Show it! Invulling duurzaamheid Wageningen UR 2013 + 2014
Facilitair Bedrijf
DATUM
13 november 2012 AUTEUR
Veiligheid & Milieu VERSIE
1.0 STATUS
definitief
Wageningen UR (Wageningen University, Van Hall Larenstein University of Applied Sciences and various research institutes) is specialised in the domain of healthy food and living environment.
Wageningen UR (University & Research centre)
For quality of life
Inhoudsopgave
1
Aanleiding
5
2
Stand van zaken eind 2012
6
2.1
Resultaten bedrijfsvoering eind 2012
6
2.2
Resultaten voorgestelde activiteiten door PwC
6
2.3
Duurzaamheid Wageningen UR
7
3
Invulling duurzaamheid 2013 + 2014
8
3.1
Vervolg op 2008-2012
8
3.2
Show it!
3.3
Randvoorwaarden
Bijlage 1. Voorstel voorlichting en communicatie
8 10 11
Wageningen UR (University & Research centre)
1
For quality of life
Aanleiding
Duurzaamheid/Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) is een belangrijke pijler in het primaire proces van onderzoek en onderwijs. Dit komt tot uitdrukking in de missie van Wageningen UR 'To explore the potential of nature to improve the quality of life’, alsook de ambitie van Wageningen UR. De ambitie is om in 2020 op het domein ‘Gezonde Voeding en Leefomgeving’ hét kennisinstituut in Europa en wereldwijd een vooraanstaand partner te zijn1. Kortom, Wageningen UR staat voor duurzaamheid. Maar hoe duurzaam is Wageningen UR nu eigenlijk echt in haar primaire proces en bedrijfsvoering? Uit onderzoek van PricewaterhouseCoopers (PwC) in 2008 bleek dat duurzaamheid binnen Wageningen UR zeker aanwezig is, maar binnen het primaire proces van onderwijs en onderzoek verder ontwikkeld bleek dan binnen de bedrijfsvoering2. Vervolgens is Wageningen UR aan de slag gegaan om te komen tot een meer duurzame bedrijfsvoering. Zo heeft de Concernraad/Raad van Bestuur (RvB) in 2009 de duurzaamheidsambitie uitgesproken om voor de bedrijfsvoering van Wageningen UR het niveau ‘Voorlopen’ te willen bereiken3. Dat betekent onder meer dat Wageningen UR duurzaamheid integraal oppakt door het toepassen van proven technology en dit uitdraagt naar buiten. Na vaststelling van het ambitieniveau is een plan van aanpak (PvA) ‘Versneld naar een duurzamer bedrijfsvoering’ opgesteld4. In dit plan is beschreven wat op korte en op lange termijn nodig is om dit ambitieniveau te bereiken. Zo ligt de focus op de korte termijn op het realiseren van verschillende acties. Deze acties zijn geformuleerd binnen de domeinen ‘bouwen en energie’, ‘inkoop’, ‘mobiliteit’, ‘catering’, ‘afval’, ‘onderwijs en onderzoek‘ en ‘duurzame medewerker’. Op de lange termijn ligt de nadruk op het borgen van deze acties door het veranderen van de organisatie en de houding van de medewerkers, alsook op het proces dat daarvoor nodig is. De periode 2010-2012 heeft in het teken gestaan van het uitvoeren van het plan van aanpak. Nu, eind 2012 is het zaak om kritisch naar duurzaamheid binnen Wageningen UR te kijken en te bepalen hoe we Wageningen UR haar duurzame karakter kunnen behouden én ook laten zien.
1
Strategisch Plan 2011-2014 Wageningen UR, Wageningen UR, 2011, 49p.
2
Duurzaamheidsscan 2008 Wageningen Universiteit en Researchcentrum, PriceWaterhouseCoopers, 2008, 30p. Notitie Duurzaamheid Wageningen UR, Wageningen UR, 2009, 28p. Versneld naar een duurzamer Bedrijfsvoering, Wageningen UR, 2010, 16p.
3 4
2
Stand van zaken eind 2012
2.1
Resultaten bedrijfsvoering eind 2012
In het plan van aanpak ‘Versneld naar een duurzamer bedrijfsvoering’ zijn randvoorwaarden voor borging in de bedrijfsvoering benoemd. Deze randvoorwaarden en de resultaten die zijn bereikt zijn verwoord in tabel 1. Tabel 1. De geformuleerde randvoorwaarden voor borging van duurzaamheid in het plan van aanpak ‘Versneld naar een duurzamer bedrijfsvoering’ en de bereikte resultaten in 2010-2012. Randvoorwaarden voor borging
Status eind
Uitleg
2012* Duurzaamheid zit in de haarvaten – van hoog tot laag- van de organisatie en is
+/-
De organisatie is duidelijk, de bekendheid blijft achter,
+/-
Start is gemaakt in 2012 met een eerste
daarom zit duurzaamheid nog niet in de haarvaten
een geïntegreerd onderdeel van het bedrijfsvoeringproces. Verslaglegging over duurzaamheid.
duurzaamheidsverslag 2011. Vervolgstappen zullen leiden tot geïntegreerde verslaglegging van onderzoek, onderwijs en bedrijfsvoering (door integratie met het jaarverslag).
Duidelijkheid over mogelijke financiering van activiteiten. Grotere samenhang tussen onderwijs, onderzoek en bedrijfsvoering.
+ +/-
Green Office Wageningen is gestart. Eenzelfde succes als Green Office Maastricht ligt voor de hand, mits GOW een duidelijk positie binnen Wageningen UR krijgt.
Plan voor interne en externe communicatie.
+
Duidelijk plan voor 2010-2012. Na 2012 is een andere fase en vraagt een andere opzet.
* +: geborgd; +/-: gedeeltelijk geborgd; - : niet geborgd. Uit tabel 1 volgt dat in 2010-2012 grote stappen zijn gezet. Echter, twee jaar bleek te kort om duurzaamheid te verankeren/in de haarvaten te krijgen. Aan de randvoorwaarden is dus niet volledig voldaan en daardoor is er nog geen sprake van goede borging. Zeker gezien de geformuleerde ambitie ‘voorlopen’ is stilstaan achteruitgang. Een grote inzet is reeds gepleegd, en de verwachting is dat slechts een duwtje in de rug nodig is om de verankering wel voor elkaar te krijgen. Voorlichting/communicatie heeft hier een duidelijke rol in. 2.2
Resultaten voorgestelde activiteiten door PwC
Naar aanleiding van de duurzaamheidsscan stelde PwC een viertal activiteiten m.b.t. de bedrijfsvoering voor om op eenzelfde niveau te komen als het primaire proces. Deze activiteiten en de behaalde resultaten zijn verwoord in tabel 2.
6 van 13
Wageningen UR (University & Research centre)
For quality of life
Tabel 2. De voorgestelde activiteiten nav duurzaamheidsscan door PwC in 2008 en de behaalde resultaten eind 2012. Activiteiten voor bedrijfsvoering
Status eind
Uitleg
2012* Het vaststellen van een visie, strategie en doelstellingen voor duurzaamheid
+
door de RvB.
Ambitie ‘voorlopen’ en plan van aanpak ‘Versneld naar een duurzamer bedrijfsvoering’ is geformuleerd met belanghebbenden en stakeholders.
Samenstellen van een duurzaamheidswerkgroep met leden uit
+
Science Groups, maar ook uit de staf-
De Taskforce en Stuurgroep zijn zodanig ingericht dat alle belanghebbenden rondom de bedrijfsvoering zijn vertegenwoordigd.
en lijnafdelingen. Beschrijving van verantwoordelijkheden voor duurzaamheid zowel horizontaal
+
als verticaal1.
Duidelijke verantwoordelijkheden bij Facilitair Bedrijf (in overleg met C-HRM) en bij de organisatieonderdelen (onder meer KAM).
Vaststellen uitvoeringsplan met activiteiten vastgesteld op niveau ‘wie,
+
‘Versneld naar een duurzamer bedrijfsvoering’.
wat en wanneer’. 1
Horizontaal: wat wordt aangestuurd door het Facilitair Bedrijf, en waarvoor zijn de Science Groups zelf
verantwoordelijk; Verticaal: voor alle lagen binnen de organisatie, van RvB tot uitvoerende medewerkers. 2
+: uitgevoerd; +/-: gedeeltelijk uitgevoerd; - : niet uitgevoerd
Uit tabel 2 blijkt dat alle voorgestelde activiteiten om te komen tot eenzelfde niveau als het primaire proces zijn uitgevoerd. 2.3
Duurzaamheid Wageningen UR
Een duurzame bedrijfsvoering is slechts een gedeelte van een duurzaam Wageningen UR. De ‘core’ business is het primaire proces: onderwijs en onderzoek. De invloedsuitoefening via het primaire proces en daarmee op de maatschappij is heel groot. Eind 2012 concluderen en de Taskforce en Stuurgroep ‘duurzame bedrijfsvoering’ ten aanzien van een duurzaam Wageningen UR het volgende: -
Verslaglegging over duurzaamheid is alleen compleet als integratie van onderwijs, onderzoek en bedrijfsvoering bij de verslaglegging plaatsvindt;
-
meer en meer worden organisaties vergeleken op gebied van duurzaamheid. Zo hebben andere universiteiten in Nederland duurzaamheid als focus, terwijl Wageningen UR duurzaamheid als basis heeft. Deze basis moet eenduidig, transparant en bekend zijn voor stakeholders. Voldoet Wageningen UR hier niet aan dan zal duurzaamheid tegen Wageningen UR gaan werken door bijvoorbeeld laag te scoren bij benchmarks, gunning van projecten en wellicht bij de keuze van studenten voor Wageningen UR.
-
Duurzaamheid/MVO criteria worden: o
gehanteerd als gunningscriteria voor projecten;
o
gehanteerd als basiseis voor voorinschrijving bij projecten.
NB1: Binnen verschillende organisatieonderdelen van Wageningen UR wordt de vraag om duidelijkheid over MVO van Wageningen UR steeds groter. Zo worden bij ESG ca. 25% meer opdrachten gegund door het hebben van de ISO 26000 zelfverklaring. Potentiele opdrachtgevers voor Imares, ASG en Wageningen International vragen naar een Wageningen UR verklaring op gebied van MVO. NB2: In de Aanbestedingwet 2012 die in 2013 van kracht wordt, is vastgelegd dat overheden duidelijke eisen moeten stellen ten aanzien van MVO.
3
Invulling duurzaamheid 2013 + 2014
3.1
Vervolg op 2008-2012
Wageningen UR volgt als besturingsmodel de cirkel van Deming. De cirkel van Deming beschrijft de vier activiteiten die op alle verbeteringen in organisaties van toepassing zijn. De vier activiteiten zorgen voor een betere kwaliteit. Het cyclische karakter garandeert dat de kwaliteitsverbetering continu onder de aandacht is. De indeling komt voort uit het wetenschappelijke proces zoals dat door Francis Bacon (Novum Organum, 1620) werd geformuleerd: hypothese – experiment – evaluatie. De vier activiteiten van Deming zijn: PLAN:
Kijk naar huidige werkzaamheden en ontwerp een plan voor de verbetering van deze werkzaamheden. Stel voor deze verbetering doelstellingen vast. DO : Voer de geplande verbetering uit in een gecontroleerde proefopstelling. CHECK: Meet het resultaat van de verbetering en vergelijk deze met de oorspronkelijke situatie en toets deze aan de vastgestelde doelstellingen. ACT: Bijstellen aan de hand van de gevonden resultaten bij CHECK.
Kern van deze visie is dat elke medewerker aan een (productie-)proces op deze manier in staat is om zijn eigen werkwijze te beoordelen en te verbeteren. De handelingen van de medewerker vormen namelijk een eigen deelproces van het hoger gelegen proces. Management dient de analyse te doen over de hoger gelegen processen, de directie voor de primaire bedrijfsprocessen. In 2008 werd door PwC de CHECK gedaan op de mate van duurzaamheid van Wageningen UR. Fase 2008-2010 was de ACT fase het formuleren van de ambitie en PvA voor de bedrijfsvoering, de zgn. PLAN fase. In 2010-2012 werd het PvA uitgevoerd, de zgn. DO fase. Hoofdstuk 2 is de CHECK fase om in de PDCA cyclus om te komen tot een duurzamer bedrijfsvoering. De resultaten eind 2012 geven aanleiding om de PDCA cyclus naar een duurzamer bedrijfsvoering af te sluiten en de regie bij het Facilitair Bedrijf (FB) neer te leggen. Daarnaast is het nodig om eenduidig en transparant te communiceren over: -
de bedrijfsvoering;
-
duurzaam Wageningen UR, dus inclusief het primaire proces onderwijs en onderzoek.
Insteek van het communiceren van duurzaamheid in 2013+2014 is ‘Show it!’ 3.2
Show it!
Invulling duurzaamheid Wageningen UR 2013+2014 is weergegeven in tabel 3. Bij de invulling is onderscheid gemaakt tussen een duurzame bedrijfsvoering en duurzaam Wageningen UR. De invulling bij de duurzame bedrijfsvoering geeft weer een nieuwe impuls aan invulling van de ambitie ‘voorlopen’, en geeft met het formuleren van Kritische Prestatie Indicatoren (KPIs), het verbinden van bedrijfsvoering aan onderwijs en onderzoek dat extra duwtje in de rug om duurzaamheid in de bedrijfsvoering te kunnen borgen. Het laten zien van een duurzame bedrijfsvoering draagt bij om dit ook voor de toekomst te borgen. De invulling kijkt naar zowel onderwijs, onderzoek als naar de bedrijfsvoering. Onderwijs en onderzoek hebben duurzaamheid als basis. Deze basis zal bij de invulling duurzaamheid 2013+2014 worden verbonden aan de duurzame bedrijfsvoering.
8 van 13
Wageningen UR (University & Research centre)
For quality of life
Tabel 3. Invulling duurzaamheid Wageningen UR 2013+2014. Doelstelling
Activiteiten
Resultaten duurzame bedrijfsvoering
Resultaten duurzaam
Laat zien waar de
1. Invullen ambitie ‘voorlopen’
2013: Herijking van de ambitie voorlopen + formulering en
Duurzaamheid is duidelijk aandachtspunt binnen Strategisch
Wageningen UR voor staat
uitvoering van acties en KPIs op gebied van bouwen, energie,
Plan 2015-2018.
en wat we doen = Show it!
afval, catering, medewerker, inkoop en mobiliteit opnieuw
(NB: binnen Strategisch Plan 2011-2014 is dit ook het geval)
Wageningen UR
ambitie invullen, en verwoorden in acties en vervolgens in meetbare KPI(s). 2014: Rapportage en beoordeling in voor- en najaar over acties en KPIs in MT FB (in de lijn). 2. Verbinden onderwijs, onderzoek en
De nieuwe generatie (studenten) hebben als Green Office
De Duurzaamheidsgroep1 toetst halfjaarlijks de ingeslagen
bedrijfsvoering
Wageningen (GOW) een intermediaire functie. In 2013 staat
weg en de voortgang omtrent duurzaamheid/MVO:
het opstarten van GOW centraal. Binnen het opstarten ligt de
-
5 KPI’s duurzaamheid Wageningen UR2,
focus op het verwerven van een positie binnen de organisatie.
-
stakeholdersdialoog,
In 2014 worden resultaten bereikt zoals verwoord in jaarplan
-
dilemma’s/uitdagingen,
2014.
-
aandachtspunten voor verslaglegging,
-
evt. assurance verslaglegging3.
Duurzaamheid/MVO is geïntegreerd in het jaarverslag volgens ‘People, Planet en Profit’ (2013) en GRI-4 (2014). 3. Creëren bewustwording, duurzaamheid zit
De peilstok voor duurzame bedrijfsvoering is de CO2 footprint.
Opstellen gefundeerde ISO 26000 zelfverklaring of
in de haarvaten
Over 2013 zal deze opnieuw worden uitgevoerd ivm verwachte
vergelijkbaar instrument passend bij de wensen en eisen
veranderingen tov 2011 door de in gebruikname van het
opdrachtgevers en bij Wageningen UR.
nieuwe onderwijsgebouw Orion en andere vastgoedontwikkelingen. Voorlichting en communicatie4 door
Wageningen UR is éénduidig en transparant over
- informeren van medewerkers en studenten door interne
duurzaamheid/MVO van Wageningen UR op internet en
campagne duurzame bedrijfsvoering en de landelijk
communicatie-uitingen.
georganiseerde Dag van de Duurzaamheid; - betrekken van toekomstige eindgebruikers bij plannen en ontwikkelingen met sessies van actie/KPI-houders en medewerkers. 1
De leden van de Duurzaamheidsgroep zijn directeur FB (voorzitter), directeur Corporate Human Resource, directeur Corporate Communications & Marketing, een
vertegenwoordiger namens de directeuren bedrijfsvoering, een business developer, directeur Education, Research & Innovation, vertegenwoordiging van de Studentenraad en beleidsmedewerker duurzaamheid (secretaris). De voorzitter van de Duurzaamheidsgroep legt verantwoording af aan de RvB/ Concernraad. 2
De 5 KPI’s worden door Duurzaamheidsgroep geformuleerd en als (meetbare) managementinformatie toegevoegd aan kwartaalrapportage zodat RvB MVO
bespreekbaar kan maken bij de kwartaalgesprekken met het management. 3
Bij het opstellen van Duurzaamheid Wageningen UR 2013+2014 is de afweging gemaakt om assurance nog niet mee te nemen bij duurzaam Wageningen UR. De
verwachting is dat de inzet van Wageningen UR niet opweegt tegen de impact en het resultaat van assurance van het geïntegreerde jaarverslag. 4
Voorlichting en communicatie is gericht op het bevorderen van bewustzijn en duurzaam gedrag van medewerkers en studenten ( zie bijlage 1).
3.3
Randvoorwaarden
Randvoorwaarden voor de invulling duurzaamheid Wageningen UR 2013+2014 zijn: -
Eindverantwoordelijkheid ligt bij Raad van Bestuur / Concernraad;
-
regie onder verantwoordelijkheid van directeur FB;
-
het nemen van eigen verantwoordelijkheid mbt duurzame bedrijfsvoering;
-
medewerking Duurzaamheidsgroep
-
functioneren GOW, inclusief reële ophanging binnen Wageningen UR;
-
€ 50.000 per jaar voor out-of-pocket kosten.
10 van 13
Wageningen UR (University & Research centre)
For quality of life
Bijlage 1. Voorstel voorlichting en communicatie
Werken aan een meer duurzame bedrijfsvoering is geen project maar een traject.
Gedragsverandering richt zich op meer duurzaam gedrag van medewerkers in hun dagelijks werk en het hiervoor creëren van mogelijkheden (gelegenheid), door sleutelspelers, die dit gedrag mogelijk maken.
Voorgesteld wordt om het bewustzijn en duurzaam gedrag van medewerkers te stimuleren via twee sporen: a)
Het stelselmatig informeren van medewerkers en studenten, en
b)
Het betrekken van toekomstige eindgebruikers bij plannen en ontwikkelingen.
Ad a. Het stelselmatig informeren medewerkers en studenten; Initiatieven, ontwikkelingen, resultaten (‘best practices) worden gevolgd en stelselmatig onder de aandacht gebracht van medewerkers en studenten. Voorstel is om hiertoe interne campagne duurzame bedrijfsvoering op te stellen. In dit plan worden acties geformuleerd bijvoorbeeld: iedere 2e en 4e donderdag van de maand een bericht op Intranet, iedere maand een discussie/poll rond een duurzaam onderwerp op Yammer (aankondigen via Intranet), duurzaamheidssite Intranet up to date houden, organisatie van zaken in Week van de Duurzaamheid/special duurzaamheid. Beleidsmedewerker Duurzaamheid heeft overzicht over acties, initiatieven en zorgt met ondersteuning van CS (advies en uitvoering) voor een actieve informatiestroom. Bronnen zijn o.a. duurzame ontwikkelingen bij de verschillende kenniseenheden, de 30 acties zoals geformuleerd binnen de domeinen Bouwen & Energie, afval, Mobiliteit, etc. Ook Green Office Wageningen, besluitvorming RvB en initiatieven bij vergelijkbare (kennis)instellingen kunnen input vormen voor berichtgeving. Aandachtspunten: -
Stimuleren van interactie en discussie (om mensen gelegenheid te geven om zich te ‘betrekken’ op de zaak)
-
Zorg in boodschappen voor antwoorden op:
Waarom doen we dit -> consequente verbinding van beoogde verandering en strategische doelstelling Wageningen UR van meer duurzame bedrijfsvoering.
Hoe gaan we dit doen -> uitleg aanpak en of en hoe medewerkers kunnen meehelpen/interactie).
Wat gaat dit oplossen, beter maken (voor jou, voor ons).
Ad b. Het betrekken van toekomstige eindgebruikers bij plannen en ontwikkelingen; Medewerkers en studenten gedragen zich duurzaam omdat het kan. Duurzaam gedrag is dan vanzelfsprekend ; niet omdat het moet maar omdat het het dagelijks werk eenvoudiger, makkelijker, goedkoper maakt (‘Don’t make me think’). Voorbeelden: dubbelzijdig printen; automatische aan/uit lichtschakelaars-. Hier zijn sleutelspelers als leidende coalitie aan zet bestaande uit projectleiders/medewerkers in het facilitaire proces/communicatie/HR en ER&I), die rechtstreeks invloed hebben op werkprocessen die medewerkers en studenten betreffen. Zij zorgen voor gelegenheid voor medewerkers en studenten om zich duurzaam te gedragen. Gewenst gedrag kan zo – zonder moeizame overtuiging gericht op draagvlak- gerealiseerd worden. Belangrijke voorwaarde is wel dat de wensen/behoeften van gebruikers centraal staan bij het ontwikkelen van nieuwe werkprocessen- en systemen. Weerstand voorkomen doe je vooraf en niet achteraf. Het is daarom verstandig om toekomstige gebruikers op tijd te betrekken bij nieuwe voorstellen (zie bij Betrekken).
Toelichting bij betrekken van medewerkers en studenten bij voorstellen duurzame bedrijfsvoering: Het actief betrekken van medewerkers en studenten bij voorstellen en ontwikkelingen rond duurzame bedrijfsvoering heeft voordelen: -
Kennis en ideeën uit ’eigen huis’ worden gebruikt bij het zoeken en vinden van innovatieve oplossingen in de eigen bedrijfsvoering. Voor het primaire proces van wetenschap liggen hier ook kansen om interdisciplinair werken te bevorderen die de kwaliteit van onderzoek sterk kunnen bevorderden.
-
De betrokkenheid van kritische medewerkers en studenten vooraf vergroot de slagingskans en acceptatie van nieuwe maatregelen. Bij implementatie van nieuwe processen en systemen in de communicatie meegenomen worden dat medewerkers en studenten hebben meegedacht over de oplossingen.
Binnen een dertigtal projecten worden momenteel voorbereidingen getroffen voor nieuwe en meer duurzame werkprocessen en –systemen die medewerkers en studenten gelegenheid gaan bieden voor meer duurzaam gedrag. Zoals eerder gesteld is het verstandig om wensen en behoeften van toekomstige gebruikers in een vroeg stadium te betrekken bij nieuwe voorstellen. Voorstel is om een sessie te organiseren met projectleiders en medewerkers die op dit moment werken aan meer duurzame systemen en –werkprocessen. In deze sessie komen volgende zaken aan bod: -
Maak duidelijk dat het welslagen van een project afhankelijk is van de manier waarop de wensen en behoeften van toekomstige eindgebruikers worden betrokken tijdens het project. Dat het welslagen van de verandering afhangt van de manier waarop zij binnen het project sturen op motivatie, gelegenheid én capaciteit (Triade Poisz, zie onderstaand kader). En antwoord kunnen geven op de vragen zoals omschreven onder 1b (Waarom dit project, Hoe gaan we het doen, Wat gaat dit oplossen voor jou c.q. ons). Ook rekening houdend met multiculturele aspecten in internationale werkomgeving van Wageningen UR.
-
Maak duidelijk dat zij voor organisatie van interactie met toekomstige eindgebruikers en organisatie van draagvlak vooraf ondersteuning kunnen krijgen van communicatieprofessionals.
-
Maak duidelijk dat zij tijdens project gebruik kunnen maken van bestaande Klankbordgroep Duurzaamheid. Wellicht kan men gebruik maken van de bestaande klankbordgroep duurzaamheid van medewerkers en studenten die zich nu regelmatig buigt over vraagstukken rond Inkoop.
-
Maak duidelijk dat zij gebruik kunnen maken van GOW: Projectleiders wijzen op de mogelijkheid om gebruik te maken van het GOW; een intermediaire functie waarmee de samenhang tussen onderzoek, onderwijs en bedrijfsvoering wordt gestimuleerd (o.a. stages voor studenten, onderzoeksopdrachten, ideeënloket).
12 van 13
Wageningen UR (University & Research centre)
For quality of life
Toelichting Triademodel Poisz Een succesvolle aanpak van gedragsverandering houdt in dat er gelijktijdig gewerkt moet worden aan drie factoren uit het triademodel van Poisz. nl:. Motivatie: Wetenschappers en studenten zijn als uiteindelijke afnemers van diensten, gezien hun inhoudelijke drijfveren, in potentie, gemotiveerd om zich in houding en gedrag meer duurzaam te gedragen. Anders gezegd: gebruik te maken van de gelegenheid die de organisatie hen biedt voor meer duurzaam gedrag. Die motivatie wordt versterkt als zij op verschillende manieren betrokken worden vanuit hun wetenschappelijke kennis bij dilemma’s en het bedenken van mogelijke oplossingen. Anders gezegd: maak gebruik van de duurzame kennis, ideeën en kritische blik van wetenschappers en studenten bij het realiseren van de eigen bedrijfsvoering. Een ander aspect bij implementatie van maatregelen is dat rekening wordt gehouden met het simpele feit dat ook voor wetenschappers niets menselijks vreemd is. Uiteindelijk wil met gemakkelijk gefaciliteerd wil worden (‘Don’t make me think’ ) De zelfreferentiele oriëntatie van deze spelers vraagt bovendien om het consequent benadrukken en uitdragen van de ‘sense of urgency ‘ en het beargumenteren van gemaakte keuzes, (‘de ideale oplossing bestaat niet’ ) . Zo wordt betekenis gegeven geven aan de nieuwe werkwijzen in de bredere context van duurzaamheid (o.a. Practice what you preach). Bij gelegenheid: Een belemmerende factor bij het creëren van betrokkenheid van wetenschappers en studenten is tijd. En tijd is ook voor deze groep inmiddels geld. Binnen de deelprojecten de kunst om soms ‘omniet’ gebruik kunnen worden gemaakt kennis en soms moet inbreng (bijvoorbeeld literatuuronderzoek of maken van proefopstelling door studenten) betaald worden. Ook rekening houden met internationale spelers die weinig of geen ideeën hebben wat de eigen rol bij duurzaamheid. Bij capaciteit moet bijvoorbeeld rekening gehouden worden met de verschillende culturele achtergronden van wetenschappers en studenten; zo is scheiding van afval of het regelen van een verwarming met een thermostaat lang niet voor iedereen vanzelfsprekend. Hier moet bij de implementatie van diensten of maatregelen rekening gehouden worden. T. Poisz, Professor economische psychologie, Universiteit Tilburg