Séance plénière du. Plenaire vergadering van JEUDI 2 OCTOBRE 2008 ASSEMBLÉE RÉUNIE DE LA COMMISSION COMMUNAUTAIRE COMMUNE

C.R.I. N° 24 – Session 2007-2008

I.V. Nr. 24 – Zitting 2007-2008

ASSEMBLÉE RÉUNIE DE LA COMMISSION COMMUNAUTAIRE COMMUNE

VERENIGDE VERGADERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE

_____

_____

Compte rendu intégral

Integraal verslag

_____

_____

Séance plénière du

Plenaire vergadering van

JEUDI 2 OCTOBRE 2008

DONDERDAG 2 OKTOBER 2008

_____

_____

Le Compte rendu intégral contient le texte intégral des discours dans la langue originale. Ce texte a été approuvé par les orateurs. Les traductions - imprimées en italique sont publiées sous la responsabilité du service des comptes rendus. Pour les interventions longues, la traduction est un résumé.

Het Integraal verslag bevat de integrale tekst van de redevoeringen in de oorspronkelijke taal. Deze tekst werd goedgekeurd door de sprekers. De vertaling - cursief gedrukt - verschijnt onder de verantwoordelijkheid van de dienst verslaggeving. Van lange uiteenzettingen is de vertaling een samenvatting.

3

N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

SOMMAIRE

(2007-2008) – Nr. 24

INHOUD

EXCUSÉS

4

VERONTSCHULDIGD

4

DÉCLARATION DU COLLÈGE RÉUNI

4

BELEIDSVERKLARING VERENIGD COLLEGE

HET

4

Discussion – Orateurs : M. Michel Colson, Mme Anne-Sylvie Mouzon, M. Didier Gosuin, M. Jan Béghin, M. Joël Riguelle, M. Paul Galand, M. Dominiek LootensStael, Mme Brigitte De Pauw, Mme Adelheid Byttebier, Mme Jacqueline Rousseaux, M. Charles Picqué, président du Collège réuni.

4

Bespreking – Sprekers : de heer Michel mevrouw Sylvie Mouzon, de heer Didier Gosuin, de heer Jan Béghin, de heer Joël Riguelle, de heer Paul Galand, de heer Dominiek Lootens-Stael, mevrouw Brigitte De Pauw, mevrouw Adelheid Byttebier, mevrouw Jacqueline Rousseaux, de heer Charles Picqué, voorzitter van het Verenigd College

4

VAN

Assemblée réunie de la Commission communautaire commune – Séance plénière – Compte rendu intégral Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie – Plenaire vergadering – Integraal verslag

N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

(2007-2008) – Nr. 24

4

PRÉSIDENCE : M. ERIC TOMAS, PRÉSIDENT. VOORZITTERSCHAP: DE HEER ERIC TOMAS, VOORZITTER. _____

- La séance est ouverte à 17h49.

- De vergadering wordt geopend om 17.49 uur.

EXCUSÉS

VERONTSCHULDIGD

M. le président.- Ont prié d'excuser leur absence :

De voorzitter.- Verontschuldigen zich voor hun afwezigheid:

- Mme Anne Swaelens,

- mevrouw Anne Swaelens,

- Mme Fatiha Saïdi.

- mevrouw Fatiha Saïdi.

DÉCLARATION DU COLLÈGE RÉUNI

BELEIDSVERKLARING VAN HET VERENIGD COLLEGE

Discussion

Bespreking

M. le président.- La parole est à M. Colson.

De voorzitter.- De heer Colson heeft het woord.

M. Michel Colson.- Monsieur le président, je dois d'abord déplorer que nous entamions à une heure aussi avancée le débat sur la déclaration du Collège réuni. Avec des mots mesurés, je voudrais aussi dénoncer le fait que le groupe socialiste, le plus important de cette assemblée, ait pris l'option de maintenir une réunion interne, une mise au vert - que mes amis d'ECOLO me pardonnent cette expression. Et je trouve cela parfaitement méprisant pour nos travaux. Je tenais à le souligner sans polémiquer davantage.

De heer Michel Colson (in het Frans).- Het is jammer dat het debat over de beleidsverklaring van het Verenigd College zo laat begint. Ik vind het ongehoord dat de PS elders een interne vergadering organiseert. Dat getuigt van een gebrek aan respect voor het parlement.

En réaction à la lecture de la déclaration du Collège réuni prononcée hier, j'avais envie de dire : pauvre collègue Byttebier qui a fait adopter une modification dans notre règlement afin que le Collège réuni présente annuellement une déclaration de politique générale ; pauvre assemblée de la Commission communautaire commune qui voit son rôle se limiter à une portion

Mevrouw Byttebier heeft het initiatief genomen om het reglement te wijzigen opdat ook het Verenigd College een jaarlijkse beleidsverklaring zou afleggen. De rol van de GGC is echter herleid tot een klein deelaspect van het sociale beleid in het Brussels Gewest. Dat is een drama voor de Brusselaars. Mijnheer Picqué, we weten dat u zich bekommert om het sociale beleid, maar uw korte en futloze beleidsverklaring strekt niet tot tevredenheid. Meer dan drie op tien Brusselaars en meer dan 35% van de minderjarigen leven in armoede. Niet


5

N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

congrue au vu du défi social de notre Région ; et surtout, pauvre population bruxelloise. Nous connaissons trop, Monsieur le ministre-président, l'attachement que vous portez aux politiques sociales pour ne pas être interpellés par la manière dont vous avez lu la déclaration de politique générale du Collège réuni. Ni le temps que vous lui avez consacré ni le ton, qui traduisait un manque évident de conviction, ne sont là pour nous rassurer. Pourtant, les chiffres sont sans cesse plus préoccupants. Dans notre Région, plus de trois personnes sur dix souffrent de pauvreté : des isolés, des ménages avec enfants, une surreprésentation de familles monoparentales. Plus de 35% des jeunes de moins de dix-huit ans vivent sous le seuil de pauvreté. Au-delà de la pauvreté des familles, et je le dénonçais déjà l'année dernière, tous les indicateurs convergent pour dire que les personnes vont bientôt rejoindre cette triste réalité. L'an dernier déjà, des habitants de notre Région étaient aussi les plus endettés par rapport à la moyenne belge. Une étude de la Fondation Roi Baudouin insistait aussi sur l'urgence à prendre des mesures générales contre l'exclusion sociale, mais aussi des mesures particulières, plus adaptées notamment aux populations migrantes, puisque les personnes issues des flux migratoires rejoignent désormais systématiquement la population du quart-monde. Entre-temps, que s'est-il passé ? Quelques chiffres récents viennent d'être publiés par le Service public fédéral d'Intégration sociale, relatifs au nombre de bénéficiaires du droit à l'intégration sociale. Si l'on enregistre une hausse de 837 bénéficiaires supplémentaires en janvier 2008, elle n'est pas uniformément répartie sur l'ensemble du pays. En Flandre, le nombre de personnes qui dépendent de l'intégration sociale a diminué en un an : en janvier 2008, ils étaient 28.664, soit 30% du nombre total. Mais à ce train-là, la Flandre sera très bientôt rattrapée par notre Région bruxelloise qui compte pourtant nettement moins d'habitants qu'elle. En janvier 2008, en effet, ce n'était pas moins de 24.759 bénéficiaires de l'intégration sociale qui étaient recensés dans nos 19 CPAS, soit 1.050 de plus que l'année précédente. C'est, à quelques unités prêts, la population de ma commune, Watermael-Boitsfort.

(2007-2008) – Nr. 24

alleen gezinnen, maar ook alleenstaanden delen in de klappen. Vorig jaar reeds was de gemiddelde schuldenlast in het Brussels Gewest de hoogste van het hele land. Uit studies blijkt dat er dringend nood is aan maatregelen tegen sociale uitsluiting. Er moet ook iets worden gedaan voor de allochtonen, want zij belanden zeer vaak in de armoede. In januari 2008 is het aantal Belgische leefloners gestegen met 837. Dat aantal is echter niet evenredig verdeeld over het hele land. In het Vlaams Gewest is het aantal leefloners, dat in januari van dit jaar 28.664 bedroeg, zelfs gedaald. Als de huidige evolutie zich voortzet, zal het Brussels Gewest binnenkort meer leefloners tellen dan Vlaanderen, dat nochtans veel meer inwoners heeft. In januari 2008 waren er niet minder dan 24.759 leefloners in Brussel. Hun aantal is op een jaar tijd met 1.050 gestegen. Veel eenoudergezinnen met een inkomen uit arbeid dat nauwelijks hoger is dan een leefloon, kunnen de touwtjes niet meer aan elkaar knopen. Steeds meer mensen kloppen aan bij de OCMW's omdat ze hun energiefacturen niet meer kunnen betalen. Hoe reageert het Verenigd College op deze situatie? Het is verbijsterend dat de afkorting "OCMW" slechts twee keer voorkomt in de beleidsverklaring. Vindt u niet dat de OCMW's meer aandacht en middelen moeten krijgen om het enorme armoedeprobleem aan te pakken? Ook over de ziekenhuisvereniging IRIS wordt met geen woord gerept. Onlangs nog uitte de voormalige voorzitter Yvan Mayeur zijn ongenoegen over de kritiek van de MR en zelfs van de regering op IRIS. U zei onder meer dat er nu moderne wetgeving is voor de sociale sector. Dat geldt inderdaad bijvoorbeeld voor diensten die sociale bijstand verlenen. Ook de wetgeving inzake bejaardentehuizen heeft de Verenigde Vergadering grondig aangepast. Zo kunnen bejaardentehuizen nu bijvoorbeeld in principe gebouwen leasen. De nieuwe regeling biedt echter nog heel wat andere mogelijkheden die misschien nooit zullen worden gebruikt omdat er in de nieuwe uitvoeringsbesluiten niet naar


N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

(2007-2008) – Nr. 24

6

A ce public extrêmement fragilisé s'ajoute encore le phénomène de la nouvelle pauvreté : de nombreuses familles mono-parentales avec un revenu du travail à peine supérieur au revenu d'intégration et bénéficiant cependant d'un logement social ne peuvent plus nouer les deux bouts. C'est aussi ce public-là qui se présente à nos permanences dans nos CPAS notamment parce qu'elles sont incapables d'honorer leurs factures d'énergie.

wordt verwezen. Ik verwijs bijvoorbeeld naar leasing. Ook de dagcentra en de dienstenflats worden verwaarloosd. Het zijn vaak nochtans volwaardige alternatieven voor bejaardentehuizen.

Plus de 60% des demandes en cette matière émanent d'un public qui s'adresse pour la 1ère fois aux CPAS.

U verwijst ook naar de inwerkingtreding van de ordonnantie betreffende de hulpverlening aan jongeren, de ordonnantie betreffende de oprichting van de adviesraad voor de gezondheidszorg enzovoort, maar als ik de vergelijking maak met uw beleidsverklaring van vorig jaar, zie ik eigenlijk geen wezenlijke vooruitgang.

Par rapport à cet énorme défi, quelle sera l'action du Collège réuni? A cet égard, Monsieur le Ministre-Président, il est révélateur que sur les 11 pages de votre déclaration, le mot CPAS ne soit mentionné que 2 fois. Une fois, à l'occasion du chapitre XII, relatif aux sans-abri et j'y reviendrai, et une autre fois, par rapport au développement d'un site internet dans le cadre de la politique d'information que le Collège souhaite poursuivre. Pour le reste, pas un mot. Ne pensez-vous pas, Monsieur le Ministre-Président, Mesdames et Messieurs les membres du Collège réuni, que les acteurs de première ligne que sont les CPAS auraient mérité une place plus grande dans votre déclaration et surtout des moyens supplémentaires pour faire face à cet énorme défi ! Je noterai aussi que le deuxième grand absent de cette déclaration du Collège réuni, c'est IRIS. Pas un mot sur IRIS, alors que tout dernièrement encore dans la presse, son ancien président Yvan Mayeur dénonçait les attaques dont sa gestion avait fait l'objet de la part de l'opposition MR mais déplorait également que, je cite, "le gouvernement avait émis des doutes sur les résultats d'IRIS jusque devant le parlement". Permettez-moi donc de passer en revue les 5 axes que vous avez développés brièvement en les reprenant un par un. Vous vous réjouissez donc, Monsieur le MinistrePrésident, Mesdames et Messieurs les ministres, du fait que tous les secteurs bénéficient, à présent, d'une législation revue et modernisée. Il en est, en effet, ainsi des centres et des services d'aide aux personnes, dont l'ordonnance actualisée en 2004

Het Verenigd College had zich nochtans met protocol 3 voorgenomen om alternatieve zorgstructuren te ontwikkelen. Zonder de nodige uitvoeringsbesluiten, blijft het echter bij goede voornemens.

U had het ook over de extra steun voor de sociale sector. De MR staat achter de ontwikkeling van initiatieven als Hospichild en de opvanghuizen of de opsporing van borstkanker, maar stelt zich vragen bij de aangekondigde erkenning van een nieuwe dienst voor thuiszorg die wordt georganiseerd door de vzw Conectar. Vorig jaar reeds vonden we het een goede zaak dat er meer aandacht ging naar het daklozenbeleid. Wat betreft het fameuze hoofdstuk XII, dat bedoeld is om de negentien OCMW's te groeperen, vraag ik me af op welke manier het Verenigd College de OCMW's zal overtuigen om deel te nemen. Hoe zult u ervoor zorgen dat de verenigingen die zich bezighouden met daklozen, voldoende inspraak houden? U had het ook over informatieverstrekking. De MR vindt dat ook dat beleidsdomein inderdaad aandacht moet krijgen. Er is nu onder meer een website van de OCMW-afdeling van de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en er komt ook een website voor senioren. Ik heb ook een aantal vragen in verband met de digitale sociale kaart. Een groot deel van de subsidies voor het Centrum voor Maatschappelijke Documentatie en Coördinatie (CMDC) dient om de vertaalkosten voor de tweetalige website te dekken. Vindt u dat werkelijk nuttig? Het heeft toch geen zin om de sociale doelstellingen van vzw's te vertalen als die eigenlijk onder de Franse


7

N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

(2007-2008) – Nr. 24

bénéficie enfin d'arrêtés d'application.

Gemeenschapscommissie vallen?

En ce qui concerne l'ordonnance relative aux établissements accueillant et hébergeant les personnes âgées, le travail parlementaire de l'assemblée réunie a été conséquent, le texte initial a été profondément amendé en jetant notamment les bases d'un financement alternatif pour les investissements en maisons de repos et en maisons de repos et de soins.

Nederlandstaligen kunnen dan geneigd zijn om een beroep te doen op een van die vzw's en vervolgens verontwaardigd reageren omdat ze niet worden geholpen in hun moedertaal. U zou de zaken moeten ophelderen.

Mais le texte adopté ouvrait la porte à une série de possibilités qui, si on n'y prend garde, ne pourront jamais être exploitées dans la mesure où les arrêtés d'exécution, qui sont actuellement soumis à concertation, n'y font pas allusion. Je veux citer ici, expressément, le leasing immobilier qui n'est pas du tout prévu dans les projets d'arrêtés qui circulent, de même que le principe de l'acquisition d'un bâtiment ainsi que l'exclusion des centres de soins de jour et des résidences services. Ceci est d'autant plus regrettable que les centres de jour et les résidences services peuvent être une alternative aux maisons de repos, comme l'a d'ailleurs démontré l'étude de l'Observatoire du social et de la santé intitulé vivre chez soi à Bruxelles, après 65 ans. En fonction du protocole 3, vous vous êtes pourtant engagés également à développer, je cite "dans le cadre du plan pluriannuel, une politique relative aux formes alternatives de soins et de soutiens aux soins qui maintient l'autonomie". Après avoir voté un texte de bonnes intentions, le Collège réuni en restreint volontairement l'application en dépit de ce protocole 3, je crois que cela méritait d'être souligné : si les projets d'arrêtés ne sont pas modifiés, il s'agira bel et bien d'arrêtés d'inexécution. Vous vous réjouissez également, Monsieur le Ministre-Président, de l'entrée en vigueur prochaine de l'ordonnance relative à l'aide à la jeunesse d'une part, et de celle créant le Conseil consultatif du secteur de l'aide aux personnes et de la santé ainsi que les arrêtés d'application.

Het Verenigd College heeft een meerjarenplan voor de financiering van de rusthuizen aangenomen voor de periode 2008-2015. Daar is een bedrag van 104 miljoen euro mee gemoeid. Zo krijgt u misschien uitstel om de bejaardentehuizen pas tegen 2015 in plaats van 2010 in regel te brengen met de nieuwe federale regelgeving. Het is een goede zaak dat het Verenigd College over een periode van twaalf jaar tijd 468 miljoen euro wil uittrekken voor nieuwe infrastructuur. Het plan voorziet in de bouw van New Bordet in Anderlecht (115 miljoen euro) en in de verhuizing van het Chirec naar het Deltaterrein (124 miljoen euro). Wat de IRIS-ziekenhuizen betreft - waarover de beleidsverklaring zwijgt -, liggen de schulden misschien 7 miljoen euro lager dan verwacht, maar dan nog moet er een put van 16 miljoen euro worden gedicht. We zijn het eens met de heer Mayeur wanneer die zegt dat de IRISkoepel niet het voorwerp van politieke spelletjes mag zijn: het is het belangrijkste overheidsbedrijf in Brussel en heeft een belangrijke rol te spelen op economisch en wetenschappelijk vlak. De coördinerende rol van de GGC vormt het laatste hoofdstuk van uw verklaring. De permanente kabinettenwerkgroep inzake armoedebestrijding, die volgens u in grote mate heeft bijgedragen tot het tweejaarlijkse armoederapport, heeft jammer genoeg nog altijd geen concrete resultaten geboekt. Net zoals vorig jaar vind ik dat de beleidsverklaring van het Verenigd College bol staat van goede bedoelingen die niet daadkrachtig en precies genoeg zijn geformuleerd. De verklaring biedt onvoldoende antwoord op het groeiende fenomeen van sociale uitsluiting waarmee het gewest wordt geconfronteerd. (Applaus bij de MR)

Par rapport à votre déclaration de l'an dernier, quoi de neuf? Aucun changement, aucun progrès n'a été enregistré. Assemblée réunie de la Commission communautaire commune – Séance plénière – Compte rendu intégral Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie – Plenaire vergadering – Integraal verslag

N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

(2007-2008) – Nr. 24

Le 2ème axe de votre déclaration concerne le renforcement des secteurs. Le MR se réjouit du maintien et du développement de la politique relative à Hospichild et à la maison de répit, ainsi qu'il soutient le programme de dépistage du cancer du sein et les nouvelles impulsions qui lui sont données. Nous nous interrogeons, par contre, sur l'agrément annoncé pour un service de soins à domicile SISD qui serait représenté par l'asbl Connectar mais nous interrogeons le Collège réuni en commission à cet égard. En ce qui concerne la politique de l'aide aux personnes sans-abri, nous nous étions réjouis déjà l'an dernier des avancées opérées en ce dossier. Par rapport à la nécessité de créer le fameux chapitre XII, regroupant les 19 CPAS si possible, je réitère les questions que j'avais déjà posées, le 18 octobre 2007 : le Collège réuni compte-t-il encourager les CPAS à adhérer à cette structure du chapitre XII, et si oui, comment compte-t-il garantir un dialogue et une place à titre délibératif ou consultatif aux associations actives en matière de politique des sans-abri? Un an après, j'espère que les membres du Collège réuni auront pu prendre le temps utile pour répondre à ces questions. Le 3ème axe de votre déclaration concerne la politique d'information. Le MR partage votre constat et estime également que ce volet constitue une priorité. Il en est ainsi du site développé par la section CPAS de l'association des villes et des communes et du futur site "Senior web" qui, nous le croyons, répond effectivement à une énorme demande. En ce qui concerne la carte sociale digitale Bruxelles social en ligne réalisé par le centre de documentation et de coordination sociale, je m'interroge cependant sur les faits suivants : Une grande partie du subside alloué au CDCS sert à couvrir des frais de traduction, puisque le site est bilingue. Croyez-vous vraiment utile de faire traduire l'objet social d'asbl qui ont opté majoritairement pour une reconnaissance par la Cocof avec tous les effets que cela peut produire? C'est ainsi qu'un usagé néerlandophone peut légitimement s'adresser sur base de cette traduction à une asbl mono-communautaire Assemblée réunie de la Commission communautaire commune – Séance plénière – Compte rendu intégral Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie – Plenaire vergadering – Integraal verslag

8

9

N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

(2007-2008) – Nr. 24

française et ne pas comprendre qu'on ne lui réponde pas dans sa langue. Je crois que l'information est effectivement utile mais il s'agit de clarifier les rôles de tout un chacun en ce domaine et je souhaiterais que le Collège réuni réfléchisse à cet égard. 4ème axe de votre déclaration, les infrastructures. En ce qui concerne les maisons de repos, le Collège réuni a enfin adopté un plan pluriannuel 2008-2015 pour un montant de 104.180.200€. L'adoption de ce plan, ne nous leurrons pas, permettra éventuellement d'obtenir une dérogation par rapport à la mise en œuvre des fameuses normes 2010 qui pourraient être reportées à 2015. En ce qui concerne les hôpitaux, votre déclaration fait état, et c'est à saluer, que le Collège réuni s'apprête à dégager, sur une période de 12 ans, un calendrier de construction réalisable à hauteur d'un montant de 468.408.000€. Ce plan prévoit notamment la construction du New Bordet à Anderlecht (115 millions d'euros) et le déménagement du Chirec sur le site Delta (124 millions d'euros). Je ne reviendrai pas sur ma remarque générale relative à l'absence d'IRIS dans votre déclaration. Si, comme l'a rappelé Yvan Mayeur, le déficit est moins lourd de sept millions d'euros, il n'en reste pas moins qu'il faut encore éponger seize millions d'euros. Nous partageons en revanche l'avis de M. Mayeur lorsqu'il dit qu'IRIS doit cesser d'être un outil de batailles politicomédiatiques, qu'il s'agit de la première entreprise publique à Bruxelles, un pilier de la recherche et de l'économie. Le dernier axe de votre déclaration au Collège réuni concerne la coordination des politiques. A cet égard, la mise en place d'un inter-cabinets permanent en matière de lutte contre la pauvreté, qui rassemble toutes les entités politiques de la Région et dont vous dites qu'il a joué un rôle important dans la rédaction du rapport bisannuel sur l'état de la pauvreté, nous laisse quelque peu sur notre faim. Vous y faisiez déjà allusion l'année dernière. Nous attendons toujours les résultats concrets de cette mise en oeuvre. Il y a un an, je dénonçais le fait que les bonnes intentions contenues dans votre déclaration se trouvaient rarement concrétisées. Le temps consacré à la lecture de la déclaration du Collège Assemblée réunie de la Commission communautaire commune – Séance plénière – Compte rendu intégral Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie – Plenaire vergadering – Integraal verslag

N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

(2007-2008) – Nr. 24

10

réuni et le ton adopté témoignent de son manque de précision et surtout d'engagement volontariste. Elle manque décidément de souffle par rapport aux défis de l'exclusion sociale de notre Région, qui sont, nous le déplorons tous, de plus en plus importants à relever. (Applaudissements sur les bancs du MR) M. le président.- La parole est à Mme Mouzon.

De voorzitter.- Mevrouw Mouzon heeft het woord.

(Mme Marion Lemesre, quatrième vice-présidente, prend place au fauteuil présidentiel)

(Mevrouw Marion Lemesre, vierde ondervoorzitter, treedt op als voorzitter)

Mme Anne-Sylvie Mouzon.- Avant d'entrer dans le vif du sujet, je voudrais répondre à la remarque désagréable à propos des rangs clairsemés sur les bancs du PS. Pour ceux qui l'ignoreraient, les inter-parlementaires PS se déroulent depuis ce matin à 9 heures jusqu'à demain après-midi, à Vielsalm. Les uns après les autres, les députés du PS ont pris la route pour Vielsalm, qui se trouve à environ deux heures d'ici. Cependant, un représentant du PS, M. Rachid Madrane, restera ici jusqu'à la fin de la séance avec mission de faire rapport aux autres. Dès la fin de mon intervention, j'irai rejoindre mes collègues.

Mevrouw Anne-Sylvie Mouzon (in het Frans).Over de afwezigheid van een aantal PS-leden wil ik het volgende zeggen. Sinds vanochtend negen uur en tot morgennamiddag vindt in Vielsalm een interparlementaire PS-ontmoeting plaats. Daarom lossen de PS-volksvertegenwoordigers elkaar af. De heer Madrane blijft de hele dag aanwezig op het Brussels Parlement en zal aan de fractie verslag uitbrengen.

M. Didier Gosuin.- C'est pour cela que la séance de demain a été supprimée !

De heer Didier Gosuin (in het Frans).- Dat verklaart waarom de vergadering van morgen geschrapt is!

Mme Anne-Sylvie Mouzon.- Pas du tout.

Mevrouw Anne-Sylvie Mouzon (in het Frans).Helemaal niet. Ook bij de MR zijn er veel afwezigen. Kunt u daar een reden voor geven? Deze beleidsverklaring luidt het laatste jaar van de zittingsperiode in en zou dus het regeerakkoord van 2004 moeten afronden. Gezien de begrotingsproblemen wordt dat een erg moeilijke opdracht. Meer dan ooit moeten we realistisch zijn.

En revanche, je ne sais pas pourquoi les rangs MR sont aussi clairsemés. Vous me donnerez peut-être une explication. Nous voilà donc dans la dernière ligne droite de cette législature, celle où l'on attend une déclaration de politique générale qui finalise l'accord de gouvernement 2004. Malheureusement, vu la situation budgétaire difficile qu'on nous annonce, l'exercice se complique et demande plus que jamais d'être réaliste. L'instabilité du gouvernement fédéral (et s'il a mis du temps à se constituer, ce n'est pas notre faute) et le manque structurel de moyens budgétaires de la Région de Bruxelles-Capitale n'augure rien de bon pour les finances de la CCC, qui doit pourtant répondre à des besoins sociaux et de santé

De onstabiliteit van de federale regering (waar wij geen schuld aan hebben) en de structurele begrotingsproblemen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voorspellen niets goeds voor de financiën van de GGC. En dat terwijl de noden in de sociale en de gezondheidssector alleen maar groter worden. Uit de beleidsverklaring blijkt dat het Verenigd College inspanningen wil doen om de


11

N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

grandissants. Par sa déclaration de politique générale, le Collège confirme sa volonté de consolider les actions entamées et de répondre aux priorités principales de l'accord de gouvernement. C'est ainsi que, dans le secteur de l'aide aux personnes handicapées, le manque de places d'accueil a été partiellement comblé par le développement de nouvelles formes d'accueil, la création de places de répit, de places de crise et d'hébergement de nuit. Les besoins ne sont certainement pas comblés, mais le groupe PS soutient le Collège dans sa volonté de continuer à renforcer ces mesures. Par ailleurs, la Commission communautaire commune s'est également lancée dans l'expérimentation d'un projet pilote de budget d'assistance personnelle, le BAP bruxellois. Le groupe socialiste souligne à nouveau que la généralisation de ce type de budget d'assistance personnelle en faveur des personnes handicapées ne pourra se faire qu'à condition que le financement provienne du fédéral. Nous persistons à penser que la mise en place d'un tel mécanisme, financé non pas par le fédéral, mais par la Commission communautaire commune, est dangereux et représente un premier pas vers la scission de la sécurité sociale. Pour le groupe PS, c'est inconcevable, comme il est inconcevable que toute aide donnée directement, sous forme de revenu de remplacement, à des personnes, ne relève pas de la solidarité interpersonnelle au niveau fédéral, et qu'il puisse y avoir des aides de ce type qui varient suivant la Région dans laquelle on habite. La volonté du Collège de continuer à développer l'habitat accompagné - autre politique importante nous réjouit également. Ce système d'habitat est nécessaire, car il permet aux personnes fragilisées de reconquérir leur autonomie en essayant de limiter les risques de rechute. Le Collège prévoit-il d'élargir la catégorie des personnes bénéficiaires aux personnes sortant de prison ? Par ailleurs, mon groupe soutient les politiques menées en faveur des sans-abri. M. Colson en a parlé ; la création effective du centre d'appui devrait permettre une meilleure évaluation de la politique d'accueil, et donc améliorer sensiblement l'efficacité de l'aide apportée aux sans-abri et la coordination entre les différents acteurs du secteur.

(2007-2008) – Nr. 24

belangrijkste doelstellingen van het regeerakkoord te realiseren. Zo zijn er bijvoorbeeld initiatieven genomen om de gehandicaptenzorg te verbeteren. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat alle problemen zijn opgelost, maar de PS staat achter de inspanningen van het Verenigd College. De GGC heeft ook een proefproject gelanceerd, namelijk het Persoonlijk Assistentiebudget (PAB). De PS vindt dat het enkel aanvaardbaar is om een PAB aan alle gehandicapten te verstrekken als de federale regering voor de financiering zorgt. Als de GGC het systeem financiert, is er eigenlijk sprake van een eerste stap in de richting van een splitsing van de sociale zekerheid. De PS vindt dat onaanvaardbaar. Alle rechtstreekse financiële bijstand aan personen moet van de federale overheid komen. Ook de maatregelen inzake begeleid zelfstandig wonen dragen onze goedkeuring weg. Het systeem laat mensen toe om weer zelfstandig te leven en tegelijkertijd het risico op nieuwe problemen te beperken. Zullen ook ex-gedetineerden in aanmerking komen voor het systeem? De PS staat ook achter het daklozenbeleid. De oprichting van een steunpunt moet aanleiding geven tot een betere evaluatie van het systeem en bijgevolg tot meer efficiëntie. Ik blijf me echter zorgen maken over het gevaar van een automatische registratie en van de centralisering van gegevens over daklozen. Het Verenigd College zou de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer om advies vragen. Is dat gebeurd? Het is ook goed nieuws dat het Centrum voor Dringende Sociale Hulp (CDSH) opnieuw een winterplan heeft. De oprichting van een vereniging van OCMW's onder hoofdstuk XII duidt er ook op dat men stilaan beseft dat er een echte openbare dienst voor de opvang van daklozen moet komen. De maatregel dreigt echter problemen op te leveren voor het huidige personeel. Misschien kan men beter overwegen om een vzw op te richten. In Wallonië bestaat er een decreet dat OCMW's de mogelijkheid geeft om vzw's op te richten. Daar zouden we een voorbeeld aan kunnen nemen. Het samenwerkingsakkoord over de jeugdzorg is een goede zaak. Het zal pas van toepassing


N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

Cependant, je reste toujours inquiète au sujet du danger que représente l'enregistrement systématique et centralisé des personnes sans-abri. Le Collège avait annoncé qu'il consulterait la Commission pour la protection de la vie privée à ce propos. L'a-t-il fait ? Si c'est le cas, quel a été l'avis de la commission ? Le renouvellement de l'organisation du dispositif hivernal 2008-2009 par le CASU est également une excellente nouvelle, qui prouve la prise de responsabilité du Collège pour répondre aux situations d'urgence hivernale. En outre, la volonté du Collège de mettre en place une association chapitre XII, pilotée par les CPAS, démontre la prise de conscience générale d'un besoin constant, tout au long de l'année, d'assurer une réponse aux demandes du secteur par la mise en place d'un véritable service public de l'urgence sociale. Observons toutefois que ce procédé juridique engendre des difficultés pour le personnel existant et qu'il conviendrait d'examiner une autre piste : celle de l'asbl. Un décret wallon a expressément permis aux CPAS de créer des asbl. Nous devrions nous en inspirer. Il s'agit d'un problème de statut barémique. Autre sujet d'importance : l'aide à la jeunesse. Le vote par notre assemblée de l'ordonnance portant assentiment à l'Accord de coopération entre la Commission communautaire commune, la Communauté flamande et la Communauté française, relatif à l'ordonnance de 2004 concernant l'aide à la jeunesse est une très bonne chose. Cependant, cette ordonnance ne sera réellement d'application que lorsque les deux Communautés auront voté l'assentiment à l'Accord de coopération et que leurs décrets respectifs auront paru au Moniteur depuis un an. La COCOM l'a fait, de même que la Communauté française ; mais nous ne trouvons pas trace d'un tel décret flamand. Qu'en est-il ? En termes de dépistage du cancer du sein, les deux problèmes récurrents à résoudre sont le manque de services agréés - d'où les attentes parfois longues pour effectuer un mammotest - et la difficulté de sensibiliser suffisamment le public-cible, particulièrement les femmes des milieux modestes. Le groupe PS félicite le Collège de sa volonté d'améliorer la sensibilisation de ces groupes cibles.

(2007-2008) – Nr. 24

12

worden een jaar nadat de decreten van zowel de Franse als de Vlaamse Gemeenschap in het Belgisch Staatsblad zijn gepubliceerd. De GGC heeft officieel haar goedkeuring gegeven, de Franse Gemeenschap ook, maar de Vlaamse nog niet. Hoe komt dat? Wat de opsporing van borstkanker betreft, zijn er twee problemen, namelijk een gebrek aan erkende opsporingsdiensten en de moeilijkheid om het doelpubliek te overtuigen om zich te laten onderzoeken. In juli 2008 kondigde het Verenigd College een voorlichtingsplan aan. Wat is de stand van zaken? Het is een goede zaak dat het Verenigd College binnenkort eindelijk over een bouwplan voor ziekenhuizen zal beschikken. Het moet nog uitvoerig worden besproken in commissievergaderingen. Het zou ook nuttig zijn om te beschikken over een gedetailleerd verslag betreffende het plan voor de periode 1998-2007. De PS dringt erop aan bij de verdeling van de subsidies rekening te houden met het verschil tussen de openbare sector en de privésector. Laatstgenoemde heeft namelijk extra inkomsten uit privékamers en dergelijke, terwijl de openbare sector gezondheidszorg moet aanbieden aan alle Brusselaars. Overigens maak ik me zorgen over de nieuwe methoden om de kredieten voor gezondheidszorg in te schrijven in de begroting. Er wordt namelijk niet langer een onderscheid gemaakt tussen geld voor de overheidsziekenhuizen en voor de privéziekenhuizen. Dat is nefast voor de parlementaire controle. Ik verzoek u dan ook om in het verslag over de uitvoering van het meerjarige investeringsplan het onderscheid duidelijk tot uiting te laten komen. Het Verenigd College kondigt aan dat er voor de investeringen in de rust- en verzorgingstehuizen eindelijk een alternatief financieringsplan komt, in overeenstemming met de besluiten die dit jaar worden genomen. U wilt de toepassing van de nieuwe normen voor de rusthuizen en de RVT's uitstellen tot 2015. Nochtans zijn de nieuwe normen een legitieme verzuchting. Bovendien zijn sommige werken al gestart, zijn de instellingen nu al op zoek naar middelen, zijn de grondstofprijzen dit jaar met


13

N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

(2007-2008) – Nr. 24

Un plan stratégique a été annoncé en juillet 2008 pour résoudre le problème. Où en sommes-nous ?

ongeveer 15% gestegen en zijn ook de rentevoeten door de beurscrisis de hoogte in gegaan.

En ce qui concerne les investissements hospitaliers, le groupe PS se réjouit d'apprendre que, finalement, le Collège disposera bientôt d'un plan de construction des hôpitaux. Nous souhaitons évidemment pouvoir l'analyser en détail, en commission. Et nous aimerions également disposer d'un rapport détaillé de l'exécution du plan 1998-2007, car il faut toujours savoir d'où l'on vient. Le groupe socialiste tient également à rappeler que la répartition des subsides doit absolument tenir compte de ce qui distingue le secteur privé du secteur public : les procédures, les financements, les obligations de service public, etc. En effet, le secteur privé dispose d'autres ressources en fonds propres, telles que le prix des chambres privées, alors que les pouvoirs publics ont, quant à eux, le devoir de garantir l'accès aux soins de santé sans discrimination à l'ensemble des Bruxellois.

In tegenstelling tot de MR-fractie is mijn fractie blij dat het Verenigd College de weinige middelen besteedt aan wat prioritair is, namelijk de nieuwe normen voor de rusthuizen en de RVT's. Het publiek van die instellingen is immers gewijzigd. Bejaarden die vandaag in een rusthuis worden opgenomen, zijn niet meer in staat alleen thuis te wonen, zelfs niet met thuiszorg. Ze hebben meer begeleiding en medische zorg nodig.

A cet égard, je tiens à souligner que les modifications d'inscription budgétaire de ces crédits m'inquiètent. Depuis le budget 2008, il n'est plus possible de comparer les subventions au secteur public et celles allouées au secteur privé, les deux ayant été globalisées dans une seule allocation budgétaire. Cela nous laisse perplexes quant à la réalité du contrôle parlementaire. C'est pourquoi, je vous demande à nouveau que soient joints au futur rapport sur le plan pluriannuel d'investissement le plan des constructions et leur calendrier respectif, accompagnés de la clef de répartition entre le public et le privé en engagements et en liquidations.

De subsidies voor de schuldbemiddelingsdiensten van de OCMW's zijn geschrapt, zogenaamd omdat de OCMW's hiervoor al federale middelen zouden ontvangen. Die federale middelen zijn echter alleen bestemd voor het inlossen van schulden ten gevolge van achterstallige betalingen van gas- en elektriciteitsfacturen. Ze zijn ontoereikend, omdat de energieprijzen te sterk stijgen.

Toujours en matière d'investissement, mais au sujet des maisons de repos et des maisons de repos et de soins, vous nous annoncez que le financement nécessaire devra s'opérer sur la base d'un financement alternatif conformément aux arrêtés qui seront pris cette année. Quel soulagement quand nous songeons que cela fait quatre ans que nous attendons ce plan ! Votre réponse au problème passe par une demande de report de la mise aux normes des maisons de repos (MR) et des maisons de repos et de soins (MRS) à 2015. Cette mise aux normes est pourtant une aspiration légitime du public concerné, eu égard à ce que l'on peut attendre d'une service

Het Verenigd College heeft nog een jaar de tijd om de gestarte hervormingen af te ronden en investeringsplannen goed te keuren. Gezien de financiële crisis, de daling van de koopkracht en de oncontroleerbare stijging van de energieprijzen, is het vreemd dat het Verenigd College nog altijd geen maatregelen heeft getroffen om overmatige schuldenlast tegen te gaan.

De OCMW's kregen nieuwe opdrachten toegekend in het kader van de vrijmaking van de energiemarkt. De gewestregering en het Verenigd College hadden daarvoor een bicommunautaire dotatie beloofd. De Raad van State had trouwens geopperd dat het niet logisch was dat alleen het gewest de OCMW's zou financieren. De begroting 2009 zou middelen moeten voorzien ten behoeve van de schuldbemiddelingsdiensten van de OCMW's. De OCMW's spelen een belangrijke rol in de armoedebestrijding. Om de stijgende vraag naar statistieken te kunnen inlossen, moet hun informatisering bijgewerkt worden. Het is de taak van de OCMW's om de armoede te bestrijden. Dat moet uiteraard op een doordachte manier gebeuren. Er is dan ook nood aan statistieken. Het vraagt echter veel werk om cijfers te verzamelen over allerlei zaken. Wanneer


N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

comme celui-là au 21ème siècle. Cela n'empêche pas que les travaux commencent, que les besoins de financement sont là, que le prix des matériaux a augmenté de plus ou moins 15% cette année et que les taux d'intérêt augmentent, crise financière oblige. Contrairement au MR, nous savons gré au Collège réuni, devant le constat que les moyens financiers ne permettent pas de tout faire, de donner la priorité au plus important, c'est-à-dire la mise aux normes des MR et MRS. Pourquoi est-ce le plus important ? Parce que les personnes qui entrent en maison de repos aujourd'hui sont celles qui, malgré les aides à domicile, ne peuvent plus vivre seules. Leur état de dépendance physique et/ou mentale est tel qu'il leur faut des infrastructures avec un encadrement lourd. Ce sont donc ces personnes qui ont le plus besoin d'aide. Le travail du Collège réuni n'est pas fini ; il lui reste une petite année pour finaliser les réformes entamées, dynamiser et renforcer les secteurs réformés et adopter ses plans d'investissement, afin de répondre au mieux aux besoins sociaux et de santé de la population bruxelloise. Cependant, la Commission communautaire commune doit également se tourner vers le futur et appréhender les problèmes auxquels elle sera confrontée. A l'heure d'une crise systémique, de la baisse du pouvoir d'achat et de l'augmentation incontrôlable des prix de l'énergie, je m'étonne que le Collège réuni ne prévoie toujours aucune mesure relative à la lutte contre le surendettement.

(2007-2008) – Nr. 24

14

OCMW's allerlei statistieken moeten verstrekken aan overheidsinstellingen, blijft er minder tijd over voor het echte werk. Ik dring er ook op aan dat het beroepsgeheim wordt gerespecteerd. De OCMW's worden constant onder druk gezet door de politie, procureurs, rechters, gerechtsdeurwaarders, verhuurders, enzovoort om informatie prijs te geven. Het is onaanvaardbaar dat onnodig informatie wordt opgevraagd. Het is niet omdat je arm bent, dat je naam moet verschijnen op lijsten en in dossiers die iedereen kan raadplegen. Voor de democratische transparantie en de efficiëntie zou het een goede zaak zijn als de bevoegdheden van de GGC door het Brussels Gewest worden uitgeoefend. We hebben enkel maar te winnen bij de afschaffing van de GGC. (Applaus bij de meerderheid)

Pour rappel, les subsides destinés aux CPAS pour la médiation de dettes ont été supprimés, au motif que les CPAS recevaient des moyens du fédéral, alors que ceux-ci sont destinés à l'endettement lié aux factures de gaz et d'électricité. Ils n'ont jamais été suffisants pour tout payer, en raison de l'emballement des prix de l'énergie. Par ailleurs, le financement des nouvelles missions qui sont confiées aux CPAS dans le cadre de la libéralisation du marché du gaz et de l'électricité est organisé uniquement par la Région. Le gouvernement et le Collège réuni s'étaient pourtant engagés à compléter le dispositif par une dotation bicommunautaire, comme le suggérait d'ailleurs le Conseil d'Etat. Il estimait qu'il n'était pas normal que la Région finance seule les CPAS et leurs missions de service public. Dans le contexte actuel de paupérisation croissante de la population Assemblée réunie de la Commission communautaire commune – Séance plénière – Compte rendu intégral Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie – Plenaire vergadering – Integraal verslag

15

N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

(2007-2008) – Nr. 24

bruxelloise, le groupe PS souhaite donc que des moyens soient débloqués au prochain budget pour soutenir la lutte contre le surendettement, menée par les CPAS. Toujours en ce qui concerne les CPAS, acteurs principaux de la lutte contre la pauvreté, financés en moyenne par les autorités fédérales à 50%, entre 30% et 40% par les communes et très peu, plus ou moins 5% via les subsides ACS, le Fonds spécial de l'aide sociale, etc, par les autorités régionales et bicommunautaires, je souhaite rappeler combien il est indispensable de les aider à améliorer leur informatisation, notamment pour répondre aux demandes sans cesse croissantes de statistiques diverses. Je vous rappelle que les centres publics d' "action" sociale sont là pour agir. Il est entendu qu'ils doivent réfléchir avant d'agir. Bien sûr, il est important, pour eux-mêmes et leur propre action, de disposer de statistiques. Or, il s'agit d'un travail très lourd. Quand, à tout moment, toutes sortes d'autorités demandent des statistiques sur tout, le temps qui est consacré à ce travail est perdu pour l'action. J'insiste également sur l'impérieuse nécessité de respecter le secret professionnel qui doit entourer leur travail d'aide sociale individualisée. Les CPAS sont continuellement mis sous pression pour qu'ils violent ce secret professionnel. Cette pression vient de la police, des procureurs, des juges, des huissiers de justice, des sociétés de récupération de créances, des avocats des créanciers alimentaires, des bailleurs qui râlent parce que le loyer n'est pas payé, etc. Aider les CPAS à respecter le secret, cela suppose nécessairement que les autorités subsidiantes et de tutelle le respectent également. Quand, au nom du contrôle, on nous demande de transférer les listes nominatives et les justificatifs nominatifs des gens aidés, parce que le contrôleur préfère rester assis dans son bureau au lieu de venir contrôler sur place où il peut tout vérifier, mais sans prendre note des noms et sans recevoir de listing nominatif, on porte aussi gravement atteinte au secret professionnel. C'est ce que j'appelle, pour le dénoncer depuis des années, le "fichage des pauvres". Ce n'est pas parce que l'on est pauvre que son nom doit se retrouver dans de nombreuses listes qui circulent partout entre des gens qui, de toute façon, n'ont pas le courage de résister aux Assemblée réunie de la Commission communautaire commune – Séance plénière – Compte rendu intégral Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie – Plenaire vergadering – Integraal verslag

N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

(2007-2008) – Nr. 24

16

pressions policières en cas de saisie. Les CPAS ont appris à faire preuve d'un tel courage et sont organisés en conséquence. Enfin, pour le groupe PS, l'expérience acquise appelle une conclusion : la gestion bicommunautaire de l'action sociale et de la santé, autrement dit, les matières personnalisables, gagnerait à être gérée par la Région bruxelloise. Nous gagnerions tous à la suppression de la Commission communautaire commune et au transfert de ses compétences à la Région, qui y gagnerait en cohérence, en efficience et en transparence démocratique. (Applaudissements sur les bancs de la majorité)

Mme la présidente.- La parole est à M.Béghin.

Mevrouw de voorzitter.- De heer Béghin heeft het woord.

M. Jan Béghin (en néerlandais).- La déclaration gouvernementale relative au secteur bicommunautaire portait notamment sur une évaluation des quatre dernières années. Le gouvernement a promis d'achever un certain nombre de dossiers en cours durant la dernière année de législature.

De heer Jan Béghin.- De regeringsverklaring in de bicommunautaire sector was voor een deel een evaluatie van de situatie van de voorbije vier jaar. De minister-president heeft beloofd dat de regering een aantal zaken zal afronden in het laatste jaar van deze zittingsperiode.

Parmi les avancées, on note différentes nouvelles législations et réglementations. Les centres et les services d'aide aux personnes ont reçu leurs arrêtés d'application. Le parlement a approuvé l'ordonnance relative aux dispositions concernant l'accueil et l'hébergement des personnes âgées. L'accord de coopération relatif à l'aide à la jeunesse est achevé et permet l'application de l'ancienne ordonnance, approuvée par le parlement. Plusieurs programmes d'investissement ont été adoptés, sous forme de plans pluriannuels. Il s'agit d'instruments politiques utiles, non seulement pour le secteur bicommunautaire, mais surtout pour les CPAS, les maisons de repos et les institutions concernées. Quelque 100 millions d'euros ont été octroyés aux maisons de repos pour la période 2008-2015 et 460 millions d'euros ont été débloqués sur douze ans pour la construction des hôpitaux et des centres de soins psychiatriques. Cette approche à long terme est un point positif.

Er werd reeds een aantal positieve punten gerealiseerd, zoals nieuwe wetgevingen en reglementeringen onder diverse vormen. Zo hebben centra en diensten voor bijstand aan personen hun uitvoeringsbesluiten gekregen. Het parlement heeft de ordonnantie betreffende de voorzieningen voor opvang en huisvesting van bejaarden goedgekeurd. Het samenwerkingsakoord rond jeugdbijstand is afgerond en biedt de mogelijkheid om de vroegere ordonnantie die het parlement had goedgekeurd, uit te voeren. Het is ook bijzonder belangrijk dat tijdens deze zittingsperiode een aantal investeringsprogramma's werden goedgekeurd onder de vorm van meerjarenplannen. Die zijn een nuttig beleidsinstrument, niet alleen voor de bicommunautaire sector, maar vooral voor de OCMW's, de rusthuizen en de instellingen die zich moeten inschrijven in deze meerjarenplannen. Voor de rusthuizen gaat het om een bedrag van meer dan 100 miljoen euro van 2008 tot 2015, en voor de bouwkalender van de ziekenhuizen en psychiatrische verzorgingstehuizen over een totaal


17

N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

L'accent a été mis également sur le rôle de coordination du bicommunautaire en matières sociales et de santé. La coopération avec la VGC et la COCOF coule de source dans de nombreux domaines. Je suppose que le ministre-président a commis un lapsus en parlant de la collaboration avec la COCOF sans mentionner celle avec la VGC. Cette coordination a été mise en place via le Plan d'action de la lutte contre la pauvreté et la lutte contre la maltraitance des personnes âgées. Il y a également une coordination entre les secteurs des soins de santé mentale, de la politique en matière de drogues, des soins palliatifs et des soins à domicile. Par ailleurs, vous avez annoncé que le rapport sur la pauvreté serait présenté cette année pour la première fois dans sa nouvelle version, avec le programme d'action. Le sp.a + VlaamsProgressieven insiste pour que ce plan soit budgétisé. Le gouvernement doit en effet encore compléter la colonne des budgets pour les deux prochaines années. J'en réfère plus particulièrement aux budgets qui seront alloués à la lutte contre la pauvreté au cours des deux prochaines années. A ce propos, j'aimerais encore souligner trois points. Mme Mouzon a déjà évoqué le problème de l'endettement. Il n'apparaît pas directement dans la déclaration de politique générale, mais est l'une des causes principales de la pauvreté grandissante. Je renvoie également à la crise financière. Aux Etats-Unis, des prêts hypothécaires ont été accordés à des familles, alors qu'on savait qu'elles ne pourraient jamais les rembourser. Des maisons sont saisies et vendues, des familles entières se retrouvent à la rue. Entre-temps, la crise a débarqué en Europe, avec des conséquences heureusement moins dramatiques qu'aux EtatsUnis, du moins pour l'instant. Le Centre d'appui aux services de médiation de dettes de la Région de Bruxelles-Capitale avait lancé il y a quelques années une campagne de prévention qui attirait l'attention sur le fait que le crédit pouvait jouer un rôle positif dans notre société, mais qu'il était trop banalisé actuellement

(2007-2008) – Nr. 24

budget van 460 miljoen euro gespreid over twaalf jaar. Het is ook positief dat in dit verband op lange termijn wordt gewerkt. Er werd ook de nadruk gelegd op de coördinerende rol van de bicommunautaire sector in alle maatschappelijke en gezondheidsgebonden aangelegenheden. De samenwerking met de VGC en de COCOF ligt op talrijke terreinen voor de hand. Ik hoop dan ook dat het een lapsus in de tekst betreft dat de minister-president alleen de samenwerking met de COCOF heeft vermeld, en niet die met de VGC. Die coördinatie in de welzijnsector is tot stand gekomen via het actieplan in de strijd tegen de armoede en de strijd tegen de mishandeling van bejaarden. In de gezondheidssector is er coördinatie rond mentale gezondheidszorg, drugsbeleid, palliatieve zorgen en thuisverzorging. Ik wil graag dieper ingaan op de problematiek van de armoedebestrijding en de uitvoering van de ordonnantie. U hebt aangekondigd dat het armoederapport dit jaar voor het eerst in zijn nieuwe vorm zal worden voorgesteld, samen met het actieprogramma. De sp.a + VlPro-fractie wenst te benadrukken dat het een gebudgetteerd actieplan moet zijn. De medewerkers van het observatorium hebben me verzekerd dat hieraan hard is gewerkt, maar dat de regering nog één kolom moet invullen, met name de begrotingen van de volgende twee jaar. Ik verwijs meer bepaald naar de budgetten die tijdens de twee volgende jaren worden gebruikt om de strijd tegen de armoede op te voeren. In dat verband wil ik tot slot nog drie punten beklemtonen. Mevrouw Mouzon verwees reeds naar de schuldenproblematiek, die niet onmiddellijk aan bod kwam in de beleidsverklaring. Overmatige schuldenlast is een van de belangrijkste oorzaken van de toenemende armoede. Ik verwijs ook naar de financiële crisis. In de Verenigde Staten werden er hypothecaire leningen toegekend aan gezinnen, waarvan men wist dat ze die nooit zouden kunnen terugbetalen. Mensen overschatten soms hun eigen budget, worden misleid, lezen de kleine lettertjes van de contracten niet, of worden het slachtoffer van stijgende interesten. Inmiddels is de financiële crisis


N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

et que les consommateurs empruntaient trop d'argent sans en mesurer les conséquences. Dans ce cadre, de plus en plus de gens contractent un emprunt pour couvrir leurs dépenses quotidiennes ou régler des factures impayées, plutôt que pour couvrir des dépenses exceptionnelles et des achats de biens durables. De plus, les cartes de crédit sont accordées de plus en plus facilement. L'utilisation impropre des crédits entraîne un endettement permanent qui affecte un nombre croissant de familles. Le plan d'action de lutte contre la pauvreté doit prêter attention au problème et les moyens alloués au Centre d'appui aux services de médiation de dettes de la Région de Bruxelles-Capitale devraient peutêtre être renforcés. Pour évaluer un plan d'action contre la pauvreté, il faut pouvoir en mesurer les résultats. La Région se base sur le SILC (Statistics on Income and Living Conditions), l'une des principales sources statistiques de la pauvreté aux niveaux européen et national. Cependant, les chapitres statistiques des rapports régionaux sur la pauvreté commencent systématiquement par signaler l'indisponibilité de certains chiffres, car l'échantillon du SILC à Bruxelles est trop petit. Selon les dernières estimations du SILC, la pauvreté à Bruxelles varie entre 23 et 37%, soit une marge quand même considérable de 14%. A deux reprises déjà, le gouvernement régional a promis de consulter le fédéral, afin que Bruxelles dispose de chiffres fiables. Un autre aspect de la lutte contre la pauvreté est la problématique des sans-abri. L'aide à ces personnes a été sensiblement étendue et restructurée. Le Centre d'appui créé par le Collège réuni fonctionne désormais. Pourtant, tout n'est pas réglé. Ce nouvel organisme public doit, en collaboration avec les CPAS, recevoir sa forme définitive. Où en est ce dossier ? Le plus grand problème reste toutefois l'accompagnement des sans-abri pour les réintégrer dans la société. L'asbl HOBO, l'une des rares institutions qui se consacre à cette forme intégrée d'aide aux sansabri, se trouve toujours dans l'incertitude quant à sa survie et à son subventionnement. Le secrétaire d'Etat M. Delizée a un très bon programme de lutte contre la pauvreté. C'est l'une des seules choses qui ont été approuvée par le

(2007-2008) – Nr. 24

18

overgewaaid naar Europa. Er wordt bijzonder veel geschreven over de problemen waarmee de financiële instellingen kampen, maar men heeft veel minder oog voor de problemen waar veel Amerikaanse gezinnen nu het slachtoffer van zijn. Woningen worden aangeslagen en verkocht en hele gezinnen belanden op straat. De VRT heeft een aantal duidingsprogramma's uitgezonden, waarin de zorgwekkende sociale gevolgen van de kredietcrisis worden toegelicht. Gelukkig is het nog niet zo erg bij ons. Toch verwijs ik naar een preventiecampagne van het Steunpunt voor de Diensten Schuldbemiddeling van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van een aantal jaren geleden. Dat Steunpunt wees erop dat krediet een positieve rol kan spelen in onze maatschappij, maar tegenwoordig te veel wordt gebanaliseerd en dat consumenten vaak geld lenen zonder de gevolgen in te schatten. Schuldbemiddelaars merken trouwens dat steeds meer mensen leningen aangaan om hun dagelijkse uitgaven te dekken of om achterstallige facturen te betalen in plaats van kredieten enkel te gebruiken voor zeer uitzonderlijke, duurzame uitgaven. Bovendien worden er ook steeds gemakkelijker kredietkaarten toegekend. Het oneigenlijke gebruik van kredieten leidt tot een permanente schuldoverlast die steeds meer gezinnen in de problemen brengt. Het actieplan over armoede moet aandacht besteden aan het probleem en de middelen van het Steunpunt voor de Diensten Schuldbemiddeling van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moeten misschien worden verhoogd. Voor de evaluatie van een armoedeactieplan moeten de resultaten gemeten kunnen worden. "Meten is weten" en "weten is meten". Het gewest baseert zich op de SILC (Statistics on Income and Living Conditions), een van de belangrijkste statistische bronnen om de armoede te meten op Europees en nationaal niveau. De statistische hoofdstukken uit de gewestelijke armoederapporten beginnen echter steevast met de opmerking dat een aantal cijfers niet beschikbaar zijn, omdat de steekproef van de SILC in Brussel veel te klein is. In Wallonië en in Vlaanderen zijn de steekproeven van de SILC wel groot genoeg. Volgens de laatste SILC-raming zou de armoede in Brussel schommelen tussen 23 en 37%. Een marge van 14% is wel erg ruim. Tweemaal reeds


19

N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

(2007-2008) – Nr. 24

gouvernement fédéral, mais aucun budget n'y a été affecté. A Bruxelles, nous avons aussi de nombreux plans d'action contre la pauvreté qui ne disposent pas d'un budget.

beloofde de gewestregering overleg te plegen met de federale overheid, opdat ook Brussel over betrouwbare cijfers zou beschikken om de armoede te meten.

M. Delizée a dit que les socialistes wallons sont entrés dans ce gouvernement fédéral pour prendre des mesures sociales. Si cela ne marche pas, dit-il, son parti s'interrogera sur sa participation au gouvernement. J'espère qu'il ne faudra pas être aussi radical à Bruxelles et que l'année prochaine, le budget prévoira suffisamment de moyens pour lutter contre la pauvreté.

Een ander aspect van de armoedebestrijding is de problematiek van de thuislozen en de daklozen. De gewestregering heeft op dit vlak niet stilgezeten. De bijstand aan daklozen is aanzienlijk uitgebreid en geherstructureerd. De beslissing van het Verenigd College om een Steuncentrum op te richten, is in werking getreden. Toch is het geheel nog niet afgerond. De nieuwe overheidsinstelling moet in samenwerking met de OCMW's nog definitief vorm krijgen. Hoe ver staat dit dossier? Het is de bedoeling tot één enkele instelling te komen die de daklozen registreert, maar ook zorgt voor bed, bad en brood. Het grootste probleem blijft echter de begeleiding van de daklozen om hen opnieuw in de maatschappij te integreren: toeleiding tot de arbeidsmarkt, gezondheidszorg, psychiatrische problemen, enzovoort. Deze nazorg is enorm belangrijk. De vzw Hobo, een van de weinige instellingen die zich toelegt op deze geïntegreerde vorm van daklozenwerking, verkeert nog altijd in de onzekerheid over haar voortbestaan en subsidiëring. De federale staatssecretaris Delizée heeft een zeer goed actieprogramma voor de armoedebestrijding opgesteld. Dit is een van de weinige zaken die zijn goedgekeurd door de federale regering, maar spijtig genoeg waren er geen budgetten voor uitgetrokken. Ook in Brussel hebben we veel armoedeplannen opgesteld, waar nadien actieplannen mee correspondeerden, maar zonder dat er budgetten werden aan gekoppeld. Staatssecretaris Delizée heeft gezegd dat de Waalse socialisten tot deze federale regering toegetreden zijn om sociale maatregelen te realiseren. Als dat niet lukt, zegt staatssecretaris Delizée, dan zal mijn partij zich bezinnen over haar regeringsdeelname. Ik hoop dat dergelijke ingrijpende stappen niet nodig zullen zijn in Brussel en dat de begroting hier volgend jaar voldoende middelen voor uittrekt.

Mme la présidente.- La parole est à M. Riguelle.

Mevrouw de voorzitter.- De heer Riguelle heeft het woord.

M. Joël Riguelle.- J'ai écouté avec attention la déclaration du Collège réuni ce matin, devant une assemblée un peu plus nombreuse, mais à peine.

De heer Joël Riguelle (in het Frans).- Ik heb aandachtig geluisterd naar de verklaring van het Verenigd College. Het is jammer dat er zo weinig


N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

On peut regretter que ce débat se déroule devant une assemblée aussi clairsemée. Vous disiez pourtant très justement que la politique du ressort de l'assemblée de la Commission communautaire commune a une influence directe sur la qualité de vie des Bruxellois et touche aux aspects les plus humains que la politique est amenée à traiter. C'est dire si je prendrai la peine, au nom du groupe cdH, de mettre en avant quelques points de cette déclaration du Collège en ce qu'elle a trait à des politiques prioritaires aux yeux de notre groupe. D'abord, nous ne pouvons bien entendu que nous réjouir de l'ambition affichée par le plan de subventionnement des infrastructures, tant pour les institutions hospitalières que pour les maisons de repos. Pour ces dernières, l'ouverture à de nouveaux modes de financement, parallèlement à un plan pluriannuel de financement, sont deux options que nous soutenons. Il est même urgent de commencer, voire d'accélérer ce processus de rénovation et de permettre aux hôpitaux et maisons de repos qui sont prêts d'entamer des travaux dans les plus brefs délais. (M. Jan Béghin, premier vice-président, reprend place au fauteuil présidentiel.) En outre, accélérer le rythme des travaux permet de faire face aux augmentations des coûts de la construction que nous constatons depuis quelque temps, et au renchérissement du crédit qui grèvera probablement les budgets, à la suite de la crise financière que nous connaissons. En effet, l'un des objectifs de ces investissements est de rationaliser, par une meilleure organisation des locaux ou une meilleure affectation du personnel, ou d'augmenter des recettes par une hausse du taux d'occupation et du nombre de consultations, et donc de réduire les coûts dans le but de maintenir un service de qualité. Tout le monde y gagne, y compris la Commission communautaire commune, notamment si c'est elle qui est amenée à financer les coûts - via le Fonds spécial de l'aide sociale, par exemple - ou les déficits. Petit à petit, chacun fait sienne la conclusion que des efforts importants doivent être consentis pour améliorer la gestion et l'équilibre financier des hôpitaux publics, si l'on veut que leur service garde un haut niveau de qualité et que leur

(2007-2008) – Nr. 24

20

parlementsleden zijn gebleven voor dit debat. U wees er nochtans terecht op dat het beleid van de GGC rechtstreekse gevolgen heeft voor de levenskwaliteit van de Brusselaars. Ik zal namens de cdH reageren op uw beleidsverklaring. Het is uiteraard een goede zaak dat de regering investeert in ziekenhuizen en rusthuizen. Wat die laatste betreft, vinden we ook de mogelijkheid van alternatieve financieringsmethoden en het meerjarenplan een goede zaak. De werken moeten dringend van start gaan. (De heer Jan Béghin, eerste ondervoorzitter, treedt opnieuw als voorzitter op.) Het is van groot belang dat de werken sneller vorderen. De prijzen in de bouwsector stijgen immers voortdurend en door de financiële crisis kost het ook steeds meer om geld te lenen. De investeringen moeten leiden tot besparingen door een betere organisatie van de ziekenhuisafdelingen of een efficiëntere inzet van het personeel. De inkomsten kunnen stijgen door een hogere bezettingsgraad en meer consultaties, waardoor de kwaliteit van de dienstverlening op pijl kan blijven. Iedereen wint erbij, met inbegrip van de GGC. Het zal grote inspanningen vergen om het beheer en het financiële evenwicht van de openbare ziekenhuizen te verbeteren. Het is echter noodzakelijk om de kwaliteit van de dienstverlening op pijl te houden en ervoor te zorgen dat de ziekenhuizen betaalbaar blijven. Het is nu aan de ziekenhuizen om hun tekorten binnen de perken te houden en ervoor te zorgen dat de dienstverlening van de verschillende ziekenhuizen beter op elkaar aansluit. Zodoende kan men zowel algemene als gespecialiseerde gezondheidszorg van een hoog niveau aanbieden. Het is ook in het voordeel van patiënten dat ziekenhuizen goed samenwerken. De cdH wil dat alle methoden om de infrastructuur voor sociale bijstand en gezondheidszorg te verbeteren in overweging worden genomen. De overheden verstrekken niet alleen subsidies, maar stellen zich ook garant voor investeringen. Gelet op de huidige financiële crisis, is financieel vertrouwen van groot belang. Een


21

N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

fonctionnement soit supportable, à terme, par la Région et les communes concernées. Le cdH ne dit pas le contraire. Nous pensons qu'en réponse - positive - aux investissements consentis en matière d'infrastructures, les hôpitaux concernés doivent maîtriser leurs déficits, assurer la cohérence intraréseau et la complémentarité des fonctions, afin d'assurer tant un service de proximité que des services spécialisés de haut niveau. Et si des collaborations peuvent être envisagées en dépassant les clivages traditionnels si souvent stériles, ce ne serait que bénéfice pour les patients. Pour terminer en ce qui concerne les infrastructures, nous estimons que toutes les modalités qui permettent d'améliorer les infrastructures sociales et de santé et, in fine, la prise en charge des Bruxellois, doivent être analysées. Ainsi, les pouvoirs publics jouent leur rôle de pouvoir subsidiant, mais aussi leur rôle souvent méconnu de soutien à l'investissement, en tant que garants. En outre, lorsque les dossiers sont bien gérés, ils bénéficient de la confiance de tous. Or, avec la crise financière que nous traversons aujourd'hui, la confiance est un facteur indispensable. Par ailleurs, un système de santé qui fonctionne bien contribue aussi à la santé économique d'un pays ou d'une région, et donc à la création d'emplois ! A cet égard, je signale que la santé représente 10% du PIB en Belgique. Ce raisonnement peut également être tenu pour le social. A côté de l'annonce des ordonnances à voter en notre assemblée, un certain nombre de réformes législatives sont annoncées et elles ont toutes des raisons d'être.

(2007-2008) – Nr. 24

gezondheidssysteem dat goed werkt, draagt ook bij tot een gezonde economie en levert bijgevolg werkgelegenheid op. Overigens bedraagt de kostprijs van de Belgische gezondheidszorg 10% van het BBP. Het Verenigd College kondigt ook terecht een aantal hervormingen van de huidige regelgeving aan. Ik dring aan op een samenwerkingsakkoord tussen de GGC en het Brussels Gewest om tegemoet te komen aan de verzuchtingen van bejaarden die graag zo lang mogelijk thuis willen blijven wonen. Er moet ook een gelijkaardig samenwerkingsakkoord komen om aangepaste woningen voor gehandicapten te bouwen. Er komt stilaan beterschap, maar er is toch nog veel werk aan de winkel. Ook gehandicapte Brusselaars hebben recht op huisvesting. Daarom stel ik voor dat een klein deel van het gewestelijk budget voor huisvesting wordt besteed aan woningen voor gehandicapten. Het zou getuigen van politieke schizofrenie om geen gebruik te maken van een dergelijk financieringsmechanisme. De cdH is voorstander van een plan waar gewest en GGC samen op drie jaar tijd investeren in 250 nieuwe woningen voor gehandicapten. De commissie Financiën liet onlangs een vertegenwoordiger van een bankinstelling aan het woord, die over meer dan 200 miljoen euro beschikt voor investeringen in de sociale sector of de welzijns- en onderwijssector. Dat denkspoor moeten we volgen.

A l'occasion de la discussion de l'ordonnance Personnes âgées, ne serait-il pas opportun d'envisager un accord de coopération avec la Région bruxelloise ? Il s'agit d'une piste intéressante pour développer ensemble - ARCCC et Région bruxelloise - une politique cohérente du logement visant ainsi à réaliser les demandes des personnes âgées, à savoir le maintien à domicile dans les lieux de vie où elles ont pu tisser tous leurs liens sociaux. Ceci en fonction du principe qui veut que la cohésion sociale, c'est la santé.

Het persoonlijk assistentiebudget (PAB) is in een aantal Europese landen met succes ingevoerd. In België loopt er momenteel een proefproject met acht deelnemers. Ook de cdH vindt dat de federale overheid deze uitkering van de sociale zekerheid moet financieren.

Cette

De minister bevoegd voor het gezondheidsbeleid

collaboration

entre

Commission

De cdH-fractie is er zeker van dat de GGC in staat is om een ambitieus gehandicaptenbeleid uit te stippelen. Alleen zullen we tot de volgende zittingsperiode geduld moeten oefenen.


N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

communautaire commune et Région devrait également voir le jour dans le cadre de la création de logements permettant l'hébergement des personnes handicapées. Nous connaissons tous - et depuis de nombreuses années - les besoins d'hébergement des personnes handicapées en Région bruxelloise. Tous partis confondus, nous disons qu'il faut développer ces hébergements, mais les premiers signes positifs apparus dans le courant de la session 2007-2008 - notamment pour les projets Condorcet et Hoppa - ne doivent pas nous laisser croire que tout est réglé. Ce n'est qu'un début, qui fut déjà laborieux à mettre en marche. Les personnes handicapées, citoyens à part entière de notre société bruxelloise, ont aussi droit au logement. C'est la raison pour laquelle je romps à nouveau une lance pour qu'une petite partie du budget alloué à la politique régionale du logement soit orientée vers l'hébergement de personnes handicapées. Ne pas créer pareille passerelle budgétaire serait, selon moi, faire preuve d'une schizophrénie politique incompréhensible pour nos concitoyens et, en particulier, pour tous ceux qui attendent depuis des années une réponse concrète et significative à ce problème d'hébergement. Pour le groupe cdH, un PH 250 (un Plan d'hébergement 250) doit être lancé, qui permette, en symbiose avec le budget régional, de créer 250 places d'hébergement en trois ans, par exemple, pour les personnes handicapées. Par ailleurs, nous avons entendu, en commission des Finances, le représentant d'un organisme bancaire - à la vocation quelque peu différente de ceux qui s'illustrent dans l'actualité - nous dire qu'il disposait de plus de deux cents millions de liquidités et que sa vocation était de financer des investissements dans les domaines social, de la santé ou de l'éducation. Cette piste mériterait d'être explorée. Nous avons évoqué le budget d'assistance personnelle (BAP). Il est appliqué avec succès dans quelques pays européens. En Belgique, le projet pilote concerne huit personnes. Si l'expérience est concluante, nous devons viser à le pérenniser. Je partage l'avis selon lequel il s'agit d'une prestation de sécurité sociale. Pour le cdH, cette aide doit émaner du pouvoir fédéral.

(2007-2008) – Nr. 24

22

neemt weldra maatregelen voor jonge gehandicapten met psychiatrische problemen. Psychiatrische symptomen zijn immers ernstiger bij gehandicapte personen. Het gaat niet om uitzonderingen, aangezien statistisch één gehandicapte op vier minstens eenmaal in zijn leven met psychiatrische problemen te kampen heeft. De geplande maatregelen zullen zeker positief onthaald worden door de betrokken gezinnen. Een bijkomende doelstelling van het project is om het fenomeen op epidemiologisch vlak te onderzoeken. Mijn fractie is tevreden dat de ordonnantie inzake jeugdbijstand van kracht wordt. Sommige Brusselse psychiatrische ziekenhuizen bouwen een uiterst gespecialiseerde psychiatrische jeugdzorg uit, in sommige gevallen op vraag van het jeugdparket. Voorbeelden daarvan zijn de Karibu-eenheid van het Centre Hospitalier Jean Titeca (die dankzij een samenwerkingsakkoord met het Waals Gewest een referentiecentrum is dat de gewestgrenzen overschrijdt), het psychiatrisch ziekenhuis Fond'Roy, het Universitair Kinderziekenhuis Koningin Fabiola (UKZKF). De overname van het Frans Gasthuis zal bovendien leiden tot de oprichting van een ambulante dienst pedopsychiatrie. De cdH is blij dat in de strijd tegen overdraagbare ziekten de coördinatie tussen de geneesherenhygiënisten en burgemeesters zal verbeteren, wat ook de administratieve vereenvoudiging ten goede zal komen. Het is duidelijk dat we tussen het Brussels Gewest en de plaatselijke overheden in nog vele andere beleidsdomeinen aanvullend kunnen werken. Wat de adviesraad voor de gezondheidszorg betreft, dring ik erop aan dat de verschillende afdelingen van die adviesraad goed met elkaar samenwerken, teneinde een continue zorgverstrekking mogelijk te maken. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van de ruime waaier van mogelijkheden die de gezondheidszorg biedt. Overigens is de volksgezondheid lang niet alleen afhankelijk van de gezondheidszorg. Ook sociale factoren spelen een rol. De sector van de gezondheidszorg moet dan ook samenwerken met die van de hulpverlening. Ik sta achter de


23

N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

Pour les personnes handicapées, nous plaidons pour que soient enfin jetées les balises d'une politique d'envergure. Nous devrons sans doute attendre la prochaine législature, mais cela se fera. C'est indispensable. La prise en charge des problèmes de santé mentale chez les jeunes handicapés est à l'agenda du ministre de la Santé du Collège réuni qui, via des budgets santé du fédéral, veut répondre à la demande de personnes handicapées souffrant de problèmes psychiatriques. Ces derniers se manifestent de manière beaucoup plus aiguë lorsqu'ils sont combinés avec leur handicap, précisément. Par ailleurs, sachant qu'en Belgique, une personne sur quatre est confrontée, au cours de sa vie, à un problème de santé mentale, nous pouvons dire qu'une personne handicapée sur quatre risque également d'y être confrontée. C'est une réponse qui devrait satisfaire, sans aucun doute, les familles confrontées à ces situations difficiles. Par ailleurs, le projet en question a pour objectif de mieux connaître le phénomène sur le plan épidémiologique. Quant à l'ordonnance "aide à la jeunesse", nous exprimons notre satisfaction de voir ce dispositif mis en place. Il nous paraît également utile de souligner que la Région bruxelloise développe une spécialisation dans le domaine de la prise en charge psychiatrique des jeunes adolescents. Certains hôpitaux psychiatriques organisent des prises en charge extrêmement spécialisées pour jeunes (adolescents, surtout) et, dans certains cas, en réponse à des interventions du parquet de la Jeunesse. Citons Titeca avec son unité Caribou qui, grâce à un accord de coopération avec la Région wallonne, devient un centre de référence dépassant la Région bruxelloise ; ou encore Fond'Roy ou l'Huderf, pour des adolescents plus jeunes. Un projet de création d'une unité ambulatoire de pédopsychiatrie est également à l'ordre du jour dans le cadre du projet de reprise de l'ancien site de l'Hôpital Français.

(2007-2008) – Nr. 24

oprichting van een overlegplatform. Wat de opsporing van borstkanker betreft, dringt de cdH aan op een actieplan om vrouwen die zich niet gemakkelijk laten onderzoeken, toch aan te spreken. Vaak gaat het over vrouwen uit achtergestelde milieus. Het heeft weinig nut heeft om statistieken over het Brussels Gewest te vergelijken met die van andere gewesten. Het is beter om te vergelijken met andere grootsteden, want het leven in de grootstad heeft gevolgen voor de gezondheid. De heer du Bus de Warnaffe en mevrouw Saïdi namen reeds het initiatief voor een voorstel van resolutie inzake de opsporing van borstkanker. Het is een goede zaak dat het Verenigd College nu een samenwerking tussen de betrokken instanties, waaronder het Lokaal Gezondheidsoverleg (LOGO) en de ziekenfondsen, op het getouw zet. Ik ben er voorstander van om nog meer instanties bij het overleg te betrekken, waaronder de huisartsen, de gemeenten, de OCMW's, enzovoort. Het is het ook verontrustend dat steeds meer mensen aankloppen bij de OCMW's. De cdH staat achter de beleidsverklaring en zal er op toezien dat de persoonsgebonden materies voldoende aandacht krijgen.

Au nom du groupe cdH, je me réjouis de ce que la lutte contre les maladies transmissibles ait comme objectif fixé l'amélioration de la coordination entre les médecins inspecteurs d'hygiène et les bourgmestres, lesquels sont compétents en matière Assemblée réunie de la Commission communautaire commune – Séance plénière – Compte rendu intégral Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie – Plenaire vergadering – Integraal verslag

N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

(2007-2008) – Nr. 24

de protection sanitaire de la population au terme de l'article 135 de la nouvelle loi communale. Cette démarche vise également la simplification administrative. C'est dans ce domaine, comme dans d'autres d'ailleurs, l'illustration de la complémentarité que nous pouvons et devons installer entre le niveau régional et les autorités locales. Pour l'ordonnance "conseil consultatif', je voudrais souligner la nécessité de ne pas perdre de vue l'objectif que les différentes sections se parlent entre elles pour se coordonner. En effet, si l'on veut créer un "continuum de soins" - un passage aisé entre le domicile, d'une part, et l'hôpital aigu, d'autre part, avec toutes les formes intermédiaires de prise en charge comme le court séjour en maison de repos, les centres de soins de jour, etc. sur mesure et adapté aux besoins des gens, il est nécessaire que les différentes sections se parlent. Par ailleurs, les soins de santé n'expliquent que 20% de l'état de santé d'une population. Il faut donc agir sur les déterminants de la santé, comme le développement ou le soutien social. Tout cela n'est possible que si les acteurs de la santé et du social se parlent. Dans cet état d'esprit, nous apportons tout notre soutien à la création de la plate-forme de concertation des acteurs du maintien à domicile et du soutien à la première ligne de soins. Dans le domaine du dépistage du cancer du sein première cause de décès avant 65 ans chez les femmes, selon le tableau de bord de l'Observatoire de la santé -, le groupe cdH appuie la mise sur pied d'un programme d'action visant à toucher les femmes qui ne recourent ni au mammotest, ni au bilan sénologique, et qui sont vraisemblablement des femmes issues des classes sociales moins favorisées. Je voudrais également attirer l'attention sur le fait qu'en ce qui concerne les comparaisons chiffrées pour la Belgique, il ne faut pas perdre de vue que la Région de Bruxelles-Capitale ne doit pas être directement comparée avec l'ensemble des deux autres Régions. Il serait utile d'avoir des statistiques comparant Bruxelles par rapport aux grandes villes, pour tenir compte de l'"effet grande ville", bien connu en termes de santé. Toujours en ce qui concerne le dépistage du cancer Assemblée réunie de la Commission communautaire commune – Séance plénière – Compte rendu intégral Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie – Plenaire vergadering – Integraal verslag

24

25

N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

(2007-2008) – Nr. 24

du sein, rappelons que notre collègue André du Bus avait déposé avec Mme Saïdi une proposition de résolution relative à l'amélioration du dispositif. Nous nous réjouissons donc du soutien du gouvernement en la matière - du Collège réuni, en tout cas. Il annonce la mise en place d'une concertation entre les différents acteurs, dont le Centre local de promotion de la santé (CLPS), le LOGO (Lokaal Gezondheidsoverleg) et les mutuelles. Ne serait-il pas intéressant d'y impliquer un nombre plus important d'acteurs en contact avec la population, comme par exemple les médecins généralistes, les communes, les CPAS, les travailleurs socio-sanitaires - comme il est d'ailleurs demandé dans la résolution ? Je ne reviendrai pas sur ce qui a été évoqué en termes de pauvreté. Je partage les préoccupations d'un certain nombre d'orateurs, notamment à propos de l'évolution de l'aide financière sollicitée auprès de l'ensemble des CPAS. Elle est plus qu'inquiétante, et il faudra manifestement en tenir compte. Voilà ce que je souhaitais dire au nom du groupe cdH, qui appuie, bien entendu, cette déclaration du Collège réuni et sera toujours attentif à ce que les politiques consacrées aux personnes restent une vraie priorité dans cette assemblée. M. le président.- La parole est à M. Galand.

De voorzitter.- De heer Galand heeft het woord.

M. Paul Galand.- Il s'agit peut-être de l'événement de ce débat, M. le ministre-président. C'est vous qui allez répondre, dans la foulée de vos réponses à la Région, également sur le plan bicommunautaire. Je vous remercie pour votre patience.

De heer Paul Galand (in het Frans).- U hebt de beleidsverklaringen van het gewest en van de GGC na elkaar voorgelezen, in naam van dezelfde ministers en ten behoeve van dezelfde volksvertegenwoordigers.

Je voudrais d'abord insister sur ce fait nouveau, en faveur duquel mon groupe avait plaidé. Les deux déclarations de politique générale, celle de la Région et celle de la Commission communautaire commune, ont été présentées l'une après l'autre par vous-même. Elles ont été faites au nom des mêmes ministres, composant le gouvernement régional et le Collège réuni, devant le parlement régional, puis devant l'assemblée réunie, composée des mêmes élus, choisis par une même population lors d'une même élection. Un même gouvernement et une même assemblée ne pourraient-ils donc pas suffire ? Les

Zouden één regering en één parlement niet volstaan? De bevoegdheden die aan elk van de instellingen zijn toegewezen, spelen immers in grote mate op elkaar in. Stemmen over bicommunautaire bevoegdheden zou kunnen gebeuren bij dubbele meerderheid. De bicommunautaire beleidsdomeinen zou men kunnen toevertrouwen aan telkens twee ministers, één uit elke taalgroep. Zo zou het beleid alleen maar transparanter en coherenter worden. De strijd tegen de armoede zou meer slagkracht krijgen, doordat er interactie zou ontstaan tussen enerzijds het beleid inzake bijstand aan personen en het beleid inzake sociale huisvesting en sociale


N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

(2007-2008) – Nr. 24

26

compétences de ces deux institutions, nous le savons, interagissent fortement. Ne suffirait-il pas de maintenir, pour les matières bicommunautaires, la double majorité lors des votes, et la compétence partagée de deux ministres bruxellois, l'un francophone et l'autre néerlandophone ? Ainsi, nous aurions une meilleure connaissance des interactions, et plus de cohérence dans l'action politique.

economie, en anderzijds tussen het gezondheidsen het milieubeleid.

Pour ne citer que l'exemple de la lutte contre la paupérisation, des interactions évidentes et des renforcements sont possibles entre, d'une part, les politiques d'aide aux personnes et les politiques du logement social et de l'économie sociale, et d'autre part, entre la promotion de la santé et la qualité de l'environnement.

Een fusie mag echter geenszins een voorwendsel zijn om beleidsmateries in te krimpen. Het moet juist de bedoeling zijn om kruisbestuivingen teweeg te brengen, goed beheer in de hand te werken en de coördinerende rol van de bicommunautaire instelling te versterken.

Ce rapprochement entre PRB et ARCCC pourrait aussi entraîner des simplifications, et même une réduction des coûts de fonctionnement. Un exemple bien connu est donné par les traités internationaux, qui pourraient être examinés en commission, avec des documents joints, après un seul exposé des exécutifs, et votés lors de la même séance plénière, avec double majorité si nécessaire. Bien sûr, en cas de fusion, il faut, comme l'indique la déclaration du Collège réuni, veiller à "capitaliser les acquis, maintenir et rendre plus efficace la fonction essentielle de coordination du bicommunautaire" . En créant des synergies entre ARCCC et PRB, si pas en fusionnant ces institutions, il s'agit bien de viser une meilleure gouvernance et d'obtenir un plus pour les gens. Il ne s'agit pas de réduire ou de restreindre telle ou telle politique, mais de les renforcer mutuellement. J'en viens au deuxième point de la déclaration gouvernementale, sur lequel mon groupe a insisté durant tant d'années et qui se retrouve non seulement affirmé, mais aussi explicité à travers une série de réalisations concrètes. Je veux parler du rôle et du travail de coordination du bicommunautaire en matière de santé et d'aide aux personnes, entre le bicommunautaire, la COCOF et la VGC, pour plus de cohérence entre les législations portant sur des problématiques similaires ou proches, et par la création de structures mixtes. Aller dans ce sens, c'est aussi rendre le travail des opérateurs de terrain et la compréhension du public plus faciles, ou tout au

De samensmelting van het parlement en de verenigde vergadering zou bovendien de werkingskosten drukken. Zo zouden de internationale verdragen in één commissie en vervolgens in één plenaire vergadering kunnen worden behandeld.

De coördinatie tussen de GGC, de COCOF en de VGC in de beleidsmateries gezondheid en bijstand aan personen is voor mijn fractie altijd van het grootste belang geweest. De beleidsverklaring bevestigt die optie niet alleen, maar somt ook een aantal concrete verwezenlijkingen op. Door de wetgeving van de verschillende instellingen op elkaar af te stemmen en door gemengde structuren op te richten, zou het beleid alleen maar transparanter worden in de ogen van de verenigingen en van de bevolking. Het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn is als werkinstrument van fundamenteel belang voor het uitstippelen van het beleid van gewest, GGC, VGC, COCOF en gemeenten. Niet voor niets heeft het Waals Gewest zich op het model van het Brusselse Observatorium geïnspireerd om een eigen centrum voor gegevensverzameling uit te bouwen. Het succes van het Brusselse Observatorium berust op zijn autonomie en zijn uniciteit. Waarschijnlijk gaat de bouw van het eerste huis voor respijtzorg voor zwaar zieke kinderen dit jaar nog van start. De onderhandelingen met het RIZIV en de federale overheid over de werkingskosten vlotten. Het is een goede zaak dat dit initiatief, waar alle democratische partijen zich in 2003 achter schaarden, wordt gerealiseerd. Dit voorbeeld wijst ons er ook op dat er met voldoende doorzettingsvermogen duurzame resultaten kunnen worden geboekt. De ruime steun van het parlement weerspiegelt de solidariteit van de Brusselaars met zieke kinderen.


27

N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

moins, éviter de rendre encore plus compliquées des situations déjà complexes. Vu la qualité et l'autonomie de son équipe et l'attention vigilante dont il bénéficie de la part du parlement, l'Observatoire de la santé et du social bruxellois est un instrument fondamental d'aide à la décision politique intelligente et pertinente, aussi bien dans les compétences bicommunautaires, COCOF et VGC que pour certaines politiques régionales ou communales. Ce n'est pas pour rien que la Région wallonne est venue visiter l'Observatoire bruxellois et s'est inspirée de son exemple pour réaliser, actuellement, son propre tableau de bord de la santé. Nous n'insisterons jamais assez sur l'importance et la pertinence du rassemblement de l'ensemble des données socio-sanitaires bruxelloises au sein d'un même Observatoire bruxellois du social et de la santé autonome. Il n'est ni juge, ni partie, c'est-àdire ni offreur, ni utilisateur de soins et d'aide sociale. J'insiste, car je connais les tentations de multiplier les observatoires, mais cette multiplication est souvent un signe d'impuissance politique plus que de volonté d'agir avec pertinence. En matière de santé, la première pierre de la maison de répit pour enfants gravement malades sera probablement posée cette année encore, et les négociations avec l'INAMI et le fédéral pour assurer les frais de fonctionnement avancent positivement. Voilà une initiative portée au départ en 2003 par des parlementaires de tous les partis démocratiques, qui a trouvé une réponse positive auprès des ministres bruxellois de la Santé. Cette initiative montre aussi combien il faut du suivi dans les projets et de la ténacité dans l'action pour aboutir concrètement à des résultats durables. Elle veut aussi indiquer, par ce large soutien parlementaire, la solidarité de la majorité des Bruxellois avec ces enfants et leurs proches. Concernant le dépistage du cancer du sein, les études montrent qu'il ne touche pas encore assez de femmes dans les groupes concernés. L'effort doit d'urgence et concrètement porter sur la façon d'inviter différents groupes de femmes bruxelloises, en tenant compte de spécificités culturelles et sociales. Il faut faire appel aux associations de médecins généralistes, qui sont les

(2007-2008) – Nr. 24

Uit studies blijkt dat er nog steeds te weinig vrouwen zijn die deelnemen aan de opsporingsprogramma's voor borstkanker. Het Verenigd College moet inspanningen leveren om vrouwen met verschillende culturele en sociale achtergronden te bereiken. Daartoe kan ze een beroep doen op de verenigingen van huisartsen, vrouwenverenigingen, enzovoort. Ik vrees dat het nog even zou kunnen duren voor u het probleem aanpakt. In uw beleidsverklaring verwijst u naar de identificatie van deskundigen. Welnu, die zijn al voldoende bekend. Er bestaan immers genoeg studies over het onderwerp. U wilt ook werk maken van overleg tussen de betrokken instanties, zoals LOGO, de ziekenfondsen, enzovoort. Bestaat dat overleg dan nog niet? Er zouden ook werkvergaderingen komen. Het is toch net de opdracht van Brumammo en de administratie om de zaken te coördineren? Ik maak me zorgen. Als u werk wilt maken van een betere bewustmaking, moet u onder meer de huisartsen bij het overleg betrekken. De boodschap aan de bevolking is onduidelijk. U moet niet maandenlang tijd besteden aan nieuwe strategieën om dat probleem op te lossen. De commissie Gezondheid moet het investeringsplan 2008-2015 voor de ziekenhuizen zo snel mogelijk bespreken. Het Verenigd College moet erop toezien dat elk gesubsidieerd ziekenhuis een deel van de sociale gezondheidszorg voor zijn rekening neemt. Bovendien moeten gesubsidieerde ziekenhuizen hun patiënten duidelijk inlichten over tarieven en honoraria. Het is onaanvaardbaar dat de federale normen niet overal worden nageleefd. Ook rationeel energiegebruik en milieuvriendelijke bouwmethoden moeten aan bod komen. De middelen van het Brussels Gewest moeten zo goed mogelijk worden aangewend. Dezelfde stelling geldt uiteraard voor de rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen. Ik dring aan op een menselijk beleid. Een goede genezing is niet enkel afhankelijk van medische technieken, maar ook van vertrouwen en een goede en vriendelijke dienstverlening. Patiënten genezen zelfs gemakkelijker als er kunst in het ziekenhuis hangt. Niemand wil immers als een


N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

(2007-2008) – Nr. 24

28

intervenants les plus proches de ces femmes, aux mouvements de femmes - Vie féminine, Femmes prévoyantes socialistes, etc. - à la section CPAS de l'Union de la ville et des communes bruxelloises et aux mutualités. Il faut le faire dès la conception même des programmes, campagnes de sensibilisation et convocations.

nummer worden behandeld.

Je ne vous cache pas, M. le ministre-président, mon inquiétude sur les délais que pourrait entraîner le processus que vous avez évoqué dans la déclaration du Collège réuni. Vous avez dit : "En 2008 sera mise sur rails la sensibilisation des femmes des groupes-cibles qui ne sont pas encore atteintes. Dans une première phase sera mise en oeuvre l'identification des personnes-ressources à Bruxelles." Or, nous les connaissons, grâce aux multiples études existant à ce sujet. Est également prévue, "la mise en place d'une concertation entre les différents acteurs, dont le CLPS, le Logo (Lokaal Gezondheidsoverleg) et les mutualités". N'existe-t-il donc aucun endroit où ces gens se concertent ? De même sont prévues l'animation et la coordination des réunions de travail. Mais que font le Brumammo et l'administration ? Précisément, la coordination de l'exécution du plan d'action.

Het Verenigd College heeft een aanzienlijke vooruitgang geboekt inzake het daklozenbeleid. Na enkele turbulente jaren is de sector wat tot rust gekomen. Het steunpunt is een belangrijke verbetering en zal de overheid ook helpen om betere beslissingen te nemen door gegevens in te zamelen. Dat moet uiteraard op anonieme basis gebeuren. Het beleid kan beter gebaseerd zijn op een systematische inzameling van gegevens dan op emotionele reacties en sensationele berichtgeving.

M. le ministre, je suis inquiet. Pour dynamiser et actualiser les campagnes de sensibilisation au sein de Brumammo, il faut inclure les médecins généralistes et faire appel aux acteurs que j'ai cités dans la conception des convocations et des messages adressés à la population. Ces derniers souffrent souvent d'un manque de clarté et de précision. C'est sur ce point qu'il faut agir et cela ne demande pas des mois d'élaboration de stratégies. L'important plan d'investissement hospitalier 2008-2015 doit être, sans plus de retard, présenté et discuté en commission de la Santé. Nos collègues ont évoqué leurs questions à ce sujet afin d'obtenir les données par site et par réseau. Chaque hôpital soutenu devrait prendre sa charge de médecine sociale ; c'est à la Région d'y veiller. S'il bénéficie de l'argent de la Région, il aurait l'obligation d'informer clairement la patientèle sur les tarifs et honoraires. Il est anormal que certains échappent encore à des règles fixées par le fédéral. Le volet utilisation rationnelle de l'énergie, bioconstruction, humanisation et plans

De verdeling tussen het budget voor eerstelijnszorg en voor de ziekenhuizen is nog steeds onvoldoende evenwichtig. Het accent zou op de eerstelijnszorg moeten liggen, maar dat is niet het geval.

Er komt ook een vereniging voor dringende sociale hulp onder de noemer van hoofdstuk XII, waaraan alle OCMW's zouden deelnemen. Een aantal OCMW's zijn reeds bereid om mee te werken. Wat is de stand van zaken? Elk OCMW moet op gelijkwaardige basis kunnen deelnemen aan het initiatief en voor het einde van deze legislatuur moet er een ordonnantie komen om de kwestie te regelen. Het Verenigd College moet ook zo snel mogelijk nagaan welke gevolgen de oprichting van die vereniging zal hebben op de statuten van de personeelsleden van het CDSH en dergelijke. Het groeiende probleem van de daklozen is symptomatisch voor de verpaupering van de Brusselse bevolking. Alleen preventieve maatregelen inzake gelijke kansen, tewerkstelling en huisvesting kunnen een invloed hebben op de problematiek. Voor het eerst is er een meerjarenplan uitgewerkt voor woningen voor gehandicapten. Aangezien huisvesting een recht is van elke burger, zouden woningen voor gehandicapten logischerwijs door gewestmiddelen moeten worden gefinancierd, terwijl de aanpassing van die woningen met middelen uit het gehandicaptenbeleid tot stand zou moeten komen. Maar zover zijn we nog niet. Momenteel komt de volledige factuur voor de huisvesting en de opvang bij de COCOF en de GGC terecht, waardoor het dossier zich in een doodlopend straatje bevindt.


29

N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

d'investissements au sein des hôpitaux mérite et nécessite une attention très déterminée. Il s'agit de valoriser autant que faire se peut des ressources régionales. Il en va de même pour les investissements pour les MRS et MR. L'humanisation de cette politique me paraît nécessiter un mot complémentaire. Le processus de guérison ne repose pas uniquement sur des techniques médicales, mais aussi sur la mise en confiance, le service, les échanges verbaux, la gentillesse. Des hôpitaux ont même obtenu des résultats intéressants grâce à l'organisation d'expositions d'art dans les salles d'accueil ou les couloirs ; cela produit un impact positif sur la guérison. Ne me faites pas dire ce que je ne dis pas, mais un patient considéré comme un numéro, malgré des soins de pointe, souffrira davantage. Toujours sur ce volet de la santé, j'insisterai encore sur l'inégalité persistante entre les budgets des coordinations hospitalières et des coordinations de première ligne. Alors que, selon la cohérence des politiques de santé, l'accent se doit d'être mis sur la première ligne et les soins de proximité, à voir la répartition des moyens entre les coordinations réservées aux associations de soins de première ligne et les coordinations pour les réseaux hospitaliers, la différence ne s'explique pas en termes de santé publique. En matière d'aide aux personnes, on observera les faits suivants : des progrès importants concernant les personnes sans-abri ont été réalisés. Après quelques années tourmentées, le secteur est largement pacifié; le centre d'appui a pris ses marques et apporte un vrai soutien à tout le secteur. Ce centre d'appui pourra, en outre, aider les pouvoirs publics à une meilleure appréhension de la problématique par la récolte de données, évidemment respectueuse de l'anonymat des personnes concernées. Mme Mouzon vient d'insister sur ce point. La récolte des données, en articulation avec l'Observatoire de la santé et du social, doit permettre de trouver les solutions les plus appropriées face à un problème ou une situation qui sera, dès lors, mieux objectivée, plutôt que de risquer de se livrer à certains moments à des réactions émotives, liées à une information parfois trop sensationnaliste, vu par exemple que le froid a tendance à pousser certains dans des actions de visibilité prises dans l'urgence, mais pas nécessairement les plus adéquates.

(2007-2008) – Nr. 24

De Brusselse bejaarden wacht geen gouden parachute, wel een tijdbom. De federale overheid heeft immers geen budgettaire maatregelen getroffen om de vergrijzing op te vangen. Uit studies blijkt dat de kwaliteit van de zorgverlening daalt en dat de problemen naar de lokale en gewestelijke overheden worden doorgeschoven. Inzake armoedebestrijding zitten de regeringspartijen op de verschillende beleidsniveaus (gewest, GGC, federale en Europese overheid) niet op dezelfde golflengte. Ofschoon het gewestelijke en het bicommunautaire beleid al beter op elkaar zijn afgestemd, wordt de positieve impact van hun maatregelen grotendeels tenietgedaan, omdat de sociale uitkeringen en het leefloon ondermaats zijn. De overheid heeft miljarden euro's veil om de banken te redden. Ik begrijp dat ze geen andere keuze heeft. Maar het is schandalig dat de middelen voor armoedebestrijding ondertussen ontoereikend blijven. De belangrijkste risicogroep bestaat uit alleenstaande ouders en bejaarden. Ik stel vast dat het samenwerkingsakkoord tussen de federale overheid en de gemeenschappen en gewesten is uitgemond in plannen die noch coherent zijn, noch voldoende middelen vooropstellen. Wat de armoedebestrijding betreft, sluit ik me aan bij de opmerkingen van mevrouw Mouzon over het medisch beroepsgeheim en het respect van de persoonlijke levenssfeer. Het Brussels Gewest neemt 20% van het Belgische BBP voor zijn rekening en er werken hier 350.000 pendelaars. Het is dan ook niet meer dan rechtvaardig dat Brussel extra geld krijgt om de gewestelijke en bicommunautaire materies te financieren. (Applaus bij de meerderheid)


N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

(2007-2008) – Nr. 24

Un autre aspect important, déjà annoncé en 2007 : la volonté de créer une association d'urgence sociale, sous la forme d'un chapitre XII, associant tous les CPAS. Ces derniers planchent sur la question ; certains ont déjà marqué leur accord à ce vaste processus. Où en est-on ? Quelle est la nature des blocages, s'il y en a ? Nous souhaitons que chaque CPAS se sente partie prenante à part égale de ce processus, sans leadership écrasant, et que l'on aboutisse à l'ordonnance instaurant ce chapitre XII avant la fin de la législature. Il faudrait aussi estimer le plus précisément possible tous les effets pour le personnel des structures, telles que le Casu, Pierre d'Angle, Ariane, et les retombées pour la Région en termes statutaires. Cette politique des personnes sans-abri doit être aussi vue comme un indicateur de pauvreté dans notre Région. Elle vient en aval et ne peut être considérée que comme telle, sans nous dédouaner d'élaborer des actions en amont visant à faire une Région avec plus d'égalité, plus d'accès à l'emploi et au logement. Pour la première fois, un plan pluriannuel pour des infrastructures en faveur des personnes handicapées a été élaboré, et d'autres initiatives ont été prises. Je souhaite revenir sur ce qu'a dit M. Riguelle sur le droit au logement des personnes handicapées. Il est évident qu'en regard de l'égalité entre les citoyens, si on reconnaît le droit au logement pour tous, le logement stricto sensu des personnes handicapées devrait relever du budget régional, comme pour tous les citoyens bruxellois. Ce sont les aménagements spécifiques qui viennent en complément qui devraient relever des budgets de la politique des personnes handicapées. Nous en sommes encore loin. Evidemment, nous nous trouvons dans une impasse, si on fait porter la totalité du poids du logement et de l'hébergement des personnes handicapées sur les budgets de la COCOF ou de la COCOM. Je pense que cette perspective doit retenir toute notre attention de démocrate, si on veut l'égalité des droits entre tous les citoyens, handicapés ou non. J'en viens à la politique des aînés. Pas de parachute doré, pas même argenté ni bronzé pour de plus en plus d'aînés, mais une bombe à retardement pour ceux-ci, pour les Régions et les pouvoirs locaux, à Assemblée réunie de la Commission communautaire commune – Séance plénière – Compte rendu intégral Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie – Plenaire vergadering – Integraal verslag

30

31

N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

(2007-2008) – Nr. 24

la suite du manque, au niveau fédéral, de préparation budgétaire face au défi du vieillissement. En effet, toutes les études le montrent, nous allons vers une dégradation du niveau de prestations et vers un plus grand report des problèmes sur les pouvoirs locaux et régionaux. Au sujet de la lutte contre la pauvreté, il faut une cohérence politique dans les positions des partis aux différents niveaux de pouvoir. Malgré des progrès réalisés dans la cohérence des politiques régionales et bicommunautaires, les distorsions dans la liaison au bien-être des allocations sociales et des revenus de remplacement et l'aggravation des inégalités sociales mettent sans cesse à mal les initiatives régionales et locales de cohésion sociale. Des milliards pour sauver les banques - dans la situation actuelle, il fallait le faire - , des budgets sans cesse insuffisants pour sauver les pauvres de la paupérisation, pour des plans non pas d'assistance, mais qui fassent sortir les gens de la pauvreté. C'est un scandale qui n'interpelle pas que les gouvernements régionaux et bicommunautaire, mais aussi la cohérence des positions de partis politiques aux différents niveaux de pouvoir et au niveau européen. Je suis parfois révolté par les positions que certains prennent ici, alors que leur parti adopte une autre, totalement opposée, ou insuffisante, aux niveaux fédéral ou européen. Les groupes en plus grand risque de paupérisation se trouvent parmi les parents seuls avec enfant et les personnes âgées. Il existe un accord de coopération voté depuis des années entre le fédéral et les différentes entités fédérées. Je constate que les plans qui devraient en découler sont toujours en défaillance au niveau de leur cohérence et au niveau budgétaire. En matière de lutte contre la pauvreté, je rejoins les propos de Mme Mouzon concernant le respect du secret médical et de la vie privée. Monsieur le ministre-président, vous avez rappelé que la Région bruxelloise représentait 20% du PIB national et 350.000 navetteurs. Lorsque nous revendiquons un appui financier pour les matières régionales et bicommunautaires, nous ne mendions pas. C'est une question de justice.


N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

(2007-2008) – Nr. 24

32

(Applaudissements sur les bancs de la majorité) M. le président.- La parole est à M. Dominiek Lootens-Stael.

De voorzitter.- De heer Lootens-Stael heeft het woord.

M. Dominiek Lootens-Stael (en néerlandais).- Le Collège réuni prétend avoir la volonté d'améliorer la qualité de vie des habitants, et de renforcer pour ce faire la visibilité des services. La volonté inscrite dans l'accord de gouvernement de 2004 d'assurer des services corrects dans les deux langues nationales, tant au niveau des administrations régionales que locales, ne s'est absolument pas concrétisée. Les choses n'ont fait qu'empirer au niveau des services à la population néerlandophone.

De heer Dominiek Lootens-Stael.- Het Verenigd College pretendeert de wil te hebben om, zoals in de beleidsverklaring staat, de levenskwaliteit van de bewoners te verbeteren en streeft daarbij naar een grotere zichtbaarheid van de dienstverlening. De levenskwaliteit is voor de Nederlandstalige Brusselaars enkel haalbaar als ze toekijken en zwijgen. Met de elementaire dienstverlening, die erin bestaat om hen in hun eigen taal te woord te staan, is het meer dan ooit erbarmelijk gesteld.

Les lois garantissant le statut bilingue de Bruxelles ne sont pas appliquées, totalement sapées ou savamment contournées. L'acharnement avec lequel les Flamands sont harcelés dans leur propre capitale a pris des proportions inédites ces derniers mois, puisque que certains politiciens déclarent que la Flandre ferait mieux de ficher le camp et de chercher une capitale ailleurs. Le Collège réuni peut annoncer autant de mesures qu'il le voudra, mais tant que les résidents des maisons de repos, les patients, les sans-abri, les familles, les handicapés flamands bruxellois ne pourront pas communiquer dans leur langue maternelle pour obtenir les services que le Collège réuni prétend offrir, ces personnes seront tout simplement mises sur la touche. M. Clerfayt a affirmé au nom du FDF que les lois linguistiques bruxelloises étaient dépassées parce qu'il restait trop peu de Flamands à Bruxelles pour justifier une application correcte de la loi. La loi reste pourtant la loi. Ce n'est d'ailleurs pas seulement le nombre de néerlandophones qui diminue à Bruxelles, mais aussi le nombre de francophones. En finançant des communes qui ouvrent exclusivement des écoles et des crèches francophones, vous vous rendez complices d'une situation qui n'encourage certainement pas les jeunes familles flamandes à rester à Bruxelles ou à venir s'y installer. Le rapport annuel de la Commission permanente de contrôle linguistique (CPCL) indique que la proportion d'engagements dans les

De legislatuur nadert haar einde. Ik kijk dan ook eens terug op het regeerakkoord van 2004 waarin u het volgende verklaarde: "De Brusselse regering en het Verenigd College zullen erop toezien dat de dienstverlening correct in beide landstalen wordt verleend, zowel in de gewestelijke als in de plaatselijke besturen." In werkelijkheid is daar niets van in huis gekomen en is het slechter dan ooit gesteld met de dienstverlening in het Nederlands in Brussel. Er zijn nochtans wetten die het tweetalige statuut van Brussel garanderen. Ze worden echter niet toegepast, helemaal uitgehold of deskundig omzeild. De verbetenheid waarmee Vlamingen door sommigen uit hun hoofdstad worden weggepest, neemt de laatste maanden nooit eerder geziene proporties aan. Sommige politici verklaren dat Vlaanderen best zou oprotten uit Brussel en ergens anders een hoofdstad gaan zoeken. Het Verenigd College mag zoveel maatregelen aankondigen als het wil, maar als bejaarde Brusselse Vlamingen niet in hun moedertaal kunnen communiceren in rusthuizen of met verzorgend personeel, als dokters Vlaamse patiënten niet kunnen uitleggen hoe het met hun gezondheid is gesteld, als daklozen, gezinnen, gehandicapten enzovoort niet terecht kunnen in het Nederlands voor de diensten die het Verenigd College wil bieden, vallen deze mensen gewoon uit de boot. Bij monde van de heer Clerfayt beweerde het FDF dat de Brusselse taalwetten verouderd zijn. Hij bedoelde dat er onvoldoende Vlamingen in Brussel zouden overblijven om een correcte toepassing van


33

N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

administrations bruxelloises est de dix néerlandophones pour 90 francophones, ce qui correspondrait soi-disant mieux à la réalité. Le Collège réuni bafoue de ce fait la loi linguistique. Les dossiers traités en français parce que l'agent ne comprend pas le néerlandais, et ensuite comptabilisés pour fixer le cadre linguistique, sont une énième manipulation des chiffres de la population au détriment des néerlandophones. Si tous les agents étaient bilingues, un cadre linguistique serait superflu. Mais tant qu'une grande partie de la population bruxelloise refusera d'apprendre la première langue nationale, un tel cadre restera nécessaire. Les partis francophones au pouvoir préfèrent se contenter du bilinguisme du service et, quand le "Flamand de service" ne suffit plus, les besoins du service justifient que l'on engage des candidats qui n'ont pas passé l'examen linguistique requis. Ce faisant, le Collège mène une politique active de discrimination à l'égard des citoyens flamands qui satisfont aux exigences de bilinguisme, mais ne peuvent être engagés parce qu'ils sont Flamands. De plus, il empêche que les habitants de la capitale de la Belgique et de la Flandre soient accueillis dans leur langue. Le mépris des lois linguistiques porte également préjudice aux francophones. En effet, l'absence de réglementation en matière de cadres linguistiques a pour conséquence que de nombreux fonctionnaires, y compris francophones, ne peuvent être nommés. Et que penser des nominations dans les communes, CPAS, hôpitauc IRIS, etc., qui, faute de possession d'un brevet linguistique valable, sont parfaitement illégales ? Un Collège qui applique la loi annulerait immédiatement ces engagements illégaux. Toutefois, le Collège actuel laisse délibérément les personnes engagées illégalement en situation d'insécurité juridique. Le gouvernement et le Collège ignorent délibérément la loi. Il faudrait que la politique linguistique change radicalement et que la législation linguistique soit appliquée pour que cette ville puisse être respectée

(2007-2008) – Nr. 24

de wet te rechtvaardigen. De wet is nochtans de wet. Natuurlijk vermindert het aantal Vlamingen aanzienlijk als de inheemse bevolking op onaanvaardbare wijze wordt aangelengd met inwoners van allochtone afkomst. Overigens daalt niet alleen het aantal Nederlandstaligen in Brussel, maar ook het aantal Franstaligen. Als het Verenigd College geld doorsluist naar gemeenten die enkel Franstalige scholen of crèches oprichten, bent u medeplichtig aan een situatie die Vlaamse jonge gezinnen er zeker niet toe aanzet om in Brussel te blijven of hier te komen wonen. Als het Verenigd College er bij het bepalen van de taalkaders in de Brusselse administratie naar streeft om voor elke 10 Nederlandstaligen 90 Franstaligen in dienst te nemen omdat dat zogezegd beter aansluit bij de realiteit, miskent u de taalwet. Ik verzin deze cijfers niet zomaar. Sla er het jaarverslag van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht (VCT) maar eens op na. Heel wat zaken die ik citeer, komen letterlijk uit dat verslag. Overigens ben ik niet volledig, ik zou nog heel lang kunnen doorgaan. Dat dossiers die in het Frans worden behandeld, omdat de ambtenaar geen Nederlands begrijpt, worden meegeteld voor de bepaling van het taalkader, betekent eens te meer een manipulatie van de bevolkingscijfers ten nadele van het aantal Nederlandstaligen. Indien alle ambtenaren werkelijk tweetalig zouden zijn, zou een taalkader overbodig worden. Dat is een lastig probleem minder voor de staatssecretaris van Ambtenarenzaken, die er maar niet in slaagt om ter zake sluitend reglementerend op te treden en telkens teruggefloten wordt door de Raad van State. De Brusselse administratie beschikt daardoor al sinds jaren niet meer over een taalkader. Een aanzienlijk deel van de bevolking van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest blijft het gewoon vertikken om de eerste landstaal aan te leren en een taalkader blijft dus noodzakelijk, omdat dat deel van de bevolking, zonder vangnet van het taalkader, nooit een openbaar ambt zou kunnen bekleden. De francofone politici van de machtspartijen stellen zich liever tevreden met de tweetaligheid


N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

comme capitale bilingue par les autres citoyens de ce pays. Selon le Vlaams Belang, c'est dans l'intérêt de tous les Bruxellois. C'est le strict minimum lorsque l'on mendie à la porte du fédéral. (Applaudissements sur les bancs du Vlaams Belang)

(2007-2008) – Nr. 24

34

van dienst, waarbij een 'Flamand de service' voorhanden is om aan de voorwaarden te voldoen. Wanneer zelfs dat laatste niet meer kan, rechtvaardigen de noden van de dienst dat sollicitanten worden aangeworven, zonder dat die het vereiste taalexamen aflegden. Daarbij voert het College in Brussel niet alleen een actief beleid van discriminatie ten aanzien van Vlaamse burgers die wel aan de tweetaligheidsvereisten voldoen, maar niet kunnen worden aangeworven, omdat ze Vlaming zijn. Het schiet bovendien schromelijk tekort aan de verplichting om erover te waken dat de burgers in de hoofdstad van België en Vlaanderen overal in de eigen taal terechtkunnen. De taalwetten worden in dit hoofdstedelijk gewest systematisch in het nadeel van de Nederlandstalige tweederangsburgers overtreden. Hun miskenning is evenwel ook voor de Franstaligen nadelig en zelfs nefast. Hoe anders moet men het gebrek aan reglementering inzake taalkaders interpreteren, dat tot gevolg heeft dat tal van ambtenaren, ook Franstalige, al ettelijke jaren niet benoemd kunnen worden? Of wat te denken van de benoemingen in gemeenten, OCMW's, IRIS-ziekenhuizen en andere diensten die ervan afhangen, die bij gebrek aan geldig taalbrevet van het betrokken benoemd personeelslid, volstrekt onwettig zijn? Een plichtsbewust college dat de wet correct toepast, zou deze onwettige aanwervingen onmiddellijk vernietigen. Het huidige college treedt echter niet op en laat daardoor de onterecht aangeworven personen opzettelijk in een uiterst rechtsonzekere situatie vertoeven. De regering en het college miskennen opzettelijk en uitdrukkelijk de wet. Een aantal jaren geleden kon een goedgelovige ziel u misschien nog het voordeel van de twijfel gunnen, maar na twintig jaar Brussels Hoofdstedelijk Gewest en twintig jaar Verenigd College, kan dat niet meer. U miskent opzettelijk en uitdrukkelijk de wet en u denkt daarbij niet verder na dan tot aan de eerstvolgende verkiezingen. De wijsheid gebiedt een radicale koerswijziging inzake het taalbeleid en de toepassing van de taalwetgeving, opdat deze stad als tweetalige hoofdstad respect zou kunnen krijgen van de rest


35

N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

(2007-2008) – Nr. 24

van de burgers van dit land. Op deze manier interpreteert het Vlaams Belang het belang van alle Brusselaars. Dit is het strikte minimum, wanneer u gaat bedelen aan de federale poort. (Applaus bij het Vlaams Belang)

M. le président.- La parole est à Mme De Pauw.

De voorzitter.- Mevrouw De Pauw heeft het woord.

Mme Brigitte De Pauw (en néerlandais).- J'ai écouté avec attention la déclaration de politique de la Commission communautaire commune concernant le secteur bicommunautaire. Cette commission me tient particulièrement à coeur. Il est toutefois regrettable de constater l'absence des nombreux députés dans cette salle. Il s'agit pourtant d'une question importante qui intéresse beaucoup de Bruxellois.

Mevrouw Brigitte De Pauw.- Ik heb met aandacht geluisterd naar de beleidsverklaring van de GGC, een commissie waarvan ik een grote voorstander ben. Jammer genoeg spreek ik voor haast lege banken. Er zijn bijna meer personeelsleden dan volksvertegenwoordigers in de zaal aanwezig. Het betreft nochtans een belangrijke materie die heel wat Brusselaars aanbelangt.

Les moyens du bicommunautaire sont trop limités, au regard des nombreux défis auxquels la Région bruxelloise est confrontée, comme la hausse de la pauvreté, la problématique des réfugiés, mais également les problèmes du Bruxellois ordinaire. Déterminer les priorités politiques n'est donc pas une sinécure.

De middelen van de GGC zijn te beperkt, gezien de vele uitdagingen waarmee het Brussels Gewest wordt geconfronteerd: de stijging van de armoede en van het aantal leefloners, de vluchtelingenproblematiek, maar ook de problemen van de modale Brusselaar. Beleidsprioriteiten bepalen is daarom geen sinecure.

Il est appréciable toutefois que le Collège ait insisté sur le rôle coordinateur du bicommunautaire au cours de cette législature. L'amélioration progressive de la coopération progressive entre les deux communautés a en effet produit de beaux résultats. Néanmoins, beaucoup reste à faire et des efforts supplémentaires doivent être consentis. Notons également les moyens supplémentaires octroyés aux hôpitaux et aux maisons de repos, qui leur permettront de mieux relever les défis notamment sur le plan de l'accueil et des infrastructures. Afin de ne pas hypothéquer les finances régionales, et de préserver une situation saine, nous préconisons toutefois la rationalisation de la coupole IRIS, à l'instar de ce qui s'est fait pour les autres hôpitaux. Par ailleurs, l'insistance croissante sur les soins à domicile est également une bonne chose. De nombreux patients souhaitent en effet privilégier

Het is goed dat het college tijdens deze zittingsperiode werk heeft gemaakt van de coördinerende opdracht, zoals die in de Brusselwet staat beschreven. De samenwerking met de twee gemeenschappen is stilaan op gang gekomen, met een aantal mooie initiatieven als resultaat. Maar het werk is nog niet af. Bijkomende inspanningen blijven noodzakelijk. Mijn fractie vindt het goed dat er voldoende middelen zijn vrijgemaakt voor de broodnodige investeringen in de ziekenhuizen en in de rusthuizen. Ze moeten immers klaar zijn voor de uitdagingen van de toekomst, op het vlak van zorg voor de patiënt, van onthaal en van infrastructuur. Mijn fractie blijft echter erg bezorgd over het financiële kostenplaatje. Ik hoop dat er een oplossing wordt gevonden. Men moet vermijden dat de stijgende kosten een hypotheek zouden leggen op de financiële middelen van het gewest. Hiervoor is gezond verstand nodig. In navolging van de andere ziekenhuizen dient de IRIS-koepel


N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

leur maintien à domicile afin de préserver leur indépendance. Dans sa déclaration de politique générale, le gouvernement indique également que les médecins seront davantage impliqués dans les programmes de dépistage du cancer du sein, ce qu'ils demandent depuis longtemps. De nouvelles actions seront également menées pour impliquer davantage les femmes des groupes-cibles dans le dépistage. Le faible taux de participation dans la Région (10,4%) nous impose d'agir vite. Il est étonnant que la déclaration de politique générale se réfère souvent au Plan fédéral de lutte contre le cancer. Nous estimons en effet qu'il outrepasse les compétences fédérales et s'ingère sur le terrain des Communautés. Le CD&V préfère la mise en réseau des hôpitaux et une meilleure circulation de l'information à la centralisation prônée par le plan fédéral. En outre, ce dernier est trop orienté sur le médical et la guérison, et trop peu sur les soins. Le groupe CD&V regrette que les actions qui seront entreprises pendant cette session parlementaire ne concernent pas le cancer du col de l'utérus. Il s'agit pourtant de la seconde cause de mortalité chez les femmes. Il est donc utile de diffuser de l'information à ce sujet. La déclaration du gouvernement n'engage à rien en matière de politique des sans-abri. Il y a de grands plans, mais on note peu de réalisations effectives jusqu'à présent. Une meilleure collaboration est nécessaire dans ce secteur et il faudra être plus actif pour parvenir à le restructurer. L'aide d'urgence est privilégiée par rapport à l'aide structurelle. Or, plus on investit dans l'accueil d'urgence, plus on court le risque d'une forme de "tourisme" de sans-abri venus des pays voisins. Les personnes dans le besoin ont droit à de l'aide, mais il faut également les aider à restructurer leur vie. J'ai eu de nombreuses discussions avec le membre du Collège compétent à propos du manque d'attentions dont faisaient l'objet les mères célibataires. Selon de nombreuses études, c'est le groupe qui encourt le plus de risques de tomber dans la pauvreté. Je regrette que la déclaration de

(2007-2008) – Nr. 24

36

te worden gerationaliseerd. Ik ben blij dat de GGC steeds meer nadruk legt op de thuiszorg in al zijn aspecten. Het is niet langer zo dat mensen automatisch opteren voor residentiële opvang. Mensen verkiezen om zo lang mogelijk in hun eigen woning te blijven en hun zelfstandigheid te behouden. In de regeringsverklaring staat ook dat de artsen nauwer betrokken zullen worden bij de screeningprogramma's voor borstkanker. Zij zijn hiervoor reeds langer vragende partij. Er komen ook nieuwe acties om vrouwen uit de doelgroep meer bij de screenings te betrekken. De participatiegraad in het gewest bedraagt slechts 10,4%. Het is dus de hoogste tijd dat daar werk wordt van gemaakt. De CD&V-fractie vindt het bizar dat in de regeringsverklaring vaak verwezen wordt naar het nationaal kankerplan. Wij zijn van oordeel dat dit plan de federale bevoegdheden overschrijdt en zich voor de preventie op het terrein van de gemeenschappen begeeft. Het plan opteert ook veel meer voor centralisering. De CD&V-fractie kiest eerder voor netwerken tussen ziekenhuizen en een betere doorstroming van de informatie. Bovendien is het nationaal kankerplan te veel gericht op het medische en het genezende, en niet zozeer op het verzorgende. De CD&V-fractie betreurt eveneens dat nergens in de acties die nog volgen in deze zittingsperiode, melding wordt gemaakt van baarmoerderhalskanker. Nochtans is het algemeen bekend dat baarmoerderhalskanker de tweede doodsoorzaak is bij vrouwen. Informatie daaromtrent is dus zeker niet overbodig. Over de herstructurering van de daklozensector werd in dit halfrond en in de commissies heel wat gediscussieerd. Wat hierover in de regeringsverklaring staat, is eerder vrijblijvend. Er zijn grootse plannen, maar er is nog niet veel effectief gerealiseerd. Het is niet evident in deze sector om alle neuzen dezelfde kant op te doen wijzen, maar een betere samenwerking is toch noodzakelijk. Er dient actiever te worden opgetreden om tot een zekere structurering te komen. Er gaat veel aandacht naar de crisishulp, terwijl de


37

N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

politique n'en parle pas. Dans la déclaration de politique il est également question de l'information. Il y a de nombreux sites web, mais de nombreuses personnes n'ont aucun accès à internet. Nous devons veiller à ce que l'information ne soit pas seulement dispensée sur des sites web et à ce qu'elle parvienne aussi aux personnes qui n'y ont pas accès. Enfin, je ne dirai rien de l'idée d'intégrer la CCC dans la Région bruxelloise. Je suis prudent à propos de ce plan et j'ai un autre avis que Mme Mouzon. Il faut un débat de fond. Je peux déjà vous dire que, pour le CD&V, il ne peut être question d'une régionalisation des compétences de la CCC si les réglementations actuelles relatives à la double majorité ne sont pas maintenues.

(2007-2008) – Nr. 24

structurele hulp veeleer in de kou blijft staan. Hoe meer wordt geïnvesteerd in de crisisopvang, hoe groter het risico dat er een vorm van 'toerisme' op gang komt. Een aantal mensen uit de sector hebben me gesignaleerd dat daklozen in de winter zelfs vanuit de buurlanden naar hier komen om opvang te krijgen. Mensen in nood hebben recht op hulp, maar moeten op een bepaald ogenblik ook geholpen worden om een weg op te gaan waarbij ze opnieuw een structuur kunnen krijgen in hun eigen leven. Ik heb al heel wat discussies gehad met het bevoegde collegelid over het gebrek aan aandacht voor de problemen van alleenstaande moeders. Uit heel wat studies blijkt dat alleenstaande moeders de meest kwetsbare groep in de samenleving vormen. Zij hebben het grootste risico om in de armoede te verzeilen. Het betreurt me ten zeerste dat er in de beleidsverklaring helemaal niets over wordt gezegd. Het probleem verdient nochtans onze aandacht. In de beleidsverklaring wordt er ook aandacht besteed aan informatieverstrekking. Er bestaan heel wat websites, maar ik hoef u niet te vertellen dat er een digitale kloof bestaat in onze samenleving. Heel wat mensen hebben geen toegang tot het internet. Er worden hier en daar wel wat initiatieven ontwikkeld, maar we moeten ervoor zorgen dat informatie niet alleen op websites wordt gezet, maar ook bij de juiste personen terechtkomt of dat er mensen zijn die personen zonder toegang tot het internet degelijk inlichten. Tot slot wil ik nog iets zeggen over het idee om de GGC te integreren in het Brussels Gewest. Wat dat plan betreft, ben ik toch eerder omzichtig en heb ik een andere mening dan mevrouw Mouzon. Er is nood aan een grondig debat. Ik kan u alvast zeggen dat wat de CD&V betreft, een dergelijke ingrijpende regionalisering van de bevoegdheden van de GGC onbespreekbaar is als de huidige regeling inzake de dubbele meerderheid niet wordt behouden.

M. le président.- La parole est à Mme Byttebier.

De voorzitter.- Mevrouw Byttebier heeft het woord.

Mme Adelheid Byttebier (en néerlandais).- Vu le peu de collègues présents dans l'hémicycle, il faut

Mevrouw Adelheid Byttebier.- Met nog een paar leden in het halfrond is het duidelijk dat men


N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

être courageux et tenace pour mener une politique dans les matières communautaires communes ! Après avoir entendu les propos des orateurs précédents, je me demande si nous n'assistons pas au dernier débat de la Commission communautaire commune. La Commission communautaire commune sera peut-être liquidée pendant les négociations institutionnelles, ce dont Mme Mouzon est partisane, et ce qui serait aussi le point de vue du gouvernement bruxellois. Dans ce cas, nous devrons voir comment seront exercées les compétences de la CCC. Certains collègues néerlandophones ont déjà exprimé leur inquiétude à propos du bilinguisme, une question à laquelle je suis également sensible. Bruxelles doit être reconnue en tant que capitale bilingue, et donc plurilingue, à part entière, où tout le monde est le bienvenu. Avec l'éventuelle suppression de la CCC, nous supprimons d'emblée le forum où les différentes communautés peuvent mener une politique conjointe. Je réfléchis davantage en termes institutionnels qu'en termes de bilinguisme des services. J'espère que la CCC deviendra le point de rencontre de la politique sociale des communautés. Malgré un lapsus dans la version écrite de la déclaration de politique générale, vous consacrez un chapitre à la nécessaire coordination avec vos autres collèges. Je me réjouis du fait que vous trouviez cela important. Toutefois, dans l'exercice de mon travail parlementaire, j'ai constaté à plusieurs reprises que tout n'était pas encore au point, même s'il s'avère que vous prévoyez d'améliorer la coordination des dossiers, ce que je vous encourage d'ailleurs à faire. Dans le cas d'une liquidation de la CCC, sur quelles matières porteront les efforts consentis par les Communautés ? Il convient par ailleurs de soutenir politiquement l'Observatoire de la Santé et du Social dans sa mission. D'autre part, il est positif que vous préconisiez le ciblage de groupes déterminés dans le cadre du dépistage du cancer du sein. Des objectifs mesurables ont-ils été définis à cette fin ? Il importe d'appréhender ces groupes selon des méthodes précises, par tranche d'âge et par quartier par exemple, afin d'en analyser les

(2007-2008) – Nr. 24

38

moedig en standvastig moet zijn om aan politiek met betrekking tot de gemeenschappelijke gemeenschapsmateries te doen. Ik zal dan ook veeleer mild zijn voor de voorzitter. Vanmorgen had ik een scherpere analyse. Conform het nieuwe reglement heeft hij tenslotte ook in de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie een beleidsverklaring gepresenteerd, waarna er een politiek debat volgt, zij het met enkele aanwezigen. De betogen van vorige sprekers doen bij mij de vraag rijzen of het vandaag misschien het laatste debat is in de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. Misschien komt er plots een doorbraak tijdens de institutionele onderhandelingen en wordt de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie opgedoekt, waar mevrouw Mouzon duidelijk voorstander van is en wat het standpunt al zou zijn van de Brusselse regering. In dat geval zullen we toch nauwlettend moeten volgen hoe de bevoegdheden van de GGC hier zullen worden uitgeoefend. Sommige Nederlandstalige collega's hebben al hun bekommering geuit over de tweetaligheid, een kwestie waar ook ik gevoelig voor ben. Ik wil echter meer: Brussel moet als volledig tweetalige en dus meertalige hoofdstad waar heel de wereld welkom is, bekend worden. Met een eventuele afschaffing van de GGC supprimeren wij meteen het forum waar bij uitstek de verscheidene gemeenschappen samen een beleid kunnen voeren. Ik denk dus meer in institutionele termen, dan in termen van de evidente tweetaligheid van de diensten. Ik hoop dat de GGC het trefpunt wordt voor het sociaal beleid van de gemeenschappen. Ondanks een lapsus in de geschreven beleidsverklaring wijdt u een heel hoofdstuk aan de noodzaak van coördinatie met de andere colleges. Het verheugt mij dat u dat belangrijk vindt. Nochtans heb ik in mijn parlementair werk meermaals ervaren dat dat nog niet op punt staat. Dat ik collegelid Grouwels in de VGC via een interpellatie op de hoogte moest brengen van bepaalde initiatieven van de GGC, bewijst dat ze als collegelid in de VGC bevoegd voor Sociale Zaken, vaak niet betrokken werd bij het beleid van dezelfde GGC. Omgekeerd

heb

ik

ook

de

heer

Smet


39

N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

résultats ultérieurement. Concernant l'assistance aux sans-abri, comptezvous poursuivre le financement de l'association Hobo, qui jouit de l'estime générale, mais dont l'avenir est précaire ? Par ailleurs, vous prévoyez une action dans le cadre de la maltraitance des personnes âgées. Il est positif que les différents niveaux de pouvoir collaborent sur ce point. Pourriez-vous préciser le calendrier de cette action ? La VGC a créé dans le temps un service de plaintes qui était également actif à Bruxelles. Ce service, arrêté lorsque Groen! a quitté le gouvernement, va être remis sur pied. Je ne manquerai pas de poser ultérieurement une question parlementaire à ce sujet. Enfin, concernant le rapport sur la pauvreté, je tiens à féliciter M. Béghin pour son courage et sa ténacité. Un débat est donc prévu. De quelle manière les compétences régionales et les matières communautaires seront-elles associées ? Une table ronde est-elle prévue ? Le sera-t-elle dans le cadre de la CCC ou dans celui de la Région bruxelloise ? Selon Groen!, la CCC doit aussi devenir, parallèlement à sa mission sociale, un jardin d'expérimentation pour l'enseignement bilingue et pour des initiatives culturelles communes. Je crains cependant qu'on ne la balaie d'un revers de la main au gré d'une prochaine réforme de l'Etat. Les principes de la CCC doivent rester l'objet du débat politique. J'espère que Bruxelles évoluera pour devenir une région bilingue où toutes les autorités qui prennent des initiatives sociales soient capables de se retrouver.

(2007-2008) – Nr. 24

geïnterpelleerd binnen de context van de GGC, namelijk over een observatorium voor plaatsen voor personen met een handicap. Dit was een samenwerking tussen de COCOF en de GGC, waar ook de VGC bij betrokken zou worden, maar ook hier was de koppeling niet gemaakt. Dat zijn concrete voorbeelden die ik betreur, maar blijkbaar hebt u de bedoeling om deze zaken beter te coördineren. Ik moedig u dan ook aan om verder te gaan in die richting. Als de GGC opgedoekt wordt, waar zullen dan de inspanningen die de gemeenschappen doen, de Franse Gemeenschap via de COCOF en de Vlaamse Gemeenschap via de VGC, nog samengebracht worden? Het mooie werk van het Observatorium voor Welzijn en Gezondheid moet zeker ook politiek verder worden gesteund. Het verheugt mij dat u er bij de borstkankerscreening voor kiest om zich te richten tot bepaalde doelgroepen. Zijn er daarvoor meetbare doelstellingen gedefinieerd? Men kan immers niet met om het even welke methode de verschillende doelgroepen benaderen. Er moeten doelstellingen zijn, zoals bijvoorbeeld een bepaald percentage van vrouwen van een bepaalde leeftijd in een bepaalde wijk. Op die manier is er een houvast en kunnen de resultaten nadien getoetst worden. Wat de bijstand aan daklozen betreft, heeft de heer Béghin al vermeld dat Hobo alom geprezen wordt voor zijn geïntegreerde aanpak, die bestaat uit meer dan bed, brood en bad. Het voortbestaan van Hobo is nog steeds precair. Zal de GGC deze vzw financieren? U plant een initiatief rond ouderenmishandeling. Het verheugt mij dat de verschillende overheden daar samen zullen aan werken. Hoe zal dat precies in zijn werk gaan? De Vlaamse Gemeenschap richtte destijds een meldpunt ouderenmishandeling op, dat ook in Brussel werkzaam was. Toen Groen! uit de regering verdween, werd het meldpunt al heel snel opgedoekt, maar nu wordt het opnieuw opgestart. Ik zal daarover zeker nog een parlementaire vraag stellen. Ten slotte wil ik het hebben over het armoederapport. Ik feliciteer de heer Béghin voor zijn moed en standvastigheid. Er komt dus een debat. Op welke manier zullen gewestelijke


N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

(2007-2008) – Nr. 24

40

bevoegdheden en gemeenschapsmateries daarbij gekoppeld worden? Is er één rondetafel waar alles besproken wordt en wordt die dan in het kader van de GGC of in het kader van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest georganiseerd? Op dit ogenblik is het politiek gezien nog roepen in de woestijn als Groen! zegt dat de GGC buiten haar sociale opdracht ook een proeftuin moet worden voor tweetalig onderwijs, voor culturele gemeenschappelijke initiatieven, enzovoort. Ik vrees zelfs dat men de GGC bij een volgende staatshervorming gewoonweg van tafel veegt. Ik pleit ervoor dat de principes van de GGC het voorwerp blijven van het politieke debat. Ik hoop dat Brussel zal evolueren naar een gewest dat niet alleen tweetalig is, maar ook naar een plaats waar alle overheden die sociale initiatieven nemen, elkaar vinden. De sociale noden zijn in Brussel immers groter dan waar ook in België.

M. le président.- La parole est à Mme Rousseaux.

De voorzitter.- Mevrouw Rousseaux heeft het woord.

Mme Jacqueline Rousseaux.- Nous nous réjouissons d'avoir eu cette année une déclaration gouvernementale pour l'ARCCC . Nous n'avons pas toujours eu ce privilège. Nous sommes aussi heureux d'avoir entendu que le gouvernement a de bonnes intentions. Malheureusement, depuis quatre ans, nous attendons des réalisations, mais vous en êtes toujours à mettre en place des plans et des études, et à envisager des expériences. Concrètement, qu'avez-vous fait, en définitive ?

Mevrouw Jacqueline Rousseaux (in het Frans).Het verheugt ons dat er dit jaar een verklaring voor de GGC is, maar jammer genoeg blijft het bij plannen, studies en proefprojecten en wachten wij nog steeds op concrete resultaten.

Il y a bien un site internet, hospichild.be, pour les enfants gravement malades, qui informe sur les aspects administratifs, économiques et sociaux de l'hospitalisation d'un enfant. C'est bien. Pourquoi ce genre de site n'existe-t-il d'ailleurs pas pour bien d'autres situations difficiles que rencontrent dans le domaine de la santé les citoyens bruxellois ?

De website Hospichild.be, die informatie bevat over de administratieve, economische en sociale aspecten van de ziekenhuisopname van zwaar zieke kinderen, is een goede zaak, maar waarom bestaan er geen soortgelijke websites voor andere gezondheidsdomeinen? Een ander punt van uw beleid inzake zwaar zieke kinderen is het Huis voor respijtzorg. Hoewel de werken nog niet zijn begonnen, verheugt het ons dat er gehoor wordt gegeven aan deze verzuchting van de MR, en in het bijzonder van mevrouw Bertieaux.

Par ailleurs, vous parlez de la maison de répit comme d'un autre point d'ancrage de votre politique relative aux enfants gravement malades. Mais, d'une part, les travaux n'ont même pas été entamés à ce jour, et d'autre part, cette maison répondra, quand elle verra enfin le jour, à une demande initiée et rappelée maintes fois par le groupe MR, en particulier par Mme Bertieaux. Cela montre en tout cas que nous sommes parfois Assemblée réunie de la Commission communautaire commune – Séance plénière – Compte rendu intégral Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie – Plenaire vergadering – Integraal verslag

41

N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

(2007-2008) – Nr. 24

entendus, même avec retard. Cela nous réjouit. M. Joël Riguelle.- Je m'inscris en faux contre cette déclaration ! Je rappelle qu'un travail de quatre parlementaires de quatre partis démocratiques différents a été à l'origine de cette disposition lors de la précédente législature. Soyez honnête intellectuellement ; le mérite n'en revient pas au groupe MR, mais aux quatre partis démocratiques.

De heer Joël Riguelle (in het Frans).- Dat is niet alleen de verdienste van de MR! Vier verschillende democratische fracties liggen aan de basis van dit initiatief.

Mme Jacqueline Rousseaux.- Dont Mme Bertieaux était certainement un fer de lance !

Mevrouw Jacqueline Rousseaux (in het Frans).Waarvan mevrouw Bertieaux een speerpunt was!

M. Joël Riguelle.- Dont Mme Bertieaux, mais pas que Mme Bertieaux !

De heer Joel Riguelle (in het Frans).- Inderdaad, maar zij was niet de enige verdedigster van dit project!

Mme Jacqueline Rousseaux.- Vous avez, il est vrai, annoncé votre plan 2008-2015 pour les infrastructures concernant les maisons de repos. Ne s'agissant pas de maisons de repos et de soins, j'imagine que ces investissements ne profiteront en rien aux personnes atteintes de démence. En ce qui concerne le plan de construction des hôpitaux et des maisons de soins psychiatriques (MSP) auxquelles, il est vrai, un budget important sera consacré, et à mon tour je vous en félicite -, je lis que vous n'en êtes qu'au début de la deuxième phase d'élaboration dudit plan, et qu'il vise en priorité la reconstruction de New Bordet à Anderlecht et le déménagement du Centre hospitalier interrégional Edith Cavell (Chirec) à Delta.

Mevrouw Jacqueline Rousseaux (in het Frans).Het Verenigd College heeft ook het rusthuizenplan voor 2008-2015 voorgesteld. Aangezien het niet om rust- en verzorgingstehuizen gaat, vermoed ik dat die investeringen dus niet ten goede zullen komen aan demente personen.

Je ne veux bien sûr pas minimiser l'importance de ces chantiers, mais qu'en est-il des MSP ? Les montants qui seront absorbés au fil des années par les deux dossiers précités représentent près de 240 millions d'euros. Le calendrier des constructions s'étendra sur douze ans, pour un montant total de 408.408.000 euros. Avez-vous, à ce stade, d'autres perspectives et d'autres projets, que vous comptiez inscrire dans ces plans et dans ce calendrier ? Je songe, vous vous en doutez bien, aux malades atteints d'Alzheimer ou d'autres formes de démence. Depuis plusieurs années, j'attire l'attention sur la détresse des familles des personnes atteintes d'Alzheimer ou d'autres maladies neurodégénératives du cerveau. Ce mal est, hélas, à ce point répandu dans notre société qu'il est urgent de prendre ce dossier à bras-le-

De bouw van ziekenhuizen en psychiatrische verzorgingstehuizen, waar u een flink budget voor hebt vrijgemaakt, zit nog maar in het begin van de tweede fase en betreft in de eerste plaats de heropbouw van New Bordet in Anderlecht en de verhuis van Chirec naar Delta. Wanneer zullen de psychiatrische verzorgingstehuizen aan de beurt zijn? Komen er nog andere projecten in aanmerking? Ik denk aan projecten voor alzheimerpatiënten of patiënten die aan een of ander vorm van dementie lijden. Ik wijs al jaren op deze problematiek. Het is hoog tijd dat wij concrete oplossingen uitwerken voor die patiënten en hun familie. In Brussel gaat het om 10.000 tot 15.000 families, terwijl er maar enkele tientallen plaatsen in de Brusselse instellingen zijn. De infrastructuur, het personeel en de zorgverlening zijn niet altijd geschikt voor alzheimerpatiënten. Vaak zijn ze nog in goede lichamelijke gezondheid en moeten ze zich kunnen bewegen in een veilige omgeving. Ze moeten zo veel mogelijk autonomie behouden. Daarom is er ook nood aan ergotherapeuten en geschikt personeel. Aangezien er in het Brussels gewest 93.450 vijfenzestigplussers wonen, zal het


N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

corps, pour y apporter les réponses concrètes que les malades et leurs familles attendent du monde politique. Je le dis déjà depuis quatre ans. S'il y a 100.000 ou 150.000 malades de ce type en Belgique, il y a au moins 10.000 à 15.000 familles en attente à ce sujet en Région bruxelloise. Or, le nombre de places pour les personnes atteintes d'Alzheimer ou de maladies similaires est réduit à quelques dizaines seulement dans les divers établissements bruxellois. Et encore, là où l'on accepte l'hébergement de ces malades si particuliers, les infrastructures, le personnel de surveillance et de soins ne sont pas toujours adaptés à ce type de maladie et aux besoins qui en découlent. En effet, beaucoup de ces patients en bonne forme physique ont un grand besoin de déambuler dans un cadre sécurisé. Ils doivent être stimulés pour garder le plus longtemps possible ce qu'il leur reste d'autonomie. D'où la nécessité d'ergothérapeutes. Ils doivent être entourés d'un personnel formé à ce mal étrange dont nous constatons qu'il frappe de plus en plus de personnes. Cette maladie touche les tranches d'âge les plus élevées de la population, avec un pourcentage allant de 10 à 20% pour les 70-80 ans et au-delà. Sachant qu'en Région bruxelloise, le nombre de personnes âgées de 65 ans et plus est de 93.450 en 2008, nous pouvons hélas imaginer l'ampleur future du phénomène. Des études récentes montrent que, malheureusement, sont décelés de plus en plus de cas précoces. Cette maladie est aujourd'hui, rappelons-le, la quatrième cause de mortalité dans les pays occidentaux. Il importe donc, de manière urgente, de multiplier les places et les sections spécialisées dans des institutions de repos et de soins de notre Région pour héberger ces malades. Il faut aussi, je le répète, créer des centres de jour spécialisés où, à tout le moins, les familles peuvent confier leurs parents pendant les heures de travail, ce qui leur permettrait ainsi de gagner leur vie, de s'occuper de leurs enfants ou, tout simplement, de s'accorder un répit. Je plaide pour que votre gouvernement prenne en compte ce problème si préoccupant, alors que ce mal touche déjà tant de personnes et donc de familles, que les chiffres se situent bien au-dessous de la vérité, car la maladie n'est pas identifiée dans bien des cas, et alors que les prévisions annoncent le doublement de ces cas à une échéance

(2007-2008) – Nr. 24

42

probleem in de toekomst nog veel groter worden. Er worden steeds meer vroegtijdige gevallen van de ziekte van Alzheimer gediagnosticeerd. De ziekte is de op drie na belangrijkste doodsoorzaak in de westerse landen. Bijgevolg is er dringend nood aan meer opvangmogelijkheden, waaronder gespecialiseerde dagcentra waar gezinnen zieke familieleden overdag naartoe kunnen brengen. Het fenomeen wordt onderschat. De cijfers beantwoorden niet aan de realiteit, omdat de ziekte in veel gevallen niet als dusdanig wordt herkend. De heer Colson wees er terecht op dat er onvoldoende gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheden die de ordonnantie betreffende de rusthuizen biedt. Dat is zeer jammer, want er wordt geen werk gemaakt van alternatieve zorgverlenende structuren die erop gericht zijn om de autonomie van de patiënten zo lang mogelijk te garanderen. Zal de vzw Conectar een oplossing kunnen bieden voor alzheimerpatiënten die thuis of bij een familielid wonen? Het is een goede zaak dat de vzw Baluchon Alzheimer wordt gesubsidieerd, maar dat volstaat niet. Ik dring aan op een statuut voor zorgverleners die bij alzheimerpatiënten thuis komen. De kwestie moet uiteraard op federaal niveau worden geregeld en misschien ook door de gemeenschappen. Minister Cerexhe had beloofd om de kwestie voor te leggen aan het interministeriële overleg. Wat is de stand van zaken? Waarom laat het statuut zo lang op zich wachten? Is het niet mogelijk om met dienstencheques te werken? We weten dat de middelen van de GGC beperkt zijn, maar het zou een goede zaak zijn het weinige geld nuttig te gebruiken. Problemen die verschillende bevoegdheidsdomeinen beslaan, kunnen aan bod komen op de interministeriële conferentie. De MR-fractie is voorstander van een permanent interkabinettenplatform dat het BHG, de GGC, de COCOF en de VGC samenbrengt, voor zover daardoor een synergie van initiatieven ontstaat.


43

N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

relativement proche. Mon estimé collègue Michel Colson a commenté en suffisance le manque d'exploitation des possibilités qu'ouvrait l'ordonnance relative aux établissements d'accueil et d'hébergement des personnes âgées, concernant les centres de soins de jour. Cette carence est regrettable, puisqu'elle ferme la porte à une application possible du protocole n°3 visant les formes alternatives de soins et de soutien aux soins destinés à maintenir l'autonomie. Je rappelle que ce protocole concerne aussi les personnes âgées démentes ayant une légère dépendance physique. Je n'y insisterai donc pas davantage. Par ailleurs, l'asbl Conectar dont vous parlez dans votre déclaration gouvernementale apportera-t-elle une réponse quelconque à ce problème des malades souffrant de démence vivant toujours à leur domicile ou à celui d'un parent ? Je souhaiterais vous entendre à ce sujet. Je sais que vous avez accordé un subside à l'asbl Baluchon Alzheimer et m'en réjouis, mais ce n'est pas suffisant. J'ai déjà soulevé la nécessité de donner un statut aux personnes qui, comme les "baluchonneurs" et "baluchonneuses" Alzheimer, sont des aidants qui se déplacent au domicile du malade et l'assistent quotidiennement ou pour une période déterminée. Il s'agit là de trouver une solution sur le plan fédéral, bien sûr, et peut-être aussi communautaire. Le ministre Cerexhe avait promis de soumettre la question à la concertation interministérielle voici deux ans. Où en sommesnous aujourd'hui ? Il y a là matière à emploi et une demande à rencontrer. Pourquoi tant tarder à trouver une solution qui permettrait aux personnes qui veulent travailler dans ce domaine de le faire en toute légalité ? Pourquoi ne pas permettre ensuite une formule souple, telle que celle des titres-services, par exemple, pour rémunérer ce type d'aide ?

(2007-2008) – Nr. 24

De MR-fractie pleit voor de oprichting van een interkabinettenwerkgroep voor Alzheimer en andere vormen van dementie. Het betreft hier een maatschappelijk probleem dat in de regeringsverklaring jammer genoeg niet aan bod komt. De MR-fractie betreurt dat er in de afgelopen vier jaar nog een hele reeks onderwerpen niet aan bod zijn gekomen of het stadium van plannen, intentieverklaringen en proefprojecten, niet zijn ontgroeid, zoals bijvoorbeeld voor de gehandicapten. Ook de 24.000 autisten die de Franse Gemeenschap heeft geregistreerd, blijven in het gewest in de kou staan. Er moet bovendien heel wat meer meer aandacht gaan naar veel voorkomende ziektes, zoals hepatitis C en diabetes. De bevolking moet worden ingelicht over de gevolgen, de opsporing en de behandeling van deze ernstige ziektes. Dat is ook een taak voor het gewestelijk gezondheidsbeleid. De regering verricht goed werk om de mishandeling van bejaarden te voorkomen. Daarnaast bestaat ook het probleem van het isolement van deze bevolkingsgroep. Ook zelfmoord bij bejaarden is een verschijnsel dat steeds meer voorkomt. Een krachtdadig beleid is dan ook aangewezen. Ik heb hier slechts een aantal belangrijke problemen te berde gebracht. De MR-fractie kijkt uit naar de initiatieven die de regering zal nemen ten gunste van alle Brusselaars die in nood zijn en op hulp rekenen. (Applaus bij de MR)

Nous savons que les moyens de la COCOM ne sont pas énormes, mais ce n'est pas une raison pour en faire si peu. Nous savons aussi que les compétences éclatées ne facilitent pas les actions éclatantes, mais, pour ce qui relève de plusieurs niveaux de pouvoir, il existe la conférence interministérielle, dont il faut se servir avec détermination pour faire progresser Assemblée réunie de la Commission communautaire commune – Séance plénière – Compte rendu intégral Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie – Plenaire vergadering – Integraal verslag

N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

(2007-2008) – Nr. 24

les domaines dans lesquels la COCOM n'est pas ou pas tout à fait à la manoeuvre. L'idée de l'inter-cabinets permanent rassemblant toutes les entités politiques de la Région (RBC, CCC, COCOF et VGC) me paraît excellente, pour autant qu'elle débouche sur une synergie d'actions dans un domaine donné. Bien que l'inter-cabinets en matière de lutte contre la pauvreté n'ait pas donné de grands résultats jusqu'à présent, je plaide pour la création d'un inter-cabinets Alzheimer et autres démences. Il s'agit là d'un problème de société, d'un défi à relever. Je déplore ne pas sentir dans vos déclarations et encore moins dans vos actions la volonté de vous y atteler réellement. Il y a bien sûr de nombreux autres sujets que nous regrettons de voir laissés de côté ou toujours à l'état de plans, de déclarations de bonnes intentions ou d'expériences pilotes, après quatre ans de législature. Je pense en priorité aux grands handicapés pour lesquels vous énoncez, de manière totalement floue, le fait qu'un plan d'investissement pluri-annuel (quel plan ?) sera adopté (quand ?) pour permettre à tous les services agréés par la CCC de répondre aux exigences d'accueil des bénéficiaires. C'est bien maigre ! Cela ne nous dit rien ! Nous pensons vraiment que les personnes handicapées méritent un intérêt réel, qui se manifeste autrement que par des auditions au parlement ou par des discours d'intentions. D'autres sont oubliés, comme les autistes. Il existe 24.000 personnes atteintes d'autisme en Communauté française, qui ne bénéficient d'aucun lieu d'accueil dans notre Région, ce qui est dramatique pour les familles. Il paraît aussi qu'une attention plus soutenue doive être accordée à des maladies qui frappent une partie importante de la population, telles l'hépatite C ou le diabète, notamment par des campagnes d'information des citoyens sur les conséquences terribles de ces maladies et la nécessité de leur dépistage et de leur traitement. La politique de la santé dans notre Région devrait aussi se préoccuper de cet aspect des choses. Enfin, sur le plan social, outre le grand défi de la lutte contre la pauvreté sur lequel mon collègue Michel Colson est intervenu à juste titre, je voudrais saluer la volonté de lutter contre la maltraitance des personnes âgées, qui existe malheureusement. Je souhaite, par ailleurs, Assemblée réunie de la Commission communautaire commune – Séance plénière – Compte rendu intégral Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie – Plenaire vergadering – Integraal verslag

44

45

N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

(2007-2008) – Nr. 24

souligner un autre défi à relever, celui de la lutte contre l'isolement, en particulier des personnes âgées. C'est un des grands maux de notre époque. Le suicide des personnes âgées est de moins en moins rare. Je parle ici de suicides qui n'ont aucun lien avec une maladie quelconque. C'est inadmissible dans une société comme la nôtre, en pleine ville, où les distances n'existent pas. Il faudrait également une réelle politique volontariste à ce sujet. Je limiterai là mon intervention, m'étant tenue à quelques questions majeures, ce qui ne signifie nullement qu'elles sont les seules importantes auxquelles il vous faut répondre, Mesdames et Messieurs les ministres. J'attends donc vos commentaires, vos réponses à mes questions et, surtout, votre action en faveur de tous ces Bruxellois qui souffrent et qui attendent. (Applaudissements sur les bancs du MR) - La séance est suspendue à 19h45.

- De vergadering wordt geschorst om 19.45 uur.

- La séance est reprise à 19h51.

- De vergadering wordt hervat om 19.51 uur.

M. le président.- La parole est à M. Picqué.

De voorzitter.- De heer Picqué heeft het woord.

M. Charles Picqué, président du Collège réuni.Je voulais commencer par répondre à la question de M. Colson sur IRIS, mais il semble nous avoir quittés. À côté du chapitre relatif aux infrastructures, il s'interrogeait sur l'évolution financière d'IRIS. Le gouvernement débattra prochainement des rapports des commissaires du gouvernement et de la CCC. D'ailleurs, nous avons convenu d'organiser une réunion conjointe de la commission des Affaires sociales et de la commission de la Santé, afin de discuter du financement d'IRIS. Je ne ferai donc pas l'exercice ce soir.

De heer Charles Picqué, voorzitter van het Verenigd College (in het Frans).- De heer Colson stelde vragen over de toestand van de infrastructuur en de financiële situatie van de IRIS-koepel. De regering zal binnenkort de verslagen van de commissarissen uit de gewestregering en het Verenigd College bespreken. Er is een gemeenschappelijke vergadering gepland van de commissie Sociale Zaken en de commissie Gezondheid over de financiering van IRIS.

M. Galand et Mme Mouzon ont évoqué le problème du recueil des données pour le secteur de l'aide aux sans-abri. La confidentialité des données sera sauvegardée et l'organisation du recueil de ces données devra permettre une vision globale de la situation à Bruxelles, mais ne sera pas destinée à pister les individus. D'ailleurs, lorsque l'opération de collecte des données aura reçu une forme concrète et définitive, la Commission pour la protection de la vie privée sera consultée.

De heer Galand en mevrouw Mouzon stelden vragen over de gegevensverzameling in de daklozensector. Die gegevens zullen vertrouwelijk blijven: ze zullen alleen dienen om zicht te krijgen op de globale situatie, en niet om specifieke individuen te volgen. Zodra de gegevensbank een feit is, zal de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer haar advies uitbrengen. De heer Riguelle had het onder meer over het persoonlijk assistentiebudget (PAB). Er is hierover geen ontwerp van ordonnantie gepland, maar het


N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

M. Riguelle a évoqué plusieurs points. En ce qui concerne le budget d'assistance personnelle, à ce stade, nous n'envisageons pas de projet d'ordonnance. Je vous ai rappelé que la décision a été prise de reconduire le projet pilote. Il est vrai que l'on pourrait affirmer que le traitement légistique est inéquitable par rapport à d'autres dans le secteur de l'assistance aux personnes. Cependant, nous croyons qu'il nous faudra de toute manière compter sur le financement du fédéral. Vous l'avez d'ailleurs dit vous-même. En ce qui concerne l'aide à la jeunesse, que vous avez évoquée tout comme Mme Mouzon, pour savoir ce qui se passait du côté néerlandophone, je peux vous indiquer que l'accord de coopération a été publié au Moniteur belge du 28 mars 2008. Il entrera en vigueur le 17 juin prochain, soit un an après sa publication. Un arrêté du Collège réuni sera adopté très prochainement afin de prévoir l'entrée en vigueur de l'ordonnance de 2004.

(2007-2008) – Nr. 24

46

proefproject wordt voortgezet. Men zou inderdaad kunnen stellen dat de wetgeving inzake bijstand aan personen te weinig maatregelen bevat voor gehandicapten. Voor het PAB moeten we in elk geval op federale middelen rekenen. Het samenwerkingsakkoord inzake jeugdbijstand verscheen op 28 maart 2008 in het Staatsblad. Het zal van kracht worden op 17 juni 2009. Binnenkort zal het Verenigd College een uitvoeringsbesluit goedkeuren om de ordonnantie uit 2004 van kracht te laten worden. Wat de aanpassing van de rusthuizen aan de nieuwe normen betreft, voorziet het meerjarenplan uit juli 2008 dat alle RVT's in orde moeten zijn tegen 2015. De financiering gaat vanaf dit jaar van start. De maximumbedragen zullen binnenkort worden aangepast. Gezien de beschikbare middelen is dit een realistische planning. (verder in het Nederlands)

Plusieurs intervenants m'ont interrogé sur les maisons de repos, et notamment sur les investissements dans ces établissements. Le plan pluriannuel a été adopté en juillet dernier et, normalement, toutes les MRS devraient répondre aux normes en 2015. Le financement pourra commencer dès cette année. De nouveaux plafonds devraient être prochainement adoptés et le ministre compétent y travaille. Cet objectif me paraît raisonnable, compte tenu des moyens financiers dont nous disposons, et que Mme Brigitte De Pauw a très bien résumés. (poursuivant en néerlandais) Mme De Pauw, eu égard à l'ensemble des besoins et aux missions du Collège réuni, les moyens de la CCC sont effectivement fort limités. Vous avez bien résumé la situation. (poursuivant en français) Plusieurs d'entre vous m'ont interrogé sur le programme de dépistage du cancer du sein. Un budget de 50.000 euros sera alloué à l'asbl Brumammo, laquelle est notre partenaire privilégié dans ce programme. J'ai entendu la remarque de M. Galand, qui s'interroge quant à la nécessité réelle de mener une nouvelle enquête sur les publics-cibles.

Mevrouw De Pauw, u wijst er terecht op dat de middelen van de GGC zeer beperkt zijn in verhouding tot alle noden en behoeften, waaraan we moeten voldoen, en de opdrachten die het Verenigd College moet uitvoeren. U vat de toestand goed samen. (verder in het Frans) Meerdere parlementsleden stelden vragen over de opsporing van borstkanker. Daarvoor wordt een budget van 50.000 euro toegekend aan Brumammo. De heer Galand vroeg zich af of het nodig was om een nieuw onderzoek te voeren naar het doelpubliek van de campagne. Het is de bedoeling om een aantal documenten, folders en affiches te drukken. Het Verenigd College heeft de nadruk gelegd op de noodzaak om zoveel mogelijk instanties bij de campagne te betrekken. Ik zal het bevoegde collegelid laten weten dat nieuwe studies volgens u aanleiding zullen geven tot nodeloze vertraging. Er wordt 15.000 euro uitgetrokken voor communicatie en 35.000 euro voor bewustmaking. Mijnheer Galand, u kunt een schriftelijke vraag stellen, als u nog meer informatie wenst. (verder in het Nederlands)


47

N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

Je puis vous dire que le budget prévoit la publication d'une série de documents, de brochures et d'affiches. Nous avons souligné la nécessité d'associer l'ensemble des acteurs, notamment les médecins généralistes. Je ferai part au ministre compétent de vos craintes : une nouvelle étude sur les publics-cibles ne risque-t-elle pas de retarder les actions de sensibilisation, lesquelles sont urgentes ?

(2007-2008) – Nr. 24

Une somme de 15.000 euros sera consacrée à l'actualisation des outils de communication et 35.000 euros seront déstinés au projet de sensibilisation d'un public-cible. Je m'informerai sur le sujet et une question écrite de votre part vous apportera sans doute la réponse.

Op de vraag van mevrouw De Pauw over borstkanker kan ik het volgende antwoorden. In het kader van het nationale plan voor kankerbestrijding en in samenwerking met de gemeenschappen en de gewesten besliste de interministeriële conferentie gezondheidszorg van juni 2008 om twee soorten campagnes te organiseren: een eerste gericht tot de bevolking via de Franse en de Vlaamse Gemeenschap en een tweede gericht tot de artsen en georganiseerd door het RIZIV. Deze tweede campagne herhaalt een aantal aanbevelingen en gaat gepaard met de oprichting van een werkgroep die zich inlaat met de vergaring van cijfergegevens en met het verstrekken van persoonlijke feedback ten aanzien van de artsen.

(poursuivant en néerlandais)

(verder in het Frans)

Mme De Pauw, dans le cadre du Plan national de lutte contre le cancer, et en collaboration avec les Communautés et les Régions, la Conférence interministérielle de la santé de juin 2008 a décidé d'organiser deux types de campagnes. L'une est destinée à la population via les Communautés française et flamande, et l'autre, à destination des médecins, est organisée par l'INAMI. La deuxième campagne rappelle plusieurs recommandations et s'accompagne de la création d'un groupe de travail qui s'occupe de la collecte de données et du feed-back individuel auprès des médecins.

Ik geef toe dat ik het dossier over de bouw van nieuwe ziekenhuizen en psychiatrische instellingen wellicht onvoldoende beheers. Ik maak de parlementsleden echter al het cijfermateriaal over, waaronder een vergelijking tussen de ziekenhuizen. Bij de documenten voor de begroting 2008 zitten trouwens meerjarentabellen die een vergelijking met de voorgaande plannen mogelijk maken.

(poursuivant en français) En ce qui concerne le plan de construction des hôpitaux et des maisons psychiatriques, je n'éprouve aucune difficulté à nous simplifier la vie et à ne pas m'étendre sur des choses que je ne maîtrise pas assez. Je n'en éprouve pas davantage pour transmettre au parlement toutes les informations, portant notamment sur les comparaisons entre hôpitaux. D'ailleurs, en annexe des documents parlementaires contenant les budgets, figurent chaque fois un ou plusieurs tableaux détaillés et pluriannuels permettant d'effectuer des comparaisons au niveau de l'exécution des plans précédents. Un tel tableau figure dans le rapport du budget 2008. Je crois qu'il est dès lors possible de déterminer si des équilibres existent, qui bénéficie des interventions, etc. Je dirai également un mot concernant le problème

Er is een dossier klaar voor het optrekken van een psychiatrische instelling. Alleen de stedenbouwkundige vergunning is nog niet toegekend. De werkzaamheden zullen in 2009 starten. In de begroting 2008 zijn ook nog middelen ingeschreven voor een andere instelling. Voor de ziekte van Alzheimer zal het gewest moeten samenwerken met de federale overheid in het kader van het aangekondigde plan voor chronisch zieken. De interministeriële conferentie Gezondheid heeft beslist dat het RIZIV middelen zal vrijmaken voor bejaarde alzheimerpatiënten in rusthuizen. Ik ben het eens met uw visie op de "baluchonneurs" en "baluchonneuses". Ik zal laten nagaan of ze vergoed kunnen worden met dienstencheques. Ik zal ook informeren naar de rol van de interministeriële conferentie. Wat de adviesraad betreft, voorziet de ordonnantie uit juni 2008 wel degelijk in overleg tussen de secties sociale zaken en gezondheid. (verder in het Nederlands)


N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

des maisons psychiatriques. Un dossier est prêt et n'attend plus que la délivrance du permis d'urbanisme. Il est prévu de commencer les travaux de cette maison en 2009. En outre, des crédits, engagés encore en 2008, sont également prévus pour une autre MSP. Je crois donc qu'un effort est fait dans ce domaine. Au sujet de la maladie d'Alzheimer, nous pensons qu'il convient de se fonder sur le Plan maladies chroniques annoncé par le fédéral. Il faut travailler avec ce niveau de pouvoir en cette matière. Un accord est intervenu en conférence interministérielle de la santé pour que l'INAMI puisse intervenir en faveur des personnes âgées souffrant d'Alzheimer débutant en maison de repos. Ce que vous disiez, notamment au sujet des baluchonneurs et des baluchonneuses, est tout à fait justifié. Je demanderai au ministre d'explorer la piste des titres-services, comme vous l'avez suggéré. J'examinerai s'il peut nous fournir quelques considérations à ce sujet et je l'interrogerai également concernant le rôle de la conférence interministérielle.

(2007-2008) – Nr. 24

48

Wat armoedebestrijding betreft, is er een probleem met het verzamelen van gegevens en betrouwbare cijfers. Zoals u weet, maken we werk van wijkmonitoring. We hebben al een reeks gegevens verzameld over de sociale situatie van de inwoners, demografische kenmerken enzovoort. Misschien is het mogelijk om de verschillende gegevens aan elkaar te koppelen om een beter inzicht van de situatie te krijgen. Ik zal het vragen aan mijn diensten. U verwijst naar de heer Delizée. Ik heb kennis genomen van zijn actieprogramma en vond dat erg interessant. De overmatige schuldenlast is een probleem dat we niet mogen onderschatten, zeker in de huidige situatie. Gelet op de economische crisis moeten we aandacht schenken aan het probleem. Ik zal mijn collega's op de hoogte brengen van de bekommernissen van de parlementsleden. Wat de financiering van de dienst Hobo betreft, herinner ik u eraan dat het een dienst van de VGC is. U moet uw vragen dus in de VGC stellen. Ik zal de kwestie ter sprake brengen bij mijn collega's.

M. Riguelle, en ce qui concerne le conseil consultatif, l'ordonnance adoptée par l'assemblée réunie en juin dernier prévoit bien la possibilité de créer des transversalités entre les sections sociales et de la santé. C'est tout indiqué. (poursuivant en néerlandais) En ce qui concerne la lutte contre la pauvreté, nous sommes confrontés au problème de la collecte de données et chiffres fiables. Nous utilisons le monitoring des quartiers et je demanderai à mes services d'envisager la possibilité de relier entre elles les différentes données pour avoir une meilleure vision de la situation. J'ai pris connaissance du programme d'action de M. Delizée. Le surendettement est un problème que nous ne pouvons pas sous-estimer, surtout dans le contexte actuel. Enfin, concernant le financement de HOBO, je rappelle qu'il s'agit d'un service de la VGC. Mme Adelheid Byttebier (en néerlandais).- Il s'agissait initialement d'un projet provisoire, mais il existe maintenant depuis des années.

Mevrouw Adelheid Byttebier.- Het was bedoeld als een tijdelijk project, maar het bestaat nu al jaren.


49

N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

(2007-2008) – Nr. 24

M. Charles Picqué, président du Collège réuni (en néerlandais).- Il n'empêche que c'est une matière de la VGC.

De heer Charles Picqué, voorzitter van het Verenigd College.- Dat kan best zijn, maar het is toch een aangelegenheid van de VGC.

Le coeur du débat est selon moi de nature institutionnelle. Il est impossible de renforcer la politique du Collège réuni sans réforme institutionnelle.

Er zijn nog veel andere zaken waar ik naar kan verwijzen, maar het grote debat is wat mij betreft van institutionele aard. U kent mijn standpunt terzake: ik ben voorstander van een verstrekkende hervorming. Het is niet mogelijk om het beleid van het Verenigd College te versterken zonder een institutionele hervorming.

(poursuivant en français) Nous avions été assez audacieux dans la note Octopus. Nous avions dit qu'il faudrait absolument regrouper les compétences, régionaliser les matières bicommunataires. J'ai bien entendu ce qui a été dit concernant la double majorité. (poursuivant en néerlandais) Mme De Pauw a plaidé en faveur du maintien de la double majorité. Je ne suis pas opposé à cette possibilité.

(verder in het Frans) In onze Octopusnota hebben we een ambitieus standpunt verdedigd door te stellen dat een aantal bevoegdheden herschikt moeten worden. De bevoegdheden van de GGC moeten worden geregionaliseerd. Uiteraard heb ik ook de opmerkingen over de dubbele meerderheid gehoord. (verder in het Frans)

(poursuivant en français) Je signale que ce n'est pas un exercice si difficile de gérer des matières ensemble en y intégrant cette garantie de la double majorité. Cela ne me pose personnellement pas de problème. Nous pouvons tirer tous les avantages d'une meilleure coordination des politiques en obtenant en même temps des garanties de type communautaire et linguistique. Comme beaucoup l'ont dit, je crois aussi qu'il convient de poursuivre les coordinations entre les différents services.

Mevrouw De Pauw heeft gepleit voor het behoud van de dubbele meerderheid. Ik ben niet gekant tegen die mogelijkheid. (verder in het Frans) Het is best mogelijk om de bevoegdheden van de GGC te regionaliseren, zonder aan de dubbele meerderheid te raken. Ik ben voorstander van een efficiënter beleid, met behoud van garanties voor de gemeenschappen en de taalgroepen. Ik pleit er ook voor om de verschillende diensten beter op elkaar af te stemmen.

(poursuivant en néerlandais) (verder in het Nederlands) Je m'excuse d'avoir oublié de mentionner la VGC lorsque j'ai parlé de la collaboration entre la CCC et la COCOF.

Ik verontschuldig mij voor het feit dat ik de VGC vergat te vermelden toen ik sprak over de samenwerking tussen de GGC en de COCOF.

(poursuivant en français) (verder in het Frans) Vous avez tous compris que ce n'était pas un lapsus, mais une distraction. L'évolution de notre population va nous amener à nous pencher sur des problèmes comme celui des personnes âgées et des maisons capables d'accueillir des personnes frappées par la maladie d'Alzheimer, mais aussi sur celui des logements pour personnes

Door de evolutie van de bevolking zal er steeds meer nood zijn aan opvang voor bejaarden en alzheimerpatiënten. Er moet ook werk worden gemaakt van aangepaste woningen voor gehandicapten. De regionalisering van de bevoegdheden van de GGC zou het voordeel


N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

handicapées. Je crois que lorsque l'on peut croiser politique de logement et politique d'aide aux handicapés, soins à domicile et politique de logement, on peut imaginer une série de choses. C'est l'un des avantages que l'on pourrait tirer de la régionalisation des compétences. Je ferai part aux ministres compétents des différentes remarques qui ont été formulées. Nous devrions poursuivre dans la sérénité ce débat sur la régionalisation des compétences bicommunautaires, si nous ne voulons pas décevoir une population qui se rendra bien vite compte de ce que les besoins sont énormes, eu égard aux moyens dont nous disposons.

(2007-2008) – Nr. 24

50

hebben dat het huisvestingsbeleid en de gehandicaptenzorg beter op elkaar kunnen worden afgestemd. Ik zal uw opmerkingen overmaken aan de bevoegde collegeleden. Laten we het debat over de regionalisering van de GGC op een serene manier voortzetten om beter tegemoet te kunnen komen aan de noden van de bevolking. (Applaus bij de meerderheid)

(Applaudissements sur les bancs de la majorité) M. le président.- La parole est à M. Galand.

De voorzitter.- De heer Galand heeft het woord.

M. Paul Galand.- Je me réjouis de ce que, dans le débat intrabruxellois, il soit possible d'avancer ensemble, francophones et néerlandophones démocrates. J'ai aussi plaidé pour que soit maintenue une double majorité pour l'aide aux personnes et la santé, qui sont des matières bicommunautaires. Cela contribuerait à établir un climat serein et coopératif.

De heer Paul Galand (in het Frans).- Het is een goede zaak dat Franstaligen en Nederlandstaligen in Brussel eensgezind vooruitgang kunnen boeken. Ook ik pleit voor het behoud van de dubbele meerderheid voor gemeenschapsmateries.

S'agissant de la récolte des données, M. le ministre-président, tant pour les personnes sansabri que pour d'autres gens, j'ai plaidé avec insistance pour que l'ensemble des informations soient transférées à l'Observatoire de la santé et du social. Il ne faut pas multiplier les observatoires. Nous devons disposer de tableaux "Rapport sur la pauvreté" et du tableau de bord de la santé, de sorte que nous puissions examiner les données pondérées les unes par rapport aux autres. C'est très important comme outil d'aide à la décision politique afin de définir des priorités. Pour les maladies neurogériatriques, véritable défi de l'avenir, il faut adapter les investissements en fonction des besoins prévisibles de place, mais nous ne pouvons pas non plus nous résigner à cette augmentation du nombre de personnes démentes. Il faut plus soutenir la recherche, des avancées dans la recherche doivent se produire. Lors du dernier colloque sur Alzheimer à l'ULB, nous avons entendu des exposés de spécialistes belges de la question. Nous bénéficions d'équipes extraordinairement compétentes qui se situent au

Ik dring erop aan dat de informatie over onder meer de daklozen wordt overgemaakt aan het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn. Ik ben geen voorstander van een wildgroei van observatoria. Ook de VVGGC moet de cijfers uit het armoederapport en aanverwante gegevens krijgen. Dergelijke gegevens zijn immers zeer belangrijk om het beleid te sturen. Het Verenigd College moet investeren in opvang voor demente bejaarden, maar mag zich daar niet toe beperken. Ook op het gebied van onderzoek moet er vooruitgang worden geboekt. Tijdens het jongste congres van de ULB over Alzheimer hebben we aandachtig geluisterd naar de Belgische specialisten. We hebben wetenschappers van wereldniveau. Laten we dan ook investeren in onderzoek.


51

N° 24 – (2007-2008)

02-10-2008

(2007-2008) – Nr. 24

plus haut niveau mondial. Des investissements en recherche sont absolument nécessaires pour ne pas devoir augmenter les places. plénière de Commission

De voorzitter.- De plenaire vergadering van de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie is gesloten.

Prochaine séance plénière sur convocation du président.

Volgende plenaire vergadering na bijeenroeping door de voorzitter.

- La séance est levée à 20h14.

- De vergadering wordt gesloten om 20.14 uur.

M. le président.- La séance l'Assemblée réunie de la communautaire commune est close.

_____

_____


Séance plénière du. Plenaire vergadering van JEUDI 2 OCTOBRE 2008 ASSEMBLÉE RÉUNIE DE LA COMMISSION COMMUNAUTAIRE COMMUNE

Recommend Documents