook je ambitie?
we via Nevat in de EMS-groep (Electronic Manufacturing Services). Eén van mijn collega’s zit in de technologiegroep. Via de Metaalunie zijn we lid van DESK, en we zijn aangesloten bij FHI. Ik vind het leuk om samen met concurrenten zaken te kunnen oppakken.”
“Achteraf moet ik vaststellen dat ik niet wist wat ik had overgenomen, en mijn broer evenmin. We hebben allebei een technische opleiding. Maar voor mij zijn marketing, recht en bedrijfskunde nu eigenlijk belangrijker. Mijn functie in het bedrijf is enorm verschoven. De taakverdeling is
“En als je kijkt naar de internationale markt, zie je dat juist de grotere bedrijven goed gebruik maken van de lagelonenlanden. Zelf hebben we een joint venture opgericht in Bulgarije. Een maand of vier geleden kwamen daar de eerste producten vandaan.”
“Voor productie liggen de marges heel laag”
Waarom Bulgarije? “Desondanks hebben we al 25 jaar de wind in de rug. Zet het raam maar open en de orders waaien binnen, roep ik altijd. En nu zit de markt ook nog eens in de lift. Als je het nu niet druk hebt, komt het nooit meer goed.”
Groeipijn “We groeien ook wel heel erg hard. Dat is lastig. Je moet het wel kunnen organiseren en blijven managen. Rommtech is een jong bedrijf, de mensen hier zijn jong. We hebben dus ook een jong managementteam, met niet heel veel ervaring. Dus leren we gedurende de groei en dat valt niet altijd mee. Daarbij, door onze groei groeit ook de voorraad gigantisch en we hebben nooit een stabiel jaar. Voor je liquiditeitspositie betekent het dat er heel veel geld in de voorraden gaat zitten. Dat is in feite onderhanden werk. Nu maken we met bijna al onze klanten jaarafspraken: bijvoorbeeld duizend stuks in tien keer te leveren. Maar doorgaans koop je een groot deel toch meteen in. En een deel produceer je dan toch ook maar in een keer, dat bespaart immers omstelkosten. Het betekent dat als wij dertig procent groeien, ons onderhanden werk ook met dertig procent toeneemt. Financiers zetten daar echter geen honderd procent dekking tegenover.” “Voor productie liggen de marges heel laag, dus dan wil je je machines zoveel mogelijk laten draaien. En je kunt ze nog weer beter laten renderen door in ploegen te draaien. Zo bezien is groei voor ons niet een doel, maar een middel.”
6
“We hebben een afweging gemaakt: moeten we naar China of naar Oost-Europa? Gelukkig stonden we vijf jaar geleden nog niet voor die keus. Veel collega’s zijn toen naar Tsjechië of Hongarije gegaan, landen die inmiddels minstens twee keer zo duur zijn als Bulgarije, Roemenië of Oekraïne. China vonden we niet interessant omdat je daar toch heel veel problemen over hoort. Voor een klant in automotive zijn we momenteel bezig duizenden producten te herstellen waar de verkeerde componenten op zijn gezet. Dat zie je niet, er staat gewoon HP op die componenten, maar ze zijn fake. En probeer er in China dan maar eens achter te komen wie de schuldige is. Verder is de taal een barrière. En de cultuur. En het tijdverschil. En de afstand, de reistijd, de levertijd. We houden het daarom dichter bij huis.”
momenteel zo dat mijn broer intern doet en ik extern, waarbij engineering ook onder mijn verantwoordelijkheid valt omdat daar veel klantcontacten mee gemoeid zijn.” “Het contact met Marcel van de Ven van Syntens, helaas overleden, heeft niet alleen het bedrijf, maar ook mijn leven totaal veranderd. Hij heeft me laten zien waar het echt om gaat. Je moet er voor open staan. Inmiddels ben ik zelf coach bij een aantal bedrijven. Via Rewin organiseert Stratos in Brabant klankbordsessies, telkens met een stuk of tien ondernemers. Daar zitten via Rewin twee coaches bij. Ik doe het samen met iemand van Philip Morris, hij als manager van een groot bedrijf, en ik als directeur/eigenaar uit het mkb. Zijn theorie en mijn praktijk. Daar komen heel diepe dingen naar boven.”
“Onze accountant had een lagelonenlandenspecialist in dienst die weer contacten had met een subsidiebureau. We hebben uiteindelijk een PSOM-subsidie gekregen. De bedoeling daarbij is niet om productie zomaar te verschuiven naar een ander land, maar om door die actie ook het Nederlandse bedrijf te laten groeien. Dankzij deze subsidie, waar we zelf een schepje bij gedaan hebben, konden wij in Bulgarije high end machines neerzetten.”
Welke krachten werken er momenteel in op deze markt? “Wat je in elk geval ondervindt, zijn de minimale marges in productie. Veel collega’s kunnen natuurlijk gebruikmaken van lagelonenlanden. Bovendien is iedereen behoorlijk geautomatiseerd. Maar als je een procent méér pakt op inkoop, verlies je de order. Pak je een procent minder, dan draai je al bijna verlies. Vraag je een cent méér voor de plaatsing van een component, dan verlies je de order eveneens, reken je een cent minder, dan draai je weer verlies. Dat is een behoorlijk spanningsveld.”
Engineering “Outsourcing van engineering wordt steeds gewoner. De klant houdt vaak één engineer
“De concurrentie is hevig, maar ik moet ook zeggen, de markt is er ook groot genoeg voor. En sámen met de concurrentie doen we ook het een en ander. Zo zitten
aan die als link fungeert tussen zijn markt en onze engineeringafdeling. Hij ontwerpt niet meer, maar kent wel de specifieke technische problemen van de producten die in die markt worden gebruikt. Wij heb-
signalement mei 2008
signalement mei 2008
ben op dit moment vijf engineers, allemaal HBO+ en universiteit, maar wat ons betreft mag die afdeling groeien, zo snel mogelijk, naar twintig medewerkers bijvoorbeeld. We focussen echt op die markt voor engineering. Daar gaat het meer om kennis en ervaring, bijvoorbeeld op het gebied van EMC en de pre-compliance apparatuur om die te kunnen meten. Verder hebben wij eigen machines om proto’s te maken en 0-series. We weten we dus heel veel over produceerbaarheid en daar hebben lang niet alle engineeringbureaus verstand van. Dat is een groot voordeel.” “Het leukste is als je nieuwe product- of marktcombinaties kunt creëren met technieken die je voor de ene markt gebruikt en waarvoor je ineens potentie ziet in een andere markt. Terwijl de klant dat dan nog niet weet. Ze zijn er niet allemaal klaar voor, maar de meeste klanten vinden het
“Groei is een middel, geen doel” heel interessant dat wij met nieuwe ideeën voor hun markt komen.” “We willen leuke dingen doen met leuke mensen voor leuke klanten. We kochten de beste machines. Financieel interessant? In de ogen van onze adviseurs niet. Maar dat zet ik dan toch door. Als we een nieuwe machine gaan kopen, gaan we ook echt met alle betrokkenen kijken. Zo zijn we laatst met vijf man naar Frankfurt geweest om te kijken naar een nieuwe screenprinter. Dat kost dan wel een dag, maar zo is het personeel erbij betrokken. Kijk ook maar eens hoe onze machines erbij staan, ze zien er uit als nieuw. Als er hier morgen iemand met een zak met geld komen van we willen je bedrijf kopen: geen denken aan. Zo’n machine, daar kan ik bij wijze van spreken een stoel bij pakken en lekker gaan zitten kijken, zo mooi vind ik dat.”<
7
■ ALGEMEEN MANAGEMENT
Kort Nieuws DGA TOCH GEEN BTWONDERNEMER Uit een uitspraak van het Hof van Justitie leidt de staatssecretaris van Financiën af dat een DGA (directeurgrootaandeelhouder), die een vergoeding ontvangt voor werkzaamheden die hij namens en voor rekening van de vennootschap verricht, niet langer enkel op grond hiervan BTW-ondernemer is. Dit is volgens de staatssecretaris ook het geval als hij een aparte vergoeding ontvangt voor het gebruik van een werkkamer in de woning door de vennootschap.
Rente en indexeringen per 1 januari 2008-03-28
Bestuurdersaansprakelijkheid uitgebreid
Het percentage voor de heffings- en invorderingsrente wordt ieder kwartaal vastgesteld. Voor het eerste kwartaal 2008 bedraagt het percentage 5,3 procent. De wettelijke rente voor niet-handelstransacties bedraagt zes procent. Het wettelijk minimumloon is verhoogd naar € 1.335,-. Deze wordt ieder half jaar aangepast. Het totaal aantal werkdagen voor 2008 is vastgesteld op 262. In 2007 waren dit nog 261 dagen.
Met ingang van 2008 is de bestuurdersaansprakelijkheid voor de loonheffingen en omzetbelasting uitgebreid. Voortaan kan iedere bestuurder van een vennootschap die behoort tot een fiscale eenheid voor de omzetbelasting aansprakelijk gesteld worden voor de belastingschuld van elk van deze vennootschappen. Is één van de ven-
Minder administratie bij ziekmelden werknemer
Bron: Nieuwsbrief CROP<
8
RENTE OP INTERN LENEN Het wordt voor bedrijven minder attractief om een lening af te sluiten bij een andere vennootschap van dezelfde groep. Tot dusver mocht een bedrijf, dat intern geld leent, de rentekosten aftrekken als kon worden aangetoond dat het geleende bedrag zou worden aangewend voor een zakelijke transactie of als de uitlener een ‘redelijk percentage’ van ten minste tien procent belasting betaalt over de ontvangen rente.
Bron: Nieuwsbrief CROP<
Ondernemingen die van plan zijn hun activiteiten stop te zetten (staken), hoeven niet meteen meer direct belasting te betalen over de stakingswinst. De winst mag ook belastingvrij gereserveerd worden. Voorwaarde is wel dat binnen één jaar weer een nieuwe onderneming wordt gestart. De herinvesteringreserve verlaagt dan de fiscale boekwaarde van de bedrijfsmiddelen van deze onderneming. Op deze manier wordt de belastingheffing nog even uitgesteld.
Bron: Nieuwsbrief CROP<
Bron: Nieuwsbrief CROP<
Is in het verleden een auto of woonwerkpand als ondernemingsvermogen aangemerkt, dan moet de destijds afgetrokken BTW in één keer grotendeels terugbetaald worden. Voor het berekenen van het verschuldigde bedrag wordt aangesloten bij de herzieningstermijn. Deze is voor roerende zaken vijf jaar en voor onroerende zaken tien jaar.
Herinvesteringreserve verruimd
nootschappen uit de fiscale eenheid niet in staat om een belastingschuld te voldoen, dan is het advies om zo snel mogelijk deze betalingsonmacht te melden. Het is dan aan de inspecteur om onbehoorlijk bestuur te bewijzen.
Illegale software kost gemiddeld 56 mille
Werkgevers hoeven straks minder vaak een werknemer ziek te melden bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). Minister Donner van SZW heeft hiertoe het wetsvoorstel verbetering ziekmeldingsproces naar de Tweede Kamer gestuurd. De nieuwe wet zal naar verwachting op 1 juli 2008 in werking treden. Werkgevers hoeven hun zieke werknemer dan pas in de 42e week ziek te melden bij het UWV; nu moet dat al in de dertiende week. Verder vervalt de wettelijke melding dat de werknemer weer beter is (de hersteldmelding). Dit is mogelijk omdat het nieuwe
tijdstip van ziekmelden beter aansluit op de voorlichting van het UWV over het weer aan de slag helpen van werknemers (reïntegratie).
Boete Daarnaast kunnen werkgevers die hun zieke werknemer te laat aanmelden bij het UWV, straks een boete krijgen van maximaal € 455,- per werknemer. Nu wordt de huidige verplichte loondoorbetaling voor werkgevers na twee jaar ziekte nog verlengd voor de periode dat de werkgever te laat was met ziekmelden.
In het belastingplan van staatssecretaris De Jager van Financiën komt deze laatste voorwaarde te vervallen. Het lenende bedrijf moet voortaan altijd aantonen dat het om een zakelijke transactie gaat als het in aanmerking wil komen voor aftrek. Deze maatregel lijkt vooral bedoeld te zijn om offshoreconstructies voor interne financieringsvormen tegen te gaan. Overigens wordt in fiscale kring getwijfeld aan de houdbaarheid en doelmatigheid van de ingreep.
Spookfactuur GT@P Het bedrijf GT@P benadert houders van .nl domeinnamen met het dringende verzoek hun domeinnaam in het WorldWideWeb Register op te nemen om dat register up-to-date te houden. De kosten voor deze service staan in de kleine lettertjes verstopt en bedragen € 877,- per editie. Aangezien het contract wordt aangegaan voor drie edities bedragen de totale kosten € 2.631,-.
Nederlandse bedrijven die betrapt zijn op het gebruik van illegale software betaalden in 2007 een gemiddelde schadevergoeding van € 56.900,-. Dit is een stijging van zestig procent ten opzichte van 2006. Dit meldt de Business Software Alliance (BSA), het samenwerkingsverband van softwareleveranciers en hardwarepartners tegen illegale software. Niet meegerekend in dit bedrag zijn extra’s als imagoschade, omzetverlies, nieuw aan te schaffen legale softwarelicenties en juridische kosten. Uit onderzoek dat onderzoeks- en adviesbureau IDC vorig jaar verrichtte in opdracht van de BSA, blijkt dat in Nederland 29 procent van alle pc-software illegaal is. Bron: Delftse Berichten, MKB Nederland<
FHI-leden die geconfronteerd worden met dit bedrijf of dit verzoek kunnen contact opnemen met Andreas Meijer,
[email protected] of (033) 465 75 07<
Bron: inzake uw zaken, PricewaterhouseCoopers
<
Bron: www.nu.nl<
signalement mei 2008
signalement mei 2008
9
■ REGELGEVING EN ARBEIDSMARKT
BBMKB moet kredietverlening aan mkb stimuleren Als een ondernemer bij een kredietaanvraag de bank onvoldoende zekerheden kan bieden, dan is er geen man overboord. De bank kan via het besluit Borgstelling MKB kredieten (BBMKB) een beroep doen op de overheid. De overheid kan zich in dit geval richting de ondernemer onder voorwaarden borgstellen voor een deel van het kredietbedrag. De kredietwaardigheid van de ondernemer stijgt, maar het risico voor de bank daalt met als doel het stimuleren van de kredietverlening aan het midden- en kleinbedrijf (mkb).
Nieuwe FHI-Arbeidsvoorwaardenregeling beschikbaar Raam Arbeidsvoorwaarden Overeenkomst geactualiseerd
Maar voor wie is deze regeling bestemd? Ondernemingen met maximaal honderd werknemers, met inbegrip van de meeste ondernemers die een vrij beroep uitoefenen, vallen onder het BBMKB. De bank toetst of het bedrijf in aanmerking komt voor het borgstellingskrediet. Bij deze toetsing kijkt de bank naar of er een tekort is aan zekerheden, of er onvoldoende middelen zijn om zelf de investeringsplannen te financieren en of de rentabiliteits- en continuïteitsperspectieven bevredigend genoeg zijn.
Daarnaast zijn er voor starters en innovatieve ondernemers ruimere faciliteiten. Het ministerie van Economische Zaken staat voor starters voor een groter deel van het krediet borg, starters mogen naast het maximale startersborgstellingskrediet van honderdduizend euro ook een normaal borgstellingskrediet opnemen en de looptijd van het borgstellingskrediet mag in plaats van tweemaal drie keer één jaar opgeschort worden.
Voor de innovatieve ondernemer die beschikt over een S&O-verklaring (speur-en ontwikkelingswerk) die niet ouder is dan zestien maanden staat de overheid, net als bij de starter, voor een groter deel van het krediet borg. De innovatieve ondernemer hoeft verder ook de eerste drie jaren niet af te lossen en de maximale looptijd van het borgstellingskrediet bedraagt twaalf jaar. Voor meer informatie: SenterNovem BBMKB, telefoon (070) 373 59 80 of kijk op www.senternovem.nl/bbmkb/. < Sinds jaar en dag voorziet FHI in een facultatieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de lidbedrijven. Deze regeling geeft de zekerheid dat het personeelsbeleid de wettelijke regels volgt, biedt een branchespecifieke benchmark van arbeidsvoorwaarden en geeft een menu voor ‘leuke dingen voor de mensen’.
De hoogte van de borgstelling is afhankelijk van de kredietbehoefte van de ondernemer, het tekort aan zekerheden en het bedrag dat de bank voor eigen risico verstrekt. Een onderneming kan maximaal één miljoen euro borgstellingskrediet krijgen, maar een looptijd van maximaal zes jaar. Gaat het om de financiering van onroerend goed dan is de looptijd maximaal twaalf jaar. De regeling voorziet duidelijk in een behoefte: jaarlijks wordt aan ongeveer drieduizend ondernemers een borgstelling van het ministerie van Economische Zaken verleend.
De Raam Arbeidsvoorwaarden Overeenkomst (RAO) is een product van de FHIHRM-werkgroep. Zij actualiseert de RAO periodiek. De RAO helpt bedrijven die niet onder een wettelijke CAO vallen met het
Vierde FHI-HRM Actualiteitenseminar: effectief werven van personeel binnen technologiebranches Op woensdag 8 oktober 2008 wordt alweer het vierde FHI-HRM Actualiteitenseminar gehouden. Het seminar vindt plaats bij Groot Kievitsdal te Baarn. Dit jaar staat het ‘effectief werven van personeel binnen technologiebranches’ centraal. Aan bod komen onder meer de onderwerpen ‘actualiteiten arbeidsrecht’, ‘arbo-wet in de praktijk’ en ‘vitaliteit - hoe houd je als werkgever je werknemers fit?’.
10
aanpassen en uitvoeren van hun arbeidsvoorwaarden. Het is daarmee één van de praktische handreikingen die FHI haar leden aanbiedt bij zaken die met personeelsmanagement te maken hebben. De HRM-werkgroep is samengesteld uit ervaren specialisten werkzaam bij ondernemingen van de verschillende technologiebranches. Het doel van de groep is om regelmatig met elkaar ervaringen uit te wisselen over zaken op het gebied van personeelszaken, maatschappelijke ontwikkelingen en sociaal recht en daar
een branchespecifieke invulling aan te geven. De FHI-RAO is niet wettelijk bindend. De (merendeels) niet-CAO gebonden FHIlidbedrijven kunnen de tekst naar eigen inzicht gebruiken. Voor vragen over of bestellen van de nieuwe RAO kan contact worden opgenomen met het FHI-bureau, Andreas Meijer (
[email protected], (033) 465 75 07). <
Het programma zal rond 12.00 uur beginnen met een lunchbuffet. Hierop volgend worden plenaire- en parallelsessies gehouden met deskundige sprekers. Als afsluiting van de dag vindt er een borrel plaats. Binnenkort worden de uitnodigingen verstuurd. Interesse? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Mirjam Fiege van FHI (m.fi
[email protected], (033) 465 75 07). <
signalement mei 2008
signalement mei 2008
11
■ MILIEU EN DUURZAAMHEID
Inzamelen via Stichting RTA loont Hergebruik van materialen blijft prioriteit
materiaal hergebruikt. Na inzameling wordt de apparatuur gedemonteerd in circa zestien reststromen. De opbrengsten of kosten van materiaal zijn gekoppeld aan de fluctuatie van de prijs die maandelijks wordt bepaald aan de hand van de actuele
Sinds de start van het inzamelsysteem in augustus 2005 is ruim 210 ton apparatuur (zie grafiek 1) opgehaald. Jaarlijks wordt ongeveer 1.045 ton apparatuur op de markt gebracht. In 2007 is er 131 ton ingezameld en dat is een verdubbeling van de hoeveel-
������������������������ ������������������������������
De bekendheid en het gebruik van RTA-diensten nemen toe. De hoeveelheid afgedankte elektr(on)ische apparatuur dat in 2007 is ingezameld en verwerkt, is een verdubbeling ten opzichte van het jaar daarvoor. Onderstaande grafieken zijn een voorproefje op het jaarverslag van Stichting RTA (Recycling Technologische Apparatuur) dat medio 2008 uit zal komen. Uit dit jaarverslag zal blijken dat Stichting RTA de stijgende lijn voortzet. Momenteel nemen 280 bedrijven deel aan het inzamelsysteem. Een forse groep, maar er is nog veel te winnen.
����
����
����
�����
����������������������������� �������� �������� �������� ������ ���� ������� ���������
���
������ �������
��������� ������� ������� �������������� ����
����
���������� ����������� ����������� ��������� ����������� ����������� �������
������������
tarieven (zie grafiek 2). Vooral RVS met een waardestijging van 55 procent ten opzichte van 2006 en hoog-waardige printplaten
heid ten opzichte van 2006, toen ruim zes procent retour kwam. Van de ingezamelde 131 ton apparatuur wordt 78 procent als
12
signalement mei 2008
signalement mei 2008
����
����
������
�����������
�����������������
�������������
���
������
�����������
�����������������
�������������
���
������
�����������
�����������������
�������������
���
�������������
���������������������������������������
���������� ���� �������
���� ����������� ����� ������ ����������� ���� ���������� ����� ���� �����������
met een waardestijging van tien procent hebben een aanzienlijke positieve bijdrage. Het blijkt dat over het algemeen apparaten die voor tachtig procent of meer bestaan uit ferrometalen (ijzer) of non-ferrometalen (koper of aluminium) kostenneutraal of met geringe kosten (zie grafiek 3) gedemonteerd en verwerkt kunnen worden. Apparatuur bestaande uit tachtig procent of meer RVS materialen (zonder KGA, klein gevaarlijk afval) kunnen over het algemeen met opbrengst gedemonteerd en verwerkt worden. Een toename van de hoeveelheid grondstoffen die als materiaal hergebruikt kan worden, heeft een hoge prioriteit. Het op de juiste plek inleveren van de afgedankte apparatuur is de eerste stap op weg naar een veilige en milieuvriendelijke recycling. Meer informatie: Joas van Lent van Stichting RTA (
[email protected] of (033) 465 75 07). <
13
■ MILIEU EN DUURZAAMHEID
“EU-GHS zorgt voor uniforme informatie” FHI-MILIEUWERKGROEP BEPAALT HAAR KOERS Veel zaken op het gebied van de Nederlandse milieuwet- en regelgeving vloeien voort uit Europese richtlijnen. De milieuwerkgroep inventariseert en bespreekt komende regelgeving en vragen vanuit de FHI-leden en komt met adviezen. Er lopen momenteel veel nieuwe en komende zaken op dit gebied en soms overlappen regelingen elkaar. De werkgroep heeft duidelijk voor ogen dat hun rol nuttig is, maar dat een actieve houding wel een vereiste is. Het doel van de milieuwerkgroep is het vormen van een kennisplatform op het gebied van milieuwet- en regelgeving en het functioneren als een klankbord. Daarnaast wil de werkgroep veranderingen en invoeringen in de gaten houden, de gevolgen voor betrokkenen in kaart brengen en dit actief naar buiten brengen in de vorm van voorlichting en adviezen.
Misschien dat de belangrijkste rol van de milieuwerkgroep ligt in het voorkomen dat er achter de feiten aangelopen wordt. De wet- en regelgeving is niet alleen veel, maar vooral ook ad hoc en soms loopt het ook nog wel over en langs elkaar heen. In de komende maanden moet de werkgroep deze doelen concreet uitwerken om in de toekomst de FHI-leden, via de juiste kanalen, te informeren. Ook de lobby wordt door de milieuwerkgroep meegenomen en zij neemt zich voor alle activiteiten in te richten naar de wensen en behoeften van de FHI-leden.
Lent en Henk de Folter van Stichting RTA en Andreas Meijer van FHI, federatie van technologiebranches. Enthousiaste, deskundige en geïnteresseerde deelnemers in spe van de milieuwerkgroep kunnen zich aanmelden bij Joas van Lent (
[email protected] of (033) 465 75 07). <
De milieuwerkgroep bestaat momenteel uit de volgende mensen: Nils Beek van Adquipment Medical, Aryan Wassink van Varian, Dirk Segers van Agilent Technologies, Hans Jehee van Fluke, Marie-José Beuting van Hach Lange, Paul van Wulfften Palthe van Vos Instrumenten, Joas van
Drie inspectiediensten controleren REACH-regelgeving Drie inspectiediensten, Arbeidsinspectie (AI), Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) en de VROM-Inspectie (VI), voeren dit jaar gerichte controles uit op de naleving van REACH-regelgeving door bedrijven. REACH (Registratie, Evaluatie en Autoristatie van CHemische stoffen) is op 1 juni 2007 gefaseerd in werking getreden en geldt voor alle bedrijven die beroepshalve chemische stoffen of preparaten (mengsels van stoffen) produceren, in de EU importeren, distribueren of professioneel gebruiken. De controles vinden het hele jaar plaats. De controles vinden plaats bij producenten, importeurs, handelaren en professionele gebruikers van stoffen, preparaten en voorwerpen. Belangrijke aandachtspunten voor 2008 zijn de controle op het gebruik van veiligheidsinformatiebladen (VIB’s) en het doorgeven van informatie over stoffen en preparaten in de keten. Omdat het om nieuwe regelgeving gaat, leggen de inspecties tijdens de controles de regels uit. De inspectiediensten ontwikkelen voor de verschillende categorieën bedrijven een factsheet waarin te lezen is wat er van de bedrijven wordt verwacht en wat ze kunnen doen om aan de regelgeving te voldoen.
14
Verder verzamelen de inspecties tijdens de controles informatie over de keten om zo een analyse van de keten te kunnen maken en vervolgacties te kunnen bepalen. Ook worden de onderdelen van de bestaande regelgeving, die nog van toepassing zijn, gecontroleerd. De inspecties treden handhavend op daar waar zij overtredingen constateren. De bedrijven die worden gecontroleerd zijn onderverdeeld in vijf categorieën: • producenten van stoffen en georganiseerde importeurs van stoffen, preparaten en voorwerpen, zoals producenten van basischemicaliën en oplosmiddelen;
Wereldwijd geharmoniseerd systeem voor chemische stoffen en mengsel treedt begin 2009 in werking
• distributeurs (handelaren) in bijvoorbeeld kleurstoffen; • producenten van preparaten en voorwerpen, met als voorbeeld de verfindustrie; • niet georganiseerde importeurs van stoffen, preparaten en voorwerpen van onder meer grondstoffen voor chemische industrie, en • professionele toepassers, zoals schildersbedrijven en scheepswerven. Algemene informatie over REACH is te vinden op www.helpdesk-REACH.nl. <
signalement mei 2008
Na de invoering van REACH ligt er een nieuwe regeling op de loer voor de FHIlidbedrijven: het Globally Harmonized System (GHS). Dit wereldwijd geharmoniseerd systeem voor de indeling en etikettering van chemische stoffen en mengsels op basis van hun gevaarseigenschappen is vastgesteld door de Verenigde Naties. Voor de invoering van de regels over het leveren en het gebruik van chemische stoffen in de Europese Unie stelt de Europese Commissie een nieuwe verordening op: Regulation on Classification, Labelling and Packaging (CLP). De Nederlandse werknaam is EU-GHS. Door Roy Vervoort Maar wat is nu precies het doel van EUGHS? “Dit systeem deelt chemische stoffen en mengsels in op basis van hun gevaarseigenschappen, wat leidt tot etikettering zodat leveranciers de gevaren op een juiste wijze kunnen identificeren en communiceren.” Aan het woord is Annemiek van Bolhuis, directeur van de directie Voeding, Gezondheidsbescherming en Preventie van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). “Daarnaast beoogt de regeling een hoog beschermingsniveau voor de menselijke gezondheid en het milieu in stand te houden en het vrije verkeer plus handel van chemische stoffen op de interne markt te garanderen en te bevorderen.”
signalement mei 2008
Niet alleen het beschermingsaspect is van belang, ook de Europese harmonisatie van regelgeving én het vinden van aansluiting bij de mondiale harmonisatie is een doel op zich van EU-GHS. “De conceptverordening van de Europese Commissie is in juni 2007 gepubliceerd”, vervolgt van Bolhuis. “Naar verwachting vindt de definitieve besluitvorming over EU-GHS eind 2008 plaats. Begin 2009 treedt de verordening in werking met een gefaseerde invoering van de verplichtingen voor de indeling en etikettering van stoffen en mengsels.” “EU-GHS is belangrijk voor iedereen die direct of indirect met stoffen en mengsels van stoffen te maken heeft”, zegt van Bolhuis. “En er gaat het een en ander veranderen omdat EU-GHS andere indelingscriteria en berekeningsmethoden bevat voor de indeling van chemische stoffen en mengsels. Daarnaast komen er, vergeleken met de huidige indelingssystematiek (volgens de Stoffen- en Preparatenrichtlijn, red.) nieuwe gevarenklassen of -categorieën. Toepassing van de nieuwe criteria kan leiden tot een andere indeling.” “De overheidsvoorlichting in Nederland over EU-GHS richt zich op intermediaire organisaties in de hele toeleveringsketen”, vervolgt de directeur van de directie Voeding, Gezondheidsbescherming en Preventie van het ministerie van VWS. “Daarbij
informeert de overheid deze doelgroepen met uitgebreide algemene informatie over GHS. Voorlichting over branchespecifieke informatie is een taak die de branches zelf moeten verzorgen.” De uitvoeringstaken van EU-GHS én van REACH zijn bewust ondergebracht bij één instantie, de European Chemical Agency (ECHA). Maar dit is niet de enige relatie die REACH heeft met EU-GHS. “Om te voldoen aan de registratieverplichtingen van REACH verzamelen bedrijven informatie over chemische stoffen en mengsels”, zegt van Bolhuis. “Deze informatie vormt de basis voor de indeling en etikettering van de stoffen en mengsels. Bepaalde verplichtingen in REACH zijn afhankelijk van de classificatie van een stof. Na invoering van EU-GHS vervallen de REACH-bepalingen over de indeling en etikettering. De REACH-verordening verwijst dan naar EU-GHS.”
Annemiek van Bolhuis Voor meer informatie over EU-GHS: www.ghs-helpdesk.nl of Joas van Lent (
[email protected], telefoon (033) 465 75 07). <
15
■ CONJUNCTUUR
Ondernemers industrie blijven optimistisch De ondernemers in de industrie blijven optimistisch. Het producentenvertrouwen kwam in februari uit op 8,5. Dit is weliswaar één punt lager dan in januari, maar toen bereikte deze stemmingsindicator de hoogste waarde ooit gemeten. De industriële ondernemers zijn al meer dan anderhalf jaar zeer optimistisch. Het producentenvertrouwen is samengesteld uit drie deelindicatoren: de verwachte productie in de komende drie maanden, het oordeel van de ondernemers over de voorraden gereed product en het oordeel over de orderpositie. Over de toekomstige productie waren de ondernemers in februari iets minder optimistisch dan een maand eerder. Ook over de orderpositie waren de producenten iets minder tevreden. Niettemin scoren beide deelindicatoren nog steeds zeer hoog. Het oordeel over de voorraad gereed product is licht verbeterd.
Nog minder werklozen
een stuk groter dan het aantal dat een vermindering zag. Dit geldt zowel voor de binnenlandse als de buitenlandse markt. De index orderpositie (orderportefeuille uitgedrukt in maanden werk) nam verder toe en kwam uit op 115,5.
was in februari opnieuw groter dan het aantal dat een daling voorzag. Dit is al ruim een jaar het geval. Ook verwachtten de ondernemers de komende drie maanden hogere afzetprijzen. Branchegegevens over het producentenvertrouwen in de industrie zijn opgenomen in de Industriemonitor op de CBS-website.
De ondernemers in de industrie bleven positief ten aanzien van de werkgelegenheid. Het aantal ondernemers dat uitging van een stijging van de personeelsomvang
Bron: CBS.<
������������������������������� ����������������������������������������� �� ��
16
In vergelijking met de driemaandsperiode een jaar eerder lag de werkloosheid 66.000 lager. De werkloosheid is het meest afgenomen onder de 25-44-jarigen. Bijna driekwart van de totale afname zit in deze groep. Ook waren er minder jongeren en 45-plussers werkloos dan een jaar eerder. Bij vrouwen was de afname van de werkloosheid het afgelopen jaar groter dan onder mannen. De meeste werklozen zijn nog wel vrouw. In de periode november januari was gemiddeld vier procent van de
vertoont al ongeveer tweeënhalf jaar een dalende lijn. In die periode is het aantal werklozen met circa 180.000 afgenomen. De werkloosheid daalde over de gehele linie. Bron: CBS.<
��������������������������������� ������ ��� ��� ��� ��� ��� ���
����
����
����
����
� � ��
����
����
����
����
����
Omzetgroei industrie neemt af De industrie heeft in december zes procent meer omgezet dan een jaar eerder. Daarmee bleef de omzetgroei achter bij die van de vorige twee maanden. Al ruim drieënhalf jaar is de omzet hoger dan in de overeenkomstige maand een jaar eerder.
Oplopende inflatie
De gestegen kosten van vervoer droegen 0,6 procentpunt bij aan de inflatie in februari. Duurder geworden voedingsmiddelen, dranken en tabak leverden samen een bijdrage van 0,5 procentpunt. Gestegen prijzen in de horeca zorgden voor 0,2 procentpunt van de inflatie. De prijsontwikkeling van communicatie en van recreatie en cultuur drukten de inflatie in februari
beroepsbevolking werkloos. Een jaar eerder was dit nog vijf procent. Het werkloosheidspercentage onder vrouwen lag hoger dan onder mannen. Van de mannelijke beroepsbevolking was 3,2 procent werkloos, tegen 5,1 procent van de vrouwen. De seizoengecorrigeerde werkloosheid
�
Het aantal ondernemers dat aangaf dat de orderontvangsten zijn toegenomen, was
De inflatie kwam in februari uit op 2,2 procent. Dit is 0,2 procentpunt meer dan in januari dit jaar. De toename van de inflatie viel vooral toe te schrijven aan duurdere kleding en hogere wegenbelasting. Het is voor het eerst sinds de zomer van 2003 dat de inflatie in ons land boven de twee procent ligt. De inflatie wordt berekend uit de stijging van de consumentenprijsindex (CPI) ten opzichte van dezelfde maand een jaar eerder.
In de periode november 2007 - januari 2008 waren, gecorrigeerd voor seizoeninvloeden, 313.000 personen werkloos. Dit zijn er duizend minder dan in de periode oktober - december. Het afgelopen halfjaar daalde het aantal werklozen gemiddeld met ongeveer zevenduizend per maand.
daarentegen, met respectievelijk 0,2 en 0,1 procentpunt. Om de inflatie tussen de lidstaten van de Europese Unie (EU) te kunnen vergelijken, worden geharmoniseerde prijsindices (HICP) berekend. Volgens deze methode kwam de Nederlandse inflatie in februari uit op twee procent. Ook dit is 0,2
procentpunt meer dan in januari. De Nederlandse inflatie is beduidend lager dan het gemiddelde in de eurozone. Dat lag in februari volgens Eurostat, het statistisch bureau van de EU, onveranderd op 3,2 procent.
De omzettoename is volledig toe te schrijven aan hogere afzetprijzen. Daarnaast had december een ander werk- en vakantiepa-
troon dan in 2006. Dit had een negatief effect op de omzetgroei. Op de binnenlandse en de buitenlandse markt was de omzetontwikkeling vrijwel even groot. Op beide markten kende de aardolie- en chemische industrie de grootste omzetgroei. In eigen land nam de omzet van deze branche met twaalf procent toe, in het buitenland met bijna acht procent.
In 2007 was de industriële omzet bijna negen procent hoger dan in 2006. De omzettoename kwam voor ruim de helft voor rekening van een grotere afzet. Hogere afzetprijzen zorgden voor het resterende deel van de omzetgroei. In alle branches was de omzet hoger dan een jaar eerder. Bron: CBS.<
Bron: CBS.<
��������
���������������
�
���������������������������
���
��
���
��
���
�
���
�
���
�
���
��
����
����
����
����
����
signalement mei 2008
����
signalement mei 2008
����
����
����
17
■ INTERVIEW MARK LIGTHART
Is er leven na FHI? Het is begin 2007 als Mark Ligthart het besluit neemt om alleen verder te gaan en te vertrekken bij zijn toenmalige werkgever. Dit betekent ook het einde van Ligthart’s periode als bestuurslid van de branche Industriële Automatisering. “Ik besloot het verder in mijn eentje uit te gaan zoeken, het werken in loondienst vaarwel te zeggen en te gaan doen wat ik echt leuk vind. En wat ik echt leuk vind? Ondernemingen laten ondernemen door dingen in gang te zetten, te veranderen, initiatief te nemen. En gezien mijn achtergrond heb ik een voorkeur voor de wat grotere bedrijven. Dus ik ben op zoek gegaan naar bedrijven die daar behoefte aan hebben.”
Door Roy Vervoort “Ongeveer elf of twaalf jaar geleden ben ik als lid van ISI (Industrial System Integrators, red.) terechtgekomen in het bestuur van de branche Industriële Automatisering.” Hoe hij in het bestuur van de branche gekomen is, weet hij niet precies meer. “Het zou wel eens kunnen dat ik gevraagd ben door Frits Boddeman van GTI Industrial Automation en dat Kees Groeneveld me daarna heeft gepolst of dat niet een interessante functie voor mij zou zijn”, zegt Ligthart lachend.
Vrolijk verder Een opmerkelijk gegeven tijdens zijn ambtsperiode als bestuurslid is de korte tijd dat Ligthart geen zitting kon nemen in het bestuur. “In 2000 veranderde ik van baan en daar zat een aantal maanden tussen. In de tijd dat ik baanloos was, kon ik natuurlijk geen bestuursfunctie vervullen. Mijn oude werkgever had het recht om de vacante bestuurspositie met een eigen werknemer in te vullen, maar liet dit na. Om deze reden kon ik, nadat ik in dienst trad bij mijn nieuwe werkgever binnen dezelfde branche, zo weer naar binnen en vrolijk weer verder. Dat scheelde weer een bestuurstoestand.”
18
Eind 2006 komt er een einde aan een vijftiental jaren in loondienst directie voeren over business units en bedrijven en start Mark Ligthart een eigen bedrijf, MainMark BV. “Deel uitmaken van een directie heeft wel wat, maar ik vond het wel welletjes en er zijn nog zoveel andere dingen te verzinnen. Ik kon vast wel ergens anders weer directeur worden, maar misschien moest ik wel wat anders gaan doen. In de loop der jaren ben ik erachter gekomen dat ik meer ondernemer dan bestuurder ben. Ondernemers willen steeds weer wat nieuws verzinnen, bestuurders willen de boel bij elkaar houden. Ik ben begin veertig, nu kan het nog. Straks ben ik te oud.”
Mark Ligthart ziet zijn eerste klus als zelfstandig ondernemer niet als project. “Het heeft namelijk geen kop of staart. In beginsel werken we op jaarbasis en we kijken ieder jaar hoe we ervoor staan.” Een ter-
mijn waarop hij zich weer kan richten op een nieuwe uitdaging kan Ligthart dan ook niet geven. “Een half jaar vooruitkijken lukt nog wel, maar veel langer ook echt niet. Dingen zijn klaar als ze klaar zijn. In theorie
moet het kunnen om de aandacht en de tijd te verdelen over meerdere bedrijven, maar ik zou nu niet weten hoe.”
‘Interimmer’ Maar een ‘interimmer’ wil Mark Ligthart zich absoluut niet noemen. “Een ‘interimmer wordt vaak geassocieerd met crisis en ellende en ik streef er niet naar ergens de crisisbezweerder uit te gaan hangen. Ik wil er geen project van maken dat we uitrollen en implementeren. Iedereen krijgt een cursus met bijbehorend handboekje en dan zeggen: ik ben klaar. Dan kun je je scharen in de grote rij bedrijven die 130 procent investeren voor twintig procent effectiviteit van de oplossing en waar het rapport in de onderste la verdwijnt. Maar zo werkt het volgens mij helemaal niet.”
“Oude liefde roest niet”
“Ik streef er niet naar om ergens de crisisbezweerder uit te hangen”
Op de rit “Wat gaan we dan doen, is dan de volgende vraag”, vervolgt het oud-bestuurslid. “Veranderprocessen in gang zetten en coördineren vind ik leuk om te doen. Dan kan ik wel aanschuiven bij een bureau als consul-
Ongeveer twaalf jaar heeft Mark Ligthart nu al te maken met FHI. “Ik volg het nu een jaartje of twee van een wat grotere afstand. Tijdens mijn periode als bestuurslid, en ook als lid van de tentoonstellingscommissie voor HET Instrument, heb ik FHI zien veranderen van een op de beurs gefocuste vereniging naar een brede vereniging met veel aandachtsgebieden die maatschappelijk een veel grotere stempel drukt dan tien jaar geleden. Een zeer goede ontwikkeling waar ik met veel plezier aan heb mogen meedoen.”
“Dingen zijn klaar als ze klaar zijn” tant, maar dat was in mijn geval absoluut geen optie.” Nadat Ligthart tot de conclusie kwam dat op die markt voor hem wel werk te vinden was, was de start van de eigen onderneming een feit. “De wat grotere mkb-bedrijven kunnen nog behoorlijke slagen maken, moeten vaak nog moderniseren. Deze bedrijven zijn vaak in handen van directeuren-eigenaren die niet meer de zin of de puf hebben om nog een keer dat hele traject in te gaan en daar kun je aan de slag om de zaak op de rit te krijgen.”
“Sinds een kleine twee jaar ben ik voor het eerst van mijn leven uit de techniek die gerelateerd is aan de industriële automatisering en dan weet je dus ook wat je mist”, sluit Ligthart af. “En om heel eerlijk te zijn: dat mag er wat mij betreft wel weer bij. Oude liefde roest niet.” <
signalement mei 2008
signalement mei 2008
19
■ FEDERATIENIEUWS
FHI in 2007 meest succesvolle brancheorganisatie in exportplannen Voor technologiebedrijven liggen volop kansen in het buitenland
De samenwerking tussen de EVD, FHI als brancheorganisatie en de ervaren Harry van de Pol is uiterst succesvol. Met een aantal van 46 FHI-bedrijven die vorig jaar een financiële bijdrage vanuit het ministerie van Economische Zaken kregen, was de federatie in dit veld de meest succesvolle brancheorganisatie van Nederland. Een aantal FHI-ondernemers werd gevraagd naar hun ervaringen. Hun do’s en dont’s werden vastgelegd in het boekje ExportLeren. Hieronder een korte bloemlezing.
Marktverkenning “De opdracht was: breng voor ons de WestAmerikaanse revalidatiemarkt in kaart”, zegt Michiel Westermann van Motek Medical, lid van de FHI-branche Medische Technologie. “En dat bleek te algemeen; een klassieke fout die een ondernemer kan maken als hij een externe partij opdracht geeft een markt te verkennen. De vragen waren niet concreet genoeg en het rapport dus algemener dan we gedacht hadden. Prima bruikbaar voor het schrijven van een businessplan. Maar toch. Ondernemers hebben geen hele verhalen nodig over hoe de markt in elkaar zit, maar zoeken concrete antwoorden op vragen. Wie zijn voor ons de top vijftig klanten in de markt? Wat zijn de vijf beste distributeurs? Die vragen mag je een externe partij gewoon stellen. Komen ze met het verhaal dat ze eerst wat algemenere informatie willen verzamelen, dan weet je hoe laat het is. We hebben geen hele verhalen nodig, maar concrete antwoorden; geen consultant, maar iemand die zicht heeft op markten; iemand die samen met ons de handen uit de mouwen wil steken. Met min-
20
Het Programma Starters op Buitenlandse markten (PSB) ondersteunt FHI-leden op een praktische manier bij de voorbereiding en uitvoering van de exportplannen. Samen met Harry van de Pol, een ervaren exportadviseur, stellen bij FHI aangesloten ondernemers een
internationaliseringplan op voor de nieuwe buitenlandse markt dat aan de Economische Voorlichtingsdienst (EVD) ter subsidiëring wordt voorgelegd. Als de EVD het plan goedkeurt, heeft het FHIlidbedrijf achttien maanden de tijd om het uit te voeren.
der hoeven we geen genoegen te nemen!”
voor ons deuren kon openen. Die hebben we gevonden en de deuren gingen ook open. Wat we wel gezien hebben, is dat we het daarna zelf moeten doen. Er is heel veel specifieke kennis en knowhow nodig om met veel partijen te spreken over de technologische mogelijkheden als het gaat om rekeningrijden in Londen. Na een half jaar werken aan het openen van deuren, was de interim-manager bij ons wel klaar en hebben we het zelf weer opgepakt. En met succes!”
Octrooiregistraties Eén van de do’s voor ondernemers die zich tijdens het registratietraject willen laten begeleiden, is het inschakelen van een deskundige die de business begrijpt. “Als de externe partij die je door het octrooitraject moet leiden geen verstand heeft van chemie, dan is de chemie er gewoon niet”, aldus Ron Wolbert van RNA, lid van de FHI’s brancheorganisatie voor Laboratorium Technologie. “En als die chemie er niet is, dan gaat het niet werken. Het nieuwheidsonderzoek en alles wat daar op volgt is, (ondanks PSB-subsidie) daar kostbaar genoeg voor.”
Het boekje ExportLeren met nog veel meer do’s en dont’s is kosteloos aan te vragen bij FHI, Andreas Meijer (
[email protected], (033) 465 75 07). <
“Als je als ondernemer niet bereid bent je te verdedigen tegen inbreuk op je octrooi en de kosten hiervoor te dragen, dan moet je er niet aan beginnen.” Aan het woord is René Dijkstra van het lidbedrijf D.A.R.E.!! van de FHI-branche Industriële Elektronica. “Wij hebben ervaring met inbreuk en als dat gebeurt moet je snel in beweging komen. De ene keer levert het een snel excuus op en ben je klaar, maar een andere keer wordt het een juridisch steekspel. Het hoort er allemaal bij als je iets hebt dat zo mooi is dat het de moeite van het beschermen waard is.”
FHI mag zich, wat betreft de PSB-regeling, de meest succesvolle brancheorganisatie van 2007 noemen. Toch staat op voorhand al vrijwel vast dat FHI en haar leden dit succes na 2008 niet zullen evenaren, laat staan overtreffen omdat het budget dit jaar vooralsnog aanmerkelijk lager ligt dan in 2007. “Het doet me deugd te horen dat de FHI-leden veel baat bij de PSB-regeling hebben”, aldus Pauline Smeets, lid van de Tweede Kamer namens de PvdA. “Het is gewoon heel moeilijk om geld vrij te maken want er was in eerste instantie bezuinigd op het onderwerp. Toch is het gelukt om het budget te plussen met drie miljoen. Het is niet een heel groot bedrag, maar we komen zo wel weer een stukje in de goede richting.” Voorlopig ziet het PvdA-Kamerlid geen mogelijkheden om het PSB-budget structureel op te hogen. Toch gooit Pauline Smeets de deur nog niet helemaal in het slot. “Er kan ook op de begroting van Economische Zaken onderuitputting zijn; dat betekent dat er minder geld is uitgegeven dan verwacht werd. Als dat het geval is, gaan we met elkaar weer kijken waar we dat geld weer voor gaan gebruiken en dan komt de PSB-regeling vanzelfsprekend ook weer in beeld.” <
Interim-manager “Wij zijn eigenlijk een uitvinderbureau en realiseren hoogtechnologische oplossingen”, aldus Rob Kolenbrander van Technolution dat lid is van de branche Industriële Elektronica. “Wij zagen goede mogelijkheden in de Engelse markt en zochten iemand die
“Het is moeilijk extra geld vrij te maken voor PSBregeling”
Zo gezegd en geschreven! Door de redactie van Signalement geselecteerde citaten.
“Het is gênant dat de Tweede Kamer meent dat Nederland een vooraanstaande kenniseconomie moet worden en daartoe jongeren oproept vooral een bètastudie te kiezen en zelf als bonte verzameling van sociologen, advocaten, zweefteven, volksophitsers, onderwijzers en gesjeesde vakbondsbestuurders meent competent te zijn om aan deze steeds meer technologisch geavanceerde maatschappij richting te kunnen geven.” Herb Prooy, bestuursvoorzitter van e-businessprovider Siennax in het Financieele Dagblad van 17 maart 2008. “Bij vissen is een felle kleur bijvoorbeeld gunstig voor mannetjes omdat ze daarmee vrouwtjes kunnen verleiden; het grotere risico dat ze daardoor worden gepakt door een predator, weegt daar tegenop. Vrouwtjes zijn echter beter af met een onopvallend kleurtje.” Theoretisch bioloog Sander van Doorn in Bionieuws van 15 maart 2008. “Als het tempo omhooggaat, maak je netjes gebruik van wat anderen bedacht hebben.” Anton Schaaf, Chief Technology and Operations Officer van de Raad van Bestuur van Océ NV in knowhow, Partners in innovatie van maart 2008. “Het wordt tijd dat Nederlandse meisjes beseffen dat bèta’s net als boeren een vrouw zoeken.” Ir. Ionica Smeets in Technisch Weekblad van 15 maart 2008. “De beste mogelijkheid om de uitstoor van CO2 tegen te gaan, is om het niet te maken.” Directeur Cor Zijderveld van Chemie Park Delfzijl in Chemie Magazine van 13 december 2007. “The pressure on development time is enormous and even the shorter programmes are not short enough.” PLOT-voorzitter Harry Roossien in Environmental Engineering, winter 2007/2008. “Weegt het mogelijke risico door het gebruik van zonnecrème op tegen het bewezen risico van huidkanker door een teveel aan zonneschijn?” Germ Visser van DSM Research over de toepassing van nanodeeltjes in Chemie Magazine van 13 december 2007. <
Harry van de Pol: exportadviseur
signalement mei 2008
signalement mei 2008
21
■ FEDERATIENIEUWS
Twintigste, jubileumeditie FHI Golftournament Prachtige baan ‘Landgoed Bergvliet’ geselecteerd voor topevenement
Jarenlang herbergde het uit de dertiende eeuw stammende Landgoed Bergvliet het agrarische bedrijf van de gebroeders Pheninckx. Waar in andere tijden het vee graasde, ligt anno 2007 een schitterende achttien holes par-71 en negen holes par-3 baan. Het complex vormt het passende decor voor een bijzondere editie van het spraakmakende FHI Golftournament. Op donderdag 28 augustus vindt het evenement voor de twintigste keer plaats op deze prachtige baan tussen Breda en Oosterhout!
Waar met name Hilbert Geveke in 1987 het initiatief nam voor een ‘wedstrijdje’ voor leden van de coöperatieve vereniging Het Instrument, is de Golfmeeting een jaarlijks gebeuren geworden waaraan in 2008 een recordaantal van 180 FHI’ers deelnam, met nog een flink aantal teleurgestelde gegadigden op een wachtlijst!
hole de bosrand als decor. Diverse greens, omgeven door geraffineerde waterpartijen, ruig duingebied en opkomende heide, zorgen voor de nodige uitdaging en afwisseling. De architecten hebben iedere hole een eigen karakter gegeven. Daarbij zijn de lengte en moeilijkheidsgraad goed op elkaar afgestemd. Alle clubs moeten uit de tas om deze baan te bespelen!
Alle clubs uit de tas De achttien holes par-71 wedstrijdbaan van Bergvliet kenmerkt zich door een glooiende, soms linksachtige, course met op bijna elke
Ook dit jaar wordt er op de achttien holes baan weer gestreden om de wisselbeker, die sinds vorig jaar in bezit is van Remco de Kramer van de firma Teesing. Als altijd spelen de ‘aspirant’golfers zonder GVB op een negen holes baan in een masterclinic en is er voor beginners golfles in de clinic. Vanwege gebrek aan ervaring hoeft dus niemand weg te blijven.
Ontmoeting
golfcommissie, Gejan Starink van Panasonic, Willem van Raalte van Da Vinci Europe en Marjoleine Haisma van het FHI-bureau, heeft persoonlijk de kwaliteit van de keuken uitgetest.
Sponsors en deelnemers nu melden De FHI-golfcommissie heeft de baan geselecteerd op een maximale capaciteit. Niettemin is vorig jaar gebleken dat het zaak is dat degene die een startplek willen in de achttien holes wedstrijd er op tijd bij moeten zijn. Datzelfde geldt voor de sponsors, met dank aan hen die zorgen dat het voor de deelnemers betaalbaar blijft. De eerste vooraankondiging is al verzonden. Wie die heeft gemist, kan zich melden bij Marjoleine Haisma, (033) 465 75 07 of
[email protected]. De definitieve uitnodiging gaat eind mei de deur uit. <
Wie eerder bij de FHI-golfmeeting was, weet het: elkaar na de vakantie weer ontmoeten, is minstens zo belangrijk als het spelletje. Bij de ontvangst, bij de lunch, aan de haringkar op de baan en na afloop op de ‘negentiende hole’ in het clubhuis bij de borrel en het diner is het op de laatste donderdag van augustus altijd oergezellig. De
signalement mei 2008
23
■ NIEUWS VAN FHI PARTNERS
■ COLUMN
Keuzes vaak een kwestie van intuïtie Streven naar professionalisering HRM-cyclus geen overbodige luxe Ook 2008 staat voor de meeste organisaties weer in het teken van keuzes. Waar vind je geschikte medewerkers, is de bedrijfscultuur klaar voor de toekomst, hoe behalen oudere werknemers het gewenste prestatieniveau, wat voor grip heb je op de mobiliteit van jongere werknemers en de belangrijkste vraag: welke opstelling brengt ons in de finale van het Europees Kampioenschap? De bovenstaande keuzes hebben betrekking op mensen. Hoe onderbouwen we die keuzes eigenlijk?
Tegenwoordig hoor je begrippen als ‘competentiemanagement’, ‘boeien & behouden’ en ‘vinden & binden’. Deze thema’s kunnen we onderbrengen in de HRM-cyclus, waar het een kwestie is van werven, selecteren, ontwikkelen en evalueren. Na de evaluatie is het belonen of exit! De keuzes die worden gemaakt tijdens beslismomenten binnen de cyclus zijn vaak intuïtief. Zowel werkgever als werknemer laten zich door hun gevoel leiden. De mens zoekt echter graag een onderbouwing van zijn gevoelens. Kijk naar het succes van de Astrolijnen en de Enkhuizer Almanak. Vergeet ook niet handlezingen, tarotkaarten, waarzeggers en testjes die je vertellen of je relatie wel in orde is.
Ons gevoel helpt ons goed op weg, echter ons waarnemingsvermogen is beperkt. We zijn niet in staat volledig waar te nemen en we dragen ook nog eens een gekleurde bril. Logisch dat onze keuzes niet altijd op rationele gronden plaatsvinden. Opmerkelijk is dat we kwaliteitsmodellen ontwikkelen en processen certificeren terwijl de keuzes binnen de HRM-cyclus grotendeels op gevoel worden gemaakt. Eenmaal binnen de cyclus gekozen, grijpen we naar wetgeving en jurisprudentie om de besluiten te formaliseren.
assessments en psychologische screening. De technologiebranche kent specifieke behoeften als het om de HRM-cyclus gaat. De bijzonder krappe arbeidsmarkt en de alsmaar toenemende vraag naar specialisten maakt het verleidelijk om kort door de bocht te willen gaan. Stel je voor dat de persoon achter het unieke curriculum vitae (cv) na een assessment niet binnen je organisatie blijkt te passen. Daar kom je liever later dan wel achter en wie weet, misschien pakt het toch goed uit. Stel je ook eens voor dat achter het niet zo interessante cv een enorm ontwikkelpotentieel blijkt te zitten. Het moge duidelijk zijn, een assessment of psychologische screen kan helpen om objectief en met meer diepgang naar kandidaten te kijken. Het FHI verdiept zich samen met de Castor fiber groep in de behoeften van de leden binnen de HRM-cyclus. Dit uit zich momenteel in de mogelijkheid om laagdrempelig psychologische screening aan te bieden voor diverse doeleinden.
FHI streeft naar professionalisering van de HRM-cyclus van haar leden. Dit kan gebeuren door de keuzemomenten te ondersteunen met professionele middelen zoals
Voor meer informatie kunt u opnemen met Castor fiber groep (info@castorfibergroep.nl of (073) 523 12 70) of kom op de stand van FHI (9A002) op HET Instrument 2008. <
HBR Branche Verzekeringen meldde in de vorige editie van FHI’s branchemagazine Signalement de ontwikkeling van het nieuwe eigenrisicodragercollectief voor de WGA (Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten). Dit collectief is halverwege maart 2008 een feit geworden. Wat is er bereikt voor de FHI-leden en hun werknemers?
ieder geval een maatwerkofferte worden afgegeven en tevens kan HBR Branche Verzekeringen het inlooprisico verzekeren. Dit betekent dat zij bestaande, langdurige ziektegevallen overnemen van het UWV.
Het nieuwe collectief WGA eigenrisico-drager is een feit
Nadere informatie: Op dit moment overspoelen verzekeraars, die hun premies voor 2008 bekendmaken, de markt. HBR Branche Verzekeringen heeft zich niet primair gefixeerd op de premie, maar juist op de voorwaarden en wilde keihard op papier de toezegging dat de nieuwe verzekeraar de gehele uitvoering van de WGA voor hun rekening neemt. De wet stelt namelijk dat de werkgever aansprakelijk blijft voor bijvoorbeeld de evaluatie van de voortgang in de WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen). Dit betekent dat bedrijven na acht jaar met een oudmedewerker om de tafel moeten gaan zitten
24
om de voortgang te bespreken. HBR Branche Verzekeringen denkt dat veel FHI-leden hier niet op zitten te wachten. Het nieuwe collectief loopt met ingang van 12 maart 2008 bij Nationale Nederlanden, de enige verzekeraar die zijn reïntegratieactiviteiten in zijn voorwaarden heeft opgenomen. Dit betekent dat reïntegratie een polisrecht is geworden. Alle andere verzekeraars bieden dit alleen aan na overleg met hun specialisten. Een voorgesteld reïntegratietraject kunnen zij dus afwijzen. Daarnaast begint Nationale Nederlanden met
reïntegratie zodra de eerste activiteiten van de wet Poortwachter aanvangen. Dat is bijna twee jaar eerder dan het UWV en Nationale Nederlanden is van mening dat zij dit veel beter kunnen verwerken dat het UWV. De premie tot een loonsom van drie miljoen euro bedraagt 0,26 procent van de loonsom. En met inmiddels ruim 92.000 uitgetreden bedrijven wordt zichtbaar dat het UWV duurder en duurder wordt. De gemiddelde premie van het UWV voor 2008 bedraagt nu 0,57 procent. Voor grote bedrijven heeft HBR Branche Verzekeringen een speciaal traject. Er wordt in
signalement mei 2008
HBR Branche Verzekeringen BV Ruud Rooker of Eliab Salamony, telefoonnummer: (023) 526 07 68, e-mailadressen:
[email protected] of
[email protected] < HBR Branche Verzekeringen BV is gespecialiseerd in bedrijfsverzekeringen. In elk Signalement zal zij een aantal bedrijfsrisicoaspecten behandelen. Daarnaast kunnen leden verzekeringsvragen stellen die eventueel in Signalement behandeld worden. <
signalement mei 2008
Vragen stellen Freek Rooze
Het werken in sales is niet eenvoudig. Vele producten zijn complex en vereisen een gedegen kennis om er met de klant op een gelijkwaardig niveau over te kunnen praten. Meestal hebben verkopers te maken met meerdere concurrenten en beslissers. Bovendien is het waarschijnlijk dat uw contacten al op internet of bij vakbroeders hebben rondgeneusd en dat voorkeuren en meningen al zijn gevormd. In dergelijke situaties hangt succes sterk af van de relatie die de verkoper met de D.M.U. (Decision Making Unit) kan opbouwen.
In een recent artikel in het zakenblad Bizz gaven inkopers te kennen dat vragen stellen, luisteren, betrokkenheid tonen en meedenken de ingrediënten waren om topdeals te kunnen sluiten. Het stellen van de juiste vragen is daarbij ongetwijfeld de basis. Goede vragen laten de potentiële klant weten dat hij met een professional te maken heeft. Ze etaleren de intentie van de verkoper om de klant werkelijk te helpen, laten aanwezige kennis over oplossingen doorschemeren en geven de verkoper inzicht in de persoonlijkheid, de situatie en de doelen van de klant. Maar bovendien bouwen ze vertrouwen op. Verkopers die de kunst van het vragen stellen goed beheersen, krijgen veel minder tegenwerpingen te horen. Bepaalde vragen werken enorm overtuigend, zodat verkopers nauwelijks hoeven af te sluiten. Jammer genoeg besteden veel verkopers in de praktijk nog altijd te weinig tijd aan deze ‘kunst’. Ongetwijfeld berokkenen ze hun bedrijf daarmee flinke schades. Toch is vragen stellen iets wat we allemaal in ons hebben gehad. In de kindertijd is menig moeder horendol geworden van kindliefs ongebreidelde nieuwsgierigheid. “Mama wat doet papa op zijn werk? Waarom is een goudvis oranje? Waarom heeft oma plooien in d’r gezicht?” Na enkele vragen drukt moeder dit spervuur de kop in met: “Mama is nu heel druk bezig; ga maar even in de tuin spelen”. Op latere leeftijd leren ze op school dat je met veel vragen stellen er ook niet altijd populairder op wordt. Eenmaal aan het werk zijn al te kritische vragen eveneens not done. Zo wordt het vragen stellen zoetjesaan een aftakelende competentie. Een use it or lose it fenomeen, maar dodelijk voor grote successen. Maak daarom het kind weer in u wakker. Stel voortaan vijf keer meer vragen dan voorheen. Help uzelf en uw verkopers dóór te vragen en durf de diepte in te gaan. Want aan wie vertrouwt u uw topdeals toe?
[email protected] <
25
■ NIEUWS VAN FHI PARTNERS
“Communicatie ga je pas zien als je het door hebt” FHI en ISA Life Science bieden workshop ‘Wat is mijn KLIK-factor?’ aan. Fred van Rossum, trainer, coach en consultant bij ISA Life Science
In de wereld van de life sciences ligt het tempo van de ontwikkelingen hoog. Producten volgen elkaar in een snel tempo op en de medewerkers zijn over het algemeen uitstekend geschoold en gezegend met een bovengemiddelde drive. Door de veelal intrinsieke focus op kennis zijn zaken als klantgerichtheid en communicatieve competenties wel eens wat minder ontwikkeld. Fred van Rossum, verbonden als trainer, coach en consultant bij ISA Life Science, weet uit eigen werkervaring dat nieuwe producten in die branche met hoog tempo worden gelanceerd.
Zoals al jaren in supermarkten een gevecht woedt om de ruimte voor het product in het schap, zo is het ook in de markt van de life sciences van vitaal belang een product goed te positioneren, presenteren en demonstreren. “Ik vraag me soms af”, zegt Fred van Rossum, “of het innovatieve product zichzelf verkoopt of komt het door de medewerkers?” In veel gevallen blijkt de rol van de medewerkers van doorslaggevend belang te zijn in het verkoopproces. Wat is er dan belangrijk in de rol van de medewerkers? “Medewerkers maken het onderscheid omdat zij enerzijds over goede (commerciële) vaardigheden beschikken en anderzijds in staat zijn om de goede aan-
INZIEN
26
sluiting bij hun klanten te realiseren”, aldus van Rossum. “Dit bepaalt of zij succesvol zijn bij hun prospect. Het is immers bekend dat de effectiviteit van het gesprek bepaald wordt door de kwaliteit van de boodschap en de acceptatie door de toehoorder.”
partner kan herkennen en ernaar kan handelen in het dagelijkse werk. Welke voordelen zou dat dan hebben voor de gesprekseffectiviteit? En wat betekent dat dan voor het behalen van de doelstelling(en) van medewerkers wanneer zij dit in de dagelijkse praktijk zouden doen?”
Maar hoe weet je nu dat je ook daadwerkelijk aansluiting bij je klant hebt? “Ehhh … ? Managers, projectleiders en accountmanagers weten maar al te goed bij welke personen zij een goede aansluiting hebben en bij welke niet of beperkt. In Jip en Janneke-taal hebben we het dan over een ‘klik’ tussen personen. Deze al of niet aanwezige ‘klik’ komt overigens op alle niveaus in organisaties voor, dus zowel intern tussen manager en medewerker als extern tussen productspecialist en gebruiker.
“Vaak moeten betreffende deelnemers erkennen dat ze weliswaar een zekere kennis hebben van communicatiestijlen, maar daar nog niet naar handelen”, aldus Fred van Rossum. “Dat is nu precies waar het om draait: de vertaalslag van theorie naar praktijk. De dagelijkse realiteit dient steeds als uitgangspunt te worden genomen. Dan volgt een proces met een logische samenhang en een duidelijk doel: doen in de praktijk!”
“Je gaat het pas zien als je het door hebt, zegt Cruijff. En zo is het ook met communicatie”, vervolgt van Rossum. “Dat doen mensen vaak onbewust, zoals ze dat al jaren gewend zijn. Daarom begint goede communicatie met het inzien van de eigen communicatiestijl. En dat men vervolgens ook de communicatiestijl van de gespreks-
Voor wie handvaten aangereikt wil krijgen en zijn gesprekseffectiviteit wenst te verbeteren, biedt FHI in samenwerking met ISA Life Science de workshop ‘Wat is mijn KLIK-factor?’ aan op dinsdag 3 juni en woensdag 2 juli 2008 van 15.00 tot 18.00 uur. Voor meer informatie of aanmelding: Andreas Meijer van FHI (
[email protected], (033) 465 75 07). <
KENNEN KUNNEN
DOEN signalement mei 2008
signalement mei 2008
27
■ THEMA: STANDAARDISATIE EN NORMALISATIE
Nederlandse industrie kan sneller en toch veiliger Normalisatie: een maatschappelijk en economisch belang Alles om ons heen voldoet aan bepaalde normen. De maatschappij kan niet zonder. En dan hebben we het niet over het begrip ‘normen en waarden’ van minister-president Balkenende, maar over technische normen. In totaal gelden er zo’n achttienduizend in ons land. Als we het hebben over een A4-tje, dan weet iedereen wat we bedoelen. De caravan past achter allerlei verschillende auto’s en de creditcard past in iedere gleuf van iedere bank, in ieder land. Iets meer in de richting van de industrie: het is toch wel érg gemakkelijk dat allerlei componenten en instrumenten in de aandrijving, besturing, beheersing, controle en beveiliging van industriële processen op elkaar aansluiten en dezelfde ‘taal’ spreken. Dat ze elkaar begrijpen en direct op elkaar reageren. Sterker nog, dat is pure noodzaak voor de overleving van de Nederlandse industrie, in deze tijd van ‘procesintensificatie en -continuïteit’. Normalisatie is daarom onontkoombaar.
Door Harrie Heemskerk Alles in de industrie moet steeds sneller en met zo weinig mogelijk mensen worden gemaakt. Productie-uitval kost veel te veel geld en mag dus niet of nauwelijks voorkomen. Daarvoor zijn afspraken nodig, onafhankelijke standaarden die concurrerende leveranciers van instrumenten en componenten overeenkomen om zo hun gezamenlijke afzetgebied te vergroten. Die afspraken zijn normen. Het zijn onafhankelijke maatstaven waaraan producten, processen, organisaties en mensen kunnen worden getoetst. Ook de manier waarop die toetsing plaatsvindt, is weer in normen vastgelegd. In een aantal gevallen gebeurt deze toetsing in het kader van markerings-, certificeringsof erkenningsregelingen. In dat geval wordt toegezien op naleving van de normen door de betreffende Certificerende Instelling of de Nederlandse Raad voor Accreditatie.
Veiligheid Normen hebben overigens niet alleen de hierboven geschetste economische waarde, waarop marktpartijen hun overeenkomsten kunnen baseren. Ze hebben ook een algemeen maatschappelijk belang. De veiligheid
van mensen, goederen en het milieu in de industrie dient vaak op basis van normen te worden gewaarborgd. Heel wat normen worden daarom door overheden aangewezen in of bij lokale en nationale bouw, arbo- en milieuwetgeving. En door Europese regelgeving als de Laagspannings-, EMC-, Machine- en Atex-Richtlijnen, die van toepassing zijn op instrumenten, componenten, materialen en de industriële installaties die ermee worden opgebouwd, beheerd, onderhouden en geïnspecteerd.
Wetgeving Zijn die in wet- en regelgeving aangewezen normen nu ook letterlijk wettelijk verplicht? Nee, net niet helemaal. Maar iedereen past ze wel toe. Waarom? We nemen als voorbeeld de nieuwe Europese Machinerichtlijn, die bedoeld is om de veiligheid van medewerkers in industriële processen te waarborgen. Op hoofdlijnen geldt hetzelfde voor allerlei andere normen die van toepassing zijn op industriële processen, die - steeds verder geautomatiseerd - worden beheerst op basis van instrumentele waarneming, signalering en aansturing.
Intelligente industriële componenten en instrumenten waarin elektrotechniek, aandrijf- en besturingstechniek, meting en signalering en ICT integraal samenwerken, maken productieprocessen directer bestuurbaar. De verschillende deelprocessen kunnen beter op elkaar worden afgestemd, nauwkeuriger worden aangestuurd en sneller op elkaar reageren. De productie als geheel hoeft hierdoor minder vaak te worden vertraagd of onderbroken in verband met de veiligheid van machineoperators en andere medewerkers die het productieproces ondersteunen. Hierdoor wordt de productie als geheel geoptimaliseerd, het rendement wordt hoger en de voorgeschreven veiligheid blijft gewaarborgd. Deze nieuwe elektronische componenten gecombineerd met software en andere voorzieningen mogen sinds enige tijd in het kader van de nieuwe Europese Machinerichtlijn al worden toegepast.
Niet honderd procent verplicht De techniek De mogelijkheden om industriële processen flexibeler en sneller te maken, met behoud van het wettelijk voorgeschreven niveau van veiligheid, worden ruimer. Dat komt enerzijds door nieuwe technologische ontwikkelingen. Anderzijds gaat de wet- en regelgeving die hierop van toepassing is veranderen. De nieuwe Europese Machinerichtlijn met bijbehorende CE-markering wordt
28
over ruim anderhalf jaar van kracht. Om precies te zijn op 29 december 2009. Dan is de huidige overgangstermijn voorbij. De bijbehorende nieuwe en veranderde normen mogen daarom nu al worden toegepast.
Dat hangt samen met de nieuwe normen NEN-EN-IEC 60204 en NEN-EN-IEC 62061 en een groot aantal andere normen. Deze normen zijn echter niet honderd procent wettelijk verplicht, net zo min als de oude normen die zij vervangen, ook niet in het kader van de nieuwe Europese Machinerichtlijn. Maar de normen worden wel aangewezen door die nieuwe Machinerichtlijn die binnen de Europese Unie is overeengekomen. Dat
signalement mei 2008
betekent dat bij toepassing van de normen er een zogeheten ‘vermoeden van overeenstemming’ is met de veiligheidseisen die in de richtlijn zelf staan. Hetzelfde geldt voor de andere Europese richtlijnen die op industriële installaties van toepassing kunnen zijn, zoals op het gebied van laagspanning, explosieveiligheid en drukapparatuur, inclusief alle bijbehorende normen. Dat aan die eisen voldaan moet worden, volgt uit onze nationale arbo- en bouwwetgeving. Is er zo’n ‘vermoeden van overeenstemming’ omdat men zich aan de normen houdt, dan staat men juridisch sterk wanneer er letsel of economische schade ontstaat. Dan ligt de bewijslast bij de tegenpartij, en niet bij de eigenaar of leverancier van de industriële productiesystemen.
in Europese (CEN en CENELEC) en wereldwijde (IEC en ISO) verbanden. Daarin wordt Nederland vertegenwoordigd door NEN. Dit instituut in Delft is echter geen overheidsorgaan, zoals velen denken, maar een autonome stichting met een werkapparaat van 275 mensen. Nieuwe normen worden gemaakt - en bestaande verder doorontwikkeld - door normcommissies bestaande uit alle daarbij belanghebbende partijen uit de Nederlandse markt. Maar liefst zevenduizend deskundigen uit het Nederlandse bedrijfsleven hebben naast hun dagelijks
werk zitting in een normcommissie bij NEN. Daartoe behoren ook alle geledingen van de industriële wereld, zowel producenten van instrumenten, machines, apparaten, componenten en systemen als de toepassers ervan. En zowel brancheorganisaties als kennis- en opleidingsinstituten.
Voor meer informatie: www.maakwinstmaaknormen.nl Harrie Heemskerk is hoofdredacteur Mag1010, InstallatieMail en MachinebouwMail. <
Wil een eigenaar of leverancier op een andere manier vanuit nationale wetgeving aan de eisen in de Europese Richtlijnen voldoen, dan mag dat ook. Maar dan ligt de bewijslast bij hem als het mis gaat. Dat moet hij aantonen dat zijn oplossing gelijkwaardig is aan die in de richtlijn. En dat wordt heel lastig. Hoe ingewikkeld normen ook zijn, het is de eenvoudigste manier om aan te tonen dat aan de eisen in de Europese Richtlijnen is voldaan.
Zevenduizend deskundigen Hoe komen normen nu tot stand? Vaak wordt nog gedacht dat ‘het NEN’ alle normen zelf bedenkt en aan de markt oplegt. Niets is echter minder waar. In Nederland is NEN het centrum voor normalisatie. Maar in deze tijd van mondialisering van industrieën komen normen op dit terrein vaak tot stand
signalement mei 2008
Bron: ABB
29
■ HAAGSE BABBEL: INTERVIEW PAULINE SMEETS
“Overheid moet veel meer launching customer zijn” Pauline Smeets wil de beleving van de ondernemer centraal stellen “Echt een Limburgs Kamerlid.” Zo noemt Pauline Smeets (49) zichzelf sinds ze in 2003 namens de Partij van de Arbeid (PvdA) haar intrek nam in de Tweede Kamer. En ze vindt dan ook dat ze het aanspreekpunt voor alle Limburgers moet zijn. Maar naast deze morele plicht vinden we in haar portefeuille Economische Zaken, met als specialiteit het ondernemerschap in de meest brede zin van het woord. “Ik heb zelf nooit in de technologiebranche gewerkt, maar vooral dankzij bedrijfsbezoeken krijg ik meer en meer affiniteit met technologie. We kunnen er gewoon niet omheen dat technologie een steeds belangrijkere rol speelt in onze samenleving.”
“Ik ben de ‘waakhond’ voor degeregulering binnen de fractie”
Door Roy Vervoort Na zeventien werkzame jaren in de dienstverlenende sector stapt Pauline Smeets in januari 2003 in de langsrijdende trein die haar, mede dankzij vele voorkeurstemmen, afzet in Den Haag waar ze haar draai al lang en breed heeft gevonden. “De lobby is zo ontzettend belangrijk voor ons Kamerleden, ook al heeft het voor veel mensen een negatieve ondertoon”, aldus Smeets. “Het is belangrijk dat clubs als FHI bestaan en hun mening ventileren. Uit al die signalen van verschillende organisaties is het dan aan mij als Kamerlid om de relevante punten eruit te pikken en mijn mening te vormen. Daarnaast moet FHI als organisatie zich op de kaart blijven spelen zodat ze bij de start van beleidsprocessen meedenken en hun invloed kunnen blijven uitoefenen.”
Waakhond Dat er een enorm spanningsveld bestaat tussen enerzijds de noodzaak om alles goed te regelen en anderzijds de behoefte aan deregulering kan Pauline Smeets alleen maar beamen. “Vermindering van de administratieve lasten is een middel om te komen tot economische groei. Wetgeving hebben we altijd met een bepaald doel geïmplementeerd, maar er zullen altijd stakeholders zijn die belang hebben bij die wetgeving. Dat spanningsveld is enorm, maar ik ben ervan overtuigd dat we hiermee door moeten gaan en ik sta honderd procent achter de ambities (verlaging van de administratieve lasten met 25 procent, red.) van het kabinet. Binnen de fractie ben ik de ‘waakhond’ voor deregulering en dat is niet altijd gemakkelijk.” “We hebben heel erg de nadruk gelegd op cijfertjes”, vervolgt Smeets. “Wat ik in deze periode ook heel belangrijk vind, is dat we
30
signalement mei 2008
de beleving van de ondernemer centraal stellen. Via een motie heb ik gepleit voor een nulmeting naar de beleving die inmiddels ook wordt uitgevoerd. Na vier jaar moet, naast de harde cijfers, de beleving duidelijk zijn bijgesteld. Ideaal wordt het nooit, want een ondernemer heeft doorgaans een hekel aan regels als niet meteen duidelijk zichtbaar is wat het voor hem oplevert, maar ik wil wel een duidelijke verbetering zien.”
Kansen Volgens Pauline Smeets moet er op meerdere fronten een wisselwerking zijn tussen overheid, bedrijfsleven en wetenschap. “Ik vind het heel belangrijk dat dit kabinet heeft gezegd dat ze innovatie en technologie gaat gebruiken om maatschappelijke vraagstukken op te lossen. En juist hier liggen kansen voor de technologiebranche.” Eén van de gebieden waar technologie in de ogen van de volksvertegenwoordigster een grote rol kan spelen, is de zorg. “In Zweden spreken ze binnen de zorgsector van cold en warm hands. Technologie kan deze cold hands handen en voeten geven, zeker in een sector waar de arbeidsmarkt een tekort heeft aan warm hands.” “Niet alleen in de zorg, maar ook aan de duurzaamheid kan de technologiebranche heel veel bijdragen”, gaat het Limburgse Kamerlid verder. “Willen we de door het kabinet vastgestelde doelstellingen behalen, dan kunnen we niet zonder technologie. Maar dan moet de overheid wel veel meer launching customer zijn, technologieën afnemen en op deze manier ook een voorbeeld stellen.” Toch stelt het PvdA-Kamerlid dat wel of niet samenwerken vooral valt of staat met de wil van de verantwoordelijken. “Het heeft vaak gewoon te maken met mensen; als er op bepaalde positie mensen zitten die
signalement mei 2008
iets zien in de samenwerking, dan loopt het als een trein.”
als overheid blijven stimuleren; niet alleen door geld, maar ook door het voeren van de regie waar het nodig is.”
Haarvaten De rol van het midden- en kleinbedrijf (mkb) in Nederland verliest Pauline Smeets absoluut niet uit het oog. “Het mkb is enorm belangrijk, vooral in de regio. Het zit er verankerd en draagt veel bij aan de werkgelegenheid. Dat de kleinere bedrijven ontzettend diep in de haarvaten van de regio zitten dan de grotere, die minder binding hebben en gemakkelijker vertrekken als het beter uitkomt, realiseren we ons in Den Haag heel goed.” Maar ook over de samenwerking tussen kleine en grote bedrijven is het Kamerlid niet negatief. “Wij hebben in Nederland veel goede samenwerkingsverbanden. Een mooi voorbeeld in Limburg is Chemelot waar DSM en SABIC met kleine bedrijven samenwerken die op hun beurt weer gebruik kunnen maken van de faciliteiten zoals laboratoria en cleanrooms. Als we zien wat dat voor een spin-off heeft, dat is enorm. Deze samenwerking moeten wij
Bedrijfsbezoek Naast de grote rol die Pauline Smeets brancheorganisaties toedicht, blijven ook de ondernemers zelf voor het Kamerlid een bron om signalen op te pikken. “Het afleggen van bedrijfsbezoeken is dé manier om met de praktijk in aanraking te komen. Binnen de technologie heb ik bedrijven in de voedingstechnologie, de lucht- en ruimtevaart, zonnetechnologie en de technologie achter de chips de afgelopen jaren al bezocht. Een segment binnen de technologie waar ik nu wel een bedrijfsbezoek af wil leggen, is de zorg in de meest brede zin van het woord.”
“Realisatie kabinetsdoelen kan niet zonder technologie” Bedrijven die geïnteresseerd zijn, kunnen dit kenbaar maken via
[email protected]. <
Kamerlid Pauline Smeets op werkbezoek bij een bedrijf in de regio
31
HET Instrument onbetwist tweejaarlijks hoogtepunt technologiebranches Het grootste technologie evenement van de Benelux, HET Instrument, is sinds 1956 het Alma Mater van de FHI-branches. De zevenentwintigste editie staat op losbarsten en deze wordt grootser dan ooit. Na een periode waarin de beurs groeide en groeide, was er een teruggang rond de eeuwwisseling, mede door de opkomst van internet. Die hype is geen hype meer en sinds 2004 groeit het aantal vierkante meters standruimte weer.
bruto ruimte volledig bezet. Internationaal gezien is er in heel West Europa geen vergelijkbaar evenement meer afgezien wellicht van de Achema in Frankfurt. De groeiende internationale betekenis van HET Instrument blijkt ook uit de groei van het aantal buitenlandse bedrijven dat een stand heeft geboekt. Meer dan vijftien procent van de stands wordt rechtstreeks van buiten Nederland ‘bemenst’.
Mensen maken kennis Ruim een jaar geleden, voorjaar 2007, belegde FHI een bijeenkomst met vertegenwoordigers van de vakpers om te brainstormen over een thema voor de editie 2008 van HET Instrument. “Meer emotie” meende de goegemeente dat er moest komen. Met het motto ‘mensen maken kennis’ en de paradoxale ‘domme’ kop van de geleerde
��������������������������������������
HAL 11
HAL 10
wc
ENTREE WEST wc
wc
wc
PROCESS AUTOMATION
FACTORY AUTOMATION
INDUSTRIAL ICT ENTREE
wc
FIELD INSTRUMENTATION
IA
ENTREE
TEST TECHNOLOGY wc
HAL 9
VACUUM
LT
���������������� ������������������������������� ���ACTOR������������ �������������������� ������������������A���N �������������������
wc
wc
ANALYTICAL & OPTICAL INSTRUMENTS
GENERAL LABORATORY EQUIPMENT
DIAGNOSTICS
ENTREE
PERS
BIOTECHNOLOGY & LIFE SCIENCES wc
HAL 7
32
������������������������������������
wc
MARIJKEZAAL wc
������������������������������������ ������������������� ������������ ������������������������ �������������������� �����������������������
INDUSTRIAL ELECTRONICS
wc
wc
����������������TOR����������T ��������TOR������������� ���������������� ���������������������������������� ������������������������������� ������������� ��������������
wc
EHBO
HAL 8
ENTREE OOST
FLOORPLAN JAARBEURS UTRECHT HALL 7-11
De laatste edities kon FHI steeds melden dat de beursvloer ‘vol’, ‘uitverkocht’ was. Door slimmer en zorgvuldiger indelen lukt het ook dit jaar weer om toch wat meer standruimte te realiseren dan in 2006. Dat betekent dat er meer dan twintigduizend vierkante meter netto wordt ingevuld. Daarmee zijn de vijf beschikbare beurshallen van de Jaarbeurs Utrecht met veertigduizend vierkante meter
De ‘grootsheid’ van HET Instrument is voortdurend blijven groeien als we kijken naar de omvang en diepgang van het conferentieprogramma. Dit keer zijn er maar liefst 21 complete dagdelen die worden ingevuld met 140 onafhankelijke sprekers en zullen naar verwachting tweeduizend deelnemers van de in totaal vijfentwintigduizend Instrumentgangers interactief participeren.
signalement mei 2008
Einstein kwam er emotie los. Vervolgens werd daar een actie aan gekoppeld met virale internet filmpjes á la Jan Marijnissen, waarin een stuk of zeven verschillende geleerden bezoekers oproepen naar de beurs te komen om ‘kennis te maken’. De acteurs die in de filmpjes niet van echt zijn te onderscheiden zullen op dezelfde wijze geschminkt ‘kennis’ een gezicht geven.
Wisselwerking wetenschap - industrie HET Instrument heeft al sinds de eerste editie van 1956 het primaat van interactie tussen wetenschap en industrie. Waar de laatste jaren ook het overheidsbeleid er op is gericht die wisselwerking te bevorderen, blijft FHI met haar voortdurend innoverende evenement voorop lopen. Het is volop te zien op de beursvloer, in de individuele stands, collectieve paviljoens en demo’s. De vernieuwde opzet van het conferentieprogramma is helemaal illustratief. Het indrukwekkende programma is gebundeld in vijf deelprogramma’s: Factory Automation, Process Automation, Industriële Elektronica, Laboratorium Technologie en Micronano Technologie. In de uitvoering van het programma zijn de sessies meer dan ooit interactief: Lagerhuisdiscussies, workshops en helpdesks. Inhoudelijk gaat het vanzelfsprekend om het forefront van de technologie: vacuümtechniek in cleanrooms en machines; procesintensificatie; life science research; nanotechnologie. Daarnaast zijn er de marktactualiteiten: REACH, de registratie van chemische stoffen in bedrijven; the IT Software Battle in de industrie; Cyber Crime in de industrie; de inzet van het lab bij topsport; om maar een paar onderdelen te noemen. HET Instrument staat van 20 tot en met 23 mei in de Jaarbeurs Utrecht. De beurs bezoeken kan gratis na registratie via www.hetinstrument.nl. Voor deelname aan onderdelen van het conferentieprogramma moet in de meeste gevallen worden betaald. Kijk ook op de website voor meer informatie over het conferentieprogramma. <
signalement mei 2008
‘REACH in bedrijf!’ EZ, Shell, DHV, Universiteit Groningen over de gevolgen HET Instrument 2008 valt bijna samen met de start van de voor bedrijven verplichte REACH-registratie van chemische stoffen. De wettelijke datum is 1 juni 2008, niet meer dan een week na de beurs! Logisch dat het onderwerp deel uitmaakt van het conferentieprogramma van HET Instrument. Het is FHI branchemanager Andreas Meijer, zijn medewerker Mirjam Fiege en Stichting RTA-medewerker Joas van Lent gelukt om een prachtig palet aan spraakmakende deskundigen bij elkaar te krijgen om alle belanghebbenden bij te praten en ‘een hart onder de riem te steken’: het is niet alleen zorg en bureaucratie, er zijn ook kansen en er is maatschappelijk het één en ander te winnen. REACH (Registratie, Evaluatie en Autorisatie van CHemische stoffen) betekent dat producenten informatie verzamelen en registreren over stoffen en mengsels (preparaten). Deze informatie vormt de basis voor nieuwe indeling en etikettering: Global Harmonized System (GHS). Dat kan consequenties hebben, zeker ook voor de gebruikers. De procedure is veelomvattend: ‘Hoe kun je
dat slim organiseren?’. Stoffen kunnen niet meer of maar beperkt toegelaten zijn: ‘Wat doe je dan als afnemer?’ en ‘Wat zijn de gevolgen voor innovatie?’. Bijna alle branches krijgen te maken met REACH. Daarom is gekozen voor een brede opzet van het programma. De lezingen geven inzicht in de praktijk zoals die nu ontstaat. Daarnaast zijn er technisch- en applicatiegerichte bijdragen en komen tools aan bod om uw werkwijze en keuzes te optimaliseren. Prominente en deskundige sprekers afkomstig van overheid, het ministerie van Economische Zaken, productiebedrijven zoals Shell Chemicals en researchbedrijven als DHV en NOTOX, up- en downstream-users komen aan het woord. Het seminar ‘REACH in bedrijf!’ vindt plaats op dinsdag 20 mei van 13.30 - 18.00 uur in de Croesezaal in de Jaarbeurs Utrecht. Registratie als deelnemer kan op www.hetinstrument.nl. Voor meer informatie over dit seminar: Mirjam Fiege van FHI (m.fi
[email protected], (033) 465 75 07). <
33
The IT Software Battle in industry, the war goes on
Zonnecellen ook demo onderwerp in testpaviljoen op HET Instrument Test- en meetapparatuur behoort van oudsher tot de kern van waar HET Instrument over gaat. Meer dan ooit verdient deze ‘corecompetentie’ een plaats in het hart van de beurs, zeker nu ook de branche Industriële Elektronica weer volop deelneemt aan het evenement. Van de grote groep leveranciers van test- en meetapparatuur die deelneemt, heeft een tiental zich verzameld in een speciaal Testtechnologie paviljoen. Om te kunnen demonstreren wat er mogelijk en wenselijk is in testtrajecten worden ter plekke tests uitgevoerd op reserveonderdelen van de zonnecelauto van de Universiteit Twente, een applicatie die mooi aansluit bij het onderwerp van de LivePIL, de zonnecelproductie.
de engineeringsoftware en de ERP, ‘boekhoud’software. Onderling zijn ze het al niet eens en dan krijgen ze ook nog te maken met de gebruikers, de klanten, de plantowners en de engineeringscontractors. Een Babylonische toestand, waar wel veel geld mee is gemoeid!!
“Jullie hebben als leveranciers geen idee van wat er zich afspeelt aan strijd binnen onze bedrijven als het gaat om software-implementaties.” Aan het woord is Alex van Delft, al decennialang processcontrol en -IT goeroe binnen DSM. Zijn verzuchting werd opgetekend tijdens de Lagerhuisdiscussie die de branche Industriële Automatisering organiseerde tijdens de vorige editie van HET Instrument, november 2006. Op donderdag 22 mei 2008, in de middag, komt er een vervolg, en het belooft (weer) spannend te worden. Aan de hand van stellingen en tegenstellingen gaan ze opnieuw met elkaar in de slag, de leveranciers van de verschillende software domeinen die allemaal dominant willen zijn: de productiecontrolsoftware,
Het speciale en vernieuwende van de ‘Twente One’ is, dat de auto is voorzien van een draaibaar zonnepaneel. Hiermee kan de ideale invalshoek van de zon over een groter deel van de dag worden benut. Bovendien wordt er gebruik gemaakt van concentrators, lenzen die zonlicht van een groot naar een kleiner oppervlak projecteren. Aan het totaal valt veel te testen. MASER Engineering test de efficiency van zonnecellen met zonnecel microscopie. Van cruciaal belang voor een succesvolle zonneauto is de weerstand tijdens het rijden. Hoe de rolweerstand blijkt uit testen van Hartech meet- & testapparatuur. Alle elektronica
34
wordt door National Instruments ter plekke geanalyseerd, terwijl Dewetron Benelux het energieverbruik onder de loep neemt. Daqpoint Benelux, één van de sponsors van de ‘Twente One’, verzorgt tijdens de beurs alle data-acquisitie rond de genoemde testen. Gedurende de World Solar Challenge race is nog een aantal aspecten cruciaal voor de vraag of de auto blijft rijden. De mensen van GTI Experts testen de temperatuur en Rohde & Schwarz Nederland checkt de elektromagnetische compatibiliteit, om storing vóór te zijn. BFi OPTiLAS laat op het Testtechnologie Paviljoen zien hoe je kunt checken of de FPGA-chips wel goed functioneren.
In de Australische woestijn, waar de auto gaat, is communicatie ook belangrijk. Zowel Anritsu als T&M Systems testen dat deel van het geheel. Het totale communicatiesysteem en de GPSverbinding in het bijzonder worden onder de loep genomen. Aldus komen twee actuele deelthema’s via HET Instrument samen in de testdemo: het thema ‘duurzaamheid’ en het thema ‘topsport’. De combinatie bevordert de ‘beleving’ van technologie op de beursvloer. Het Testtechnologiepaviljoen tijdens HET Instrument is te vinden in hal 9 in de Jaarbeurs Utrecht. <
signalement mei 2008
Harry Schmeitz van Imtech deed in 2006 ook mee. Hij probeert vanuit zijn perceptie de zaak te versimpelen en neemt daarmee stelling: “Moet de productieomgeving een aaneenschakeling zijn van handelingen die door laagopgeleide mensen kunnen worden uitgevoerd of maak je een ‘keuken’ voor specialisten die flexibel en klantgericht producten maken?” Voor wie stellingen en tegenstellingen wil inbrengen voor the IT Software Battle in industry: Eelco van Harten, branchemanager Industriële Automatisering (
[email protected], (033) 465 75 07). Lagerhuisdiscussie The IT Software Battle in industry, onderdeel van het conferentieprogramma van HET Instrument 2008, vindt plaats op donderdag 22 mei van 13.00 - 15.00 uur in de Croesezaal, Jaarbeurs Utrecht. Registreer u voor gratis deelname via www.hetinstrument.nl. <
signalement mei 2008
Exposanten zijn divers en zullen dus ook op verschillende manieren hun doelgroepen benaderen. Welke doelgroepen zijn het waard om voor HET Instrument uit te nodigen? Kijken buiten de eigen kaders en ver weg denken is misschien wel interessant, maar wellicht overbodig. Het inventariseren van de andere branches op de beurs en de exposerende bedrijven die de producten of diensten kunnen gebruiken of misschien wel hun klanten kan ook interessant zijn. Het bekijken van de bedrijfskolom kan informatie opleveren om zodoende meer bezoekers naar de stand te trekken. Vaak zitten exposanten van HET Instrument aan het begin van de bedrijfskolom en het is raadzaam te inventariseren of misschien niet alleen de klanten, maar ook hun klanten en misschien zelfs wel de klanten van de klanten een waardevolle doelgroep zijn. Het voortijdig definiëren en traceren van de doelgroepen levert kwalitatief interessante bezoekers op. De contacten op de beursvloer moeten kwalitatief zijn en daarbij moet de focus ook op de afnemer van de klant liggen. Als deze goed geïnformeerd wordt, kan hij bij aanbesteding ook de producten voorschrijven en gaan we van push naar pull. Daarbij is het volgen van de trends in de markt van essentieel belang, zeker in een tijd dat klanten vragen om totaaloplossingen. Hierbinnen zijn verschillende doelstellingen mogelijk en een terechte vraag is: hoe meet je dat?
kostenefficiënt te maken. In de LivePIL laat een fors aantal technologiebedrijven uit de ledenkring van de FHI technologiebranches zien wat zij hebben bijgedragen om deze complexe machine te realiseren.
De oorsprong van langdurig contact is afhankelijk van meerdere factoren en vaak een combinatie van factoren. Het is zaak de beurscontacten langdurig te volgen of ze actief geworden zijn, zeker twee tot drie jaar. Het exacte meetwerk blijft heel moeilijk en succes heeft vele vaders. Op het gebied van leads en prospects in zowel de huidige doelgroepen, maar vooral ook daarbuiten is het gewenst gericht beleid en gerichte acties te formuleren. Juist het contact met deze mensen geeft input aan het out-of-the-box-denken en zet aan tot buiten de gebaande paden te treden.
De LivePIL staat in hal 10, standnummer 10D026 op HET Instrument 2008. <
Voor meer informatie over doelgroepidentificatie kunt u terecht bij Van der Zalm TCB, (035) 691 46 84. <
LIVE PRODUCTIE VAN ZONNECELLEN Op de LivePIL, production integration line, demostand op HET Instrument staat een complete werkende productie-unit waarin zonnecellen worden geproduceerd. Dankzij de integratie van procestechnologie, vacuüm- en cleanroomtechniek, sensortechnologie en geavanceerde besturingsystemen is de firma OTB er in geslaagd het hele productieproces reproduceerbaar en
Identificatie van doelgroepen van essentieel belang
35
■ COLUMN
Elektronicatechnologie is sexy! Brancheledenvergadering in De Keukenhof op 17 juni 2008 Er zijn massa’s voorbeelden dat technologie hot en hip is. De Algemene Ledenvergadering van de branche Industriële Electronica toont enkele goede voorbeelden. Het wordt het De TU Delft wist in 2007 een zodanige promotie en communicatie naar de jeugd in gang te zetten, dat een sterke stijging (twintig procent) van de inschrijvingen werd gerealiseerd. Tijdens de ALV zal uitgelegd worden, hoe je dat doet en hoe je dat noemt. Een tipje van de sluier: neem scholieren serieus en hoe serieus neem je de nieuwe techneuten als ze bij jou komen werken? Bright Magazine is een blad voor jonge techneuten en alle andere 25-plussers, die technologie leuk vinden. Een doorbraak van het stoffige imago leidt zomaar tot leuke journalistiek. Doen onze leden dat ook in hun promotie? De uitgever zal met improvisatietalent
presentatie-, discussie-, brainstormgedeelte van de jaarlijkse Algemene Ledenvergadering, een luchtige en leerzame aanvulling op de formaliteiten van jaarcijfers, begroting en ‘beleid’.
ingaan op vragen. Dat kan ook zeer leerzaam zijn voor uw eigen promotie naar de markt en potentiele collega’s. De branch meeting wordt afgesloten met muziek. Techniek die altijd sexy is geweest, is muziek. De band van 1uptoys is gebaseerd op sensortechnologie. Tijdens The Sense of Contact was er een warming-up. Op 17 juni 2008 wordt de doorbraak verwacht. In 2007 hadden we een bloemenspeech van Herman de Boon. Als voorzitter van de Vereniging van Groothandel voor Bloemen had hij een sterke manier om met een paar overheadsheets de visie voor een op de wereld-
markt leidende branche te tonen. Dat was zo’n enorme inspiratie, dat in 2008 de ALV georganiseerd wordt in de Keukenhof. Gastheer Piet de Vries ontvangt de branche graag op deze unieke locatie. Natuurlijk hoopt ook het bestuur de leden in grote getale naar deze bijeenkomst te zien komen. Met de leden van de branche wordt in het algemene deel aandacht gegeven aan het te voeren beleid in 2008 en 2009. Wie daar invloed op wil hebben, moet er bij zijn. De Algemene Ledenvergadering Nederlandse Brancheorganisatie voor Industriële Elektronica vindt plaats op 17 juni 2008. Aanmelden voor de ALV kan via
[email protected]. <
directie van KPN, waarin tegen deze gang van zaken bezwaar is aangetekend, onder verwijzing naar de algemene leveringsvoorwaarden van FHI.
Onder het argument ‘versterking van de internationale concurrentiepositie’ van zijn bedrijf stuurde Scheepbouwer een brief naar de leveranciers met de ‘mededeling’ dat KPN de betalingstermijn van aan haar gezonden facturen éénzijdig oprekt van 45 naar negentig dagen. Nadat verschillende leden van de FHI-branche Industriële Elektronica daarover aan de bel trokken bij het FHI-bureau en de vergadering van leveranciers van test- & meetapparatuur tegen deze oekaze te hoop liep, is er namens de gehele branche een brief gestuurd naar de
In de leveringsvoorwaarden van FHI is een betalingstermijn vastgelegd van maximaal dertig dagen. Conform de Europese regelgeving is elke leverancier gerechtigd zijn klant bij overschrijding van deze termijn de wettelijke rente te berekenen over het openstaande bedrag. De directie van KPN is daar op gewezen door FHI. Bij nieuwe contracten is het advies de verlenging van een betalingstermijn financieel gecompenseerd te krijgen. Daarbij dient KPN zich te realiseren dat haar concurrentiepositie misschien door de genomen maatregel
36
Op 28 maart is een start gemaakt met het event IT Room Infra voor het najaar van 2008. De aanwezigen (twintig personen van zeventien bedrijven) kwamen er tijdens de enthousiaste bijeenkomst uit, dat de rode draad van 2007 aangehouden diende te worden. De boodschap ‘Computerruimtes van 1 tot 300 m2 is werk voor specialisten’ blijft gehandhaafd, waarbij de deelnemers deze keer naar tweehonderd bezoekers streven. Tijdens het eerste event op 1 november 2007 toonden veertien deelnemers zich in presentaties en op de beursvloer aan circa 130 bezoekers. Voor de editie van 2008 wordt daar dus groei in verwacht. Dat heeft mede te maken met een breder aanbod van deelnemers, waardoor het voor een grotere groep bedrijven interessant wordt om IT Room Infra te bezoeken. Het programma wordt tijdens de volgende bijeenkomst op 30 mei 2008 definitief vorm gegeven door de deelnemers.
Elektronicabranche houdt KPN aan tijdige betaling facturen Directeur Scheepbouwer van KPN heeft het voorlopig even verbruid bij de leveranciers van elektronica test- & meetapparatuur en componenten.
IT Room Infra streeft naar groei
verslechtert in plaats van verbetert omdat hierdoor de producten die aan haar worden geleverd per saldo duurder worden. Een en ander kwam aan de orde in de vergadering van het cluster van leveranciers van Test & Measurement op 14 maart. Het geval wil dat in diezelfde vergadering een gastspreker van de NEVI (Nederlandse Vereniging van Inkopers) aanwezig was. De vertegenwoordiger van het inkopersgilde kon tegenover een actie als die van KPN weinig anders doen dan adviseren bezwaar aan te tekenen en KPN uit te nodigen voor een gesprek. Uiteraard is een dergelijk aanbod gedaan door FHI. Wordt vervolgd … <
signalement mei 2008
Het enthousiasme rond IT Room Infra heeft vanzelfsprekend te maken met de ontwikkelingen in de markt. Op het gebied van milieuvriendelijke technologie, de opzet van een normcommissie en een toenemende vraag naar computerruimtes vragen van aanbieders deskundigheid en samenwerking. Het mag ook best vermeld worden, dat dit cluster van de branche Industriële Elektronica in 2004 in gang gezet is door een tip van Marcel van der Laan van Isotron systems. Het cluster IT Room Infra heeft na vier jaar historie zicht op een groeiende markt en een event waar die markt bereikt wordt.
OBAMA Paul Petersen
Met kreten als “Yes we can” communiceert de Amerikaanse presidentskandidaat Obama naar vierjarigen en het ‘volk’. Met uitgebreide speeches spreekt hij zowel Hollywood als intellectuelen aan. Met zijn bezieling krijgt hij de Amerikaanse jeugd betrokken bij politiek. Zijn humor spreekt algemene groepen aan. Hij scoort in allerlei marketingsegmenten, waar hij verwacht werd te verliezen. The Economist denkt zijn electoraat te typeren als de ‘wijndrinkende Democraten’. Een vrouw (vijftig en nog iets) vertelt, dat zij nooit zo enthousiast naar een politicus kon luisteren sinds haar zeventiende. Obama wordt door haar gezien als een mix tussen Kennedy en Martin Luther King. Het ‘segment’ vrouwen zou eigenlijk bij Hillary horen … de eerste vrouwelijke president in de geschiedenis … en Obama scoort in dat ‘segment’. In het kader van promotie rond beurzen en events is het mooi te zien, hoe Obama het ideaal in massacommunicatie weet te realiseren: exponentiële interesse. Hij begon met een achterstand. Langzaamaan groeide de aanhang en de interesse. Uiteindelijk leidde dit tot massale overwinningen in vele staten. Wat zit daarachter? Niet een dubbele agenda, maar promotie en marketing. Obama’s campagne is strak georganiseerd met een consistente boodschap. YouTube wordt uitgebreid gebruikt, diverse talkshows, advertenties, alle mogelijke media en vrijwilligers die bellen en van deur tot deur gaan. Het is hard werken en iedere aanhanger wordt individueel naar binnen gesleept. De belangrijkste factor daarin is de chemie. Chemie tussen aanbieder en ontvanger is niet te koop bij een communicatiebureau en de boodschap is niet te faken door een spindoctor. De les: zet een goede boodschap neer in een activiteit. Maak de boodschap al eerder wereldkundig dan je gepland zou doen. Zoek dan de extra’s op die georganiseerd en gecommuniceerd moeten worden. De chemie zal zich dan moeten laten blijken.
[email protected] <
Geïnteresseerde leden kunnen zich melden voor de tweede bijeenkomst op vrijdag 30 mei 2008. <
signalement mei 2008
37
“Het is de kunst om onderzoek de ruimte te geven en bedrijven de resultaten” De eerste klap van ALwEN is een daalder waard
De coöperatie DevLab is met steun van Point-One subsidie een groot rechearchproject gestart: ALwEN. ALwEN betekent Ambient Living with Embedded Networks of in gewoon Nederlands: leven in een omgeving waarin een netwerk van draadloos met elkaar ‘pratende’ sensoren en computers ons op een onbewuste - en veelal niet zichtbare - manier in ons dagelijks bestaan ondersteunen. “Deze technologie is nog in ontwikkeling en er wordt in de komende tijd verder onderzoek naar gedaan in een samenwerkingsverband van universiteiten en industrie” zegt Frits van der Wateren, R&D-leader in het ALwEN-project. “Het uiteindelijke doel is om deze nieuwe technologie toe te passen in de zorg, en dan met name de ouderenzorg. We worden met ons allen steeds ouder en daarbij hebben we vaak steeds intensievere en persoonlijke zorg nodig.” Door Roy Vervoort “Vooral de persoonlijke zorg is erg kostbaar”, stelt van der Wateren vast. “De moderne technologie stelt ons echter in staat om een deel van die persoonlijke zorg over te nemen. Dit moet dan wel op een zodanige manier gebeuren dat we niet allerlei technische dingen met knoppen en displays om ons heen hebben, maar dat het niet zichtbaar en ogenschijnlijk onbewust ons in ons dagelijks leven ondersteunt. Dit wordt ook wel pervasive computing genoemd.” “De doelstelling van ALwEN is om in drie jaar tijd de technologie op het gebied van wireless sensor networks en pervasive computing op een niveau te brengen dat de deelnemende bedrijven er straks producten en diensten mee kunnen ontwikkelen”, aldus Frits van der Wateren. “Op deze manier kunnen we de risicovolle stap, die het onderzoek, de ontwikkeling en toepassing van elke nieuwe technologie nu eenmaal met zich meebrengt, wat makkelijker dragen. Hoewel de eerste toepassing in de zorg zal zijn, is de algemene verwachting dat deze veelbelovende technologie zijn weg zal vinden in nog veel meer toepassingen, zoals logistiek, verkeer en vervoer, maar - buiten de zorg - ook in ons dagelijks leven.” Naar aanleiding van het project ALwEN is er een ‘miniproject’ gestart. In deze ‘proeftuin’ kunnen de deelnemende partijen aan elkaar ‘ruiken’ en is het een ‘opstapje’ naar het ‘echte’ ALwEN-project. “Het kost altijd de nodige tijd en energie om zo’n omvangrijk project op te starten”, gaat Frits van der Wateren verder. “In de aanvraagperiode ben je alleen maar bezig met woorden en tekst. Maar na de kick-off op 24 januari beseft iedereen dat we nu werkelijk zijn begonnen. Tijdens de kick-off deed professor Maarten van Steen van de VU daarom het voorstel om met een aantal deelnemers eerst maar eens praktisch aan de slag te gaan, en eens met elkaar ‘in de modder te gaan zitten’, zoals hij het verwoordde.” Experimenten zijn de spil van veel activitei-
De binnen DevLab ontwikkelde MyriaNodes leveren basistechnologie voor ALwEN
38
signalement mei 2008
signalement mei 2008
ten van ALwEN, dus het ligt voor de hand om hier ook maar mee te beginnen. Na de kick-off is het startschot hiervoor meteen gegeven. “We maken in deze fase gebruik van technieken die vandaag bij de verschillende partners al beschikbaar zijn. Door nu al direct hiermee te gaan samenwerken leer je elkaar goed kennen. We zullen ongetwijfeld met problemen te maken krijgen die we zullen moeten oplossen. Als de onderzoekers na deze eerste fase beginnen, hebben we de ‘proeftuin’ al draaien en maken we zo een vliegende start in onderzoeksland.” Frits van der Wateren is aangesteld om het technisch gedeelte van het project in het ‘gareel’ te houden. “Ik zie dit als een enorme uitdaging, maar zie het ook met veel vertrouwen tegemoet. De laatste jaren werk ik vanuit het innovatieteam van Chess al intensief samen met een aantal universiteiten. Vanuit DevLab is deze samenwerking verder uitgebreid, waarbij ik in mijn rol als voorzitter van de Technische Commissie verder ervaring heb opgedaan bij het organiseren en coördineren van de onderzoeksprogramma’s.” “De kunst zal zijn om aan de ene kant het wetenschappelijk onderzoek voldoende ruimte te geven en aan de andere kant binnen de bedrijven concreet genoeg bezig te zijn en de onderzoeksresultaten zoveel mogelijk al toe te passen. We hebben het project nu zo georganiseerd dat we een constante wisselwerking hebben tussen onderzoek, het toepassen van de (tussen)resultaten, experimenteren en evalueren, en het weer terugvoeren van de bevindingen in het onderzoek. We doen dit nu vaak ook al zo, en heeft een zeer stimulerend effect op zowel de onderzoekers binnen de universiteit als de ingenieurs in de bedrijven.” <
PROJECT ALwEN BUNDELING VAN INTERESSES EN KRACHTEN DevLab is in het ALwEN-project de penvoerder van een uniek consortium bestaande uit de twaalf mkb-bedrijven die DevLab vormen. Daarnaast completeren Philps, het Embedded Software Instituut ESI, het Holst Centre, Roessingh Research & Development, de Vrije Universiteit Amsterdam en de drie Technische Universiteiten van Delft, Eindhoven en Twente de groep achter ALwEN. “Veel van de bovengenoemde universiteiten, instituten en bedrijven doen al een aantal jaren onderzoek naar allerlei deelaspecten van deze technologie” aldus Frits van der Wateren. “Sommigen hebben al kleinere onderlinge samenwerkingsverbanden, maar de meeste deelnemers kennen elkaar en hun werk al langer.” Ook DevLab doet onderzoek naar de nieuwste technologieën en één van de onderzoeksgebieden is Wireless Sensor Networks. “Hier ligt de link met ALwEN”, aldus van der Wateren. “Vanuit deze gezamenlijke interesse is ongeveer anderhalf jaar geleden een initiatief ontstaan om de krachten voor onderzoek te bundelen. Dit is door ESI verder vormgegeven en is uitgemond in een subsidieaanvraag bij SenterNovem in het kader van het SmartMix-programma. Hoewel we qua beoordeling in de voorste gelederen zijn geëindigd, is ons toen toch geen subsidie gegund. We hadden toen echter wel de smaak te pakken, we kenden elkaar inmiddels allemaal wat beter en zijn toen in een wat andere samenstelling begonnen aan het opstellen van een Point-One subsidieaanvraag. Deze is inmiddels toegewezen en begin dit jaar zijn we gestart.”<
39
■ MINACNED
Development Club is technologische samenwerking Ontwikkelaars willen meer weten van duurzaam ontwikkelen In 2008 vaart de Development Club dezelfde koers als in 2007. Ook in dit jaar zijn er organisaties die graag met de Development Club in contact willen komen en bereid zijn hun technologisch vraagstuk voor te leggen. Deze contactmomenten tussen vragende organisatie en de Development Club worden niet alleen uitgevoerd op de ledenbijeenkomsten, maar worden ook in een breder perspectief aangeboden. Om te beginnen is op 9 april 2008 tijdens The Sense of Contact 10 een drietal cases behandeld. Het Universitair Medisch Centrum Utrecht, Smart iStep en Lutters Metaalbewerking zijn de vragende organisaties die een voorkeur hebben voor oplossingen met sensoren. Om deze reden zijn deze cases behandeld tijdens de jubileumeditie van The Sense of Contact.
Duurzaam ontwikkelen De toenemende aandacht voor milieu en uitputting van natuurlijke hulpbronnen zorgt voor een meer centrale rol van duurzaamheid in de maatschappij. Ook in de politiek
speelt het steeds meer. Duurzaamheid en duurzaam ontwikkelen is een onderwerp waar men niet omheen kan. Op 22 april 2008 was duurzaam ontwikkelen dan ook hét onderwerp van de workshop voor de Development Club bij Interart. De eerste sprekers van de middag gaven een verhelderende toelichting op het onderwerp. Annemarie Rakhorst van Search zette het Cradle to Cradle-principe en het duurzame ondernemerschap via duidelijke voorbeelden uiteen; Paul Eilbracht van O2 Nederland sloot daarop aan met de focus op duurzame productontwikkeling; en de TU-Delft vertegenwoordigde met het project Greenchoice-Forze een technische duurzame ontwikkeling: de waterstof racekart. RENA Electronica sloot de workshop, met een presentatie over ledverlichting en de duurzame aspecten ervan. Na de presentatie werd heftig gebrainstormd over de spanningsomzetter die de energietoevoer verder optimaliseert, daarbij rekening houdend met duurzaamheid.
HET Instrument 2008 Een workshop tijdens de beurs HET Instrument 2008 biedt op 23 mei 2008 plaats aan drie cases die voor een breder publiek gepresenteerd worden. De doelgroep is de Development Club, maar de workshop is ook toegankelijk voor andere leden van FHI of elektronicabedrijven. De vragende organisaties bestaan uit Vialis en ITS Connekt. De derde case is tot op heden nog een verrassing en organisaties, die nog in contact willen komen met de Development Club, hebben dus nog de mogelijkheid om te reageren. Tot slot zal in Lemmer een ledenbijeenkomst zijn, waar in een intiemere setting ook enkele cases worden behandeld. Ook hiervoor hebben al diverse partijen interesse getoond. Bovendien kunnen cases die een vervolgafspraak nodig hebben in deze setting behandeld worden.
MicroNanoConferentie 2008 wordt spektakelstuk MicroNed, NanoNed en MinacNed bundelen krachten van wetenschap en industrie Het is gelukt. De beide grote researchprogramma’s MicroNed en NanoNed zijn het met elkaar en met het branchecluster MinacNed eens geworden over de gezamenlijke organisatie van een grote driedaagse conferentie dit jaar op 17, 18 en 19
Door Sander Knol Voor meer informatie over de Development Club en over de cases kunt u contact opnemen met Birgit Albersen (
[email protected], (033) 465 75 07).<
Bron: RENA Electronica
Han Zuilhof blijkt hoge verwachtingen te koesteren van deze eerste gezamenlijke editie. “Voorheen hebben we in wisselende samenstelling separate conferenties georganiseerd. Vooral vanwege de noodzaak om in de wereld van microsysteem- en nanotechnologie academici en bedrijfsmensen bij elkaar te brengen rond de technologie, is het een goede zaak dat we nu voorkomen dat er gekozen moet worden tussen verschillende bijeenkomsten. Het is echt mijn ambitie en ook die van het complete organisatieteam om een evenement neer te zetten waarin daadwerkelijk bruggen geslagen worden tussen wetenschappelijk onderzoek en bedrijfspraktijk.”
november. Professor dr. Han Zuilhof, hoogleraar organische chemie aan de Wageningen Universiteit, is inmiddels voorzitter geworden van de gezamenlijke organisatiecommissie en het FHI-bureau zal de projectorganisatie verzorgen.
een meerwaarde uitgaat van het feit dat de mensen van MinacNed de belevingswereld van ondernemers binnenbrengen.” Han Zuilhof zelf werd een jaar geleden benoemd als hoogleraar in Wageningen. Hij houdt zich met name bezig met verbetering en toepassing van duurzame oppervlaktemodificaties van micro- en nanozeefjes voor toepassingen in de voedingsindustrie, en met niet-toxische nanodeeltjes met een bio-actieve coating van één molecuul dik, waardoor een nanodeeltje naar een specifieke plek in een organisme of cel gestuurd kan worden. Dit gebied is zowel interessant in fundamenteel opzicht, als voor biomonitoring (www.orc.wur.nl).
voortgang geboekt op de grensgebieden qua lengteschaal, omdat veel problemen zowel aspecten op de micrometerschaal als op de nanometerschaal hebben, alsook op interdisciplinaire onderwerpen, waarbinnen zowel biologie als chemie belangrijk zijn.” Tot de zomervakantie wordt hard gewerkt aan het verzamelen van papers en vastleggen van invited speakers, ook uit het buitenland. Vanuit de vele werkpakketten van MicroNed en NanoNed zijn de onderzoekers verplicht hun resultaten te komen tonen via posters. Er worden er ruim 150 verwacht. Aan de bedrijven, de leden van MinacNed en de FHI-branches wordt de mogelijkheid geboden om met table tops aanwezig te zijn in De Reehorst in Ede.
Razendsnel Synergiecommissie Zuilhof’s eerste actie was het bij elkaar brengen van een speciale ‘synergiecommissie’, een aantal personen van naam uit de wetenschap en de industrie die speciaal gaan beoordelen of de conferentiebijdragen die worden voorgesteld wel bijdragen aan de synergie tussen micro en nano en tussen wetenschap en bedrijfsleven. “In ons organisatieteam ervaren we nu al dat er
40
signalement mei 2008
signalement mei 2008
Zuilhof zegt het verschrikkelijk belangrijk te vinden dat bedrijfsmatig en academisch onderzoek op het gebied van microsystemen en nanotechnologie bij elkaar worden gebracht. “Er gebeurt ongelooflijk veel werk op deze gebieden. De stappen voorwaarts zijn vaak groot en gebeuren razendsnel. Wat een aantal jaren geleden onmogelijk was, zie je nu al soms bijna routinematig terug. Daarbij wordt vooral
De vorderingen van de voorbereidingen van de Netherlands MicroNanoConference 2008 kunnen worden gevolgd via www.micronanoconference.nl. Voor meer informatie kunt u terecht bij Sander Knol van het FHI-bureau (
[email protected], (033) 465 75 07).<
41
“NICC is een krachtenbundeling ter bestrijding van cybercrime” Process Control Security Event opgenomen in conferentieprogramma HET Instrument 2008
“Opsporing en vervolging van cybercrime is nodig, maar niet dé oplossing om veilig digitaal te kunnen werken”, aldus Annemarie Zielstra, programmamanager Nationale Infrastructuur ter bestrijding van Cybercrime. “Alleen als overheid en bedrijfsleven de handen ineenslaan en informatie over dreigingen uitwisselen, wordt het mogelijk cybercriminelen een stap voor te blijven. In Nederland hebben overheid en bedrijfsleven daarom in 2006 gezamenlijk besloten tot de opzet van dé NICC. Deze infrastructuur ontstaat alleen als alle partijen met elkaar samenwerken. Onder het motto Learning by doing zijn in 2006 de eerste stappen gezet op weg naar een succesvolle aanpak tegen cybercrime.”
vanuit landen waar ze zo min mogelijk last hebben van wetgeving en handhaving. Ze brengen echter schade toe in tientallen andere landen over de hele wereld. “Internationale uitwisseling en samenwerking is de enige manier om cybercrime effectief te bestrijden”, volgens Annemarie Zielstra. “Nationale programma’s zoals de Nationale Infrastructuur zijn daarvoor de basis. Het NICC investeert in buitenlandse partners om op die manier zo goed mogelijk aan te sluiten op programma’s in andere landen.”
Door Roy Vervoort Het programma NICC heeft de opdracht deze infrastructuur tot stand te brengen. Niet door alleen maar nieuwe dingen te ontwikkelen, maar juist ook door zoveel mogelijk met anderen samen te werken en bestaande initiatieven te bundelen. Op die manier ontstaat er een nationale infrastructuur. “De nieuwste ontwikkeling in het programma is de aandacht voor process control security”, stelt Zielstra. “Steeds meer systemen worden op afstand en via het internet bediend en dat vraagt om specifieke aandacht als het gaat om de veiligheid. Wij merken dat er grote behoefte is om sectoroverstijgend over deze problematiek te spreken en preventief naar oplossingen te zoeken.” Toch onderneemt het programma NICC zelf niets tegen cybercrime. “Bestrijding en beveiliging van cybercrime is de verantwoordelijkheid van alle betrokken publieke en private partijen”, legt Zielstra uit. Wat doet het NICC dan wel? “Het NICC is het vliegwiel. Het ondersteunt en financiert initiatieven die bijdragen aan een veiliger manier van digitaal werken”, zegt Zielstra. “Er gebeurt heel veel als het gaat om de bestrijding van cybercrime, maar jammer genoeg op heel veel verschillende plaatsen zonder dat partijen het van elkaar weten. Dat is jammer. Als je die kennis gaat delen, dan kun je veel sneller tot grote resultaten komen.”
Bouwstenen “Het NICC brengt daarom partijen bij elkaar. Het resultaat is een samenwerkingsnetwerk: dé nationale infrastructuur ter bestrijding van cybercrime. De deelnemende partijen leveren zelf de belangrijkste bouwstenen door hun eigen kennis en ervaring in te brengen. Het NICC houdt de vinger aan de pols: het verzamelt informatie en geeft die door, en stimuleert publieke en private partijen om kennis met elkaar te delen.”
42
signalement mei 2008
signalement mei 2008
“De Nationale Infrastructuur is een krachtenbundeling van alle functies op het gebied van de bestrijding van cybercrime”, vervolgt Annemarie Zielstra. “Het is de hoogste tijd dat publieke en private partijen samen hun maatregelen op het gebied van digitale veiligheid inventariseren, op elkaar afstemmen en waar nodig aanvullen. Veel van de functies ter bestrijding van cybercrime zijn al ingevuld; andere functies zijn volop in ontwikkeling. Beheerders van vitale systemen ontwikkelen bovendien zelf intern ook beveiligingsmaatregelen.”
Process control systemen zijn gemeengoed in sectoren als chemie, nucleair, water, energie, transport en multinationals. Ze worden gebruikt voor de beheersing van de productieprocessen, bijvoorbeeld voor de productie en distributie van drinkwater. Het is dan ook niet gek dat tijdens HET Instrument 2008 aandacht wordt besteed aan cybercrime onder de naam Process Control Security Event. Op woensdag 21 mei is Media Plaza in de Jaarbeurs Utrecht het decor van dit event onder dagvoorzitterschap van Foppe Vogd, programmadirecteur van het CIO Platform Nederland.
Landkaart “De bestrijding van cybercrime op nationaal niveau is gefragmenteerd. Een compleet overzicht van alle initiatieven ontbreekt. De rolverdeling is onduidelijk en van een gezamenlijke, publiekprivate en geïntegreerde aanpak is geen sprake. Kortom: de ‘landkaart’ van cybercrimebestrijding vertoont overlappingen en witte vlekken. Het NICC inventariseert de stand van zaken op dit gebied, signaleert overlappingen en ondersteunt activiteiten die leiden tot het opvullen van witte vlekken.” Het NICC werkt langs twee sporen om deze infrastructuur verder te versterken. “Enerzijds realiseert het NICC een Informatieknooppunt Cybercrime dat het kloppende hart wordt van de Nationale Infrastructuur”, stelt Zielstra. “Anderzijds ontwikkelt en ondersteunt het NICC experimenten die kennis over cybercrime opleveren en tegelijkertijd een concreet knelpunt oplossen. Het resultaat is één publiekprivate, geïntegreerde aanpak van veilig digitaal werken, ofwel één sluitende Nationale Infrastructuur ter bestrijding van Cybercrime.”
“Deze bijeenkomst is de aftrap van een sectoroverstijgende samenwerking”, geeft Zielstra aan. “Het doel van het Process Control Security Event is kennis delen en informatie uitwisselen én het delen van good practices over security op het gebied van procesautomatisering. In de toekomst zullen vaker dergelijke bijeenkomsten worden gehouden. Onze aanpak is succesvol. In de kantoorautomatisering lukt het om via samenwerking een hoop ellende te voorkomen. Met betrekking tot process control hebben we dezelfde ambitie.” Het programma NICC loopt vooralsnog tot medio 2009. In de komende maanden wordt besloten op welke wijze het programma een vervolg krijgt.<
Internationale samenwerking Cybercrime is bij uitstek een internationaal verschijnsel. Cybercriminelen opereren vaak
43
■ THEMA: STANDAARDISATIE EN NORMALISATIE
“Geen toekomst zonder standaardisatie”
HINDRIK KONING, DSM’ER MET ONGEKENDE DRIVE
PROLIST laat datasheets van leveranciers en plantowners wel met elkaar praten “PROLIST is specifiek bedoeld voor het elektronisch uitwisselen van instrument datasheets”, zo begint Hindrik Koning, consultant process control bij DSM. ”Dat betekent dat je het object moet definiëren én zijn properties. Dat is het belangrijkste en de rest is allemaal versiering eromheen.” Een lekkere binnenkomer voor iemand die weinig tot geen kaas gegeten heeft van deze hogere school wiskunde, maar gelukkig volgt in het hoofdkantoor van DSM in Heerlen een nadere uitleg die uiteindelijk volkomen logisch in de oren klinkt. Het verhaal is van belang voor iedere leverancier van instrumentatie die aan de grote procesindustrie levert.
Door Roy Vervoort “Plantowners die een instrument aanschaffen voor een procesinstallatie specificeren deze eerst zover als het nodig is en sturen de specificatie naar een aantal leveranciers die moeten kunnen ‘lezen’ wat nodig is”, vervolgt Koning. “Vandaar dus standaardisatie, iets dat vroeger één op één gebeurde. Er is nu gelijkmatigheid in de elektronische opbouw van de specificatie. De leverancier vult deze op zijn beurt aan met gegevens die zijn instrument specifiek heeft en stuurt dit terug naar de klant.” Om de misverstanden en fouten die gemaakt werden met al die datasheets te voorkomen en om kosten te besparen, is een begin gemaakt met PROLIST, een project dat door een dertigtal grote bedrijven in Europa zoals Bayer, BASF en DSM is gedragen, maar waaraan ook de Amerikanen hebben meegewerkt. “We
zijn gestart omdat iedereen verschillende dingen deed en iedereen andere benamingen gebruikte”, aldus Hindrik Koning. In het verleden was dit beheersbaar, maar onze transmitters worden steeds ingewikkelder en worden tegenwoordiger gekenmerkt door soms vierduizend properties, vierduizend verschillende regeltjes. Er is geen mens meer die dat kan beheersen; dat moet elektronisch gebeuren.” “PROLIST is ontstaan omdat mensen in de gaten kregen dat de meer algemene STEPstandaard een te trage introductie kent”, stelt Hindrik Koning. “In de hele keten van geïntegreerde engineering is STEP als basis erg belangrijk en we hebben PROLIST integreerbaar gemaakt met STEP. STEP heeft echter lang geduurd (ruim twintig jaar, red.) omdat het uitwerken van de ideeën van onze voormannen toch lastiger bleek dan gedacht. De deelnemende bedrijven trokken na een jaar of vijf hun mensen
terug omdat ze het langzamerhand beu waren en er ontstond nogal wat onenigheid tussen de deelnemers.” Voor Hindrik Koning blijft ISO 10303, STEP AP221 samen met de ISO 15926 ook de basis voor PROLIST. “In dit soort processen is het een kwestie van met zijn allen meters maken. Bij STEP lukte dat aanvankelijk, maar op een bepaald moment werd het aftasten. Dat was bij PROLIST zeker niet het geval. Vanaf het eerste moment waren resultaten zichtbaar, zeker ook omdat het een behapbaar project is. STEP was erg omvangrijk, waar zoveel theorieën ingebracht kunnen worden en waarbij we het niet over het theoretisch beginpunt eens werden. Bij STEP hebben we in het begin te weinig aan de praktische toepassing van het concept gewerkt en dat is een fout die we bij PROLIST niet gemaakt hebben.” PROLIST is apart opgezet, maar maakt onderdeel uit van een hele keten van werkprocessen. “Het is een erg belangrijk onderdeel van process control”, zegt Koning. “Process control informatie beslaat ongeveer zestig procent van alle fabrieksdata. Er zitten heel veel kleine instrumenten die in zo’n fabriek die ontzettend veel data genereren.” “De standaard die we gemaakt hebben, beschrijft ook hoe we het werkproces moeten gebruiken”, gaat Hindrik Koning verder. “Er zit schot in de uitwerking. We hebben een zestigtal instrument datasheets verwerkt die per stuk gemiddeld ongeveer tweeduizend regeltjes hebben. Voordat een bedrijf dat voor zichzelf heeft gemaakt, is het arm.” Om deze standaard werkend te krijgen, is afstemming met veel andere standaarden nodig. “Het grappige aan elektronische data
44
signalement mei 2008
Bron: DSM
uitwisseling is dat veel meer coördinatie nodig is dan vroeger op papier noodzakelijk was”, stelt Koning. “Er zijn vele standaarden op deze wereld en ze zijn allemaal een beetje verschillend. Deze harmonisatieslag, die een keer gemaakt moest worden, zit ook bij PROLIST inbegrepen.” NAMUR, de organisatie waarin de Duitse chemische plantowners al ruim vijftig jaar samenwerken, heeft het voortouw genomen bij PROLIST. “Gelukkig is er geleerd van eerdere standaardisatierondes en is het meteen mondiaal aangepakt”, zegt Hindrik Koning. “Bedrijven als Bayer en BASF zijn multinationals; als zij iets ontwikkelen dat de Amerikanen niet lusten, dan zullen hun Amerikaanse dochters dat ook niet gebruiken. Wat dit betreft is PROLIST in een goed vaarwater gestart, maar voordat heel Amerika gelooft dat Duitsland of de rest van de wereld iets goeds gedaan heeft, zijn we weer een stuk verder. Dat is allemaal politiek en daar is helaas niets aan te doen.” Voor DSM’s consultant process control is het klip en klaar: ook nu al, maar zeker ook in de toekomst kunnen contractors niet zonder harmonisatie. “Daar is geen discussie over mogelijk. Het is onmogelijk 25 verschillende platformen over de tijd ‘levend’ met elkaar te laten communiceren. ‘Dood’ wel, ‘levend’ niet. Dus de wens om geïntegreerd te engineeren die omvat standaardisatie. En of we dat nu STEP, PROLIST of ISO noemen, dat maakt helemaal niets uit.” Maar wat zijn nu de voordelen van het gebruik van PROLIST? “Voor het tijdperk van de computer gebeurde alles met de hand”,
signalement mei 2008
DSM’s complex Chemelot in Geleen
aldus Koning. “Dit is niet alleen tijdrovend, maar werkt ook fouten en misverstanden tussen partijen in de hand die lastig te traceren zijn. Maar die fouten en misverstanden werken door in de plants zelf; koppelingen die niet passen, pijpen moeten verlegd worden. Er zijn talloze voorbeelden te noemen. Het is simpelweg een communicatievraagstuk. We hadden in het verleden de communicatie niet goed op orde en we konden die ook niet op orde krijgen vanwege verschillen in bedrijfsprocedures.” “Met PROLIST stemmen we de procedures op elkaar af en lossen we het communicatieprobleem op”, stelt Hindrik Koning. “We verhogen op deze manier de snelheid van engineeren en computers kunnen alternatieven uitwerken, iets dat vroeger te duur was. PROLIST levert vooral winst in het voorkomen van fouten. Koppel daaraan ook nog een CAE-apparaat aan en dan heb je alle goede informatie. Dit betekent foutloze documentatie voor constructies.” De transactie kosten voor alle betrokken partijen zijn lager.
Tijdens een door FHI georganiseerde PPA-dag kwam Hindrik Koning het podium op met puntmuts en baard om zijn verhaal te houden over standaardisatie van instrumentatie en control data in engineering. “Ik ben één van die kabouters die zonder dat iemand het ziet het werk doen waardoor jullie business door kan gaan.” Hij is één van het kleine legertje van mensen uit de procesindustrie, plantowners, engineering contractors, software leveranciers en leveranciers van instrumentatie en control leveranciers die het nu al ruim tien jaar volhouden om te werken aan dergelijke standaarden. Veel van dat werk gebeurd in USPI verband, de vereniging die sinds jaar en dag gevestigd is in het FHI-kantoor. Dezer dagen diende USPI directeur Paul van Exel een projectvoorstel in bij de Europese Unie dat bij honorering de ontwikkeling in een versnelling kan brengen. Voor meer informatie: www.uspi.nl. <
Bron: DSM
“Voor de plantowner levert PROLIST als onderdeel van een geintegreerde CAEomgeving grote winst op, omdat de gegevens snel en goed overgenomen worden door het (datacentrische) CAE-toestel” besluit Koning. “Ook voor de leveranciers brengt het gebruik van PROLIST grote kostenbesparingen met zich mee. Immers, het maken van aanbiedingen wordt sterk verkort, de in aantal toenemende varianten door veldbustoepassingen nemen snel toe en vragen om computerachtige ondersteuning. <
45
“Met procesintensificatie maken we grote sprongen vooruit” Professor Stankiewicz onderstreept het belang van procesintensificatie in mkb-bedrijven
Bron: DOW Benelux
De styreenfabriek van DOW in Terneuzen
“Procesintensificatie is een nieuwe techniek in de procesindustrie die processen veel efficiënter maakt”, begint prof. dr. ir. Andrzej Stankiewicz, hoogleraar Procesintensificatie aan de Technische Universiteit in Delft. “Het gaat dan niet marginale stappen vooruit, maar we hebben het over grote sprongen voorwaarts van meerdere tientallen procenten. Deze sprongen maken we op het gebied van de productkwaliteit en de kosten, maar we brengen vooral ook het energieverbruik en het gebruik van grondstoffen hiermee drastisch terug.” En in een tijd dat duurzaamheid en het milieu bijna dagelijks onderwerp van gesprek is, lijkt procesintensificatie in de procesindustrie één van de belangrijkste oplossingen om hieraan bij te dragen. Instrumentatie en automatisering gaan daar een grote rol in spelen.
wicz. “Maar we hebben nog een lange weg te gaan om de vermindering van het energiegebruik te realiseren. En procesintensificatie is slechts één van de tools, maar lijkt wel de belangrijkste bijdrage aan de reductie van de energievraag van de industrie.” “De PI Quick Scan is een door DSM ontwikkelde methodologie die het bedrijf doorlicht om te bekijken of er mogelijkheden zijn om de processen aanzienlijk te verbeteren”, vertelt Andrzej Stankiewicz, onder wiens leiding de scan is ontwikkeld. “Een klein team van experts scant in een tijdsbestek van een tweetal dagdelen het gehele bedrijf en stellen op basis van hun analyse een kort rapport op.” In eerste instantie was procesintensificatie vooral nog weggelegd voor de grote bedrijven in de procesindustrie, maar ook voor de mkb-bedrijven is er een wereld te
winnen. “De PI Quick Scan is nu bereikbaar voor kleinere bedrijven”, aldus hoogleraar Stankiewicz. “Dankzij een subsidie van SenterNovem en de korte tijd die met de scan gemoeid is, is het ook interessant voor het midden- en kleinbedrijf. De VNCI (Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie, red.) steunt ons volledig en roept zelfs al haar leden op om mee te doen aan procesintensificatie.” Ook voor de branche Industriële Automatisering ziet Andrzej Stankiewicz een duidelijke rol weggelegd. “Met name aan de zijde van de instrumentatie moeten we nog veel slagen maken. In veel gevallen ontbreken de controlesystemen en ook vanuit de analyse moeten we de bijdrage vergroten. We moeten de procesintensificatie breed aanpakken om zo de gemaakte doelstellingen binnen de afgesproken termijn te realiseren.”<
Door Roy Vervoort Maar waarom procesintenisificatie? “Dat lijkt me in deze tijd van energiebesparing en duurzaamheid vanzelfsprekend”, vervolgt Stankiewicz. “Maar het is niet alleen een kwestie van het minder gaan gebruiken van energie en grondstoffen, maar er zit ook een kostenbesparend effect aan vast.” Het mes snijdt aan twee kanten: met behulp van procesintensificatie heeft de procesindustrie minder energie en grondstoffen nodig; minder energie en grondstoffen betekent minder uitstoot, maar vooral ook lagere kosten omdat de hoeveelheid benodigde materialen aanzienlijk minder is dan voorheen. “Procesintensificatie wordt vandaag de dag al wel toegepast, maar voornamelijk in de grote chemische industrie”, zegt professor Stankiewicz. “En de resultaten hiervan zijn bekend en zeer hoopgevend. Maar we kunnen niet alle fabrieken herbouwen en de oudere fabrieken blijven nog wel even staan. Dus moeten we ervoor zorgen dat we met procesintensificatie niet alleen de nieuwe fabrieken optuigen, maar dat we ook delen van de oudere fabrieken gaan vervangen. Op de langere termijn moet dus de hele procesindustrie ‘omgaan’.” De ambitie om de zaken in de industrie te veranderen is groot. “Ook vanuit de regering is de doelstelling uitgesproken om binnen twaalf jaar minimaal twintig procent minder energie te gaan gebruiken”, stelt Stankie-
46
signalement mei 2008
signalement mei 2008
METROLOGIEWET BLIJFT GEMOEDEREN BEZIG HOUDEN Kort voor de invoering van de Metrologiewet in 2006 signaleerde de branche Industriële Automatisering een probleem in de overgangsperiode van IJkwet naar Metrologiewet. Voor handelsmetingen aan vloeistoffen anders dan water blijkt dat de overgang leidt tot een investeringsstop of tot niet te rechtvaardigen investeringen. In de afgelopen twee jaar is FHI actief aan het lobbyen om de overgangstermijn van IJkwet naar Metrologiewet te versoepelen. Inmiddels is de minister van Economische Zaken nu voor de tweede keer gevraagd om met een oplossing te komen. De oplossing die FHI de minister voorstelt, is om het zogeheten ‘mixen & matchen’ in ieder geval tot 2014 toe te staan. ‘Mix & match’ houdt in dat apparatuur bij pompstations of raffinaderijen, in tegenstelling van wat er nu in de Metrologiewet staat, wel uit nationale toelating en Metrologiewet gecertificeerde apparatuur mag bestaan. Het grote probleem bij pompstations en raffinaderijen is namelijk
de meting die gekoppeld is aan meerdere apparaten. Zo heb je bijvoorbeeld bij een tankstations meerdere pompen, met eigen telwerken, deze zijn weer gekoppeld aan een betaalsysteem en een printer. Al deze apparatuur valt onder één nationale toelating. Het grote probleem van de Metrologiewet is nu dat wanneer bijvoorbeeld een pulsgever of een telwerk kapot is en deze niet meer leverbaar is in een ‘oude’ uitvoering, een grote kans bestaat dat het gehele tankstation van nieuwe, aan de Metrologiewet getoetste, apparatuur voorzien moet worden. En dit ongeacht de leeftijd van de installatie. Zo is er een voorbeeld bekend van een tweeëneenhalf jaar oud pompstation waarin een onderdeeltje met een waarde van driehonderd euro zou leiden tot een complete vervanging. Dit is natuurlijk onacceptabel en FHI zal dan ook bij de minister blijven aandringen om het ‘mixen & matchen’ van nationaal toegelaten apparatuur met Metrologiewet getoetste apparatuur toe te staan.<
47
■ VERENIGING VOOR LEVERANCIERS VAN WEEGINSTRUMENTEN
Certified opleidingen in belang van eindgebruiker en opdrachtgever Overal ter wereld kom je ze tegen: ‘certified installers en -engineers’ voor PROFIBUS en PROFINET. Mannen en vrouwen met een gecertificeerd diploma om als installateur of engineer met PROFIBUS en PROFINET aan de gang te gaan. Wat is de toegevoegde waarde voor eindgebruikers en opdrachtgevers van deze gecertificeerde vakkrachten?
Neem de training voor ‘certified PROFIBUS-’ of ‘PROFINET-installer’. De aankomende installateur leert de spelregels voor het aanleggen van een PROFIBUS- of PROFINET-installatie. En natuurlijk ook hoe deze regels toe te passen. Voor de opdrachtgever is dat belangrijk; hij weet dan zeker dat de installatie op de juiste manier wordt aangelegd. Zo vermijdt hij de kosten die tijdens bij oplevering ontstaan. Achteraf herstellen is altijd veel duurder dan vooraf goed aanleggen. De training ‘certified PROFIBUS-’ of ‘PROFINET engineer’ gaat een stapje verder. Hier staan ontwerp en strategisch nadenken over netwerken centraal. Voor de opdrachtgever is het voordeel duidelijk: hij kan er
vanuit gaan dat ontwerpfouten worden voorkomen. Hoe kostbaar het herstel van ontwerpfouten kan zijn, behoeft verder geen uitleg. Daarom een welgemeend advies aan de opdrachtgever: eis dat de engineer gecertificeerd is. Ook deze informatie kan eenvoudig worden gecheckt op de website www.profibus.com. Wat zeggen gebruikers en ‘certified Installers en -engineers’? Ton Schleiffert van Waterschap Rijn en IJssel in Leiden: “Ik ben er voorstander van in de bestekeisen op te nemen dat ingenieursbureaus dienen te beschikken over gecertificeerde PROFIBUS-engineers. Reden daarvoor is dat je als installatieverantwoordelijke graag zekerheid hebt over het kwaliteitsniveau en de beschikbaarheid van de installatie. Iedereen in de keten, opdrachtgever, adviesbureau en aannemer of uitvoerder moet over dergelijke diploma’s beschikken. Want dan pas kun je ook beoordelen of hetgeen de andere partij verricht ook aan de eisen voldoet.” “Wij zijn met veel collega’s gecertificeerd engineer”, zegt Henri Sanders, medewerker Site Support bij Vanderlande Industries in Veghel. “We hebben in de praktijk ondervonden dat veel problemen en storingen ontstaan puur door gebrek aan technische kennis tijdens de aanleg. Daarom zouden er
Voorzitter VLW voorgedragen voor presidentschap CECIP
veel meer gecertificeerde installers moeten zijn. Dankzij de cursus weten we nu de storingen veel sneller te vinden.” Theo Bervoets van Auma in Leiden: “We hebben zowel installers als engineers in dienst die gecertificeerd zijn voor PROFIBUS. Dat is bij ons op gang gekomen nadat we van BP de opdracht kregen voor een nieuwe installatie. We moesten deze configureren, installeren, in bedrijf nemen en onderhouden. Ook de instructie aan onderhoudsmonteurs van BP hoort erbij. Alles wat aan PROFIBUS hangt komt voor onze rekening. Daarvoor moet je wel diepgaande kennis hebben die verder gaat dan kennis van eigen producten. Doordat we die opleiding hebben gevolgd hebben we nu ook de kennis om al deze taken aan te kunnen.” “Onze klanten vinden het erg prettig dat we assistentie kunnen geven bij vragen over het héle netwerk, dus óók als er iets is met componenten van andere leveranciers”, stelt Gerjan Woelders, een ‘certified-engineer’ bij Turck in Zwolle. “We gaan dus niet wijzen naar anderen, maar kunnen echt hulp bieden. Tijdens de opstartfase zijn er wel eens kleine probleempjes en dan hebben klanten behoefte aan een behoorlijke service. Door deze training zijn we ook in staat om dat op het juiste niveau te geven.”<
Automatiseringsdag voor Water en Infra
48
Vincent van der Wel, directeur Penko Engineering, voorzitter VLW, bestuurslid FHI-branche Industriële Automatisering, nu ook president CECIP?
CECIP is een federatie waarin de alle Europese nationale verenigingen van leveranciers van weeginstrumenten vertegenwoordigd zijn. Het doel van CECIP is het behartigen van de belangen van zowel de fabrikanten als de gebruikers van weeginstrumenten op het gebied van wettelijke metrologie. De huidige president, Antonio Mutute uit Spanje, treedt gezien zijn leeftijd af. Tijdens de jaarvergadering op 2 mei 2008 in het Franse Fayence is een besluit genomen of een meerderheid van de leden van CECIP de voordracht van Vincent van der Wel door het huidige bestuur steunt en het voorzitterschap in handen wil leggen van de voorzitter van de VLW. In de volgende editie zal het Signalement de uitslag van de
vergadering op de VLW-pagina vermelden. De Nederlandse vereniging is natuurlijk erg trots dat iemand uit de eigen kringen verzocht is zich kandidaat te stellen.
leerd wordt, waarop staat dat de weegeigenschappen niet zijn onderzocht. Deze afspraak is gemaakt om discussies in het veld te voorkomen.
Stickers
De website van de VLW is onlangs uitgebreid met een competentiematrix. Met behulp van deze matrix is het selecteren van een leverancier voor een bepaalde weegtaak in een paar muisklikken geregeld. Voor meer informatie over deze matrices kunt u terecht op www.weeginstrumenten.nl.
In de overleg vergadering op 12 maart 2008 tussen de VLW, Verispect, Nmi en het ministerie van Economisch Zaken is Eelco van Harten gepresenteerd als nieuwe secretariaatvoerder namens FHI, federatie van technologiebranches. Tijdens dezelfde vergadering is het resultaat gepresenteerd van het aanvankelijk moeizame overleg tussen de VLW en Verispect inzake het gebruik van controlestickers door Verispect. Het resultaat is dat Verispect een aparte sticker gaat gebruiken alleen als er formeel gecontro-
Nadere informatie over de VLW is op te vragen bij Eelco van Harten (e.van.harten@fhi. nl) en Esther van Gemeren (e.van.
[email protected]) van het FHI-bureau.<
CECIP
Vrijdag 20 juni 2008 organiseert de vereniging PROFIBUS Nederland in samenwerking met FHI, federatie van technologiebranches de ‘Automatiseringsdag voor Water en Infra’. Deze dag is een gecombineerd congres en beurs met als thema de automatisering van wateren infra-installaties. Het programma omvat alle niveaus van de automatiseringspiramide. Voor iedereen die actief is in automatisering van afval-, drink- en proceswater, bruggen, tunnels en sluizen is deze bijeenkomst een must. Maar met name hoofden en beleidsmedewerkers productie en automatisering, utiliteit, adviesbureaus, installateurs en systeemintegratoren kunnen op deze dag
Nee, we hebben het hier niet over een kandidaat die in de race is om de nieuwe bewoner te worden van het Witte Huis in Washington, maar over een kandidaatstelling voor het presidentschap van de CECIP (Comité Européen des Constructeurs d’Instruments de Pésage). Vincent van der Wel, de voorzitter van de Vereniging van Leveranciers van Weeginstrumenten (VLW) is als enige door het bestuur van CECIP voorgedragen om de voorzittershamer over te nemen.
CECIP is de Europese federatie van nationale organisaties die de leveranciers van weeginstrumenten vertegenwoordigd. CECIP ondersteunt geharmoniseerde regulering van weeginstrumenten in Europa en wil dit op een hoog niveau houden om zowel de leverancier als de gebruiker te beschermen.
niet ontbreken. Het programma duurt van 9.00 uur tot ongeveer 16.00 uur. Deze dag wordt gehouden in het CineMec in Ede. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Marjoleine Haisma (
[email protected], of (033) 465 75 07)<
signalement mei 2008
signalement mei 2008
Het lidmaatschap staat open voor één organisatie per land die nationaal de weegindustrie vertegenwoordigt. CECIP ondersteunt en helpt de nationale organisaties op het gebied van de wettelijke metrologie in de Europese landen die nog geen lid zijn van de Europese Unie maar wel bezig zijn met de voorbereiding voor de inschrijving.
Voor Nederland is de VLW lid van CECIP. Naast Nederland maken de organisaties uit de volgende landen deel uit van CECIP: Duitsland, Finland, Frankrijk, Italië, Hongarije, Oekraïne, Polen, Roemenië, Rusland, Slowakije, Spanje, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk en Zwitserland. <
49
ken. Juist dit maakt het lastig om het onderscheid te maken tussen de endogeen geproduceerde en exogeen toegediende stoffen. Ook zijn er scheikundigen aan het werk om specifieke prestatieverhogende stoffen te maken die niet te detecteren zijn bij de normale analyses – zogenaamde ‘designerdoping’.”
“Doping wordt langzamerhand een apart onderzoeksgebied” Belangrijke rol is weggelegd voor technologiebedrijven
Gendoping “Er wordt inderdaad ook veel gesproken over gendoping, oftewel het misbruik maken van genetische therapieën”, vervolgt de Hon. “Dit is een veelbelovend nieuw vakgebied in de medische wereld waarbij het lichaam zelf wordt aangezet tot het produceren van bepaalde eiwitten, meestal door middel van het toedienen van specifieke DNA-strengen. De technologie is beschikbaar en er zijn voorbeelden van dierproeven die leiden tot grotere spierkracht en een groter duurvermogen. Tegelijkertijd staat de techniek nog in de kinderschoenen. Het is niet goed te voorspellen welke veranderingen in het lichaam worden geïnduceerd en hoe deze veranderingen weer kunnen worden stopgezet.”
Doping, het blijft de gemoederen bezighouden. Met een sportzomer als dit jaar voor de deur kunnen de perikelen rond dit onderwerp niet uitblijven. Een Tour de France of Olympische Spelen zonder positieve plasjes lijkt haast onmogelijk. Toch denkt Olivier de Hon, wetenschappelijk beleidsmedewerker van de Dopingautoriteit én spreker tijdens het seminar Schone Sport op HET Instrument 2008 dat het probleem in de topsport kleiner is dan de meeste mensen denken. “Het probleem binnen de ‘ongeorganiseerde’ sport is juist veel groter dan velen beseffen.” Door Roy Vervoort “Over de topsport heeft iedereen snel een mening, maar het is natuurlijk moeilijk om onderzoek te doen over dit onderwerp binnen deze populatie”, vervolgt de Hon. “Wel weten we dat al jarenlang zo’n twee procent van de dopingtesten positief terugkomt en dat in het verleden een vergelijkbaar percentage topsporters in anonieme vragenlijsten toe heeft gegeven ooit doping te gebruiken om de eigen prestatie te verbeteren. Ook weten we uit onderzoek dat verreweg de grote meerderheid, meer dan negentig procent, dopinggebruik absoluut afwijst. Cynici doen vragenlijstgegevens af als sociaal wenselijke antwoorden. Dat speelt natuurlijk mee, maar vraag maar rond binnen de Nederlandse topsport. De meerderheid wijst het gebruik resoluut af en vanuit de sporters is recent ook een actie gestart om dit aan te geven.”
Gezondheidsrisico Volgens Olivier de Hon komt dopinggebruik onder sporters die trainen in fitnesscentra en sportscholen veel vaker voor. “Daar is het ook niet verboden en de voornaamste redenen van gebruik zijn de wens voor meer spiermassa en minder vetmassa. Ongeveer 150.000 Nederlanders hebben ooit doping gebruikt en vanuit het gezondheidsrisico geredeneerd is dat een veel groter probleem.” “De Dopingautoriteit is de officiële ‘Nationale Anti-Doping Organisatie’ van Nederland”, zegt de Hon. ”Wij geven voorlichting
50
en voeren dopingcontroles uit. De controles bij grote evenementen, zoals het Europees Kampioenschap voetbal of de Olympische Spelen, vinden in die landen plaats. Wij hebben dus geen directe bemoeienis met deze evenementen. Wel hebben wij extra werk in de voorbereidingen richting die evenementen. Het is voor de Nederlandse sport belangrijk dat er een dopingvrije ploeg naar Zwitserland en China gaat en speciale evenementen vragen ook speciale voorlichting.”
Toch denkt Olivier de Hon dat sporters hier (nog) niet mee gaan experimenteren. “Het risico op een carrièrebeëindigende bijwerking is vele malen groter dan de kans op een verbeterde prestatie. Maar je weet het nooit … Op technologisch gebied gaat het om het verbeteren en versnellen van de analyses. Mijn toekomstvisie is dat dit nog veel meer onderzoek gaat vergen. Als we kijken naar de afgelopen tien jaar is de achterstand van de detectieanalyses op de gebruikers steeds kleiner geworden. En er is veel onderzoeksgeld beschikbaar, dus ik denk dat dat gat nog kleiner gaat worden.”
Integriteit Ook de dopingcontroles zelf zijn nogal eens een mikpunt van kritiek. “Controleurs voeren deze controles uit volgens een strikt protocol, dat is beschreven in de ‘International Standard for Testing ‘ en vastgesteld door het Wereld Anti-Doping Agentschap (WADA)”, aldus Olivier de Hon. Ze kunnen sporters zowel na de wedstrijd, als tijdens trainingen en zelfs thuis aan een dopingcontrole onderwerpen. Het gaat er altijd om dat er geen enkele twijfel bestaat over de integriteit van het afgenomen monster. De monsters worden anoniem verstuurd naar één van de 33 speciaal daarvoor geaccrediteerde laboratoria. De analyse zelf vindt ook anoniem plaats. Tegenwoordig vinden er steeds meer bloedcontroles plaats, maar de meeste controles zijn gebaseerd op urinemonsters.”
“Ik ben altijd benieuwd naar de technologie achter de detectiemethodes, juist omdat er in Nederland geen officieel dopinglab is”, beëindigt de Hon. “En deze technologie is te vinden op HET Instrument. Voor andere bezoekers zit het interessante waarschijnlijk in een combinatie van de liefhebberij voor de sport en voor het werkzaam zijn op een terrein waar veel nieuwe ontwikkelingen zijn. Er komen steeds meer onderzoeksgelden beschikbaar vanuit het WADA en andere anti-dopinginstanties. Het begint langzamerhand een apart onderzoeksgebied te worden, en daar kunnen vele vakgebieden van profiteren.”<
Niet alleen het traceren van doping heeft een gigantische ontwikkeling doorgemaakt, ook de sporters en hun begeleiding staan niet stil. “Dopinggebruikers gaan steeds meer lichaamseigen stoffen gebrui-
signalement mei 2008
signalement mei 2008
51
Ziekenhuizen in Midden Nederland kiezen voor een gemeenschappelijk laboratorium Het Diakonessenhuis, Meander Medisch Centrum, Tergooiziekenhuizen en het UMC Utrecht zijn van plan een gemeenschappelijk laboratorium op te zetten voor bloedonderzoek en aanverwante analyses. Dit nieuwe laboratorium zorgt er voor dat medisch specialisten en huisartsen in de wijde regio snel en efficiënt kunnen beschikken over de onderzoeksresultaten van hun patiënten. De artsen kunnen hierdoor ook sneller tot de juiste diagnose en behandeling komen. Deze voordelen gelden niet alleen voor routineonderzoek zoals bloedanalyses, maar vooral voor gespecialiseerde, moleculaire bepalingen. Het gemeenschappelijk laboratorium zal naast een centraal onderzoekslab ook beschikken over een uitgebreid regionaal netwerk van prikposten, inzamelpunten en kleinere laboratoria bij ziekenhuisklinieken. Hiertoe hebben de vier ziekenhuizen een intentieverklaring ondertekend. Een definitief besluit over de realisatie van het gemeenschappelijk laboratorium wordt in het najaar van 2008 genomen, nadat de plannen verder uitgewerkt zijn.
Patiëntvriendelijk Met een gemeenschappelijk laboratorium sluiten de ziekenhuizen aan bij de professionalisering en schaalvergroting die momenteel
plaatsvinden binnen de Nederlandse laboratoriummarkt. Zo werken in de regio’s Groningen en Haarlem de huisartsen en ziekenhuizen al samen in een gemeenschappelijk laboratorium en bieden grote Franse en Duitse laboratoria hun diensten op de Nederlandse markt aan. De samenvoeging van de ziekenhuislaboratoria in Midden Nederland maakt investeringen mogelijk in technologie, kwaliteit en personeel waardoor de regionale huisartsen en de eigen medisch specialisten verzekerd blijven van een hoge service tegen marktconforme tarieven. Uitgangspunt hierbij is dat kwalitatief hoogstaande medische diagnostiek op een patiëntvriendelijke en doelmatige wijze plaatsvindt. Patiënten hoeven niet ver te reizen voor afname en afgifte van onderzoeksmateriaal en de behandelende (huis-) artsen onderhouden directe en persoonlijke contacten met de laboratoriumonderzoekers. Een uitgekiende logistiek, goede ICT-infrastructuur en analyses in een centraal georganiseerd laboratorium waarborgen de snelle beschikbaarheid van de onderzoeksgegevens.
Voor vragen en nadere informatie kan contact opgenomen worden met Linda Minnen, persvoorlichtster UMC Utrecht (088) 755 74 83 of met Frederique Koning, persvoorlichtster Diakonessenhuis Utrecht-Zeist-Doorn (030) 256 67 78.<
LEDENVERGADERING LABORATORIUMBRANCHE: 12 JUNI OP HET KNVB-COMPLEX Op 12 juni 2008 vindt de jaarlijkse Algemene Ledenvergadering voor de branche Laboratorium Technologie plaats. De vergadering vindt plaats bij het KNVB sport- en conferentiecentrum in Zeist. Bij het huishoudelijke deel van het programma worden onder andere de jaarcijfers en de begroting van 2008 besproken. De heer Jan Brands van
signalement mei 2008
Sigma-Aldrich Chemie wordt tijdens de ALV door het bestuur voorgedragen als nieuw bestuurslid. Aansluitend vindt een interactief themagedeelte plaats dat in het teken staat van ‘Ontwikkelingen van de markt voor laboratorium technologie’. De middag bestaat uit verschillende workshops en
discussiesessies. Ook komen er trendwatchers aan het woord. Binnenkort worden de uitnodigingen verstuurd aan de brancheleden. Voor meer informatie over de Algemene Ledenvergadering kunt u contact opnemen met Mirjam Fiege van FHI (m.fi
[email protected], (033) 465 75 07).<
53
“Raman spectroscopie dringt ziekenhuisinfecties terug” Seminar over laboratorium- en infectieziektediagnostiek tijdens HET Instrument 2008 Medische laboratoriumdiagnostiek is gericht op onderzoeken van allerlei processen in het lichaam van de mens. Bij diagnosticering van ziekten wordt gebruik gemaakt van talrijke technieken en apparatuur. Op deze manier kan bijvoorbeeld de oorsprong van ziektes gevonden worden en infecties worden bestreden. Door River Diagnostics is in samenwerking met het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam een gebruiksvriendelijk instrument ontwikkeld dat op basis van Raman spectroscopie micro-organismen tot op stamniveau identificeert. Tijdens het seminar op HET Instrument 2008, dat in het teken staat van de ontwikkelingen op het gebied van laboratorium- en infectieziektediagnostiek en alles wat de toekomst gaat brengen, zal hier dieper op ingegaan worden. Door Roy Vervoort “Raman spectroscopie maakt het mogelijk op zeer eenvoudige wijze bacteriën te typeren, in tegenstelling tot gangbare methoden, die veelal op genotypering zijn gebaseerd”, aldus Gerwin Puppels van River Diagnostics. “Binnen deze toepassing kweken we overnacht materiaal van een patiënt op een standaard kweekmedium op, waarna we een klein beetje bacteriemassa overbrengen op een monsterdrager.”
Raman spectroscopie is een spectroscopische techniek die gebruikt wordt in vele domeinen om vibraties en rotaties in een systeem te bestuderen. Een alternatief voor Raman spectroscopie wordt geboden door infrarood spectroscopie. Beide spectroscopische technieken geven een signaal waarmee de verschillen in energieniveaus van de vibraties en rotaties gemeten worden. Echter, daar waar infrarood spectroscopie gebaseerd is op de absorptie van infrarood licht, is Raman spectroscopie
54
gebaseerd op inelastische strooiing ofwel Raman-strooiing van monochromatisch licht. Doordat Raman en infrarood spectroscopie gebaseerd zijn op verschillende effecten is de informatie complementair: sommige trillingen waarvoor de infrarood spectroscopie geen informatie kan geven vanwege symmetrie, kunnen in Raman spectroscopie wel worden gezien, en andersom. Inelastische strooiing van licht vormt de
basis van Raman spectroscopie. Deze inelastische strooiing is een fysisch effect waarbij het licht een energieverschuiving ondergaat tijdens het strooiien. Dit effect noemt men het Ramaneffect, naar de ontdekker, de Indische wetenschapper Sir Chandrasekhara Venkata Raman. Raman ontdekte het effect in 1928 en won hiervoor de Nobelprijs voor de Natuurkunde in 1930. Pas na de ontwikkeling van de laser werd Raman spectroscopie populair.<
signalement mei 2008
Controle
“Raman spectroscopie is een optische techniek, waarbij het monster wordt belicht met monochromatisch laserlicht. Door interactie van het licht met moleculen in het monster ontstaat een spectrum van kleuren dat wordt gedetecteerd. Dit spectrum kunnen we beschouwen als een spectroscopische vingerafdruk van het monster. Wij hebben deze techniek zover geperfectioneerd en reproduceerbaar gemaakt dat deze vingerafdruk stamspecifiek is.”
Besmettingen als MRSA-infecties (Methicilline Resistente Staphylococcus aureus, ook wel de ziekenhuisbacterie genoemd) zijn tegenwoordig een hot issue, maar hoe vaak komt het vandaag de dag nog voor? “In Nederland is het MRSA-probleem nog steeds onder controle, dankzij een restrictief gebruik van antibiotica en een rigoureuze search and destroy policy”, zegt Gerwin Puppels. “Wanneer een MRSAbesmetting wordt geconstateerd, volgt een uitgebreide contact screening waarbij iedereen die met de MRSA-patiënt in contact is geweest of kan zijn geweest, wordt onderzocht. De vondst van meer MRSA-besmettingen bij patiënten leidt dan al snel tot het sluiten en ontsmetten van afdelingen, terwijl de besmette patiënten worden geïsoleerd.”
“Het instrument dat wij in de tweede helft van dit jaar naar de markt zullen brengen, kan door iedereen met een opleiding tot microbiologisch laborant worden toegepast en zal vijftig tot honderd monsters per uur kunnen analyseren”, vervolgt Puppels. “Dit betekent dat we identificatie van microorganismen tot op stamniveau (typering) met hetzelfde gemak kunnen uitvoeren waarmee we nu een patiëntisolaten identificeren tot op species niveau. Het grote verschil tussen die
“Patiënten die vanuit een buitenlands ziekenhuis naar Nederland zijn overgebracht, worden vaak eerst geïsoleerd totdat vaststaat dat ze geen MRSA-besmetting hebben. In Nederland zijn in het afgelopen jaar volgens de site van het RIVM ongeveer 2.500 MRSA-besmettingen vastgesteld. Zo gauw we de grens overgaan, is de situatie heel anders en in de meeste Europese landen zijn MRSA-besmettingen in ziekenhuizen een alledaags verschijnsel.”
Vingerafdruk
RAMAN SPECTROSCOPIE
twee niveaus van identificatie is dat typering epidemiologische informatie oplevert en speciënidentificatie niet. Die epidemiologische informatie stelt je in staat verbanden te leggen tussen infecties.”
signalement mei 2008
Breed toepasbaar “De klassieke methoden zijn traag, moeilijk, duur en hebben een lage throughput”, volgens Puppels. “Voor MRSA is de pulsed-field gel elektroforese de gouden standaard. Dat vergt echter een aantal dagen hands-on werk door een geoefend specialist en biedt daarmee niet de bovengeschetste mogelijkheid van actieve surveillance in een ziekenhuis.” Daarnaast is het instrument zeer breed toepasbaar, niet alleen voor MRSA. “We zijn bezig de performance in kaart te brengen voor alle species die veel geassocieerd worden met ziekenhuisinfecties en hebben inmiddels goede resultaten geboekt met Enterococcen, Klebsiella en Acinetobacter.” Zeker ook voor de toekomst is Gerwin Puppels positief gestemd. “Op dit moment loopt vijf tot tien procent van de patiënten in het ziekenhuis een infectie op. Ik denk dat wij een technologie hebben ontwikkeld die ziekenhuizen in staat stelt de incidentie van ziekenhuisinfecties in het algemeen, en van uitbraken met resistente bacteriën in het bijzonder, terug te dringen. Het welzijn van de patiënt en significante vermindering van de kosten die gepaard gaan met ziekenhuisinfecties gaan daarbij hand in hand.” Gerwin Puppels van River Diagnostics is tijdens het seminar Laboratorium- en infectieziektediagnostiek op HET Instrument 2008 één van de sprekers.<
55
Cliq-classificatie voor medische hulpmiddelen In Nederland doen jaarlijks enkele miljoenen mensen met problemen in het functioneren, zoals gehandicapten en ouderen, een beroep op hulpmiddelen. De verstrekte hulpmiddelen blijken echter lang niet altijd adequaat te zijn en ook niet altijd goed gebruikt te worden. De zorgmonitor 2006 meldt dat circa 25 procent van alle verstrekte hulpmiddelen niet naar tevredenheid functioneert.
Medische markt in Zuid-Afrika biedt ongekende mogelijkheden Om de mogelijkheden voor het Nederlandse bedrijfsleven te verkennen, organiseert de FHI-branche Medische Technologie in samenwerking met de Kamer van Koophandel Utrecht en SANEC (Southern African Netherlands Chamber of Commerce) van 6 tot en met 12 september 2008 een handelsmissie naar Zuid-Afrika. Tijdens een bezoek aan Durban, Kaapstad en Johannesburg zal via matchmaking intensief contact plaatsvinden met ziekenhuizen, gezondheidsorganisaties, het lokale bedrijfsleven en overheidsinstellingen. De missie zal samenvallen met de toonaangevende conferentie Pan African Health in Johannesburg. Op 31 maart vond een eerste deelnemersbijeenkomst plaats waaruit bleek dat de belangstelling voor deelname groot is. Omdat de handelmissie gesteund wordt door een subsidie van de EVD kunnen de kosten voor deelname beperkt blijven.
Doel Het doel van deze handelsmissie is Nederlandse bedrijven in contact brengen met potentiële Zuid-Afrikaanse partners en hen te ondersteunen bij de eerste concrete contact met deze zakenpartners. Daarnaast is het de bedoeling om daar waar mogelijk langdurige samenwerking te bewerkstelligen tussen de Nederlandse ondernemingen en de geselecteerde Zuid-Afrikaanse bedrijven. Eén van de hoofddoelen die het Zuid-
Afrikaanse Ministerie van Volksgezondheid is het verbeteren van de efficiëntie van de zorg. Dit maakt het land interessant voor bedrijven op het gebied van consultancy voor publieke, maar ook voor private zorg. In Nederland staan ongeveer vierduizend producenten en (toe)leveranciers van producten en diensten geregistreerd die uitstekend aansluiten bij de vraag in het Afrikaanse land.
Groeiende markt In de steeds maar groeiende ZuidAfrikaanse markt liggen de kansen voor Nederlandse bedrijven voornamelijk bij medische producten, -apparatuur en technologie. Het Afrikaanse land importeert deze goederen omdat binnenlands onvoldoende kennis aanwezig is om
innovatieve, hightech producten en apparatuur te produceren. Zowel de import als de totale markt kent een stabiele groei van zeven procent per jaar, maar met een stijgende welvaart en een toenemende vergrijzing is de verwachting dat dit percentage zal stijgen. Verder liggen er voor Nederlandse ondernemers ook kansen voor samenwerkingsverbanden, in het bijzonder joint-ventures met bestaande aanbieders van medische producten en -apparatuur. Zodoende worden ook kansen gecreëerd in zowel export als kennisoverdracht. Geïnteresseerden in deelname kunnen zich melden bij Linda van Essen of Remco Siebols van FHI, telefoon: (033) 465 10 63. <
Creatieve en innovatieve oplossingen op Zorgtotaal 2009 Zorgtotaal, de beurs die inspringt op de ontwikkelingen van de zorgsector, wordt in 2009 van 18 tot en met 20 maart georganiseerd. Onlangs is de inschrijving geopend. Nieuwe zorgproducten en diensten beantwoorden aan de veranderende behoeften van zowel zorgverlener als zorgvrager.
56
Zorginstellingen streven naar het aanbieden van vraaggestuurde zorg. Het centraal stellen van de klant stelt nieuwe eisen aan de organisatie van de zorg. De toekomstige financiering van de zorg(instelling) is daarbij een belangrijk aandachtspunt. Al deze ontwikkelingen vragen om creatieve en
innovatieve oplossingen die op Zorgtotaal door de exposanten worden gepresenteerd. Heeft u ook interesse in deelname? Neem dan contact op met Remco Siebols van FHI (
[email protected], (033) 465 10 63). <
Om zorgaanbieders en zorgverzekeraars meer ruimte te bieden om doelmatige zorg op maat te leveren, zijn de afgelopen jaren twee nieuwe wetten ingevoerd: de nieuwe zorgverzekeringswet en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Centraal daarin staat de ‘functiegerichte aanspraak’ op een ‘functionerend hulpmiddel’. Naast deze nieuwe wetten heeft het College van zorgverzekeringen (CVZ) in 2005 een beschrijving geformuleerd en gepubliceerd van de stappen die worden doorlopen van het moment dat de
Centraal in dit proces staat het matchen van de wensen en mogelijkheden van de toekomstige gebruiker (human related intended use) met de eigenschappen van het hulpmiddel zoals beschreven in de Cliqclassificatie (product related intended use). Om eenduidige uitwisseling tussen verschillende betrokkenen mogelijk te maken, is eenheid van taal nodig. Cliq is hierom reeds opgenomen in de Procesbeschrijving Hulpmiddelenzorg. De Cliqclassificatie, zoals ontwikkeld in de periode van 2001 tot 2007, kan worden gebruikt om de functiegerichte aanspraak handen en voeten te geven. De invoering van de Cliqclassificatie levert een bijdrage aan zowel de kwaliteitsverbetering als aan de doelmatigheid in de hulpmiddelensector.
Hoewel FHI de meerwaarde van Cliq onderschrijft, is FHI kritisch over de volledige haalbaarheid. Met name het aanbrengen van extra coderingen op de producten en het ontbreken van een internationaal karakter is problematisch. Veel van de producten op de Nederlandse markt worden geïmporteerd naar Nederland. Buitenlandse fabrikanten zullen niet snel genegen zijn om alleen voor de Nederlandse markt coderingen aan te brengen. Medio april geven zullen vertegenwoordigers van Cliq een presentatie voor het FHI-DIScluster verzorgen. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Luc Knaven van FHI (
[email protected], (033) 465 10 63). <
Bewaartermijn patiëntgegevens niet helemaal helder Leden van de FHI-branche Medische Technologie leveren medische producten aan patiënten thuis en geven advies over het gebruik van deze producten. Maar er is geen sprake van een behandeling onder verantwoordelijkheid van het bedrijf dat de medische producten levert waardoor de Wet Geneeskundige BehandelOvereenkomst (WGBO) waarschijnlijk niet van toepasDe lidbedrijven houden de klantgegevens bij in een database en vallen onder de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP). Bedrijven zijn verplicht zich aan te melden bij het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) waarna zij worden opgenomen in een openbaar register. Het bedrijf is dan verplicht om de gegevens na maximaal twee jaar te verwijderen of onherkenbaar te maken. Het verwijderen mag ook direct gebeuren. Wat zijn de consequenties van het aanmelden bij het CBP? Het CBP kan
signalement mei 2008
zorgvrager zich met een hulpvraag meldt bij een zorgverlener tot het moment van evaluatie van het gebruik van het verstrekte hulpmiddel: de Procesbeschrijving Hulpmiddelenzorg.
signalement mei 2008
sing. Als medewerkers van bedrijven injecties geven aan patiënten dan valt dit onder een medische behandeling die weer onder de WGBO vallen. Bedrijven zijn dan verplicht om de persoonsgegevens minimaal vijftien jaar te bewaren. Het gebruik van het woord ‘waarschijnlijk’ laat zien dat de huidige situatie veel vragen oproept bij de verschillende aangesloten bedrijven.
eventueel controles houden, maar dit gebeurt niet regelmatig. De controles zullen dan per sector gehouden worden en het CBP maakt bij de inschrijving gebruik van formulieren. Als deze correct zijn ingevuld, verstrekt het CBP een meldingsnummer. De vorm waarin bedrijven de gegevens bewaren, is niet voorgeschreven zolang ze maar conform de WGBO bewaard blijven. Digitaal bewaren is dus, net als de papieren versie, een optie zolang de beveiliging tegen verlies of enige vorm van onrechtmatige verwerking maar gegarandeerd is.
Een lidbedrijf is soms op een aantal vlakken te vergelijken met een apotheek. Of een apotheek zich aan moet melden bij het CBP hangt af van de gegevens die bewaard worden. De verantwoording om al of niet aanmelden ligt bij de apotheker. Hij bepaalt aan de hand van de eigen gegevens of aanmelding verplicht is. De bedrijven moeten nu vaak in opdracht van de zorgverzekeraar het voorschrift van de arts plus alle relevante bescheiden van de verzekerde gedurende vijf jaar bewaren en op verzoek van de verzekeraar ter beschikking stellen. <
57
Marktmacht zorgverzekeraars
Modelcontract Investeringsgoederen in afrondende fase
DBC’s in het nieuwe zorgstelsel
Geruime tijd heeft FHI samen met de Nederlandse Vereniging voor Inkoop en Logistiek in de Gezondheidszorg (NVILG) gewerkt aan de opzet van een modelcontract voor investeringsgoederen. Na een tijd van intensieve samenwerking en discussie bevindt het modelcontract zich in de afrondende fase. Nu het modelcontract door juristen van beide partijen getoetst is, worden de laatste punten op de ‘I’ gezet. Deze laatste hand wordt in de zomerperiode gelegd, waarna het contract naar verwach-
Sinds enige jaren wordt in de ziekenhuissector gewerkt aan een bekostigingssysteem dat gebaseerd is op prestaties en de daarmee samenhangende kosten, de zogenaamde Diagnose Behandeling Combinaties (DBC’s). Op woensdag 12 maart 2008 organiseerde FHI samen met Nefemed een DBC management cursus waaraan ruim tachtig bedrijven deelnamen.
ting in dit najaar definitief aan het publiek gepresenteerd kan worden. Het Modelcontract Investeringsgoederen is een praktisch en beknopt document dat als basis dient voor zaken als proefplaatsing, installatie, eigendom, overdracht, risico, aansprakelijkheid en ontbinding. Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Remco Siebols van FHI (
[email protected], (033) 465 10 63) <
Materiaalcontrole verzekeraars Bedrijven die op basis van recept medische producten aan patiënten leveren, hebben de verplichting eerst een controle uit te voeren op de juistheid van het recept. Verzekeraars voeren vervolgens achteraf steekproefsgewijs controles uit op de juistheid van de recepten en de rechtmatigheid van de leveringen.
Veel medische bedrijven ervaren de macht van verzekeraars als onevenredig groot. De onderhandelingen tussen zorgverzekeraar en leverancier komen in de praktijk vaak neer op een prijsdictaat en vervolgens slikken of stikken. Aan de inkoopzijde lijkt de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) nagenoeg alles toe te staan, terwijl samenwerking aan verkoopzijde of het opwerpen van countervailing power nagenoeg niet is toegestaan.
Bij het bepalen van de marktmacht van de zorgverzekeraars wordt gekeken naar de geografische markt. De NMa beschouwde de geografische markt voor zorgverzekeraars lange tijd als landelijk, maar heeft nu echter geconcludeerd dat er “een gerede kans bestaat dat binnen de zorgverzekeringsmarkt sprake kan zijn van regionale markten, met name in die regio’s waarin hoge marktaandelen bestaan of ontstaan”. Bij de inkoop van zorg of producten kijkt de NMa voor het beoordelen van een economische machtspositie ook naar de alternatieve afzetkanalen
58
die leveranciers hebben. Daarnaast vormt het bestaan van mogelijke tegenmacht aan de verkoopzijde een overweging. Hoewel verzekeraars een zeer machtige en dominante positie innemen, is het strikt juridisch erg moeilijk om aan te tonen dat er sprake is van economisch machtsmisbruik. Het ontbreken van onderhandelingen en het opleggen van inkoopdictaten zal niet bijdragen tot een goede kwaliteit. Op langere termijn kan de onderlinge concurrentie, de kwaliteit van de producten
en de continuïteit van het productenaanbod in gevaar komen. FHI roept de overheid dan ook op minder te focussen op de juridische aspecten en meer aandacht te hebben voor de langetermijneffecten die de machtspositie kan hebben op de kwaliteit van zorg en medische producten. In oktober 2008 organiseert FHI een speciale middag over de marktmacht van de verzekeraars. Voor meer informatie kunt u terecht bij Luc Knaven van FHI (
[email protected], (033) 465 10 63). <
signalement mei 2008
In de praktijk blijkt het vaak lastig om recepten compleet en correct te krijgen. Een onvolledig recept wordt, om de patiënt niet de dupe te laten zijn, toch vaak al uitgeleverd. Achteraf moet dan een correctie of aanvulling op het recept plaatsvinden.
signalement mei 2008
Recent heeft een landelijke verzekeraar steekproefsgewijs controle uitgevoerd op de juistheid van de recepten in 2006. Hierbij bleek dat bij een aantal bedrijven achteraf correcties of aanvullingen op het recept niet altijd voldoende hadden plaatsgevonden. De verzekeraar stelde zich zeer formeel op waardoor de bedrijven geconfronteerd werden met aanzienlijke (niet realistische) boetebedragen. Om tot een oplossing te komen, heeft FHI het overleg met de betreffende verzekeraar opgezocht. FHI benadrukt nogmaals dat FHI leden zich goed rekenschap moeten nemen dat de recepten- en machtigingenadministratie goed op orde dient te zijn. De verwachting is dat verzekeraars in de toekomst hierop intensiever en nauwgezetter gaan controleren. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Luc Knaven van FHI (
[email protected], (033) 465 10 63). <
Anne Jonkman, die gedurende lange tijd ziekenhuisdirecteur is geweest, gaf de aftrap. In zijn inleiding ging hij in op de belangrijke veranderingen en trends binnen de zorg, de financieringsproblematiek en de positie en profilering van ziekenhuizen richting de markt. Zijn stelling is dat de zorg zal veranderen van kostenpost naar booming business. Ron de Graaf van Seijgraaf ging nader in op de wijze waarop een nieuwe DBC tot stand komt. In zijn presentatie werd de vraag gesteld welke stappen de industrie moet nemen om nieuwe producten op de markt te kunnen zetten. Ook de vraag of het verstandig is om de route van het College van Zorgverzekeringen/DBC-onderhoud te volgen of dat er ook andere mogelijkheden zijn, kwam aan bod. Yoe Kwa, apotheker, wetenschappelijk onderzoeker en werkzaam bij DBC-onderhoud, ging vervolgens dieper in op de werking en opbouw van een DBC, de positie van medische producten in de DBC en de samenstelling van Zorgprofielen. De presentaties van deze middag zijn te downloaden via www.fhi.nl. Voor vragen kunt u contact opnemen met Luc Knaven van FHI (
[email protected], (033) 465 10 63). <
59
■ INFORMATIE
Personalia
Voor u gelezen:
Jan van den Boom,
De Signalement-redactie binnen FHI komt regelmatig boeken tegen die interessant kunnen zijn voor leden/lezers. In deze rubriek worden deze uitgaven onder de aandacht van de lezer gebracht. Deze selectie biedt een aantal titels die voor de Signalement-lezer interessant is en nuttige en soms ook praktische informatie bevat. Is u onlangs nog een boek opgevallen waarvan u van mening bent dat het aandacht verdient in FHI’s branchemagazine Signalement? Stuur een e-mail naar
[email protected].
Jan van den Boom, directeur Tyco Electronics Nederland en bestuurslid van de FHI-branche Industriële Elektronica is door koningin Beatrix benoemd tot ridder in de Orde van Oranje Nassau. Van den Boom ontving zijn onderscheiding op 25 april uit handen van minister van Economische Zaken Maria van der Hoeven, mede vanwege zijn verdiensten voor de brancheorganisatie.
MKB’er in zwaar weer De omzet van het bedrijf is lager dan verwacht, de kosten vallen hoger uit en de crediteuren en belastingen worden niet op tijd betaald. De onderneming houdt zich met moeite staande en een faillissement dreigt. Wat nu? Veel ondernemers denken dat externe oorzaken aan hun financiële problemen ten grondslag liggen. Uit onderzoek is gebleken dat juist vaak interne oorzaken leiden tot faillissement. Het goede nieuws is dat deze vaak zijn op te lossen op voorwaarde dat de signalen op tijd worden herkend en de juiste stappen worden ondernomen. De brochure ‘MKB’er in zwaar weer’ gaat in op
het herkennen van financiële problemen, het nemen van passende maatregelen om deze de kop in te drukken en acties die ondernomen moeten worden als een faillissement niet meer te vermijden is. Ook geeft de brochure tips voor het runnen van een onderneming. Enkele van deze tips zijn een administratie die op orde is, zorgen voor een klankbord, kritisch kijken naar de kosten die het bedrijf maakt en het iedere drie jaar maken van een update van het ondernemingsplan. Wilt u het gehele boekje zelf lezen? Vraag het boekje telefonisch aan bij de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten (NOvAA) via (070) 338 36 00 of stuur een e-mail naar
[email protected]. <
Vacuüm is niet niks Vacuüm wordt gebruikt in wetenschappelijk onderzoek, bij het maken van computerchips en bij het verpakken van koffie. Sommige geleerden geloven dat door de oerknol ons hele universum uit vacuüm tevoorschijn is gekomen. In ‘Vacuüm is niet niks’, een bundeling columns en essays, beschrijft Frans W. Saris het gedrag van atomen en moleculen in vacuüm én het gedrag van de mensen die dit onderzoek doen en de technologie ontwikkelen. Het boek is in tweeën verdeeld: het eerste deel gaat over mensen als Einstein, Casemir, Curie en Bohr. Maar ook over Roger, de plutoniumlaborant die beroemd was om zijn kennis en berucht om zijn slordigheid. Bij Roger gingen de alarmbellen nog wel eens rinkelen als hij aan het einde van de werk-
60
prof.dr. H. Zuilhof
Gerard A. Schiebroek
dag naar huis wilde gaan en er straling bij hem werd gemeten. En het was niet altijd een kwestie van het vergeten zijn de handen te wassen of het knoeien met materiaal op de kleding, maar ook na een toiletbezoek kan het vergeten de handen te wassen een radioactieve besmetting op de meest rare plekken opleveren. Zo overkwam ook Roger! In het tweede deel gaat over verschijnselen als het elektron, plutonium, lasers en de chip. Zo ontstaat een caleidoscopisch beeld van de ontwikkelingen in de wetenschap en technologie van de twintigste eeuw en van de mensen die deze eeuw gemaakt hebben. Saris schrijft kritisch maar met optimisme, want wetenschap is niet niks. ‘Vacuüm is niet niks’ van Frans W. Saris is een uitgave van Meulenhoff Amsterdam. <
dr. Eppo Bruins
De internationale werknemer De grenzen vervagen steeds meer en werken in het buitenland is tegenwoordig de normaalste zaak van de wereld. Het gevolg is dat ook middelgrote en kleine bedrijven het aantrekkelijk vinden om werknemers naar het buitenland te sturen. Andersom werken inmiddels ook veel buitenlanders in Nederland. Deze grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit stelt talloze werkgevers en werknemers regelmatig voor onvoorziene problemen. Kan een werknemer zomaar in een ander land gaan werken? In welk land heeft hij zijn ‘fiscale woonplaats’ en waar wordt hij belast? En hoe zit het met de opbouw van pensioenrechten? In het boek ‘De Internationale Werknemer’ geeft mr. Lucia Veenstra antwoord op vele vragen waar werknemers en werkgevers mee te maken krijgen. Het boek ‘De Internationale Werknemer’ kost € 24,95 en is per e-mail (
[email protected]) te bestellen. <
signalement mei 2008
Op 1 mei 2008 nam dr. Eppo Bruins het stokje definitief over. Vanaf deze datum is hij de nieuwe directeur van STW. Bruins was tot 1 mei instituutsmanager bij het Leids Instituut voor Onderzoek in de Natuurkunde.
Aanvraag lidmaatschap
Gerard A. Schiebroek is met ingang van 17 maart 2008 benoemd tot Directeur Telecom Solutions bij Koning & Hartman B.V. Telecom Solutions ontwerpt, bouwt en beheert mobiele telecommunicatie infrastructuren. prof.dr.ir. Leo Kouwenhoven
Op 10 april heeft prof.dr. H. Zuilhof aan de Wageningen Universiteit zijn inaugurele rede, getiteld ‘Alles is altijd ingewikkelder: het leven, het heelal en de organische chemie’, uitgesproken en is hij benoemd tot persoonlijk hoogleraar Organische chemie. Zuilhof is ook voorzitter van het organisatiecomité van de Netherlands MicroNanoConference 2008. Ad van ’t Hof
De TU Delft heeft prof.dr.ir. Leo Kouwenhoven benoemd tot Universiteitshoogleraar. Met Hans Mooij en Cees Dekker zijn daarmee nu drie Universiteitshoogleraren aan de TU Delft verbonden. Alleen professoren met uitzonderlijke verdiensten die functioneren als boegbeeld binnen de universiteit, als inspirerend leider en als gezicht van de TU Delft in de maatschappij komen voor deze functie in aanmerking. Kouwenhoven is als hoogleraar Quantum Transport verbonden aan het Kavli Institute of Nanoscience Delft van de TU Delft.
Erik de Kooter
Ordina heeft per 1 april 2008 Ad van ’t Hof als market director Industry. Hij was hiervoor respectievelijk chief financial officer van The Vision Web en sinds 2006 directeur Operations & Control voor Ordina Communicatie. Hij volgt Erik de Kooter op die market director Zorg wordt. <
Onderstaande bedrijven hebben onlangs het lidmaatschap aangevraagd van de branche, waaronder zij vermeld staan. Mocht u bezwaar hebben tegen een bepaalde aanvrage dan dient u dit schriftelijk in te dienen bij onze ledenadministratie. Zonder enig bezwaar en goedkeuring door het betreffende branchebestuur zal de firma binnenkort ingeschreven worden in het ledenregister.
Branche Industriële Elektronica
Branche Industriële Automatisering
Branche Laboratorium Technologie
Adeas B.V. (Eindhoven) De firma levert design services op het gebied van geavanceerde elektronische modules, producten en systemen.
Equinoxia Industrial Automation (Bergen op Zoom) Equinoxia levert consultancy en training op het gebied van manufacturing execution systems (ISA88-ISA95) en pharmaceuticals (GaMP – 21CFR11 – Right First Time)
ACHROM NV (Zulte – België) De firma is distributeur van chromatografiekolommen en alle toebehoren.
ANTS Technology & Consulting B.V. (Swalmen) De firma is Importeur in de Benelux voor CS Instruments GmbH HARTECH meet- & testapparatuur bv (Wormerveer) HARTECH is leverancier van apparatuur voor mechanisch testen, krachten en draaimomenten meten plus het leveren van de bijbehorende service en kalibratiewerkzaamheden.
signalement mei 2008
IMPAC Infrarood Benelux B.V. (Krimpen aan den IJssel) IMPAC is fabrikant van onder andere infrarode stralingsthermometers (pyrometers), warmtebeeldcamera’s (thermografie), infrarode lijnscanners en -camera’s (array), kalibratieapparatuur (zwartstralers), vuurkamer monitoringsystemen.
Elscolab N.V. (Kruibeke – België) Elscolab levert instrumentatie en verbruiksmaterialen voor de life sciences laboratoria. Eurofysica B.V. (Rosmalen) De firma is groothandel, importeert, exporteert en produceert instrumenten en apparatuur voor onderwijs in natuurwetenschappen. Tevens levert en installeert zij technisch meubilair voor onderwijs en laboratoria <
61
■ INFORMATIE
AGENDA Kijk voor de meest actuele stand van zaken op www.fhi.nl onder activiteiten. Mei 2008 HET Instrument 2008 20 t/m 23 mei 2008 Juni 2008 Workshop “Communicatie & Win” 3 juni 2008 Automatiseringsdag voor Water en Infra 20 juni 2008 Oktober 2008 FHI-HRM Actualiteitenseminar 8 oktober 2008
PLOT Conferentie: Testing in progress 29 oktober2008 LabAnalyse 30 oktober 2008 November 2008 High Tech Equipment 5 november 2008 Netherlands MicroNanoConference 17, 18, 19 november 2008 Federatiecongres 27 november 2008. <
Vanuit de ledenkring
Overzicht internationale beurzen en congressen
Industriële Elektronica
RIVA 2008, International Symposium on Capillary Chromatography www.ric.eu/iopms/ Riva del Garda (Italië) 27 t/m 30 mei 2008
Global Electronics B.V. is verhuisd naar: Metaalstraat 12, 7483 PD HAAKSBERGEN, Postbus 180, 7480 AD HAAKSBERGEN, telefoonnummer: (053) 573 72 00, faxnummer: (053) 573 72 08.
Laboratorium Technologie De firma Anaspec Solutions heeft inmiddels een nieuwe locatie, met laboratorium en opslag, geopend aan de Zuidbaan 575, 2841 MD te MOORDRECHT, telefoonnummer: (0182) 39 65 48, faxnummer: (0182) 30 07 04, e-mail:
[email protected] en internetsite: www.anaspec.nl. <
Branche Industriële Automatisering
Adeas B.V. Luchthavenweg 81.039 5657 EA EINDHOVEN Lidnummer: 1536
IMPAC Infrarood Benelux B.V. Postbus 116 2922 AC KRIMPEN A/D IJSSEL Lidnummer: 1539
Arcobel Embedded Solutions Hambakenwetering 1 5231 DD ‘s- HERTOGENBOSCH Lidnummer: 1525
Proleit B.V Postbus 545 7500 AM ENSCHEDE Lidnummer: 1537
HARTECH meet- & testapparatuur bv Bonte Kraaiweg 16 1521 RD WORMERVEER Lidnummer: 1529
Branche Laboratorium Technologie
PIEK International Education Center (I.E.C.) B.V. Schelsberg 111-113 6413 AC HEERLEN Lidnummer: 1526 Rutronik Elektronische Bauelemente GmbH Madame Curiestraat 2 3316 GN DORDRECHT Lidnummer: 1527
62
Achrom N.V. Phlippostraat 5 B- 9870 ZULTE Lidnummer: 1530 BIOKÉ B.V. Wassenaarseweg 72 2333 AL LEIDEN Lidnummer: 1533 Concept to Volume B.V. Postbus 318 7500 AH ENSCHEDE Lidnummer: 1538
TopClinica www.topclinica.de Stuttgart (Duitsland) 11 t/m 13 juni 2008
Pittcon www.pittcon.org Chicago (Verenigde Staten) 8 t/m 13 maart 2009
IPA 2008 (www.ipa-web.com) Paris-Nord Villepinte (Frankrijk) 17 t/m 20 november 2008
Laborama www.laborama.be Brussel (België) maart 2009
Medica Düsseldorf (www.medica.de) Düsseldorf (Duitsland) 19 t/m 22 november 2008
Achema 2009 www.achema.de Frankfurt am Main (Duitsland) 11 t/m 15 mei 2009 <
ARABLAB www.arablab.com Dubai Januari 2009
M+R 2008 Brussel www.m-r.be Brussel (België) 2 oktober 2008
Nieuwe leden Branche Industriële Elektronica
Forum Labo & Biotech 2008 www.forumlabo.com Parijs (Frankrijk) 3 t/m 6 juni 2008
Biotechnica www.biotechnica.de Hannover (Duitsland) 7 t/m 9 oktober 2008
COLOFON
Personeelsbemiddeling
Eurofysica B.V. Stadionlaan 161 5246 JT ROSMALEN Lidnummer: 1534 Velto B.V. Energieweg 21 2382 NB ZOETERWOUDE Lidnummer: 1528
Branche Medische Technologie Otto Bock Benelux B.V. Ekkersrijt 1412 5692 AK SON Lidnummer: 1532
Managing Director gezocht Een medisch technologische onderneming (Nederlands bedrijf) met eigen technologische ontwikkeling zoekt een gedreven managing director met technische affiniteit. De onderneming heeft een sterk internationaal karakter. Voor nadere informatie kunt u contact leggen met Luc Knaven van FHI, (
[email protected], of (033) 465 75 07).
Avans+ zoekt freelance docenten Avans+, dochter van Avans Hogeschool, zorgt sinds 1986 voor een effectieve verbetering van de prestaties van mensen en organisaties en is op zoek naar mensen werkzaam in de industriële automatisering of installatietechniek en die hun kennis willen delen. Geïnteresseerd? Vul het formulier in op www.avansplus.nl en Avans+ neemt contact op. <
In memoriam
Pie Medical Benelux B.V. Philipsweg 1 6227 AJ MAASTRICHT Lidnummer: 1524
GERT SCHIPPER Geheel onverwachts is op 6 februari 2008 Gert Schipper overleden op zestigjarige leeftijd. Gert was ondernemer van het eerste uur en als directeureigenaar van Den Hartog Scientific (DHS) aangesloten bij de laboratoriumbranche van FHI.
Skills Meducation B.V. Postbus 1555 1200 BN HILVERSUM Lidnummer: 1535
Hij had een flamboyante en onderhoudende persoonlijkheid en voelde zich steeds nauw betrokken bij het wel en wee van de brancheorganisatie. Zijn zoon Sebastiaan volgt hem op als directeur bij DHS. <
Sorgente B.V. Hoofdveste 6 3992 DG HOUTEN Lidnummer: 1531<
signalement mei 2008
signalement mei 2008
Redactie Bureau FHI André Weigand, Inkvisible Redactieadres Postbus 2099 3800 CB AMERSFOORT Telefoon: (033) 465 75 07 Fax: (033) 461 66 38 Internet: www.fhi.nl E-mail:
[email protected] Vormgeving MUNTZ Marketing Communication Group Druk Drukkerij Van De Ridder Advertentie verkoop Niek van Twillert, MUNTZ Telefoon: (033) 450 20 20 Hoewel bij deze uitgave de uiterste zorg is nagestreefd, kan voor eventuele (druk)fouten en onvolledigheden niet worden ingestaan en aanvaarden de auteurs, redactie en het bureau van FHI geen aansprakelijkheid. <
63
Complexe materie MUNTZ
Heldere boodschap
muntz.nl