Versie juli 2015
SECOND HOME
PEDAGOGISCH BELEIDSPLAN
Juli 2015 Naam organisatie: Kinderdagverblijf Secondhome Adres hoofdkantoor: Van Woustraat 217 1074 AP te Amsterdam Tel.: 06-1592 1585 Mail:
[email protected] Web.: www.kdv-secondhome.nl
Pedagogisch beleidsplan Secondhome
Pagina1
Versie juli 2015
Inhoudsopgave Inleiding Missie en Visie KDV Second Home: Achterwacht: B. Een bijdrage leveren aan de persoonlijke competentie C. Een bijdrage leveren aan de sociale competentie D. Overdracht van waarden en normen Pedagogische medewerkers: Natuurlijk buitenspelen Opendeurenbeleid en stamgroep regels Samenvoegen incidenteel/ structureel Aantal beroepskrachten op de groep Vierogenprincipe: Rol van de pedagogische medewerker Stagiaires Ondersteuning door andere volwassenen Groepshulp: Werktijden Verklaring omtrent Gedrag Afwijking Kind-leidster Ratio: Dagindeling: Opvangtijden: Activiteiten: Blijf in beweging ! Speciale feestdagen: Eten en drinken: Kinderen en persoonlijke hygiëne: Gezondheid: Signaleren van bijzonderheden/ Doorverwijzingen 1. Ontwikkelingsproblemen 2. Gedragsproblemen 3. Aangeboren beperkingen Wennen: Protocollen: Kwaliteit: Veiligheid en gezondheid Tot slot:
Pedagogisch beleidsplan Secondhome
3 4 6 6 8 9 9 14 16 16 17 18 18 19 20 20 20 21 21 22 23 24 24 25 25 26 27 28 28 28 28 28 30 31 31 31 32
Pagina2
Versie juli 2015
Inleiding Als directie en medewerkers van Kinderdagverblijf Second Home willen wij kwalitatief goede kinderopvang leveren en dat willen we, ook in de toekomst, blijven bieden. Dat betekent dat wij eisen stellen aan het pedagogisch beleid en de uitvoering daarvan. Dit doen wij door kritisch te blijven kijken naar ons pedagogisch handelen. Wij evalueren het pedagogisch beleid en stellen het bij als daar aanleiding toe is. In het pedagogisch beleid komt tot uitdrukking hoe wij met kinderen omgaan en waarom wij dat zo doen. Onze pedagogisch beleid is daarom gebaseerd op een visie, op de ontwikkeling van kinderen en op opvoeden. Vanuit dit richtinggevende kader hebben we ons Pedagogisch Beleidsplan geschreven. Zowel medewerkers als ouders zijn in dit proces betrokken. In dit plan wordt beschreven hoe wij werken aan de vier competenties, genoemd in de Wet Kinderopvang, namelijk de emotionele veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie en de overdracht van waarden en normen. Wij hebben tevens ons algemeen beleid voor kinderopvang hierin beschreven. Het Pedagogisch Beleidsplan ligt voor ouders ter inzage op het kinderdagverblijf en is te lezen op onze website. Een Pedagogisch Beleidsplan mag nooit als een statisch geheel worden gezien of gehanteerd. Wetgeving, voortschrijdend inzicht, maatschappelijke veranderingen enz. leiden ertoe dat er mogelijkheden moeten zijn om een Beleidsplan aan te passen. Het Pedagogische Beleidsplan heeft een aantal functies waaronder: - verdieping van inzicht in de visie en werkwijze - richtlijnen voor; handelen in de dagelijkse praktijk, ondersteuning en evaluatie - realisering van doelstellingen - ter toetsing voor ouders en medewerkers - fundering voor keuze van een bepaalde vorm van opvang Alle protocollen waar in dit Beleidsplan naar verwezen wordt, liggen ter inzage (elke pedagogische medewerker reikt het u graag aan) op de locatie en bij de directie op onze vestiging. Uiteraard blijft dit Pedagogische Beleidsplan altijd in ontwikkeling. Het wordt aangepast zo gauw er nieuwe afspraken gemaakt worden. Ik wens u veel leesplezier.
Habibe Yildiz Directrice kinderdagverblijf Second Home
Pedagogisch beleidsplan Secondhome
Pagina3
Versie juli 2015
Missie en Visie KDV Second Home: Het kinderdagverblijf Secondhome is begonnen als een kleinschalig kinderdagverblijf met een verticale groep voor 11 kinderen. Wij bieden vanuit een huiselijke sfeer opvang aan kinderen van 0 tot 4 jaar. Vanaf maart 2015 zijn wij gegroeid naar een kinderdagverblijf met 5 groepen die onderverdeeld zijn in 3 locaties. Ons missie is dat de kinderen, in samenspraak met de ouders, in een veilige vertrouwde en stimulerende omgeving kunnen opgroeien en ontwikkelen. Elk kind krijgt de nodige persoonlijke aandacht. Baby’s worden gevoed, verzorgd, verschoond, geknuffeld en getroost. De dreumesen en peuters worden gestimuleerd door middel van creatieve bezigheden en samen spelen.
Ons visie is: RESPECT! Het pedagogisch thema van kinderopvang Second Home is “ respect”. Second Home hecht veel waarde aan de wijze waarop mensen en dus ook kinderen met elkaar en hun omgeving omgaan. Respect staat centraal in alles wat we doen de samenstelling van het team en de inrichting van onze ruimtes. Ieder kind is uniek daarbij is elk kind de motor van zijn eigen ontwikkeling en hiervoor bieden wij veiligheid, geborgenheid en vertrouwdheid zodat de kinderen in hun eigen tempo opgroeien, hierbij voldoende ontwikkelingsmogelijkheden krijgen en daarbij hun eigen mogelijkheden en beperkingen ontdekken, in ons huiselijke kinderopvang, waar saamhorigheid en respect belangrijk is. Kinderen mogen bij ons vies, moe, voldaan en gelukkig zijn. Hoe komt respect bij Second Home tot uiting:
Respect voor de autonomie van een kind “ Je mag je eigen IK ontwikkelen” Respect voor de gevoelens en emoties van een kind “ Je mag nu even boos zijn of verdrietig” Respect voor elkaar, we oordelen niet “ Iedereen mag zijn wie hij is” Respectvol in de omgang met elkaar “ We luisteren naar elkaar” Respect voor de omgeving “ We leren kinderen netjes om te gaan met speelgoed” Respect voor de natuur “ We dragen zorg voor alles wat groeit en bloeit” Respect voor verschillende culturen “ We gaan op ontdekkingsreis en staan open voor alle nieuwe dingen die de verschillende culturen kunnen bieden”
De pedagogische visie is de kapstok van onze organisatie, alles wat we organiseren of plannen houden we tegen het licht van het thema respect . De pedagogische visie is ontstaan in samenwerking met medewerkers en ouders en biedt ruimte om in te spelen op veranderingen in behoeftes van kinderen, ouders en medewerkers. Ook ontwikkelingen in de samenleving spelen een rol en vereisen om kritisch te blijven kijken. Voor de pedagogische onderbouwing van de Wet kinderopvang en de bijbehorende toelichting, is gekozen voor de vier opvoedingsdoelen van professor J.M.A. Riksen-Walraven. De opvoedingstheorie van Riksen-Walraven ligt ten grondslag aan de Wet Kinderopvang en de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang. Pedagogisch beleidsplan Secondhome
Pagina4
Versie juli 2015 A. Het bieden van emotionele veiligheid. B. Het bieden van gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke competentie. C. Het bieden van gelegenheid tot ontwikkelen van sociale competentie. D. Het meegeven van waarden en normen. Leidsters zullen voortdurend naar de kinderen kijken en luisteren tijdens het uitvoeren van hun werk. Zij gebruiken deze informatie voor het kiezen van activiteiten, om goed aan te sluiten bij de behoeften van individuele kinderen en om te beoordelen of het kind in het programma "goed gedijt". Een vragenlijst of observatielijst kan helpen om deze informatie beter te structureren. Ook is het daardoor mogelijk om gerichter met collega's te overleggen over de aanpak van een kind of een groep kinderen. Ouders volgen de ontwikkeling van kinderen om later leuke momenten uit het leven met het kind te kunnen delen. Om onze missie te bereiken maken wij gebruik van verschillende materialen. Bij het selecteren van deze materialen wordt nadrukkelijk gekeken aan de bijdrage die het materiaal aan de ontwikkeling van het kind zal geven A.
Het bieden van emotionele veiligheid.
In de omgang met kinderen: De pedagogisch medewerker is sensitief voor de gevoelens van een kind en reageert responsief op de behoeftes van een kind. Vaste gezichten op de groep zorgen ervoor dat het kind een vertrouwensband kan opbouwen en daardoor kan het kind zich veilig voelen in de omgeving waar het zich bevindt. We respecteren de emoties van het kind en er is ruimte om deze emoties te tonen. Een kind wat even ‘anders’ doet wordt positief benaderd en weer bij de groep betrokken. In de inrichting van de omgeving: Onze ruimtes zijn gezellig en knus ingericht. We bieden een schone en veilige omgeving waar kinderen fijn op ontdekkingsreis gaan. De indeling is geordend en speelgoed heeft een vaste plek zodat kinderen weten waar ze het speelgoed kunnen vinden en ook weer kunnen opbergen, deze kaders geven een kind een veilig gevoel waarin het weet wat het kan verwachten en wat er van hem verwacht wordt. Voor de emotionele veiligheid is het belangrijk dat kinderen een vaste stamgroep hebben die ruimte biedt om lekker te spelen maar ook om je even terug te trekken met een boekje op de bank of op een matras. We stimuleren de emotionele ontwikkeling door kinderen te prikkelen om ook eens buiten hun vaste omgeving op ontdekkingsreis te gaan. Zo kunnen ze op vaste tijden eens spelen op een andere groep en ontmoeten ze andere kindjes op de buitenspeelplaats. Fysieke veiligheid wordt gewaarborgd door periodiek de risico’s binnen ons kinderdagverblijf te inventariseren en vervolgens een plan van aanpak op te stellen om de risico’s betreffende veiligheid en gezondheid zo klein mogelijk te houden. Ook zijn in de huisregels afspraken vastgelegd omtrent veiligheid om kinderen zich bewust te laten worden van hun handelen. Wel zijn wij van mening dat een kind ruimte moet krijgen om de wereld om zich heen te ontdekken. Dit zal samen met vallen en opstaan gepaard gaan. De risico-inventarisatie Veiligheid en Gezondheid is op het kinderdagverblijf aanwezig en mag ten alle tijden opgevraagd worden.
Pedagogisch beleidsplan Secondhome
Pagina5
Versie juli 2015
Achterwacht:
Om de veiligheid ten alle tijden te waarborgen hebben wij een achterwacht, in geval van calamiteiten kunnen zij ons ondersteunen en een helpende hand toesteken. Onze achterwacht voor onze 3 vestigingen zijn de vestigingen zelf, omdat ze binnen 5 minuten elkaar te hulp kunnen schieten . Bij brand of andere reden tot ontruiming zullen wij de kinderen hier ook onderbrengen. Als 2e achterwacht hebben wij de keuze gemaakt voor mevr. Simsek (tevens de moeder van de directrice) die op 5 minuten afstand woont van de locaties. Zij zal eventueel ook ingeschakeld worden bij calamiteiten/ontruiming. Het management is tevens op deze locatie aanwezig om de rol van achterwacht te vervullen als dat noodzakelijk is. Achterwacht vanuit de oudercommissie: Krista Schaap 06-22794205 (Dagelijks tussen 17.30-18.30) In de samenwerking met ouders en andere opvoeders Voor de emotionele veiligheid is het belangrijk dat pedagogisch medewerkers de aanpak afstemmen met de ouders. Dat begint al tijdens het intake gesprek. Hierin bespreken de medewerkers en de ouders de behoeftes van het kind en proberen ze daarin de aanpak zoveel mogelijk af te stemmen zodat het kind een veilig gevoel heeft dat thuis en kinderopvang op elkaar aansluiten. Ook tijdens haal- en brengmomenten bespreken de medewerkers met de ouders hoe het kind zich voelt en wat het kind die dag heeft meegemaakt op het gebied van emotionele ontwikkeling. Tijdens het tien-minuten-gesprek bespreekt de medewerker met de ouder hoe het kind zich emotioneel ontwikkeld en hoe ze samen de aanpak op het emotionele vlak kunnen bijstellen. Voor de pedagogische organisatie De bekende groepsgenootjes, grote vaste lijnen van de dagindeling en duidelijke afspraken en regels geven een kind houvast. We streven naar een stabiele groepssamenstelling en een aantal vaste gezichten op de groep. Het is echter onvermijdelijk om zo nu en dan een invalkracht in te zetten, we proberen het aantal onbekende gezichten te beperken door met een pool aan vaste invalkrachten te werken.
B.
Een bijdrage leveren aan de persoonlijke competentie
Veerkracht, zelfstandigheid, zelfvertrouwen, flexibiliteit en creativiteit, te ontwikkelen. Persoonlijke competenties bestaan uit de volgende punten: In de omgang met kinderen We vinden het belangrijk dat kinderen zelfstandig en zelfredzaam worden en de pedagogisch medewerker zal een kind stimuleren zich hierin te ontwikkelen. Daarbij houden we rekening met het tempo van het kind waarin het zich ontwikkelt. We hebben respect voor de eigen IK en observeren wat het kind nodig heeft om de persoonlijke competenties verder te ontwikkelen. Persoonlijke competenties hebben te maken met weerbaarheid, zelfvertrouwen, eigenwaarde, flexibiliteit en creativiteit in het omgaan met verschillende situaties. De pedagogisch medewerker biedt verschillende spelmogelijkheden aan zodat kinderen leren hun eigen mogelijkheden en grenzen te (ver)kennen. De pedagogisch medewerker benadert het kind op een positieve en respectvolle manier, we keuren ongewenst gedrag af maar niet het kind zelf.
Pedagogisch beleidsplan Secondhome
Pagina6
Versie juli 2015 Sociaal- emotionele ontwikkeling: Dit is het ervaren van de diversiteit van gevoelens en het herkennen en leren verwoorden van gevoelens van zichzelf en anderen. Dit komt tot uiting in bijvoorbeeld spelen met poppen, verkleden enz. Binnen Second Home bieden wij de kinderen de ruimte om, om te leren gaan met emoties van zichzelf en andere, maar ook het leren kennen van zijn eigen voorkeuren hoort hierbij. De activiteiten, kringgesprekken en het samen leven in de groep dragen bij aan het stimuleren van de emotionele ontwikkeling. Cognitieve ontwikkeling: Dit is de ontwikkeling van het denkvermogen en het begrijpen en spreken van de taal. Kinderen leren door het nabootsen van volwassenen en andere kinderen. Dit gedeelte van de ontwikkeling uit zich in het gebruik van correcte taal van volwassenen (geen brabbeltaal), zang, taalspelletjes, stellen van open vragen en het verwoorden van jouw handelingen. Op second home vinden wij het van belang dat kinderen voldoende mogelijkheid krijgen om hun cognitieve ontwikkeling te ontwikkelen. De leidster geven het goede voorbeeld door correct Nederlands te spreken en kinderen op speelse wijze de taal bij te brengen. Binnen activiteiten is er altijd taal aanwezig, maar ook andere cognitieve ontwikkelingen zoals ruimtelijk inzicht wordt binnen activiteiten gestimuleerd. Ontwikkeling van de eigen identiteit: Daarmee bedoelen we het bewust worden van de eigen “ik”, wij hanteren dit positief om daarmee het zelfvertrouwen van de kinderen te stimuleren. Dit komt tot uiting in het noemen en bespreken van voor en achternamen, interesse van kinderen, voedingsvoorkeuren etc. Grove motoriek: Hiermee wordt bedoeld het gecontroleerd bewegen van het bewegingsstelsel. Dit wordt gestimuleerd tijdens het (buiten)spelen, rennen, klimmen, balspelen, kruipen etc. Fijne motoriek: Hiermee worden de fijne bewegingen bedoeld waarbij de coördinatie van handen en ogen centraal staat. Dit komt tot uiting in het pakken van voorwerpen en deze naar een vooraf bepaalde plaats brengen. Als voorbeeld kunnen we een puzzelstukje op juiste plaats zetten nemen. Creatieve ontwikkeling: Dit is het ontwikkelen van het denkvermogen waarbij kinderen gestimuleerd worden om eigen inbreng in hun handelen toe te passen. Dit gebeurt op diverse manieren de alom bekende vorm met materialen, water, zand, klei, verf papier etc. Voorbeelden uit de praktijk om de motorische en lichamelijke ontwikkeling te stimuleren: In de inrichting van de omgeving De omgeving is een oefenterrein voor kinderen om hun vaardigheden te ontwikkelen. Er is verschillend materiaal waardoor kinderen verschillende ontwikkelingsgebieden kunnen ontwikkelen. De verschillende materialen stimuleren de creativiteit, de fantasie, de motoriek en de denk- en taalontwikkeling. De buitenruimtes zijn natuurlijk ingericht. Zo leren kinderen omgaan met de natuur en helpen we hen de fijne en de grove motoriek te ontwikkelen.
Pedagogisch beleidsplan Secondhome
Pagina7
Versie juli 2015 In de samenwerking met ouders en andere opvoeders We vinden het belangrijk om ouders tijdens de regelmatige contacten te informeren over de ontwikkeling van hun kind, wat het kind bezighoudt en wat het geleerd heeft. Ook vinden we het belangrijk goed te luisteren naar ouders wanneer ze zich zorgen maken over bepaalde stukken van de ontwikkeling. Samen met ouders zullen we zoeken naar manieren om de persoonlijke ontwikkeling te stimuleren. De oudercommissie heeft hierin een belangrijke rol zij hebben een belangrijke signaalfunctie en denken mee over activiteiten die de ontwikkeling van kinderen kunnen stimuleren. We houden ouders op de hoogte van activiteiten door middel van foto’s, nieuwsbrieven per e-mailing en via onze website. Voor de pedagogische organisatie We begeleiden kinderen op een structurele manier bij het ontwikkelen van de persoonlijke competentie. Er zijn twaalf themamappen, elke maand bieden we een ander thema aan. Binnen dit thema komen verschillende ontwikkelingsgebieden aan de orde.
C.
Een bijdrage leveren aan de sociale competentie
In de omgang met kinderen: Professionele kinderopvang in groepsverband bevorderd de sociale competentie. Kinderen leren samen te spelen en samen te delen. We begeleiden kinderen door hen te leren dat je op je beurt moet wachten, dat je elkaar kunt helpen en dat je voor jezelf kunt opkomen. De pedagogisch medewerker stimuleert kinderen op een positieve manier en bemiddeld bij conflicten door kinderen te helpen deze met woorden op te lossen. Als je een kindje pijn doet dan zeg je “sorry” en geef je een knuffel om het weer goed te maken. De saamhorigheid in de groep vinden wij van groot belang, bij een goede saamhorigheid / sfeer in de groep komen alle kinderen optimaal tot hun recht en kunnen zij zich optimaal ontwikkelen. Second home is daarom ook huiselijk en klein, de eetmomenten en het samen zijn, zijn voor ons belangrijke momenten in de dag. Dit houdt in dat kinderen zich bewust worden van wat hun eigen gedrag te weeg brengt bij anderen en welke gevoelens daarbij kunnen horen. Tevens leren ze de betekenissen van delen, troosten, helpen, rekening houden met elkaar, conflicten op te lossen etc. In de inrichting van de omgeving: De inrichting van de binnen- en buitenruimtes speelt in op de verschillende behoeftes van kinderen. Zo kunnen kinderen samen aan tafel eten, samen spelen op het speelhuisje en samen voetballen op de buitenspeelplaats. Ook is er gelegenheid om je even terug te trekken met een boekje op de bank, of alleen op de fiets te fietsen. In de samenwerking met ouders en andere opvoeders. De groepsopvang is natuurlijk anders dan thuis. In onze contacten met ouders vinden wij een goede communicatie essentieel. We vertellen ouders hoe we reageren op conflicten, wie er die week een feestje viert of welk kind een broertje of zusje heeft gekregen. Behalve de seizoensfeesten zoals Sinterklaas en Kerst vieren we ook feesten uit andere culturen zoals het Suikerfeest. We informeren ouders hierover door middel van de nieuwsbrieven en gaan met ouders in gesprek om te zien welke behoeftes er zijn binnen de verschillende culturen.
Pedagogisch beleidsplan Secondhome
Pagina8
Versie juli 2015 Voor de pedagogische organisatie We vinden het belangrijk dat elk kind zich welkom voelt en proberen een klimaat te creëren van saamhorigheid. Door vaste groepsrituelen zoals samen opruimen en elkaar te helpen geeft een kind het gevoel dat het erbij hoort. We hebben respect voor een veelheid aan culturen en daarbij behorende gewoontes. Zo laten we kinderen kennismaken met eten uit andere landen en met muziek van verschillende culturen. We vinden het belangrijk dat kinderen belangstelling en waardering voor elkaar hebben.
D.
Overdracht van waarden en normen
In de omgang met kinderen: We leren kinderen het verschil tussen wat “goed” en wat “niet goed” is. Hierbij heeft de voorbeeld rol van de pedagogisch medewerker een belangrijke waarde. Kinderen leren door te imiteren. We luisteren naar elkaar, respecteren elkaars ideeën en staan open voor een andere mening. De pedagogisch medewerker benoemt het gevolg van gedrag, zodat kinderen hier inzicht in krijgen. “Niet slaan want dat doet pijn en daar wordt hij verdrietig van”. Waar mogelijk benoemen we gewenst gedrag in plaats van aandacht te besteden aan ongewenst gedrag. Onze waarden en normen zijn niet in tegenspraak met de diversiteit aan afkomst van onze kinderen, Waar kan houden wij rekening me specifieke behoefte van het kind en zijn cultuur, echter is het wel zo dat deze behoefte de groepssfeer niet mag beïnvloeden. Op Second Home vinden wij saamhorigheid van groot belang hierbij hoort ook respect voor en ander en de diversiteit, maar ook het respect voor normen en waarden. In de inrichting van de omgeving: We dragen zorg voor de verschillende ruimtes. Zo leren we kinderen netjes om te gaan met het speelgoed. Wanneer je klaar bent met spelen ruim je eerst op voordat je met iets anders gaat spelen. We dragen zorg voor alles wat groeit en bloeit. We leren kinderen bijvoorbeeld blaadjes aan de bomen te laten zitten om dat het levende plantjes zijn. In de samenwerking met ouders en andere opvoeders: Voor kinderen is het belangrijk dat de waarden en normen grotendeels overeenkomen met die van thuis. Hierover praten we met ouders. Basale zaken zoals “handen wassen na het toiletbezoek” of “elkaar uit laten praten “ lijken normale waarden en normen, maar het is goed om deze eens te benoemen in een gesprek met ouders hoe zij daar thuis mee omgaan. Binnen verschillende culturen kunnen er ook verschillende waarden en normen zijn. We leggen ouders uit dat we Nederlandse normen en waarden hanteren en dat we culturele verschillen respecteren indien deze geen nadelige gevolgen hebben voor de groep. Voor de pedagogische organisatie: Een aantal belangrijke waarden en normen die wij binnen onze organisatie hanteren zijn; gelijkwaardigheid, eerlijkheid, tolerantie en verdraagzaamheid. In onze houding en gedrag komen deze waarden en normen tot uiting. We laten mensen en kinderen in hun waarde en geven hen ruimte om zichzelf te zijn.
Pedagogische medewerkers: De rol van de pedagogische medewerker is cruciaal om al deze competenties te kunnen stimuleren en ontwikkelen. Wat doet de pedagogische medewerkers in de praktijk om dit te realiseren.
Pedagogisch beleidsplan Secondhome
Pagina9
Versie juli 2015 Hieronder staan voorbeelden uit de praktijk die de pedagogische medewerkers uitoefenen om de verschillende ontwikkelingsdoelen te stimuleren: Rol van de pedagogisch medewerker Motorische- en lichamelijke ontwikkeling
Baby’s:
De leidster legt het speelmateriaal van een jonge baby rondom het hoofd van het kind. Ze geeft niet standaard materiaal in de hand van de baby. De baby wordt uitgenodigd om zelf iets te pakken met zijn handen. De leidster lokt een baby uit tot kruipen door het aanbieden van aantrekkelijk speelmateriaal. Zij plaatst het speelmateriaal net buiten het bereik van de baby, zodat hij moeite moet doen om het speelmateriaal te bereiken. De leidsters leggen de baby’s regelmatig op hun buik zodat de nekspieren worden getraind en de baby leert om zijn hoofd op te tillen. de leidsters oefenen met de baby om te rollen van en naar zijn buik door het regelmatig op een kleedje op de grond te leggen en zelf te helpen/ stimuleren. de leidsters geven de baby’s (vanaf 8 maanden) een broodkorst of een soepstengel om zo te leren kauwen. De leidsters spelen met blokken zodat ze leren te pakken en omgooien. de leidsters praten en zingen/ luisteren veel muziek om de luisterontwikkeling te stimuleren. de leidsters oefenen om met baby’s om te leren zitten door zachte kussens of een voedingskussen rondom de baby te leggen. de leidsters lezen boeken met kinderen zodat ze kunnen luisteren/ zien en horen/ voelen van/ aan een boek.
Peuters:
De leidster doet regelmatig bewegingsspelletjes met de peuters. Dit zijn spelletjes waarbij de peuters bijvoorbeeld bewegingen mogen nadoen; zo gaan ze bijvoorbeeld springen, dansen op muziek, hinkelen, hurken, liggen, evenwicht proberen te houden enz. Kinderen die dat willen, kunnen tekenen, knippen, prikken, schilderen of kralen rijgen etc. leidsters bieden regelmatig activiteiten om dit te stimuleren.
De leidsters leren om knopen van hun kleding te knopen, rits te sluiten. Kinderen worden gestimuleerd om zichzelf zoveel mogelijk aan- en uit te kleden.
Kinderen die er aan te zijn worden door de leidsters getraind om zindelijk te worden door op het toilet te gaan zitten. Ze worden aan de hand van beloningstechnieken (stickers bijvoorbeeld) gestimuleerd hierin. De leidsters leren de kinderen om met blokken te stapelen en de juiste vorm in het juiste gat te stoppen. Bij het voorlezen vragen leidsters om woordjes na te zeggen voor de spraak. De leidsters zingen regelmatig met de peuters, aan tafel voor en na het eten, tijdens activiteiten en verjaardagen.
Pedagogisch beleidsplan Secondhome
10 Pagina
Versie juli 2015
De cognitieve ontwikkeling Baby’s:
De leidsters benoemen en benadrukken de voorwerpen in de groep (de omgeving van het kind). Bij oudere baby’s vraagt de leidster: “Waar is de bal?” of “Waar is de klok?”, waarbij de baby gestimuleerd wordt deze voorwerpen in de ruimte op te zoeken. De leidsters spelen ‘kiekeboe-spelletjes’ met een baby, waardoor een baby leert dat een voorwerp blijft bestaan ook al ziet hij het even niet.
Voor de oudste baby’s zijn er de eerste puzzels met ronde vormen. Het kind wordt uitgenodigd om een verband te leggen tussen het puzzelstuk en de lege ruimte in de puzzel die is ontstaan. Naarmate een puzzel moeilijker wordt, zal een kind een verband gaan leggen tussen het puzzelstuk en de vorm waar het puzzelstuk in moet.
De leidsters oefenen al met deze puzzels met de oudste baby’s. De leidsters benoemen voorwerpen en dieren uit boeken en maken er geluiden bij en vragen om de baby aan te wijzen of na te doen met het geluid.
Peuters:
De leidster heeft gezien dat een peuter veel moeite heeft met puzzelen. Ze biedt het kind een puzzel aan en gaat deze samen met het kind maken. Ze vertelt bijvoorbeeld over de eigenschappen van een hoek-puzzelstuk. Ze laat het kind de vorm voelen, zowel in de puzzel als van het puzzelstuk. Ze wijst de peuter op de volgorde hoe een puzzel het gemakkelijkst gemaakt kan worden (eerst de hoekjes, dan de randjes). Het kind werkt vervolgens zelf verder aan de puzzel.
De leidster biedt kinderen begrippen aan zoals: op, onder, naast, boven, achter, vooraan, in, licht-donker, zwaar-licht. Na het aanbieden van een bepaald begrip, kan ze checken of een kind het begrepen heeft. Ze vraagt aan: “Leg deze sloffen maar in je mandje”. Of bijvoorbeeld: “Ga eens naast Jan zitten”. De leidster laat twee afbeeldingen van tegenstellingen zien. Het kind benoemt de begrippen.
De leidsters oefenen om zinnen met twee woorden na te zeggen tijdens het voorlezen. Later gaan ze over op zinnen met 3 tot 5 woorden. De leidsters laten de peuters kleine opdrachten uitoefenen zoals pak je schoenen/ jas, leg de puzzel op zijn plaats, gooi de bal naar mij enz om zo het nadenken te stimuleren.
Sociaal- emotionele ontwikkeling Baby’s:
Tijdens het verschonen van de baby maakt de leidster contact met het kind door met het kind te praten, te knuffelen en het kind aan het lachen te maken (door geluiden te maken of te lachen);
Pedagogisch beleidsplan Secondhome
11 Pagina
Versie juli 2015
Door te reageren op de signalen van een baby leert een kind dat hij op deze manier zijn behoeften kenbaar kan maken en contacten kan leggen. De leidsters reageren op geluiden, signalen van baby’s zodat ze zich gezien voelen en contact leggen met de leidster. De leidsters benoemen continu wat ze gaan doen en wat ze aan het doen zijn aan de baby zodat de baby weet dat er iets gaat komen en dat er iets gebeurt. Dit schept rust en vertrouwen op. De leidsters zorgen voor een warme band met de baby’s door ze te knuffelen, vertroetelen, zingen en te praten. De baby wordt hierdoor rustig. Dit doen ze bijvoorbeeld ook bij het geven van een flesje. De leidsters troosten de baby’s indien ze pijn of verdrietig of boos zijn zodat ze rustig worden en zich veilig voelen. De leidsters zingen liedjes met de baby’s zodat ze vrolijk en blij worden. Dit is goed voor een sterke band met de leidsters. De leidsters zorgen ook dat baby’s samen zijn door ze samen op een speelkleed te leggen. Baby’s zien elkaar, proberen elkaar aan te raken en brabbelen met elkaar. Zo proberen de leidsters de baby’s te wennen aan andere kinderen/ baby’s. De leidsters letten op de toon van hun stem en zorgen dat ze de baby’s positief benaderen. Dit schept een veilig gevoel bij de baby. We proberen zoveel mogelijk vaste leidsters in te zetten zodat de baby’s vaste gezichten hebben en zo beter een band kunnen opbouwen met de leidsters en dit vertrouwen en rust schept voor het kind. Peuters:
Tijdens een gesprek wordt aandacht besteed aan verschillende gevoelens. Hier wordt over voorgelezen en vervolgens gepraat. De gevoelens worden benoemd. De leidsters vragen nadrukkelijk naar de gevoelens van de peuter; “was je toen boos? “ vond je dat leuk?, word je hier vrolijk van?, moest je daar om lachen? De leidsters laten de peuters samenkomen met de baby’s zodat ze leren omgaan met de kleintjes (sociale gebeuren)
De leidsters geven complimentjes aan de peuters zodat ze zich fijn voelen.
De leidster benoemt ook zijn eigen gevoelens aan de peuter zodat deze weet wat voor effect zijn gedrag op de leidster heeft, zoals “wat je nu doet vind ik niet echt leuk, omdat…”
De leidsters proberen de peuter op een positieve manier te benaderen en benoemen het gedrag van de peuter als deze iets gedaan heeft wat niet mag. Zo voelt de peuter zich niet persoonlijk aangevallen.
De leidsters zeggen hoe iets wel moet en niet dat wat de peuter heeft gedaan verkeerd is of niet mag. Zo benaderen ze de peuters positief.
De leidsters doen groepsactiviteiten samen met andere peuters zodat de peuters samen lachen, blij worden, samen ontdekken, spelen. Dit is goed voor het groepsgevoel van een peuter.
De leidsters geven de peuters de ruimte om dingen zelf te doen zodat dit zijn zelfvertrouwen vergroot.
De leidsters laten peuters keuzes maken, zodat ze hun vrijlaten in hun waarde door ze verschillende dingen aan te bieden en niet een ding.
De leidsters treden geduldig op bij kinderen die niet snel zijn of later klaar zijn met dingen (respect voor de autonomie van het kind). Ze dwingen de kinderen niet.
De leidsters geven de peuters klusjes om te doen zodat dit hun zelfstandigheid en hun zelfwaarde vergroot.
Pedagogisch beleidsplan Secondhome
12 Pagina
Versie juli 2015
De leidster geven ook opdrachten om activiteiten/ klusjes samen met een andere peuter te doen zodat ze leren om elkaar te helpen , zoals de tafel dekken, afruimen, opruimen van speelgoed enz.
We proberen zoveel mogelijk vaste leidsters in te zetten zodat de baby’s vaste gezichten hebben en zo beter een band kunnen opbouwen met de leidsters en dit vertrouwen en rust schept voor het kind. hebben contact op ooghoogte, hurken en houden eventueel de handen van de kinderen vast als ze contact leggen met de kinderen.
Overbrengen van normen en waarden
Een kind wil graag een schenkwerkje doen. Een ander kind is hier mee bezig. Het kind moet wachten totdat het andere kind klaar is. De leidster geeft de kinderen voorbeelden van omgangsvormen ‘Dank je wel zeggen als je iets krijgt’. De leidster doet voor hoe je iemand bedankt. Ze vraagt vervolgens een kind of die dit ook kan. Alle kinderen mogen om de beurt een kind bedanken. Andere voorbeelden zijn; Iemand een hand geven (en feliciteren), iets aan iemand vragen, iemand begroeten, door de groep te lopen zonder tegen iemand aan te botsen enz.
De leidsters doen regelmatig groepsactiviteiten zodat peuters leren om met elkaar de spelen, elkaar te helpen en plezier hebben in het spel.
Probeert ruzies eerst onderling op te laten lossen (indien de kinderen dezelfde leeftijd hebben) zodat de kinderen de grenzen van elkaar kunnen ontdekken. Als een kind pijn heeft grijpt de pm’er in en praat met de kinderen hierover, Leert de kinderen te wachten met eten totdat iedereen eten voor zich heeft en de PM’ers leren de kinderen te wachten en niet van tafel te gaan totdat iedereen klaar is met eten
Vieren verjaardagen, feestdagen zodat ze kinderen zo open kunnen staan voor andere culturen. Leren kinderen netjes dingen te vragen aan een ander kind of aan de leidster en gebruik maakt van de woorden “alsjeblieft” en/ of “ graag”. Leren de kinderen netjes met speelgoed om te gaan en dit ook op te ruimen als ze klaar zijn met spelen. De leidsters leren de kinderen om met bestek te eten aan tafel en proberen de tafelmanieren bij te brengen zoals niet smakken, niet morsen met eten, niet met volle mond praten.
De leidsters leren de kinderen netjes met speelgoed om te gaan. Dit op te ruimen als ze klaar zijn en iets anders willen spelen. Niet met speelgoed gooien of kapot maken.
De leidsters geven het juiste voorbeeld zelf wat wel en niet mag/ kan en staan als “model” voor de kinderen.
Pedagogisch beleidsplan Secondhome
13 Pagina
Versie juli 2015
Natuurlijk buitenspelen Natuurlijk! Buitenspelen Bij Second Home staat buitenspelen hoog in het vaandel. De titel zegt het al; natuurlijk spelen we buiten want kinderen vinden dat leuk! Elke dag naar buiten is ons motto. We vinden het daarbij belangrijk dat onze kinderen zoveel als mogelijk in contact worden gebracht met de natuur en een natuurlijke omgeving. Voor kinderen die opgroeien in een grote stad als Amsterdam weten we hoe belangrijk het is om hier extra aandacht aan te besteden. Spelen met zand en water, over een boomstam klimmen of languit in het gras liggen. Weg van de spelcomputer en de TV. En het is mooi dat tijdens het buitenspelen in een natuurlijke omgeving alle ontwikkelingsgebieden worden aangesproken. Wat verstaan wij onder Natuurlijk! Buitenspelen Spelen in een natuurlijke omgeving zoals een bos, de duinen of het strand. Je beleeft de natuur met al je zintuigen, bijvoorbeeld door het ruiken aan vers gemaaid gras of het zien van torretjes in de aarde. Als we op uitstapje gaan zorgen we ervoor dat het natuurontdekkingstocht wordt. Denk aan; de kinderboerderij, een park, een natuurspeeltuin, het bos of een bezoek aan een boerenbedrijf. We halen de natuur in huis doordat we iedere gelegenheid aangrijpen om onze binnenruimtes te vullen met natuurlijke materialen. Bij het voorbereiden van onze binnen-activiteiten en thema’s brengen we het element natuur altijd sterk naar voren. Dat doen we door gebruik te maken van; leskisten/-koffers, diertjes te huren bij de kinderboerderij en door mobiele tafeltuintjes aan te leggen in de binnenruimtes. We besteden extra aandacht aan de samenstelling van niet natuurlijke materialen: leesboekjes over de natuur, knuffels van dieren enzovoorts. Onze buitenruimtes, of liever tuinen, brengen de kinderen in contact met de natuur. Langzaamaan veranderen onze buitenruimtes in een groene omgeving. Waar voorheen alle buitenplaatsen nog grote stenen vlaktes waren met plastic speeltoestellen, worden onze tuinen steeds groener en natuurlijker. Samen met de kinderen zijn er moestuinen aangelegd en beleven de kinderen dagelijks hoe een klein zaadje opgroeit tot een aardbei of een tomaatje. De natuurlijke inrichting start met boomstammen om op te klimmen en in het najaar zullen we wilgentenenhutten plaatsen. Tegels worden vervangen door groen gras waar kinderen naar hartenlust kunnen spelen. We stimuleren kinderen om te durven ontdekken, hoe voelt gras aan je blote voeten en wat zie je als je van dichtbij naar een bloemetje kijkt? We vinden het niet alleen belangrijk, we vinden het ook leuk! Focus aanbrengen in je pedagogisch plan begint bij de bevlogenheid van de medewerkers. Buitenspelen en natuurbeleving zit bij de medewerkers van Second Home in het hart en vooral in de groene vingers. Ook hebben we ervaren vrijwilligers en betrokken ouders die graag met ons mee naar buiten gaan. De medewerkers vervullen een sleutelrol in onze focus op natuur en buitenspelen, zij zijn het die elke dag een uitdagende en inhoudelijke invulling geven aan buiten zijn en natuur beleven. Elke dag, ook als het koud is trekken we naar buiten. Uiteraard passen we ons aan de temperatuur aan, het seizoen en de weersomstandigheden. Maar het uitgangspunt bij Second Home is dat elke dag en ieder weertype zich er voor leent om natuur te beleven en buiten te spelen. Kinderen vinden het prachtig om te voelen hoe de regen op hun tong voelt en om de eerste stappen in een vers pak sneeuw te zetten.
Pedagogisch beleidsplan Secondhome
14 Pagina
Versie juli 2015 De praktijk: De groepen: Groepsindeling en personeel Locatie Van Woustraat 227:
Groep Pareltjes
Verticale groep met max 11 kinderen
Wij hebben op deze locatie één verticale groep met een groepsgrootte van 11 kinderen In deze groep worden kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar opgevangen, hierbij zijn 2 pedagogisch medewerkers eventueel wordt deze ondersteunt door andere volwassen. De groep beschikt over een groepsruimte, een aparte slaapruimte op de groep en een gezamenlijke kindertoilet. Deze groep heeft iets weg van een gezinssituatie door de diversiteit van de leeftijden. Voordelen van een verticale groep zijn dat kinderen 4 jaar lang op een groep kunnen zitten. Ze hoeven de (soms wat moeizame) overstap van de baby- naar de dreumes- en/of naar de peutergroep niet te maken. Ook als er eventueel een tweede kind in het gezin komt, kan dit naar dezelfde groep toe. Grote kinderen leren samen te spelen met andere leeftijdsgenoten en rekening te houden met kleine kinderen en andersom kunnen de kleintjes zich in hun ontwikkeling optrekken aan de oudere kinderen door ze goed te bekijken en te imiteren ( zone van naaste ontwikkeling) Locatie Van Woustraat 217: Op deze locatie hebben we op dit moment 2 groepen. De locatie zelf heeft ruimte voor 4 groepen in totaal.
Groep Pipo Groep Parcival
Verticale groep max 11 kinderen 0-4 jaar Peutergroep max 14 kinderen 2-4 jaar
Op elke groep werken vaste leidsters. Locatie Uiterwaardenstraat 87: Op deze locatie hebben we op dit moment 2 verticale groepen. Ook werken op deze groepen en locatie zoveel mogelijk vaste leidsters.
Groep Zeppo Verticale groep max 12 kinderen leeftijd 0-4 jaar Groep Croucho Verticale groep max 14 kinderen leeftijd 0-4 jaar
Wij houden ongeacht rekening met de indeling van de ontwikkeling en interesse van het kind of kinderen. De kinderen kunnen zelf de keuzes maken in hun spel. Dit alles draagt ertoe bij dat ze ontspannen en gezellig spelend bezig zijn.
Pedagogisch beleidsplan Secondhome
15 Pagina
Versie juli 2015 Second Home zorgt er altijd voor dat emotionele veiligheid aan kinderen wordt geboden. Dit betekent onder andere dat elk kind is geplaatst in één vaste groep met de bijbehorende vaste pedagogisch medewerkers.
Opendeurenbeleid en stamgroep regels Kinderen worden opgevangen in hun eigen stamgroep. Op bepaalde momenten van de dag kunnen de kinderen de stamgroep verlaten om activiteiten te ondernemen op een andere groep of op de buitenspeelplaats. Bij Second Home wordt er gewerkt met themamappen, aan de hand van een maandthema worden er activiteiten aangeboden. De activiteiten worden onder begeleiding van een pedagogisch medewerker aangeboden in één van de groepsruimtes. De kinderen die willen deelnemen aan de activiteit worden door de pedagogisch medewerker van de stamgroep naar de activiteit buiten de stamgroepruimte gebracht en daar ook weer opgehaald. Kinderen van de groep Pipo (locatie Van Woustraat 217) zullen de stamgroep verlaten om tussen 13.00 en 15.00 te slapen op groep Parcival. We hanteren hiervoor de leeftijd vanaf twee jaar. Als uitzondering op deze regel kan het zijn dat een kind onder de twee jaar op Parcival slaapt, wanneer een kind hier zelf de voorkeur aan geeft. Voorwaarde is wel dat het kind zelfstandig op en van de stretcher kan klimmen. Kinderen van groep Parcival zullen de stamgroep verlaten tussen 13.00 en 15.00 wanneer zij niet meer tussen de middag slapen. Deze kinderen worden dan opgevangen op groep Pipo. Wanneer de leefruimte van groep Zeppo (locatie Uiterwaardenstraat) wordt gebruikt om te slapen/rusten voegen de kinderen die wakker blijven samen op de leefruimte van groep Croucho, hier wordt hen een passend programma aangeboden. In het plaatsingsbeleid wordt rekening gehouden met het maximaal aantal beschikbare bedjes voor kinderen in de leeftijdscategorie 0 tot 2 jaar.
Samenvoegen incidenteel/ structureel In sommige situaties is het nodig om hierop een uitzondering te maken, bijvoorbeeld aan het begin en/of einde van de opvangdag wanneer er minder kinderen aanwezig zijn. De groepen worden dan samengevoegd. Ook tijdens vakantiedagen of dagen met een structureel lagere bezetting kunnen groepen worden samengevoegd. Het samenvoegen kan structureel zijn op een specifieke dag van de week met een structureel lagere bezetting (meestal op woensdag of vrijdag) in vakantieperioden. Hierbij volgen we altijd de beroepskracht-kind-ratio uit de Wet Kinderopvang. Door het samenvoegen van groepen kunnen we tevens voorkomen we dat er een onbekende pedagogisch medewerker op de groep wordt ingezet. Uitgangspunten bij het samenvoegen van groepen zijn: Elk kind heeft een vaste stamgroep Elk kind is gekoppeld aan maximaal drie pedagogisch medewerkers Bij het samenvoegen van groepen wordt de leeftijdsopbouw en beroepskracht-kind-ratio gevolgd Elk kind maakt naast zijn eigen stamgroep gebruik van maximaal één andere stamgroep Ouders worden bij plaatsing geïnformeerd over de samenwerking met de tweede stamgroep. Pedagogisch beleidsplan Secondhome
16 Pagina
Versie juli 2015
Afname extra opvangdag (incidenteel of structureel) Alle kinderen worden in een vaste stamgroep geplaatst. Indien een ouder structureel opvang voor zijn/haar kind wenst op dagen waarvoor er een wachtlijst bestaat is het mogelijk een of meerdere dagen tijdelijk een plaats in een andere groep (de zogenaamde tweede stamgroep) aan te bieden. De plaatsing in de andere groep gebeurt in overleg met de leidster en/ of leidinggevende en de ouders. De ouders dienen dan een formulier (toestemmingsformulier) in te vullen waarin zij toestemming geven dat hun kind op die dag op een andere groep wordt opgevangen dan zijn eigen stamgroep.
Aantal beroepskrachten op de groep Het aantal pedagogische medewerkers wordt aan de hand van het model www.1ratio.nl berekend. Dit is een rekentool van het ministerie van SZW. Vanaf 1 juli 2015 zijn de rekenregels aangepast. In het tabel hieronder wordt aangegeven hoe de verhouding tussen het aantal kinderen en het aantal leidsters uitgelicht. Dit tabel is Dagopvang
1. Het minimale aantal beroepskrachten in relatie tot het aantal aanwezige kinderen wordt bepaald op basis van de ratio’s in tabel 1 (conform artikel 5, zevende lid van deze regeling). 2. De voorwaarden met betrekking tot de maximale grootte van de stamgroep zijn in tabel 1 verwerkt: een stamgroep bestaat uit maximaal twaalf kinderen bij een groep met alleen kinderen van 0 jaar en maximaal zestien kinderen bij gemengde leeftijdsgroepen van 0 tot 4 jaar, waarvan maximaal acht kinderen van 0 jaar (conform artikel 5, eerste lid, van de regeling). 3. In een situatie waarin het toevoegen van een kind leidt tot een kleiner aantal benodigde beroepskrachten, wordt het aantal benodigde beroepskrachten met 1 verhoogd.
4 5 8 8 5 5
2 2 2 2 2 2
Gemengde leeftijds-gro epen
0 tot 4
1
54/65
2
1 tot 3 1 tot 4 2 tot 4
1 1 1
6 7 8
2 2 2
Pedagogisch beleidsplan Secondhome
8 10 16 16 91 9 2 / 10 3 9 6 / 10 7 / 11 8 /12 9 11 13 16
Maximaal aantal kinderen Minimaal aantal beroeps-k rachten Maximaal aantal kinderen
1 1 1 1 1 1
Minimaal aantal beroeps-k rachten
Minimaal aantal beroeps-k rachten
Groepen alle kinderen één leeftijd
Maximaal aantal kinderen
Maximaal aantal kinderen
0 tot 1 1 tot 2 2 tot 3 3 tot 4 0 tot 2 0 tot 3
Leeftijd kinderen
Minimaal aantal beroeps-k rachten
Tabel 1. Berekening van de beroepskracht-kindratio en maximale groepsgroottes bij groepen in de dagopvang
3 3 ------3 3
12 15 ------14 1 15 1
---4 ------4 4
---16 ------16 1 16 1
3
16 1
----
----
3 3 ----
16 16 ----
----------
----------
17 Pagina
Versie juli 2015
1
Waarvan maximaal acht kinderen van 0 jaar.
Bij een groep met acht kinderen van 0 jaar.
3 Bij een groep met zeven of minder kinderen van 0 jaar.
4 Bij een groep met vier kinderen van 0 jaar.
5 Bij een groep met drie of minder kinderen van 0 jaar.
6 Bij een groep met acht kinderen van 0 jaar.
7 Bij een groep met zeven kinderen van 0 jaar.
8 Bij een groep met zes kinderen van 0 jaar.
9 Bij een groep met vijf of minder kinderen van 0 jaar. 2
Vierogenprincipe: Volgens de Brancheorganisatie Kinderopvang en BOINK (2012) betekent het vier ogen principe dat er ten alle tijden iemand moet kunnen meekijken of meeluisteren bij de opvang van kinderen. ‘’Het vier- ogenprincipe is voor convenantpartijen de basis voor veiligheid in de kinderopvang. De uitwerking van dit vier ogen principe is maatwerk. De invulling zal voor iedere organisatie anders zijn, passend bij het pedagogisch beleid en financiële haalbaarheid.’’ (Brancheorganisatie kinderopvang & BOINK, 2012). Secons Home heeft op de volgende manier invulling gegeven aan het vierogenprincipe: In de meeste gevallen is een leidster nooit alleen in het pand. Er is altijd wel een ander persoon aanwezig, meestal de directie, een hulp/ vrijwilliger of een stagiaire. Daarnaast hebben wij op alle groepen camera’s hangen voor videobewaking. De beelden kunnen alleen door de directie bekeken worden en eventueel bij incidenten of calamiteiten teruggehaald worden. Er is dus altijd de mogelijkheid dat iemand kan meekijken of meeluisteren. Natuurlijk worden hierbij de geldende privacywetgeving in acht gehouden.
Rol van de pedagogische medewerker: De leidsters van KDV Second Home hebben een open en positief houding naar alle kinderen, waardoor ieder kind op eigen tempo en manier zijn ontwikkeling kan doormaken. De leidster zorgt mede voor een vertrouwde en stimulerende speel/leer omgeving. De leidsters kunnen zich zowel stimulerend, begeleidend, corrigerend, sturend als ook afwachtend opstellen. De leidsters zullen zoveel mogelijk meedoen aan activiteiten of observerend op gepaste afstand blijven van de activiteiten. De leidsters overleggen vaak met elkaar. Zo is er extra aandacht voor o.a. de kinderen, voorbereiding van activiteiten of verjaardagen en verdieping van de visie. Het grootste deel van de leidsters heeft een SPW 3 of 4 (Sociaal Pedagogisch Werk) diploma. Een enkeling is hoger opgeleid. Er zijn altijd leidsters in huis die de vereiste diploma EHBO en BHV (bedrijfshulpverlening) hebben
Wij vinden het belangrijk dat gewenst gedrag wordt beloond door een positief woord of gebaar. Ongewenst gedrag proberen de leidsters te voorkomen door tijdig in te spelen op de manier van spelen of handelen van het kind/de kinderen. Indien ongewenst gedrag reeds is ontstaan wordt dit Pedagogisch beleidsplan Secondhome
18 Pagina
Versie juli 2015 omgebogen door de leidster en wordt, indien mogelijk , het gedrag besproken met als uitgangspunt de gevoelens van de kinderen. Het kind als persoon wordt nooit negatief benaderd, alleen gedrag wordt afkeurend negatief benoemd. Wij vinden het belangrijk kinderen vertrouwd te laten raken met alle leidsters werkzaam bij Second Home. Dit heeft als voordeel dat er in geval van wisselingen binnen het werkrooster toch een bepaalde mate van vertrouwen en veiligheid gewaarborgd blijft voor de kinderen. Afwezigheid van de leidsters proberen wij op te vangen binnen het eigen team. Met de planning zal altijd de rust in de groep belangrijk blijven en de leidster-kind-ratio blijft gewaarborgd.
Stagiaires Op onze groep werken gediplomeerde pedagogisch medewerkers. Ook kan het voorkomen dat er stagiaires op een groep aanwezig zullen zijn. De pedagogisch medewerker is verantwoordelijk voor de dagelijkse opvang, ontwikkeling en verzorging van een groep kinderen in een kindercentrum. Wij zijn tevens een kinderdagverblijf waar wij BBL’ers en BOL’ers begeleiden naar hun diploma. Een BOL-stagiaire heeft een beroepsopleidende leerweg door middel van leren en stage. Dit betekent dat een stagiaire altijd boventallig, dus naast twee vaste pedagogisch medewerkers, op de groep staat. Een BBL-stagiaire heeft een beroepsbegeleidende leerweg met leren en werken. De inzetbaarheid van een BBL’er wordt bepaald door het advies van de opleidings- en praktijkbegeleider. Deze kan in de eerste twee jaar variëren van 0 tot 100%. In die situatie is de BBL’er volledig of gedeeltelijk boventallig. Na deze twee jaar is de inzetbaarheid 100%. Dan is de BBL’er als tweede inzetbaar op een groep. De BBL-stagiaire voert in principe alle voorkomende taken die een pedagogische medewerker ook uitvoert. Daarbij wordt ze begeleidt door de leidsters op de groep. Voor het bepalen van de beroepskracht-kind-ratio is het volgende relevant: Een groep kan nooit geleid worden door alleen BBL-ers. Indien een BBL’er bijvoorbeeld voor 50% formatief inzetbaar is, kan dit verschillend ingevuld worden: - De BBL’er kan gedurende de helft van het aantal arbeidsuren als beroepskracht inzetbaar zijn en de overige uren boventallig. - Het kan ook zo zijn dat de BBL’er gedurende alle arbeidsuren ingezet wordt als beroepskracht, maar met de helft van het aantal kinderen van een gewone beroepskracht. - Dan is er nog een derde mogelijkheid dat naast een gewone beroepskracht in plaats van een tweede beroepskracht twee BBL’ers ingezet worden.
Pedagogisch beleidsplan Secondhome
19 Pagina
Versie juli 2015
Ondersteuning door andere volwassenen Bij Second Home kunnen pedagogisch medewerkers op bepaalde momenten ondersteund worden door andere volwassenen. Te weten; H. Yildiz. directeur en in het bezit van een VOG. Stagiaires niveau 2 helpende welzijn en stagiaires pedagogisch medewerker niveau 3/4 in bezit van VOG. Leden van de Oudercommissie als helpende hand bij activiteiten Volwassenen die zijn ingehuurd voor het geven van workshops of andere spelactiviteiten gedurende een korte periode op de dag.
Groepshulp: De groepshulp werkt groepsondersteunend in het kinderdagverblijf. Het doel van een groepshulp is het ondersteunen van de pedagogisch medewerker door het uitvoeren van algemeen verzorgende taken en/of licht huishoudelijke werkzaamheden. Dit houdt in: • Voert onder begeleiding van de pedagogisch medewerker licht verzorgende werkzaamheden uit, zoals het kinderen eten geven, verschonen e.d.. • Voert licht huishoudelijke werkzaamheden uit ter ondersteuning van de pedagogisch medewerkers. • Houdt samen met de pedagogisch medewerker(s) toezicht op (buiten-)activiteiten. • Begeleidt samen met de pedagogisch medewerker(s) kinderen tijdens uitstapjes buiten het kindercentrum. • Neemt gebruikelijk deel aan werkoverleg. Second Home werkt ook samen met een aantal vaste invalkrachten. Deze zijn zorgvuldig geselecteerd.
Werktijden De werktijden liggen van 07:30-17.30 uur of van 08-30:00 -18:30 uur. De werktijden van stagiaires kunnen hiervan afwijken, tevens de aanwezigheid van directie wijkt hier van af. Dit betekent dat ouders die ‘s morgens ontvangen zijn door de ene leidsters, bij het ophalen van hun kind de andere leidster zullen treffen. In de gang hangt een rooster van de maand waarop ouders kunnen aflezen wie er op welke dag op de groep staat. In geval van ziekte zal de eerste opvang door de directrice zelf worden waargenomen. Onmiddellijk zal dan ook de zogenaamde “oproeplijst” in werking treden. Op deze lijst staan de oproepkrachten dieper dag beschikbaar staan ingedeeld. De directrice of hoofdleidster benadert deze oproepkrachten.
Pedagogisch beleidsplan Secondhome
20 Pagina
Versie juli 2015
Verklaring omtrent Gedrag Alle medewerkers - dat wil zeggen de vaste medewerkers, stagiaires, invalkrachten en uitzendkrachten - zijn in het bezit van een geldig diploma conform CAO en beschikken over een geldig VOG.
Afwijking Kind-leidster Ratio: Indien per dag ten minste tien aaneengesloten uren opvang wordt geboden, kunnen, in afwijking van het zevende, achtste of negende lid (van de Wet Kinderopvang, Regeling kwaliteit kinderopvang en Convenant Kwaliteit kinderopvang,) voor ten hoogste drie uren per dag, met uitzondering van de uren tussen 9.30 en 12.30 uur en 15.00 en 16.30 uur, minder beroepskrachten worden ingezet, met dien verstande dat ten minste de helft van het aantal beroepskrachten(, vereist op grond van het zevende of achtste lid,) wordt ingezet. In de periode vóór 9.30 uur en na 16.30 uur kan de in de eerste volzin bedoelde afwijkende inzet van beroepskrachten ten hoogste anderhalf uur aaneengesloten bedragen en in de (pauze)periode tussen 12.30 uur en 15.00 uur, ten hoogste twee uren aaneengesloten en niet langer dan de daadwerkelijke duur van de middagpauze. Indien op grond van het tiende lid slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet, is ter ondersteuning van deze beroepskracht ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. Indien op grond van het zevende of achtste lid slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is, is tevens een volwassene beschikbaar die telefonisch bereikbaar is en die binnen 15 minuten in het kindercentrum aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit. De houder informeert de bij het kindercentrum werkzame personen over de naam en het telefoonnummer van deze persoon. (Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen, artikel 5 lid 8, 10, 11 en 12)”. In de praktijk betekent dit dat bij kinderdagverblijf Second Home continu tenminste twee beroepskrachten, of één beroepskracht en een andere volwassene (bijvoorbeeld stagiaire) in het pand aanwezig zijn. Groepsleidsters nemen gedurende de dag één keer een half uur pauze. Tijdens deze pauze wordt het pand niet verlaten en houden de leidsters zicht op de ruimte. Indien een leidster wel het pand verlaat zorgen we ervoor dat de leidinggevende in het pand aanwezig is als tweede volwassene indien er geen stagiaire aanwezig is. Gedurende het eerste uur na opening (i.c. van 07.30 uur tot 08.30 uur) geldt de calamiteitenregeling onder de volgende voorwaarden:
gedurende het eerste uur na opening wordt volstaan met één beroepskracht op de groep en een achterwacht, die binnen 15 minuten aanwezig kan zijn, de tweede beroepskracht of de stagiaire is uiterlijk om 08.30 uur in het pand. een lijst met telefoonnummers van de mogelijke achterwacht (de andere vestigingen zie achterwacht)
Pedagogisch beleidsplan Secondhome
21 Pagina
Versie juli 2015
in geval van nood moet uiteraard altijd 112 gebeld worden, uit ervaring blijkt dat tijdens het eerste uur tussen 07.30 4 en 08.30 bij het brengen van de kinderen meestal de ouder ongeveer 5 a 10 minuten bij het kind blijft en ook omdat de overdracht gedaan dient te worden. Hierdoor is er ook een andere volwassene in het pand aanwezig.
Dagindeling: Op kinderdagverblijf Second Home vinden we het belangrijk dat kinderen regelmaat in de dagindeling ervaren. Daarom hanteren we binnen onze groep een vaste dagindeling. We proberen naast de steeds terugkomende activiteiten ook plaats te maken voor nieuwe, afwisselende en uitdagende activiteiten (er zullen ook regelmatig uitstapjes worden georganiseerd, en ouders zullen daar tijdig van op de hoogte worden gebracht). Een voorbeeld van een reguliere dag ziet er als volgt uit: 7.30 – 9.30 uur:
Alles staat klaar als de kinderen worden gebracht. Iedere ouder en kind wordt persoonlijk door een medewerker ontvangen. De overdracht vindt plaats; bijzonderheden worden besproken, de tijd van de laatste voeding (baby’s) wordt genoteerd. Kinderen mogen vrij spelen tot de gezamenlijke dagstart.
9.30 – 10.00 uur:
Overdracht aan de medewerker met late dienst en de taakverdeling van de dag wordt besproken. Gezamelijke dagstart ; samen aan tafel zingen, praten of een verhaaltje lezen. Aansluitend fruit eten en sap drinken.
10.00 – 11.30 uur:
Er word een activiteit aangeboden. Dit kan variëren van buiten spelen, kleien, voorlezen tot dansen. De medewerkers haken in op de belevingswereld en vraag van kinderen. De kinderen worden gestimuleerd om aan de activiteiten mee te doen waarbij de kinderen zelf bepalen of ze op het aanbod in willen gaan.
11.30 – 12-30 uur:
De lunch wordt klaargemaakt. Dan gaan we samen met de kinderen aan tafel. Voor het eten wordt er met de kinderen gezongen en is er gelegenheid om te bidden. De peuters mogen zelf hun broodjes smeren of hun warme maaltijd benuttigen. De medewerkers eten met de kinderen mee. Na het eten krijgen de kinderen melk of flesvoeding.
12.30 – 14.30 uur:
Kinderen die tussen de middag nog slapen/rusten gaan naar bed. Kinderen die niet meer slapen mogen vrij spelen in de ruimte van groep Pipo of Grucho, de medewerkers bieden deze kinderen ook activiteiten aan, zoals bijvoorbeeld Lego en kleien.
14.30 – 15.00 uur:
De kinderen die hebben geslapen worden rustig wakker (gemaakt) en weer aangekleed. Er wordt yoghurt gedronken met gezond tussendoortje (een cracker, soepstengel of een plakje ontbijtkoek).
15.30 – 16.30 uur:
Er wordt een activiteit aangeboden. Dit kan variëren van buiten spelen tot creatieve vorming. Ook vrijspelen is mogelijk.
Pedagogisch beleidsplan Secondhome
22 Pagina
Versie juli 2015 16.30 - 18.30 uur:
Kinderen worden vanaf deze tijd opgehaald door hun ouders. De pedagogisch medewerkers geven in de overdracht aan hoe de dag is verlopen en bespreken eventuele bijzonderheden. Kinderen die nog niet opgehaald zijn kunnen vrij spelen met andere kindjes of de pedagogisch medewerkers.
Aanvullend:
De dagindeling kan afwijken, we hebben tenslotte te maken met kleine kinderen en hun specifieke behoeftes waar wij op inspelen. De kinderen worden regelmatig verschoond gedurende de dag. In de ochtend van 07.30 – 08.30 uur worden de kinderen van de groepen Parcival en Pipo opgevangen op groep Pipo. In de middag van 17.30 – 18.30 uur komen de groepen opnieuw bij elkaar. Indien de groepssamenstelling hiervoor te groot wordt, kan hiervan afgeweken worden. Baby's hebben een eigen dagritme. Het spreekt voor zich dat de baby's in de groep(en) een heel eigen dagindeling hebben. Hierbij volgen we zoveel mogelijk het dagritme van thuis. Ieder dagdeel dat een baby op het dagverblijf aanwezig is, wordt het zo veel mogelijk door dezelfde medewerker verzorgd. Deze medewerker is de vaste verzorgster van de kleine en ook de contactpersoon voor de ouder. Indien deze medewerker niet aanwezig is neemt een andere vaste medewerker de totale verzorging van de baby over.
Opvangtijden: Kinderdagverblijf Second Home heeft de volgende openingstijden: maandag t/m vrijdag van 07:30 uur tot 18:30 uur. De vaste breng- en haaltijden zijn van ‘s morgens 7:30 uur tot 9.30 uur. Tussen de middag kunnen de kinderen gehaald of gebracht worden 12.30 tot 13.00 uur. Het ophalen is vanaf 16.30 uur. Voor de rust op de groep hanteren wij een uiterste brengtijd van 9:30 uur. Wordt het later dan 9:30 uur dan vragen wij ouders ons hierover die ochtend te bellen. Ouders kunnen dan om 11:00 uur hun kind brengen en anders om 12:30 uur. Wij vinden het belangrijk dat tijdens de eet– en drinkmomenten de rust gewaarborgd is. Op de breng- en haalmomenten wordt belangrijke en leuke informatie over het kind door de pedagogische medewerkers en de ouders uitgewisseld. Ouders kunnen tijdens breng momenten praktische informatie over het kind of leuke anekdotes aan de pedagogisch medewerkers vertellen. Op het moment dat ouders hun kind komen halen, geven de pedagogisch medewerkers belangrijke informatie over het kind, zoals de activiteiten die het kind ondernomen heeft tijdens de opvangdag. Omdat de contactmomenten kort zijn, is het altijd mogelijk om een gesprekje met de pedagogisch medewerkers aan te vragen, zodat op een rustiger moment uitgebreid overlegd kan worden.
Afscheid nemen: Voor elk kind geldt dat een duidelijk afscheid fijn is. Neem de tijd om uw kindje te brengen, een korte mondelinge overdracht en even spelen. Meld uw kindje dat u weggaat ook al vind uw kindje afscheid nemen moeilijk. Ook ouders ervaren het afscheid nemen soms moeilijk. Wij hebben hier alle begrip voor maar in het belang van het kind is het raadzaam het afscheid kort en duidelijk te houden.
Pedagogisch beleidsplan Secondhome
23 Pagina
Versie juli 2015
Activiteiten: Jonge kinderen De baby’s staan voor een groot deel van de dag in het teken van verzorging. Tijdens de verzorging wordt er met de kinderen gepraat. Er wordt regelmatig gezongen en geknuffeld. Zodra de baby’s kunnen zitten, nemen ze deel aan de kring waarin liedjes worden gezongen. Het aanbod van speelgoed wordt aangepast op de leeftijd. Er wordt voldoende variatie aangeboden. Bij mooi weer wordt er buiten gespeeld; er is (veilig ) speelgoed o.a. ook speeltoestellen en zand om mee te spelen, evenals rijden materiaal. De allerkleinsten worden in de wagen gelegd. Indien de mogelijkheid zich voordoet, wordt er gewandeld met de baby’s. Als het regent, worden er binnen activiteiten met de kinderen gedaan. De pedagogisch medewerkers doen regelmatig leeftijdsgerichte activiteiten, bijvoorbeeld een poppenspel, kiekeboe of het lezen van een boek. Oudere kinderen In het dagritme zijn enkele vaste activiteiten opgenomen, zoals het samen zingen en eten in de kring. Daarnaast is er veel ruimte voor de peuters om zelf te spelen. Buitenspelen behoort ook tot een vaste activiteit binnen de dag. Het is niet nodig, en zelfs niet gewenst, om kinderen de hele dag bezig te houden. Op vaste tijden worden activiteiten aangeboden om bezig te zijn, maar ook om kennis te maken met allerlei materialen en spelletjes. De uitdaging zit in de variatie van het aanbod.
Blijf in beweging ! Second Home wilt de kinderen stimuleren om meer te bewegen. Wij vinden dat beweging kinderen bijdraagt in de ontwikkeling op allerlei gebieden. Daarom hebben we “ Blijf in beweging” in ons beleid opgenomen. Hiermee willen we minimaal 2 keer in de week gerichte beweegactiviteiten aanbieden aan de kinderen. Blijf in beweging houdt in: De leidsters zorgen voor de ruimte en inrichting om de activiteiten te doen. Dit kan zowel op de groep en/ of een andere (geschikte) ruimte of buiten zijn.
Voor elke leeftijdscategorie is er een andere aanpak en aanbod te komen van activiteiten/ spellen. Elk kind doet op zijn eigen tempo mee aan de activiteiten( respect voor de autonomie) Kinderen moeten worden uitgedaagd. Leidsters dienen te observeren wat een kind al kan en wat (nog) niet. Kinderen worden gestimuleerd om mee te doen maar niet gedwongen (respect voor de autonomie van het kind). Kinderen zoveel mogelijk in groepen van dezelfde leeftijd indelen bij groepsactiviteiten. Bij vrij spel hoeft dit niet perse.
Pedagogisch beleidsplan Secondhome
24 Pagina
Versie juli 2015 De activiteiten zoveel mogelijk aan laten sluiten op de thema’s die op de groepen afspelen. Bij onregelmatigheden of ongelukjes dienen registraties gemaakt te worden m.b.v. ongevallenregistratie formulieren, zodat er bij regelmatig terugkerende ‘ ongelukken’ dit beoordeeld kunnen worden. Leidsters dienen onderling te overleggen/ brainstormen over de activiteiten. Ouders worden over de activiteiten geïnformeerd door nieuwsbrieven en eventuele tips/ adviezen voor thuis.
We maken gebruik van de methode “ beweegkriebels”. Voor meer informatie kunt u terecht bij de pedagogische medewerkers en/ of leidinggevende.
Speciale feestdagen: Bij een verjaardag mag een kind een traktatie uitdelen. De pedagogisch medewerkers vieren samen met het jarige kind zijn/haar verjaardag. In overleg met de ouders en pedagogisch medewerkers kijken we welke dag de verjaardag gevierd wordt. De pedagogisch medewerkers zorgen voor een feestmuts en een feeststoel. Een nieuw broertje of zusje is natuurlijk ook reden te meer om een cadeau te maken en indien gewenst wordt hier ook de mogelijkheid geboden om te trakteren. De kinderen mogen trakteren op de groep. Niet alle traktaties zijn echter geschikt om uit te delen. Zo gaat onze voorkeur bijvoorbeeld uit naar een hartige i.p.v. zoete traktatie. Ouders kunnen altijd overleggen met de pedagogisch medewerkers over een geschikte traktatie. Natuurlijk zingen de medewerkers en de kinderen voor de jarige. Naast deze dagen vieren wij diverse feesten uit verschillende culturen u kunt hierbij denken aan Suikerfeest, sinterklaas & Kerst, in overleg met ouders kunnen wij ook feesten vieren uit diens cultuur.
Eten en drinken: Op kinderdagverblijf Second Home wordt er met elkaar als groep gegeten en gedronken. Gezamenlijk eten heeft meerdere functies. Behalve dat eten en drinken goed voor de ontwikkeling van het kind is, heeft het ook een sociale functie, een sfeerfunctie en een moment van rust. Op kinderdagverblijf Second Home wordt er fruit, brood en tussendoortjes aangeboden. 2 keer in de week wordt er ook warm eten aan de kinderen aangeboden. Dit is volledig biologisch en wordt door een bedrijf (Madaga) naar de locatie gebracht. Madaga kookt voor kinderdagverblijven verse, biologische, warme gerechten voor ‘s middag of ’s avonds. Alles wat ze koken is van topkwaliteit, makkelijk op te warmen en veilig. Ze leveren ook vegetarische sandwichspreads vol groenten en gezonde, lekkere traktaties. Verder houden ze altijd rekening met kinderen die een allergie hebben. (zie ook Madaga.nl voor meer informatie) Op elke locatie hangen informatieborden waarop een weekmenu te zien is. Zo kunnen de ouders zien welke dag er wat wordt aangeboden aan de kinderen. Pedagogisch beleidsplan Secondhome
25 Pagina
Versie juli 2015 Uitgebreide informatie over het warm eten kunnen ouders verkrijgen bij de leidsters en of de directie. Voor de baby’s gebruiken wij Nutrilon als opvolgmelk. Indien ouders geen gebruik willen maken van Nutrilon, kunnen zij dit tijdens het intakegesprek aangeven. Wij zullen er dan voor zorgen dat de voeding wordt aangeschaft behalve indien het om speciale voeding betreft (bijvoorbeeld dieetvoeding) .De ouders dienen dan de voeding zelf mee te nemen.Het is altijd mogelijk om borstvoeding te geven of mee te brengen in een koeltas of ingevroren.
De medewerkers van Second Home verzorgen de broodmaaltijden, het drinken, fruit en de tussendoortjes. We proberen ook het fruit biologisch in te kopen bij de groenteboer. Uiteraard wordt bij het eten en drinken de hygiëne in acht genomen. Kinderen hebben goede voeding nodig om te groeien en zich te ontwikkelen. Er zijn verschillende tafelmomenten waarbij de kinderen verschillende soorten voeding en drinken aangeboden krijgen. De kinderen eten samen met de pedagogisch medewerkers aan tafel. De kinderen krijgen eerst een boterham met hartig beleg en mogen vervolgens ook kiezen voor een boterham(men) met zoet beleg (jam, fruithagel of appelstroop) Kinderen worden nooit gedwongen hun bord leeg te eten. Ze krijgen kleine porties op hun bord en ze worden gestimuleerd voldoende te eten. Bij een afwijkend eetpatroon of andere bijzonderheden zullende ouders door de pedagogisch medewerkers worden ingelicht. De pedagogisch medewerkers zien erop toe dat de baby’s en peuters goed drinken. ’s Morgens rond 09:30 uur en tijdens de lunch wordt er gedronken. In de middag en aan het eind van de middag krijgen de kinderen nogmaals iets te drinken. De kinderen krijgen (soja)melk, diksap en ranja te drinken. Kinderen kunnen altijd water drinken als zij willen. Ouders zijn verantwoordelijk om de pedagogisch medewerkers op de hoogte te stellen van bijzonderheden en wensen rondom de voeding van het kind. Bijzonderheden zoals een allergie, dieet of wensen vanuit een geloofsovertuiging worden tijdens het intakegesprek op het gegevensformulier genoteerd. Hiermee zullen de pedagogisch medewerkers binnen de opvang rekening mee houden Op de groep wordt duidelijk een zichtbare mededeling opgehangen over wat het betreffende kind niet mag eten of drinken plus de eventuele vervangingsmogelijkheden. Als er een kans is op een heftige allergische reactie van het kind op een voedingsmiddel, dan geven de ouders op het gegevensformulier aan, welke stappen in een dergelijke situatie ondernomen moeten worden. Speciale (fles-)voeding bij een bepaald dieet, wordt door de ouders zelf meegenomen.
Kinderen en persoonlijke hygiëne: Kinderdagverblijf Second Home verstrekt luiers. Kinderen die een luier dragen, worden na eet momenten en regelmatig tijdens het spelen gecontroleerd op een vieze luier en zo nodig verschoond. De peuters hebben meerdere vaste verschoonmomenten. Peuters zien hoe andere kinderen met de zindelijkheidstraining bezig zijn en worden daardoor gestimuleerd. Pedagogisch beleidsplan Secondhome
26 Pagina
Versie juli 2015 Wanneer de ouders van het kind thuis met zindelijkheidstraining bezig zijn en het kind er zelf aan toe is, kan dat op het kinderdagverblijf worden voortgezet. Het wordt spelenderwijs gedaan. Kinderen die aangeven zelf te willen plassen krijgen die ruimte. Deze kinderen mogen zonder luier rondlopen. Wanneer er ongelukjes gebeuren, wordt er geen negatieve aandacht aan geschonken. Er wordt altijd geprezen als het kind een plas op de wc doet. Dit wordt nog eens extra ondersteund door bijvoorbeeld een sticker. Een soort beloning. Kinderen die zelf naar het toilet kunnen gaan, doen dit onder begeleiding van onze pedagogisch medewerkers.
Gezondheid: Wij houden de gezondheid van de kinderen goed in de gaten. In geval van ziekte worden de ouders gevraagd zieke kinderen of kinderen die een besmettingsgevaar voor anderen kunnen opleveren niet naar het kinderdagverblijf te brengen. Enerzijds omdat het personeel niet adequaat is opgeleid om zieke kinderen te verzorgen en omdat er onvoldoende tijd beschikbaar is voor het verzorgen van een ziek kind en om het welbevinden van het kind zelf, anderzijds omdat in geval van een besmettelijke ziekte het kind de andere kinderen en de leiding kan besmetten. Wanneer moet een ziek kind worden opgehaald?
Als het kind te ziek is om aan het dagprogramma deel te nemen. Als de verzorging te intensief is voor de leidsters. Als het de gezondheid van andere kinderen in gevaar brengt.
Bij besmettelijke ziekten Ouders melden besmettelijke ziekten van hun kind bij de leiding. De leiding overlegt zo nodig met de GGD. De GGD wint met toestemming van de ouders eventueel informatie in bij de huisarts. De GGD adviseert maatregelen afhankelijk van de ziekte. De pedagogische medewerker zal indien het kind moet worden opgehaald contact met de ouders/ verzorgers opzoeken. Medicijnen Ouders/ verzorgers kunnen de pedagogische medewerker verzoeken om bepaalde geneesmiddelen toe te dienen. Zij dienen vooraf een formulier in te vullen voor het geven van toestemming. Dit kunnen geneesmiddelen zijn die door de huisarts of specialist zijn voorgeschreven. Wij kunnen aan dit verzoek voldoen als het middels een originele verpakking met originele bijsluiter wordt aangeleverd of als op het middel of op de verpakking staat aangegeven hoe de wijze van toediening plaats dient te vinden. Hoofdluis Bij het constateren van hoofdluis krijgen de ouders schriftelijk informatie over de behandeling. Het hoofdluis gevoelige speelgoed wordt dan grondig gereinigd. Het kind met hoofdluis mag niet naar het kinderdagverblijf, totdat alle luizen en neten bij het kind
Pedagogisch beleidsplan Secondhome
27 Pagina
Versie juli 2015 verwijderd zijn. De kinderen zullen regelmatig (1x per kwartaal) worden gecontroleerd door onze luizen moeder.
Signaleren van bijzonderheden/ doorverwijzingen Pedagogisch medewerkers op het kinderdagverblijf nemen naast ouders, verzorgers en hun familie een gedeelte van de opvoeding van de kinderen over. De kinderopvang is vaak de eerste plaats waar kinderen regelmatig buiten de eigen gezinssituatie een aantal uren per week tussen leeftijdsgenootjes zijn. Pedagogisch medewerkers maken een aantal ontwikkelingsmomenten van dichtbij mee en zullen daardoor ook signaleren welke kinderen zich langzamer of anders ontwikkelen dan de andere kinderen. 1. Ontwikkelingsproblemen Ieder kind ontwikkelt zich in zijn eigen tempo. Het ene kind ontwikkelt zich in een bepaalde periode op een specifiek ontwikkelingsgebied meer dan de ander. De een kan sneller lopen, de ander sneller praten. Op een bepaalde leeftijd hebben de meeste kinderen een aantal vaardigheden ontwikkeld. Aan de hand daarvan is een gemiddelde vastgesteld. Er zijn kinderen die boven het gemiddelde zitten, anderen zitten er net onder. Wanneer een kind zich merkbaar langzamer ontwikkelt dan voor zijn leeftijd gebruikelijk is, kan het zijn dat er een probleem is met zijn ontwikkeling. Indien achterstand of extreme problemen worden vermoed of gesignaleerd, wordt met medeweten en (eventuele) medewerking van de ouders getracht de achterstand in te halen of het extreme probleem te verminderen, dit tot zover de mogelijkheden reiken binnen het kinderdagverblijf. Zo nodig wordt het kind doorverwezen naar de huisarts, het consultatiebureau, de logopedist(e) en/ of een andere instatie. Om het verloop van de ontwikkelingsachterstand of het extreme probleem te kunnen blijven volgen, zijn er regelmatig contacten met de ouders en soms ook met de desbetreffende instanties. 2. Gedragsproblemen Bepaalde gedragsuitingen zoals agressie, angst en drift zijn bij sommige kinderen vaker dan normaal aanwezig. Soms gaat dit gepaard met problemen in het leggen van contacten met andere kinderen en volwassenen. Dergelijk gedrag leidt meestal tot problemen bij het kind zelf en in de relatie die het kind met de omgeving heeft. Ook is het mogelijk dat een kind heel teruggetrokken is, nauwelijks opvalt in de groep en moeilijk contact maakt met de andere kinderen en de pedagogisch medewerkers. Bij het signaleren van opvoedingsproblemen wordt er tijdens een gesprek met de ouders samen naar een oplossing gezocht, zo nodig wordt de ouder doorverwezen naar een opvoedsteunpunt. Wel wordt rekening gehouden met verschillende opvoedstijlen en cultuurverschillen. 3. Aangeboren beperkingen Ook kan er sprake zijn van aangeboren beperking. Hierbij kunnen we denken aan bijvoorbeeld contactstoornissen een lichamelijke afwijking aan het gehoor of gezichtsvermogen.
Pedagogisch beleidsplan Secondhome
28 Pagina
Versie juli 2015 Een kind kan opvallend gedrag vertonen zoals vermeld bij ontwikkelings- en gedragsproblemen. Voor pedagogische medewerkers is het belangrijk om ook met de mogelijkheid rekening te houden dat het opvallend gedrag wordt veroorzaakt door een aangeboren beperking.
Rol van de pedagogische medewerker De rol van de pedagogische medewerker bij aanwezigheid van bijzonderheden is in eerste instantie het signaleren. De signalen die het kind afgeeft moeten duidelijk in kaart gebracht worden. Daarna zal de situatie/ signalen eventueel met een collega en/ of leidinggevende, die het kind ook op de groep ziet, worden besproken en beoordeeld. Uiteindelijk zal duidelijk moeten worden of er een gesprek gaat komen met de ouders om de zorg(en) kenbaar te maken. De pedagogische medewerker bied steun aan de ouders tijdens het traject waarbij de zorgen kenbaar worden gemaakt en er eventueel hulp gezocht gaat worden. De pedagogische medewerkers zullen worden opgeleid/ geïnstrueerd wat de signalen van de bijzonderheden/ problemen kunnen zijn bij kinderen. Daarnaast zullen ze observatieformulieren gebruiken om de bijzonderheden in kaart te brengen. Bij het inwinnen van hulp en/ of informatie kunnen de pedagogische medewerkers terecht bij verschillende organisaties. Hieronder leest u welke deze kunnen zijn (in overleg met ouders). De leidinggevende zorgt er voor dat de pedagogische medewerkers de benodigde instrumenten/ instructies voorhanden krijgen voor het in kaart brengen van de signalen en het ondernemen van de vervolgstappen. De directie stelt een protocol op voor de stappen en instructies die genomen dienen te worden bij zorgen. Advies en ondersteuning externe organisaties Organisaties waar pedagogisch medewerkers en ouders terecht kunnen wanneer er zorg is over de ontwikkeling van een kind zijn: Consultatiebureau : ontwikkelingsproblemen jonge kinderen Huisarts: voor problemen met mogelijke/waarschijnlijke biologische of genetische oorzaak MEE Amstel en Zaan: wanneer er mogelijk sprake is van een psychische of verstandelijke beperking VTO-team: ondersteuning aan ouders met een kind van 0-5 jaar die vragen hebben over de ontwikkeling: benaderen wanneer er sprake is van een ontwikkelingsachterstand Pedagoge van GGD-jeugdgezondheidszorg: algemene vragen m.b.t. ontwikkeling en opvoeding CJG: voor algemene vragen Veilig Thuis ( voorheen het AMK) bij vermoeden kindermishandeling Ouders Indien de signalen in kaart gebracht zijn en er is met de leidinggevende gesproken wordt er uiteindelijk een gesprek met de ouders gepland. Dit kan samen met de leidinggevende en de pedagogische medewerker van het kind. Tijdens zo’n gesprek worden de signalen benoemt en gevraagd aan de ouders of ze dit ook herkennen en wat hun bevindingen zijn. Samen met de ouders wordt er een beslissing gemaakt naar een vervolgstap. Dit kan eventueel nog een observatie zijn of een doorverwijzing, indien ouders aangeven direct hulp te willen. De leidinggevende en pedagogische medewerkers bespreken de mogelijkheden van hulp en de beschikbare hulporganisaties. Tenslotte wordt er een vervolggesprek gepland met de ouders om de ontwikkelingen te bespreken.
Pedagogisch beleidsplan Secondhome
29 Pagina
Versie juli 2015 Er worden afspraken met ouders gemaakt over de gezamenlijke omgang t.a.v. het opvallend gedrag van hun kind. Indien nodig wordt er externe hulp gezocht. Dit initiatief ligt bij de ouders. Als ouders de problemen die bij hun kind gesignaleerd zijn niet herkennen of ontkennen en geen hulp willen voor hun kind is het belangrijk dat er toch een vervolggesprek wordt gepland. Het is wenselijk dat zo’n gesprek binnen 3 maanden plaatsvind, zodat ouders geïnformeerd blijven over hun kind. Per situatie zal bekeken moeten worden of het kind de juiste aandacht en begeleiding op de groep kan krijgen en of het gedrag dat het kind vertoont niet structureel een n op n begeleiding vraagt. Wanneer blijkt dat de zorg die het kind nodig heeft niet op het kinderdagverblijf geboden kan worden, dan zal in overleg met de leidinggevende doorverwezen worden naar een instantie die deze hulp wel kan bieden. Bij direct gevaar wordt er altijd ingegrepen.
Wennen: Wanneer uw kind voor het eerst naar ons kinderdagverblijf komt is het belangrijk dat uw kind de mogelijkheid krijgt om te wennen aan de omgeving en de nieuwe groep. Wanneer uw kind de mogelijk krijgt om te wennen zal het zich sneller thuis voelen en zich veilig voelen. In overleg met de pedagogisch medewerkers worden voor de plaatsingsdatum een wenperiode afgesproken. De wenperiode bestaat uit 3 keer wennen op de groep. U brengt uw kind een paar uurtjes en u komt uw kind daarna weer ophalen. De Pedagogische Medewerker van uw kind vertelt hoe de paar uurtjes op de groep voor uw kind verlopen zijn. Elke keer dat uw kind komt wennen wordt de duur van de wenperiode iets opgebouwd, zodat de overgang naar hele dagen soepel verloopt. Ook kan er afgesproken worden dat ouders de eerste twee keer bij het kind blijven en de derde keer het kind achterlaten. We wennen meestal een keer in de ochtend een keer in de middag en een hele dag. Ook proberen we bij kinderen die slapen een keer de slaap mee te pakken in de wenperiode. Indien een kind een langere periode nodig heeft om te wennen is het mogelijk om de wenperiode uit te breiden. Dit kan in samenspraak met de pedagogische medewerker. Bij baby’s zorgen we ervoor dat we zoveel mogelijk aan het ritme van thuis aansluiten. Bij peuters besteden we extra aandacht aan het kind en letten we er goed op hoe het kind zich voelt. Wanneer nodig is geven we extra steun en aandacht. Ook zorgen we ervoor dat het kind het ritme op het dagverblijf leert kennen en besteden we extra aandacht aan de kennismaking met de andere kinderen uit de groep. Pedagogisch medewerkers bieden tijdens het wennen vertrouwen en ondersteuning aan het kind, zodat het zich veilig en vertrouwd gaat voelen in de groep. Een kort en duidelijk afscheid van de ouders, biedt de meeste duidelijkheid voor het kind, waardoor het kind sneller wennen kan. Tijdens de wenperiode adviseren wij ouders om in ieder geval bereikbaar te zijn. Het brengen en halen van kinderen in de wenperiode wordt op een rustig tijdstip gepland zodat de leidster voldoende aandacht kan schenken aan het nieuwe kind en de ouders. De leidsters observeren het nieuwe kind nauwlettend en sluiten zoveel mogelijk aan op de eigenheid van het kind. Wenafspraken worden zoveel mogelijk afgesproken op de dagen dat het kindje ook gaat komen.
Pedagogisch beleidsplan Secondhome
30 Pagina
Versie juli 2015
Protocollen: Voor heel veel zaken hebben wij protocollen vastgesteld. Hierin wordt omschreven hoe te handelen bij specifieke gebeurtenissen .Alle leidsters zijn op de hoogte van de inhoud van deze protocollen. Ouders kunnen deze protocollen inzien op aanvraag. Wij hebben o.a. protocollen betreffende klachtafhandelingen, medicijn toediening, schoonmaken, voorbereiden van voedsel, veiligheid en gezondheid en kindermishandeling. Onze Kinderopvangorganisatie is aangesloten bij de SKK (Stichting Klachtencommissie Kinderopvang)
Kwaliteit: Kinderdagverblijf Second Home voldoet aan de eisen die zijn vastgelegd in de Wet Kinderopvang. Dit wordt gecontroleerd door de GGD in opdracht van gemeente Amsterdam. Mede door inspraak van de oudercommissie kunnen wij beleid en daarmee samenhangend de kwaliteit afstemmen op wensen van ouders. Veiligheid en gezondheid Second Home streeft naar een goede mix tussen het bieden van veiligheid en het bieden van voldoende uitdaging. Niet alle veiligheidsrisico's kunnen en moeten worden afgedekt, wel moeten de risico's tot een aanvaardbaar minimum worden beperkt. Om risico’s te beperken wordt er o.a. de volgende maatregelen genomen;
Second Home heeft een calamiteitenplan. Deze hangt zichtbaar op de groep. Het plan is bekend bij degenen die op de locatie werkzaam zijn.
Op locatie wordt een inventarisatie gemaakt van de risico's op het gebied van gezondheid en veiligheid. Deze zogenaamde RI&E's leveren actieplannen op: wat wordt op welke manier aangepakt. De GGD controleert jaarlijks en soms meerdere keren per jaar onze kinderopvang.
Continuscreening: Ten behoeve van een veilige kinderopvang worden vanaf 1 maart 2013 alle medewerkers ( behalve stagiairs, uitzendkrachten en vrijwilligers) in de kinderopvang gecreend door de overheid op strafbare feiten. Dit geldt ook voor onze medewerkers.
T.b.v. het “vierogenprincipe” die per 1 juli 2013 in werking gaat treden hebben wij bij de ingang van het dagverblijf en op de groepen videobewaking. Dit principe houdt in dat altijd een volwassene moet kunnen meekijken of meeluisteren met een beroepskracht. Een beroepskracht mag nog steeds alleen staan op de groep, zolang er op elk moment een andere volwassene de mogelijkheid heeft om mee te kijken of te luisteren. De beelden kunnen alleen door de directie bekeken worden en eventueel bij incidenten of calamiteiten teruggehaald worden. We dragen zorg voor een gezond binnenmilieu. Dit doen we op de volgende manieren; Roken; In onze kinderopvang wordt niet gerookt! Luchten en schoonhouden;
Dagelijks wordt het verblijf gelucht en schoongemaakt: Pedagogisch beleidsplan Secondhome
31 Pagina
Versie juli 2015
De vloer wordt gezogen en gedweild. Hand- en theedoeken worden elke dag verschoond. Vuile luiers worden in een afgesloten bak weggegooid. Voor en na het eten en drinken, wordt de tafel met een schone vochtige doek afgenomen. Het sanitair wordt elke dag schoongemaakt. De toiletten van de kinderen worden na iedere toiletgang schoongemaakt. In het pand wordt geen schoeisel gedragen waarmee buiten is gelopen. Bij het brengen en halen van de kinderen dienen de ouders overschoenen aan te trekken of de schoenen uit te doen.
Tot slot: Dit pedagogisch beleidsplan biedt ouders en leidsters inzicht in de grond beginselen van ons kinderdagverblijf en is tevens de leidraad voor de dagelijkse omgang met uw kinderen. De vorm van de hierboven beschreven opvang is een bewuste, doordachte keuze. Deze vorm sluit het beste aan bij onze ideeën om samen met de ouders te zorgen voor het welbevinden en de ontwikkeling van kinderen in de leeftijd 0-4 jaar. Wij hechten dan ook groot belang aan de kleinschalige en goede communicatie tussen leidsters en ouders. Samenspraak zal mogelijk leiden tot verdieping en andere inzichten. Ons pedagogisch beleidsplan is dan ook geen eindproduct. Regelmatig zullen wij het plan herzien aan de hand van de wisselwerking tussen ouders, kinderen en leidsters.
Pedagogisch beleidsplan Secondhome
32 Pagina