Stichting Project - Lang Verblijfhuis GROEPSSTRATEGIE – STRUCTUUR - ERVARENDLEREN – PROGRAMMERING – TAAKGERICHT
SelFesteem COnfidence Responsibility Solidarity MotivAtion
PLAATSEN MET PERSPECTIEF!
Care plus | No Nonsense Mijn naam is Mick Schmit, oprichter en directeur van stichting Project/Forsa. Ik ben een voorstander van een functioneel - sociaal, no nonsense aanpak met een resultaatgerichte behandeling dat aansluit op de behoeften van de jongeren. Na jarenlange ervaring hebben wij onze eigen methode ontwikkeld, genaamd Forsa. We hebben een lang verblijfhuis dat jongere- en gezinsgericht is. Het huis staat midden in de maatschappij in het centrum van Bonaire. Doelstelling Het lang verblijfhuis huis biedt behandeling aan, bestaande uit een gestructureerde, duidelijke en consequente aanpak in een liefdevol pedagogisch klimaat. De programmering is de kern van de behandeling. Er zal aangesloten worden op de behoeften van de jongeren. Bij de behandeling ligt de nadruk eerst op het accepteren van opvoedingsgezag, het aanleren van sociale vaardigheden en herstel van eigenwaarde. Er is een samenwerkingsverband met trainingscentrum Forsa waar de jongeren na school, in de middag trainingen volgen die aansluiten op hun behoefte en specifieke hulpvraag. De gezinsbegeleiding is een essentieel onderdeel binnen de behandelingsmethode. Het einddoel is een dus danige gedragsverandering te bewerkstelligen zo dat een jongere zo zelfstandig mogelijk kan functioneren volgens maatschappelijk geaccepteerde normen en waarden en/of is in staat terug te keren naar huis, pleeggezin, begeleid kamer wonen of andere woonvorm voorziening. Het traject moet jongeren een realistisch perspectief bieden op een zo stabiel mogelijke leefsituatie. De doelgroep In het lang verblijfhuis wonen jongeren in de leeftijd van 9 tot en met 18 jaar met emotionele en gedragsproblemen en psychosociale problemen, soms met een licht verstandelijke beperking. Deze jongeren hebben negatief en onaanvaardbaar gedrag ontwikkeld dat zich kan uiten in agressief of dreigend gedrag, woede- en paniekaanvallen, zelfverminking en seksueel uitdagend gedrag. Deze jongeren hebben veelal een lange geschiedenis in de jeugdhulpverlening achter de rug, of zijn acuut in een uitzichtloze probleem situatie gekomen. De ouders zijn pedagogisch zwak of onmachtig en vaak is er sprake van een onveilige thuis-en/of buurtsituatie. Handhaving binnen een dergelijke thuissituatie is voor de jongere levensbedreigend en/of funest voor zijn totale ontwikkeling. De leerresultaten op onderwijsgebied worden hierdoor sterk negatief beïnvloedt. Het zelfbeeld van de jongere is zwaar gehavend, zo niet misvormd. Zij hebben intensieve behandeling nodig. Aansluiten op behoeften De behandeling moet aansluiten bij de basis behoeften aan structuur, veiligheid en vertrouwen bij deze jongeren. Binnen een veilige, gestructureerde en vertrouwde omgeving (vanuit een ortho-pedagogische werkwijze) kunnen leeftijdsadequate ontwikkelingsgebieden zich verder ontwikkelen. Te denken valt daarbij aan sociale en cognitieve vaardigheden. De behoefte ergens bij te horen, veiligheid, structuur, vriendschap. De behoefte om te helpen en geholpen te worden. De behoefte aan waardering en saamhorigheid. Tevens zal de behoefte om te presteren, excelleren en de behoefte aan zinvolheid tot zijn recht komen. De cognitieve behoeftes om te weten, leren en om het geleerde toe te passen zullen voortdurend geprikkeld worden.
Stichting Forsa
Methode De gehanteerde methode (Forsa genaamd) is een kritisch eclectisch model. Het lang verblijfhuis gaat niet uit van slechts 1 reguliere methode, maar is samengesteld uit de voor onze doelgroep, meest bruikbare, wenselijke en haalbare elementen van diverse vigerende methodes, aangevuld met jarenlange ervaringsresultaten binnen de jeugdhulpverlening. De reguliere methodes blijken in de praktijk in onvoldoende mate aan te sluiten op alle behoeftes van onze doelgroepjongeren. Door de diversiteit aan methoden sluiten we het best aan op de fasen die de jongeren doorlopen. Het gevaar om je aan 1 methode op te hangen bestaat uit het feit dat je in een dusdanig vastgelegd en kunstmatig denk/ werkkader verstrikt raakt waardoor bepaalde jongerenkenmerken onvoldoende of niet begeleid worden. De diversiteit aan methoden vereist een grote mate van flexibiliteit en alertheid van de groepsleiding. De verschillende methodes die gebruikt worden zijn: • Socio - groepsaanpak • Ervarend Leren • Programmering • Sterk structurerende benadering • Taak-vaardigheids model Socio - groepsaanpak (dr. G. De Lange) In de fasen theorie van onder andere dr. G. De Lange, gaat men er vanuit dat de behoeften van een mens in de loop van zijn ontwikkeling zijn te onderscheiden. Er is sprake van een opeenvolgende reeks, waarin steeds een categorie dominant is. Het is een absolute voorwaarde voor een goed verloop van de latere ontwikkeling de ontwikkelingstaken te vervullen die kenmerkend zijn voor een bepaalde levensfase. De jongere die erin slaagt zich vaardigheden eigen te maken om actuele ontwikkelingstaken uit te voeren, is beter voorbereid op de volgende levensfase. Door evenwicht van behoefte en antwoord groeit de jongere via het aansluitingsprincipe. Wordt er in een bepaalde periode geen aansluiting geboden op de behoeften van het kind dan stagneert de ontwikkeling op dat aspect. Ontwikkelingsfasen van een kind FASE
BEHOEFTE
ERVARING VAN
1. 0-4 a 5 maanden
Lichamelijk
Basisveiligheid
2. 4 a 5 maanden – 4 a 6 jaar Gevoelsmatig
Geborgenheid
3. 5 ½ – 9 jaar
Verstandelijk
Houvast in weten
4. 9 – 12 jaar
Sociaal
Erkenning, samenzijn met groepsgenoten
5. 12 – 16 jaar
Ethisch Religieus
Zelfstandig kiezen
6. 16 –>
Integratie
Zelfstandig mens
Stichting Forsa
Aansluiten in de sociale fase Bij de jongeren is het vaak mis gegaan in de lichamelijke, affectieve of cognitieve fase. Wanneer de jongeren 9 t/m 15 jaar zijn is het onmogelijk terug te gaan naar bovenstaande fasen. Vanaf het moment dat de jongere naar de sociale fase overgaat, zoekt hij aansluiting bij zijn leeftijdsgenoten. Hoe hechter de groep is waarvan de jongere deel uitmaakt, des te sterker hij door de normen daarvan wordt beïnvloed (peerpresure). Het zogenaamde groepsdelict is een voorbeeld hoe het beïnvloedingsproces negatief kan uitwerken. De behoefte aan sociale betrokkenheid op leeftijdgenoten kan echter ook positief worden aangewend en vormt een van de onderdelen van de methode bij het trainingscentrum. Bij het lang verblijfhuis is het groepsproces een onderdeel van de opvoeding en vormende fase. De jongeren wordt geleerd verantwoordelijkheid te nemen voor het eigen handelen met behulp van een groep leeftijdsgenoten. Het is de bedoeling dat de jongeren worden gemotiveerd om elkaar te helpen en van elkaar positief gedrag te leren. Daarbij wordt de negatieve (groeps)cultuur waarin egocentrisme een belangrijke rol speelt omgebogen tot een meer positieve cultuur, waarin rekening met elkaar wordt gehouden. Een van de belangrijkste doelen is het ontwikkelen van moreel besef, het eigen verantwoordelijkheidsgevoel en zelfrespect door vertrouwen te ontwikkelen in een andere manier van denken en handelen. De respons van peers binnen het groepsgericht leren kan een sterk sturende werking hebben. Het programma houdt rekening met beperkingen van de jongeren. Men gaat echter uit van de mogelijkheden. Naast het nemen van verantwoordelijkheid voor het eigen handelen worden tegelijkertijd ook de sociale vaardigheden positief gestimuleerd. Bij het lang verblijfhuis is het groepsproces een onderdeel van de methode. Fundamentele elementen om vanuit de sociale fase aansluiting te vinden • • • • • • • • • • •
•
De ervaring van structuur, veiligheid en geborgenheid in de groep (taak begeleiding) Het ervaren van zelfsprekendheid in het samen zijn (groepsontwikkeling) Gemotiveerd en actie gericht Het aanbod moet aantrekkelijk, uitdagend en avontuurlijk zijn (taak begeleiding) De groepsopvoeder is geen onderdeel van de groep Huiselijke sfeer, uitdagende omgeving Relatiebehoefte van jongeren ligt in de sociale fase bij leeftijdsgenoten Activiteit is bindmiddel van groepsbindingen De groep kenmerkt zich door diversiteit aan statusrollen Ontwikkelen van zelfoplossend vermogen Volwassene neemt geen deel aan groepsprocessen, maar schept de condities waarop een groep zich vormt en grijpt in als buitengrenzen worden overtreden. Ontwikkelen van positief wij-besef
Stichting Forsa
Ervaringsleer (Kurt Hahn) Er wordt gewerkt vanuit de ervaringen van de jongeren. Via avontuurlijke activiteiten, sport/ spel, groepsdynamische activiteiten en praktijkvakken worden de jongeren geconfronteerd met hun eigen mogelijkheden en beperkingen, sterke en mindere kanten en krijgen zo de kans die verder af te tasten. Het is wel zo dat de groepsleiding kennis moeten hebben van de groepsdynamica die zich binnen de activiteiten afspelen, zie bovenstaande groepsontwikkeling vanuit kennismaking, statusrollen, ik besef en (eventueel) zelfoplossend vermogen. Hierin ook het besef wanneer de piek en effect van het socio-groepswerk is geweest en jongeren meer behoefte krijgen aan de meer individueel afgestemde methoden van de 2e fase. De activiteiten zijn echter geen doel op zich. Na iedere activiteit zijn er reflectiemomenten. De hier en nu ervaringen van de jongeren vormen daarbij het uitgangspunt. Er wordt een koppeling gemaakt naar de maatschappij. Ervaringsgericht leren is simpel gesteld: leren door te doen! Taakvaardigheidsmodel Binnen iedere groep dienen taken en vaardigheden uitgevoerd te worden. Deze taken voldoen aan een duidelijke structuur waarbij de jongere exact weet wat van hem verwacht wordt aan het einde van de taak/ vaardigheid. Welke cognitieve, emotionele en sociale vaardigheden vereist worden voor de uitvoering van de vereiste taak en vaardigheid en welke eventuele beloning daaraan is gekoppeld. Sterk structurerende benadering Iedere groep heeft in zijn dagelijkse routine een aantal steeds terugkerende gebeurtenissen. Denk bijvoorbeeld aan het ontbijt, douchen, middageten, de corvee, de afsluiting van de dag. Meestal vinden deze activiteiten iedere dag op een zelfde tijdstip en volgens een zelfde stramien plaats. Deze regelmaat is onmisbaar voor het leven in een groep. Het geeft structuur en voorspelbaarheid die jongeren in het algemeen en jongeren met een licht verstandelijke handicap in het bijzonder, nodig hebben om goed te kunnen functioneren. De routine biedt houvast en veiligheid en voorkomt daarmee veel grensoverschrijdend gedrag. Duidelijke regels die voor iedereen gelden. Veel regels kunnen een plaats krijgen binnen de dagelijkse routine. Een voorbeeld hiervan is hoe laat de jongeren gewekt worden. Deze tijden staan in de dagelijkse routine en behoren tot de vaste dingen die op de groep gedaan worden. Dit schept duidelijkheid en voorkomt iedere keer discussies. Aan het niet voldoen aan de regels wordt door de groepsleiding direct op gereageerd, terwijl een beloningsysteem, enthousiasmeren het positieve gedrag bevestigd. Samenwerking Trainingscentrum Forsa In de eerste 6 maanden gaan de jongeren na school, in de middag naar het trainingscentrum Forsa. Binnen de behandeling van de jongeren in het lang verblijfhuis is programmering een essentieel onderdeel. Een enorm enthousiasme en specialiteit in het organiseren en geven van activiteiten is nodig om deze jongeren met sterke handhavingspatronen over de drempel te krijgen om het leuk te vinden met elkaar iets te doen. Het is een vak om programmering te
Stichting Forsa
schrijven waarin rekening gehouden wordt met de mogelijkheden van iedere jongere om deel te kunnen nemen aan de activiteiten en om van een in eerste instantie kunstmatige groep een groep te maken. Vanuit de ervaring is gebleken dat dit voor de groepsleiding vaak een moeilijke opgave is. Daarnaast wordt er met wisselende diensten gewerkt en is er dus steeds een andere groepsleider die het middag programma dienst heeft. Dit kan ten koste gaan van de continuïteit van de programmering. Binnen het trainingscentrum zijn er 2 vaste trainers die de groep aansturen. Zij zijn getraind in het schrijven van programmering, het werken met thema’s en het geven van activiteiten. Daarnaast zijn de trainers gediplomeerd in het geven van sport- en avontuurlijke activiteiten, mountainbiken en duiken. Leerwerksectoren In fase 2 kunnen jongeren werkervaring opdoen in de leerwerksectoren van forsa. Op dit moment heeft het trainingscentrum de volgende leerwerksectoren: - Restaurant - Hostel - Fietsenwerkplaats - Maintenance – Greenery - Timmerwerkplaats De zeilmakerij is in voorbereiding.
TRUST US, WE ARE YOUR TRAINERS
Stichting Forsa
Programmering Het programma van het behandelhuis wordt voor een groot deel afgestemd op de groeps- en individuele ontwikkeling van de jongeren. In algemene zin kunnen daarbij 4 fasen worden onderscheiden. Fase
Focus
Activiteiten
1 & 2. Opvoeden(6 mnd) samenwerken, vertrouwen
- Samenwerking bevorderen - Ontwikkel de positieve kanten en vaardigheden - Aanpassen normen en waarden - Stimuleren van vertrouwen - Stimuleren van elkaars kwaliteiten - Grenzen stellen - Conflicten aangaan, niet beheersen - Het eerst denken en dan doen bevorderen - Informeren over doel van de activiteit - Groepsbeloning - Autoriteit aanvaarding - Groepsgesprekken
In de middag traingscentrum Forsa
3 & 4.Vormen verantwoording taakgericht
- Eigen verantwoordelijkheid en keuzes maken - Het eerst denken en dan doen bevorderen - Bevorderen van de wil om te ontwikkelen - Gericht op het stimuleren van inbreng en het laten meebeslissen van de jongeren - Ervaren eigen gevoelens - Eigen verantwoordelijkheid en keuzes maken - Stimuleren van de taakbehoefte - Reflectie - Gericht zijn op toekomst - individuele gesprekken
Nazorg
- Sociale vaardigheden - Groepsdynamica - Sport/ spel - Mountainbiken - Creatieve vorming - Houtbewerking - Fietsen reparatie - Voedingsleer - Zwemmen/ Snorkelen/duiken - Huishoudelijke vaardigheden - verzorging, hygiëne - Snuffelstage leerwerkvoorziening
- Groepsdynamica - Sport - Koken - Duiken - Budgetteren - Huishoudelijke vaardigheden - naschoolse activiteiten centrum - Sportclub - Hobbys -Weekend/ vakantie job leerwerkvoorziening
- Trainen zelfstandig wonen
-
Fase 1 & 2 samenwerken/ vertrouwen Het eerste stadium bestaat uit het wennen aan de nieuwe leefomstandigheden, de jongeren en groepsleiding. Het dagelijks leven kent vaste terugkerende programma’s welke opgesteld zijn door de groepsleiding. In dit programma zullen sport, spel, voeding en hygiëne centraal staan. De jongere leert wat er van hem verwacht wordt en de groepsleiding kijkt wat de jongere al wel goed kan. Er wordt gewerkt aan samenwerken (samen wonen, samen spelen, samen leren). De jongeren leren elkaar te stimuleren, corrigeren en aan te sturen. Door het krijgen van haalbare opdrachten en positieve beloning krijgen de jongeren vertrouwen in hun zelf en in de ander. Dit in samenwerken met de programmering van trainingscentrum Forsa.
Stichting Forsa
Fase 3 & 4 verantwoording/ taakgericht Binnen de groep bestaat er ruimte om te kijken naar het individuele groepslid en zijn mogelijkheden. De jongeren leren omgaan met hun beperkingen. De programma’s zijn van dien aard dat zij het individueel groepslid prikkelen om bezig te zijn met hun eigen toekomst, individuele mogelijkheden worden onderzocht. In deze fase is er ruimte voor eventuele individuele therapeutische ondersteuning. In deze fase kan er gewerkt worden naar een vaste plek binnen het verblijf huis, een pleeggezin of terug naar huis. Belangrijk te stellen is wat is nodig en haalbaar.
Nazorg Voor de jongeren die in een pleeggezin geplaatst worden of terug naar huis gaan, verzorgt het lang verblijfhuis nog 4 maanden nazorg. De nazorg wordt gegeven door de gezinsbegeleidster. Programmering De volgende elementen zijn essentieel voor het overdragen van kennis en ervaring aan jongeren met gedragsproblemen: • Leren vanuit met een voor de jongere voorspelbare wereld, afgestemd op het begripsvermogen en vervat in gestructureerde kaders • Leren vanuit groepsdynamische spelen • Leren in kleine stapjes • Leren door herhaling Programmering speelt, om aan bovenstaande factoren te kunnen voldoen, een essentiële rol. Hierdoor ben je namelijk in staat om je vooraf in te leven in de belevingswereld van de jongeren en van hier uit een programma aan hen te presenteren. Hierin kunnen de elementen sport, spel, leren in kleine stapjes en leren door herhaling worden ingebouwd. D.m.v. programmering ben je tevens in staat specifiek in te spelen op het uitgangspunt van competentie. Werken met programmering geeft tevens de mogelijkheid ontwikkelingsdoelen na te streven en om tot een goede organisatie te komen. Immers, er is van te voren bekend waar je naar toe wilt werken, wat je gaat doen en wat daar voor nodig is. Voorts leent een programmering zich er prima voor om te evalueren en eventuele bijstellingen te doen. Het weer in balans brengen van de praktischeen sociale- emotionele vragen aan de jongere en de hiervoor vereiste vaardigheden kan
Stichting Forsa
programmatisch aangestuurd worden. Eveneens kan via een gecontroleerd mechanisme met groeps- en individuele leeraspecten worden geoefend. Het fysiek uitdagende, het creatieve, het recreatieve of gewoon het niet intellectuele van sport/ spel biedt contact - en beïnvloedingsmogelijkheden die uniek zijn. Leren omgaan en confronteren met (spel) regels, teamgeest, fair-play, grenzen van eigen mogelijkheden leren kennen en respect hebben voor anderen zijn maar enkele aspecten van het bezig zijn met activiteiten die ook de samenleving goed laten functioneren. Het beoefenen van activiteiten dient daartoe wel regelmatig, gestructureerd en doelgericht gegeven te worden, willen we een aantal specifieke eigenschappen benut kunnen worden. Verantwoorde voeding en gezond eten De jongeren bij het lang verblijfhuis krijgen iedere dag gezonde voeding. Naast gezonde voeding leren de jongeren ook tafel manieren. Gezonde en verantwoorde voeding zorgt dat het lichaam goed kan functioneren in het dagelijks leven. Gezonde en verantwoorde voeding helpt mee om de kans op aandoeningen als hart- en vaatziekten te verkleinen. Verantwoorde voeding zorgt voor een goed werkend immuunsysteem, dat onophoudelijk bezig is met de bescherming van onze gezondheid. Door een verantwoorde voeding is het verouderingsproces tegen te gaan en het voorkomen van klachten en (welvaart)ziektes is mogelijk! Een gezonde voeding zorgt ook voor een beter humeur! Je wordt vrolijker en gelukkiger! De voeding zou bij iedereen voor 80-90% gezond en verantwoord moeten zijn! 100% is niet realistisch en bovendien niet nodig! Niet alleen om af te vallen maar ook met het oog op gezond en fit te blijven! Dit is op een positieve manier te beïnvloeden door een structurele gezonde voeding! Kwadrant Het kwadrant is een belangrijk evaluatiemiddel binnen de methode. Het maakt op een eenvoudige manier duidelijk welke positie de jongere inneemt, bij aanvang van de programmering en de vooruitgang die wordt geboekt in de fasering van het programma. Dit zowel in relatie tot het zelfbeeld als in relatie tot de groep. Het kwadrant kan ook duidelijk maken dat er wijzigingen in de aansluiting met de jongere(n) nodig is. Dit betekent dat de programmering aangepast moet worden op de actuele behoefte(n) van dat moment. Hulpverleningsplan De groepsleiding/ mentor stelt een hulpverleningsplan op waarin de behoeften van de jongere centraal staan. Deze behoeften worden vertaald in handelingsdoelen, met daarbij de acties om de handelingsdoelen te behalen. Tussen door zijn er evaluatiemomenten met de groepsleiding, teamleider, orthopedagoog en jongere om het voortgangsproces van de jongere te monitoren. Maandelijks rapporteert de groepsleiding een evaluatie hulpverleningsplan waarbij de voortgangsproces concreet wordt omschreven. Iedere maand vindt er een groepsevaluatie (jongeren) plaats met het gehele team gebruikmakend van de rapportage evaluatie
Stichting Forsa
hulpverleningsplan om de jongeren binnen het kwadrant te plaatsen. Naar aanleiding van het kwadrant kunnen er bijstellingen plaatsvinden in bv. de acties om de handelingsdoelen te behalen. Huisvesting & Inrichting • Sfeer; jeugdigen moeten zich thuis voelen in het huis. Kernwoorden met betrekking tot de sfeer zijn veiligheid, kindvriendelijkheid en huiselijkheid. • Het lang verblijfhuis is zoveel mogelijk gesitueerd in de woonomgeving van de jeugdigen, zodat zij in hun eigen leefomgeving blijven en de leefomgeving bij de behandeling betrokken kan worden. • Het huis moet in verhouding sttan met wat de jongeren gewend zijn. • Het lang verblijfhuis biedt mogelijkheden voor jeugdigen om zich terug te trekken in een eigen leefsfeer (tv, speelgoed/spelmateriaal) voor de doelgroep. • De accommodatie biedt voldoende mogelijkheden voor privacy van de bewoners. • De accommodatie is zodanig dat pedagogisch medewerkers voldoende zicht kunnen hebben op verschillende plekken. • Er is voldoende ruimte/mogelijkheden voor spel en activiteiten. Met name voor de jongere kinderen is een geschikte ruimte voor buiten spel belangrijk. • Schoon, heel en veilig: het is mogelijk op eenvoudige en doelmatige wijze schoon te maken. Begeleiding De dagelijkse behandeling binnen het lang verblijfhuis is in handen van de groepsleiding. De rol van de groepsleiding is zeer belangrijk. Zij/hij moeten positieve feedback geven, creëren van leermogelijkheden, voordoen en oefenen van goede gedragsalternatieven. Omdat zij de meeste tijd met de jongeren doorbrengen is hun invloed op het gedrag groot. Het is belangrijk dat zij zich bewust zijn van de impact van de gebruikte technieken, dat zij gedragsalternatieven aanbieden, dat zij conflicten aangaan en niet een beheersmatige stijl van werken hebben. De groepsleiding dient kennis, vaardigheden en een betrokken houding te hebben. In de vorm van psychologische beschikbaarheid, het herkennen van interventiestijlen, groepsontwikkelingen te stimuleren en houding tegenover de groep en ten opzichte van agressie. Groepsleiding zal duidelijk moeten zijn tegenover de jongeren. Er zullen kansen moeten worden geboden en jongeren moeten gestimuleerd en gemotiveerd worden. Een harde aanpak is prima, maar er moet wel wat op de andere schaal van de balans liggen. De groepsleiding moet steeds voor ogen houden geen solist te kunnen zijn en niet zijn eigen gang gaan. Hij is steeds verantwoordelijk aan zijn team. Alle groepsleiding worden getraind in de forsa methode; conflicthantering, gedragsproblematiek,taakgerichtheid, ervaringsleer, groepsgericht werken en teambuilding. Daarnaast moeten al onze groepsleiding ieder jaar aan de eisen van de coopertest voldoen. Stichting Forsa
Gezinsbegeleiding De gezinsbegeleider/ster is onlosmakelijk verbonden aan het behandelingsproces binnen het lang verblijfhuis en de gehanteerde methodiek voor gedragsombuiging van de doelgroepjongeren. Het gaat voornamelijk om ambulante begeleiding van het cliëntsysteem waarbij de gezinnen die problemen ondervinden bij de opvoeding (en soms ook in crisissituaties) begeleid en ondersteund worden. De gezinsbegeleider/ster werkt in nauwe samenwerking met de orthopedagoog De gezinsbegeleider/ster zet hulpverleningsprocessen op met de jongere en diens gezin of ruimere context. Hij/zij dient dit proces aan te sturen in overleg met de groeps-of individuele begeleider en dient snel te kunnen reageren op vragen, problemen en noden van het gezin en/of de jongere en op verschillende manieren aansluiting vinden. Daarbij wordt het hulpverleningsproces vertaald in degelijke en hanteerbare verslaggeving en is er regelmatig overleg met verwijzers, deskundigen en eventueel andere belanghebbenden. De gezinsbegeleider informeert regelmatig de betrokkenen en instanties en betrekt hen waar nodig erbij. Beoogt wordt het optimaliseren en/of herstellen van het gezinsfunctioneren m.b.t. de opvoeding teneinde de draagkracht te vergroten, de zelfstandigheid te verstevigen en de opvoedingssituatie te ondersteunen. De hulpvraag komt vaak van de ouders maar vanwege de Antilliaanse schaamte-en zwijgcultuur ook vaak op indicatie van de gezinsbegeleidster zelf. De gezinsbegeleider kent de jongeren door en door ten aanzien van al diens leefgebieden evenals diens leefsituatie en heeft een intensieve vertrouwensrelatie opgebouwd met de ouders waardoor sprake kan zijn van een open en eerlijke relatie zonder schaamtegevoel. De gezinsbegeleider van het lang verblijfhuis ziet en spreekt alle jongeren op dagelijkse basis en kan daarom, in samenwerking met de groepsleiding, direct en preventief optreden.
Ouderparticipatie Het lang verblijfhuis betrekt ouders bij de behandeling. Regelmatig worden er informatieavonden voor de ouders georganiseerd, waar men allerhande zaken bespreekt die te maken hebben met het verblijf van hun kind. Ouders kunnen hun ervaringen uitwisselen. De uitwisseling moet leiden tot een groter wederzijdse bekendheid en betrokkenheid. Regelmatig worden er thema avonden en activiteiten georganiseerd met jongeren en ouders. Orthopedagoog
Aan het trainingscentrum is een orthopedagoog verbonden, die mede zorg draagt voor de kwaliteitsgarantie van de begeleiding, van de jongeren, de systeembegeleiding, interne deskundigheidbevordering en advisering naar de directie. De orthopedagoog heeft een ondersteunende functie met betrekking tot het pedagogisch gebeuren het didactisch gebeuren en het diagnostisch gebeuren.
Stichting Forsa
Tijdsduur plaatsing Veranderen kost tijd. Vaak wordt er te makkelijk gedacht over gedragsverandering. We denken dat er in een kort tijdsbestek 'ik weet niet wat' kan veranderen. Dat is natuurlijk onzin. Het gaat om langdurige pedagogische onmacht/onkunde van de ouders en andere opvoeders waardoor er gedrags- en zelfs persoonlijkheidsstoornissen zijn ontstaan. Deze jongeren vertonen daardoor al zulk afwijkend gedrag dat zij om een bijzondere wijze van benadering en omgang vragen (orthopedagogische benadering) Gedragsverandering kost tijd; probleemgedrag zit diep in de levens van die jongeren ingeslepen. Bij een korte verblijfsduur is de twijfel groot over de mate waarin de jongeren de geleerde vaardigheden buiten de instelling zullen beheersen of dat het geen schijnaanpassingen zijn Veranderen is een proces, het kost tijd en het gaat stapje voor stapje. Dat is helaas een levensecht gegeven.
Outreach Het belang van het outreachende werken is groot. Deze jongeren komen binnen met een negatief zelfbeeld en hebben geen gevoel van eigenwaarde. Dit heeft als resultaat ook dat ze afspraken niet nakomen. Juist dan is het belangrijk om de jongere te laten zien dat hij/zij niet gemist kan worden in de groep. Dus, de jongere wordt opgehaald of gezocht als hij verdwijnt. De boodschap moet altijd zijn dat de jongere waardevol is. Er is naast de trainers ook een gezinsbegeleidster die de jongere thuis opzoekt en een relatie onderhoudt met de opvoeder(s). Ook ouders verschijnen veelal niet op afspraken. Ook dan is het belangrijk de ouder te bellen of er gewoonweg naar toe te gaan. Vaak is er sprake van een parallel proces wat het belang van het outreachend werken binnen de context van de jongere belangrijk maakt. Daarnaast is er nauw contact met de voogd, de ambulante hulpverlener, de school, die ene docent of wie er dan ook betrokken is bij deze jongere. Het belang van het outreachende karakter is tweeledig. De jongere krijgt de boodschap dat hij er toe doet en het betrekken van de context kan voor de inbedding zorgen dat er een duurzame verandering kan plaatsvinden.
Stichting Project Lang verblijf huis Kaya Sabana 2 Kralendijk Bonaire
Stichting Forsa
Stichting Forsa