ACTUEEL Informatieblad van de Vlaamse Ouderenraad Driemaandelijks informatieblad Jaargang 14, nr. 3 - juli/augustus/september 2013
ACTUEEL-Informatieblad
Inhoud
Voorwoord .......�
1
Nieuws uit de commissies ...............................................................................................................2 Nieuws van de Vlaamse Ouderenraad ............................................................................................7 Gemotiveerde werknemers werken langer ...........................................................................7 Ouderenweek krijgt positieve beoordeling ............................................................................8 Eigen woning: geldmachine of pensioensparen? ..........................................................................10 Ouderen en het nieuwe strategisch meerjarenplan van hun gemeente ........................................12 BOEBS: Blijf Op Eigen Benen Staan! ...........................................................................................14 Energierenovatie loont de moeite, ook na je 65ste.. .....................................................................16 Abbeyfield - Een woonproject met toekomst voor senioren ..........................................................18 Ongezien? .....�
20
Overzicht abonnementen voor gebruik openbaar vervoer door 65-plussers in België ..................22 Leden van de Vlaamse Ouderenraad ...........................................................................................23
2
Voorwoord Mijn Huis, mijn toekomst… fictie of werkelijkheid? Een eigen huis, het is de droom van de meeste mensen. Het is een plek waar we onze kinderen zien opgroeien en waar we willen oud worden. Een huis dat nog heel vaak gezien wordt als een appeltje voor de dorst. Maar is dat ene huis, een leven lang, wel zo’n goed idee? Experts plaatsen hier steeds vaker kanttekeningen bij. Sociologen, urbanisten, pensioenspecialisten, woondeskundigen en zelfs politici denken steeds vaker ‘out of the box’. Woonzekerheid wordt dan niet meer gezien als de zekerheid om een heel leven in hetzelfde huis te blijven wonen. Woonzekerheid betekent wel dat iedereen op elk moment in zijn leven recht heeft op een aangepaste woning. Jarenlang heeft de overheid mensen gestimuleerd om een eigen woning te verwerven, omdat dit de beste garantie zou zijn op een goede oude dag. Nu wordt ook meer en meer het ballonnetje opgelaten dat huiseigenaar zijn (het zogenaamde gratis wonen) deel uitmaakt van de ‘vierde pensioenpijler’. Het toekomstige sluitstuk is het pensioenkrediet, of in mensentaal de ‘opeethypotheek’: de bank geeft je geld om na je overlijden de woning te mogen verkopen. Het huis als appeltje voor de dorst dus. Maar blijft dat ‘vierde pensioenpijler’-idee wel overeind voor de jongeren die het vandaag veel moeilijker hebben om een eigen huis te kopen? Bovendien is huiseigenaar zijn en levenslang in hetzelfde huis of appartement wonen geen synoniem van aangepast wonen of comfortabel wonen. Een woning moet net mee evolueren met de bewoner, met zijn behoeften en met de tijd. Dit vraagt in veel gevallen heel wat investeringen en aanpassingen. De vraag is dan ook of de tussenkomst van de overheid, die via allerhande fiscale maatregelen stimuleert om nog meer in te zetten op eigen woningbezit, wel wenselijk is. En zullen ondersteunende subsidies de toegang tot eigendomsverwerving voor velen niet juist nog moeilijker maken? De Vlaamse Woonraad stelt immers duidelijk vast dat steunmaatregelen, zoals premies of fiscale kortingen, als neveneffect hebben dat ze de woningprijzen opdrijven. Niet heel lang geleden ontstond zo ook de economische crisis in de Verenigde Staten. De keuze tussen het kopen of huren van een woning is voor iedereen zeer belangrijk, en zal door ouderen anders ingevuld worden dan door jongeren. Voor ouderen die over een eigen woning beschikken, maar uit noodzaak moeten doorstromen naar een aangepast appartement of huis, moeten de vragen zelfs anders geformuleerd worden. Zij moeten na de verkoop van hun huis immers de keuze maken opnieuw iets te kopen of gewoon te huren. Zowel de noden en behoeften van de ouderen als emotionele en financiële aspecten zullen een belangrijke rol spelen bij het nemen van een dergelijke beslissing. In elk geval zal die beslissing, die er massaal schijnt aan te komen, de woningmarkt sterk beïnvloeden. De kern van de zaak zal dan niet meer zijn ‘Mijn huis, mijn toekomst!’ maar wel ‘Waar is mijn thuis in de toekomst?’ De vraag hoe we met z’n allen in de toekomst in Vlaanderen kunnen en willen wonen is daarbij uitermate belangrijk. Ook voor de overheid vormt dit een grote uitdaging. Uit de visienota van minister Freya Van den Bossche citeert de Vlaamse Ouderenraad graag haar beleidsdoelstellingen: “het waarborgen van woonzekerheid als een levenslange garantie op een aangepaste woning, een afdwingbaar recht op betaalbaarheid, een goede woonkwaliteit voor iedereen en het realiseren van aantrekkelijke buurten en wijken waar mensen graag wonen. Een goede thuis voor iedereen, dat moet de ambitie zijn: een degelijke, betaalbare woning in een aangename omgeving en dat in elke levensfase.” Met zijn recente advies over het woonbeleidsplan wil de Vlaamse Ouderenraad duidelijk maken dat hij daar mee over zal waken. Emmanuel Vande Woestyne Lid van het dagelijks bestuur van de Vlaamse Ouderenraad
ACTUEEL-Informatieblad ACTUEEL-Informatieblad
1
N����� ��� �� ���������� Commissie Bestaanszekerheid, Economie en Arbeid Nils Vandenweghe, stafmedewerker
De hervormde IGO: rechtvaardiger, beter, bekender? Op 14 maart 2013 gaf de federale ministerraad haar goedkeuring aan de hervorming van de Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO). Tenzij plotsklaps de regering valt, verwachten we binnenkort de beslissing te zien verschijnen in het Belgisch Staatsblad. Hoog tijd om die nieuwe IGO dus eens tegen het licht te houden. De IGO is een uitkering voor gepensioneerden met een laag inkomen. Voor iedereen die met pensioen gaat op 65 wordt automatisch onderzocht of hij/zij recht heeft op de IGO. Sinds 1 oktober 2010 geldt dit automatisch onderzoek ook voor wie 65 jaar wordt en met vervroegd pensioen is gegaan. De RVP heeft zich bovendien ertoe verbonden om met terugwerkende kracht tot 1 juli 2001 ook de oude dossiers opnieuw te bekijken, hoewel hiervoor momenteel heel wat achterstand is opgelopen. Minister De Croo en staatssecretaris De Block beloofden eerder al een verdubbeling van de inspanningen om de achterstand van naar schatting 13 000 dossiers weg te werken. Maar ook dan blijft er nog een probleem voor de gepensioneerden van voor 2001 en voor wie pas op latere leeftijd aanspraak kan maken op de IGO. Deze gepensioneerden kunnen altijd zelf een aanvraag tot onderzoek indienen bij de Rijksdienst voor Pensioenen. Bij twijfel zeker doen! Een eerste heuglijk nieuwtje is dat in september 2013 de IGO verhoogd zou worden, zodat deze eindelijk op de armoedegrens (1000 euro per maand voor een alleenstaande) komt te liggen. Dit is een cruciale stap in de strijd tegen armoede bij ouderen, die nog steeds één oudere op vijf treft. Ook aan de berekening voor het recht op de IGO verandert het nodige. Zo zullen ouderen die naar een woonzorgcentrum verhuizen terwijl hun partner thuis blijft, niet meer het risico lopen dat hun IGO verlaagd wordt. Tevens worden de eerste 5 000 euro aan inkomsten uit beroepsactiviteiten per jaar vrijgesteld van het onderzoek naar de bestaansmiddelen.
2
Tot slot wordt ook de controle op de verblijfsvoorwaarde strenger. Om misbruiken te voorkomen, wordt de IGO immers alleen toegekend aan mensen die daadwerkelijk in België wonen. Slechts 29 dagen per jaar mag een rechthebbende op de IGO in het buitenland verblijven, anders wordt de IGO geschorst. Daarop wordt de controle nu verstrengd. Ongetwijfeld terecht, al heeft de Vlaamse Ouderenraad een aantal bedenkingen bij de verblijfsvoorwaarde. Allereerst is het zo dat te weinig ouderen op de hoogte zijn van die verblijfsvoorwaarde. Daarbovenop kennen zij onvoldoende de mogelijkheid om wegens goede redenen op voorhand een uitzondering aan te vragen bij de Rijksdienst voor Pensioenen. Door onwetendheid verliezen dus heel wat ouderen hun recht op een uitkering terwijl dit kon vermeden worden. De Vlaamse Ouderenraad vraagt dan ook om een duidelijke informatiecampagne, en doet direct haar duit in het zakje: om een uitzondering aan te vragen schrijf je best naar de Rijksdienst voor Pensioenen, Zuidertoren, 1000 Brussel. Daarnaast stelt de Commissie Bestaanszekerheid, Economie & Arbeid van de Vlaamse Ouderenraad zich serieuze vragen bij strenge sancties wanneer ouderen de verblijfsvoorwaarde overtreden. Bij een overtreding wordt de IGO namelijk geschorst voor elke maand waarin men niet ononderbroken in België verbleef, inclusief de maanden waarin de toegestane eerste 29 dagen vielen. Van zodra men dus 30 dagen in het buitenland verbleef, maar die dagen gespreid lagen over meerdere maanden, zal de IGO voor al deze maanden volledig geschorst worden. Dat is een zeer zware sanctie, zeker gezien de rechthebbenden nu al nauwelijks een inkomen hebben. De Commissie Bestaanszekerheid, Economie & Arbeid stelt dan ook voor om de uitkering niet te schorsen voor de maanden waarin de eerste 29 dagen lagen.
ACTUEEL-Informatieblad
Commissie Welzijn, Gezondheid en Zorg Annick De Donder, stafmedewerker
Goede zorg in de laatste levensfase Mensen hebben recht op goede en kwaliteitsvolle gezondheidszorg, ook aan het einde van hun leven. En net doordat mensen langer leven, wordt de zorg in de laatste levensfase nog belangrijker. Er moeten keuzes gemaakt worden over de medische en menswaardige begeleiding. Een wilsbeschikking, palliatieve zorg, palliatieve sedatie en euthanasie hebben daarin elk hun plaats en indicatie. Maar alles start bij tijdige en duidelijke informatie en een open dialoog met familie, vrienden en de huisarts of andere zorgverleners. De commissieleden benadrukken dan ook het belang van een klimaat van vertrouwen en open communicatie. Het is belangrijk het taboe rond ziekte en de laatste periode van het leven verder te doorbreken en mensen aan te moedigen om na te denken en te praten over hun toekomst. In de discussies in de media en de publieke opinie wordt het levenseinde vaak herleid tot een debat voor of tegen euthanasie. En ook de cijfers liegen er niet om: de eerste gegevens over het aantal gevallen van euthanasie in 2013 wijzen op een stijging met een kwart tegenover dezelfde periode vorig jaar. In de eerste drie maanden van dit jaar waren er 445 aangiften van euthanasie in België. Wat ook opvalt, is dat van die 445 gevallen 80 procent Nederlandstalig is. In Vlaanderen wordt er dus veel vaker euthanasie toegepast dan in Wallonië. Er worden twee verklaringen gegeven voor het toenemende aantal euthanasiegevallen: ten eerste registreren artsen meer gevallen, ten tweede is er een groeiende bewustwording in Vlaanderen.
en duidelijk geïnformeerd worden over deze mogelijkheden. Tijdig het gesprek beginnen met ernstig zieke mensen over medische, psychosociale en spirituele noden in de laatste levensfase is niet alleen een recht voor de patiënt, maar ook een verplichting van de arts. Hij of zij kan er in grote mate voor zorgen dat er rekening gehouden wordt met de verwachtingen, wensen en meningen van zijn patiënten tijdens de laatste fase van hun leven. De commissie wenst dat meer ouderen weten hoe ze hun wil voor hun laatste levensfase te kennen kunnen geven. Er bestaat immers een variëteit aan documenten om de wensen van patiënten vast te leggen. Vele ouderen die duidelijke informatie ontvangen en op de hoogte zijn van deze mogelijkheden van wilsbeschikking, palliatieve zorgen, palliatieve sedatie en euthanasie zullen bovendien als doorgeefluik optreden. Zij delen informatie met generatiegenoten, kinderen, kleinkinderen … Zo dragen ouderen bij aan het bewustzijn dat men zelf richting kan geven aan leven en sterven en dat men die keuzes ook moet uitspreken en bewaken. Voor inlichtingen over het levenseinde kan je terecht bij de Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen via www.palliatief.be of 02 255 30 40 en het LevensEinde InformatieForum via www.leif.be of de LEIFlijn (078 15 11 55).
De commissieleden benadrukken echter dat een ruimere bewustwordingscampagne, die alle elementen van levenseindezorg bevat, nodig is. Euthanasie is daar zeker een belangrijk onderdeel van, maar het totale plaatje omvat zoveel meer. Zo kan palliatieve zorg een nuttige en waardevolle rol spelen bij heel wat aandoeningen, het medisch comfort verhogen en een grote sociale verrijking zijn. Palliatieve zorg wordt ook zinvoller naarmate het vroegtijdiger ingezet wordt. Daarom moeten ouderen objectief
ACTUEEL-Informatieblad
3
Commissie Internationaal Ouderenbeleid Onder Europese supervisie België ontsnapte op 29 mei 2013 op het nippertje aan een zware Europese boete van 750 miljoen euro. Ons land dreigde de sanctie op te lopen doordat het de begrotingsafspraken niet nakwam die Europa had opgelegd voor de jaren 2011 tot en met 2013. Het feit dat België gedurende anderhalf jaar zonder regering zat, speelde als verzachtende omstandigheid, alsook het feit dat de strengere regels pas eind 2011 werden goedgekeurd. Maar het vermijden van antiEuropese gevoelens in de aanloop naar de Europese verkiezingen in 2014 was wellicht veel meer een reden om België respijt te gunnen. Hoewel het woord ‘respijt’ een wrange nasmaak heeft … België onder curatele Aan het eind van 2013 moet de regering namelijk verplicht 1 procent aan nieuwe structurele maatregelen voorleggen aan de Europese Commissie. Dit komt neer op 1 miljard extra besparingen. En voor de verkiezingen van 2014 moeten we het structurele tekort terugbrengen tot 1,2 procent van het bruto binnenlands product. Dit betekent nog eens 3,5 miljard verder besparen. Uiterlijk op 21 september van dit jaar moet onze regering haar huiswerk voorleggen aan de Commissie, en moet daarna elk kwartaal tussentijds verslag uitbrengen over de vooruitgang. Aanbevelingen in het Europees semester 2013 Uit monde van eurocommissaris voor Economische en Monetaire Zaken Olli Rehn krijgen we dus te horen hoeveel er precies bespaard moet worden, aan onze Belgische ministers om te zoeken op welke manier. Enkele ideetjes geeft de Commissie ons land wel mee in de landenspecifieke aanbevelingen, die in de cyclus van het Europees semester 2013 werden opgesteld. Enkele van deze zeven aanbevelingen zijn niet min, en raken enkele punten die traditioneel nogal gevoelig liggen en de laatste jaren steevast terug naar boven komen.
4
Pensioenen De regering moet bijkomende inspanningen leveren om de kloof tussen de feitelijke en de wettelijke pensioenleeftijd te dichten. Dit moet onder meer door een snelle afschaffing van de vervroegde uittrederegelingen. Daarnaast moet ze de wettelijke pensioenleeftijd aan de evolutie van de levensverwachting koppelen om de betaalbaarheid van het pensioenstelsel op lange termijn te waarborgen. Een verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd dus. Loonvorming Een hervorming van het loonvormingsmechanisme staat ook op het lijstje, met inbegrip van de loonindexering, om het concurrentievermogen te herstellen. Vrij vertaald: de regering moet de lonen in bedwang houden door de automatische indexering in te perken. Langdurige zorg De overheidsuitgaven voor langdurige institutionele zorg moeten meer kostenefficiënt worden gemaakt. Daarnaast moet worden nagegaan of er geen kostenbesparende maatregelen op het gebied van preventieve gezondheidszorg en revalidatie kunnen worden getroffen, en of er geen betere voorwaarden voor zelfstandig wonen tot stand kunnen worden gebracht. Standpunt Vlaamse Ouderenraad Wat de eerste aanbeveling betreft, de arbeidsparticipatie van oudere werknemers verhogen, is eerder een actieve en positieve beleidsaanpak vereist. Maatregelen zoals het verhogen van de pensioenleeftijd kunnen hier niet in volstaan. Over de tweede aanbeveling moet opgemerkt worden dat de index momenteel het enige instrument is om de pensioenen automatisch te koppelen aan een stijging van de prijzen. Kunstmatige aanpassingen, of zelfs het loslaten van de index, zijn voor de Vlaamse Ouderenraad allerminst aan de orde. Aangaande de laatste van de hierboven vermelde aanbevelingen wijst de Ouderenraad erop dat het realiseren van meer kostenefficiëntie in de residentiële zorg allerminst als een besparing
ACTUEEL-Informatieblad
Senior Games 2013 Niek De Meester, secretaris
begrepen mag worden, maar een verhoging van de kwaliteit moet betekenen. Daarnaast blijft ook preventie van fundamenteel belang voor ouderen, voor het behoud van de gezondheid en daarmee gepaard gaand een autonoom en kwaliteitsvol leven. Voldoende financiële middelen blijven dus noodzakelijk. Sociaal beleid in plaats van besparingsdrift De economische crisis heeft de afgelopen jaren, ook onder de ouderen, haar tol geëist. Dit zowel door de financiële problemen die er voor grote groepen burgers rechtstreeks uit voortkomen, als door beleidsmaatregelen met een al te eenzijdige focus op competitiviteit en besparingen. De Vlaamse Ouderenraad is ervan overtuigd dat het Europese beleid dus veel meer moet zijn dan het opleggen van een budgettaire discipline. De huidige crisis moet een opportuniteit zijn om het sociaal beleid van Europa eindelijk effectief vorm te geven. Daarom zal de Vlaamse Ouderenraad het niet nalaten de regering op de hoogte te brengen van haar standpunten.
ACTUEEL-Informatieblad
Bloso en de Vlaamse seniorensportfederaties nodigen je graag uit voor de zesde editie van de Senior Games. Je bent een vijftigplusser, je hebt een hart voor sport en je houdt van gezellig sporten! Dan zijn de Senior Games dé uitgelezen kans om te sporten met leeftijdsgenoten in een recreatieve en/of gezonde competitiesfeer. Het sportaanbod bestaat uit vier competitiesporten (badminton, petanque, zwemmen en bowling), een veertigtal recreatiesporten waaraan iedereen kan deelnemen en een wervelende dansshow op woensdagvoormiddag. Opgelet! Wees er snel bij, het aantal plaatsen is beperkt. Wanneer?
Dinsdag 8 en woensdag 9 oktober 2013 Waar? Blankenberge Wat? Een aanbod van competitie- en recreatiesporten Prijs? 8 euro deelnameprijs en 5 euro busvervoer Inschrijving? Vóór 30 augustus (georganiseerd busvervoer) Vóór 20 september (eigen vervoer) via folder en website Info? www.bloso.be/seniorgames
5
Commissie Welzijn, Wonen, Mobiliteit Gezondheid en en Veiligheid Zorg Annick De Donder, stafmedewerker
Denk mee met De Lijn Sinds haar ontstaan in 1990 is de omgeving van openbaar vervoerbedrijf De Lijn gevoelig veranderd: de druk op het milieu en de duurzaamheid zijn toegenomen, de gevolgen van de economische crisis en de besparingen zijn duidelijk voelbaar. Daarnaast wordt de dienstverlening uitgedaagd door het toegenomen aantal files en door andere mobiliteitsproblemen zoals verkeersveiligheid, bereikbaarheid en ontsluiting van alle steden en gemeenten. Bovendien nemen de kosten om openbaar vervoer te organiseren steeds toe. Denken we maar aan de duurdere brandstofprijzen. De Lijn wil op een open manier met haar verschillende doelgroepen en belanghebbenden in dialoog gaan over deze uitdagingen. De Vlaamse Ouderenraad wordt bij deze dialoog betrokken en nam deel aan een denkdag die De Lijn begin juni organiseerde. Ook ouderenorganisaties, afgevaardigden van lokale ouderenadviesraden en vele anderen (NMBS, Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten, Vlaams Agentschap voor Personen met een handicap …) waren aanwezig. De Lijn wilde op deze denkdag onder meer te weten komen hoe ze het ‘aangenaam verplaatsen’ voor ouderen kan versterken. Reizen met de bus of tram is immers een alternatief voor ouderen voor wie de afstanden te voet of per fiets niet haalbaar zijn. Voor wie geen auto heeft of de wagen aan de kant laat uit veiligheids- en milieuoverwegingen of omwille van de kostprijs, vormt het openbaar vervoer een uitkomst. De Lijn kan deze mensen overtuigen om met het openbaar vervoer te reizen wanneer een vlotte, frequente en kwaliteitsvolle rit gegarandeerd wordt. Aangenaam reizen vraagt voldoende aandacht voor toegankelijkheid van de voertuigen en halteplaatsen. En ook duidelijke informatie en communicatie horen daarbij. Verder geven ouderen aan dat het overstapsysteem niet altijd optimaal is voor hen. Overstappen is namelijk moeilijker voor minder courante gebruikers van het openbaar vervoer en voor ouderen die wegens gezondheidsproblemen meer tijd nodig hebben.
6
Een tweede uitdaging is de prijsbepaling van een ticket of abonnement. Dit gegeven is, naast de hiervoor genoemde kwaliteit van de dienstverlening en het comfort tijdens de verplaatsing, een belangrijke factor om ouderen te ondersteunen om het openbaar vervoer te gebruiken. De prijzen van het openbaar vervoer moeten dan ook zo bepaald worden dat de maatschappelijke functie van De Lijn (het garanderen van de basismobiliteit voor mensen van alle leeftijden) niet aangetast wordt. Het openbaar vervoer moet betaalbaar zijn en blijven. Beslissingen louter op grond van economische argumenten zijn niet aangewezen. In de beheersovereenkomst 2011 – 2015 tussen De Lijn en de Vlaamse overheid lezen we tot slot dat De Lijn een slimme reisgezel wil zijn voor verplaatsingen in heel Vlaanderen. De Lijn moet daarom dicht bij haar reizigers staan met een uitgebreid aanbod aan duurzame en kwaliteitsvolle vervoeroplossingen waarbij veiligheid, betrouwbaarheid en efficiëntie prioriteit zijn. De Commissie Wonen, Mobiliteit en Veiligheid zal blijven waken over de invulling van deze doelstellingen en over de mobiliteitskansen van ouderen. Ouderen moeten, via de Vlaamse Ouderenraad en de ouderenverenigingen, op georganiseerde wijze bij dit mobiliteitsdebat betrokken blijven. In de commissie zal de vraag hoe we het openbaar vervoer in de toekomst willen ontwikkelen, steeds de nodige aandacht blijven krijgen.
ACTUEEL-Informatieblad
N����� ��� �� V������ O���������� Gemotiveerde werknemers werken langer Roos Sierens, stafmedewerker 38 procent van de Belgen wil niet werken tot de wettelijke pensioenleeftijd van 65 jaar. Dit blijkt uit de nationale pensioenenenquête van verzekeraar Delta Lloyd Life. Dat terwijl langere loopbanen nodig zijn om de pensioenen betaalbaar te houden. Puur egoïsme van de ouderen? De Vlaamse Ouderenraad wil een genuanceerde kijk op dit debat en reageerde daarom op 5 juni via onderstaand persbericht. De Vlaamse Ouderenraad wijst erop dat er tot nu toe hoofdzakelijk maatregelen zijn genomen die vijftigplussers dwingen langer aan de slag te blijven, maar dat er weinig gebeurt om het werken zelf aantrekkelijker te maken. De Vlaamse Ouderenraad pleit voor een © Danny Willems leeftijdsbewust personeelsbeleid en een meer graduele overgang tussen werk en pensioen. Een leeftijdsbewust personeelsbeleid houdt rekening met de specifieke wensen en omstandigheden van alle medewerkers in de verschillende fasen van hun leven en loopbaan. Dit beleid richt zich zowel op jonge als oudere werknemers. Hierdoor blijven medewerkers langer productief, gezond, gemotiveerd en betrokken. “In vele opzichten betekent een leeftijdsbewust personeelsbeleid winst voor het bedrijf of de organisatie”, zegt Mie Moerenhout, directeur van de Vlaamse Ouderenraad. “De verzuimkosten worden lager, de kennis en ervaring van (oudere) werknemers blijven langer behouden in het bedrijf en de medewerkers krijgen zelf de verantwoordelijkheid voor hun loopbaan. Een win-winsituatie dus. Op die manier kunnen alle werknemers van alle leeftijden een actieve rol blijven spelen op de arbeidsmarkt. Toch wordt dit onvoldoende toegepast in Vlaanderen.” Vooroordelen moeten van de baan Nog steeds hebben oudere werknemers te kampen met heel wat vooroordelen. Het beeld dat 55-plussers vaker ziek zijn, te duur, niet flexibel zijn, minder inzetbaar, beperkter qua leervermogen … leeft nog bij veel mensen. Dit vermindert ook de zelfwaardering en het gevoel van appreciatie bij oudere werknemers. In vergelijking daarmee biedt pensionering veel
ACTUEEL-Informatieblad
mooiere perspectieven. Uit de cijfers van Delta Lloyd blijkt inderdaad dat bijna de helft (44 procent) van de ondervraagden met pensioen wil om meer tijd vrij te maken voor vrienden en familie. De actieve ondersteuning die veel ouderen bieden aan hun omgeving wordt immers wel geapprecieerd. Nochtans hebben ouderen ook op de arbeidsmarkt heel wat troeven achter de hand. Ze kunnen terugvallen op vaardigheden en competenties ontwikkeld doorheen de jaren. Ze zijn loyaal tegenover het bedrijf en minder geneigd om te veranderen van job, ze hebben heel wat ervaring en kennis en kunnen die gemakkelijk overbrengen aan jongere werknemers. Door hun levenservaring weten ze bovendien beter om te gaan met moeilijke of onverwachte situaties. Oudere werknemers hebben dus een belangrijke meerwaarde voor hun bedrijf, en kunnen instaan voor het coachen van jongere collega’s. Wil Vlaanderen oudere werknemers langer aan het werk houden, dan moeten ze de bestaande vooroordelen van de baan schuiven en de arbeidsvoorwaarden en loopbaanmogelijkheden verbeteren: flexibele arbeidsparticipatie en haalbare uitgroeiregelingen, gericht op het aanwakkeren en het behoud van de actieve en gemotiveerde betrokkenheid in het arbeidsproces.
De zorgverzekering loopt via de automatische piloot Sinds 1 juni kennen de zorgkassen automatisch de Vlaamse zorgverzekering toe aan zwaar zorgbehoevende mensen die gezinszorg krijgen en recht hebben op de tegemoetkoming. Een aparte aanvraag hoeft dus niet meer. De zorgbehoefte wordt vastgesteld via de BELschaal en moet minimum 35 punten bedragen. De gegevens over de BEL-score worden maandelijks naar de zorgkas doorgestuurd via het Digitaal platform zorgverzekering. Indien de zorgbehoevende in orde is met zijn bijdragebetaling kent de zorgkas automatisch het recht toe op de zorgverzekering en wordt 130 euro uitbetaald.
7
Ouderenweek krijgt positieve beoordeling De Vlaamse Ouderenraad zet elk jaar sterk in op de Ouderenweek: via de brochure en methodiek willen we de lokale ouderenraden handvatten geven om hun werking te versterken. Daarnaast is er een aparte website (www.ouderenweek.be) die alle actuele informatie verzamelt. Om deze verschillende instrumenten in de toekomst nog beter op de behoeften van ouderen af te stemmen, hield de Vlaamse Ouderenraad in 2012 een bevraging. De resultaten van deze enquête zijn nu verwerkt. Respons Samen met de Ouderenweekbrochure werden 6750 enquêtes verstuurd. In totaal ontvingen we 317 ingevulde vragenlijsten, waarvan 68 online en 249 schriftelijk ingevuld. Positieve beoordeling Een eerste en heel belangrijk punt is dat de Ouderenweek, het Ouderenweekthema, de brochure en de website heel positief beoordeeld worden. Op die manier toont de Vlaamse Ouderenraad aan dat het concept van de Ouderenweek in de loop der jaren zijn draagvlak heeft opgebouwd en een meerwaarde betekent. Via de Ouderenweek slaagt de Vlaamse Ouderenraad erin heel wat ouderen te bereiken en aan sensibilisering te doen. Deze evaluatie geeft aan dat het concept van de Ouderenweek best wordt verdergezet. De Ouderenweek is zinvol Uit de enquête blijkt dat de Ouderenweek zeker zinvol is. Door de Ouderenweek wordt immers de aandacht gevestigd op ouderen. Daarnaast vormt de Ouderenweek aanleiding om tot een genuanceerde beeldvorming te komen: ouderen tellen mee en participeren in onze samenleving. Bovendien worden ouderen steeds een grotere doelgroep en verdienen hun noden en problemen aandacht. Ten slotte brengt de Ouderenweek ouderen samen.
Is het zinvol om jaarlijks Aantal % een Ouderenweek te organiseren? Ja 280 90,03 Nee 9 2,89 Geen mening 22 7,07 Beoordeling zin Ouderenweek (N= 311) “Het is zinvol om jaarlijks een Ouderenweek te organiseren omdat de vergrijzing van onze samenleving een actueel thema is dat ons voor een aantal uitdagingen plaatst.” Ondervraagden tevreden over brochure De meesten zijn tevreden (69 procent) tot zeer tevreden (21 procent) over de Ouderenweekbrochure van 2012. Slechts een zeer kleine minderheid is ontevreden (1,60 procent) tot zeer ontevreden (0,32 procent). Hoe tevreden bent u over Aantal % de Ouderenweekbrochure? Zeer tevreden 67 21,41 Tevreden 217 69,33 Geen mening 23 7,35 Ontevreden 5 1,60 Zeer ontevreden 1 0,32 Algemene tevredenheid Ouderenweekbrochure (N= 313) De respondenten kregen in de vragenlijst de kans enkele suggesties voor de brochure te geven. Zij vragen vooral meer concrete input vanuit het lokale niveau: initiatieven, persoonlijke anekdotes en sprekende voorbeelden uit de lokale werking van de ouderenadviesraden. Daarnaast wordt ook gevraagd om meer foto’s of illustraties te gebruiken en de teksten iets minder lang uit te schrijven. De Vlaamse Ouderenraad neemt deze opmerkingen mee in de uitwerking van de volgende brochure. “Jullie brochure geeft goede info, maar volgens mij te weinig concreet rond de lokale zaken die gebeuren. Al begrijp ik dat het niet makkelijk is. Goede lokale initiatieven, waar anderen kunnen uit leren, zouden moeten vermeld worden.”
8
ACTUEEL-Informatieblad
Roos Sierens, stafmedewerker Wie ontvangt de brochure? Via de enquête wilden we een zicht krijgen op wie exact de brochure ontvangt. Meer dan 40 procent van de respondenten is lid van een ouderenvereniging, bijna een derde (30 procent) is lid van een lokale ouderenadviesraad en 19 procent is voorzitter van een lokale ouderenadviesraad. Hieruit kunnen we concluderen dat de brochure vooral terecht komt bij ouderen die op het lokale niveau actief zijn. U ontvangt de Aantal % Ouderenweekbrochure omdat u… lid bent van een 128 41,16 ouderenvereniging lid bent van een lokale 92 29,58 ouderenadviesraad voorzitter bent van een 59 18,97 lokale ouderenadviesraad betrokken bent bij de 43 13,83 werking van de Vlaamse Ouderenraad lid bent van een provinciale 37 11,90 ouderenadviesraad dit individueel 30 9,65 aangevraagd hebt werkzaam bent in een 23 7,40 woonzorgcentrum Weet het niet 20 6,43 Andere 42 13,50 Wie ontvangt de Ouderenweekbrochure? (N= 311)
Ouderenweekwebsite Uit de evaluatie blijkt dat heel wat respondenten tevreden tot zeer tevreden zijn over de Ouderenweekwebsite. Samen bedraagt dit percentage maar liefst 83 procent. Ook aandacht voor bewoners woonzorgcentra De Ouderenweek is een week voor alle ouderen, ook ouderen die meer zorgbehoevend zijn. Daarom wordt de vraag gesteld om meer te focussen op bewoners van woonzorgcentra. De Vlaamse Ouderenraad tracht in de Ouderenweekbrochure zowel inhoudelijk als in de methodiek aandacht te blijven hebben voor bewoners van woonzorgcentra. Bedankt! De Vlaamse Ouderenraad wenst alle deelnemers aan de enquête van harte te bedanken. Dankzij jullie inbreng kunnen we de uitwerking van de Ouderenweek blijven verbeteren en op die manier een positieve impuls geven aan de lokale beleidsparticipatie van ouderen.
De methodiek onder de loep Een groot deel van de ouderenadviesraden gebruikt de inhoud (60 procent) en de methodiek (40 procent) van de brochure. Een aantal ouderenadviesraden die de brochure niet gebruiken, geven aan niet geïnteresseerd te zijn in de materie of de brochure te laat te hebben ontvangen. 70 procent vindt de methodiek makkelijk tot heel makkelijk. Daarnaast vindt het overgrote deel van de respondenten (70 procent) de uitleg bij de methodiek duidelijk.
ACTUEEL-Informatieblad
9
Eigen woning: geldmachine of pensioensparen? In het boek ‘Eigen woning: geldmachine of pensioensparen?’ licht Pascal De Decker (Hogeschool Gent) toe hoe Vlamingen denken over het kopen van een huis: welke betekenis hechten ze aan een eigen huis? Met welke zekerheden en onzekerheden gaat die aankoop achteraf gepaard? En zijn ze bereid in te stappen op financiële producten zoals het omgekeerd woonkrediet, waarmee de waarde van de woning als extra inkomensbron kan dienen? Pascal De Decker en Vicky Palmans interviewden hierover tientallen Vlamingen in het kader van twee grote Europese onderzoeken. Deze studies, gefinancierd door de Europese Commissie, werden doorheen de voorbije tien jaar uitgevoerd omdat alsmaar meer gezinnen met een eigen huis in de problemen kwamen om die woning te behouden en af te betalen. Een eerste onderzoek liep van 2003 tot 2006 en bestudeerde de impact die veranderingen in de arbeidsmarkt, de financiële markt en het overheidsbeleid hadden op de woningmarkt. Tegelijk werd ook gekeken naar de percepties van huishoudens: wat zijn hun motieven om al dan niet huiseigenaar te worden (in plaats van te huren), en wat zijn hun strategieën om dat eigen huis vervolgens te kunnen behouden? ‘Huren is weggesmeten geld.’ Deze stelling keert als rode draad terug in de antwoorden binnen het onderzoek. Hoewel huren als makkelijk en flexibel gezien wordt, beschouwt de Vlaming een eigen huis toch nog altijd als een investering voor de toekomst en iets dat ‘goed is om te doen’. Toch waarschuwt De Decker voor deze redenering. Juist omdat mensen zo graag een eigen huis willen en bij verlies de prijs zowel financieel als emotioneel hoog is, moet er voorzichtig met het stimuleren van woningbezit omgesprongen worden. Premies en fiscale kortingen dreigen immers enkel de prijzen kunstmatig verder op te drijven, en niet zelden worden huiseigenaars plots geconfronteerd met dure renovatiewerken. Tegelijk klaagt de auteur het gebrek aan degelijke alternatieven in Vlaanderen aan. In landen met voldoende kwalitatieve (sociale) huurwoningen is de drang om eigenaar te worden veel lager, en dreigt men niet in de problemen te komen bij de minste tegenvaller.
10
Een tweede onderzoek liep van 2008 tot 2010, met de economische crisis duidelijk op de achtergrond. Het onderzoek probeerde in kaart te brengen in welke mate het kapitaal dat in de eigen woning opgehoopt zit, gebruikt kan worden om de financiële gevolgen van ouder worden op te vangen. De logica daarachter vertrekt vanuit de vaststelling dat terwijl de kosten voor de pensioenen en zorg door de vergrijzing oplopen, er door de stijgende huizenprijzen steeds meer vermogen (in de vorm van huizen) bij de ouderen zit. Vooral in België blijkt dat laatste het geval te zijn. Ongeveer 76 procent van de Vlaamse 65plussers heeft een eigen woning, van wie slechts 3,5 procent die lening nog niet heeft afbetaald. Heel wat ouderen kunnen dus zogezegd ‘gratis’ wonen en daardoor rondkomen met een lager inkomen. Dit kan verklaren waarom vergeleken met andere landen de pensioenen bij ons laag zijn, maar de ouderen toch vaak een hoog consumptieniveau hebben. Belgische gepensioneerden blijken dus vaak zowel inkomensarm als vermogensrijk te zijn. De aanleiding van het onderzoek was dan ook de vraag of huiseigenaars dat vermogen kunnen en willen gebruiken om een deel van de kosten na pensionering op te vangen. Er zijn verschillende manieren om het huis te gebruiken als inkomensbron: mensen kunnen eventueel hun grote landelijke woning verkopen en verhuizen naar een goedkoper stedelijk appartement, (een deel van) de woning verhuren of instappen op een financieel product dat gebaseerd is op de huiswaarde, zoals de verkoop op lijfkrediet of het omgekeerd woonkrediet. Bij dat laatste product krijgt de oudere eenmalig of maandelijks een bedrag van de bank, dat de bank terugverdient door het huis te verkopen wanneer deze persoon overlijdt. Momenteel is het omgekeerd woonkrediet nog niet toegelaten in België, maar wel in Nederland (bekend als de ‘opeethypotheek’). Heel interessant is de aandacht die De Decker besteedt aan hoe mensen tegenover dat omgekeerd woonkrediet staan. Zouden ze overwegen hierop in te stappen, of zijn ze daar pas toe bereid als het water hen echt
ACTUEEL-Informatieblad
Nils Vandenweghe, stafmedewerker
Er zijn ook praktische redenen waarom een omgekeerd woonkrediet niet voor iedereen haalbaar is: huurders kunnen er geen aanspraak op maken, en de kans dat goedkope huizen in achtergestelde buurten aanvaard worden als onderpand bij de bank is klein. Die financiële instelling zal immers het risico niet willen lopen dat de woning na het overlijden van de eigenaar niet verkocht raakt. Het lijkt dus dat de opbouw van de zogenaamde ‘vierde pijler’ (het eigen huis) net zoals de andere aanvullende pensioenpijlers niet tegemoet zal komen aan de noden van de meest kwetsbare groepen ouderen.
vaak wil men dat ‘iets’ kunnen nalaten aan de kinderen en kleinkinderen, zelfs al moet men het daarvoor soms met wat minder doen. Hoe denken mensen dan wel rond te komen na hun pensionering? Ondanks de pessimistische vooruitzichten hopen veel geïnterviewden toch op een voldoende wettelijk pensioen. Aangezien ze er zelf heel hun leven toe hebben bijgedragen, is het maar rechtvaardig dat ook zij daarmee van de armoede gespaard blijven. Zij die kunnen, doen ook aan pensioensparen of kopen een extra huis voor verhuur. Op de familie doet men liever geen beroep, noch voor geld, noch voor zorg. Iedereen blijft graag zo veel mogelijk op eigen benen staan, met de overheid als vangnet. Deze dient daarvoor te voorzien in betaalbare zorg en wettelijke pensioenen die hoog genoeg zijn om zorg mee te betalen. ISBN: 9789044130409 Aantal pagina’s: 208 Uitgever: Garant
Daarnaast is voor heel wat mensen hun huis de belangrijkste eigendom. Dit afdragen aan de bank ondermijnt het gevoel van onafhankelijkheid en zelf iets in handen te hebben. Het gaat gepaard met het gevoel je persoonlijke veiligheidsnet voor later te verliezen, terwijl ondertussen ook het sociale vangnet in onze samenleving afgebouwd dreigt te worden. Denk maar aan de lage pensioenen en de afgezwakte werkloosheidsuitkeringen. Naast bovenstaande financiële overwegingen mag tot slot ook de emotionele waarde van een eigen huis niet onderschat worden. Het is een veilig nest waar men tot rust kan komen, jaren in heeft doorgebracht, en niet overgeleverd is aan de willekeur van een vreemde huisbaas. Een eigen huis wordt door zowat alle geïnterviewden beschouwd als een teken van aanzien, van iets bereikt te hebben in onze maatschappij, iets opgebouwd te hebben om trots op te zijn. En
ACTUEEL-Informatieblad
11
LITERATUUR
aan de lippen staat? Vooral dat laatste, blijkt uit de bevragingen. En daar zijn verschillende verklaringen voor. Eerst en vooral proberen ouderen die het financieel wat moeilijker hebben doorgaans toch zo lang mogelijk op eigen krachten rond te komen. Mensen doen pas beroep op de bank als ze niets anders meer kunnen en ze door omstandigheden (nood aan verbouwingen, medische kosten …) gedwongen worden om andere inkomensbronnen te zoeken. Daarnaast blijkt duidelijk dat het merendeel van de bevolking onvoldoende inzicht en vertrouwen heeft in deze complexe financiële producten, en bij uitbreiding eigenlijk geen vertrouwen heeft in banken in het algemeen.
Ouderen en het nieuwe strategisch meerjarenplan van hun gemeente Vroeger stelde elke gemeente op vraag van de Vlaamse overheid een lokaal sociaal beleidsplan op, waarin onder andere aandacht werd geschonken aan het ouderenbeleid. Dit plan moest bovendien in samenspraak met de burgers uitgewerkt worden. Deze regel gaf in veel gemeenten een krachtige impuls aan de lokale ouderenadviesraad. Op sommige plaatsen werd deze immers betrokken bij het opmaken van het plan, elders gaven de ouderen - al dan niet op eigen initiatief - advies bij dit plan. Sommige gemeenten stelden een specifiek ouderenbeleidsplan op. De uitvoering van dat beleidsplan was voor veel ouderenadviesraden aanleiding tot het uitschrijven van een memorandum voor de gemeenteraadsverkiezingen. Van deze regels is een krachtige stimulans uitgegaan voor de participatie van ouderen aan het beleid van hun stad of gemeente. De provincies en de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) hebben deze ontwikkeling trouwens doelgericht ondersteund. Nu ziet de situatie er totaal anders uit. Naar aanleiding van nogal wat kritiek over de ‘planlast’ die de Vlaamse overheid haar gemeenten oplegde, heeft de Vlaamse regering in een nieuw decreet vastgelegd dat het volstaat dat er één enkel meerjarenplan wordt opgesteld dat betrekking heeft op alle beleidsdomeinen. Deze maatregel past in een project van de Vlaamse regering voor de vernieuwing van de lokale beleids- en beheerscyclus (BBC). De bedoeling hiervan is dat de lokale besturen meer vrijheid krijgen om het eigen beleid vorm te geven, en dat hun beleidskeuzes explicieter geformuleerd worden. Dat moet het overheidsbeleid transparanter maken, waardoor ook de mogelijkheden van de burger om er op in te spelen verbeteren. Concreet betekent dit dat de gemeentebesturen op dit ogenblik vlijtig aan het werk zijn om hun meerjarenplan op te stellen. Dit werk moet afgerond zijn tegen 1 januari 2014. Zoals gesteld zal het betrekking hebben op verschillende beleidsdomeinen. Het zal naast doelstellingen
12
ook concrete acties inhouden met een inschatting van de financiële middelen die hiervoor nodig zijn. Wat met de participatie en inspraak van de burgers? Die is geregeld in artikel 199 van het gemeentedecreet: “De gemeenteraad neemt initiatieven om de betrokkenheid en de inspraak van de burgers of van de doelgroepen te verzekeren bij de beleidsvoorbereiding, bij de uitwerking van de gemeentelijke dienstverlening en bij de evaluatie ervan.” In het planlastendecreet staat bovendien dat voor de Vlaamse beleidsprioriteiten “de lokale besturen moeten aantonen dat ze lokale belanghebbenden en/of bevoegde adviesraden hebben betrokken bij de opmaak van de strategische meerjarenplanning”. Het is duidelijk dat ouderen in deze materie betrokken partij zijn en dat de ouderenadviesraden hierover dus advies kunnen geven. Het is cruciaal dat de lokale ouderenadviesraden er over waken dat de wensen en bezorgdheden van ouderen nu opgenomen worden in de strategische meerjarenplannen, zodat ze in de komende jaren voldoende aandacht zullen krijgen in het gemeentebeleid. Hoe? In een aantal gemeenten zijn er in het verleden ouderenbeleidsplannen of memoranda over het te voeren ouderenbeleid opgesteld. Het ligt voor de hand dat elke lokale ouderenadviesraad bekijkt wat hiervan in het toekomstige strategisch plan van de gemeente terug te vinden is, welke nieuwe acties en doelstellingen zijn opgenomen en waar er nog blinde vlekken zijn. In een aantal steden en gemeenten is dit proces trouwens al aan de gang. In Gent is men bijvoorbeeld al een eind op weg. In april werd de Stedelijke Seniorenraad om advies gevraagd bij een eerste aanzet van het strategisch meerjarenplan. De administratie heeft een presentatie gegeven van de aanpak en van de stand van zaken, en een oordeel gevraagd over de selectie van doelstellingen met manifeste relevantie voor de ouderen. Op die manier gebeurde er dus een eerste beoordeling van de onderscheiden doelstellingen door de
ACTUEEL-Informatieblad
Huib Hinnekint, voorzitter Commissie Cultuur, Leren en Maatschappelijke Participatie ouderenadviesraad. Helaas vond dit plaats onder hoge tijdsdruk, wat onderling overleg en ruggespraak vooraf met de verschillende achterbannen onmogelijk maakte. Maar er is een tweede consultatieronde voorzien en een aantal positieve suggesties zijn nu al meegenomen. Het participatieproces is dus op gang gekomen. Dit gebeurt met de steun, zowel van de schepen voor het ouderenbeleid als van de Stedelijke Seniorendienst. Maar het is voor een grote stad en zijn administratie beslist geen sinecure om binnen de schaars beschikbare tijd zowel tot een goed onderbouwd als tot breed gedragen document te komen. Wil een lokale ouderenadviesraad in dit hele proces met succes een rol spelen, dan is het aangewezen dat hij zich hiervoor functioneel organiseert. Het inhoudelijke werk – de kritische analyse van het strategisch plan en het formuleren van de nodige bedenkingen – kan wellicht het best door een werkgroep gebeuren. Deze kan een ontwerp van advies opstellen. Maar daarmee is de kous niet af. Er moet ook gewerkt worden aan voldoende draagvlak voor het advies bij de leden van de adviesraad, de ouderenorganisaties en de ouderen zelf. Daarom moet er tijd uitgetrokken worden voor een ernstige bespreking van de commentaren op het strategisch plan in de schoot van de ouderenadviesraad, en voor de goedkeuring van het advies door de algemene vergadering van de lokale ouderenadviesraad. Ondertussen rest maar weinig tijd om tot een breed gedragen advies te komen, al moet men niet helemaal van nul beginnen. Er zijn documenten uit het verleden waar men op kan terugvallen. Voorts is het niet nodig dat het advies volledig afgewerkt is opdat er invloed van zou kunnen uitgaan. Als de gemeente weet dat de ouderenraad zich buigt over het strategisch plan en de medewerker die het gemeentelijk ouderenbeleid opvolgt hiervan op de hoogte is, zullen goede ideeën hun weg wel vinden. Dit neemt niet weg dat de ouderen uiteindelijk – na rijp beraad, en zo nodig na 1 januari – toch formeel een advies kunnen geven bij het gemeentelijk strategisch plan.
ACTUEEL-Informatieblad
Een advies dat hopelijk leidt tot een vruchtbare dialoog met het gemeentebestuur. Tot slot blijft natuurlijk de opvolging van de uitvoering van het plan een aandachtspunt. Dat is een opdracht voor de lokale ouderenadviesraad die de hele legislatuur overspant, en het best systematisch wordt voorbereid. De voorziene tussentijdse beleidsrapportage door het gemeentebestuur kan hier een basis voor bieden.
Doorlopende straat: straat die niet doodloopt voor fietsers en voetgangers Veel doodlopende straten zijn op het einde afgesloten voor gemotoriseerd verkeer, maar lopen voor fietsers en voetgangers wel degelijk door. Voor hen vormen ze een kortere, veiligere en/of aangenamere route. De Internationale Voetgangersfederatie en Steunpunt Straten heeft een efficiënte en goedkope aanpak ontwikkeld om op korte termijn deze doorlopende straten in het straatbeeld herkenbaar te maken: met stickers. Zo hoeft de gemeente niet meteen nieuwe borden aan te kopen. Ondertussen keurde de federale regering op 16 mei 2013 de wet tot invoeging van het aanwijzingsbord ‘doodlopende weg, uitgezonderd voor voetgangers en fietsers’ goed. Het nieuwe bord wordt nu dus aan de wegcode toegevoegd.
13
BOEBS: Blijf Op Eigen Benen Staan! Een ongeval is snel gebeurd. Je kan het niet voorkomen, denken we dan ook vaak. Het tegendeel is waar. In veel gevallen kunnen de onveilige factoren in de omgeving en onveilig gedrag worden beperkt of uitgeschakeld, waardoor het risico op een ongeluk vermindert. Via de bewustmaking bij ouderen over de risico’s op vallen, het aanleren van veilig gedrag en het creëren van een veilige omgeving probeert BOEBS het aantal valpartijen te doen dalen bij de thuiswonende ouderen. Risico op vallen stijgt met de leeftijd Eén op drie van de thuiswonende 65-plussers in Vlaanderen is jaarlijks slachtoffer van een valpartij. Van deze groep valt een derde meerdere keren per jaar. Bovendien stijgt het risico op een val nog met de leeftijd. Een valpartij kan ernstige gevolgen hebben op fysiek (verstuikingen, wonden, breuken), psychologisch (valangst, verlies van zelfvertrouwen, depressie), sociaal (vereenzaming, isolement) en economisch (ziekenhuisopname, beeldvorming, hulpmiddelen) vlak1. De grote impact van vallen op de levenskwaliteit en zelfstandigheid van ouderen maakt duidelijk dat het een belangrijk probleem is dat aangepakt moet worden. Vallen is te voorkomen! Het risico op valpartijen kan worden beperkt. De kans op vallen wordt immers bepaald door verschillende risicofactoren. En alles begint bij de 65-plusser zelf en zijn omgeving. Voldoende actief blijven en meer bewegen is de sleutel om niet te vallen. Maar ook de levensstijl en manier van handelen aanpassen aan de leeftijd is belangrijk. Hoe? Door de eigen mogelijkheden en risico’s juist in te schatten en de woning op een veilige manier in te richten. Wat zijn de risicofactoren van vallen? Vallen kent verschillende oorzaken. En naarmate er meer factoren aanwezig zijn, neemt het risico om te vallen toe. De belangrijkste risicofactoren2 zijn: 1. Stoornissen van evenwicht, spierkracht en mobiliteit 2. Inname van medicatie 3. Orthostatische hypotensie (een bloeddrukval waardoor je duizelig wordt bij te snel
4. 5. 6. 7. 8.
rechtkomen of bij een plotse beweging) Problemen met het zicht Voetproblemen en het dragen van risicohoudend schoeisel Risicovolle situaties in de omgeving of risicovol gedrag Urinaire incontinentie (voornamelijk voor ouderen in woonzorgcentra) Valangst
De meest effectieve aanpak voor valpreventie is bijgevolg ook een aanpak van meerdere risicofactoren tegelijk, met aandacht voor het functioneren van de oudere in zijn omgeving, zowel thuis als in de maatschappij. Valpreventie in Vlaanderen Een gemeente of stad is een goede setting om aan valpreventie te doen. Door nauw en intersectoraal samen te werken met lokale verenigingen, organisaties, de ouderen zelf, zorg- en dienstverleners en andere lokale partners, kan het lokale bestuur ‘veiligheid’ op de beleidsagenda plaatsen en ervoor zorgen dat ouderen in de gemeente actief ouder kunnen worden. En BOEBS helpt de gemeente daarmee op weg. Het is nu het moment om BOEBS te verankeren in het meerjarenplan van de gemeente. BOEBS BOEBS staat voor ‘Blijf Op Eigen Benen Staan’. BOEBS is een gemeenschapsproject dat werd ontwikkeld om de praktijkrichtlijn valpreventie voor thuiswonende ouderen in Vlaanderen3 te helpen integreren in Vlaamse buurten en gemeenten. BOEBS is trouwens geen nieuw project. Enkele jaren geleden werd dit project reeds gerealiseerd in tientallen gemeenten in Vlaanderen. BOEBS kan worden georganiseerd door de gemeente en is bedoeld voor de thuiswonende 60-plussers die al dan niet een verhoogd risico hebben op een valpartij en lokale organisaties in de gemeente. Zo kunnen ouderenverenigingen, lokale dienstencentra en lokale ouderenraden ook meewerken aan het BOEBS-project. Via de bewustmaking bij ouderen over de risico’s
Meer informatie over de gevolgen van vallen op www.valpreventie.be. Milisen, K., Geeraerts, A., Delbaere, K., Dejaeger, E. (2006). Valpreventie bij thuiswonende ouderen met verhoogd risico. Leuven, Acco, 71pp. 14 ACTUEEL-Informatieblad 3 Ibid. 1 2
Heleen Lyphout, Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie vzw op vallen, het stimuleren van veilig gedrag en het creëren van een veilige omgeving, wordt met BOEBS geprobeerd om het aantal valpartijen te doen dalen bij de thuiswonende ouderen. Er wordt geprobeerd om ouderen het probleem te leren erkennen en herkennen. Verder worden oplossingen aangereikt en worden ouderen aangezet meer te bewegen. Het is daarbij ook noodzakelijk dat het lokale bestuur en de betrokken organisaties samenwerken en worden gesensibiliseerd om ouderen daarbij te helpen. Programma Het programma van BOEBS verloopt in fases (eerst bewustmaken, dan oplossingen aanreiken, nadien verankeren). De focus ligt op bewegingsactiviteiten en het creëren van een veilige omgeving. Binnen BOEBS kan de gemeente heel wat verschillende acties doen: van educatieve acties, regelgeving, omgevingsbeïnvloeding tot het optimaliseren van de zorg. Daardoor is de kans groot dat de effecten een daling van het aantal valincidenten groter en duurzamer zijn.4
Stap 4: Stap 5:
Bekendmaking en uitvoering van de BOEBS-activiteiten Valpreventie in het beleid
Deze stappen kunnen in chronologische volgorde of door elkaar worden uitgewerkt. Het BOEBS-programma bestaat uit een mix van activiteiten waarbij ouderen rechtstreeks en via andere organisaties gesensibiliseerd en gemotiveerd worden om aandacht te hebben voor valpreventie, voor zichzelf te zorgen, meer te bewegen en hun gedrag en hun omgeving veiliger te maken. Inschrijven Wil je ook graag werken aan een valvrije gemeente? Neem dan snel een kijkje op www.boebs.be en schrijf je in bij het Logo in jouw buurt! Je vindt de contactgegevens via www.vlaamselogos.be. Bij vragen of meer informatie kan je contact opnemen met Heleen Lyphout (G. Schildknechtstraat 9, 1020 Brussel, 02 422 49 22,
[email protected]).
Handleidingen en materialen waarmee de lokale besturen aan de slag kunnen, worden op de website www.boebs.be aangeboden. Met begeleiding en ondersteuning van de Vlaamse Logo’s (Logo staat voor Lokaal Gezondheidsoverleg, meer info: www.vlaamselogos.be) kunnen gemeenten aan de hand van de formule, die opgebouwd is uit vijf stappen, een eigen lokaal aangepast valpreventieproject uitstippelen. De 5 stappen van BOEBS zijn: Stap 1: Engagement van je gemeente Stap 2: Samenstellen van een BOEBS-netwerk Stap 3: Een lokaal BOEBSplan opstellen
4
Vanhauwaert et al., 2007.
ACTUEEL-Informatieblad
15
Energierenovatie loont de moeite, ook na je 65ste Roel Vermeiren is coördinator van de cel Rationeel Energiegebruik van het Vlaams Energieagentschap (VEA). Hij legt uit hoe hij ouderen stimuleert om te investeren in energiebesparende maatregelen. Wat is het VEA eigenlijk? Roel Vermeiren: “VEA staat voor Vlaams Energieagentschap en is een instelling van de Vlaamse overheid. Het VEA heeft een opdracht om de Vlaamse burgers te stimuleren tot rationeel energiegebruik enerzijds en anderzijds het stimuleren van milieuvriendelijke energieproductie. Dit zijn de twee grote luiken. Bijkomend luik is het sociaal energieluik, dit is alles wat te maken heeft met de bescherming van de zwakkere energieverbruiker. Bij het VEA worden omtrent deze problematieken dan ook de beleidsmaatregelen voorbereid en uitgevoerd.” Hoe worden doelgroepen dan net gesensibiliseerd? “Als het gaat om specifieke doelgroepen proberen we die op een specifieke manier te bereiken. We geloven dat organisaties uit het middenveld die betrokken zijn bij de doelgroepen aangewezen partners zijn om ze te bereiken. Dit is de aanpak van de energieconsulentprojecten. Verschillende organisaties als de Gezinsbond, Bond Beter Leefmilieu, Samenlevingsopbouw en Neos organiseren sensibiliseringsprojecten voor moeilijk te bereiken doelgroepen. Deze doelgroepen hebben vaak de middelen niet, huren een woning of denken dat het de moeite niet is. De verschillende partnerorganisaties doen alles wat ze kunnen om deze doelgroepen te overtuigen om rationeel om te gaan met energieverbruik en energiebesparende investeringen door te voeren.” De meest kwetsbare groepen zijn prioritair voor het VEA en toch zien we dat hun aantal aanvragen tot energierenovatie relatief laag blijft. “Dat is natuurlijk een probleem. Wij treffen natuurlijk allerlei andere maatregelen voor deze doelgroep, zoals energiescans of dakisolatieprojecten. Het vraagt veel moeite om voldoende bereik te realiseren en we kunnen
16
dat niet vanuit het VEA zelf. Het VEA heeft geen personeel en daarom wordt er beroep gedaan op intermediaire organisaties en andere doorverwijzers. Organisaties uit de hulpverlening hebben natuurlijk ook niet erg veel tijd over om zich te verdiepen in heel de energieregelgeving. We proberen dat in de algemene dienstverlening te integreren en we proberen ook te werken met eenvoudige doorverwijzingen. Het aanvragen van een energiescan is bijvoorbeeld heel eenvoudig. Je kan via de website makkelijk zulke energiescans aanvragen. Via de koepel van de VVSG proberen we ook te sensibiliseren, maar het blijft moeilijk om de kwetsbare groepen te bereiken omdat deze organisaties het allemaal bijzonder druk hebben. Energie is immers maar één aspect van de problematiek. Een interessante maatregel voor de doelgroep ouderen is om nog meer de nadruk te leggen op spouwmuurisolatie. Dit is isolatie tussen de binnen- en buitenmuur. Heel wat oudere huizen hebben zo’n spouw, maar geen spouwvulling. Deze maatregel is nog niet zo bekend. Hier voorziet het VEA ook subsidies voor.” Hebben de energieconsulentenprojecten enige impact op het energieverbruik of energierenovatie? “We zijn al lang bezig met de energieconsulentenprojecten. Vroeger waren ze volledig gericht op het informeren en sensibiliseren van de doelgroepen. Nu proberen we steeds meer in te zetten op een systematische begeleiding en het echt overtuigen van mensen om te investeren in energiebesparende maatregelen. Er is bij de partners een sterke professionalisering gekomen en de expertise is sterk toegenomen. Het is positief dat in het Neos-energieconsulentenproject voor de ouderen, senioren worden ingezet als voordrachtgever.” Heeft het nog zin om te investeren in energierenovatie voor ouderen? Wat raadt u een oudere aan die nog even in zijn eigen huis wil blijven wonen? “Voor wie van plan is om nog een tijdje op een gerieflijke manier in zijn eigen woning te blijven wonen, loont het zeker de moeite om na te denken over energierenovatie, en dit om
ACTUEEL-Informatieblad
Filip Van Assche, projectcoördinator Neos vzw verschillende redenen. Er zijn een aantal maatregelen met korte terugverdientijd, zoals dakisolatie of de condensatieketel. Mie Moerenhout, de directeur van de Vlaamse Ouderenraad, zei eens: ‘Als iemand 65 is, is de gemiddelde levensverwachting nog zeker 15 jaar.’ Dit is op het vlak van terugverdientijd zeker realistisch. Het is immers een blijvende verhoging van de waarde van de woning. Daarnaast zijn er trouwens op termijn een aantal verplichtingen waaraan woningen zullen moeten voldoen. Voor dakisolatie is daar al regelgeving rond. Ook het energieprestatiecertificaat (EPC) is reeds verplicht. Door een goede isolatie en EPC te voorzien, kan de waarde van de woning sterk stijgen en dat kan door ouderen dan toch weer uitgespeeld worden als extra pensioenpijler. De waarde van de woning speelt ook een rol naar bijvoorbeeld erfenis toe. De ouderen moeten hierbij voldoende begeleid worden. Wie in aanmerking komt voor een gratis energiescan, moet deze zeker aanvragen om van de begeleiding te profiteren.” Voor meer informatie kan je altijd terecht op www.energiesparen.be of op het gratis nummer 1700. Kijk zeker ook eens op de website www.mijnhuismijntoekomst.be voor meer info over het project van Neos.
Enthousiaste vrijwilligers gezocht voor verschillende projecten Filip Van Assche, projectcoördinator Neos vzw Senioren hebben er vaak een loopbaan van veertig jaar of langer op zitten. In deze lange loopbaan hebben vele ouderen ongelooflijk veel kennis opgedaan. Kennis uit het economische circuit die nog steeds van doorslaggevend belang kan zijn voor vele organisaties. Bij Neos vzw willen we deze kennis en expertise niet zomaar verloren laten gaan. We willen ervoor zorgen dat deze degelijk wordt benut. Daarom willen we de organisaties die deskundige vrijwilligers zoeken en de organisaties die deskundige vrijwilligers in de rangen hebben met elkaar in contact brengen. Op die manier ontstaat er een structurele samenwerking. Zo kunnen vrijwilligers instappen in Ex-Change, Trias, De Zorgcoach, Tussenstap, Energie-project en ga zo maar door. Voor dit najaar worden er nog een groot aantal personen gezocht voor de studiegroep Wonen. Deze studiegroep wil een integraal antwoord bieden op de woningproblematiek bij ouderen. Wie meer informatie wenst, kan steeds terecht op 02 21 22 498, bij fi
[email protected] of www.neosvzw.be.
‘Senior Samenhuizen. Voorbeeldboek woongemeenschappen van ouderen’ Deze brochure biedt inspiratie voor ouderen, beleidsmakers en deskundigen die op zoek zijn naar alternatieve woonvormen voor ouderen. Aan bod komen de voordelen van samenhuizen voor ouderen, gedetailleerde projectbeschrijvingen van acht Nederlandse woonprojecten, aandachtspunten en aanbevelingen en een overzicht van types van gemeenschappelijke woonvormen van ouderen. Bij elk woontype staan gerealiseerde voorbeelden, uit binnen- en buitenland. Deze publicatie kost 6 euro (plus 1,50 euro verzendingskosten). Wil je een exemplaar? Schrijf het totaalbedrag over op rekeningnummer BE87 5230 8014 3394 (BIC: TRIOBEBB) van Samenhuizen vzw, Toekomststraat 6, 1800 Vilvoorde, met vermelding ‘senior samenhuizen en je naam’ en stuur ook een mailtje naar
[email protected] met je adresgegevens.
ACTUEEL-Informatieblad
17
Een woonproject met toekomst voor senioren Een solidariteitsgerichte aanpak Het Abbeyfieldwonen van senioren is een kleinschalig woonproject waarbij een tiental (alleenstaande) senioren in goede gezondheid er bewust voor kiezen om zelfstandig samen te wonen op basis van bepaalde waarden. Deze waarden zijn onder andere * autonomie: bewoners beheren het reilen en zeilen in het huis, zijn zelfstandig en toch niet alleen. Zij scheppen de sfeer in hun huis en beslissen wat zij samen wensen te doen en wanneer. Ieder huis heeft hierdoor zijn eigenheid. Daarbij kunnen zij indien nodig rekenen op Abbeyfieldmedewerkers. * actief ouder worden door bij te dragen aan het eigen welzijn en dat van het Huis. Willen de bewoners vijf dagen of eenmaal in de week samen eten, willen ze een cursus computer, yoga of kinderopvang organiseren in hun Huis of meewerken aan een actie in de wijk? Het ligt aan de bewoners zelf om het initiatief te nemen. Niet alles hoeft samen te gebeuren: enkele bewoners kunnen meer interesse hebben voor tuin, anderen voor film, theater of muziek. Misschien wil iemand liever klusjes doen in het huis. Onder het leidmotief ‘respectvol en zorgvuldig omgaan met elkaar’ kan enorm veel. Zo ontwikkelt ieder Abbeyfieldhuis een eigen stijl in functie van wensen en akkoorden van bewoners zelf. Het hoeft geen betoog dat door dergelijk woonproject solidariteit in het Huis en met de wijk groeit. Spontaan ontstaan diverse activiteiten, maar wat treft is dat ook de zo nodige mantelzorg (onder bewoners) georganiseerd wordt door de bewoners zelf, wanneer één van hen even uit de running is door ziekte of hospitalisatie. Abbeyfield vandaag Abbeyfieldhuizen werken. Daarvan getuigen fiere en gelukkige bewoners, zowel van het Abbeyfieldhuis ‘Entre Voisins’ in Etterbeek dat volgend jaar zijn tiende verjaardag viert, als het Abbeyfieldhuis ‘Le Martin-pêcheur’ in WatermaalBosvoorde waar de bewoners bijna 5 jaar samen leven. Zij zijn de ambassadeurs en hun getuigenissen raken al wie met hen in contact komt. 18
Een doorbraak in de promotie van het Abbeyfieldwonen kwam er dankzij de ondersteuning van de Vlaamse overheid. Abbeyfield Vlaanderen krijgt de opdracht om dit model van samenwonen voor senioren over Vlaanderen en Brussel te verspreiden. De doelstellingen van Abbeyfield kaderen perfect in het ouderenbeleid dat pijlers als mantelzorg en gezond ouder worden als basis ziet. Inmiddels zijn twee professionele medewerkers aangeworven. Gesteund door een groep vrijwilligers trekken zij door Vlaanderen om lokale Abbeyfieldkernen op te richten. In 2012 werden 54 presentaties gegeven waarvan de grootste groep aan gemeenten en OCMW’s. Niet enkel promotie is van belang. Ook intern professionaliseert Abbeyfield zich voortdurend. Door het begeleidingspakket van Abbeyfield, de verwachtingen van initiatiefnemers, het financiële onderzoek over de haalbaarheid van een nieuw woonproject en de ontmoetingen tussen de belangstellenden ontstaat ruimte voor een concrete samenwerking. Het lokale niveau primeert. Enkele knelpunten voor een concrete doorbraak Abbeyfield Vlaanderen heeft zelf geen financiële middelen om in bouw of verbouwing te investeren. Indien meer en meer senioren overtuigd zijn dat alternatieve projecten zoals Abbeyfield nodig zijn en ervoor wensen te kiezen, dan zijn grote private en publieke instanties belast met ouderenbeleid nog niet voldoende. De meeste investeringsprojecten gaan traditioneel over zorg geven en schaalgerelateerde initiatieven. De gezondheidszorg heeft zorg als prioriteit. Preventie volgt waar kan. De overheid beseft dit en doet enorme inspanningen om zelfen mantelzorg aan te moedigen. In dit kader ondersteunt zij nieuwe initiatieven zoals Abbeyfield. Abbeyfield kiest voor samenwerking, preventie, kleinschaligheid en voor gezonde senioren. Er zijn meer en meer alleenstaande ouderen. Zij zijn ook een meer kwetsbare groep. Het is dan ook een hele uitdaging voor Abbeyfield om met partners te zoeken naar een betaalbaar inkomen ACTUEEL-Informatieblad
Charlotte Bevernage-Pauwelyn, voorzitter Abbeyfield Vlaanderen vzw voor deze doelgroepen. Abbeyfield wenst dit woonconcept ook financieel toegankelijk te houden voor een zo groot mogelijk publiek. Er moet dus telkens een evenwicht gevonden worden voor de financiële haalbaarheid voor alle partijen. Belangrijke verschuivingen vinden wel plaats. OCMW’s, gemeenten en private projectontwikkelaars betrekken Abbeyfield meer en meer om in te passen in grotere wijkontwikkelingen. Sommige private eigenaars willen een duurzaam project concretiseren. Belangrijk voor initiatiefnemers is te weten dat een Abbeyfieldhuis erkend kan worden als assistentiewoning. Dit is een grote stap vooruit die in de continuïteit van het hele palet van wonen en zorg past. Waar komen er Abbeyfield huizen? Abbeyfield heeft banden opgebouwd met verschillende initiatiefnemers. De vereniging begeleidt nu al groepen belangstellenden en kandidaat-bewoners in afwachting van een concreet project. Zij zijn de ongeduldige supporters. In Brussel, Leuven en Mechelen krijgt het Abbeyfieldwonen actueel de meeste kansen om concreet een huis op te starten. Door de professionele versterking van het Abbeyfieldteam zullen nu ook concrete stappen in Antwerpen, Brugge, Gent en Hasselt gezet worden. Senioren en OCMW’s uit de Brusselse Rand spraken
ACTUEEL-Informatieblad
Abbeyfield al meerdere keren aan. Het concept van het Abbeyfieldwonen is op verschillende plaatsen aan concretisering toe. Ook al vraagt het enorm veel overleg en toch wat tijd, we blijven de uitdaging aangaan. Hierbij worden we aangemoedigd door de bewezen duurzaamheid en kwaliteit van bestaande projecten en de kansen en mogelijkheden die we meer en meer krijgen. Abbeyfield Vlaanderen vzw - promoot het woonconcept via: * informatiesessies over haar concept van groepswonen aan senioren, de ouderenraden en initiatiefnemers; aan studiedagen, * medewerking seminaries, debatten met betrekking tot wonen en welzijn van senioren; * begeleiding van eindwerken: master- en hogeschoolstudenten die een eindwerk maken in relatie tot wonen en zorg van (alleenstaande) ouderen; - ontwikkelt nieuwe projecten en samenwerkingsverbanden; - begeleidt groepen kandidaat-bewoners en vrijwilligers. Heb je belangstelling? Bezoek dan zeker de website www.abbeyfield.be. Wil je bijkomende informatie? Mail naar abbeyfi
[email protected] of bel naar Charlotte Hanssens, projectleider Abbeyfield Vlaanderen (0479 78 72 96).
19
Ongezien? Heb je er al eens over nagedacht dat de 75-jarige man die naast je zit tijdens een activiteit van jouw seniorenvereniging, homo zou kunnen zijn? Dat de vrouw met haar grijze haren die elke morgen op de bus wacht misschien wel een relatie heeft met een vrouw? Een verpleegster vertelde me onlangs: “Ik werk al 27 jaar in een woonzorgcentrum en ik ben daar nog nooit een homo of lesbienne tegengekomen.” Hoog tijd dus om oudere holebi’s en transgenders onder de aandacht te brengen, want ze bestaan wel degelijk. 5 tot 10 procent van de bevolking is holebi, dat wil zeggen dat er in Vlaanderen ongeveer 200 000 oudere holebi’s zijn. In woonzorgcentra, lokale dienstencentra, actief in verenigingen of eenzaam thuis. Een handvol holebi- en transgenderverenigingen werkt al enkele jaren rond het ouderenthema. Er worden vormingen gegeven aan personeel in woonzorgcentra en gezamenlijke activiteiten georganiseerd met lokale dienstencentra en enkele verenigingen. Want al te vaak ziet de brede ouderensector geen probleem. “We behandelen iedereen toch gelijk?” Uiteraard, maar soms is dat extraatje toch nodig om iemand op de juiste manier te behandelen. Daarom stelde çavaria (de koepelorganisatie van Vlaamse holebi- en transgenderverenigingen) tien voorwaarden op voor een effectief oudere holebi- en transgenderbeleid. Op een rondetafelgesprek waarbij de bredere ouderensector (koepelorganisaties, woonzorgcentra, lokale dienstencentra, seniorenverenigingen …) was uitgenodigd, werden deze voorwaarden voorgesteld. De holebi- en transgenderbeweging wil immers partnerschappen sluiten om samen deze voorwaarden te verwezenlijken. 1. Elke oudere holebi en transgender (OHT) moet de eigen genderexpressie, genderidentiteit en seksuele oriëntatie vrij kunnen beleven. 2. OHT’s worden geëmpowerd zodat zij op eigen wijze invulling kunnen geven aan hun leven. 3. Iedere OHT wordt een veilige woonomgeving (in de brede zin van het woord) gegarandeerd. 4. Elke actor in de ouderensector vermeldt
20
OHT expliciet en maakt het thema zichtbaar in hun producten en communicatie. 5. Federale, Vlaamse en lokale besturen nemen het OHT-thema op in hun beleid voor eigen personeel en inwoners. 6. In de directe omgeving van elke OHT is er toegang tot ontmoetingsmogelijkheden onder de vorm van verenigingen, projecten, initiatieven, activiteiten … 7. De bestaande initiatieven rond eenzaamheidsbestrijding bij ouderen ondernemen extra stappen om ook aandacht te hebben voor OHT als doelgroep. 8. Initiatieven, verenigingen en projecten met OHT’s als doelgroep krijgen structurele ondersteuning. 9. Er wordt onderzoek gedaan naar de holebien transgendervriendelijkheid van de zorg en welzijnssector en naar behoeften en specifieke medische zorgen van oudere transgenders. 10. Leerkrachten en onderwijskoepels worden gestimuleerd en hebben de tools om het thema op te nemen in de scholing en nascholing van medische, sociale en zorgopleidingen. De doelgroep OHT krijgt in de opleidingen structureel aandacht. De leerlingen weten hoe ze OHT’s positief kunnen bejegenen. Deze voorwaarden kunnen een stimulans zijn voor iedereen in de ouderensector en holebi- en transgendersector om het thema op de agenda te zetten. Vragen? De Holebifoon (0800 99 533) is een onthaal- en infolijn waar je terecht kan met al je vragen over holebi’s en transgenders. Je kan er informatie vragen of je verhaal doen. Je kan ook een mail sturen naar
[email protected] of chatten. Çavaria is de Vlaamse Koepel voor holebien transgenderverenigingen. Samen met alle verenigingen voor oudere holebi’s en transgenders stelden zij de tien voorwaarden op. Meer info: www.cavaria.be
ACTUEEL-Informatieblad
Zorgeloos aan de Vlaamse kust Chloé Lenaerts, Het Roze Huis – çavaria Antwerpen
Verenigingen voor oudere holebi’s Pimpernel40plus Pimpernel40plus is een vereniging voor lesbiennes en bi-vrouwen vanaf 40 jaar. Ze komen iedere eerste zondag van de maand samen om 14.00 uur in Het Roze Huis in Antwerpen. Pimpernel40plus, Draakplaats 1, 2018 Antwerpen Leentje (03 218 97 59 of 0495 87 29 35) Neeltje (03 685 26 57) Het Roze Huis vzw Het Roze Huis heeft enkele initiatieven voor oudere holebi’s waaronder een projectwerking en een initiatief voor oudere homomannen. Elke donderdagavond kan je er bovendien terecht voor een onthaalgesprek. Het Roze Huis vzw, Draakplaats 1, 2018 Antwerpen 03 288 00 84,
[email protected], www.hetrozehuis.be Brusselse Holebi Senioren Brusselse Holebi Senioren is een vereniging voor oudere holebi’s in Brussel. Ze organiseren regelmatig culturele activiteiten. Brusselse Holebi Senioren, Kolenmarkt 42, 1000 Brussel,
[email protected] Kaya Kaya is een deelwerking van de lesbiennevereniging Labyrint vzw. Ze organiseren activiteiten die specifiek gericht zijn op de interesses van veertigplussers. vzw Labyrint, Diestsesteenweg 24, 3010 Kessel-Lo, www.labyrint-vzw.be Chris (016 25 55 67,
[email protected]) Lydia (016 48 97 91,
[email protected]) OHO OHO is een deelwerking van Leuvense holebivereniging Driekant en richt zich op holebi’s van 40+. OHO, Diestsesteenweg 24, 3010 Kessel-Lo 016 60 12 63,
[email protected], www.holebihuis.be
ACTUEEL-Informatieblad
Annick De Donder, stafmedewerker Iedereen heeft recht op een zorgeloze vakantie, maar voor sommige mensen is een bezoek aan de Vlaamse kust een moeilijke zaak. De omgeving is niet altijd toegankelijk waardoor een dagje aan zee niet zonder hindernissen verloopt. De gemeenten Nieuwpoort, Westende, Middelkerke, Oostende, De Haan, Vosseslag, Wenduine en Zeebrugge hebben daarom het initiatief ‘Zon, zee … zorgeloos’ uitgewerkt. Deze acht kustgemeenten hebben een aantal infrastructuuraanpassingen uitgevoerd op het traject dat mensen afleggen tussen hun aankomstplaats (halte kusttram of parkeerplaats) en de waterlijn. Zo wordt een ketting van toegankelijkheid gecreëerd vanaf de aankomstplaats tot aan het water. In de deelnemende gemeenten zijn volgende zaken voorzien: * voldoende voorbehouden parkeerplaatsen * een toegankelijke halte van het openbaar vervoer * duidelijke bewegwijzering * een toegankelijk toilet, douche en omkleedruimte op het strand * een verhard pad op het strand * een verharde plaats op het strand waar rolstoelen kunnen staan * speciale rolstoelen voor op het strand of in het water Daarnaast zijn er in verschillende kustgemeenten opgeleide assistenten op het strand aanwezig die individuele hulp kunnen bieden. Zij bieden onder meer hulp bij de transfer naar een strandrolstoel, bij persoonlijke verzorging en bij begeleiding van de aankomstplaats tot het strand. Assistentie is voorzien van 1 juli 2013 tot en met 31 augustus 2013 en dit elke dag van 10.30 tot 18.30 uur. Beroep doen op een assistent kan door hen aan te spreken op het strand of door vooraf te bellen. Nieuwpoort, strand aan 0498 92 92 79 het Hendrikaplein Oostende, strand aan 0491 50 54 33 de Diksmuidestraat Vosseslag, strand Vosseslag 059 23 67 30 De Haan, strand aan 059 23 39 00 het Leopoldplein Wenduine, strand 050 41 23 96 Demey-helling Zeebrugge, Badengebouw 0472 90 08 45 Meer informatie is te vinden op www.west-vlaanderen.be/gelijkekansen. 21
Overzicht abonnementen voor gebruik openbaar vervoer door 65-plussers in België Deze tabel geeft een algemeen overzicht van de verschillende abonnementen voor 65-plussers. In grensgebieden kan een uitzonderingsregel van kracht zijn. Voor meer informatie kan je contact opnemen met de vervoersaanbieder. Reis je niet zo vaak met het openbaar vervoer, dan kan je een rittenkaart kopen in plaats van een abonnement. Trein Seniorenbiljet NMBS Wat is dit?
Treinticket om op dezelfde dag één heen- en terugreis af te leggen tussen twee Belgische stations naar keuze (uitz. grenspunten) • maandag t.e.m vrijdag vanaf 9.00 uur • op zaterdag en zondag zonder uurbeperking • van 13 juli t.e.m. 18 augustus niet geldig op zaterdag en zondag
Bus, tram, metro, belbus Omnipas 65+-abonnement Horizon+ TEC 65+ De Lijn MIVB Jaarabonnement voor bus, tram, belbus
Jaarabonnement voor bus, tram, metro
Jaarabonnement voor bus, tram
Wordt opgeladen op elektronische MOBIB-kaart
Wie heeft er Alle 65-plussers recht op?
65-plussers Alle 65-plussers gedomicilieerd in het Vlaams Gewest (zelfs met kaart waarop staat dat ze geldig is tot eind 2012)
Alle 65-plussers
Wat kost dit?
• Gratis • 36 euro voor 65-plussers die gedomicilieerd zijn in Brussel, Wallonië of in het buitenland
• 36 euro • Gratis voor ouderen met OMNIO en rechthebbende verhoogde tegemoetkoming - RVV
• 6 euro voor heen- en terugreis in tweede klasse* • 13 euro voor heen- en terugreis in eerste klasse* *Extra diabolo-toeslag van 4,44 euro per rit als je van of naar BrusselNationaal-Luchthaven reist
• 60 euro* • Gratis voor ouderen met laag inkomen* (OMNIO, leefloon, rechthebbende verhoogde tegemoetkoming - RVV) *+ 5 euro indien nog geen MOBIB-kaart
Waar kan ik dit verkrijgen?
In elk station en via het internet
Wordt automatisch In een KIOSK, en gratis per post BOOTIK of GOtoegestuurd verkoopautomaat (de MOBIB-kaart kan je enkel kopen in een BOOTIKverkooppunt)
In elk TECverkooppunt, in de supermarkten Delhaize De Leeuw in Wallonië en Brussel, via de post door een betaling vooraf op de bankrekening van TEC
Meer info?
02 528 28 28, www.nmbs.be
070 220 200, www.delijn.be
TEC-verkooppunten, www.infotec.be
22
070 23 20 00, www.mivb.be
ACTUEEL-Informatieblad
Leden van de Vlaamse Ouderenraad ABVV-Senioren Hoogstraat 42, 1000 Brussel
Geuzen Platform Grijze Lange Leemstraat 57, 2018 Antwerpen
ACLVB-Senioren Poincarélaan 72-74, 1070 Brussel
GroenPlus
tel.: 02 289 01 30
[email protected] www.abvv-senioren.be
tel.: 03 205 73 08
[email protected] www.h-vv.be/grijze_geuzen
Sergeant De Bruynestraat 78-82, 1070 Anderlecht tel.: 02 219 19 19
[email protected] www.groen-plus.be
tel.: 02 558 51 60
[email protected] - www.aclvb.be/senioren
CD&V-Senioren Wetstraat 89, 1040 Brussel tel.: 02 238 38 13
[email protected] www.senioren.cdenv.be
Grijze Panters De Klinkstraat 1 bus 4, 2300 Turnhout tel.: 0495 32 45 60
[email protected]
DOTzorg Bruisbeke 36, 9520 Sint-Lievens-Houtem tel.: 053 60 30 20
[email protected] www.dotzorg.be
IMPACT Maastrichtersteenweg 254, 3500 Hasselt tel.: 0478 29 84 25
[email protected]
LBV, Liberale Beweging voor Volksontwikkeling Livornostraat 25, 1050 Brussel tel.: 02 538 59 05
[email protected] www.lbvvzw.be
Minderhedenforum Vooruitgangsstraat 323/4
1030 Brussel tel.: 02 245 88 30
[email protected] www.minderhedenforum.be
Enter Belgiëplein 1, 3510 Kermt
tel.: 011 87 41 38
[email protected] www.entervzw.be
FedOS, Federatie van Onafhankelijke Senioren Warmoesstraat 13, 1210 Brussel tel.: 02 218 27 19
[email protected] www.fedos.be
NEOS, Netwerk van Ondernemende Senioren Willebroekkaai 37, 1000 Brussel tel.: 02 238 04 91
[email protected] www.neosvzw.be
OKRA, trefpunt 55+
Haachtsesteenweg 579, 1031 Brussel tel.: 02 246 44 41
[email protected] www.okra.be
Fevlado-Senioren Stropkaai 38, 9000 Gent
tel.: 09 224 46 76
[email protected]
trefpunt 55+ OKRA-SPORT, Haachtsesteenweg 579, 1031 Brussel
Grootouders- en Seniorenactie van de GOSA, Gezinsbond Troonstraat 125, 1050 Brussel tel.: 02 507 89 45
[email protected] www.gezinsbond.be
ACTUEEL-Informatieblad
tel.: 02 246 44 36
[email protected] www.okrasport.be
23
Seniorencentrum (Brussel) Zaterdagplein 6, 1000 Brussel tel.: 02 210 04 60
[email protected] www.seniorencentrum-brussel.be Seniorenraad Landelijke Beweging Diestsevest 40, 3000 Leuven tel.: 016 28 60 30
[email protected] www.landelijkegilden.be
[email protected] www.kvlv.be Seniornet Vlaanderen Koningsstraat 136, 1000 Brussel tel.: 015 73 04 54
[email protected] www.seniornetvlaanderen.be Stichting Lodewijk De Raet Kon. Maria Hendrikaplein 64a, 9000 Gent tel.: 09 382 75 70
[email protected] www.de-raet.be S-PLUS Sint-Jansstraat 32, 1000 Brussel tel.: 02 515 02 56
[email protected] www.s-plusvzw.be S-Sport Sint-Jansstraat 32, 1000 Brussel tel.: 02 515 02 41
[email protected] www.s-sport.be
Vlaamse Actieve Senioren Lange Winkelhaakstraat 38, 2060 Antwerpen tel.: 03 233 50 72
[email protected] www.vlaamseactievesenioren.be VVDC, Vereniging van Vlaamse Dienstencentra Langemeersstraat 6, 8500 Kortrijk tel.: 056 24 42 00
[email protected] www.dienstencentra.org VVP, Vereniging van Vlaamse Provincies Boudewijnlaan 20-21, 1000 Brussel tel.: 03 240 61 46
[email protected] www.vlaamseprovincies.be VVSG, Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel tel.: 02 211 55 00
[email protected] www.vvsg.be WOAS, West-Vlaams Overleg Adviesraden van Senioren Koning Leopold III-laan 41, 8200 Sint-Andries tel.: 050 40 33 13
[email protected]
Vlaams Ondersteuningscentrum Ouderenmis(be)handeling Grotenbergstraat 24, 9620 Zottegem tel.: 078 15 15 70
[email protected] www.ouderenmisbehandeling.be
24
ACTUEEL-Informatieblad
ACTUEEL-Informatieblad
Agenda ALGEMENE VERGADERING
RAAD VAN BESTUUR
6 november 18 december
18 september 27 november
OUDERENWEEK 18 t.e.m. 24 november
COMMISSIE BESTAANSZEKERHEID, ECONOMIE EN ARBEID 5 september
7 november
COMMISSIE WONEN, MOBILITEIT EN VEILIGHEID 10 oktober
12 december
COMMISSIE CULTUUR, LEREN EN MAATSCHAPPELIJKE PARTICIPATIE 14 oktober
9 december
COMMISSIE INTERNATIONAAL OUDERENBELEID 21 oktober COMMISSIE SPORT & BEWEGEN 12 september
12 december
COMMISSIE WELZIJN, GEZONDHEID EN ZORG 12 september
28 november
Andere 14 september 1 oktober 8 oktober
Werelddag Dementie Themadag Ouderenweek Provinciaal Forum voor ouderen – Oost-Vlaanderen
Raadpleeg regelmatig de website van de Vlaamse Ouderenraad. Alle vergaderingen en belangrijke activiteiten worden aangekondigd. Mogelijke wijzigingen, aanvullingen en agenda van vergaderingen komen online. Leden die niet over een internetverbinding beschikken, worden per brief of telefonisch ingelicht in geval van wijzigingen in de planning.
25
Actueel - Informatieblad van de Vlaamse Ouderenraad
Drukwerk: Drukkerij Lamine, Herent Verantwoordelijke uitgever: Mie Moerenhout Redactie: Mie Moerenhout en Roos Sierens Lay-out: Eveline Soors Secretariaat Vlaamse Ouderenraad vzw Koloniënstraat 18-24 bus 7 - 1000 Brussel Tel.: 02 209 34 51 Fax: 02 209 34 53 E-mail:
[email protected] Website: www.vlaamse-ouderenraad.be www.ouderenweek.be