Séance du - Vergadering van 30 novembre - november 2005

COMMUNE DE SCHAERBEEK

GEMEENTE SCHAARBEEK BULLETIN COMMUNAL GEMEENTEBLAD

N° 9

139 e ANNEE-JAAR

CONSEIL COMMUNAL - GEMEENTERAAD

Séance du - Vergadering van 30 novembre - november 2005 PRESIDENT - VOORZITTER BERNARD CLERFAYT

Bourgmestre - Burgemeester SOMMAIRE - KORTE INHOUD

SEANCE PUBLIQUE - OPENBARE VERGADERING

AFFAIRES GÉNÉRALES -=- ALGEMENE ZAKEN Remise de distinctions aux lauréats du travail -=- Uitreiken van eretekenen aan laureaten van de Arbeid......................................................................................................... 685 POINT INDIQUE À LA DEMANDE D'HABITANTS -=- PUNT OPGETEKEND OP VERZOEK VAN BEWONERS

Le stationnement dans le quartier "Le Village", situé entre la place Dailly, la place Bremer, la place de la Patrie et la place des Bienfaiteurs -=Parkeren in de wijk "Het Dorp" gelegen tussen het Daillyplein, het Bremerplein, het Vaderlandplein en het Weldoenersplein ........................................................... 686 SECRETARIAT - ASSEMBLEES -=- SECRETARIE - VERGADERINGEN Foyer schaerbeekois - Procédure des expulsions des locataires - Explication de M. Eddy Courtheoux, conseiller communal et Président du Foyer schaerbeekois -=- Schaarbeekse Haard - Uitzettingsprocedure van huurders - Uitleg van de h. Eddy Courtheoux, gemeenteraadslid en voorzitter van de Schaarbeekse Haard......................................................................................... 688 SERVICES DU RECEVEUR COMMUNAL -=- DIENSTEN VAN DE GEMEENTEONTVANGER Centimes additionnels au précompte immobilier 2006 - Renouvellement et modification -=- Opcentiemen op de onroerende voorheffing 2006 Vernieuwing en wijziging............................................................................................................... 692 Taxe communale additionnelle à l'impôt des personnes physiques - Exercice 2006 - Renouvellement -=- Aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting - Dienstjaar 2006 - Vernieuwing ................................................................... 693 Règlement-taxe sur les locaux où sont organisés des spectacles de charme Exercices 2006 à 2010 - Renouvellement -=- Reglement-bijdrage op lokalen waar charmespektakels georganiseerd worden - Dienstjaren 2006 tot 2010 - Vernieuwing ................................................................................................................. 694 Règlement-taxe sur les distributeurs automatiques de produits divers Exercices 2006 à 2010 - Renouvellement et modification -=- Reglementbijdrage op automatische verdelers van verscheidene producten Dienstjaren 2006 tot 2010 - Vernieuwing en wijziging ................................................................. 696 EQUIPEMENT -=- UITRUSTING Contrôle -=- Controle Fabrique d'église Saint-Albert - Modification budgétaire n°2 pour l'exercice 2005 - Avis favorable -=- Kerkfabriek H.-Albertus - budgettaire wijziging nr 2 voor het dienstjaar 2005 - Gunstig advies ............................................................................ 699 Fabrique d'église Sainte-Alice - Budget pour l'exercice 2006 - Avis favorable =- Kerkfabriek H.-Alicius - Begroting voor het dienstjaar 2006 - Gunstig advies............................................................................................................................................ 700

30.11.2005 Fabrique d'église Saint-Servais - Budget pour l'exercice 2006 - Avis favorable -=- Kerkfabriek H.-Servatius - Begroting voor het dienstjaar 2006 Gunstig advies .............................................................................................................................. 700 Fabrique d'église Sainte-Suzanne - Budget pour l'exercice 2006 - Avis favorable -=- Kerkfabriek H.-Suzanna - Begroting voor het dienstjaar 2006 - Gunstig advies .................................................................................................................. 701 Fabrique d'église Sainte-Elisabeth - Budget pour l'exercice 2006 - Avis favorable -=- Kerkfabriek H.-Elisabeth - Begroting voor het dienstjaar 2006 - Gunstig advies .................................................................................................................. 702 Fabrique d'église Sainte-Elisabeth - Compte pour l'exercice 2004 - Avis favorable -=- Kerkfabriek H.-Elisabeth - Rekening voor het dienstjaar 2004 - Gunstig advies .................................................................................................................. 703 Fabrique d'église de la Sainte-Famille - Modification budgétaire pour l'exercice 2005 - Avis favorable -=- Kerkfabriek van de Heilige Famillie Budgettaire wijziging voor het dienstjaar 2005 - Gunstig advies ................................................. 704 Fabrique d'église de la Sainte-Famille - Budget pour l'exercice 2006 - Avis favorable -=- Kerkfabriek van de Heilige Famillie - Begroting voor het dienstjaar 2006 - Gunstig advies ................................................................................................. 705 Fabrique d'église Sainte Thérèse d'Avilla - Modification budgétaire pour l'exercice 2005 - Avis favorable -=- Kerkfabriek H.-Theresia van Avilla Budgettaire wijziging voor het dienstjaar 2005 - Gunstig advies ................................................. 706 Fabrique d'église Sainte Thérèse d'Avilla - Budget 2006 - Avis favorable -=Kerkfabriek H.-Theresia van Avilla - Begroting 2006 - Gunstig advies....................................... 707 Achats -=- Aankopen Instruction publique - Enseignement secondaire - Acquisition du logiciel "PROECO" de gestion administrative des écoles - - Ratification de la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins arrêtant le mode de passation et fixant les conditions du marché -=- Openbaar onderwijs Secundair onderwijs Aankoop van "PROECO"-software voor het administratief beheer van de scholen - - Bekrachtiging van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen die de wijze van gunnen en de opdrachtvoorwaarden vaststelt .......................................................................................... 708 Réalisation et fourniture d'un buste de l'ancien Bourgmestre Francis Duriau Ratification de la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins arrêtant le mode de passation et fixant les conditions du marché -=Verwezenlijking en leveren van een borstbeeld van de oud-burgemeester Francis Duriau - Bekrachtiging van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen die de wijze van gunnen en de opdrachtvoorwaarden vaststelt .................................................................................................... 709 Bibliothèque publique communale néerlandophone - Acquisition de 5 P.C.'s Ratification de la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins arrêtant le mode de passation et fixant les conditions du marché -=Nederlandstalige openbare bibliotheek Aankoop van 5 P.C.'s Bekrachtiging van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen die de wijze van gunnen en de opdrachtvoorwaarden vaststelt ............................... 711 Informatique - Acquisition d'un logiciel de gestion des taxes et redevances Ratification de la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins arrêtant le mode de passation et fixant les conditions du marché -=Informatica - Aankoop van software voor het beheren van de belastingen en de bijdragen - Bekrachtiging van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen die de wijze van gunnen en de opdrachtvoorwaarden vaststelt .................................................................................................... 712 Informatique - Système centralisé de back-up - Acquisition d’un lecteur de bandes et de cassettes - Ratification de la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins arrêtant le mode de passation et fixant les conditions du marché -=- Informatica - Gecentraliseerd back-up systeem - Aankoop van een banden- en een cassettelezer - Bekrachtiging van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen die de wijze van gunnen en de opdrachtvoorwaarden vaststelt ...................................................................... 713 Informatique - Acquisition de matériel et d’applications nécessaires au traitement des cartes d’identité électroniques - Ratification de la décision

680

30.11.2005 du Collège des Bourgmestre et Echevins arrêtant le mode de passation et fixant les conditions du marché -=- Informatica - Aankoop van materiaal en toepassingsprogramma's die nodig zijn om de elektronische identiteitskaarten te verwerken - Bekrachtiging van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen die de wijze van gunnen en de opdrachtvoorwaarden vaststelt .................................................................................................... 715 Contrat de sécurité et de prévention 2005 Acquisition de matériel d’équipement - Ratification de la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins arrêtant le mode de passation et fixant les conditions du marché -=Veiligheids- en Preventiecontract 2005 Aankoop van uitrustingsmateriaal - Bekrachtiging van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen die de wijze van gunnen en de opdrachtvoorwaarden vaststelt .................................................................................................... 716 Fonds pour la Politique des Grandes Villes - Hôtel communal - Accueil Acquisition de matériel divers - Ratification de la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins arrêtant le mode de passation et fixant les conditions du marché -=Fonds voor het Groot Stedenbeleid Gemeentehuis - Onthaal - Aankoop van divers materiaal - Bekrachtiging van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen die de wijze van gunnen en de opdrachtvoorwaarden vaststelt ............................................................. 718 Fonds pour la Politique des Grandes Villes - Acquisition de matériel d’équipement - Ratification de la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins arrêtant le mode de passation et fixant les conditions du marché -=Fonds voor het Groot Stedenbeleid Aankoop van uitrustingsmateriaal - Bekrachtiging van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen die de wijze van gunnen en de opdrachtvoorwaarden vaststelt .................................................................................................... 720 Fonds Sommets européens Acquisition de matériel d’équipement Ratification de la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins arrêtant le mode de passation et fixant les conditions du marché -=Fonds Europese Toppen Aankoop van uitrustingsmateriaal Bekrachtiging van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen die de wijze van gunnen en de opdrachtvoorwaarden vaststelt ............................... 722 DEVELOPPEMENT STRATEGIQUE ET DURABLE -=- STRATEGISCHE EN DUURZAME ONTWIKKELING

Contrat de sécurité et de prévention -=Veiligheids- en preventiecontract Avenant à la convention conclue entre la commune de Schaerbeek et l’A.S.B.L. T.R.S. -=- Aanhangsel aan de overeenkomst tussen de gemeente Schaarbeek en de vzw T.R.S. ..................................................................................... 724 Avenant à la convention conclue entre la commune de Schaerbeek et l’A.S.B.L. J.E.S. -=- Aanhangsel aan de overeenkomst tussen de gemeente Schaarbeek en de vzw J.E.S....................................................................................... 724 Convention 2005 A.P.S. contingeant complémentaire à conclure entre le service fédéral de l’Intérieur et la commune de Schaerbeek. -=Overeenkomst 2005 A.P.S. aanvullend contingent af te sluiten tussen de binnenlandse federale dienst en de gemeente Schaarbeek ........................................................ 725 Convention à conclure avec la Zone de Police 5344 -=- Overeenkomst af te sluiten met de politiezone 5344 .................................................................................................... 726 SERVICES GENERAUX -=- ALGEMENE ZAKEN Affaires juridiques -=- Juridische zaken Autorisation d’ester en justice dans l’affaire c/Copropriété Résidence Voltaire et FONCIA REAL ESTATE qq -=- Machtiging om in rechte op te treden in het geding t/Mede-eigendom Residentie Voltaire en FONCIA REAL ESTATE qq ................................................................................................................................... 727 Police administrative -=- Bestuurspolitie Règlement général de police -=- Algemeen politiereglement ............................................................ 729 INFRASTRUCTURE -=- INFRASTRUCTUUR Bâtiments -=- Gebouwen Démolition et reconstruction du mur mitoyen entre les immeubles 49 et 51 rue Docteur Elie Lambotte - Marché de travaux - Mode de passation et

681

30.11.2005 fixation des conditions du marché -=- Afbreken en heropbouwen van een gemeenschappelijke muur tussen de gebouwen 49 en 51 Dokter Elie Lambottestraat - Werkenopdracht - Wijze van gunnen en vaststelling van de opdrachtvoorwaarden .............................................................................................................. 763 Maison des Arts - Chaussée de Haecht, 147 - Aménagement d’un dispositif d’exposition - Ratification de la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins arrêtant le mode de passation et fixant les conditions du marché -=- Huis der Kunsten - Haachtsesteenweg, 147 - Inrichting van een tentoonstellingshulpmiddel - Bekrachtiging van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen die de wijze van gunnen en de opdrachtvoorwaarden vaststelt .................................................................................................... 765 Immeuble 43, rue Navez - Maison de quartier - Rénovation du rez-dechaussée - Renouvellement de l’installation électrique et travaux annexes - Travaux financés par le Fonds Sommets Européens - Ratification de la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins arrêtant le mode de passation et fixant les conditions du marché -=- Gebouw gelegen 43, Navezstraat - Wijkhuis - Vernieuwing van het gelijkvloers - Vernieuwing van de elektrische installaties en bijkomende werken Werken gefinancierd door het Fonds Europese Toppen - Bekrachtiging van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen die de wijze van gunnen en de opdrachtvoorwaarden vaststelt ...................................................................... 766 Immeuble communal 535, chaussée de Haecht - Rénovation de la cage d’escalier - Travaux financés par le Fonds Sommets Européens Ratification de la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins arrêtant le mode de passation et fixant les conditions du marché -=Gemeentegebouw gelegen 535, Haachtsesteenweg - Vernieuwing van de trappenhuis - Werken gefinancierd door het Fonds Europese Toppen Bekrachtiging van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen die de wijze van gunnen en de opdrachtvoorwaarden vaststelt ............................... 768 Hôtel communal - Réparation des quatre horloges de la tour - Ratification de la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins arrêtant le mode de passation et fixant les conditions du marché -=- Gemeentehuis Herstelling van de vier uurwerken aan de toren - Bekrachtiging van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen die de wijze van gunnen en de opdrachtvoorwaarden vaststelt ...................................................................... 770 Espace public -=- Openbare ruimten Plan de gestion du patrimoine arboré - Replantation d’arbres dans différentes artères - Marché de fournitures - Mode de passation et fixation des conditions du marché. -=- Beheerplan voor het beboomd erfgoed Herplanten van bomen op verscheidene wegen - Leveringsopdracht Wijze van gunnen en vaststelling van de opdrachtvoorwaarden.................................................. 771 Fontaines situées place de la Patrie, place des Bienfaiteurs, place Verboeckhoven et à la Maison de Arts - Restauration en vue de la remise en service - Ratification de la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins arrêtant le mode de passation et fixant les conditions du marché -=Fonteinen gelegen aan het Vaderlandplein, Weldoenersplein, Verboeckhovenplein en aan het Huis Der Kunsten - Restauratie met het oog op het weder in gebruik stellen - Bekrachtiging van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen die de wijze van gunnen en de opdrachtvoorwaarden vaststelt ............................................................................................... 774 Implantation de la statue de Nasrettin Hoca sur la placette située à l’intersection des rues Vandermeersch, Gallait et Rubens - Ratification de la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins arrêtant le mode de passation et fixant les conditions du marché -=- Oprichting van het standbeeld van Nasrettin Hoca op het pleintje gelegen op het kruispunt van de Vandermeersch-, Gallait- en Rubensstraat - Bekrachtiging van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen die de wijze van gunnen en de opdrachtvoorwaarden vaststelt ...................................................................... 775 Rénovation urbaine -=- Stadsvernieuwing Fonds pour la Politique des Grande Villes - Projet 1.1 - Construction d’un immeuble rue Waelhem, 17 - Missions d’études - Mode de passation et

682

30.11.2005 fixation des conditions des marchés -=Fonds voor het Groot Stedenbeleid Ontwerp 1.1. Bouwen van een gebouw in de Waelhemstraat 17 - Studieopdracht - Wijze van gunnen en vaststelling van de voorwaarden voor de volgende opdrachten...................................................................... 777 Fonds pour la Politique des Grande Villes - Projet 1.2 - Construction d’un immeuble angle Navez/Van Oost - Missions d’études - Mode de passation et fixation des conditions des marchés -=- Fonds voor het Groot Stedenbeleid - Ontwerp 1.2. - Bouwen van een gebouw op de hoek Navez/Van Oost - Studieopdracht - Wijze van gunnen en vaststelling van de voorwaarden voor de volgende opdrachten ............................................................................ 778 Fonds pour la Politique des Grande Villes - Projet 3.1. - Rénovation d’un immeuble rue G. Devreese, 53 - Missions d’études - Mode de passation et fixation des conditions des marchés -=- Fonds voor het Groot Stedenbeleid - Ontwerp 3.1. - Vernieuwing van het gebouw gelegen G. Devreesestraat, 53 - Studieopdracht - Wijze van gunnen en vaststelling van de voorwaarden voor de volgende opdrachten...................................................................... 780 Fonds pour la Politique des Grande Villes - Projet 4.1. - Construction d’un immeuble rue Waelhem 3. - Missions d’études - Mode de passation et fixation des conditions des marchés -=Fonds voor het Groot Stedenbeleid Ontwerp 4.1. Bouwen van een gebouw in de Waelhemstraat 3 - Studieopdracht - Wijze van gunnen en vaststelling van de voorwaarden voor de volgende opdrachten ............................................................................ 782 Gestion immobilière -=- Vastgoedbeheer Contrat de quartier Brabant-Verte - Rachat pour cause d’utilité publique de la mitoyenneté du bien sis rue dupont, 11 -=- Wijkcontract Brabant-Groen Terug aankopen, ten algemenen nutte, van de mede-eigendom van het goed gelegen Dupontstraat 11...................................................................................................... 784 Musée Schaerbeekois de la Bière A.S.B.L. sis 33-35, avenue Louis Bertrand Convention de mise à disposition pour une période de 15 ans. -=Schaarbeeks museum van het Bier vzw, gelegen 33-35 Louis Bertrandlaan - Overeenkomst van beschikbaar stellen voor een periode van 15 jaar...................................... 784 P.P.A.S. Gaucheret - Ilots 61sud et 64 (partie) - Convention d’option d’achat conclue avec la S.A. CODIC - Cession des droits et obligations au profit de la S.A. Espace Gaucheret, filiale à 100 % de la S.A. CODIC -=- B.B.P. Gaucheret - Wijken 61 zuid en 64 (deels) - Overeenkomst voor een optie tot aankopen afgesloten tussen de nv CODIC - Overdracht van de rechten en plichten ten voordele van de nv Espace Gaucheret, filiaal voor 100% van de nv CODIC .......................................................................................................................... 786 P.P.A.S Gaucheret - Ilots 61sud et 64 (partie) - Vente des terrains à la S.A. Espace GAUCHERET - Ratification. -=- B.B.P. Gaucheret - Wijken 61 zuid en 64 (deels) - Verkoop van de gronden aan de nv Espace Gaucheret - Bekrachtiging ............................................................................................................................. 787 Contrats de quartier -=- Wijkcontracten Jérusalem - Opération 1.a. - Angle rue de Jérusalem 2-6 et chaussée de Haecht - Marché de travaux - Mode de passation et fixation des conditions du marché. -=- Jeruzalem - Operatie 1.a. - Hoek van de Jeruzalemstraat 2-6 en Haachtsesteenweg - Werkenopdracht - Wijze van gunnen en vaststelling van de opdrachtsvoorwaarden ................................................................ 790 SERVICES COMMUNAUX SPECIFIQUES -=- BIJZONDERE GEMEENTEDIENSTEN Economie – Emploi -=- Economie - Tewerkstelling Octroi d’un subside, pour l’exercice 2005, à l’A.S.B.L. « Promotion de l’Emploi ». -=- Toekennen van een toelage voor het dienstjaar 2005 aan de vzw “ Promotion de l’Emploi”. .................................................................................................. 791 ORDRE DU JOUR (REPRISE) -=- AGENDA (VERVOLG) INTERPELLATIONS -=- INTERPELLATIES Mme De Dyn : Autonomie des directions d’établissements scolaires communaux. -=- Mevr. De Dyn : Autonomie van de directies van de gemeentescholen.......................................................................................................................... 794 M. M’Rabet : Mesures envisagées par le Collège en matière de propreté publique quant à la fête du sacrifice de cette fin d’année 2005. -=- De h.

683

30.11.2005 M’Rabet : Maatregelen voorzien door het College inzake de openbare netheid ten opzichte van het Offerfeest op het einde van het jaar 2005 ..................................... 795 QUESTIONS ORALES -=- MONDELINGE VRAGEN M. Grimberghs : La mobilité à Schaerbeek et la concertation avec les communes voisines -=- De h. Grimberghs : De mobiliteit te Schaarbeek en de overleg met de buurtgemeenten......................................................................................... 803 M. Grimberghs : Application du règlement communal sur le stationnement des poids lourds. -=De h. Grimberghs : Toepassing van het gemeentereglement op het parkeren van zware voertuigen ........................................................ 803 Mme Nyssens : Assainissement de la place dite « Jansen » à proximité de la place Dailly. -=- Mevr. Nyssens : Sanering van de plaats genaamd "Jansen" dichtbij het Daillyplein .................................................................................................... 804 Mme Kleykens : Mesures de prévention contre la grippe humaine et la grippe aviaire vis-à-vis du personnel. -=Mevr. Kleykens : Voorzorgsmaatregelen, ten opzichte van het personeel, voor de mensengriep en de vogelgriep...................................................................................................... 804 Mme Kleykens, : Etat d’avancement du dossier de la vente du complexe Van Oost. -=- Mevr. Kleykens : Staat van vordering van het dossier over de verkoop van het Van Oostcomplex ............................................................................................... 805 Mme Blanmailland : Représentation, au sein du personnel communal, des différentes communautés composant la population de Schaerbeek. -=Mevr. Blanmailland : Vertegenwoordiging, in het gemeentepersoneel, van de verschillende gemeenschappen samenstellend de bevolking van Schaarbeek ................................................................................................................................... 805 M. Adams : Problèmes d’égouttage rue Vanderlinden -=- De h. Adams : Problemen van rioleringen in de Vanderlindenstraat.................................................................... 805 Mme De Dyn : Position de la commune dans les cas d’expulsions de personnes des logements du Foyer Schaerbeekois. -=- Mevr. De Dyn : Standpunt van de gemeente in geval van uitzettingen van huurders uit woningen van de Schaarbeekse Haard........................................................................................ 806 M. Grimberghs : Expulsion dans un immeuble du Foyer Schaerbeekois. -=- de h. Grimberghs : Uitzetting uit een gebouw van de Schaarbeekse Haard..................................... 806

684

30.11.2005

CONSEIL COMMUNAL DE SCHAERBEEK GEMEENTERAAD VAN SCHAARBEEK SEANCE DU 30 NOVEMBRE 2005 VERGADERING VAN 30 NOVEMBER 2005

PRESENTS-AANWEZIG : M.-h. Clerfayt, Bourgmestre-Burgemeester; Mme-mevr. Smeysters, M.-h. Guillaume, Mme-mevr. Berroho-Essaidi, MM.-hh. Van Gorp, Noël, De Herde, Denys, Verzin, Köse, Lahlali, Echevins-Schepenen; MM.-hh. Charels, Paulet, Duriau, Nimal, Germain, De Jaegher, Mmesmevr. Philippart, Nyssens, M.-h. Sessler, Mme-mevr. Bouarfa, MM.-hh. El Arnouki, Winkel, Grimberghs, Fraboni, Demol, MM.-hh. Ozturk, Benallel, Mmes-mevr. Monseu, Blanmailland, MM.-hh. Crasson, Ramdani, Mmes-mevr. De Dyn, Kleykens, MM.-hh. Heuninck, Vantighem, Courtheoux, Mme-mevr. Meunier, MM.-hh. Adams, Deldicque, M’Rabet, Haberman, Conseillers communauxGemeenteraadsleden; M.-h. J. Bouvier, Secrétaire communal-Gemeentesecretaris EXCUSES-VERONTSCHULDIGD : Mme-mevr. Jodogne, MM.-hh. El Khattabi, Ozkara, Temiz et/en Mmemevr. Massart, Conseillers communaux-Gemeenteraadsleden ETAIENT ABSENTS EN DEBUT DE LA SEANCE-WAREN IN 'T BEGIN VAN DE VERGADERING AFWEZIG : M._h. Verzin, Echevin-Schepen; MM.-hh. Fraboni,Vantighem, Mme-mevr. Meunier, MM.-hh. Crasson, Benallel et/en Heuninck, Conseillers commuanaux-Gemeenteraadsleden M. Clerfayt, Bourgmestre, préside l'assemblée qu'il ouvre en séance publique à 18 heures 55 minutes.- De openbare vergadering wordt geopend om 18.55 uur onder voorzitterschap van de H. Clerfayt, Burgemeester. Il est satisfait au prescrit de l'article 89 de la nouvelle loi communale et le procès-verbal de la séance du 26 octobre 2005 est tenu sur le bureau à la disposition des membres du Conseil. Er wordt voldaan aan de voorschriften van artikel 89 van de nieuwe gemeentewet en de notulen van de vergadering van 26 oktober 2005 zijn ter beschikking van de raadsleden ter tafel neergelegd. M. El Arnouki est désigné par le sort pour voter le premier lors du vote par appel nominal. De h. El Arnouki is door het lot aangewezen om als eerste te stemmen bij hoofdelijke stemming. La traduction simultanée des débats est assurée par Mme Corteville. De vertaling staande vergadering wordt door mevr. Corteville verzekerd.

SEANCE PUBLIQUE - OPENBARE VERGADERING

*** - M. le Bourgmestre : Nous sommes aujourd'hui la journée contre la peine de mort, mais demain, jeudi, 1er décembre, c’est la journée de lutte contre le Sida, grand fléau mondial qui est malheureusement en recrudescence même dans notre pays. Le symbole de cette lutte contre le sida c’est ce petit ruban rouge que je viens d’arborer à ma boutonnière. J’en ai fait chercher une cinquantaine et je vais demander à l’huissier de les distribuer aux Conseillers Communaux, afin que tous ensembles, nous marquions notre solidarité et notre volonté d’éradiquer cette terrible maladie. ***

AFFAIRES GÉNÉRALES -=- ALGEMENE ZAKEN Ordre du jour n°1 -=- Agenda nr 1 Remise de distinctions aux lauréats du travail Uitreiken van eretekenen aan laureaten van de Arbeid

685

30.11.2005

- M. le Bourgmestre : Nous allons débuter cette séance par une remise de distinctions honorifiques aux lauréats du travail. Monsieur Bouvier, secrétaire communal va donc faire l’appel nominal. - M. le Secrétaire communal : Il a plus à Sa Majesté le Roi de conférer les distinctions de lauréats du travail suivantes – het heeft Zijne Majesteit de Koning behaagd de volgende eretekens van laureaten van de arbeid te verlenen : *** Insigne d’honneur d’or – Goude Erekenteken : Madame Anne-Marie Stuljens, Monsieur Jean Gilbert. Insigne d’honneur d’argent – Zilveren Erekenteken : Madame Pascale Dourte, Monsieur Florenzio Felipe I Carballo, Monsieur Robert Jacques, Monsieur Giuliano Romanin Insigne d’honneur de bronze – Bronzen Erekenteken : Madame Fabienne Willems, Madame Ana Stolarczyk, Monsieur Abdeslam Ballahsane, Monsieur Ramazan Taskin, Monsieur Marc Van Hamme, Monsieur Paul Kerrels, Monsieur Ali Altintas. ***

***** La séance est suspendue de 19 heures 10 minutes à 19 heures 25 mintes -=- De vergadering wordt opgeheven van 19.10 uur tot 19.25 uur. *****

***** Mme Meunier, MM. Vantighem, Fraboni, Benallel et Verzin entrent en séance -=- Mevr. Meunier, de hh. Vantighem, Fraboni, Benallel en Verzin treden ter vergadering. *****

POINT INDIQUE A LA DEMANDE D'HABITANTS -=- PUNT OPGETEKEND OP VERZOEK VAN BEWONERS Ordre du jour n°2 -=- Agenda nr 2 Le stationnement dans le quartier "Le Village", situé entre la place Dailly, la place Bremer, la place de la Patrie et la place des Bienfaiteurs Parkeren in de wijk "Het Dorp" gelegen tussen het Daillyplein, het Bremerplein, het Vaderlandplein en het Weldoenersplein - M. Haccuria : Monsieur le Bourgmestre, Mesdames et Messieurs. Jacques Bouché et moimême, représentons « Le Village-HetDorp » un comité de quartier multilingue et multiculturel situé entre les Places Dailly, Brémer, Bienfaiteurs et Patrie. Pratiquement, tous les habitants du quartier rencontrent très régulièrement de grandes difficultés à trouver un emplacement de parking. Seuls ceux qui disposent d’un emplacement de parking privé sont quelque peu épargnés. Le problème de parking devient extrême le lundi soir, veille du marché « Chazal » qui chasse les riverains en quête de parking, vers les rues avoisinantes.

686

30.11.2005 A remarquer que ce problème n’est pas lié à la fréquence d’utilisation de la voiture : même les habitants qui utilisent de préférence les transports en commun ou le vélo pour la majorité de leurs déplacements, réclament le droit de posséder une voiture. Le comité de quartier et les répondants à l’enquête expriment leur inquiétude quant à l’évolution constatée depuis quelques années dont quelques facteurs importants sont : − la disparition d’emplacements de parking (Bremer, Dailly, etc.) ; − l’envahissement de la voie publique par des voitures et camionnettes garées par des entreprises (voitures de location surtout le soir et la nuit, véhicules en panne en attente de réparation, bus scolaires, camionnettes et camions de grand gabarit) ; − la transformation de plus en plus d’unifamiliales en maisons à appartements, augmentant la densité de la population et la présence de voitures dans le quartier déjà saturé ; − la présence et l’exploitation de salles de fête et d’un studio, attirant des voitures « étrangères », le soir et la nuit. Les habitants du quartier estiment que si les emplacements de parking sont déjà rares, ils devraient en avoir la priorité d’utilisation. Ils demandent que la commune intervienne d’urgence pour : − inclure le quartier « Le Village » dans les zones à stationnement réglementé (carte riverain, surtout la nuit) et ce AVANT que les zones rouge et bleue ne soient effectivement mises en service dans les quartiers Dailly et Meiser ; − déplacer l’heure d’ouverture du marché « Chazal » pour que les riverains puissent laisser leur voiture garée jusqu’au mardi matin ; − prendre des mesures pour sensiblement augmenter les possibilités de parking : stationnement en épi (+ mise en sens unique), permis de stationner à des endroits actuellement interdits (sans mettre la sécurité en danger) ; − intervenir auprès des magasins et autres sociétés pour qu’ils donnent (éventuellement contre paiement) l’accès nocturne à leur parking ; − étudier la faisabilité et la rentabilité de la construction de parkings souterrains (exemple = la côte) et collaborer de façon positive pour la réalisation de ceux-ci ; − promouvoir l’abandon de la voiture contre abonnements « transports en commun » gratuits (voir initiative avec De Lijn en Flandre) ; − faire respecter les règles concernant les emplacements réservés aux handicapés, enquêter sur les « faux garages », inciter au civisme. Les synthèses du dossier seront distribuées éventuellement aux personnes qui le désirent dans l’assistance. Je vous remercie et je passe la parole à Jacques Bouché car nous sommes en effet un comité bilingue. Nous aimerions donc vous adresser quelques mots en néerlandais. - M. Bouché : Bijna alle inwoners van de wijk « Het Dorp-Le Village » gesitueerde tussen het Dailly-, Weldoeners-, Bremer- en Vaderlandplein ondervinden zeer regelmatig ernstige problemen om een parkeerplaats te vinden voor hun wagen. Enkel diegenen die over een eigen plaats beschikking blijven enigszins gespaard. Het parkeerproblemen is extreem op maandagavond wegens de markt “Chazal”, die de bewoners op zoek naar parkeerruimte naar de omliggende straten, verdrijft. Het parkeerprobleem is onafhankelijk van de frequentie waarmee de auto gebruikt wordt. Ook de buurbewoners die bij voorkeur het openbaar vervoer of de fiets nemen, eisen het recht op om een auto te bezitten. Uit de resultaten van de enquête blijkt trouwens dat de meerderheid van de huishoudens slechts één auto heeft. Het comité en de buurbewoners vrezen dat de evolutie - die de laatste jaren versneld isrechtstreeks leidt tot het verergeren van de parkeerproblemen, o.m.: − het effectief verdwijnen van talrijke parkeerplaatsen (Bremer, Dailly, enz.); − voertuigen die door bedrijven op de openbare weg gestald worden (een vloot huurwagens die vooral ‘s nachts talrijke plaatsen bezet, wagens in panne in afwachting van de herstelling door garagisten, schoolbussen, bestelwagens en zelfs vrachtwagens); − het verbouwen van eengezinswoningen tot appartementen, wat de bevolkingsdichtheid van de buurt en aldus ook het aantal auto’s aanzienlijk doet toeneemt; − de aanwezigheid van feestzalen en een opnamestudio die vooral ‘s avonds en ‘s nachts “vreemde” wagens naar de buurt trekken. De buurbewoners menen dat zij voorrang moeten krijgen voor het gebruik van de schaarse parkeerruimte. Zij vragen dat de gemeente onverwijld tussenkomt om :

687

30.11.2005 −

de zone’s waar het parkeren gereglementeerd is, uit te breiden tot de buurt « Het Dorp » alsook de bewonerskaart in te voeren, vooral voor ‘s nachts en dit vooraleer de rode en blauwe zones rond Dailly en Meiser in voege treden ; − het aanvangsuur van de markt te verplaatsen zodat de omwonenden ‘s nachts kunnen parkeren ; − maatregelen te nemen om het aantal beschikbare parkeerplaatsen gevoelig te verhogen : visgraatparking (+ éérichtingsverkeer), parking toelaten waar tot nu toe verboden voor zoverde veiligheid niet in het gedrang komt ; − te onderhandelen met de winkels en andere bedrijven opdat zij (eventueeel tegen betaling) hun parking ‘s nachts ter beschikking stellen ; − de mogelijkheid/rentabiliteit te bestuderen van het bouwen van ondergrondse parkings (voorbeeld : de kust) en positief meewerken aan de realisatie van zulke projecten; − zoals in Vlaanderen (De Lijn) met gratis abonnementen op het openbaar vervoer de bewoners aan te moedigen om hun wagen op te geven; − de bestaande reglementering i.v.m. plaatsen voorbehouden voor gehandicapten te doen respecteren, de « valse » garages bestrijden, goed nabuurschap aanmoedigen. - M. le Bourgmestre : C’est toujours un plaisir d’accueillir ici dans ce Conseil Communal des habitants qui exercent ce droit démocratique d’interpellation. C’est une manière, je le répète à chaque fois, de faire vivre une démocratie plus directe, plus participative et, je crois, qui prend appui sur l’intelligence des habitants et l’intelligence des mandataires communaux. Cette enquête sur le stationnement, nous en avions déjà parlé il y a quelques temps lorsque, rencontrant vos représentants, nous avions élaboré ensemble les questions du stationnement et de la qualité de vie dans le quartier. Je me souviens que je vous avais suggéré de faire une enquête à grande ampleur pour connaître les réels desiderata des habitants. Nous disposons maintenant de cet élément qui est une enquête très précise, très concrète, fondée sur une importante participation. Vos propositions sont très vastes et très complètes. Il nous est donc impossible aujourd'hui d’y répondre complètement. Elles exigent un examen sérieux et approfondi par les services communaux concernés que ce soient les services de police, de la circulation, des travaux, de la mobilité, de l’urbanisme. Mais une série de vos demandes rejoignent les volontés communales de mieux organiser le stationnement dans les quartiers où la situation devient tendue comme le vôtre, de réfléchir à l’organisation dans certaines rues de parkings en épis ou d’autres solutions pour augmenter le confort de stationnement des habitants, de réfléchir aussi à la mobilisation des espaces de stationnement qui ne sont pas totalement utilisés. Nous pensons aux grandes surfaces. Cela a encore été rappelé par des habitants lors de la réunion de quartier sur le stationnement le mois dernier à l’école avenue de Roodebeek. La discussion quant à l’ouverture du marché doit faire l’objet d’un débat avec le service des classes moyennes et les marchands eux-mêmes pour organiser le marché dans de bonnes conditions mais dans le respect des soucis des habitants. Enfin, exercer un meilleur contrôle dans le quartier doit aussi faire l’objet d’une discussion avec les services de police. Je vous fixe rendez-vous au début de l’année prochaine lorsque nos services techniques pourront faire des propositions concrètes et en discuter avec vous.

*** MM. Heuninck et Crasson entrent en séance -=- De hh. Heuninck en Crasson treden ter vergadering. ***

SECRETARIAT - ASSEMBLEES -=- SECRETARIE - VERGADERINGEN Ordre du joure n° 2 bis -=- Agenda nr 2 bis Foyer schaerbeekois - Procédure des expulsions des locataires - Explication de M. Eddy Courtheoux, conseiller communal et Président du Foyer schaerbeekois Schaarbeekse Haard - Uitzettingsprocedure van huurders - Uitleg van de h. Eddy Courtheoux, gemeenteraadslid en voorzitter van de Schaarbeekse Haard - M. le Bourgmestre : L’ordre du jour appelle un point qui est un peu original par rapport à nos habitudes. Le Collège, comme beaucoup de gens, s’est ému de l’expulsion qui a été organisée ce lundi matin par les services du Foyer Schaerbeekois d’une locataire de logements sociaux, au lendemain d’un week-end où le froid avait touché une série de personnes sans logement. La

688

30.11.2005 presse n’a pas manqué de relever la coïncidence entre les événements malheureux du week-end ou deux personnes ont trouvé la mort et où cette expulsion avait lieu. Le même jour, avec Madame Decoux, présidente du Centre Public d’Action Sociale et avec l’aide du gouvernement ou de l’exécutif de la commission communautaire française, le C.P.A.S. de Schaerbeek ouvrait un centre d’accueil pour sans-abri d’une vingtaine de places. Le Collège s’est ému de cette situation et a souhaité inviter le président du Foyer Schaerbeekois Monsieur Courtheoux, qui est par ailleurs conseiller communal pour venir nous expliquer les conditions dans lesquelles cette expropriation a eu lieu. - Mme Kleykens : Avant que Eddy Courtheoux donne les explications que vous lui demandez et précise les éléments du dossier, je souhaite effectivement intervenir en tant que chef de groupe du PS. Je tiens à mettre l’accent sur l’étrangeté de la procédure souhaitée par le MR qui a instauré ou mis sur pied une dérogation au règlement communal qui, à ma connaissance, est tout à fait démocratique. Il y a eu dérogation pour interpeller au Conseil Communal le président du Foyer Schaerbeekois qui, par ailleurs est conseiller communal. Pour un tas d’autres sujets, on convoque la personne au Collège et cela ne fait pas tout ce bruit. Je tiens également à souligner votre contradiction, Monsieur le Bourgmestre qui, dans un article de la Dernière Heure daté d’aujourd'hui, signale « les gens n’ont pas saisi que la Commune n’était en rien liée au Foyer Schaerbeekois » Je ne sais pas ce que les gens, comme vous dites, comprendront que le Foyer Schaerbeekois fasse l’objet d’un point ajouté à l’ordre du jour du Conseil Communal. Par les temps qui courent, je serais curieuse de savoir comment le MR qui n’hésite pas à mettre le doigt sur l’attitude clientéliste de certains mandataires aurait réagi si on avait décidé de surseoir à la décision judiciaire de l’expulsion dont il est question. - M. le Bourgmestre : Vous êtes déjà sortie de la question du débat en mettant en cause d’autres personnes. - Mme Kleykens : Je donne le point de vue du groupe socialiste avant qu’un de ses mandataires s’exprime. Le quatrième point qui est le plus important en définitive est de savoir que les personnes expulsées ont immédiatement été relogées par le Centre Public d’Aide Sociale. Nous nous en réjouissons. Point. - M. le Bourgmestre : Il a semblé au Collège, que cette situation méritait une explication car elle nous a ému comme elle a ému beaucoup de gens à Schaerbeek et en Belgique en général. Ce n’est pas pour rien qu’un certain nombre de rédactions lui ont donné la place qu’elles lui ont donné dans les journaux. Je pense que cela mérite un débat et que Monsieur Courtheoux n’a pas peur d’un débat. Je pense que ce débat est nécessaire à la démocratie. Je voudrais donc donner la parole à Monsieur Courtheoux. - M. Courtheoux : Monsieur le Président, je commencerai quand même, avant d’entamer le fond du dossier, par faire quelques commentaires liminaires. Effectivement, le fait que vous demandiez à un Conseiller Communal, Président du Foyer Schaerbeekois par ailleurs, de s’expliquer sur l’expulsion d’une habitante du Foyer est étonnant. Cela dit, dans un souci de démocratie et de transparence, c’est bien volontiers que je m’expliquerai au nom du Foyer. Je suis tout à fait sensible au fait que cette expulsion ait eu lieu à un moment où malheureusement il y avait eu deux morts le week-end qui a précédé. Cela dit, cette décision n’a pas été prise à la légère. Il s’agit là d’un dossier qui concerne des personnes. Il est vraisemblable que pour comprendre correctement ce dossier, même si on peut initier une discussion, il est vraisemblable que pour le comprendre correctement, il faudra le continuer en commission secrète. Ce qui est le plus étonnant, c’est la lettre que vous m’avez adressée au Foyer hier par laquelle vous me faites une suggestion à savoir de passer un accord avec une association afin dites vous et je vous cite « de traiter ce genre de dossier avec plus d’humanité ». Avant même d’avoir été entendu, vous condamnez le Foyer. C’est quand même un peu étonnant. Il suffit de lire la Dernière Heure pour voir effectivement que vous tancez ou vous courroucez, vous faites un tas de choses. Mais il est clair que vous condamnez. Je trouve étonnant quand même en démocratie que l’on condamne avant d’avoir même entendu. Je vous démontrerai que ce dossier a été traité avec discernement, avec sérieux et en tenant compte de tous les éléments du contexte. Je pense que c’est important de tenir compte de tous les éléments du contexte. La gestion du logement social, le bailleur doit être attentif à trois vecteurs : la gestion du patrimoine. C’est d’ailleurs ce qu’il fait depuis des années compte tenu des moyens qui lui sont alloués. C’est vrai que ces derniers temps on a eu une capacité de récupération par rapport à une période où rien n’a pu être fait dans le logement social. Actuellement, vingt-deux millions six cent soixante mille euros sont investis dans le logement social pour la gestion du patrimoine. 2 : la gestion financière : La gestion financière actuellement est saine. Toutes les obligations du Foyer sont assurées. Non seulement, elles sont assurées mais il investit sur fonds propres de l’ordre de trois cent cinquante à quatre cents mille euros par an de travaux pour améliorer le patrimoine. C’est vrai que le Foyer dispose d’une

689

30.11.2005 trésorerie qui est un petit peu juste. Troisième vecteur et c’est celui qui va nous occuper. C’est la gestion sociale. Pour ce faire, deux assistantes sociales ont été recrutées. Neuf agents de convivialité ont été recrutés. L’objectif principal poursuivi, c’est de permettre à tous la jouissance des lieux dans la sérénité. Je voudrais encore ajouter avant de commencer réellement à rentrer dans le débat, dans le dossier, que pour les expulsions en 2001, il y a eu sept expulsions, en 2002, six expulsions, en 2003, trois expulsions, 2004, deux expulsions et en 2005 une expulsion. C’est bien dire que ce n’est pas une de nos habitudes. Je suis d’accord de reconnaître que l’expulsion et le fait de faire quitter les lieux manu militari est effectivement un échec. Il n’empêche que dans un certain nombre de cas, il n’y a pas d’autre solution, pas d’autre issue. Venons en réellement au dossier. La locataire concernée est dans nos immeubles depuis le 1er mars 2002. Un dossier qui avait été d’ailleurs traité d’urgence dans une procédure de dérogation qui n’a pas été obligée d’être mise en œuvre avec une intervention d’un centre SOS enfants. Bref. Cette personne est donc entrée normalement. Nous avons eu une attestation d’un Centre Public d’Aide Sociale, pas celui de Schaerbeek. Nous avions un certificat de composition de ménage de la Commune de Schaerbeek. Elle rentre le 1er mars 2002. Dès le mois d’août 2002, il y a des problèmes. Dès le mois d’août 2002, les plaintes ont commencé. Il y a eu huit plaintes différentes qui se sont succédées. J’ai ici l’inventaire. Je me propose de ne pas vous les citer de manière précise mais je peux le faire si vous le souhaitez. Il y a eu cinq tentatives de conciliation. Elle s’est présentée à la première en précisant qu’elle ferait des efforts. Pour les autres, dont une devant le juge, elle ne s’est même plus présentée du tout. Nous avons effectivement dépensé beaucoup d’énergie. Nos assistantes sociales ont vraiment dépensé beaucoup d’énergie pour essayer effectivement de faire des conciliations. Les plaintes portaient sur quoi ? Les plaintes portaient sur toutes sortes de choses qui sont des atteintes à la convivialité. Ce sont des troubles de voisinage de tous ordres. C’est du bruit jusque deux, trois, quatre, cinq heures du matin où danse, où on court dans les escaliers, on frappe aux portes, on claque les portes. On jette des déchets dans les couloirs. Je vous passe toutes sortes de détails. On va même un peu plus loin. Il y a des phénomènes d’agression. On vole du courrier, on coupe le câble de la télédistribution, on s’en prend à la voiture des autres habitants de l’immeuble. Je rappelle qu’ils sont sept familles qui, pendant deux ans, ont été harcelées continuellement, quotidiennement. Effectivement, à un certain moment, le dossier a été présenté au Comité de gestion après avoir constaté que de toute façon il n’était plus possible de conciliation. Le 22 novembre 2004, le dossier a été présenté au Comité de Gestion. La demande était : est-ce qu’on est d’accord de demander au juge l’expulsion de Madame. Le dossier a été confirmé d’ailleurs le 13 décembre 2004 par le Conseil d’Administration où les différents représentants de ce Conseil Communal siègent. Le dossier a alors suivi son cours en justice. C’est assez étonnant. La requête pour troubles de voisinage a été introduite le 6 décembre 2004. Il y a eu alors des plaintes des habitants qui sont venus surajouter le 17 décembre. Il y a eu ensuite une audience le 21 février, une autre audience reportée le 21 mars, une autre audience reportée le 24 mars, une nouvelle audience le 8 juin et puis une condamnation effectivement à quitter les lieux le 30 septembre 2005. Depuis le 7 juillet, cette dame sait qu’elle doit quitter les lieux au plus tard le 30 septembre 2005. Elle va en appel. Elle ne se présente pas à l’appel. Son avocat non plus. Le juge confirme la décision. On l’informe clairement que nous avons vraiment l’intention qu’elle parte. Elle ne répond en rien de tout cela. Puis, vient se greffer un événement malheureux je dirais. C’est que notre huissier lui-même a des petits ennuis et nous sommes obligés de changer d’huissier. Il faut récupérer le dossier tant et si bien effectivement que le dossier est arrivé dans les mains de notre huissier qui a pu procéder à l’expulsion au moment où vous avez décrit c'est-à-dire lundi. C’est une procédure extrêmement longue. C’est vrai que c’est arrivé à la veille ou l’avant-veille de la période pendant laquelle nous ne pouvons plus expulser puisqu’à partir du 1er décembre, ce n’est plus possible d’expulser. La question se posait. Le représentant du syndicat des locataires m’a téléphoné le dimanche soir, m’a encore retéléphoné le lundi matin en plein Comité de Gestion. Les membres du Comité de Gestion ont été saisis en direct pour savoir si on était d’accord de surseoir. Mais surseoir, c’était se poser la question de choisir entre la peste ou le choléra. En effet, si on ne procédait pas à l’expulsion, c’est dire qu’on était obligé de retarder jusqu’après le mois de février. C’était encore soumettre les sept familles vraiment à un harcèlement qui aurait continué pendant encore quelques mois. La décision a été prise de laisser exécuter le dossier puisque de toute façon la personne concernée a montré pendant toute la période une extrême mauvaise volonté. Pas de possibilité de dialogue, pas de possibilité de conciliation, pas de possibilité de changement. On a effectivement laissé continuer le dossier. Le dossier est arrivé à son terme. J’imagine puisque ce n’est pas à moi à le faire mais à l’huissier a contacté les assistants sociaux du Centre Public d’Aide Sociale et même vous-même en principe Monsieur le Bourgmestre. J’imagine que cela a été fait. J’ai vu la télévision comme vous et j’ai vu les assistants sociaux du Centre Public d’Aide

690

30.11.2005 Sociale. Si je suis bien informé, ces assistants sociaux ont retrouvé un logement à cette personne. Voilà le dossier. Il est, il me semble, extrêmement clair même s’il a duré extrêmement longtemps. Je le regrette d’ailleurs pour les sept familles qui ont dû vraiment subir un inconvénient grave, majeur. J’ai eu l’occasion d’en rencontrer plusieurs, j’ai eu l’occasion de lire leur pétition. C’est vraiment quelque chose d’épouvantable. Effectivement, expulser, c’est vraiment quelque chose de terrible, c’est quelque chose qui est violent. Par ailleurs, je ne vois pas ce qu’on aurait pu faire d’autre dans une situation telle que celle là. Je rappelle que les expulsions, nous en faisons de moins en moins. Cette année ci, il y a en a une et j’espère qu’il n’y en aura pas d’autre. Voilà Monsieur le Bourgmestre ce que je voulais vous dire. - Mme De Dyn : J’étais honteuse d’être une élue Schaerbeekoise en écoutant les actualités expliquant l’expulsion d’une maman et de ses deux enfants un 28 novembre après un refroidissement climatique évident et juste avant la date butoir du 1er décembre, date du début du moratoire régional repoussant toute expulsion au 28 février. Pas honteuse de la décision de justice, Monsieur Courtheoux, je n’ai pas à la remettre en cause. C’est la méthode utilisée. C'està-dire se rendre compte qu’il faut se dépêcher de mettre dehors une famille pour échapper au moratoire sans avoir, depuis la décision de justice, pris de mesure pour le relogement et l’accompagnement social de ces personnes avant leur mise à la rue. Le Centre Public d’Aide Sociale s’en est apparemment occupé, malheureusement, dans l'urgence. Je voudrais savoir quelle est la position du Collège dans ce cas-ci, aussi bien dans les logements du Foyer Schaerbeekois et dans les logements communaux. - M. Grimberghs : C’est bien au Collège que je voulais m’adresser pour savoir si très précisément vous avez vous-même, Monsieur le Bourgmestre, ou les services communaux et/ou du Centre Public d’Aide Sociale été informé de la situation ? A quel moment ? Quels sont les dispositifs qui sont prévus dans pareil cas ? L’avantage de la procédure inhabituelle que vous avez mise en place, c’est que nous avons maintenant entendu le Président du Foyer Schaerbeekois qui nous a dit que c’était rare mais que cela arrivait. On ne va pas faire semblant qu’on ne savait pas que des expulsions, cela pouvait arriver. J’imagine que cela arrive. Cela arrive peut-être même dans des logements communaux. La question qui est posée c’est quels sont les dispositifs d’urgence qui sont pris pour faire face à ces situations, pour que, à tout le moins, les membres de la famille et dans le cas présent en particulier les deux enfants mineurs, ne soient pas victimes une nouvelle fois du comportement, le cas échéant, des adultes. - M. Winkel : Un sujet aussi dramatique ne doit pas faire l’enjeu d’un débat électoral. C’est un sujet tellement grave, qui a ému l’opinion publique qu’on dit rester tous assez dignes en la matière et tirer les conclusions qui s’imposent des événements qui viennent de se produire. Première leçon qu’on doit tirer, lorsqu’il s’agit d’expulser un locataire, les autorités publiques ou les responsables d’institutions sociales doivent montrer l’exemple. Tôt ou tard, elles seront accusées dans la presse à tort ou à raison, cela dépend les cas. Ces sociétés et les autorités publiques doivent prendre des garanties quant au relogement des différentes personnes qui sont expulsées. La deuxième leçon à tirer concerne le moratoire qui a été pris par les différentes sociétés de logements bruxelloises en 2000. Ce moratoire a été pris et dit qu’à partir du 1er décembre jusqu’au 28 février on n’expulse pas de locataire dans les sociétés de logements sociaux. Je pense qu’il faudrait que les responsables des sociétés de logements sociaux soient bien conscients qu’il faut respecter le moratoire mais aussi l’esprit du moratoire. Le texte précise du 1er décembre au 28 février parce que c’est l’époque des grands froids. Mais s’il fait froid une semaine avant le 1er décembre ou une semaine après le 28 février, il est clair que dans l’esprit des gens qui ont pris cette décision c’était bien de ne pas expulser quand il fait très froid. Je voudrais que les responsables des sociétés de logements en tirent cette conclusion aussi qu’ils ne doivent pas non plus appliquer la référence du 1er décembre comme une référence absolue. En conclusion finale, je pense que dorénavant les sociétés de logements et notamment celles de Schaerbeek, quand elles prendront une décision de ce type, concertent avant tout le Centre Public d’Aide Sociale et la Commune pour que tout se passe le mieux possible. - M. Denys : Le Collège ne peut approuver l’expulsion à laquelle a procédé il y a deux jours le Foyer Schaerbeekois. Sans pouvoir ni vouloir me prononcer sur le cas concret, et même s’il y avait sans doute des raisons suffisantes pour expulser la personne, c’est le moment qui pose problème. Le Collège a dû se prononcer sur un cas semblable lors de sa séance du 22 novembre 2005. Sur ma proposition, le Collège a décidé de surseoir à l’expulsion jusqu’au 1er mars 2006. Le Collège a pris la décision de respecter le même moratoire imposé aux sociétés de logements sociaux. La dame en question, comme il a déjà été dit, a été prise en charge par le Centre Public d’Aide Sociale qui l’a hébergée dans son Foyer rue de la Consolation. - M. Courtheoux : Monsieur le Bourgmestre, J’ai bien entendu la position du Collège. Elle ne me pose pas de problème philosophique mais plus un problème pratique. Si je n’avais pas expulsé,

691

30.11.2005 c’était prendre en même temps la décision que ces sept familles allaient continuer à être harcelées pendant quelques mois. C’est en cela que je disais tout à l’heure qu’on est dans une situation ou on doit choisir entre la peste et le choléra. Je me demande, moi, si on ne devrait pas trouver une solution constructive qui permette à la fois de satisfaire les deux. Pour moi, donner raison à l’un ou donner raison à l’autre pose problème. Je pense, moi, qu’on doit s’engager dans la recherche de solutions qui donnent raison aux deux c'est-à-dire les sept familles qui ont été traumatisées pendant des mois. Quand ils commencent à pouvoir respirer et vivre de manière sereine et par ailleurs l’autre personne qui est logée dans un environnement qui lui permet de garantir une vie convenable pour elle et ses enfants. Je pense que si on n’arrive pas à une solution où les deux parties sont respectées, cela pose problème. C’est ce que je voulais ajouter Monsieur le Président. - M. le Bourgmestre : Monsieur Courtheoux, merci pour ces explications. Je pense à ce stade du débat, qu’il est important d’organiser la convivialité dans les immeubles de logements sociaux et communaux en général. Certains faits auraient peut-être dû amener le Foyer à déposer plainte auprès de la police si c’était à ce point grave. En l’occurrence ici, ce qui nous a étonné, c’est le problème de la méthode et du calendrier dans la mesure où Monsieur Courtheoux nous a confirmé que les problèmes étaient initiés dès 2002 et qu’en raison de la lenteur d’avancement des procédures, il s’est trouvé confronté malheureusement non pas à la veille du moratoire mais déjà dans l’hiver à cette expulsion. Ces expulsions sont réalisées par des huissiers de justice. C’est une de leurs missions légales. Pour ce faire, ils font appel au policier de quartier qui a l’obligation légale d’accompagner l’huissier. Quand l’huissier le réclame, c’est parfois pour d’autres tâches que les expulsions. Il peut y avoir d’autres formes de missions légales pour lesquelles la police vient en aide aux huissiers. Cela se passe tout simplement au niveau de la police de proximité sans qu’il n’y ait d’interpellation ou d’information particulière des autorités communales. Ici, le Centre Public d’Aide Sociale a été prévenu quelques jours avant et a tenté dans l’urgence de trouver des solutions. Il les a, comme Monsieur Courtheoux l’a rappelé, heureusement trouvé puisque le soir même Madame Decoux ouvrait un centre d’accueil de sansabri qui a logé dès le premier soir une quinzaine de personnes sur les vingt lits qui avaient été ouverts. Je suis, pour ma part, très fier que la Commune de Schaerbeek et son Centre Public d’Aide Sociale en particulier aient pu rapidement, dans la journée de lundi répondre à l’appel du Gouvernement bruxellois pour étendre le nombre d’accueil des sans-abri. Je crois que l’incident est clos. - M. Grimberghs : Ce n’est pas un hasard si le Centre Public d’Aide Sociale est prévenu. C’est parce que la Loi a été modifiée pour rendre la chose obligatoire. Ne faisons pas comme si c’est tout à fait par hasard et heureusement. Je félicite le Centre Public d’Aide Sociale d’avoir fait son travail.

SERVICES DU RECEVEUR COMMUNAL -=- DIENSTEN VAN DE GEMEENTEONTVANGER Ordre du jour n°3 -=- Agenda nr 3 Centimes additionnels au précompte immobilier 2006 - Renouvellement et modification Opcentiemen op de onroerende voorheffing 2006 - Vernieuwing en wijziging DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen LE CONSEIL COMMUNAL Vu le Code des Impôts sur les Revenus 1992, notamment l’article 464,1 ; Vu la nouvelle loi communale, notamment l’article 117, alinéa 1er, l’article 118, alinéa 1er, et l’article 260; Vu les dispositions du plan de redressement financier adopté par le Conseil communal le 7 novembre 2001, pour les exercices 2002 à 2006, et compte tenu de la nécessité de garder des ressources financières suffisantes pour faire face aux besoins de notre population ; Vu la délibération du Conseil communal du 27 avril 2005 décidant de fixer pour l’exercice 2005 à 3.140 le nombre de centimes additionnels communaux au précompte immobilier ;

692

30.11.2005 Considérant que Schaerbeek est en train d’évoluer dans un sens positif et qu’il y a lieu de ne pas freiner cette dynamique ; Considérant dès lors qu’il y a lieu de s’inscrire dans un processus de diminution progressive de la fiscalité en matière de précompte immobilier ; Attendu qu’il s’avère indispensable de maintenir cette source de revenus ; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins, ARRETE : par appel nominal, à l'unanimité Article 1. : Il sera perçu pour l'exercice 2006, 3.070 centimes additionnels communaux au précompte immobilier à charge des propriétaires de biens immobiliers imposables dans la Commune au premier janvier de l'année qui donne son nom à cet exercice. DE GEMEENTERAAD Gelet op artikel 464, 1 van het Wetboek op de inkomstenbelastingen 1992; Gelet op de nieuwe gemeentewet, bijzonder artikel 117, alinea 1er , artikel 118, alinea 1er en artikel 260; Gelet op de bepalingen van het financiële herstelplan aangenomen door de Gemeenteraad van 7 november 2001, voor dienstjaren 2002 tot 2006, en gelet op de noodzaak ons bestuur de nodige financiële middelen te verschaffen om aan de behoeften van onze bevolking te voldoen; Gelet het raadbesluit van de Gemeenteraad van 27 april 2005; dat voor het dienstjaar 2005 het aantal gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing vastlegt op 3.140; Overwegende dat Schaarbeek in positieve zin evolueert en dat die dynamiek niet mag worden afgeremd; Overwegende dat men derhalve de ingeslagen weg van een progressieve vermindering van de fiscaliteit inzake de onroerende voorheffing dient te vervolgen; Gelet dat het noodzakelijk is deze bron van inkomsten te behouden; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen, BESLUIT : bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen Artikel 1 - Er worden, voor het dienstjaar 2006, 3.070 gemeentelijke opcentiemen geheven op de onroerende voorheffing ten laste van de eigenaars van onroerende goederen belastbaar in de gemeente op 1 januari van het jaar dat zijn naam geeft aan dit dienstjaar.

Ordre du jour n° 4 -=- Agenda nr 4 Taxe communale additionnelle à l'impôt des personnes physiques - Exercice 2006 Renouvellement Aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting - Dienstjaar 2006 - Vernieuwing DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen LE CONSEIL COMMUNAL Vu le Code des Impôts sur les revenus 1992, notamment les articles 465 à 470; Vu la nouvelle loi communale, notamment l’article 117, alinéa 1er, l’article 118, alinéa 1eret l’article 260; Vu les dispositions du plan de redressement financier adopté par le Conseil communal le 7 novembre 2001, pour les exercices 2002 à 2006 ; Vu la délibération du Conseil communal du 24 novembre 2004 fixant à 6,5 % la taxe communale additionnelle à l’impôt des personnes physiques pour l’exercice 2005 ; Attendu qu’il s’avère indispensable de maintenir cette source de revenus ; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins; ARRETE : par appel nominal, à l'unanimité Article 1- Il est établi, pour l'exercice 2006, une taxe communale additionnelle à l'impôt des personnes physiques à charge des habitants du Royaume qui sont imposables dans la Commune au 1er janvier de l'année qui donne son nom à l'exercice.

693

30.11.2005 Article 2 - La taxe est fixée à 6,5 % de la partie calculée conformément à l'article 466 du Code des Impôts sur les revenus 1992, de l'impôt des personnes physiques dû à l'Etat pour le même exercice. DE GEMEENTERAAD Gelet op het Wetboek der Inkomens 1992, bijzonder de artikelen 465 tot 470; Gelet op de nieuwe Gemeentewet, bijzonder artikel 117, alinea 1er, artikel 118, alinea 1er, en artikel 260; Gelet op de bepalingen van het financiële herstelplan, aangenomen door de Gemeenteraad van 7 november 2001 voor de dienstjaren 2002 tot 2006; Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 24 november 2004 houdende vaststelling op 6,5%, voor het aanslagjaar 2004, van de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting; Gelet dat het noodzakelijk is deze bron van financiën te behouden; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen, BESLUIT : bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen Artikel.1 - Er wordt, voor het dienstjaar 2006, een aanvullende gemeentebelasting geheven op de personenbelasting ten laste van de inwoners van het Koninkrijk welke belast worden in de Gemeente op 1 januari van het jaar dat aan dit dienstjaar zijn naam geeft. Artikel.2 De belasting is vastgesteld op 6,5 % van het gedeelte berekend ingevolge artikel 466 van het Wetboek der Inkomstenbelastingen 1992, op de inkomens, van de personenbelasting verschuldigd aan de Staat voor hetzelfde dienstjaar.

Ordre du jour n°5 -=- Agenda nr 5 Règlement-taxe sur les locaux où sont organisés des spectacles de charme - Exercices 2006 à 2010 - Renouvellement Reglement-bijdrage op lokalen waar charmespektakels georganiseerd worden - Dienstjaren 2006 tot 2010 - Vernieuwing DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen LE CONSEIL COMMUNAL Vu l’article 170, § 4 de la Constitution ; Vu la nouvelle loi communale, notamment les articles 117, alinéa 1er et 118, alinéa 1er; Vu la loi du 24 décembre 1996 relative à l’établissement et au recouvrement des taxes communales et provinciales modifiée par la loi du 15 mars 1999 relative au contentieux en matière fiscale ; Vu l’arrêté royal du 12 avril 1999 déterminant la procédure devant le Gouverneur ou devant le Collège des Bourgmestre et Echevins en matière de réclamation contre une imposition provinciale ou communale ; Vu sa délibération du 28 mars 2001 votant le renouvellement du règlement relatif à la taxe sur les locaux ou sont organisés des spectacles de charme pour un terme de cinq ans expirant le 31 décembre 2005 ; Vu la situation financière de la commune ; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins, ARRETE : par appel nominal, à l'unanimité Article 1 : Il est établi pour les exercices 2006 à 2010 une taxe sur les locaux ou sont organisés des spectacles de charme. Pour l'application du présent règlement, il faut entendre par spectacle de charme, tout spectacle présentant un caractère érotique ou pornographique. Article 2 : L'impôt a pour base le nombre de cabines permettant d'assister ou de participer au spectacle. Le terme cabine s'entend de tout espace délimité ou délimitable à partir duquel une ou plusieurs personnes peuvent assister ou participer à un spectacle présenté par un(e) ou des artistes et/ou assister à la projection d'images, quel que soit le procédé utilisé pour la présentation de cellesci. Article 3 : La taxe est fixée à 5.000 € par cabine et par an.

694

30.11.2005 Article 4 : La taxe est due par l'exploitant des locaux visés par les présentes dispositions. Le propriétaire des locaux imposables est solidairement responsable du paiement de la taxe. Article 5 : La taxe est due au 1er janvier de l'exercice d’imposition et n’est pas divisible. Il ne sera accordé aucune remise pour quelque cause que ce soit. Article 6 : L'Administration fait parvenir au contribuable une formule de déclaration que celui-ci est tenu de renvoyer, dûment complétée, datée et signée avant l'échéance mentionnée. Les contribuables qui n'ont pas reçu la formule sont tenus d'en réclamer une. La déclaration reste valable jusqu'à révocation. Article 7 : En cas de modification de la base d'imposition, une nouvelle déclaration devra être faite dans les dix jours. Toute nouvelle exploitation de local où sont donnés des spectacles de charme doit être déclarée dans le même délai de dix jours. Article 8 : Le contribuable est tenu de faciliter le contrôle éventuel de sa déclaration, notamment en fournissant tous documents et renseignements qui lui seraient réclamés à cet effet. Article 9 : La non-déclaration dans les délais prévus ou la déclaration incorrecte, incomplète ou imprécise de la part du redevable entraîne l’enrôlement d’office de la taxe. En cas d’enrôlement d’office, la taxe qui est due est majorée d’un montant égal au double de celle-ci. Article 10 : Les rôles de la taxe sont arrêtés et rendus exécutoires par le Collège des Bourgmestre et Echevins au plus tard le 30 juin de l’année qui suit l’exercice d’imposition. Article 11: La taxe est payable dans les deux mois de l’envoi de l’avertissement-extrait de rôle. A défaut de paiement dans ce délai, les sommes dues sont productives au profit de l’administration, de l’intérêt de retard calculé d’après les règles fixées par l’article 414 du Code des impôts sur les revenus de 1992. Article 12: La taxe est recouvrée par le Receveur communal conformément aux règles établies pour la perception des impôts au profit de l’Etat. Article 13 : Le redevable peut introduire une réclamation auprès du Collège des Bourgmestre et Echevins qui agit en tant qu’autorité administrative. A peine de nullité, cette réclamation doit être introduite par écrit devant le Collège des Bourgmestre et Echevins. Elle doit être datée et signée par le réclamant ou par son représentant et mentionne les nom, qualité, adresse ou siège du redevable à charge duquel l’imposition est établie, l’objet de la réclamation et un exposé des faits et moyens. Les réclamations doivent être introduites sous peine de déchéance, dans un délai de trois mois, à partir de la date d’envoi de l’avertissement-extrait de rôle mentionnant le délai de réclamation ou de l’avis de cotisation ou de celle de la perception des taxes perçues autrement que par rôle. DE GEMEENTERAAD Gelet op artikel 170, § 4 van de Grondwet; Gelet op de nieuwe gemeentewet namelijk de artikel 117,alinea 1 en artikel 118, alinea 1; Gelet op de wet van 24 december 1996, betreffende de vestiging en de invordering van de provinciale en lokale belastingen gewijzigd door de wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen; Gelet op het koninklijk besluit van 12 april 1999 tot bepaling van de procedure voor de Gouverneur of voor het College van Burgemeester en Schepenen inzake bezwaarschrift tegen een provincie- of gemeentebelasting ; Gelet op de beraadslaging van 28 maart 2001 welke de hernieuwing van het reglement betreffende de belasting op de lokalen waar peepshows georganiseerd worden, voor een termijn van 5 jaar, vervallend op 31 december 2005 ; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen, BESLUIT : bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen Artikel 1 : Er wordt voor de dienstjaren 2006 tot 2010 een belasting gevestigd op de lokalen waar peepshows georganiseerd worden. Voor de toepassing van onderhavig reglement dient men onder peepshow te verstaan elke vertoning die een erotisch of pornografisch karakter vertoont. Artikel 2 : De aanslag heeft als basis het aantal cabines die toelaten de vertoning bij te wonen of eraan deel te nemen. Onder cabine dient men te verstaan de ruimte begrensd of begrensbaar van waaruit één of verschillende personen een vertoning, door één artiest(e) of artiesten kunnen bijwonen of eraan deelnemen en/of een filmprojectie bijwonen, welke ook het gebruikte procédé voor deze voorstelling is. Artikel 3 : De belasting wordt vastgesteld op 5.000 € per cabine per jaar. Artikel 4 : De belasting is verschuldigd door de uitbater van de lokalen in uitvoering van de bepalingen van het reglement. De eigenaar van de belastbare lokalen is solidair verantwoordelijk voor de betaling van de belasting.

695

30.11.2005 Artikel 5 : De belasting is verschuldigd op 1 januari van het aanslagjaar en is niet deelbaar. Er wordt geen enkele vermindering toegestaan, om welke reden ook. Artikel 6 : De Administratie laat een aangifteformulier geworden aan de belastingplichtige, dat door hem behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor de erin vermelde vervaldatum, moet worden teruggestuurd. De belastingplichtigen die geen aangifteformulier ontvangen hebben zijn gehouden er één te vragen. De aangifte blijft geldig tot bij herroeping. Artikel 7 : In geval van wijziging van de belastingbasis dient een nieuwe aangifte te gebeuren binnen de tien dagen. Elke nieuwe uitbating van een lokaal waar peepshows georganiseerd worden, dient aangegeven te worden binnen dezelfde termijn van tien dagen. Artikel 8 : De belastingplichtige wordt gehouden de eventuele controle van zijn aangifte te vergemakkelijken inzonderheid door het verstrekken van alle documenten en inlichtingen die hem ten dien einde zouden worden gevraagd. Artikel 9 : Bij niet aangifte binnen de voorziene termijn of bij onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, wordt de belasting die verschuldigd is ambtshalve ingekohierd, verhoogd met het bedrag gelijk aan het dubbel van de vastgelegde belasting. Artikel 10 : De kohieren van de belasting worden door het College van Burgemeester en Schepenen opgemaakt en uiterlijk op 30 juni van het jaar volgend op het aanslagjaar afgesloten en uitvoerbaar verklaard. Artikel 11 : De belasting is te betalen binnen de twee maanden na verzending van het aanslagbiljet. Bij gebrek aan betaling binnen de vastgestelde termijn zullen verwijlinteresten worden gevorderd, berekend volgens de bepalingen vastgelegd in artikel 414 van het Wetboek op de inkomstenbelastingen voor 1992 Artikel 12 : De belasting is door de Gemeenteontvanger ingevorderd volgens de regels vastgesteld voor het innen van belastingen ten voordele van de Staat. Artikel 13 : De belastingsplichtige kan een bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen die als bestuursoverheid handelt. Om de ongeldigheid te vermijden, moet het bezwaarschrift schriftelijk ingediend worden bij het College van Burgemeester en Schepenen. Het bezwaar moet gedagtekend en ondertekend zijn door de eiser of zijn vertegenwoordiger, met vermelding van naam, hoedanigheid, adres of de zetel van de belastingsplichtige waarvoor de belasting is vastgesteld, alsook het onderwerp van het bezwaar, het verslag van de feiten en de middelen. De bezwaren moeten ingediend worden, op straf van verval, binnen de termijn van drie maanden beginnende van de datum van het versturen van het aanslagbiljet met de vermelding van de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift, of het bericht van de bijdrage of deze van de inningsdienst van de belasting verkregen anders dan door de kohieren.

Ordre du jour n°6 -=- Agenda nr 6 Règlement-taxe sur les distributeurs automatiques de produits divers - Exercices 2006 à 2010 Renouvellement et modification Reglement-bijdrage op automatische verdelers van verscheidene producten - Dienstjaren 2006 tot 2010 - Vernieuwing en wijziging - M. Winkel : Vous savez que lors des discussions des taxes dans cette commune, souvent on demande d’en faire un peu le bilan, de faire le rapport entre le rendement financier de la taxe et le coût en personnel. Il serait intéressant pour une prochaine séance, je suggère cela au service des Finances, d’avoir un peu le rendement financier de cette taxe de vingt-quatre septante-neuf euros. Elle n’est pas très élevée. J’aimerais bien qu’on évalue un peu si on ne devrait pas soit la supprimer ou l’augmenter. - M. Köse : Le travail en personnel est le même chaque année. Il y a sept appareils recensés en 2005. Les sept appareils seront recensés en 2006. Le travail n’est pas énorme. DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen

696

30.11.2005 LE CONSEIL COMMUNAL Vu l’article 170, § 4 de la Constitution ; Vu la nouvelle loi communale, notamment les articles 117, alinéa 1er et 118, alinéa 1er; Vu la loi du 24 décembre 1996 relative à l’établissement et au recouvrement des taxes communales et provinciales modifiée par la loi du 15 mars 1999 relative au contentieux en matière fiscale ; Vu l’arrêté royal du 12 avril 1999 déterminant la procédure devant le Gouverneur ou devant le Collège des Bourgmestre et Echevins en matière de réclamation contre une imposition provinciale ou communale ; Vu sa délibération du 11 décembre 2001 votant le renouvellement du règlement relatif à la taxe sur les distributeurs automatiques de produits divers pour un terme de cinq ans expirant le 31 décembre 2006 ; Vu le règlement général de police ; Vu la situation financière de la commune ; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins, ARRETE : par appel nominal, à l'unanimité Article 1.- Il est établi, pour les exercices 2006 à 2010, une taxe annuelle sur les distributeurs automatiques de produits ou objets divers placés à l'extérieur des immeubles, qu'ils fassent ou non saillie sur la voie publique. Sont considérés comme distributeurs automatiques, les distributeurs qui contiennent une partie mécanique, électrique ou électronique servant à leur mise en marche, à leur fonctionnement ou à leur utilisation et dont le déclenchement est provoqué par l’introduction d’une pièce de monnaie, d’un jeton ou par tout autre moyen qui lui serait substitué. Article 2.- La taxe est fixée à 24,79 € par appareil. Article 3.- La taxe est due au 1er janvier, pour l'année entière, quelle que soit la date de placement de l'appareil. Il n’est accordé aucune remise ou restitution pour quelque cause que ce soit. Article 4.- La taxe est due par le détenteur du distributeur automatique. Si l'imposition ainsi établie s'avère irrécouvrable, elle sera mise à charge du propriétaire de l'immeuble sur lequel l'appareil aura été placé, qu'il le soit avec ou sans l'autorisation de celui-ci Article 5.-: Il ne sera réclamé aucune taxe pour les distributeurs automatiques de préservatifs. Article 6.-: L’administration fait parvenir au contribuable une formule de déclaration que celui-ci est tenu de renvoyer, dûment complétée, datée et signée avant l’échéance mentionnée. Les contribuables qui n’ont pas reçu de formulaire de déclaration sont tenus d’en réclamer un. Cette déclaration est valable jusqu’à révocation. En cas de modification de la base d’imposition, une nouvelle déclaration devra être faite dans les 10 jours. Le redevable est tenu de faciliter le contrôle éventuel de sa déclaration notamment en fournissant tous documents et renseignements qui lui seraient réclamés à cet effet. Article 7.- La non-déclaration dans les délais prévus ou la déclaration incorrecte, incomplète ou imprécise de la part du redevable entraîne l’enrôlement d’office de la taxe. En cas d’enrôlement d’office, la taxe qui est due est majorée d’un montant égal au double de celle-ci. Article 8.- Les rôles de la taxe sont arrêtés et rendus exécutoires par le Collège des Bourgmestre et Echevins au plus tard le 30 juin de l’année qui suit l’exercice d’imposition. Article 9. - La taxe est payable dans les deux mois de l’envoi de l’avertissement-extrait de rôle. A défaut de paiement dans ce délai, les sommes dues sont productives au profit de l’administration, de l’intérêt de retard calculé d’après les règles fixées par l’article 414 du Code des impôts sur les revenus de 1992. Article 10. - La taxe est recouvrée par le Receveur communal conformément aux règles établies pour la perception des impôts au profit de l’Etat. Article 11. - Le redevable peut introduire une réclamation auprès du Collège des Bourgmestre et Echevins qui agit en tant qu’autorité administrative. A peine de nullité, cette réclamation doit être introduite par écrit devant le Collège des Bourgmestre et Echevins. Elle doit être datée et signée par le réclamant ou par son représentant et mentionne les nom, qualité, adresse ou siège du redevable à charge duquel l’imposition est établie, l’objet de la réclamation et un exposé des faits et moyens. Les réclamations doivent être introduites sous peine de déchéance, dans un délai de trois mois, à partir de la date d’envoi de l’avertissement-extrait de rôle mentionnant le délai de réclamation ou de l’avis de cotisation ou de celle de la perception des taxes perçues autrement que par rôle. communaux; M. J. Bouvier, Secrétaire communal.

697

30.11.2005

DE GEMEENTERAAD Gelet op artikel 170, § 4 van de Grondwet; Gelet op de nieuwe gemeentewet namelijk de artikel 117,alinea 1 en artikel 118, alinea 1; Gelet op de wet van 24 december 1996, betreffende de vestiging en de invordering van de provinciale en lokale belastingen gewijzigd door de wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen; Gelet op het koninklijk besluit van 12 april 1999 tot bepaling van de procedure voor de Gouverneur of voor het College van Burgemeester en Schepenen inzake bezwaarschrift tegen een provincie- of gemeentebelasting ; Gelet op de beraadslaging van 11 december 2001 welke de hernieuwing van het reglement betreffende de belasting op de automatische verdeelapparaten van allerhande producten stemt, voor een termijn van 5 jaar, vervallend op 31 december 2006 ; Gelet op het algemeen politiereglement; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen, BESLUIT : bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen Artikel 1.- Voor de dienstjaren 2006 tot 2010, wordt een jaarlijkse belasting geheven op het plaatsen van automatische verdeelapparaten van allerhande producten, die buiten de gebouwen geplaatst zijn of ze al dan niet uitsprong vertonen op de openbare weg. Worden als automatische verdeelapparaten beschouwd, zij die voorzien zijn met een mechanische, elektrische of elektronische ingangstelling, dienstig tot hun werking of gebruik en die ingeschakeld worden door de inbreng van een geldstuk, muntstuk of gelijk welk vervangmiddel. Artikel 2.- De belasting is vastgesteld op 24,79 € per toestel. Artikel. 3.- De belasting is verschuldigd voor het ganse jaar, te rekenen vanaf de 1ste januari, welke ook de datum van de plaatsing van het toestel weze. Er wordt geen enkele korting noch terugbetaling toegestaan om gelijk welke redenen ook. Artikel. 4.- De belasting is verschuldigd door de houder van de automaat. Indien de aldus vastgestelde aanslag oninvorderbaar blijkt, wordt hij ten laste gebracht van de eigenaar van het gebouw waaraan het toestel geplaatst werd, ongeacht of hij al dan niet de toelating gegeven heeft. Artikel 5. - Vrijgesteld van elke belasting zijn de automatische verdeelapparaten van condomen. Artikel 6. - Het Gemeentebestuur zal aan de belastingplichtige een aangifte toesturen welke deze dient terug te zenden, ingevuld, gedateerd en getekend voor de vermelde vervaldag. De belastingplichtigen welke geen aangifte hebben ontvangen, dienen er een aan te vragen. De aangifte is geldig tot herroeping. In geval van wijziging van de basis der belastingaanslag, zal een nieuwe aangifte moeten worden ingediend binnen de 10 dagen. De belastingplichtige is ertoe gehouden bij te dragen tot het gemakkelijke nazicht van ondermeer zijn aangifte door alle elementen en documenten te verstrekken welke ten dien einde worden gevraagd. Artikel 7.- Het ontbreken van de aangifte binnen de voorziene termijnen, of de onjuiste, onvolledige of onduidelijke aangifte vanwege de belastingplichtige zal de aanslag van ambtshalve worden gevestigd. In geval van ambtshalve aanslag zal de verschuldigde belasting worden verhoogd met het dubbel van de aanslag. Artikel 8. - De kohieren van de belasting worden door het College van Burgemeester en Schepenen opgemaakt en uiterlijk op 30 juni van het jaar volgend op het aanslagjaar afgesloten en uitvoerbaar verklaard. Artikel 9. - De belasting is te betalen binnen de twee maanden na verzending van het aanslagbiljet. Bij gebrek aan betaling binnen de vastgestelde termijn zullen verwijlinteresten worden gevorderd, berekend volgens de bepalingen vastgelegd in artikel 414 van het Wetboek op de inkomstenbelastingen voor 1992 Artikel 10. - De belasting is door de Gemeenteontvanger ingevorderd volgens de regels vastgesteld voor het innen van belastingen ten voordele van de Staat. Artikel 11.- De belastingplichtige kan een bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen die als bestuursoverheid handelt. Om de ongeldigheid te vermijden, moet het bezwaarschrift schriftelijk ingediend worden bij het College van Burgemeester en Schepenen. Het bezwaar moet gedagtekend en ondertekend zijn door de eiser of zijn vertegenwoordiger, met vermelding van naam, hoedanigheid, adres of de zetel van de belastingplichtige waarvoor de belasting is vastgesteld, alsook het onderwerp van het bezwaar, het verslag van de feiten en de middelen.

698

30.11.2005 De bezwaren moeten ingediend worden, op straffe van verval, binnen de termijn van drie maanden vanaf de datum van de verzending van het aanslagbiljet of invorderingsbiljet of deze van de inning van belastingen die niet bij wege van kohieren worden geïnd.

EQUIPEMENT -=- UITRUSTING Contrôle -=- Controle Ordre du jour n°7 -=- Agenda nr 7 Fabrique d'église Saint-Albert - Modification budgétaire n°2 pour l'exercice 2005 - Avis favorable Kerkfabriek H.-Albertus - budgettaire wijziging nr 2 voor het dienstjaar 2005 - Gunstig advies DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen LE CONSEIL COMMUNAL Vu l’article 37 du décret impérial du 30 décembre 1809 concernant les fabriques d’églises modifié par l’ordonnance du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 19 février 2004 Vu la loi du 4 mars 1870 sur le temporel des cultes ; Vu les articles 117, 255 et 256 de la nouvelle loi communale ; Vu l’ordonnance du 18 juillet 2002 portant diverses réformes en vertu de la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant transfert de diverses compétences aux régions et communautés ; Vu la modification budgétaire n°2 pour l’exercice 2005 de la Fabrique d’Eglise Saint Albert Considérant que la cette modification a été arrêtée comme suit par l’administration fabricienne : Recettes Dépenses Excédent 90.498,48 € 90.498,48 € 0 Attendu que cette modification n° 2 a pour but d’adapter les prévisions initiales à l’évolution des dépenses enregistrées en cours d’exercice Attendu que cette modification budgétaire n’entraîne aucune majoration de l’intervention communale prévue initialement au budget 2005 DECIDE : par appel nominal, à l'unanimité d’aviser favorablement la modification budgétaire n°2 du Conseil de Fabrique d’Eglise Saint Albert du 24 octobre 2005 apportant un certain nombre de corrections au budget pour l’exercice 2005. DE GEMEENTERAAD Gelet op artikel 37 van het keizerlijk decreet dd. 30 december 1809 betreffende de kerkfabrieken gewijzigd per ordonnantie van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 19 februari 2004 Gelet op de wet van 4 maart 1870 op het tijdelijke der erediensten ; Gelet op artikelen 117, 255 en 256 van de nieuwe Gemeentewet ; Gelet op de ordonnantie van 18 juli 2002 houdende diverse hervormingen krachtens de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en de gemeenschappen ; Gelet op de begrotingswijziging nr 2 over het dienstjaar 2005 van de Kerkfabriek van de H. Albertus Gelet op de begrotingswijziging door het kerkbestuur als volgt vastgesteld werd : Ontvangsten Uitgaven Overschot 90.498,48 € 90.498,48 € 0 Overwegende dat deze wijziging nr 2 als doel hebben de oorspronkelijke vooruitzichten aan te passen aan de evolutie van de uitgaven gedaan gedurende het dienstjaar. Overwegende dat deze begrotingswijziging geen verhoging van de gemeentelijke tussenkomst met zich meebrengt oorspronkelijk voorzien in de begroting van het dienstjaar 2005

699

30.11.2005

BESLUIT : bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen een gunstig advies te verlenen aan de begrotingswijziging nr 2 van de Kerkraad van de H. Albertus van 24 oktober 2005 waarbij deze een aantal verbeteringen toebrengt aan de begroting voor het dienstjaar 2004

Ordre du jour n°8 -=- Agenda nr 8 Fabrique d'église Sainte-Alice - Budget pour l'exercice 2006 - Avis favorable Kerkfabriek H.-Alicius - Begroting voor het dienstjaar 2006 - Gunstig advies DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen LE CONSEIL COMMUNAL Vu l’article 37 du décret impérial du 30 décembre 1809 concernant les fabriques d’églises modifié par l’ordonnance du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 19 février 2004 Vu la loi du 4 mars 1870 sur le temporel des cultes ; Vu les articles 117, 255 et 256 de la nouvelle loi communale ; Vu l’ordonnance du 18 juillet 2002 portant diverses réformes en vertu de la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant transfert de diverses compétences aux régions et communautés ; Vu le budget de l’exercice 2006 de la Fabrique d’Eglise Sainte Alice, arrêté par le Conseil de Fabrique en séance du 22 septembre 2005 Considérant que cette administration fabricienne ne parvient pas à présenter son budget en équilibre qu’en y inscrivant une intervention communale ordinaire de 3.630,74 €. DECIDE : par appel nominal, à l'unanimité 1) d’aviser favorablement le budget de l’exercice 2006 de la Fabrique d’Eglise Sainte Alice tel qu’il a été dressé par le Conseil de Fabrique en séance du 22 septembre 2005 2) d’accorder à cette administration fabricienne un subside communal ordinaire de 3.630,74 € 3) d’imputer cette dépense à l’article 790/435EQ-01/12 du budget ordinaire de 2006 DE GEMEENTERAAD Gelet op artikel 37 van het keizerlijk decreet dd. 30 december 1809 betreffende de kerkfabrieken gewijzigd per ordonnantie van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 19 februari 2004 Gelet op de wet van 4 maart 1870 op het tijdelijke der erediensten ; Gelet op artikelen 117, 255 en 256 van de nieuwe Gemeentewet ; Gelet op de ordonnantie van 18 juli 2002 houdende diverse hervormingen krachtens de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en de gemeenschappen ; Gelet op de begroting van het dienstjaar 2006 van de Kerkfabriek van Sint Aleydis, vastgesteld door de Raad van de Kerkfabriek in zitting van 22 september 2005 Overwegende dat de administratie van deze kerkfabriek er enkel in slaagt om zijn begroting in evenwicht te brengen door een gewone gemeentelijke tussenkomst van 3.630,74 € in te schrijven. BESLUIT : bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen 1) een gunstig advies te verlenen aan de begroting van het dienstjaar 2006 van de Kerkfabriek Sint Aleydis zoals ze werd opgesteld door de Raad van de kerkfabriek in zitting van 22 september 2005 2) aan deze administratie van de kerkfabriek een gewone subsidie van 3.630,74 € toe te kennen, 3) deze uitgave te boeken op artikel 790/435EQ-01/12 van de gewone begroting van 2006

Ordre du jour n°9 -=- Agenda nr 9 Fabrique d'église Saint-Servais - Budget pour l'exercice 2006 - Avis favorable

700

30.11.2005

Kerkfabriek H.-Servatius - Begroting voor het dienstjaar 2006 - Gunstig advies DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen LE CONSEIL COMMUNAL Vu l’article 37 du décret impérial du 30 décembre 1809 concernant les fabriques d’églises modifié par l’ordonnance du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 19 février 2004 Vu la loi du 4 mars 1870 sur le temporel des cultes ; Vu les articles 117, 255 et 256 de la nouvelle loi communale ; Vu l’ordonnance du 18 juillet 2002 portant diverses réformes en vertu de la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant transfert de diverses compétences aux régions et communautés ; Vu le budget de l’exercice 2006 de la Fabrique d’Eglise Saint Servais, arrêté par le Conseil de Fabrique en séance du 23 septembre 2005 Considérant que cette administration fabricienne ne parvient pas à présenter son budget en équilibre qu’en y inscrivant une intervention communale ordinaire de 11.966,35 €. DECIDE : par appel nominal, à l'unanimité 1) d’aviser favorablement le budget de l’exercice 2006 de la Fabrique d’Eglise Saint Servais tel qu’il a été dressé par le Conseil de Fabrique en séance du 23 septembre 2005 2) d’accorder à cette administration fabricienne un subside communal ordinaire de 11.966,35 € 3) d’imputer cette dépense à l’article 790/435EQ-01/12 du budget ordinaire de 2006 DE GEMEENTERAAD Gelet op artikel 37 van het keizerlijk decreet dd. 30 december 1809 betreffende de kerkfabrieken gewijzigd per ordonnantie van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 19 februari 2004 Gelet op de wet van 4 maart 1870 op het tijdelijke der erediensten ; Gelet op artikelen 117, 255 en 256 van de nieuwe Gemeentewet ; Gelet op de ordonnantie van 18 juli 2002 houdende diverse hervormingen krachtens de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en de gemeenschappen ; Gelet op de begroting van het dienstjaar 2006 van de Kerkfabriek van Sint-Servatius, vastgesteld door de Raad van de Kerkfabriek in zitting van 23 september 2005 Overwegende dat de administratie van deze kerkfabriek er enkel in slaagt om zijn begroting in evenwicht te brengen door een gewone gemeentelijke tussenkomst van 11.966,35 € in te schrijven. BESLUIT : bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen 1) een gunstig advies te verlenen aan de begroting van het dienstjaar 2006 van de Kerkfabriek SintServatius zoals ze werd opgesteld door de Raad van de kerkfabriek in zitting van 23 september 2005 2) aan deze administratie van de kerkfabriek een gewone subsidie van 11.966,35 € toe te kennen, 3) deze uitgave te boeken op artikel 790/435EQ-01/12 van de gewone begroting van 2006

ORdre du jour n°10 -=- Agenda nr 10 Fabrique d'église Sainte-Suzanne - Budget pour l'exercice 2006 - Avis favorable Kerkfabriek H.-Suzanna - Begroting voor het dienstjaar 2006 - Gunstig advies DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen LE CONSEIL COMMUNAL Vu le décret impérial du 30 décembre 1809, modifié par l’ordonnance du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 19 février 2004

701

30.11.2005 Vu la loi du 4 mars 1870 sur le temporel des cultes ; Vu les articles 117, 255 et 256 de la nouvelle loi communale ; Vu l’ordonnance du 18 juillet 2002 portant diverses réformes en vertu de la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant transfert de diverses compétences aux régions et communautés ; Vu le budget pour l’exercice 2006 de la Fabrique d’Eglise de la Sainte Suzanne ; Vu l’arrêté du 27 mars 2003 du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale relatif au classement de l’Eglise Sainte Suzanne Vu l’arrêté du 30 avril 2003 du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale fixant les conditions d’octroi d’une subvention pour des travaux de conservation relatif à un bien classé Considérant que l’état de l’édifice nécessite d’importants travaux de rénovation Considérant que la Fabrique d’Eglise Sainte Suzanne souhaite que la maîtrise d’ouvrage puisse être reprise par la Commune. Considérant que cette dépense doit être financée par des subsides extraordinaires régionaux (80%) et communaux (20%) qui seront sollicités lors de la prochaine modification budgétaire 2006 DECIDE : par appel nominal, à l'unanimité 1° d’aviser favorablement le budget pour l’exercice 2006 de la Fabrique d’Eglise Sainte Suzanne tel qu’il a été dressé par le Conseil de Fabrique en sa séance du 31 octobre 2005 2° d’allouer respectivement à cette administration fabricienne un subside extraordinaire de 20.000 €, à liquider exclusivement sur production de factures 3° d’imputer cette dépense à l’article 790/635EQ51/12 du budget 2006 DE GEMEENTERAAD Gelet op het keizerlijk decreet dd. 30 december 1809, gewijzigd per ordonnantie van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 19 februari 2004 Gelet op de wet van 4 maart 1870 op het tijdelijke der erediensten ; Gelet op artikelen 117, 255 en 256 van de nieuwe Gemeentewet ; Gelet op de ordonnantie van 18 juli 2002 houdende diverse hervormingen krachtens de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en de gemeenschappen ; Gelet op de begroting voor het dienstjaar 2006 van de Kerkfabriek van de H. Suzanna; Gelet op het besluit van 27 maart 2003 van de Brusselse Hoofdstedelijk Regering betreffende de bescherming van de kerk van de Heilige Suzanna Gelet op het besluit van 30 april 2003 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de voorwaarden voor het toekennen van een subsidie voor werken tot behoud van een beschermd goed, Overwegende dat de staat van het gebouw belangrijke herstellingswerken vergt Overwegende dat de Kerkfabriek van de Heilige Suzanna wenst dat het meesterwerk door de Gemeente wordt overgenomen, Overwegende dat dringende maatregelen dienen genomen te worden om de bewaring van de glasramen te verzekeren. Overwegende dat deze uitgave door gewestelijke (80%) en gemeentelijke (20%) buitengewone toelagen dient gefinancierd te worden die bij de volgende begrotingswijziging zullen aangevraagd worden. BESLUIT : bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen 1° een gunstig advies te verlenen aan de begroting voor het dienstjaar 2006 van de kerkfabriek van de H. Suzanna zoals ze werd opgesteld door de Raad van de kerkfabriek in zitting van 31 oktober 2005. 2° respectievelijk aan dit kerkbestuur een buitengewone toelage van 20.000 € slechts uit te keren na afgifte van de facturen 3° deze uitgave te boeken op artikel 790/435EQ51/12 van de begroting van 2006

Ordre du jour n°11 -=- Agenda nr 11 Fabrique d'église Sainte-Elisabeth - Budget pour l'exercice 2006 - Avis favorable Kerkfabriek H.-Elisabeth - Begroting voor het dienstjaar 2006 - Gunstig advies

702

30.11.2005

DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen LE CONSEIL COMMUNAL Vu l’article 37 du décret impérial du 30 décembre 1809 concernant les fabriques d’églises modifié par l’ordonnance du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 19 février 2004 Vu la loi du 4 mars 1870 sur le temporel des cultes ; Vu les articles 117, 255 et 256 de la nouvelle loi communale ; Vu l’ordonnance du 18 juillet 2002 portant diverses réformes en vertu de la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant transfert de diverses compétences aux régions et communautés ; Vu le budget de l’exercice 2006 de la Fabrique d’Eglise Sainte Elisabeth, arrêté par le Conseil de Fabrique en séance du 08 novembre 2005 Considérant que cette administration fabricienne ne parvient pas à présenter son budget en équilibre qu’en y inscrivant une intervention communale ordinaire de 7.710,15 € calculé sur base de la population schaerbeekoise du territoire de la paroisse DECIDE : à l'unanimité 1) d’aviser favorablement le budget de l’exercice 2006 de la Fabrique d’Eglise Sainte Elisabeth tel qu’il a été dressé par le Conseil de Fabrique en séance du 08 novembre 2005 2) d’accorder à cette administration fabricienne un subside communal ordinaire de 7.710,15 €, calculé sur base de la population schaerbeekoise du territoire de la paroisse 3) d’imputer cette dépense à l’article 790/435EQ-01/12 DE GEMEENTERAAD Gelet op artikel 37 van het keizerlijk decreet dd. 30 december 1809 betreffende de kerkfabrieken gewijzigd per ordonnantie van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 19 februari 2004 Gelet op de wet van 4 maart 1870 op het tijdelijke der erediensten ; Gelet op artikelen 117, 255 en 256 van de nieuwe Gemeentewet ; Gelet op de ordonnantie van 18 juli 2002 houdende diverse hervormingen krachtens de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en de gemeenschappen ; Gelet op de begroting van het dienstjaar 2006 van de Kerkfabriek van Sint Elisabeth, vastgesteld door de Raad van de Kerkfabriek in zitting van 08 november 2005 Overwegende dat de administratie van deze kerkfabriek er enkel in slaagt om zijn begroting in evenwicht te brengen door een gewone gemeentelijke tussenkomst van 7.710,15 €, in te schrijven, berekend op basis van de schaarbeekse bevolking op het grondgebied van de parochie. BESLUIT : bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen 1) een gunstig advies te verlenen aan de begroting van het dienstjaar 2006 van de Kerkfabriek van Sint Elisabeth zoals ze werd opgesteld door de Raad van de kerkfabriek in zitting van 08 november 2005 2) aan deze administratie van de kerkfabriek een gewone subsidie van 7.710,15 € toe te kennen berekend op basis van de schaarbeekse bevolking op het grondgebied van de parochie 3) deze uitgave te boeken op artikel 790/435EQ-01/12

Ordre du jour n°12 -=- Agenda nr 12 Fabrique d'église Sainte-Elisabeth - Compte pour l'exercice 2004 - Avis favorable Kerkfabriek H.-Elisabeth - Rekening voor het dienstjaar 2004 - Gunstig advies DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen

703

30.11.2005

LE CONSEIL COMMUNAL Vu le décret impérial du 30 décembre 1809, modifié par l’ordonnance du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 19 février 2004, Vu la loi du 4 mars 1870 sur le temporel des cultes ; Vu les articles 117, 255 et 256 de la nouvelle loi communale ; Vu l’ordonnance du 18 juillet 2002 portant diverses réformes en vertu de la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant transfert de diverses compétences aux régions et communautés ; Vu le compte de l’exercice 2004 de la Fabrique d’Eglise de Sainte Elisabeth, Attendu que ce compte a été arrêté comme suit par l'administration fabricienne en sa séance du 07 septembre 2005, Recettes Dépenses Mali 27.687,08 € 27.887,27 € 200,19 € Attendu que ce document ne donne pas lieu à des observations DECIDE : par appel nominal, à l'unanimité d’aviser favorablement le compte de l’exercice 2004 de la Fabrique d’Eglise de Sainte Elisabeth. DE GEMEENTERAAD Gelet op het keizerlijk decreet van 30 december 1809, gewijzigd per ordonnantie van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 19 februari 2004, Gelet op de wet van 4 maart 1870 op het tijdelijke der erediensten ; Gelet op artikelen 117, 255 en 256 van de nieuwe Gemeentewet ; Gelet op de ordonnantie van 18 juli 2002 houdende diverse hervormingen krachtens de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en de gemeenschappen ; Gelet op de rekening over het dienstjaar 2004 van de Kerkfabriek van de Sint Elisabethkerk Overwegende dat deze rekening als volgt door het kerkbestuur werd vastgesteld in zitting van 07 september 2005 Ontvangsten Uitgaven Tekort 27.687,08 € 27.887,27 € 200,19 € Overwegende dat dit document geen aanleiding geeft tot aanmerkingen BESLUIT : bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen een gunstig advies te verlenen aan de rekening over het dienstjaar 2004 van de Kerkfabriek van Sint Elisabethkerk.

Ordre du journ°13 -=- Agenda nr 13 Fabrique d'église de la Sainte-Famille - Modification budgétaire pour l'exercice 2005 - Avis favorable Kerkfabriek van de Heilige Famillie - Budgettaire wijziging voor het dienstjaar 2005 - Gunstig advies DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen LE CONSEIL COMMUNAL Vu l’article 37 du décret impérial du 30 décembre 1809 concernant les fabriques d’églises modifié par l’ordonnance du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 19 février 2004 Vu la loi du 4 mars 1870 sur le temporel des cultes ; Vu les articles 117, 255 et 256 de la nouvelle loi communale ; Vu l’ordonnance du 18 juillet 2002 portant diverses réformes en vertu de la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant transfert de diverses compétences aux régions et communautés ; Vu la modification budgétaire pour l’exercice 2005 de la Fabrique d’Eglise Sainte Famille

704

30.11.2005

Considérant que ce document a été arrêté comme suit par l’administration fabricienne : Recettes Dépenses Excédent 81.388,42 € 81.388,42 € 0 Attendu que ces modifications ont pour but d’adapter les prévisions initiales à l’évolution des dépenses enregistrées en cours d’exercice Attendu qu'aucune intervention communale n'est sollicitée par la Fabrique d’Eglise DECIDE : par appel nominal, à l'unanimité d’aviser favorablement la délibération du Conseil de Fabrique d’Eglise Sainte Famille du 30 septembre 2005 apportant un certain nombre de modifications à son budget pour l’exercice 2005. DE GEMEENTERAAD Gelet op artikel 37 van het keizerlijk decreet dd. 30 december 1809 betreffende de kerkfabrieken gewijzigd per ordonnantie van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 19 februari 2004 Gelet op de wet van 4 maart 1870 op het tijdelijke der erediensten ; Gelet op artikelen 117, 255 en 256 van de nieuwe Gemeentewet ; Gelet op de ordonnantie van 18 juli 2002 houdende diverse hervormingen krachtens de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en de gemeenschappen ; Gelet op de begrotingswijziging over het dienstjaar 2005 van de Kerkfabriek van de Heilige Familie Gelet op dit document door het kerkbestuur als volgt vastgesteld werd : Ontvangsten Uitgaven Overschot 81.388,42 € 81.388,42 € 0 Overwegende dat deze wijzigingen als doel hebben de oorspronkelijke vooruitzichten aan te passen aan de evolutie van de uitgaven gedaan gedurende het dienstjaar. Overwegende dat geen enkele gemeentelijke tussenkomst door de Kerkfabriek gevraagd wordt; BESLUIT : bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen een gunstig advies te verlenen aan de beraadslaging van de Kerkraad van de Heilige Familie van 30 september 2005 waarbij deze een aantal wijzigingen toebrengt aan zijn begroting voor het dienstjaar 2005

Ordre du jour n° 14 -=- Agenda nr 14 Fabrique d'église de la Sainte-Famille - Budget pour l'exercice 2006 - Avis favorable Kerkfabriek van de Heilige Famillie - Begroting voor het dienstjaar 2006 - Gunstig advies DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen LE CONSEIL COMMUNAL Vu le décret impérial du 30 décembre 1809, modifié par l’ordonnance du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 19 février 2004 Vu la loi du 4 mars 1870 sur le temporel des cultes ; Vu les articles 117, 255 et 256 de la nouvelle loi communale ; Vu l’ordonnance du 18 juillet 2002 portant diverses réformes en vertu de la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant transfert de diverses compétences aux régions et communautés ; Vu le budget pour l’exercice 2006 de la Fabrique d’Eglise de la Sainte-Famille ; Considérant que ce document a été arrêté comme suit par l’administration fabricienne : Recettes Dépenses Excédent 31.663,78 € 31.663,78 € 0 Considérant qu'aucune intervention communale n'est sollicitée par cette administration fabricienne,

705

30.11.2005

DECIDE : par appel nominal, à l'unanimité d’aviser favorablement le budget pour l’exercice 2006 de la Fabrique d’Eglise de la Sainte-Famille tel qu’il a été dressé par le Conseil de Fabrique en sa séance du 10 août 2005 DE GEMEENTERAAD Gelet op het keizerlijk decreet dd. 30 december 1809, gewijzigd per ordonnantie van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 19 februari 2004 Gelet op de wet van 4 maart 1870 op het tijdelijke der erediensten ; Gelet op artikelen 117, 255 en 256 van de nieuwe Gemeentewet ; Gelet op de ordonnantie van 18 juli 2002 houdende diverse hervormingen krachtens de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en de gemeenschappen ; Gelet op de begroting voor het dienstjaar 2006 van de Kerkfabriek van de H. Familie ; Overwegende dat dit document door het kerkbestuur als volgt vastgesteld werd : Ontvangsten Uitgaven Overschot 31.663,78 € 31.663,78 € 0 Overwegende dat geen enkele gemeentelijke tussenkomst door de Kerkfabriek gevraagd wordt; BESLUIT : bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen een gunstig advies te verlenen aan de begroting voor het dienstjaar 2006 van de kerkfabriek van de H. Familie zoals ze werd opgesteld door de Raad van de kerkfabriek in zitting van 10 augustus 2005

Ordre du jour n° 15 -=- Agenda nr 15 Fabrique d'église Sainte Thérèse d'Avilla - Modification budgétaire pour l'exercice 2005 - Avis favorable Kerkfabriek H.-Theresia van Avilla - Budgettaire wijziging voor het dienstjaar 2005 - Gunstig advies DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen

LE CONSEIL COMMUNAL Vu l’article 37 du décret impérial du 30 décembre 1809 concernant les fabriques d’églises, modifié par l’ordonnance du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 19 février 2004. Vu la loi du 4 mars 1870 sur le temporel des cultes ; Vu les articles 117, 255 et 256 de la nouvelle loi communale ; Vu l’ordonnance du 18 juillet 2002 portant diverses réformes en vertu de la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant transfert de diverses compétences aux régions et communautés ; Vu la modification budgétaire pour l’exercice 2005 de la Fabrique d’Eglise Sainte Thérèse d’Avila Considérant que ce document a été arrêté comme suit par l’administration fabricienne : Recettes Dépenses Excédent 54.833,63 € 54.833,63 € 0 Attendu que ces modifications budgétaires ont pour but d’adapter les prévisions initiales à l’évolution des dépenses enregistrées en cours d’exercice. Attendu qu’aucune intervention communale n’est sollicitée par la Fabrique d’Eglise DECIDE : par appel nominal, à l'unanimité d’aviser favorablement la délibération du Conseil de Fabrique d’Eglise Sainte Thérèse d’Avila du 17 octobre 2005 apportant un certain nombre de modifications à son budget pour l’exercice 2005.

706

30.11.2005

DE GEMEENTERAAD Gelet op artikel 37 van het keizerlijk decreet dd. 30 december 1809 betreffende de kerkfabrieken gewijzigd per ordonnantie van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 19 februari 2004 Gelet op de wet van 4 maart 1870 op het tijdelijke der erediensten ; Gelet op artikelen 117, 255 en 256 van de nieuwe Gemeentewet ; Gelet op de ordonnantie van 18 juli 2002 houdende diverse hervormingen krachtens de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en de gemeenschappen ; Gelet op de begrotingswijziging over het dienstjaar 2005 van de Kerkfabriek van Sint Theresia van Avila Gelet op dit document door het kerkbestuur als volgt vastgesteld werd : Ontvangsten Uitgaven Overschot 54.833,63 € 54.833,63 € 0 Overwegende dat deze wijzigingen als doel hebben de oorspronkelijke vooruitzichten aan te passen aan de evolutie van de uitgaven gedaan gedurende het dienstjaar. Overwegende dat geen enkele gemeentelijke tussenkomst door de Kerkfabriek gevraagd wordt. BESLUIT : bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen een gunstig advies te verlenen aan de beraadslaging van de Kerkraad van Sint Theresia van Avila van 17 oktober 2005 waarbij deze een aantal wijzigingen toebrengt aan zijn begroting voor het dienstjaar 2005.

Ordre du jour n° 16 -=- Agenda nr 16 Fabrique d'église Sainte Thérèse d'Avilla - Budget 2006 - Avis favorable Kerkfabriek H.-Theresia van Avilla - Begroting 2006 - Gunstig advies DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen LE CONSEIL COMMUNAL Vu le décret impérial du 30 décembre 1809, modifié par l’ordonnance du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 19 février 2004 Vu la loi du 4 mars 1870 sur le temporel des cultes ; Vu les articles 117, 255 et 256 de la nouvelle loi communale ; Vu l’ordonnance du 18 juillet 2002 portant diverses réformes en vertu de la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant transfert de diverses compétences aux régions et communautés ; Vu le budget pour l’exercice 2006 de la Fabrique d’Eglise Sainte Thérèse d’Avilla; Considérant que ce document a été arrêté comme suit par l’administration fabricienne : Recettes Dépenses Excédent 23.620,16 € 23.620,16 € 0 Considérant qu'aucune intervention communale n'est sollicitée par cette administration fabricienne, DECIDE : par appel nominal, à l'unanimité d’aviser favorablement le budget pour l’exercice 2006 de la Fabrique d’Eglise Sainte Thérèse d’Avilla tel qu’il a été dressé par le Conseil de Fabrique en sa séance du 02 mai 2005 DE GEMEENTERAAD Gelet op het keizerlijk decreet dd. 30 december 1809, gewijzigd per ordonnantie van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 19 februari 2004 Gelet op de wet van 4 maart 1870 op het tijdelijke der erediensten ; Gelet op artikelen 117, 255 en 256 van de nieuwe Gemeentewet ;

707

30.11.2005 Gelet op de ordonnantie van 18 juli 2002 houdende diverse hervormingen krachtens de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en de gemeenschappen ; Gelet op de begroting voor het dienstjaar 2006 van de Kerkfabriek van de Heilige Theresia van Avilla; Overwegende dat dit document door het kerkbestuur als volgt vastgesteld werd : Ontvangsten Uitgaven Overschot 23.620,16 € 23.620,16 € 0 Overwegende dat geen enkele gemeentelijke tussenkomst door de Kerkfabriek gevraagd wordt; BESLUIT : bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen een gunstig advies te verlenen aan de begroting voor het dienstjaar 2006 van de kerkfabriek van de Heilige Theresia van Avilla zoals ze werd opgesteld door de Raad van de kerkfabriek in zitting van 02 mei 2005.

Achats -=- Aankopen Ordre du jour n° 17 -=- Agenda nr17 Instruction publique - Enseignement secondaire - Acquisition du logiciel "PROECO" de gestion administrative des écoles - - Ratification de la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins arrêtant le mode de passation et fixant les conditions du marché Openbaar onderwijs - Secundair onderwijs - Aankoop van "PROECO"-software voor het administratief beheer van de scholen - - Bekrachtiging van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen die de wijze van gunnen en de opdrachtvoorwaarden vaststelt AVIS DE LA COMMISSION ACHATS -=- ADVIES VAN DE COMMISSIE AANKOPEN Pas de remarques -=- Geen opmerkingen *** DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen LE CONSEIL COMMUNAL Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale ; Vu la loi du 24 décembre 1993 - notamment son article 17 § 2, 1 a) - relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services ; Vu l’arrêté royal du 8 janvier 1996 – notamment son article 122 - relatif aux marchés publics de travaux, de fournitures et de services et aux concessions de travaux publics ; Vu l'arrêté royal du 26 septembre 1996 – notamment son article 3 § 3 - établissant les règles générales d’exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics ; Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale ; Vu l'ordonnance du 17 juillet 2003 de la Région de Bruxelles-Capitale modifiant la nouvelle loi communale, en particulier son article 234 : Désormais le Collège est compétant pour approuver le mode de passation et fixer les conditions des marchés traités par procédure négociée en application de l'article 17 § 2, 1 a) de la loi du 24 décembre 1993 précitée (marchés inférieurs à 67.000 € HTVA) lorsque la dépense doit être imputée au budget extraordinaire. Dans ce cas le Conseil communal doit ratifier cette décision lors de sa prochaine séance ; Vu la nécessité d’acquérir un logiciel PROECO de gestion des données administratives des écoles secondaires ; Vu la décision du 25 octobre 2005 du Collège des Bourgmestre et Echevins approuvant le mode de passation et les conditions du marché ; Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits au budget extraordinaire pour 2005 ; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins ; RATIFIE : par appel nominal, à l'unanimité La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 25 octobre 2005 de passer un marché par procédure négociée sans publicité, constaté sur simple facture acceptée, ayant pour objet

708

30.11.2005 l'acquisition, auprès de la firme INFODIDAC, d’un logiciel PROECO, pour un montant de 6.638,12 € (TVAI) à imputer à l'article 735/742-EQ-53/14 du budget extraordinaire et à financer par emprunt. DE GEMEENTERAAD Gelet op artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet ; Gelet op de wet van 24 december 1993 - in het bijzonder op artikel 17§2,1a) - betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 – in het bijzonder artikel 122 - betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en de concessies voor openbare werken ; Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 – in het bijzonder artikel 3 § 3 - tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken ; Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ; Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die de gemeentewet wijzigt, in het bijzonder artikel 234 : vanaf nu is het Kollege bevoegd om de gunningswijze en de voorwaarden vast te stellen voor opdrachten bij onderhandelingsprocedure in toepassing van artikel 17 § 2, 1 a) van de voornoemde wet van 24 december 1993 (opdrachten lager dan 67.000 € ZBTW) wanneer de uitgave moet geboekt worden op de buitengewone begroting. In dit geval moet de gemeenteraad deze beslissing bekrachtigen in zijn volgende zitting ; Gelet op de noodwendigheid om een programma PROECO aan te kopen voor het beheer van de administratieve gegevens van de middelbare scholen ; Gelet op de beslissing van 25 oktober 2005 van het College van Burgemeester en Schepenen die de gunningswijze en de voorwaarden van de opdracht goedkeurt ; Overwegende dat de nodige kredieten ingeschreven werden op de buitengewone begroting van 2005; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen; BEKRACHTIGT : bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 25 oktober 2005 om een opdracht te gunnen bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, vastgesteld met aangenomen factuur, met als voorwerp de aankoop van een programma PROECO, bij de firma INFODIDAC, voor een bedrag van 6.638,12 € (BTWI) te boeken op artikel 735/742-EQ-53/14 en te financieren met een lening.

Ordre du jour n° 18 -=- Agenda nr 18 Réalisation et fourniture d'un buste de l'ancien Bourgmestre Francis Duriau - Ratification de la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins arrêtant le mode de passation et fixant les conditions du marché Verwezenlijking en leveren van een borstbeeld van de oud-burgemeester Francis Duriau Bekrachtiging van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen die de wijze van gunnen en de opdrachtvoorwaarden vaststelt AVIS DE LA COMMISSION ACHATS -=- ADVIES VAN DE COMMISSIE AANKOPEN Pas de remarques -=- Geen opmerkingen *** DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen LE CONSEIL COMMUNAL Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale ; Vu la loi du 24 décembre 1993 - notamment son article 17 § 2, 1 a) - relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services ;

709

30.11.2005 Vu l’arrêté royal du 8 janvier 1996 relatif aux marchés publics de travaux, de fournitures et de services et aux concessions de travaux publics ; Vu l'arrêté royal du 26 septembre 1996 établissant les règles générales d’exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics ; Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale ; Vu l'ordonnance du 17 juillet 2003 de la Région de Bruxelles-Capitale modifiant la nouvelle loi communale, en particulier son article 234 : Désormais le Collège est compétant pour approuver le mode de passation et fixer les conditions des marchés traités par procédure négociée en application de l'article 17 § 2, 1 a) de la loi du 24 décembre 1993 précitée (marchés inférieurs à 67.000 € HTVA) lorsque la dépense doit être imputée au budget extraordinaire. Dans ce cas le Conseil communal doit ratifier cette décision lors de sa prochaine séance ; Vu la décision du 25 octobre 2005, du Collège des Bourgmestre et Echevins approuvant le mode de passation et les conditions d'un marché ayant pour objet la réalisation et la fourniture d’un buste en marbre ou en bronze de l’ancien bourgmestre M. Francis Duriau afin de compléter la série de bustes des anciens bourgmestres dans le hall des Pas Perdus de l’Hôtel communal ; Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits à cet effet au budget extraordinaire pour 2005 ; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins ; RATIFIE : à l'unanimité, Monsieur Duriau ne participant pas au vote La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 25 octobre 2005 approuvant le mode de passation (procédure négociée sans publicité) et les conditions d'un marché ayant pour objet la réalisation et la fourniture d’un buste en marbre ou en bronze de l’ancien bourgmestre M. Francis Duriau. La dépense, estimée à 20.000 € (TVAI), sera imputée à l’article 774/749-SS-51/75 du budget extraordinaire et financée par emprunt. DE GEMEENTERAAD Gelet op artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op de wet van 24 december 1993 - in het bijzonder op artikel 17§2,1a) - betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en de concessies voor openbare werken ; Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken ; Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ; Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die de gemeentewet wijzigt, in het bijzonder artikel 234 : vanaf nu is het Kollege bevoegd om de gunningswijze en de voorwaarden vast te stellen voor opdrachten bij onderhandelingsprocedure in toepassing van artikel 17 § 2, 1 a) van de voornoemde wet van 24 december 1993 (opdrachten lager dan 67.000 € ZBTW) wanneer de uitgave moet geboekt worden op de buitengewone begroting. In dit geval moet de gemeenteraad deze beslissing bekrachtigen in zijn volgende zitting; Gelet op de beslissing van 25 oktober 2005 van het College van Burgemeester en Schepenen die de gunningswijze en de voorwaarden van de opdracht goedkeurt met als voorwerp het uitvoeren en leveren van een marmeren of een bronzen borstbeeld van de vorige burgemeester M. Francis Duriau teneinde de reeks van borstbeelden van de vorige burgemeesters te vervolledigen in de marmeren zaal van het Gemeentehuis; Overwegende dat de nodige kredieten hiervoor zijn ingeschreven op de buitengewone begroting van 2005; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen; BEKRACHTIGT : bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen, zonder dat de h. Duriau deelneemt aan de stemming, De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 25 oktober 2005 die de gunningswijze (onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking) en de voorwaarden van de opdracht goedkeurt met als voorwerp het uitvoeren en leveren van een marmeren of een bronzen borstbeeld van de vorige burgemeester M. Francis Duriau. De uitgave, geschat op 20.000 € (BTWI), zal geboekt worden op artikel 774/749-SS-51/75, van de buitengewone begroting en gefinancierd met een lening.

710

30.11.2005

Ordre du jour n° 19 -=- Agenda nr 19 Bibliothèque publique communale néerlandophone - Acquisition de 5 P.C.'s - Ratification de la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins arrêtant le mode de passation et fixant les conditions du marché Nederlandstalige openbare bibliotheek - Aankoop van 5 P.C.'s - Bekrachtiging van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen die de wijze van gunnen en de opdrachtvoorwaarden vaststelt AVIS DE LA COMMISSION ACHATS -=- ADVIES VAN DE COMMISSIE AANKOPEN Pas de remarques -=- Geen opmerkingen *** DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen LE CONSEIL COMMUNAL Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale ; Vu la loi du 24 décembre 1993 - notamment son article 17 § 2, 1 a) et f)- relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services ; Vu l’arrêté royal du 8 janvier 1996 relatif aux marchés publics de travaux, de fournitures et de services et aux concessions de travaux publics ; Vu l'arrêté royal du 26 septembre 1996 établissant les règles générales d’exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics ; Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale ; Vu l'ordonnance du 17 juillet 2003 de la Région de Bruxelles-Capitale modifiant la nouvelle loi communale, en particulier son article 234 : Désormais le Collège est compétant pour approuver le mode de passation et fixer les conditions des marchés traités par procédure négociée en application de l'article 17 § 2, 1 a) de la loi du 24 décembre 1993 précitée (marchés inférieurs à 67.000 € HTVA) lorsque la dépense doit être imputée au budget extraordinaire. Dans ce cas le Conseil communal doit ratifier cette décision lors de sa prochaine séance ; Vu la nécessité d’acquérir 5 PC pour la bibliothèque communale néerlandophone en remplacement des PC hors d’usage ; Vu la décision du 08 novembre 2005 du Collège des Bourgmestre et Echevins approuvant le mode de passation et les conditions du marché ; Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits au budget extraordinaire pour 2005 ; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins ; RATIFIE : par appel nominal, à l'unanimité La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 08 novembre 2005 de passer un marché par procédure négociée sans publicité, ayant pour objet l'acquisition, auprès de la firme GEAC, de 5 PC, pour un montant de 8.909,11 € (TVAI) à imputer à l'article 767/742-EQ-53/14 du budget extraordinaire et à financer par emprunt. DE GEMEENTERAAD Gelet op artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet ; Gelet op de wet van 24 december 1993 - in het bijzonder op artikel 17§2,1 a) en f) - betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 - betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en de concessies voor openbare werken ; Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken ; Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ;

711

30.11.2005 Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die de gemeentewet wijzigt, in het bijzonder artikel 234 : vanaf nu is het Kollege bevoegd om de gunningswijze en de voorwaarden vast te stellen voor opdrachten bij onderhandelingsprocedure in toepassing van artikel 17 § 2, 1 a) van de voornoemde wet van 24 december 1993 (opdrachten lager dan 67.000 € ZBTW) wanneer de uitgave moet geboekt worden op de buitengewone begroting. In dit geval moet de gemeenteraad deze beslissing bekrachtigen in zijn volgende zitting ; Gelet op de noodwendigheid om 5 Pc’s aan te kopen voor de Nederlandstalige gemeentelijke Bibliotheek ter vervanging van deze die buiten gebruik zijn ; Gelet op de beslissing van 08 november 2005 van het College van Burgemeester en Schepenen die de gunningswijze en de voorwaarden van de opdracht goedkeurt ; Overwegende dat de nodige kredieten ingeschreven werden op de buitengewone begroting van 2005; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen; BEKRACHTIGT : bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 08 november 2005 om een opdracht te gunnen bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, met als voorwerp de aankoop van 5 PC’s, bij de firma GEAC, voor een bedrag van 8.909,11 € (BTWI) te boeken op artikel 767/742-EQ-53/14 en te financieren met een lening.

Ordre du jour n°20 -=- Agenda nr 20 Informatique - Acquisition d'un logiciel de gestion des taxes et redevances - Ratification de la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins arrêtant le mode de passation et fixant les conditions du marché Informatica - Aankoop van software voor het beheren van de belastingen en de bijdragen Bekrachtiging van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen die de wijze van gunnen en de opdrachtvoorwaarden vaststelt AVIS DE LA COMMISSION ACHATS -=- ADVIES VAN DE COMMISSIE AANKOPEN Pas de remarques -=- Geen opmerkingen *** DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen LE CONSEIL COMMUNAL Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale ; Vu la loi du 24 décembre 1993 - notamment son article 17 § 2, 1 a) - relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services ; Vu l’arrêté royal du 8 janvier 1996 relatif aux marchés publics de travaux, de fournitures et de services et aux concessions de travaux publics ; Vu l'arrêté royal du 26 septembre 1996 établissant les règles générales d’exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics ; Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale ; Vu l'ordonnance du 17 juillet 2003 de la Région de Bruxelles-Capitale modifiant la nouvelle loi communale, en particulier son article 234 : Désormais le Collège est compétant pour approuver le mode de passation et fixer les conditions des marchés traités par procédure négociée en application de l'article 17 § 2, 1 a) de la loi du 24 décembre 1993 précitée (marchés inférieurs à 67.000 € HTVA) lorsque la dépense doit être imputée au budget extraordinaire. Dans ce cas le Conseil communal doit ratifier cette décision lors de sa prochaine séance ; Vu la décision du 08 novembre 2005, du Collège des Bourgmestre et Echevins approuvant le mode de passation et les conditions d'un marché ayant pour objet l’acquisition d’un nouveau logiciel de gestion des services Taxes et Redevances tel que décrit dans le cahier spécial des charges 05/090 ;

712

30.11.2005 Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits à cet effet au budget extraordinaire pour 2005 ; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins ; RATIFIE : par appel nominal, à l'unanimité La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 08 novembre 2005 approuvant le mode de passation (procédure négociée sans publicité) et les conditions d'un marché ayant pour objet l’acquisition d’un nouveau logiciel de gestion des services Taxes et Redevances tel que décrit dans le cahier spécial des charges 05/090. La dépense, estimée à 58.000 € (TVAI), sera imputée à l’article 104/742-DS-53/26 budget extraordinaire et financée par emprunt. DE GEMEENTERAAD Gelet op artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op de wet van 24 december 1993 - in het bijzonder op artikel 17§2,1a) - betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en de concessies voor openbare werken ; Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken ; Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ; Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die de gemeentewet wijzigt, in het bijzonder artikel 234 : vanaf nu is het Kollege bevoegd om de gunningswijze en de voorwaarden vast te stellen voor opdrachten bij onderhandelingsprocedure in toepassing van artikel 17 § 2, 1 a) van de voornoemde wet van 24 december 1993 (opdrachten lager dan 67.000 € ZBTW) wanneer de uitgave moet geboekt worden op de buitengewone begroting. In dit geval moet de gemeenteraad deze beslissing bekrachtigen in zijn volgende zitting; Gelet op de beslissing van 08 november 2005 van het College van Burgemeester en Schepenen die de gunningswijze en de voorwaarden van de opdracht goedkeurt met als voorwerp het aankopen van een nieuw programma voor het beheer van de diensten Taksen en Heffingen en beschreven in het bijzondere bestek 05/090 ; Overwegende dat de nodige kredieten hiervoor zijn ingeschreven op de buitengewone begroting van 2005; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen; BEKRACHTIGT : bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 08 november 2005 die de gunningswijze (onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking) en de voorwaarden van de opdracht goedkeurt met als voorwerp het aankopen van een nieuw programma voor het beheer van de diensten Taksen en Heffingen en beschreven in het bijzondere bestek 05/090. De uitgave, geschat op 58.000 € (BTWI), zal geboekt worden op de artikel 104/742-DS-53/26 van de buitengewone begroting en gefinancierd met een lening.

Ordre du jour n°21 -=- Agenda nr 21 Informatique - Système centralisé de back-up - Acquisition d’un lecteur de bandes et de cassettes - Ratification de la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins arrêtant le mode de passation et fixant les conditions du marché Informatica - Gecentraliseerd back-up systeem - Aankoop van een banden- en een cassettelezer - Bekrachtiging van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen die de wijze van gunnen en de opdrachtvoorwaarden vaststelt AVIS DE LA COMMISSION ACHATS -=- ADVIES VAN DE COMMISSIE AANKOPEN Pas de remarques -=- Geen opmerkingen *** DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen

713

30.11.2005

LE CONSEIL COMMUNAL Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale ; Vu la loi du 24 décembre 1993 - notamment son article 17 § 2, 1 a) - relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services ; Vu l’arrêté royal du 8 janvier 1996 – notamment son article 122 - relatif aux marchés publics de travaux, de fournitures et de services et aux concessions de travaux publics ; Vu l'arrêté royal du 26 septembre 1996 – notamment son article 3 § 3 - établissant les règles générales d’exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics ; Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale ; Vu l'ordonnance du 17 juillet 2003 de la Région de Bruxelles-Capitale modifiant la nouvelle loi communale, en particulier son article 234 : Désormais le Collège est compétant pour approuver le mode de passation et fixer les conditions des marchés traités par procédure négociée en application de l'article 17 § 2, 1 a) de la loi du 24 décembre 1993 précitée (marchés inférieurs à 67.000 € HTVA) lorsque la dépense doit être imputée au budget extraordinaire. Dans ce cas le Conseil communal doit ratifier cette décision lors de sa prochaine séance ; Vu la nécessité d’acquérir un lecteur de bande pour effectuer les back up ainsi que 20 cassettes étant donné que le système actuel ne fonctionne plus correctement et qu’il n’est plus possible d’assurer les sauvegardes journalières complètes ; Vu la décision du 08 novembre 2005 du Collège des Bourgmestre et Echevins approuvant le mode de passation et les conditions du marché ; Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits au budget extraordinaire pour 2005 ; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins ; RATIFIE : par appel nominla, à l'unanimité La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 08 novembre 2005 de passer un marché par procédure négociée sans publicité, constaté sur simple facture acceptée, ayant pour objet l'acquisition, auprès de la firme REDCORP, d’un lecteur de bandes et de 20 cassettes, pour un montant de 3.010,40 € (TVAI) à imputer à l'article 104/742-DS-53/26 du budget extraordinaire et à financer par emprunt. DE GEMEENTERAAD Gelet op artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet ; Gelet op de wet van 24 december 1993 - in het bijzonder op artikel 17§2,1a) - betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 – in het bijzonder artikel 122 - betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en de concessies voor openbare werken ; Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 – in het bijzonder artikel 3 § 3 - tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken ; Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ; Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die de gemeentewet wijzigt, in het bijzonder artikel 234 : vanaf nu is het Kollege bevoegd om de gunningswijze en de voorwaarden vast te stellen voor opdrachten bij onderhandelingsprocedure in toepassing van artikel 17 § 2, 1 a) van de voornoemde wet van 24 december 1993 (opdrachten lager dan 67.000 € ZBTW) wanneer de uitgave moet geboekt worden op de buitengewone begroting. In dit geval moet de gemeenteraad deze beslissing bekrachtigen in zijn volgende zitting ; Gelet op de noodwendigheid om een bandlezer aan te kopen om de back ups uit te voeren alsook 20 cassettes aangezien het huidige systeem niet meer correct werkt en dat het niet meer mogelijk is om de dagelijkse volledige beveiligingen te verzekeren ; Gelet op de beslissing van 08 november 2005 van het College van Burgemeester en Schepenen die de gunningswijze en de voorwaarden van de opdracht goedkeurt ; Overwegende dat de nodige kredieten ingeschreven werden op de buitengewone begroting van 2005;

714

30.11.2005

Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen; BEKRACHTIGT : bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 08 november 2005 om een opdracht te gunnen bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, vastgesteld met aangenomen factuur, met als voorwerp de aankoop van een bandlezer en 20 cassettes, bij de firma REDCORP, voor een bedrag van 3.010,40 € (BTWI) te boeken op artikel 104/742-DS-53/26 en te financieren met een lening.

Ordre du jour n°22 -=- Agenda nr 22 Informatique - Acquisition de matériel et d’applications nécessaires au traitement des cartes d’identité électroniques - Ratification de la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins arrêtant le mode de passation et fixant les conditions du marché Informatica - Aankoop van materiaal en toepassingsprogramma's die nodig zijn om de elektronische identiteitskaarten te verwerken - Bekrachtiging van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen die de wijze van gunnen en de opdrachtvoorwaarden vaststelt AVIS DE LA COMMISSION ACHATS -=- ADVIES VAN DE COMMISSIE AANKOPEN Pas de remarques -=- Geen opmerkingen *** - M. Vantighem : J’aurais aimé savoir par simple curiosité quelles ressources humaines supplémentaires l’Etat fédéral a bien voulu donner à la Commune pour gérer tout ce problème de cartes d’identité électroniques ? - M. le Bourgmestre : Il est évident que le renouvellement des cartes d’identité existantes remplacées par les cartes d’identité électroniques est le travail normal de l’Administration. Le format change. Donc, le service doit s’adapter à un format ou des modalités différentes. Par contre, le travail de renouveler intégralement toutes les cartes d’identité en circulation est, lui, un travail important pour lequel le Ministère de l’Intérieur a décidé de nous accorder du personnel. Il nous a accordé cinq personnes qui sont issues de la poste, de Belgacom et de la SNCB sur base volontaire. - M. Guillaume : On a engagé cinq personnes à partir du 3 janvier 2005. Il y en a deux qui ont démissionné depuis le 31octobre. Elles seront remplacées le 1er décembre. Nous aurons de nouveau les cinq personnes mises à la disposition par le Ministère de l’Intérieur. Je dois dire aussi que nous avions pris la précaution de mettre dans la Convention qui nous lie au Ministère de l’Intérieur que si l’effectif n’était pas au complet, si on n’avait pas en permanence les cinq personnes pendant trois ans, le rythme de délivrance des cartes d’identité serait évidemment fonction du nombre de personnes mises à notre disposition. Le Bourgmestre et moi avons dû nous battre pour obtenir ce nombre qui n’a d’ailleurs pas été obtenu à l’heure qu’il est par toutes les autres communes de l’agglomération bruxelloise. Malgré ces conditions assez défavorables mais où on a quand même notre effectif, nous avons à l’heure actuelle délivré environ treize mille cartes d’identité, douze mille cent cinquante-deux au 31 octobre très exactement. DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen LE CONSEIL COMMUNAL Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale ; Vu la loi du 24 décembre 1993 - notamment son article 17 § 2, 1 a) - relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services ; Vu l’arrêté royal du 8 janvier 1996 – notamment son article 122 - relatif aux marchés publics de travaux, de fournitures et de services et aux concessions de travaux publics ; Vu l'arrêté royal du 26 septembre 1996 – notamment son article 3 § 3 - établissant les règles générales d’exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics ;

715

30.11.2005 Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale ; Vu l'ordonnance du 17 juillet 2003 de la Région de Bruxelles-Capitale modifiant la nouvelle loi communale, en particulier son article 234 : Désormais le Collège est compétant pour approuver le mode de passation et fixer les conditions des marchés traités par procédure négociée en application de l'article 17 § 2, 1 a) de la loi du 24 décembre 1993 précitée (marchés inférieurs à 67.000 € HTVA) lorsque la dépense doit être imputée au budget extraordinaire. Dans ce cas le Conseil communal doit ratifier cette décision lors de sa prochaine séance ; Vu la nécessité d’acquérir divers matériel et applications nécessaires à la lecture et à la gravure des cartes d’identité électroniques ; Vu la décision du 08 novembre 2005 du Collège des Bourgmestre et Echevins approuvant le mode de passation et les conditions du marché ; Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits au budget extraordinaire pour 2005 ; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins ; RATIFIE : par appel nominal, à l'unanimité La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 08 novembre 2005 de passer un marché par procédure négociée sans publicité, constaté sur simple facture acceptée, ayant pour objet l'acquisition de 4 lecteurs graveurs, auprès de la firme STERIA et d’un lecteur code barre avec logiciel auprès de la firme ZETES, pour un montant total de 2.092,72 € (TVAI) à imputer à l'article 104/742-DS-53/26 du budget extraordinaire et à financer par emprunt. DE GEMEENTERAAD Gelet op artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet ; Gelet op de wet van 24 december 1993 - in het bijzonder op artikel 17§2,1a) - betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 – in het bijzonder artikel 122 - betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en de concessies voor openbare werken ; Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 – in het bijzonder artikel 3 § 3 - tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken ; Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ; Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die de gemeentewet wijzigt, in het bijzonder artikel 234 : vanaf nu is het Kollege bevoegd om de gunningswijze en de voorwaarden vast te stellen voor opdrachten bij onderhandelingsprocedure in toepassing van artikel 17 § 2, 1 a) van de voornoemde wet van 24 december 1993 (opdrachten lager dan 67.000 € ZBTW) wanneer de uitgave moet geboekt worden op de buitengewone begroting. In dit geval moet de gemeenteraad deze beslissing bekrachtigen in zijn volgende zitting ; Gelet op de noodwendigheid om divers materiaal en toepassingen aan te kopen nodig voor het lezen en graveren van de elektronische identiteitskaarten; Gelet op de beslissing van 08 november 2005 van het Kollege van Burgemeester en Schepenen die de gunningswijze en de voorwaarden van de opdracht goedkeurt; Overwegende dat de nodige kredieten ingeschreven werden op de buitengewone begroting van 2005; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen; BEKRACHTIGT : bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen De beslissing van het Kollege van Burgemeester en Schepenen van 08 november 2005 om een opdracht te gunnen bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, vastgesteld met aangenomen factuur, met als voorwerp de aankoop van 4 lezers graveerders, bij de firma STERIA, en een barcode lezer met programma bij de firma ZETES, voor een totaal bedrag van 2.092,72 € (BTWI) te boeken op artikel 104/742-DS-53/26 van de buitengewone begroting en te financieren met een lening.

Ordre du jour n°23 -=- Agenda nr 23 Contrat de sécurité et de prévention 2005 - Acquisition de matériel d’équipement - Ratification de la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins arrêtant le mode de passation et fixant les conditions du marché

716

30.11.2005 Veiligheids- en Preventiecontract 2005 - Aankoop van uitrustingsmateriaal - Bekrachtiging van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen die de wijze van gunnen en de opdrachtvoorwaarden vaststelt AVIS DE LA COMMISSION ACHATS -=- ADVIES VAN DE COMMISSIE AANKOPEN Pas de remarques -=- Geen opmerkingen *** DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen LE CONSEIL COMMUNAL Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale ; Vu la loi du 24 décembre 1993 - notamment son article 17 § 2, 1 a) - relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services ; Vu l’arrêté royal du 8 janvier 1996 relatif aux marchés publics de travaux, de fournitures et de services et aux concessions de travaux publics ; Vu l'arrêté royal du 26 septembre 1996 établissant les règles générales d’exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics ; Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale ; Vu l'ordonnance du 17 juillet 2003 de la Région de Bruxelles-Capitale modifiant la nouvelle loi communale, en particulier son article 234 : Désormais le Collège est compétant pour approuver le mode de passation et fixer les conditions des marchés traités par procédure négociée en application de l'article 17 § 2, 1 a) de la loi du 24 décembre 1993 précitée (marchés inférieurs à 67.000 € HTVA) lorsque la dépense doit être imputée au budget extraordinaire. Dans ce cas le Conseil communal doit ratifier cette décision lors de sa prochaine séance ; Vu la décision, du 11 octobre 2005, du Collège des Bourgmestre et Echevins approuvant le programme de glissements et réaffectations budgétaires internes au Contrat de Sécurité et de Prévention 2005 ; Vu la décision, du 22 novembre 2005, du Collège des Bourgmestre et Echevins approuvant le mode de passation et les conditions d'un marché ayant pour objet l’acquisition de matériel d’équipement divers ; Considérant que la dépense sera financée par les subsides alloués dans le Cadre du Contrat de Sécurité et de Prévention 2005 ; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins ; RATIFIE : par appel nominal, à l'unanimité La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 22 novembre 2005 approuvant le mode de passation (procédure négociée sans publicité) et les conditions d'un marché (cahier des charges 05/092) ayant pour objet l’acquisition de matériel d’équipement, d’imputer la dépense comme suit et de financer celle-ci par les subsides alloués par le Contrat de Sécurité et de Prévention 2005, soit : Article budgétaire Service Objet Crédit inscrit 300/741-DS-51/21 APS Mobilier 14.500 € 300/742-DS-51/21 APS GSM 3.059 € 300/744-DS-51/21 Educateurs de Matériel de bureau, audiovisuel et 15.300 € rue d’équipement divers 300/744-DS-51/21 Médiation sociale Matériel de bureau 750 € 300/744-DS-51/21 Gardiens de parc Appareils photos 2.500 € TOTAL SUBSIDIE A 100 % 36.109 € DE GEMEENTERAAD Gelet op artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op de wet van 24 december 1993 - in het bijzonder op artikel 17§2,1a) - betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en de concessies voor openbare werken ;

717

30.11.2005 Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken ; Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ; Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die de gemeentewet wijzigt, in het bijzonder artikel 234 : vanaf nu is het Kollege bevoegd om de gunningswijze en de voorwaarden vast te stellen voor opdrachten bij onderhandelingsprocedure in toepassing van artikel 17 § 2, 1 a) van de voornoemde wet van 24 december 1993 (opdrachten lager dan 67.000 € ZBTW) wanneer de uitgave moet geboekt worden op de buitengewone begroting. In dit geval moet de gemeenteraad deze beslissing bekrachtigen in zijn volgende zitting; Gelet op de beslissing van 11 oktober 2005 van het Kollege van Burgemeester en Schepenen die het programma van de verschuivingen en interne budgettaire reaffectaties aan het Veiligheids- en Preventiecontract 2005 goedkeurt ; Gelet op de beslissing van 22 november 2005 van het Kollege van Burgemeester en Schepenen die de gunningswijze en de voorwaarden van de opdracht goedkeurt met als voorwerp het aankopen van divers uitrustingsmateriaal. Overwegende dat de uitgave zal gefinancierd worden door de toelagen toegekend in het kader van het Veiligheids- en Preventiecontract 2005; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen; BEKRACHTIGT : bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 22 november 2005 die de gunningswijze (onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking) en de voorwaarden van de opdracht (Bijzonder Bestek 05/092) goedkeurt met als voorwerp het aankopen van uitrustingsmateriaal, de uitgave als volgt te boeken en deze te financieren met de toelagen toegekend door het Veiligheids- en Preventiecontract 2005, zijnde : Artikel begroting Dienst Voorwerp Ingeschreven krediet 300/741-DS-51/21 PVA Meubilair 14.500 € 300/742-DS-51/21 PVA GSM 3.059 € 300/744-DS-51/21 Straatopvoeders Bureau- audiovisueel en divers 15.300 € uitrustingsmateriaal 300/744-DS-51/21 Sociale Bemiddeling bureaumateriaal 750 € 300/744-DS-51/21 Parkwachters Fotoapparaten 2.500 € TOTAAL BETOELAAGD AAN 100 % 36.109 €

Ordre du jour n°24 -=- Agenda nr 24 Fonds pour la Politique des Grandes Villes - Hôtel communal - Accueil - Acquisition de matériel divers - Ratification de la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins arrêtant le mode de passation et fixant les conditions du marché Fonds voor het Groot Stedenbeleid - Gemeentehuis - Onthaal - Aankoop van divers materiaal - Bekrachtiging van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen die de wijze van gunnen en de opdrachtvoorwaarden vaststelt AVIS DE LA COMMISSION ACHATS -=- ADVIES VAN DE COMMISSIE AANKOPEN Pas de remarques -=- Geen opmerkingen *** DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen LE CONSEIL COMMUNAL Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale ; Vu la loi du 24 décembre 1993 - notamment son article 17 § 2, 1 a) - relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services ;

718

30.11.2005 Vu l’arrêté royal du 8 janvier 1996 – notamment son article 122 - relatif aux marchés publics de travaux, de fournitures et de services et aux concessions de travaux publics ; Vu l'arrêté royal du 26 septembre 1996 – notamment son article 3 § 3 - établissant les règles générales d’exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics ; Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale ; Vu l'ordonnance du 17 juillet 2003 de la Région de Bruxelles-Capitale modifiant la nouvelle loi communale, en particulier son article 234 : Désormais le Collège est compétant pour approuver le mode de passation et fixer les conditions des marchés traités par procédure négociée en application de l'article 17 § 2, 1 a) de la loi du 24 décembre 1993 précitée (marchés inférieurs à 67.000 € HTVA) lorsque la dépense doit être imputée au budget extraordinaire. Dans ce cas le Conseil communal doit ratifier cette décision lors de sa prochaine séance ; Vu la Convention pluriannuelle dans le cadre du programme Politique des Grandes villes 2005 – 2007 approuvée par le Conseil communal du 29 juin 2005 ; Vu la nécessité d’acquérir du petit matériel divers pour l’accueil à l’hôtel communal ; Vu la décision du 25 octobre 2005 du Collège des Bourgmestre et Echevins approuvant le mode de passation et les conditions du marché ; Considérant que la dépense sera financée par les subsides alloués par l’Etat fédéral dans le cadre du Fonds pour la Politique des Grandes Villes 2005 ; Considérant que les crédits nécessaires ont été inscrits au budget extraordinaire pour 2005 ; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins ; RATIFIE : par appel nominal, à l'unanimité La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 18 octobre 2005 de passer un marché par procédure négociée sans publicité, constaté sur simple facture acceptée, ayant pour objet l'acquisition de 21 téléphones auprès de la firme Siemens, de 18 chaises de bureau et de 2 fax auprès de la firme Hocs pour un montant total de 5.000 € (TVAI) à imputer à l'article 135/744-IN-51/51 du budget extraordinaire et à financer par les subsides alloués par le Fonds pour la Politique des Grandes Villes 2005. DE GEMEENTERAAD Gelet op artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet ; Gelet op de wet van 24 december 1993 - in het bijzonder op artikel 17§2,1a) - betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 – in het bijzonder artikel 122 - betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en de concessies voor openbare werken ; Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 – in het bijzonder artikel 3 § 3 - tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken ; Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ; Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die de gemeentewet wijzigt, in het bijzonder artikel 234 : vanaf nu is het Kollege bevoegd om de gunningswijze en de voorwaarden vast te stellen voor opdrachten bij onderhandelingsprocedure in toepassing van artikel 17 § 2, 1 a) van de voornoemde wet van 24 december 1993 (opdrachten lager dan 67.000 € ZBTW) wanneer de uitgave moet geboekt worden op de buitengewone begroting. In dit geval moet de gemeenteraad deze beslissing bekrachtigen in zijn volgende zitting ; Gelet op de meerjaarlijkse Conventie in het kader van het Grootstedenbeleid 2005 - 2007 aangenomen door de Gemeenteraad van 29 juni 2005 ; Gelet op de noodwendigheid om divers klein materiaal aan te kopen nodig voor het onthaal aan het Gemeentehuis ; Gelet op de beslissing van 25 oktober 2005 van het Kollege van Burgemeester en Schepenen die de gunningswijze en de voorwaarden van de opdracht goedkeurt ; Overwegende dat de uitgave zal gefinancierd worden door de toelagen toegekend door de Federale Staat in het kader van het Grootstedenbeleid 2005; Overwegende dat de nodige kredieten ingeschreven werden op de buitengewone begroting van 2005;

719

30.11.2005

Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen; BEKRACHTIGT : bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen De beslissing van het Kollege van Burgemeester en Schepenen van 18 oktober 2005 om een opdracht te gunnen bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, vastgesteld met aangenomen factuur, met als voorwerp de aankoop van 21 telefoontoestellen bij de firma Siemens, 18 bureaustoelen en 2 faxtoestellen bij de firma Hocs voor een totaal bedrag van 5.000 € (BTWI) te boeken op artikel 135/744-IN-51/51 van de buitengewone begroting en te financieren met de toelagen toegekend door de Federale Staat in het kader van het Grootstedenbeleid 2005.

Ordre du jour n°25 -=- Agenda nr 25 Fonds pour la Politique des Grandes Villes - Acquisition de matériel d’équipement Ratification de la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins arrêtant le mode de passation et fixant les conditions du marché Fonds voor het Groot Stedenbeleid - Aankoop van uitrustingsmateriaal - Bekrachtiging van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen die de wijze van gunnen en de opdrachtvoorwaarden vaststelt AVIS DE LA COMMISSION ACHATS -=- ADVIES VAN DE COMMISSIE AANKOPEN Pas de remarques -=- Geen opmerkingen *** DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen LE CONSEIL COMMUNAL Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale ; Vu la loi du 24 décembre 1993 - notamment son article 17 § 2, 1 a) - relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services ; Vu l’arrêté royal du 8 janvier 1996 relatif aux marchés publics de travaux, de fournitures et de services et aux concessions de travaux publics ; Vu l'arrêté royal du 26 septembre 1996 établissant les règles générales d’exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics ; Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale ; Vu l'ordonnance du 17 juillet 2003 de la Région de Bruxelles-Capitale modifiant la nouvelle loi communale, en particulier son article 234 : Désormais le Collège est compétant pour approuver le mode de passation et fixer les conditions des marchés traités par procédure négociée en application de l'article 17 § 2, 1 a) de la loi du 24 décembre 1993 précitée (marchés inférieurs à 67.000 € HTVA) lorsque la dépense doit être imputée au budget extraordinaire. Dans ce cas le Conseil communal doit ratifier cette décision lors de sa prochaine séance ; Vu la Convention pluriannuelle dans le cadre du programme Politique des Grandes villes 2005 – 2007 approuvée par le Conseil communal du 29 juin 2005 ; Vu la décision du 22 novembre 2005, du Collège des Bourgmestre et Echevins approuvant le mode de passation et les conditions d'un marché ayant pour objet l’acquisition de matériel d’équipement divers ; Considérant que la dépense sera financée par les subsides alloués par l’Etat fédéral dans le cadre du Fonds pour la Politique des Grandes Villes 2005 ; Considérant que les crédits nécessaires sont inscrits au budget extraordinaire 2005 ; Considérant que chaque type de matériel fera l’objet d’une procédure de marché distincte et qu’aucun marché ne dépasse individuellement le seuil de 67.000 € (HTVA) ; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins ; RATIFIE : par appel nominal, à l'unanimité La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 22 novembre 2005 approuvant le mode de passation (procédure négociée sans publicité) et les conditions d'un marché (cahier spécial des

720

30.11.2005 charges 05/094 et annexes I à IV) ayant pour objet l’acquisition de matériel d’équipement, d’imputer la dépense comme suit et de financer celle-ci par les subsides alloués par le Fonds pour la Politique des Grandes Villes 2005. Article budgétaire Service Objet Crédit inscrit 104/744-IN-51/51 Accueil Hôtel communal Borne signalétique et mobilier 28.000 € 300/742-DS-53/22 Prévention récidive Matériel informatique 1.500 € 423/741-DS-52/22 Sécurité aux abords des Panneaux de signalisation 35.000 € écoles « Grands crayons » 842/744-DS-51/22 Accueil des Primo-arrivants Mobilier et matériel de bureau 5.000 € 876/741-DS-98/22 Aménagement de la voirie Placement de bancs publics 13.500 € 876/744-DS-51/22 Propreté publique Outillage 19.396 € 929/742-DS-98/22 Logement Matériel de bureau et 6.548 € d’équipement divers TOTAL SUBSIDIE A 100 % 108.944 € DE GEMEENTERAAD Gelet op artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op de wet van 24 december 1993 - in het bijzonder op artikel 17§2,1a) - betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en de concessies voor openbare werken ; Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken ; Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ; Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die de gemeentewet wijzigt, in het bijzonder artikel 234 : vanaf nu is het Kollege bevoegd om de gunningswijze en de voorwaarden vast te stellen voor opdrachten bij onderhandelingsprocedure in toepassing van artikel 17 § 2, 1 a) van de voornoemde wet van 24 december 1993 (opdrachten lager dan 67.000 € ZBTW) wanneer de uitgave moet geboekt worden op de buitengewone begroting. In dit geval moet de gemeenteraad deze beslissing bekrachtigen in zijn volgende zitting; Gelet op de meerjaarlijkse Conventie in het kader van het Grootstedenbeleid 2005 - 2007 aangenomen door de Gemeenteraad van 29 juni 2005 ; Gelet op de beslissing van 22 november 2005 van het Kollege van Burgemeester en Schepenen die de gunningswijze en de voorwaarden van de opdracht goedkeurt met als voorwerp het aankopen van uitrustingsmateriaal; Overwegende dat de uitgave zal gefinancierd worden door de toelagen toegekend door de federale Staat in het kader van het Grootstedenbeleid 2005; Overwegende dat de nodige kredieten ingeschreven zijn in de buitengewone begroting 2005 ; Overwegende dat ieder type materiaal het voorwerp zal uitmaken van een verschillende opdrachtprocedure en dat geen enkele opdracht individueel de drempel van 67.000 € (ZBTW) overschrijdt ; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen; BEKRACHTIGT : bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen De beslissing van het Kollege van Burgemeester en Schepenen van 22 november 2005 die de gunningswijze (onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking) en de voorwaarden van de opdracht (bijzonder bestek 05/094 en bijlagen I tot IV) goedkeurt met als voorwerp het aankopen van uitrustingsmateriaal, de uitgave als volgt aan te rekenen en deze te financieren door de toelagen toegekend door het Fonds van het Grootstedenbeleid 2005. Artikel begroting Dienst Voorwerp Ingeschreven krediet 104/744-IN-51/51 Onthaal Gemeentehuis Signalisatiepaal en meubilair 28.000 € 300/742-DS-53/22 Recidieve preventie Informatiecamateriaal 1.500 € 423/741-DS-52/22 Veiligheid in de Singalisatiepanelen « Grote 35.000 € schoolbuurten Potloden » 842/744-DS-51/22 Onthaal eerste aankomers Meubilair en bureaumateriaal 5.000 € 876/741-DS-98/22 Aanpassingen aan de wegen Plaatsen van publieke 13.500 € banken 876/744-DS-51/22 Openbare Netheid Gereedschap 19.396 €

721

30.11.2005 929/742-DS-98/22

Woongelegenheid

bureau en divers uitrustingsmateriaal

TOTAAL BETOELAAGD AAN 100 %

6.548 € 108.944 €

Ordre du jour n°26 -=- Agenda nr 26 Fonds Sommets européens - Acquisition de matériel d’équipement - Ratification de la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins arrêtant le mode de passation et fixant les conditions du marché Fonds Europese Toppen - Aankoop van uitrustingsmateriaal - Bekrachtiging van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen die de wijze van gunnen en de opdrachtvoorwaarden vaststelt AVIS DE LA COMMISSION ACHATS -=- ADVIES VAN DE COMMISSIE AANKOPEN Pas de remarques -=- Geen opmerkingen *** DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen LE CONSEIL COMMUNAL Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale ; Vu la loi du 24 décembre 1993 - notamment son article 17 § 2, 1 a) - relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services ; Vu l’arrêté royal du 8 janvier 1996 relatif aux marchés publics de travaux, de fournitures et de services et aux concessions de travaux publics ; Vu l'arrêté royal du 26 septembre 1996 établissant les règles générales d’exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics ; Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale ; Vu l'ordonnance du 17 juillet 2003 de la Région de Bruxelles-Capitale modifiant la nouvelle loi communale, en particulier son article 234 : Désormais le Collège est compétant pour approuver le mode de passation et fixer les conditions des marchés traités par procédure négociée en application de l'article 17 § 2, 1 a) de la loi du 24 décembre 1993 précitée (marchés inférieurs à 67.000 € HTVA) lorsque la dépense doit être imputée au budget extraordinaire. Dans ce cas le Conseil communal doit ratifier cette décision lors de sa prochaine séance ; Vu la loi du 10 août 2001 créant un Fonds de financement du rôle international et de la fonction de Capitale de Bruxelles (Fonds Sommets Européens) ; Vu la décision du 22 novembre 2005, du Collège des Bourgmestre et Echevins approuvant le mode de passation et les conditions d'un marché ayant pour objet l’acquisition de matériel d’équipement divers ; Considérant que la dépense sera financée par les subsides alloués par l’Etat fédéral dans le cadre du Fonds Sommets Européens 2005 ; Considérant que les crédits nécessaires sont inscrits au budget extraordinaire 2005 ; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins ; RATIFIE : par appel nominal, à l'unanimité La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 22 novembre 2005 approuvant le mode de passation (procédure négociée sans publicité) et les conditions d'un marché (cahier spécial des charges 05/095) ayant pour objet l’acquisition de matériel d’équipement, d’imputer la dépense comme suit et de financer celle-ci par les subsides alloués par le Fonds Sommets Européens 2005, soit :

Article budgétaire 300/741-DS-51/21

Service Cellule de coordination transversale

722

Objet Armoire anti-feu et mobilier

Crédit inscrit 3.500 €

30.11.2005

300/742-DS-51/21

300/742-DS-98/21 300/742-DS-53/22 300/743-DS-51/21 300/744-DS-51/21 TOTAL SUBSIDIE A 100 %

Sepsud, Gardiens de parc, Communication, Cellule de coordination transversale Médiation, Cellule de coordination transversale Espaces verts, Cellule de coordination transversale, Semja Stewards Animateurs socio-sportifs

Matériel multimédia et GSM

15.000 €

Matériel de bureau et d’équipement divers Matériel informatique

8.060 €

Vélos Matériel de sport et loisir

12.140 € 12.200 € 8.500 € 59.400 €

DE GEMEENTERAAD Gelet op artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op de wet van 24 december 1993 - in het bijzonder op artikel 17§2,1a) - betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en de concessies voor openbare werken ; Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken ; Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brusselse hoofdstedelijke Gewest ; Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die de gemeentewet wijzigt, in het bijzonder artikel 234 : vanaf nu is het Kollege bevoegd om de gunningswijze en de voorwaarden vast te stellen voor opdrachten bij onderhandelingsprocedure in toepassing van artikel 17 § 2, 1 a) van de voornoemde wet van 24 december 1993 (opdrachten lager dan 67.000 € ZBTW) wanneer de uitgave moet geboekt worden op de buitengewone begroting. In dit geval moet de gemeenteraad deze beslissing bekrachtigen in zijn volgende zitting; Gelet op de wet van 10 augustus 2001 die een financieringsfonds opricht voor de internationale rol en de functie van Brussel Hoofdstad (Fonds Europese Toppen) ; Gelet op de beslissing van 22 november 2005 van het College van Burgemeester en Schepenen die de gunningswijze en de voorwaarden van de opdracht goedkeurt met als voorwerp het aankopen van divers uitrustingsmateriaal : Overwegende dat de uitgave zal gefinancierd worden door de toelagen toegekend door de federale Staat in het kader van het Fonds Europese Toppen 2005; Overwegende dat de nodige kredieten ingeschreven zijn in de buitengewone begroting 2005 ; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen; BEKRACHTIGT : bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 22 november 2005 die de gunningswijze (onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking) en de voorwaarden van de opdracht goedkeurt met als voorwerp het aankopen van uitrustingsmateriaal, de uitgave te boeken als volgt en deze te financieren door de toelagen toegekend door het Fonds Europese Toppen 2005, zijnde : Artikel begroting Dienst Voorwerp Ingeschreven krediet 300/741-DS-51/21 Cel transversale coördinatie Vuurbestendige kast en 3.500 € meubilair 300/742-DS-51/21 Sepsud, Parkwachters, Multimédia materiaal en 15.000 € Communicatie, Cel transversale GSM coördinatie 300/742-DS-98/21 mediatisatie, Cel transversale Bureel- en divers 8.060 € coördinatie uitrustingsmateriaal 300/742-DS-53/22 Groene Zones, Cel transversale Matériel informatique 12.140 € coördinatie, Semja 300/743-DS-51/21 Stewards Vélos 12.200 € 300/744-DS-51/21 socio-sportieve animatoren sport en vrijetijdsmateriaal 8.500 € TOTAAL BETOELAAGD AAN 100 % 59.400 €

723

30.11.2005

DEVELOPPEMENT STRATEGIQUE ET DURABLE -=- STRATEGISCHE EN DUURZAME ONTWIKKELING Contrat de sécurité et de prévention -=- Veiligheids- en preventiecontract Ordre du jour n°27 -=- Agenda nr 27 Avenant à la convention conclue entre la commune de Schaerbeek et l’A.S.B.L. T.R.S. Aanhangsel aan de overeenkomst tussen de gemeente Schaarbeek en de vzw T.R.S. DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé par 35 voix contre 2 -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met 35 stemmen tegen 2 LE CONSEIL COMMUNAL Vu l’existence d’un Contrat de Sécurité de Prévention et de projets impliquant des conventions entre la Commune et des partenaires extérieurs ; Vu la nécessité de reconduire chaque année ce type de convention ; Vu l’obligation pour la Commune de respecter ses engagements contractuels vis-à-vis du pouvoir subsidiant; Vu l’article 117 de la nouvelle loi communale ; Vu l’arrêté royal du 10 juin 1994 déterminant les conditions auxquelles les communes peuvent bénéficier d’un contrat de sécurité ; Vu l’arrêté royal du 05 juillet 1994 déterminant les conditions auxquelles les communes peuvent bénéficier de certaines aides financières de l’Etat dans le domaine de la sécurité ; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins du 08 novembre 2005 ; Considérant qu’il y a lieu d’y faire droit ; DECIDE par appel nominal, par 35 voix contre 2 D’approuver l’avenant à la convention T.R.S. (2005) DE GEMEENTERAAD Aangezien het bestaan van een Veiligheids- en Preventiecontract en van projecten die overeenkomsten tussen de Gemeente en externe instellingen verwikkelen; Gelet op de nood om zulke overeenkomsten jaarlijks te hernieuwen; Gelet op de verplichting, voor de Gemeente, om haar contractuele verbintenissen tegenover de subsidiërende overheid na te komen; Gelet op het artikel 117 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op het koninklijk besluit van 10 juni 1994 bepalend de voorwaarden waarop een veiligheidscontract aan een Gemeente toegewezen wordt; Gelet op het koninklijk besluit van 5 juli 1994 bepalend de voorwaarden waarop de Gemeente van sommige financiële hulpen van de Staat kan genieten, in het kader van een veiligheidscontract; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen van 08 november 2005, Overwegende dat dit verslag ingewilligd dient te worden; BESLUIT bij hoofdelijke stemming, met 35 stemmen tegen 2 het aanhangsel aan de overeenkomst T.R.S. (2005) goed te keuren.

Ordre du jour n°28 -=- Agenda nr 28 Avenant à la convention conclue entre la commune de Schaerbeek et l’A.S.B.L. J.E.S. Aanhangsel aan de overeenkomst tussen de gemeente Schaarbeek en de vzw J.E.S. DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé par 35 voix contre 2 -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met 35 stemmen tegen 2

724

30.11.2005

LE CONSEIL COMMUNAL Vu l’existence d’un Contrat de Sécurité de Prévention et de projets impliquant des conventions entre la Commune et des partenaires extérieurs ; Vu la nécessité de reconduire chaque année ce type de convention ; Vu l’obligation pour la Commune de respecter ses engagements contractuels vis-à-vis du pouvoir subsidiant; Vu l’article 117 de la nouvelle loi communale ; Vu l’arrêté royal du 10 juin 1994 déterminant les conditions auxquelles les communes peuvent bénéficier d’un contrat de sécurité ; Vu l’arrêté royal du 05 juillet 1994 déterminant les conditions auxquelles les communes peuvent bénéficier de certaines aides financières de l’Etat dans le domaine de la sécurité ; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins du 08 novembre 2005 ; Considérant qu’il y a lieu d’y faire droit ; DECIDE par appel nominal, par 35 voix contre 2 D’approuver l’avenant à la convention J.E.S. (2005) DE GEMEENTERAAD Aangezien het bestaan van een Veiligheids- en Preventiecontract en van projecten die overeenkomsten tussen de Gemeente en externe instellingen verwikkelt; Gelet op de nood om zulke overeenkomsten jaarlijks te hernieuwen; Gelet op de verplichting, voor de Gemeente, om haar contractuele verbintenissen tegenover de subsidiërende overheid na te komen; Gelet op het artikel 117 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op het koninklijk besluit van 10 juni 1994 bepalend de voorwaarden waarop een veiligheidscontract aan een Gemeente toegewezen wordt; Gelet op het koninklijk besluit van 5 juli 1994 bepalend de voorwaarden waarop de Gemeente van sommige financiële hulpen van de Staat kunnen genieten, in het kader van een veiligheidscontract; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen van 08 november 2005, Overwegende dat dit verslag ingewilligd dient te worden; BESLUIT bij hoofdelijke stemming, met 35 stemmen tegen 2 Het aanhangsel aan de overeenkomst J.E.S. (2005) goed te keuren.

Ordre du jour n°29 -=- Agenda nr 29 Convention 2005 A.P.S. contingeant complémentaire à conclure entre le service fédéral de l’Intérieur et la commune de Schaerbeek Overeenkomst 2005 A.P.S. aanvullend contingent af te sluiten tussen de binnenlandse federale dienst en de gemeente Schaarbeek DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé par 35 voix contre 2 -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met 35 stemmen tegen 2 LE CONSEIL COMMUNAL Vu l’existence d’un Contrat de Sécurité de Prévention et de projets impliquant des conventions entre la Commune et des partenaires extérieurs ; Vu la nécessité de reconduire chaque année ce type de convention ; Vu l’obligation pour la Commune de respecter ses engagements contractuels vis-à-vis du pouvoir subsidiant; Vu l’article 117 de la nouvelle loi communale ; Vu l’arrêté royal du 10 juin 1994 déterminant les conditions auxquelles les communes peuvent bénéficier d’un contrat de sécurité ; Vu l’arrêté royal du 05 juillet 1994 déterminant les conditions auxquelles les communes peuvent bénéficier de certaines aides financières de l’Etat dans le domaine de la sécurité ;

725

30.11.2005 Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins du 08 novembre 2005 ; Considérant qu’il y a lieu d’y faire droit ; DECIDE par appel nominal, par 35 voix contre 2 D’approuver la convention APS 2005 conclue entre la Commune de Schaerbeek et l’Etat. DE GEMEENTERAAD Aangezien het bestaan van een Veiligheids- en Preventiecontract en van projecten die overeenkomsten tussen de Gemeente en externe instellingen verwikkelt; Gelet op de nood om zulke overeenkomsten jaarlijks te hernieuwen; Gelet op de verplichting, voor de Gemeente, om haar contractuele verbintenissen tegenover de subsidiërende overheid na te komen; Gelet op het artikel 117 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op het koninklijk besluit van 10 juni 1994 bepalend de voorwaarden waarop een veiligheidscontract aan een Gemeente toegewezen wordt; Gelet op het koninklijk besluit van 5 juli 1994 bepalend de voorwaarden waarop de Gemeente van sommige financiële hulpen van de Staat kunnen genieten, in het kader van een veiligheidscontract; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen van 08 november 2005, Overwegende dat dit verslag ingewilligd dient te worden; BESLUIT bij hoofdelijke stemming, met 35 stemmen tegen 2 De overeenkomst Stadswachten 2005 tussen de Gemeente en de Staat goed te keuren.

Ordre du jour n°30 -=- Agenda nr 30 Convention à conclure avec la Zone de Police 5344 Overeenkomst af te sluiten met de politiezone 5344 AVIS DE LA COMMISSION AFFAIRES GENERALES -=- ADVIES VAN DE COMMISSIE ALGEMENE ZAKEN A la demande de M. Winkel, M. Clerfayt signale que dans le cadre de la poursuite du Contrat de Sécurité et de prévention 2005 la zone de police à pour mission, via le Bureau d’Aide aux Victimes, de rembourser les petits dommages liés au fait d’avoir été victime d’une infraction. Un montant de 3.178,40 euros est rétrocédé à la zone de police sur base de présentation de justificatifs. *** DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen LE CONSEIL COMMUNAL Vu l’existence d’un Contrat de Sécurité de Prévention et de projets impliquant des conventions entre la Commune et des partenaires extérieurs ; Vu la nécessité de reconduire chaque année ce type de convention ; Vu l’obligation pour la Commune de respecter ses engagements contractuels vis-à-vis du pouvoir subsidiant; Vu l’article 117 de la nouvelle loi communale ; Vu l’arrêté royal du 10 juin 1994 déterminant les conditions auxquelles les communes peuvent bénéficier d’un contrat de sécurité ; Vu l’arrêté royal du 05 juillet 1994 déterminant les conditions auxquelles les communes peuvent bénéficier de certaines aides financières de l’Etat dans le domaine de la sécurité ; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins du 22 novembre 2005 ; Considérant qu’il y a lieu d’y faire droit ; DECIDE par appel nominal, à l'unanimité D’approuver la convention entre la Commune de Schaerbeek et la Zone de Police 5344.

726

30.11.2005

DE GEMEENTERAAD Aangezien het bestaan van een Veiligheids- en Preventiecontract en van projecten die overeenkomsten tussen de Gemeente en externe instellingen verwikkelen; Gelet op de nood om zulke overeenkomsten jaarlijks te hernieuwen; Gelet op de verplichting, voor de Gemeente, om haar contractuele verbintenissen tegenover de subsidiërende overheid na te komen; Gelet op het artikel 117 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op het koninklijk besluit van 10 juni 1994 bepalend de voorwaarden waarop een veiligheidscontract aan een Gemeente toegewezen wordt; Gelet op het koninklijk besluit van 5 juli 1994 bepalend de voorwaarden waarop de Gemeente van sommige financiële hulpen van de Staat kunnen genieten, in het kader van een veiligheidscontract; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen van 22 november 2005, Overwegende dat dit verslag ingewilligd dient te worden; BESLUIT bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen De overeenkomst tussen de Gemeente en de politiezone 5344 goed te keuren.

SERVICES GENERAUX -=- ALGEMENE ZAKEN Affaires juridiques -=- Juridische zaken Ordre du jour n°31 -=- Agenda nr 31 Autorisation d’ester en justice dans l’affaire c/Copropriété Résidence Voltaire et FONCIA REAL ESTATE qq Machtiging om in rechte op te treden in het geding t/Mede-eigendom Residentie Voltaire en FONCIA REAL ESTATE qq AVIS DE LA COMMISSION AFFAIRES JURIDIQUES -=- ADVIES VAN DE COMMISSIE JURIDISCHE ZAKEN M. Vantighem : Qui est Foncia Estate? M. Denys : C'est le syndic de l'immeuble. M. Vantighem : S'agit-il d'un mauvais entretien de l'immeuble? M. Denys : Il s'agit du fait qui'il faut mettre le syndic sous pression pour qu'il fasse exécuter les travaux. *** - M. Vantighem : La copropriété Voltaire me semble être une personnalité extrêmement rude à manipuler. L’année dernière, je me souviens d’incidents de chauffage dans cette crèche Voltaire. D’autres problèmes se sont posés aussi. Je sais que de tout temps, le dialogue a été extrêmement difficile. Est-ce que cette nouvelle aventure avec la copropriété est susceptible de retarder les travaux de rénovation de la crèche ? - M. De Herde : C’est effectivement une crèche communale abritée dans un bâtiment situé à l’avenue Voltaire et pour lequel la Commune détient un certain nombre de parts de la copropriété mais qui est une part minoritaire quand on connaît la taille de l’immeuble. Vous le savez, notre Conseil a décidé de faire une rénovation importante de ces locaux qui le méritent bien. Tout est prêt à l’exception de deux choses. Nous attendons encore un dernier document du pouvoir subsidiant qui nous confirme la promesse ferme de la subvention. Par ailleurs, nous attendons que le syndic qui est chargé de la gestion de cet immeuble par l’Assemblée Générale des copropriétaires veuille bien prévoir en même temps que nous, pour des raisons pratiques évidentes, une série de travaux dans les communs de cet immeuble qui sont à sa charge et qui permettront d’éviter la poursuite de phénomènes que nous avons connus ces derniers mois qui sont des chutes d’eau usées provenant de la colonne technique qui se trouve au-dessus du bâtiment de notre crèche. Malgré le travail du service de la gestion immobilière de la Commune qui depuis maintenant un an et demi, écrit et se met en rapport avec ce syndic pour le prévenir que nous allons entamer des travaux. Nous l’invitons de plus en plus fermement à bien vouloir remplir pour compte de l’Assemblée Générale des copropriétaires leurs devoirs. La dernière lettre qui est partie était un recommandé avec accusé de réception. Il n’y a jamais eu comme toute

727

30.11.2005 réponse récemment qu’une vague lettre de ce syndic disant qu’il allait mettre le point à l’ordre du jour de l’Assemblée Générale du mois de mars 2006. Alors, de deux choses l’une. Ou bien on leur fait confiance et on espère qu’en mars 2006 l’Assemblée Générale des copropriétaires donnera mandat à ce syndic pour réaliser les travaux, ou bien on est un peu plus réaliste, ou un peu plus méfiant vu les antécédents, et on est précautionneux. A titre conservatoire, nous désignons un avocat pour défendre les intérêts de la Commune en tant que propriétaire mais aussi de la Commune en tant que gestionnaire des crèches via son asbl. Chacun s’accordera que si nous investissons à peu près cinq cent mille euros pour rénover cette crèche, et que le lendemain ou le surlendemain de l’inauguration, il y a une chute d’eaux usées qui crée une nouvelle inondation par le plafond, ce serait évidemment dommage. On est alors parti dans des procès d’assurances. J’invite vraiment le Conseil ce soir à voter cette autorisation à titre conservatoire d’ester en justice afin que l’avocat puisse se munir d’un mandat explicite pour mettre en demeure la copropriété et la menacer de la traîner en justice de paix pour qu’elle s’exécute. DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen LE CONSEIL COMMUNAL Vu les articles 123-8° et 270 de la Nouvelle loi communale ; Considérant que l’usage des locaux affectés à la Crèche Voltaire, sis avenue Voltaire 175/177/179 à 1030 Schaerbeek, est troublé du fait de dégâts des eaux fréquents, et ce depuis plus de quatre ans ; que le syndic de l’immeuble, la société actuellement dénommée FONCIA REAL ESTATE MANAGEMENT, s’abstient d’envisager toute réparation durable, se contentant d’effectuer des réparations ponctuelles ; Considérant que l’origine des troubles est à rechercher partie dans les parties communes, partie dans les parties privatives d’autres copropriétaires, et qu’il s’agit de désordres structurels plutôt que de simples fuites d’eau ; qu’un courrier a été envoyé le 4 août 2005 au syndic pour proposer la simultanéité des travaux de rénovation des locaux de la Crèche avec des travaux destinés à résoudre les troubles susmentionnés ; que le syndic est resté en défaut de réagir à ce courrier ; Considérant que la demande a été réitérée, par courrier recommandé, le 6 octobre 2005 ; que le syndic reste toujours en défaut de faire part de ses intentions quant à ces troubles ; Considérant que Me Melis, avocate au Barreau de Bruxelles, a été chargée d’adresser une ultime mise en demeure à l’intéressé ; Considérant qu’à défaut de réponse satisfaisante du syndic, comme il est prévu par les règles régissant les copropriétés forcées figurant dans l’article 577-2 et suivants du Code civil, il convient d’intenter une action pour obtenir convocation d’une assemblée générale extraordinaire pour délibérer sur la proposition déposée par le copropriétaire agissant ; et, à défaut d’obtenir la majorité nécessaire à la décision des travaux, d’intenter une seconde action pour obtenir l’autorisation judiciaire de faire procéder à des travaux urgents et nécessaires aux parties communes ; Considérant en outre qu’il convient de faire cesser les troubles ayant leur origine dans les parties privatives d’autres copropriétaires ; DECIDE : par appel nominal, à l'unanimité le Collège des Bourgmestre et Echevins est autorisé, s’il y a lieu, à intenter une action à l’encontre du syndic, la société FONCIA REAL ESTATE MANAGEMENT aux fins susmentionnées, ainsi qu’à l’encontre des copropriétaires dont le bien serait à l’origine des troubles subis. DE GEMEENTERAAD Gelet op de artikelen 123-8° en 270 van de nieuwe gemeentewet; Overwegende dat het gebruik van de lokalen van de “Crèche Voltaire”, gelegen aan de Voltaire laan 175/177/179 te 1030 Schaerbeek ten gevolge van frequente waterschade wordt verstoord, en dit sinds meer dan vier jaar; dat de syndicus van het flatgebouw, de momenteel vermelde vennootschap FONCIA REAL ESTATE MANAGEMENT, zich onthoudt om elke duurzame reparatie te overwegen, en zich ertoe beperkt om specifieke reparaties uit te voeren; Overwegende dat de oorsprong van de onrust deels in de gemeenschappelijke delen wordt waargenomen ,en deels in de privatieve delen van andere medeëigenaars, en dat het eerder om structurele wanorde gaat dan om een eenvoudig waterlek; dat op 4 augustus 2005 naar de syndicus een brief werd verzonden om een simultaniteit voor te stellen van de renovatiewerkzaamheden van

728

30.11.2005 de lokalen van het kinderdagverblijf met werkzaamheden om de bovenvermelde onrust op te lossen; dat de syndicus in gebreke is gebleven om op deze brief te reageren; Overwegende dat de vraag per aangetekende brief op 6 oktober 2005 werd herhaald; dat de syndicus altijd in gebreke blijft om zijn voornemenen betreffende deze onrust in kennis te stellen; Overwegende dat Mr Melis, advocaat bij de Balie te Brussel, werd verzocht een laatste aanmaning te richten aan de belanghebbende; Overwegende dat bij gebrek aan bevredigend antwoord van de syndicus, zoals er door de regels is voorzien die het geforceerde gemeenschappelijke bezit regelen dat in artikel 577-2 en volgende van de Burgerlijke Wetboek voorkomt, het nodig is om stappen te ondernemen om een bijeenroeping van een buitengewone algemene vergadering te verkrijgen om over het voorstel te beraadslagen dat door de handelende medeëigenaar wordt afgegeven; en, bij gebrek aan het verkrijgen van een meerderheid die noodzakelijk is voor de beslissing van de werkzaamheden, om een tweede actie te ondernemen om de rechterlijke vergunning te verkrijgen om tot de, voor de maatschappelijke delen, dringende en noodzakelijke werkzaamheden te laten overgaan; Overwegende bovendien dat het nodig is om de onrust te laten ophouden die haar oorsprong vindt in de privatieve delen van andere medeëigenaars; BESLUIT : bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen het College van Burgemeester en Schepenen wordt gemachtigd eventueel een vordering in te dienen tegen de syndicus, de vennootschap FONCIA REAL ESTATE MANAGEMENT tot het bovenvermelde doel, alsmede tegen de medeëigenaars van wie het goed de oorzaak van de ondergane onrust zou vormen.

Police administrative -=- Bestuurspolitie Ordre du jour n°32 -=- Agenda nr 32 Règlement général de police Algemeen politiereglement AVIS DE LA COMMISSION AFFAIRES GENERALES -=- ADVIES VAN DE COMMISSIE ALGEMENE ZAKEN M. Clerfayt expose que le projet de règlement général de police tient compte des remarques formulées par les membres du conseil de police et que quelques modifications ont été apportées par le Collège le 22 novembre 2005 ; à savoir Article 40 les demandes d’autorisations pour les collectes et divertissements quelconques doivent être introduites « au plus tard 10 jours ouvrables avant l’activité » au lieu de « dans un délai de 10 jours ouvrables précédant l’activité » Article 81 vise également les systèmes d’alarme des immeubles et ramène le délai d’intervention à 10 minutes au lieu de 30 minutes M. Clerfayt précise qu’il entre dans les intentions qu’un règlement général de police identique soit adopté par les conseils communaux des communes de la zone de police. M. Ozturk demande à qui les habitants doivent s’adresser au cas où ils sont importunés dans un immeuble. M. Clerfayt répond qu’il y a lieu d’introduire une plainte aux services de police. Mme Blanmailland estime que le règlement comporte trop d’autorisations du bourgmestre et que certaines demandes dont celles prévues aux articles 29 et 30 relatives à l’organisation de tout rassemblement, manifestation, … ne sont pas conforme à la Constitution. M. Clerfayt précise que le seul fait de signalement d’un tel évènement ne lui permet pas de tout mettre en œuvre pour déployer les policiers nécessaires au maintien de l’ordre. Il estime qu’une demande d’autorisation lui permet de rencontrer les organisateurs et de mettre en place les moyens nécessaires au bon déroulement. Mme Blanmailland évoque également l’article 44 relatif aux demandes d’autorisations pour les collectes et à la distribution de tracts. Elle relève également l’interdiction d’offrir en vente à l’extérieur des salles de spectacles, des billets d’entrée et estime qu’il n’y a pas lieu d’intervenir en pareille situation. Elle souhaite que l’énoncé de l’article 101 soit modifié et propose d’autoriser l’accès aux pelouses et de l’interdire aux endroits signalés par des panneaux. M. Clerfayt signale que ces autorisations ne visent qu’à assurer l’ordre public. Mme Blanmailland signale qu’elle maintien son point de vue et qu’elle déposera en séance du conseil des amendement au projet de règlement général de police.

729

30.11.2005

*** - Mme Blanmailland : Merci Monsieur le Président. En effet, j’ai quelques problèmes de même que mon groupe par rapport à la proposition qui nous est faite ici et qui, en effet, est supposée être adoptée également par les Communes d’Evere et de Saint-Josse. Nous avons à cœur de permettre aux policiers de la même zone de police d’avoir au moins une même bible sur laquelle s’appuyer dans l’hypothèse où ils voudraient intervenir pour faire respecter l’ordre au sens large. Ma difficulté par rapport au texte qui nous est soumis, est qu’il s’agit d’un règlement de police d’un catalogue d’interdiction. Ce catalogue me paraît exagérément dirigé tous azimuts contre tout ce qu’il est possible d’imaginer. Il me paraît notamment en matière de collecte, d’apposition de drapeaux, de distribution de tracts, que trop de règles nuisent à la règle. Si on devait imaginer que les personnes qui souhaitent organiser une collecte ou faire signer une pétition et qui, à cet effet, déposent une petite table au marché de la place Lehon par exemple un vendredi matin, qu’ils s’adressent au Bourgmestre pour demander une autorisation, si la veille du 21 juillet, s’il me prenait la fantaisie de mettre un drapeau sur ma façade, j’avais l’idée de vous demander l’autorisation de le faire, votre service serait complètement noyé. Nous partons tous de l’idée que personne ne va demander cette autorisation et que bien entendu, comme tout le monde fera comme il l’entend, ces articles qui essayent d’interdire tout cela sans autorisation, ne servent absolument à rien. Je trouve que c’est malsain d’un point de vue d’état de droit. Je trouve que quand on édicte des règles, elles sont là pour être praticables, pratiques et respectées. Sinon, on aboutit à ce que nous sommes très nombreux à regretter. C’est en réalité, un réel affaiblissement de la norme. Donc, Cela me pose des problèmes pour l’article 40 qui interdit les collectes sauf autorisation préalable. Je trouve particulièrement ridicule de ne pas pouvoir imaginer qu’à l’occasion du tremblement de terre au Cachemire ou MSF ou n’importe quoi, on doive demander une autorisation pour collecter alors que, et c’est tout à fait normal, on prévoit à l’article suivant que la mendicité est bien entendu tolérée puisque nous savons que c’est aussi le droit de tout un chacun de mendier pour autant qu’il ne fasse pas obstacle au passage dans les carrefours. Pourquoi peut-on mendier pour soi et pas collecter pour autrui ? Cela me paraît absurde. De la même manière, le fait d’interdire de mettre un drapeau, un calicot ou quoi que ce soit sur sa façade me paraît inutile car cela ne gêne personne. Potentiellement, bien sûr, cela peut tomber. Tout est possible. De la même façon, il me paraît tout aussi peu pratique de prévoir que la personne qui voudrait utiliser le moindre support pour organiser une distribution d’imprimés quels qu’ils soient, devrait se soumettre à une autorisation préalable. J’ai un problème de principe beaucoup plus important qui concerne les articles 29 et 30 La manière dont est encadré le droit de manifester est exagérément limitatif Les articles 26 de la Constitution et 11 de la CEDH garantissent le droit de se réunir (pacifiquement) S’il n’est pas contestable que l’autorité peut –et doit- limiter à ces occasions les troubles à l’ordre public, il faut que les méthodes adoptées –qui sont donc des limitations au droit ci-dessus- soient limitées et proportionnées à l’objectif poursuivi. La Cour européenne précise que les mesures attentatoires aux libertés qu’elle garantit doivent être nécessaires pour, en l’occurrence, la protection de l’ordre. Ainsi, il paraît que l’information préalable du bourgmestre est de nature à répondre au besoin d’organiser une présence policière, de proposer un trajet alternatif, de prévoir l’heure de fin de rassemblement, d’identifier les organisateurs, d’investiguer quant aux éventuels risques de contre manifestation, etc. L’exigence d’une AUTORISATION préalable n’apporte aucun autre avantage que la facilité pour les manifestants d’établir le cas échéant qu’ils ont reçu une autorisation, et présente l’inconvénient majeur de présenter l’autorisation administrative comme supérieure à l’un des droits fondateurs d’une démocratie, puisqu’elle serait un préalable de son exercice. Il en a été jugé ainsi par le Conseil d’Etat (arrêt 103.730 du 19.2.02, Agalev/Stad Leuven) En outre, je vous propose les amendements suivants : Article 29 Sauf respect de la procédure visée à l’article suivant… Article 30 : est subordonnée à l’information préalable du bourgmestre. L’information doit être communiquée par écrit au moins huit jours ouvrables… Article 40 : L’interdiction des collectes sauf autorisation préalable évoque les mêmes problèmes et réserves que celles évoquées concernant les rassemblements. Indépendamment de l’argument tiré de la quantité de travail pour le cabinet du bourgmestre ou la police confrontés à d’hypothétiques

730

30.11.2005 demandes d’autorisations auxquelles il faudrait répondre (et sur quelle base autoriser ou refuser ?), où se trouvent la nécessité impérieuse et la proportionnalité en matière de limite à la liberté d’expression ? Comment justifier qu’il soit permis –ce qui est normal- de mendier pour soi (art.43), mais pas de collecter pour autrui, au regard notamment de ces libertés constitutionnelles ? Supprimer l’interdiction de collecte Article 42 : Toujours dans le même ordre d’idées, le premier alinéa manifeste un interventionnisme excessif, et parfaitement irréaliste : personne ne va imaginer de solliciter une autorisation pour déposer des bougies d’Amnesty ou vendre des cartes de vœux pour l’UNICEF lors d’une action de Noël ou autre Supprimer cet alinéa Article 48 Pourquoi refuser aux Schaerbeekois le droit d’arborer sur leur façade un drapeau le 21 juillet ou un autre jour Supprimer « sur les façades de bâtiments » (voir d’ailleurs double emploi avec article 33) Article 101 Il paraît plus logique, plus sympathique, et également plus conforme aux réalités de prévoir que l’accès aux pelouses est autorisé sauf interdiction, à l’exception des véhicules Il paraît peu pratique d’apposer des panneaux pour indiquer que l’accès à la pelouse est autorisé §1er : Sauf exception, l’accès aux pelouses est autorisé pour toute personne et animal. Il est toujours interdit aux véhicules. Je propose ces amendements à votre sagacité et bien sûr à votre voix. - Mme Nyssens : En Conseil de police, vous nous aviez donné l’énumération des infractions. Je fais une seule observation, vous me confirmez que par ce règlement de police, vous gardez le système classique des sanctions pénales. Est-ce que vous excluez maintenant pour l’avenir d'appliquer la fameuse loi sur les amendes administratives pour d’autres secteurs éventuellement ? - M. le Bourgmestre : Je vous réponds tout de suite. Le mieux étant l’ennemi du bien, nous avons déjà discuté de nombreuses fois tant ici qu’au Conseil de Police des variations récurrentes de la Loi sur les sanctions administratives. Elle existe mais elle a varié encore récemment au mois de juin. Il faut beaucoup de temps pour comprendre son mécanisme et les modalités administratives de mise en œuvre. Nous avons souhaité maintenant réadapter le règlement de police au sens classique du terme sans fermer l’examen de la question des sanctions administratives. Nous venons d’engager une juriste dans la Commune pour s’occuper de ces diverses matières et qui s’est notamment penchée sur le règlement de police et les diverses questions qui l’entourent. Elle sera chargée ensuite de se pencher sur la question des sanctions administratives. Je vous rappelle cependant les réticences ou les objections générales que nous avions sur le mécanisme. Nous ne fermons pas définitivement la porte à ce qu’il puisse éventuellement être mis en œuvre pour une partie des infractions qui sont poursuivies. Je vous rappelle que nous avons estimé parfois que les règlements taxes communaux répondent déjà à beaucoup de choses qui sont visées par les sanctions administratives. C’est un débat qu’on conserve pour plus tard. Cette position est partagée par les deux autres Bourgmestres, par tout le Collège de police puisque Evere est radicalement réticente aux sanctions administratives. SaintJosse partage cet examen en général. Nous avons laissé cela pour une deuxième phase. - Mme De Dyn : Pour l’autorisation de manifester, je trouve que le maintien de l’ordre est vraiment quelque chose de très important. Le fait de demander une autorisation, comme on en a discuté en Commission, met en place toute une série de choses qui ne sont pas toujours prévues par les manifestants du point de vue de la sécurité ou de la faisabilité de leur manifestation. Le fait de signaler quelque chose n’a pas le même impact. Je trouve qu’à partir du moment où il y a autorisation, il y a dialogue entre la Maison Communale et les personnes qui demandent à manifester. C’est à mon avis pour le bien de tout le monde, à la fois pour les manifestants comme pour les autres personnes qui vont devoir se déplacer dans la Commune un jour de manifestation. Je trouve que le fait de demander cette autorisation n’est pas restrictif. Je pense que pour pouvoir refuser une manifestation, il faut quand même avoir de sérieux arguments. Par contre, il faut pouvoir encadrer convenablement une manifestation, cela me parait être une bonne idée cette autorisation. - M. Demol : Un problème technique, Monsieur le Président. Je vois que dans les peines qui sont prévues, les peines d’amendes prévoient un franc au moins, vingt-cinq francs au plus. Je crois que cela devrait être changé sinon c’est totalement inapplicable.

731

30.11.2005 - M. le Bourgmestre : Il y a un autre Arrêté Royal qui prévoit la transformation de francs belges en euros pour l’ensemble des règlements juridiques, de police. On est encore habilité à mettre cela en francs. Par ailleurs, la conversion des francs en euros se fait. C’est pour le rendre parfaitement lisible par rapport aux autres règlements qui existent et qui sont encore exprimés en francs. Nous avons eu quelques intéressantes remarques et suggestions. J’ai déjà répondu à Madame Nyssens. Je voudrais répondre à Madame Blanmailland que sa ténacité me convainc en tout cas partiellement. Je pense comme elle que nous devrions corriger l’article 48 afin de permettre, c’est le petit moment monarchiste et nationaliste de la soirée, d’arborer les drapeaux les jours de fêtes et à d’autres manifestations (lors de la victoire de l’équipe nationale de football de Belgique ou de Turquie, de Suisse…) que cela soit soumis à une autorisation peut sembler excessif. Je propose donc avec le même sourire que Madame Blanmailland d’accepter son amendement à l’article 48. A l’article 101, formellement, son amendement c’est supprimer sur les façades de bâtiments. Il faut supprimer « de placer sur les façades de bâtiments ». On continue d’interdire « les gens qui suspendent de façade à façade ». Cela peut poser un problème de sécurité si la banderole tombe sur la rue, interrompt la visibilité. Sur l’article 101 qui est un débat très sémantique de savoir si les pelouses qui ne sont pas interdites sont autorisées ou celles qui sont autorisées ne sont pas interdites. Je pense comme Madame Blanmailland que l’on pourrait écrire le texte de manière plus positive alors qu’il est écrit de manière négative et d’indiquer que soit comme elle le rédige soit en le rédigeant un peu différemment comme le suggère le Secrétaire Communal. Il faut qu’il y ait une cohérence entre les différents éléments d’articles qui suivent. Mais il faut convenir du principe que l’on écrirait cet article du genre « sauf exception, l’accès aux pelouses autorisé pour toute personne et animal, il est toujours interdit aux véhicules ». Monsieur Bouvier propose de l’écrire comme ceci « l’accès aux pelouses est interdit à toute personne, tout animal et tout véhicule pour autant que cette interdiction soit signalée par des panneaux spécifiques ». C’est-à-dire qu’elle est partout autorisée sauf là où on aura mis un panneau pour l’interdire de manière limitative. Si le panneau n’est plus en usage, cela veut dire que l’autorisation est formelle. Cela conserve une cohérence par rapport aux articles qui suivent. Je pense que cela veut dire la même chose. Il reste la question des libertés. La grande et grave question des libertés que Madame Blanmailland met ici sur la table. Je voudrais comme elle et tous les membres du Conseil Communal dire que nous sommes fort attachés aux libertés constitutionnelles, aux libertés d’exprimer son opinion et aux libertés de manifester etc. Les articles 30 et 42 du règlement général de police mettent en présence trois libertés reconnues non seulement par la Constitution mais également par les Traités Internationaux tels que la Convention de Sauvegarde des Droits de l’Homme et des Libertés Fondamentales et la Convention européenne des Droits de l’Homme. Il s’agit de la liberté individuelle, celle d’aller et venir comme l’on veut, de la liberté de Culte et d’opinion en ce compris la liberté de les manifester et la liberté de s’assembler. Dans la Constitution Belge, ces trois libertés font l’objet respectivement de l’article 12 qui dit, je cite « la liberté individuelle est garantie », de l’article 19 qui dit « la liberté des cultes, celle de leur exercice public ainsi que la liberté de manifester ses opinions en toute matière sont garanties sauf la répression des délits commis à l’occasion de l’usage de ces libertés » L’article 26 qui dit « les Belges ont le droit de s’assembler paisiblement et sans arme en se conformant aux Lois qui peuvent régler l’exercice de ce droit sans néanmoins le soumettre à une autorisation préalable. » L’article 26 continue comme suit « Cette disposition ne s’applique point aux rassemblements en plein air qui restent entièrement soumis aux Lois de police. » Les Lois de police c’est notamment les compétences qui sont données au Bourgmestre en matière de gérer la police sur le plan local et qu’il règlement dans un règlement de police pour avoir la garantie que ce règlement soit partagé par tout le monde. Ces principes et ces limitations se retrouvent dans les deux conventions internationales visées plus haut, pas seulement dans la Constitution Belge mais dans les deux Conventions internationales. Il n’a rien d’excessif par rapport à ces libertés de les soumettre à des autorisations de police. Cela est prévu dans la Constitution elle-même. En terme de jurisprudence puisque j’ai cité le cas, l’affaire Agalev contre la ville de Louvain. Il y a lieu de faire la distinction entre d’une part la liberté de s’assembler (article 30 du règlement communal) et d’autre part la liberté d’exprimer ses opinions par la distribution de journaux, d’écrits et d’annonces à l’article 42 du règlement communal. En ce qui concerne la liberté de s’assembler, la légalité d’autorisation préalable ne se pose pas dans la mesure où elle est formellement prévue par l’article 26 de la Constitution, je viens de vous le lire. Il est vrai qu’un arrêt du Conseil d’Etat du 19 février 2002 qui met en cause Agalev contre la ville de Louvain semble ou pourrait sembler à première lecture remettre cette disposition en cause. Il n’en est rien. La haute juridiction administrative a simplement sanctionné une formulation assez maladroite du règlement de police de Louvain qui mélangeait le droit de s’assembler et le droit d’opinion. La ville de Louvain a modifié son

732

30.11.2005 règlement par la suite en supprimant la référence « à la liberté d’opinion qui ne doit pas être soumise à autorisation » mais en maintenant l’autorisation préalable à tout rassemblement. On retiendra que dans une espèce antérieure concernant la ville de Bruxelles en 2000, donc assez récemment, le Conseil d’Etat avait clairement reconnu la légalité d’une interdiction suite à une demande d’autorisation de s’assembler. Je vous cite les cas de jurisprudence. Le règlement actuel de la Ville de Louvain corrigé après l’affaire Agalev contre ville de Louvain, maintient aujourd'hui, cela a été vérifié aujourd'hui me dit-on, une autorisation préalable. En ce qui concerne la liberté d’opinion, la jurisprudence semble plus partagée selon que les arrêts émanent de Cour de Cassation ou du Conseil d’Etat. Deux arrêts de la Cour de Cassation considèrent que l’article 19 de la Constitution sur la liberté des Cultes et d’opinion n’emportent pas un droit illimité et que même si cette liberté ne peut dépendre d’une tutelle préalable, elle peut cependant faire l’objet d’une autorisation afin d’assurer aux habitants la propreté, la salubrité et la sûreté et la tranquillité et la commodité du passage dans les rues, quais places et voies publiques qui sont, comme on le sait, des objets soumis au pouvoir de police administrative des autorités communales. Cette jurisprudence peut d’ailleurs s’autoriser de l’article 10 de la Convention européenne des Droits de l’Homme qui admet que l’exercice de la liberté d’opinion puisse être soumis « à certaines formalités, conditions, restrictions, ou sanctions prévues par la Loi qui constituent des mesures nécessaires dans une société démocratique à la sûreté publique et à la défense de l’ordre ». Il reste vrai que dans un arrêt isolé du 18 mai 1999 en cause ville d’Anvers, le Conseil d’Etat semble avoir voulu se distancier de cette jurisprudence de la Cour. Il reste néanmoins qu’il n’est pas affirmé dans cet arrêt d’une manière péremptoire que l’article 19 interdise toute mesure préventive. Dans les faits, la seule question qui subsiste est de savoir si l’autorisation préalable à distribution d’écrits sur la voie publique est tout à fait exorbitante ou purement vexatoire. La réponse à cette question relève plus du procès d’intention que de l’analyse juridique. On soulignera cependant que cette disposition s’inspire bien plus du souci de freiner la distribution de documents à caractère commercial que de documents destinés uniquement à véhiculer une opinion. Il est d’autant plus ainsi que la disposition litigieuse vise moins la distribution que l’utilisation du matériel nécessaire à cette distribution. La distribution d’écrits d’opinion se fait généralement dans le cadre de manifestations qui, elles, peuvent légalement être autorisées comme on l’a dit plus haut. On relèvera enfin que l’autorisation préalable tant pour les réunions publiques que pour les distributions d’écrits quelconques a toujours été requise et continue à être prévue dans toutes les Communes interrogées et ce, d’autant plus qu’elles sont généralement reprises dans tous les modèles de règlements généraux de police. Cela pose des questions en terme de responsabilité des autorités communales puisque certains disent qu’il vaudrait peut-être mieux se passer d’autorisation de telle sorte que la Commune risquerait moins de voir ses responsabilités engagées si elle n’était pas fondée à délivrer une autorisation préalable. Il ne s’agit que d’une boutade dans la mesure où la Commune ne pourrait évidemment pas se défaire de la responsabilité que fait peser sur elle le décret du 10 vendémiaire en 4, (nous en parlions encore la semaine passée) qui stipule pour rappel « chaque Commune est responsable des délits commis à force ouverte ou par la violence sur son territoire par des attroupements ou des rassemblements armés ou non armés soit envers les personnes soit contre les propriétés nationales ou privées ainsi que les dommages et intérêts auxquels ils donneront lieu. » Il va là au contraire d’une raison ancestrale de veiller à ce que la Commune se réserve le maximum de moyens de préventions afin d’assumer ses responsabilités. Enfin, je ne voudrais pas bouder mon plaisir de participer à ma manière après cet élan patriotique sur les drapeaux tout à l’heure, de fêter ici avec vous ou d’honorer les 175 ans de la Belgique en faisant référence aux travaux parlementaires de 1830 lorsque le Congrès National adopta la Constitution. L’actuel article 26 sur le droit de s’assembler soumis à autorisation, l’actuel article 26 de la Constitution est l’exacte réplique de l’article 19 tel qu’il a été adopté en séance du Congrès National le 27 décembre 1830. Il faut cependant savoir qu’au départ, le projet d’article 19 ne reprenait pas le second alinéa qui soumet à autorisation de police le droit de s’assembler. Ce second alinéa a été adopté sur proposition de Monsieur Devaux après une intervention de Monsieur Barthélémy qui a convaincu cent dix membres du Congrès National contre quarante-deux d’adopter ce second alinéa en dénonçant le risque de l’absence d’autorisation préalable comme suit « Messieurs, jetons les yeux autour de nous. Voyons ce qui vient de se passer en France ces jours derniers. Quarante mille anarchistes se sont promenés dans les rues pendant trois jours dans Paris, paisiblement et sans arme. Que serait-il arrivé si ces quarante mille citoyens paisibles et désarmés n’eussent été contenus par septante-deux mille hommes de garde nationale. Ce qui serait arrivé ? C’est que ces quarante mille anarchistes auraient renversé le gouvernement établi et la Constitution libérale qui régit la France. Voulez-vous que quand votre Constitution déplaira, quarante mille citoyens paisibles et sans arme s’assemblent devant le palais du corps législatif sans qu’il vous soit permis

733

30.11.2005 de prendre des mesures pour les comprimer. Voilà cependant Messieurs à quoi vous vous exposez avec vos principes généraux poussés à l’extrême. » Je dois à mon voisin d’avoir trouvé ce texte dans les actes du Congrès National. En conclusion de tout ceci, et je joins ce texte à tous ceux qui me le demandent, je vous propose mais je ne sais si cela réunit si pas l’unanimité, une majorité, de corriger l’article 48 comme proposé par Madame Blanmailland et corrigé et complété par Monsieur Bouvier, de corriger l’article 101 comme l’on a débattu tout à l’heure avec la correction de Monsieur Bouvier. Je vous propose de maintenir les autorisations préalables pour le droit de manifester car cela me semble légitime. - Mme Nyssens : Il faudrait signaler les corrections aux autres Communes pour que cela s’arrange. - M. le Bourgmestre : Sur la question des pelouses, j’avais déjà eu un contact tout à l’heure et ils sont d’accord sur le principe et même demandeurs sur le principe. Sur la question des drapeaux, je pense que cela ne posera pas de problème. DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé par 34 voix et 3 abstentions -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met 34 stemmen en 3 onthoudingen LE CONSEIL COMMUNAL Vu les articles 117, 119, 119bis, 133 et 135 de la Nouvelle Loi Communale ; Vu le règlement général de police adopté et modifié par le conseil communal les 24 mars 1986, 4 septembre 1986, 30 janvier 1992 et 16 mars 1994 ; Vu le projet de règlement général de police Vu la loi du 17 juin 2004, publiée au Moniteur belge, du 23 juillet 2004, modifiant fondamentalement l’article 119 bis de la nouvelle loi communale, article inséré en son temps par la loi du 13 mai 1999 relative aux sanctions administratives, entrée en vigueur le 1 avril 2005. Vu la loi réparatrice du 20 juillet 2005 modifiant la loi précitée. Considérant que la loi actuellement en vigueur abroge partiellement le titre X du livre 2 du Code pénal ainsi qu’un arrêté loi du 29 décembre 1945 relatif aux inscriptions sur la voie publique; Considérant que pour que les comportements ainsi dépénalisés puissent encore faire l’objet de sanctions, il convient qu’ils soient intégrés dans le règlement général de police ; Considérant qu’en sa séance du 15 juin 2005 le Conseil de police a examiné le projet de règlement général de police ;. Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins : ARRETE par appel nominal, par 34 voix et 3 abstention le règlement général de police de la commune de Schaerbeek comme suit : CHAPITRE IER – DISPOSITIONS GENERALES Article 1er : La voie publique est la partie du territoire communal affectée en ordre principal à la circulation des personnes ou des véhicules et accessibles à tous dans les limites prévues par les lois, par les arrêtés et par les règlements. Elle comporte entre autres : a) les voies de circulation y compris les accotements et les trottoirs ; b) les emplacements publics établis en tant que dépendances des voies de circulation et affectés notamment au stationnement des véhicules, aux jardins, aux promenades et aux marchés. Sont assimilées à la voie publique les installations destinées au transport et à la distribution d’utilité publique des matières, d’énergie et de signaux. Art. 2. §1er. Les autorisations visées au présent règlement sont délivrées à titre précaire et révocables, sous forme d’un titre personnel et incessible, qui n’engage pas la responsabilité de la commune. Elles peuvent être retirées par l’autorité compétente à tout moment lorsque l’intérêt général l’exige. §2. Les bénéficiaires doivent se conformer strictement aux prescriptions de l’acte d’autorisation et veiller à ce que l’objet de celui-ci ne puisse nuire à autrui, ni compromettre la sécurité, la tranquillité, la salubrité ou la propreté publiques. La commune n’est pas responsable des dommages qui pourraient résulter de l’exercice, fautif ou non, de l’activité visée par l’autorisation.

734

30.11.2005

§3. Lorsque l’acte d’autorisation a pour objet : - une activité ou un événement dans un lieu accessible au public, il doit se trouver à l’endroit en question ; - une activité sur l’espace public ou une occupation de celui-ci, le bénéficiaire doit en être porteur quand l’activité ou l’occupation est en cours. Dans les deux cas, il doit être exhibé à toute réquisition d’un agent habilité. Art. 3. Quand la sécurité, la propreté, la salubrité ou la tranquillité publiques sont compromises par des situations ayant leur origine dans des propriétés privées, le bourgmestre prendra les arrêtés qui s’imposent. Les propriétaires, locataires, occupants ou responsables à un titre quelconque doivent s’y conformer. En cas de refus ou de retard d’exécution des mesures prescrites par lesdits arrêtés, ainsi que dans les cas d’impossibilité des les notifier aux intéressés, le bourgmestre pourra y faire procéder d’office, aux risques et périls des défaillants, lesquels seront tenus solidairement des frais. Art. 4. La personne qui ne respecte pas le prescrit des dispositions du présent règlement est civilement responsable des dommages qui pourraient en résulter. La commune n’est pas responsable des dommages qui résulteraient du défaut d’observation des dispositions prescrites par le présent règlement. Art. 5. Toute personne se trouvant sur la voie publique ou dans un lieu accessible au public doit se conformer immédiatement aux injonctions ou réquisitions des agents habilités, destinées à : 1. maintenir la sécurité, la tranquillité, la propreté ou la salubrité publiques ; 2. faciliter les missions des services de secours et l’aide aux personnes en péril. Cette obligation s’applique également aux personnes se trouvant dans une propriété privée lorsque les agents habilités y sont entrés sur réquisition des habitants ou dans les cas d’incendie, d’inondation ou d’appel au secours. CHAPITRE II – DE LA PROPRETE ET DE LA SALUBRITE PUBLIQUES Section 1. Propreté de la voie publique Art. 6. Il est interdit de souiller de quelque manière que ce soit, de son fait ou du fait des personnes, animaux ou choses dont on a la garde ou la maîtrise : 1. tout objet d’utilité publique ; 2. tout endroit de la voie publique ; 3. les galeries et passages établis sur assiette privée, accessibles au public. Art. 7. Quiconque a enfreint les dispositions de l’art.6 doit aussitôt remettre les choses en état de propreté, faute de quoi il y sera pourvu par les soins de la commune aux frais, risques et périls du contrevenant. Art.8. Sauf autorisation préalable du bourgmestre, il est interdit de tracer tout signe ou d’effectuer toute inscription au moyen de quelque produit que ce soit, sur la voie publique. Art. 9. Les marchands de produits alimentaires destinés à être consommés immédiatement et à l’extérieur s’assureront que la voie publique aux alentours de leur commerce ne soit pas salie par leurs clients et seront tenus d’en assurer la propreté. Art. 10. Il est interdit d’uriner ou de déféquer sur la voie publique ainsi que dans les lieux et parcs publics, les galeries et passages établis sur assiette privée, accessibles au public, ailleurs que dans les lieux destinés à cet effet. Il est interdit de cracher en tout lieu public ou accessible au public. Art. 11. Il est interdit de jeter, d’une façon imprudente, sur une personne une chose quelconque pouvant l’incommoder ou la souiller.

735

30.11.2005

Section 2. Trottoirs, accotements et entretien des propriétés Art. 12. Les trottoirs et accotements des immeubles habités ou non doivent être entretenus et maintenus en état de propreté. Ces obligations incombent : 1. pour les immeubles habités, aux occupants et gestionnaires de l’immeuble ou aux personnes chargées de l’entretien quotidien des lieux ; 2. pour les immeubles non affectés à l’habitation, aux concierges, portiers, gardiens, ou aux personnes chargées de l’entretien quotidien des lieux ; 3. pour les immeubles non occupés ou les terrains non-bâtis, à tout titulaire d’un droit réel sur l’immeuble ou aux locataires. Ces obligations comprennent entre autres l’enlèvement des mauvaises herbes et plantes, et toute réparation. Les trottoirs et accotements ne peuvent être nettoyés qu’aux heures de la journée les plus compatibles avec la sécurité et la commodité de passage et la tranquillité publique et en aucun cas entre 22 heures et 7 heures. Le trottoir s’entend de l’accotement généralement surélevé par rapport à la chaussée, situé le long de l’alignement et destiné au cheminement des piétons. L’accotement s’entend de l’espace ou la partie de la voirie qui n’est pas comprise dans la chaussée. Art. 13. Le bon état des terrains non-bâtis ainsi que des parties non-bâties des propriétés doit être assuré en tout temps par les personnes visées à l’article 12, ce qui comporte le soin de veiller à ce que la végétation qui y pousse ne menace pas la propreté ni la sécurité publiques. Section 3. Plans d’eaux, voies d’eau, canalisations Art. 14. Il est interdit d’obstruer les conduits destinés à l’évacuation des eaux pluviales ou des eaux usées. Art. 15. Sauf autorisation, il est interdit de procéder au débouchage, au nettoyage ou à la réparation des égouts placés dans l’espace public ni d’y effectuer des raccordements. L’interdiction ne s’applique pas à la désobstruction d’avaloirs si le moindre retard risque de causer préjudice aux propriétés riveraines et pour autant qu’il ne soit procédé à aucun démontage ni à aucune excavation. Art. 16. Il est interdit de laisser s’écouler sur l’espace public les eaux pluviales depuis les propriétés bâties. Art. 17. Il est interdit de souiller la glace qui s’est formée sur les pièces et voies d’eau, égouts et avaloirs d’égouts en y jetant ou y versant tout objet, toute substance quelconque ou tout animal mort ou vivant. Art. 18. Il est interdit de se baigner dans les rivières, canaux, étangs, bassins, fontaines, d’y baigner des animaux ainsi que d’y laver ou tremper quoi que ce soit. Section 4. Evacuation de certains déchets Art. 19. L’utilisation de conteneurs disposés sur le domaine public par l’administration communale ou avec l’accord de celle-ci est strictement réservée aux personnes et objets qu’elle a déterminés. Il est interdit d’y déposer d’autres objets ou immondices. Les emplacements réservés par la commune pour récolter des déchets verts doivent être tenus en parfait état de propreté : - ils sont uniquement réservés aux habitants de la commune ; - le déversement de déchets verts par des jardiniers professionnels y est interdit. On entend par « déchets verts » les déchets issus de l’entretien des jardins et espaces verts ou les déchets ménagers, compostables ou biodégradables, à l’exclusion des déchets recyclables pour lesquels une collecte sélective est organisée.

736

30.11.2005

Art. 20 Quiconque dépose sur la voie publique ou à proximité de celle-ci, des immondices destinées à être enlevées par le service compétent, est tenu de les rassembler dans un emballage suffisamment solide, étanche et obturé que pour empêcher que les immondices puissent souiller la voie publique. Il est interdit de fouiller dans les emballages contenant les immondices. Les emballages ne peuvent être déposés sur la voie publique ou à proximité de celle-ci qu’au plus tôt 12h avant l’heure prévue pour l’enlèvement des immondices. Il est interdit de déposer les emballages d’immondices au pied des arbres. Les riverains doivent déposer les emballages d’immondices devant l’immeuble qu’ils occupent, de manière à ne pas gêner la circulation et à être parfaitement visibles de la rue. Section 5. Entretien et nettoyage des véhicules Art. 21. Il est interdit de procéder sur la voie publique à des travaux d’entretien, de graissage, de vidange ou de réparation de véhicules ou des pièces desdits véhicules, à l’exception des dépannages effectués immédiatement après la survenance de la défectuosité pour autant qu’il s’agisse d’interventions très limitées destinées à permettre au véhicule de poursuivre sa route ou d’être pris en remorque. Le lavage des véhicules, à l’exception de ceux servant au transport de marchandises ou au transport de personnes en commun, rémunéré ou non, est autorisé sur la voie publique aux heures de la journée les plus compatibles avec la sécurité et la commodité de passage et la tranquillité publique ; il ne pourra en aucun cas être effectué entre 22 heures et 7 heures. Les produits et ustensiles utilisés pour les opérations de réparation ou de lavage du véhicule doivent être soigneusement rassemblés de manière à ne pas gêner le passage des piétons et des usagers de la route. Section 6. Feu, poussières et objets divers Art. 22. Il est interdit d’incommoder de manière intempestive le voisinage par des fumées, odeurs ou émanations quelconques, ainsi que par des poussières ou projectiles de toute nature. Sauf autorisation de l’autorité compétente, il est également interdit de faire du feu en-dehors des immeubles bâtis et de détruire par combustion en plein air tous déchets, en ce compris les déchets verts tels que visés à l’article 19 du présent règlement. Sans préjudice de l’alinéa 1er, les barbecues sont autorisés dans les jardins privés, et uniquement s’il est fait usage de fourneaux fixes ou mobiles. Section 7. Logement et campements Art. 23. Sauf autorisation, il est interdit, sur tout le territoire de la commune et à tout endroit de la voie publique, de loger ou dormir plus de 24 heures consécutives dans une voiture, une caravane ou un véhicule aménagé à cet effet, ou de camper. Il est également interdit sur un terrain privé d’utiliser comme moyen de logement des abris mobiles tels que remorques d’habitation, caravanes ou motor-homes, pendant plus de 24 heures consécutives, sauf autorisation. Section 8. Lutte contre les animaux nuisibles Art. 24. Sauf autorisation, il est interdit d’abandonner, de déposer ou de jeter sur l’espace public et dans les lieux publics tels que parcs et jardins, toute matière quelconque destinée à la nourriture des animaux errants ou des pigeons. Les propriétaires, gérants ou locataires d’immeubles, doivent procéder de manière permanente à l’obstruction des endroits propices à la nidification des pigeons, ainsi que faire nettoyer et désinfecter les immeubles souillés.

737

30.11.2005

Section 9. Mesures de prophylaxie Art. 25 L’accès des cabines, douches ou piscines des bains et installations sportives accessibles au public est interdit aux personnes : - se trouvant en état de malpropreté manifeste ; - atteintes soit d’une maladie contagieuse, soit d’une blessure non cicatrisée ou couverte par un pansement, soit d’une affection dermatologique accompagnée d’éruptions cutanées ou présentant une affection contagieuse pour laquelle le refus d’accès est médicalement justifié. Art. 26. Il est interdit de transporter ou de faire transporter des personnes atteintes de maladies contagieuses autrement qu’au moyen d’un véhicule-ambulance spécial. Section 10. Affichage Art. 27. §1er. Sans préjudice des dispositions du Règlement régional d’urbanisme, il est interdit d’apposer, de faire apposer ou de coller des affiches, tracts, autocollants ou papillons à tout endroit de l’espace public sans en avoir reçu l’autorisation de l’autorité compétente ou du propriétaire des lieux, ou en ne se conformant pas aux conditions déterminées par l’autorité compétente dans l’acte d’autorisation. Il est également interdit de tracer toute inscription, graffiti ou dessin à tout endroit de l’espace public sans en avoir reçu l’autorisation de l’autorité compétente ou du propriétaire des lieux, ainsi que de l’endommager par des gravures, incisions ou entailles. §2. Sans préjudice des ordonnances de police du Gouverneur de l’arrondissement administratif de la région de Bruxelles-Capitale, les affiches à caractère électoral peuvent être posées aux endroits déterminés par le collège des bourgmestre et échevins, selon les conditions que celui-ci détermine. §3. Les affiches ou des autocollants apposés en contravention au présent règlement devront être enlevés à la première réquisition des agents habilités, faute de quoi l’autorité procèdera d’office, aux frais, risques et périls du contrevenant, à leur enlèvement. Art. 28. Il est interdit de salir, recouvrir, abîmer, dégrader, altérer, enlever sans autorisation ou déchirer les affiches, tracts, autocollants ou papillons, que ceux-ci aient ou non été posés avec l’autorisation de l’autorité.

CHAPITRE III – DE LA SECURITE PUBLIQUE ET DE LA COMMODITE DU PASSAGE Section 1. Attroupements, manifestations, cortèges Art. 29. Sauf autorisation visée à l’article suivant, il est interdit de provoquer sur la voie publique des attroupements de nature à entraver la circulation des véhicules ou à incommoder les piétons, ainsi que d’y participer. Art. 30 Tout rassemblement, manifestation ou cortège, de quelque nature que ce soit, sur la voie publique ou dans les galeries et passages établis sur assiette privée, accessibles au public, est subordonné à l’autorisation du bourgmestre. La demande d’autorisation doit être adressée par écrit au bourgmestre au moins dix jours ouvrables avant la date prévue et doit comporter les éléments suivants : - les noms, adresse et numéro de téléphone de l’organisateur ou des organisateurs ; - l’objet de l’événement ; - la date et l’heure prévues pour le rassemblement ; - l’itinéraire projeté ; - le lieu et l’heure prévus pour la fin de l’événement et, le cas échéant, la dislocation du cortège ; - le cas échéant, la tenue d’un meeting à la fin de l’événement ; - l’évaluation du nombre de participants et les moyens de transport prévus ;

738

30.11.2005 -

les mesures d’ordre prévues par les organisateurs. Section 2. Objets pouvant nuire par leur chute

Art. 31 Sont interdits, le dépôt et le placement à toute partie d’une construction de tout objet susceptible de choir sur la voie publique à moins qu’il ne soit retenu par un dispositif approprié Art. 32 Tout ouvrage ou construction située à front de la voie publique doit être maintenu en bon état d’entretien Art. 33. Sauf autorisation, il est défendu de suspendre au travers de la voie publique quelque objet de quelque nature qu’il soit. Art. 34 Il est défendu de battre ou de secouer des tapis ou tous autres objets au dessus de la voie publique. Art. 35. Il est interdit de jeter des objets quels qu’ils soient par les portes, baies ou fenêtres donnant sur la voie publique. Lorsque l’évacuation de certains objets ou matériaux est indispensable par lesdites issues, notamment en cas de déménagement, toute précaution utile sera prise pour soustraire à la circulation des usagers, la partie de la voie publique rendue dangereuse et pour régler cette circulation de façon à éviter tout accident Section 3. Activités incommodantes ou dangereuses sur la voie publique Art. 36 Il est interdit de se livrer sur la voie publique, dans les lieux accessibles au public et dans les propriétés privées à une activité quelconque pouvant menacer la sécurité publique ou compromettre la sûreté et la commodité du passage, telles que : 1. jeter, lancer ou propulser des objets quelconques, sauf autorisation de l’autorité compétente ; cette disposition n’est pas applicable aux disciplines sportives et jeux pratiqués dans des installations appropriées ainsi qu’aux jeux de fléchettes ou de boules pratiqués ailleurs que sur l’espace public ; 2. faire usage d’armes à feu ou à air comprimé, excepté dans les stands dûment autorisés ou dans les métiers forains de tir ; 3. faire usage de pièces d’artifice, sauf autorisation de l’autorité compétente ; 4. escalader les clôtures, grimper aux arbres, poteaux, constructions ou installations quelconques ; 5. se livrer à des jeux ou exercices violents ou bruyants ; 6. réaliser tous travaux quelconques, sauf autorisation de l’autorité compétente ; 7. se livrer à des prestations de nature artistique, sauf autorisation de l’autorité compétente. Les armes, munitions ou pièces d’artifice utilisées en infraction aux dispositions ci-dessus seront saisies. Art.37 Il est interdit d’établir ou de tenir sur la voie publique des jeux de loterie ou de hasard. Art.38. Il est interdit à toute personne exerçant une activité sur la voie publique, que celle-ci ait requis ou non une autorisation : - d’entraver l’entrée d’immeubles et édifices publics ou privés ; - d’être accompagné d’un animal agressif ; - de se montrer menaçant ; - d’empêcher la progression des passants ; - d’exercer cette activité sur la voie carrossable. Art. 39. L’usage de trottinettes, de patins à roulettes ou de planches à roulettes n’est autorisé qu’à la condition de veiller à ne pas compromettre la sécurité des piétons ni la commodité du passage. L’autorité compétente peut cependant l’interdire aux endroits qu’elle détermine.

739

30.11.2005

Art. 40. Sauf autorisation de l’autorité compétente, sont interdits sur la voie publique et dans les lieux publics : - les collectes et les ventes-collectes ; - les divertissements quelconques, tels que fêtes, bals, exhibitions, spectacles ou illuminations. Les demandes d’autorisation doivent être introduites au moins dix jours ouvrables avant l’activité. Art. 41 Sans préjudice des autres dispositions prévues dans le présent règlement, nul ne peut, même momentanément, étaler des marchandises sur la voie publique sans une autorisation de l’autorité compétente. Art. 42. Les personnes se livrant aux occupations de crieur, de vendeur ou de distributeur de journaux, d’écrits, de dessins, de gravures, d’annonces et de tous imprimés quelconques dans les rues et autres lieux publics ne peuvent sans autorisation utiliser du matériel pour l’exercice de cette activité. Les distributeurs de journaux, d’écrits, de dessins, de gravures, d’annonces et de tous imprimés quelconques sont tenus de ramasser ceux qui seraient jetés par le public. Il est défendu aux crieurs, vendeurs ou distributeurs de journaux, d’écrits, d’imprimés ou de réclames quelconques : - de constituer des dépôts de journaux, écrits, etc. sur la voie publique ou sur le seuil des portes et fenêtres des immeubles ; - De constituer des dépôts de journaux, écrits, etc. dans les immeubles à l’abandon ainsi que dans les boîtes aux lettres sans numéro ; - d’apposer des réclames ou imprimés sur les véhicules ; - d’accoster, de suivre ou d’importuner les passants. Art. 43. Les personnes se livrant à toute forme de mendicité, même sous le couvert de l’offre non professionnelle d’un service quelconque, ne peuvent troubler l’ordre public, ni compromettre la sécurité, la tranquillité ou la salubrité publiques. Il leur est interdit de harceler les passants ou les automobilistes. Il est interdit de pratiquer la mendicité sous quelque forme que ce soit aux abords ou dans les carrefours de circulation. Le mendiant ne peut être accompagné d’un animal agressif et il ne peut exhiber aucun objet de nature à intimider les personnes qu’il sollicite. De même, l’utilisation des mineurs aux fins d’apitoyer les personnes sollicitées est strictement interdite. Art. 44. Il est interdit, à l’extérieur des salles de spectacles ou de concerts et des lieux de réunions sportives ou de divertissements, d’accoster les passants sur la voie publique pour leur offrir en vente, des billets d’entrée ou pour leur indiquer les moyens de s’en procurer. Il est également interdit aux commerçants ou restaurateurs ainsi qu’aux personnes qu’ils emploient d’aborder les clients ou de les héler pour les inciter à venir dans leur établissement. Art. 45. Il est interdit de troubler de quelque manière que ce soit tout concert, spectacle, divertissement ou réunion quelconque sur la voie publique autorisés par l’autorité communale. L’accès de la scène est interdit à toute personne qui n’y est pas appelée par son service. Il est interdit au public des salles de spectacles, de fêtes, de concerts ou de sport : a) de venir sur la scène, la piste ou le terrain sans y être invité ou autorisé par les artistes, pratiquants ou organisateurs ainsi que de pénétrer dans les parties privées de l’établissement ou celles réservées aux artistes ou sportifs ; b) d’interpeller ou d’apostropher les artistes ou de troubler autrement le spectacle, la fête ou le concert ; c) de déposer des objets pouvant nuire par leur chute ou incommoder autrement le public, les acteurs ou les pratiquants, sur les balcons et garde-corps ou de les accrocher à ces endroits. Section 4. Installation de grues-tours Art. 46. Toute installation d’une grue-tour sur la voie publique est soumise à l’autorisation du bourgmestre. Sans préjudice des prescriptions réglementaires en matière d’urbanisme, d’environnement et de protection du travail, il est exigé :

740

30.11.2005 1. qu’avant toute mise en service d’une grue-tour et chaque fois que le Règlement Général sur la Protection du Travail exige l’établissement d’un procès-verbal de vérification, une photocopie de cette pièce, rédigée par un organisme agréé, soit envoyée au Collège des bourgmestre et échevins, dans un délai de trois semaines avant le montage ou le remontage ; 2. que toute utilisation de grue-tour soit subordonnée à la production d’un plan du chantier, en deux exemplaires, avec toutes les indications utiles et les caractéristiques de l’engin, y compris l’encombrement et le rayon de giration de la flèche ; 3. que les grues-tours aient une assise stable au sol, de façon à éviter leur renversement. Quant aux grues-tours montées sur rail, elles seront de plus fixées à ces derniers et leur chemin de roulement sera maintenu fermement au sol de manière à éviter son arrachement ; 4. qu’au fur et à mesure de l’élévation du bâtiment, la grue-tour soit, ou bien comprise dans la construction, ou bien solidement amarrée en plusieurs endroits ; 5. que les utilisateurs soient tenus de prendre toutes les dispositions adéquates pour que, lorsque la grue-tour se trouve placée dans la position girouette, sa stabilité ne soit pas réduite ; 6. que, lorsque les matériaux transportés sont pulvérulents, liquides ou susceptibles de s’épandre, ils soient enfermés dans des conteneurs de façon à ce que rien ne puisse tomber sur le domaine public, dans les propriétés privées ou dans l’enclos formé par des palissades. Celles-ci devront au besoin, sur injonction de l’agent de l’autorité, être enlevées à chaque fermeture journalière du chantier ; 7. qu’une liste comportant les noms, adresses et numéros de téléphone, de l’entrepreneur, de l’ingénieur ou du technicien qualifié ainsi que d’un membre du personnel grutier pouvant être atteints rapidement, de jour comme de nuit et en tous temps, soit déposée, avant l’emploi de la grue-tour, au commissariat de police. Une copie en sera affichée à l’extérieur du bureau du chantier. Section 5. Occupation privative de la voie publique Art. 47. §1er. Sauf autorisation de l’autorité compétente, et sans préjudice des dispositions légales et réglementaires en matière d’urbanisme, sont interdites : 1. Toute occupation privative de la voie publique au niveau, au-dessus ou au-dessous du sol, notamment tout objet fixé, accroché, suspendu, déposé ou abandonné ; en particulier, il est interdit d’embarrasser l’espace public en y laissant des matériaux, des échafaudages ou d’autres objets quelconques ; il est également interdit d’y creuser des excavations. 2. L’installation à tout lieu élevé des bâtiments ou contre les façades des maisons, d’objets pouvant nuire par leur chute ou par des exhalaisons nuisibles, même s’ils ne font pas saillie sur la voie publique. Sont exceptés de cette disposition les objets déposés sur les seuils des fenêtres et retenus par un dispositif solidement fixé, non saillant, ainsi que les hampes de drapeaux. §2. Sans préjudice des dispositions prévues par l’article 80.2 du code de la route, aucun objet ne pourra masquer, même partiellement, les objets d’utilité publique dont la visibilité doit être assurée intégralement. Aucun objet ne pourra non plus masquer, même partiellement, les portes et fenêtres des immeubles jouxtant la voie publique. §3. Les objets déposés, fixés, accrochés ou suspendus en contravention au présent article devront être enlevés à la première réquisition des agents habilités, faute de quoi il y sera procédé d’office aux frais, risques et périls du contrevenant. §4. Toute personne ayant obtenu l’autorisation de déposer ou d’entreposer des matériaux, des échafaudages ou d’autres objets quelconques sur l’espace public, ou d’y creuser des excavations, est tenue d’assurer l’éclairage des dépôts, entrepôts ou excavations, à défaut de quoi il y sera procédé par l’administration aux frais, risques et périls du contrevenant. Art. 48. Si, pour quelque raison que ce soit, une personne est expulsée de la maison qu’elle occupe et que ses meubles sont déposés sur la voie publique, elle sera tenue de les enlever au moment de l’expulsion, à défaut de quoi il y sera procédé par l’administration aux frais, risques et périls du contrevenant. Art.49. Les propriétaires ou utilisateurs d’antennes placées sur les toits ou parties élevées des immeubles doivent en vérifier régulièrement la stabilité.

741

30.11.2005 Art. 50. Les arbres et les plantations dans les propriétés privées doivent être émondés de manière que toute branche surplombant la voie publique se trouve à 2,50 m au moins au-dessus du sol et son extrémité à 0,50 m au moins en retrait de la voie carrossable. Si des raisons particulières de sécurité l’exigent, les agents habilités pourront imposer des mesures différentes et les travaux prescrits devront être effectués au plus tard le huitième jour de la notification y relative. A défaut de satisfaire à la présente disposition, les travaux seront effectués par les soins de l’administration aux frais, risques et périls du défaillant. Art. 51. Il est interdit de faire passer de l’intérieur des immeubles sur la voie publique des objets longs ou encombrants sans prendre les précautions indispensables pour garantir la sécurité des passants. Les mêmes précautions sont à observer pour ouvrir les persiennes, volets mobiles ou stores installés au rez-de-chaussée lorsque l’immeuble se trouve dans un alignement général jouxtant la voie publique. Les volets et persiennes, lorsqu’ils seront ouverts, devront toujours être maintenus par leurs arrêts ou crochets. Les arrêts et crochets placés au rez-de-chaussée devront être fixés de manière à ne pas blesser les passants ou constituer une nuisance pour la sécurité. Art. 52. Les entrées de cave et accès souterrains pratiqués dans la voie publique ne peuvent être ouverts : - que pendant le temps strictement nécessaire aux opérations nécessitant l’ouverture ; - qu’en prenant toutes les mesures pour garantir la sécurité des passants. Ces deux conditions sont cumulatives. Section 6. De l’utilisation des façades d’immeubles Art. 53. Tout propriétaire d’immeuble est obligé d’apposer de façon visible à l’extérieur à front de rue le numéro qui lui a été attribué par la commune. Il est interdit de masquer, d’arracher, de dégrader d’une manière quelconque ou de faire disparaître les numéros des immeubles attribués par l’administration ainsi que les plaques indicatrices du nom des voies publiques. En cas de changement de numéro, l’ancien devra être traversé d’une barre noire et ne pourra être maintenu que deux ans au plus à partir de la notification faite à ce sujet par l’administration. Si des travaux quelconques à l’immeuble entraînent nécessairement la suppression du numéro, ce dernier devra être rétabli au plus tard huit jours après la fin des travaux. Art. 54. Les propriétaires, usufruitiers, locataires, occupants ou responsables à un titre quelconque d’un immeuble sont tenus, sans que cela entraîne pour eux le moindre dédommagement, d’autoriser sur la façade ou le pignon de leur immeuble, même lorsqu’il se trouve en dehors de l’alignement, et dans ce cas, éventuellement à front de voirie : 1° la pose d’une plaque indiquant le nom de la rue du bâtiment ; 2° la pose de tous signaux routiers. Art. 55. Les propriétaires, locataires, habitants ou responsables à un titre quelconque de biens immobiliers doivent s’assurer que ceux-ci, de même que les installations et appareils dont ils sont équipés, soient en parfait état de conservation, d’entretien et de fonctionnement de manière à ne pas constituer une menace pour la sécurité publique. Section 7. Mesures générales de nature à prévenir les atteintes à la sécurité publique Art. 56. Il est interdit d’imiter les appels ou signaux des pompiers, de police locale ou fédérale et d’autres services de secours ou d’interventions urgentes. Art. 57. Tout appel au secours abusif ou tout usage abusif d’une borne d’appel ou d’un appareil de signalisation destiné à assurer la sécurité des usagers est interdit.

742

30.11.2005

Art. 58. Il est interdit à toute personne non habilitée à cette fin de pénétrer dans les constructions ou installations d’utilité publique non accessibles au public. Il est interdit à toute personne non mandatée par l’administration communale de manœuvrer les robinets des conduites ou canalisations de toute nature, les interrupteurs de l’éclairage public électrique, les horloges publiques, les appareils de signalisation ainsi que les équipements de télécommunication placés sur ou sous la voie publique ainsi que dans les bâtiments publics. Art. 59. Toute personne sommée par l’autorité administrative de réparer ou de démolir des édifices menaçant ruine est tenue d’y procéder sans délai, à défaut de quoi il y sera procédé par l’administration aux frais, risques et périls du contrevenant. Art. 60. Il est interdit d’enlever des gazons, terres, pierres ou matériaux dans les lieux appartenant au domaine public de la commune sans y être dûment autorisés. Section 8. Prévention des incendies Art. 61. Dès qu’un incendie se déclare, les personnes qui s’en aperçoivent sont tenues d’en donner immédiatement avis, soit au bureau de police, soit à l’un des postes de pompiers le plus proche, soit au centre d’appel d’urgence. Art. 62. Les occupants d’un immeuble dans lequel un incendie s’est déclaré ainsi que ceux des immeubles voisins doivent : 1. obtempérer immédiatement aux injonctions et réquisitions des pompiers, agents de la Protection civile, des fonctionnaires de police ou d’autres services publics dont l’intervention est nécessaire pour combattre le sinistre ; 2. permettre l’accès à leur immeuble ; 3. permettre l’utilisation des points d’eau et de tous moyens de lutte contre l’incendie dont ils disposent. Art. 63. Sont interdits sur la voie publique et dans les lieux accessibles au public le stationnement de véhicules et le dépôt, même temporaire, de choses pouvant gêner ou empêcher le repérage, l’accès ou l’utilisation des ressources en eau pour l’extinction des incendies. Art. 64. Il est interdit de dénaturer, de dissimuler ou de laisser dissimuler les signaux d’identification ou de repérage des ressources en eau pour l’extinction des incendies. Art. 65. Les bouches d’incendie, les couvercles ou trapillons fermant les chambres des bouches d’incendie et les puisards doivent toujours rester dégagés, bien visibles et aisément accessibles. Art. 66. Si un événement tel que fête, divertissement, partie de danse ou toute autre réunion quelconque, est organisé dans un lieu accessible au public, dont les organisateurs sont en défaut de prouver que ledit lieu est conforme aux impératifs de sécurité notamment en application de la réglementation en matière de sécurité incendie, le bourgmestre pourra interdire l’événement et la police pourra, le cas échéant, faire évacuer et fermer l’établissement. Section 9. Dispositions particulières à observer par temps de neige ou de gel Art. 67. Les trottoirs couverts de neige ou de verglas doivent être balayés ou rendus non glissants sur les deux tiers de leur largeur avec un minimum de 1 m 50. La neige doit être déposée en tas au bord du trottoir et ne peut être jetée sur la chaussée. Les avaloirs d’égouts et les caniveaux doivent rester libres. Ce soin incombe aux personnes visées à l’article 12 du présent règlement, selon les distinctions y établies.

743

30.11.2005

Art. 68. Les stalactites de glace qui se forment aux parties élevées des immeubles surplombant la voie publique doivent être enlevées. Cette obligation incombe aux personnes visées à l’article 12 du présent règlement, selon les distinctions y établies. Art. 69. Il est interdit sur la voie publique : - de verser ou de laisser s’écouler de l’eau par temps de gel ; - d’établir des glissoires ; - de déposer ou de jeter de la neige ou de la glace en provenance des propriétés privées Art.70. L’épandage de sable ou de tout autre produit dans le but de faire fondre la neige ou le gel sur les marches d’escaliers extérieurs, sur les trottoirs ou sur la voie publique, ne délie pas les personnes qui y procèdent de leur obligation d’entretien des trottoirs, conformément aux articles 12 et 68 du présent règlement. Art. 71. Il est défendu de descendre sur la glace des canaux, bassins, cours d’eau et étangs, sauf autorisation. Section 10. Activités et aires de loisir Art. 72. §1er. Les engins mis à la disposition du public dans les aires ou terrains de jeu communaux doivent être utilisés de manière telle que la sécurité et la tranquillité publiques ne soient pas compromises. Les enfants de moins de sept ans doivent obligatoirement être accompagnés d’un de leurs parents ou de la personne à la surveillance de laquelle ils ont été confiés. §2. La commune n’est pas responsable des accidents survenus sur une aire de jeux communale. Section 11. De certains comportements sur la voie publique Art. 73. Aucun chargement ou déchargement de meubles ou d’autres biens ne peut avoir lieu entre 22h00 et 7h00, sauf autorisation délivrée par l’autorité compétente. Le transport, la manipulation, le chargement et le déchargement d’objets ou d’autres biens sur la voie publique doivent être effectués en veillant à ne pas obliger les piétons à quitter le trottoir, à ne pas les heurter ou les blesser et à ne pas compromettre ni la sûreté ni la commodité du passage, ni la tranquillité publique. Art. 74. Il est interdit à la clientèle des grandes surfaces de distribution, d’abandonner les charrettes de magasin sur la voie publique. Les exploitants de grandes surfaces de distribution sont tenus de prendre toutes mesures propres à garantir le respect de la présente disposition ; ils sont tenus en outre d’assurer l’identification des charrettes de magasin. CHAPITRE IV – DE LA TRANQUILLITE PUBLIQUE Art. 75. Il est interdit de produire des bruits ou tapages entre 22h00 et 7h00 de nature à troubler la tranquillité des habitants. Art. 76. La manipulation, le chargement ou le déchargement des matériaux, engins ou objets sonores quelconques, tels que plaques, feuilles, barres, boîtes, bidons ou récipients métalliques ou autres, sont régis par les principes suivants : 1. ces objets doivent être portés et non traînés, posés et non jetés ; 2. si ces objets en raison de leurs dimensions ou de leur poids, ne peuvent être portés, ils devront être munis d’un dispositif permettant de les déplacer sans bruit.

744

30.11.2005

Art. 77. Sauf autorisation du Bourgmestre, sont interdits sur la voie publique : 1. les auditions vocales, instrumentales ou musicales ; 2. l’usage de haut-parleurs, d’amplificateurs ou d’autres appareils produisant ou reproduisant des ondes sonores ; 3. les parades et musiques foraines. Art. 78. Il est interdit de se dissimuler le visage ou de se trouver déguisé, grimé ou travesti sur la voie publique ou dans les lieux accessibles au public, excepté : 1° le mardi gras, le dimanche qui le précède et celui qui le suit ainsi que le dimanche qui suit le jeudi de la mi-carême ; 2° les participants à un cortège historique, folklorique ou carnavalesque autorisé ; 3° lors d’un bal costumé Sauf autorisation, le port du masque est interdit Art. 79. Sans préjudice de la réglementation relative à la lutte contre le bruit, l’intensité des ondes sonores produites dans les propriétés privées ou dans les véhicules se trouvant sur la voie publique ne pourra, si elles sont audibles sur la voie publique, dépasser le niveau de bruit ambiant à la rue. Les infractions à la présente disposition commises à bord des véhicules seront présumées commises par leur conducteur. Art. 80. Les systèmes d’alarme équipant soit des immeubles soit des véhicules ne peuvent en aucun cas incommoder le voisinage par enclenchement intempestif. A défaut pour toute personne responsable de mettre fin au trouble dans les dix minutes du déclenchement de l’alarme, les services de police pourront prendre les mesures qui s’imposent aux frais, risques et périls du contrevenant. Par personne responsable on entend : - pour les véhicules : le propriétaire ou tout ayant-droit ; - pour les immeubles : le propriétaire ou l’une des personnes visées à l’article 12 du présent règlement. Art. 81. Il est interdit de sonner ou de frapper aux portes dans le but d’importuner les habitants. Art. 82. §1er. Les dispositions du présent article sont applicables aux établissements habituellement accessibles au public, même si celui-ci n’y est admis que sous certaines conditions. §2. Sans préjudice des dispositions légales relatives à la lutte contre le bruit, tout bruit fait à l’intérieur des établissements accessibles au public ne pourra, tant de jour que de nuit, dépasser le niveau de bruit ambiant à la rue s’il est audible sur la voie publique. §3. Il est interdit aux exploitants des établissements accessibles au public, cafetiers, cabaretiers, restaurateurs, tenanciers de salle de danse et généralement ceux qui vendent en détail du vin, de la bière ou toute autre boisson de verrouiller leur établissement aussi longtemps que s’y trouvent un ou plusieurs clients. §4. La police pourra faire évacuer et fermer les établissements accessibles au public où elle constate des désordres ou bruits de nature à troubler la tranquillité publique ou le repos des habitants. Si les désordres ou bruits perdurent de manière significative, le bourgmestre pourra prendre toute mesure qu’il juge utile pour mettre fin au trouble, notamment en ordonnant la fermeture partielle ou totale de l’établissement pendant les heures et pour la durée qu’il détermine. Art. 83. Il est interdit, en dehors des zones autorisées par le Bourgmestre, de faire de l’aéromodélisme, du nautisme et de l’automobile de type modèle réduit, radio téléguidée ou radio commandée. En tout état de cause, les bruits émis par ces appareils ne pourront porter atteinte à la tranquillité publique. Art. 84. Toute réunion publique dans une salle pouvant contenir au moins cent cinquante personnes doit être portée à la connaissance du bourgmestre au moins 48 heures avant sa date.

CHAPITRE V – DES ESPACES VERTS

745

30.11.2005

Art. 85. Au sens du présent chapitre, par espaces verts, il faut entendre les squares, parcs, jardins publics et d’une manière générale toutes portions de l’espace public situé hors voirie, ouvertes à la circulation des personnes et affectées, en ordre principal, à la promenade ou à la détente. Art. 86. Le présent chapitre est applicable à tout usager des espaces verts. Il est affiché à une ou plusieurs entrées des espaces verts. Art. 87. Les heures d’ouverture des espaces verts sont affichées à une ou plusieurs de leurs entrées. L’autorité compétente peut en ordonner la fermeture en cas de nécessité. Art. 88. Nul ne peut pénétrer à l’intérieur des espaces verts en dehors des heures d’ouverture ou en cas de fermeture visée à l’article 88, alinéa 2. Art. 89. Nul ne peut, dans les espaces verts, se livrer à des jeux qui puissent gêner les usagers ou perturber la quiétude des lieux ou la tranquillité des visiteurs. Art. 90. Sauf autorisation délivrée par l’autorité compétente, aucun véhicule à moteur ne peut circuler dans les espaces verts. Art. 91. Les véhicules non motorisés, les cycles, les trottinettes, les planches à roulettes et les patins à roulettes sont interdits dans les espaces verts à l’exception des voitures d’enfants et de personnes moins valides, ainsi que des cycles conduits par des enfants de moins de 11 ans et dans la mesure où leur conduite ne met pas en danger la sécurité des autres usagers. Les cycles, les trottinettes, les planches à roulettes et les patins à roulettes peuvent être utilisés aux endroits spécifiquement destinés à cet effet. Art. 92. Il est interdit de faire du feu dans les espaces verts, sauf aux endroits spécifiquement prévus à cet effet. Art. 93. Il est interdit dans les espaces verts d’apposer des panneaux ou affiches publicitaires ou d’utiliser tout autre moyen de publicité commerciale sans autorisation de l’autorité compétente. Art. 94. §1er. Il est interdit d’introduire tout animal quelconque dans les aires de jeux. §2. Sauf autorisation de l’autorité compétente, il est interdit d’introduire des animaux dangereux ou des objets encombrants dans les espaces verts. §3. Les animaux doivent être tenus par tous moyens appropriés, à tout le moins une laisse courte. Les animaux dont on a la garde ne pourront abandonner leurs déjections que dans les endroits spécialement aménagés à cet effet. §4. Sauf autorisation, il est interdit d’abandonner, de déposer ou de jeter sur les espaces verts toute matière quelconque destinée à la nourriture des animaux errants ou des pigeons. §5. Il est interdit de prendre, tuer, blesser ou effrayer les animaux dans les espaces verts, ainsi que détruire des nids ou des oeufs d’oiseaux. Art. 95. Il est interdit de pêcher sans autorisation. Art. 96. Il est interdit dans les espaces verts de camper sous tente ou dans un véhicule, sauf autorisation. Art. 97. Il est interdit d’utiliser les emplacements réservés à des jeux ou sports bien déterminés pour d’autres jeux ou sports ou à d’autres fins. Art. 98. Il est interdit de souiller de quelque manière que ce soit, de son fait ou du fait des personnes, animaux ou choses dont on a la garde ou la maîtrise, les espaces verts. Il est interdit de souiller la glace qui s’est formée sur les pièces d’eau des espaces verts en y jetant ou y versant tout objet, toute substance quelconque ou tout animal mort ou vivant. Il est interdit de se baigner dans les pièces d’eau des espaces verts ainsi que d’y laver ou tremper quoi que ce soit.

746

30.11.2005

Art. 99. Il est interdit d’enlever les bourgeons et fleurs ou plantes quelconques. Il est interdit de mutiler, secouer ou écorcer les arbres, d’arracher ou de couper les branches, les fleurs ou toute autre plante, d’arracher les pieux et autres objets servant à la conservation des plantations, de dégrader les chemins et allées, de s’introduire dans les massifs et les tapis végétaux, de les détruire ou de les endommager, et de grimper aux arbres. Art. 100. §1er. l’Accès aux pelouses est interdit à toute personne et à tout animal, pour autant que cette interdiction soit signalée par des panneaux spécifiques. §2. L’accès est autorisé : - soit pour les personnes exclusivement à la promenade ou au repos, - soit pour les personnes qui peuvent également y pratiquer des jeux de ballon, dans la mesure où ceux-ci ne portent pas atteinte à la sécurité et à la tranquillité des autres usagers, - soit pour y pratiquer le tir à l’arc. Les organisateurs seront tenus de prendre toutes les mesures pour garantir la sécurité des pratiquants, des spectateurs et des passants. §3. L’accès aux pelouses se fait sous la seule responsabilité des usagers. §4. Le Collège des Bourgmestre et Echevins, peut, sur avis du service technique des espaces verts, déroger au présent article pour l’organisation d’événements exceptionnels. CHAPITRE VI – DES ANIMAUX Art. 101. Il est interdit sur la voie publique : 1. de laisser divaguer un animal quelconque ; les animaux divaguant seront placés conformément à l’article 9 de la loi du 14 août 1986 relative à la protection et au bien-être des animaux ; 2. d’abandonner des animaux à l’intérieur d’un véhicule en stationnement s’il peut en résulter un danger ou une incommodité pour les personnes ou pour les animaux eux-mêmes ; cette disposition est également applicable dans les parkings publics ; 3. de se trouver avec des animaux agressifs ou enclins à mordre des personnes ou d’autres animaux, s’ils ne sont pas muselés, ou porteurs de maladies contagieuses ; cette disposition est également applicable dans les lieux accessibles au public ; 4. de se trouver avec des animaux dont le nombre, le comportement ou l’état de santé pourraient porter atteinte à la sécurité ou à la salubrité publiques ; 5. d’exciter un chien à l’attaque ou à l’agressivité, ou de l’inciter ou de le laisser attaquer ou poursuivre des passants ou d’autres animaux domestiques, même s’il n’en est résulté aucun mal ou dommage. Art. 102. Sauf autorisation, le dressage de tout animal est interdit sur l’espace public. Cette disposition ne s’applique pas au dressage d’animaux par les services de police. Art. 103. Les animaux doivent être maîtrisés et maintenus par tout moyen, et au minimum par une laisse courte, à tout endroit de la voie publique en ce compris les galeries et passages établis sur assiette privée, accessibles au public. Art. 104. Les propriétaires d’animaux ou les personnes qui en ont la garde même occasionnellement ont l’obligation de veiller à ce que ces animaux : - n’incommodent pas le public de quelque manière que ce soit ; - n’endommagent pas les plantations ou autres objets se trouvant sur l’espace public. - ne causent pas de tort aux autres animaux. Art. 105. Conformément à l’article 7 du présent règlement, les personnes qui accompagnent un chien sont tenues de faire disparaître les excréments déféqués par l’animal sur l’espace public, en ce compris les squares, les parcs, les espaces verts des avenues et les jardins publics, mais à l’exception des endroits spécialement prévus et aménagés à cet effet. Ces personnes doivent ramasser les excréments de leur chien : - soit au moyen d’un petit sachet en plastique, le cas échéant mis à leur disposition, en divers endroits de la commune, par des appareils distributeurs automatiques, et selon le mode d’emploi y figurant ; - soit de tout autre manière adéquate.

747

30.11.2005

Art. 106. Il est interdit sur la voie publique de faire garder des véhicules et autres engins par des chiens, même mis à l’attache ou placés à l’intérieur des voitures. Art. 107. Il est interdit d’introduire un animal quelconque dans les établissements accessibles au public dont l’accès lui est interdit soit par un règlement intérieur affiché à l’entrée, soit par des écriteaux et pictogrammes, le tout sans préjudice des dispositions légales et réglementaires relatives à l’hygiène des locaux et des personnes dans le secteur alimentaire. CHAPITRE VII – DU COMMERCE AMBULANT Art. 108. Le collège des bourgmestre et échevins détermine les emplacements fixes réservés à l’exercice du commerce ambulant. Ces emplacements ne pourront être occupés qu’avec l’autorisation du bourgmestre, selon la procédure déterminée par la commune. Art. 109. Il est interdit aux personnes exerçant leur profession sur les emplacements occupés conformément aux dispositions de l’article précédent, d’y annoncer leur présence par des cris ou boniments ou à l’aide d’instruments quelconques. Art. 110. Les commerçants qui exercent leur activité à l’aide d’un véhicule ne peuvent porter atteinte à la sécurité publique et la commodité du passage, à la tranquillité publique, à la propreté publique ni à la salubrité publique. Sans préjudice de l’article 33 de l’arrêté royal du 1er décembre 1975 portant règlement général sur la police de la circulation routière, ces commerçants ne pourront pas faire usage, pour informer la clientèle de leur passage, de moyens sonores pouvant porter atteinte à la tranquillité publique. Art. 111. §1er. Il est interdit : 1. d’organiser une kermesse ou d’exploiter un métier forain sur un terrain privé accessible au public sans autorisation de l’autorité compétente ; 2. d’installer un métier forain ou de maintenir son installation en dehors des endroits et dates prévus pour chaque kermesse ou fête foraine, soit par le cahier des charges y relatifs, soit par l’autorité compétente, ainsi que dans les cas où ce dernier ordonne le retrait de la concession ou de l’autorisation ; 3. aux exploitants d’installer leurs véhicules ailleurs qu’aux emplacements désignés par l’administration. Les métiers forains et les véhicules placés en infraction avec la présente disposition devront être déplacés à la première injonction de la police, faute de quoi il y sera procédé par les soins de l’administration aux frais, risques et périls du contrevenant. CHAPITRE VIII – DISPOSITIONS FINALES Section 1 – Dispositions pénales Art. 112. Les infractions aux dispositions du présent règlement et aux arrêtés pris en exécution de celui-ci, non sanctionnées par la loi ou en vertu d’une loi, sont punies d’un emprisonnement d’un jour au moins et de sept jours au plus, ainsi que d’une amende d’un franc au moins et de vingt cinq francs au plus, ou d’une de ces peines seulement. Outre la pénalité, le tribunal de police prononcera, s’il y a lieu, la réparation de la contravention dans le délai qui sera fixé par le jugement et statuera qu’en cas d’inexécution, l’administration communale y pourvoira aux frais du contrevenant qui, en vertu du même jugement, pourra être contraint au remboursement de la dépense sur simple état dressé par le collège des bourgmestre et échevins, le tout sans préjudice de l’application des cotisations fiscales éventuellement applicables. Le présent règlement général de police entre en vigueur le cinquième jour qui suit celui de sa publication par la voie de l’affichage et s’appliquera aux infractions commises sur le territoire de la commune de Schaerbeek à partir de cette date.

748

30.11.2005 Est abrogé le règlement général de police adopté par le conseil communal du 24 mars 1986 et modifié les 4 septembre 1986, 30 janvier 1992 et 16 mars 1994. DE GEMEENTERAAD Gelet op de artikels 117, 119, 119bis, 133 en 135 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op het politiereglement dat werd aangenomen en gewijzigd door de gemeenteraad op 24 maart 1986, 4 september 1986, 30 januari 1992 et 16 maart 1994 ; Gelet op het ontwerp van het politiereglement. Gelet op de wet van 17 juni 2004 die in werking is getreden sinds 1 april 2005, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 23 juli 2004, die artikel 119 bis van de nieuwe gemeentewet ingevoerd door de wet van 13 mei 1999 fundamenteel wijzigt; Gelet op de reparatiewet van 20 juli 2005, die voorgaande wet wijzigt. Overwegende dat de huidig in werking zijnde wet gedeeltelijk Titel 10 van het Strafwetboek opheft, alsook een besluitwet van 29 december 1945 betreffende de opschriften op de openbare weg; Overwegende dat opdat de gedepenaliseerde gedragingen nog zouden kunnen gesanctioneerd worden, het nodig is om deze gedragingen op te nemen in het algemeen politiereglement; Overwegende dat tijdens haar zitting van 15 juni 2005, de politieraad het ontwerp van het algemeen politiereglement onderzocht heeft. Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen: BESLUIT bij hoofdelijke stemming, met 34 stemmen en 3 onthoudingen het algemeen politiereglement van de gemeente Schaarbeek als volgt vast te stellen: HOOFDSTUK I – ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 : De openbare weg is dat gedeelte van het gemeentelijk grondgebied dat in hoofdorde bestemd is voor het verkeer van personen of voertuigen en voor iedereen toegankelijk is binnen de bij de wetten, besluiten en verordeningen bepaalde perken. Het omvat onder andere : a) de verkeerswegen met inbegrip van de bermen en de voetpaden; b) de openbare ruimten, aangelegd als aanhorigheden van de verkeerswegen en voornamelijk bestemd voor het parkeren van voertuigen, voor tuinen, wandelplaatsen en markten. Worden gelijkgesteld met de openbare weg, de installaties voor het vervoer en de bedeling van openbaar nut van goederen, energie en signalen. Art. 2. § 1. De in onderhavig reglement beoogde toelatingen worden precair en herroepbaar afgegeven, in de vorm van een persoonlijke en onoverdraagbare titel, die de gemeente niet aansprakelijk stelt. Ze kunnen op ieder moment door de bevoegde overheid ingetrokken worden wanneer het algemeen belang het vereist. § 2. De begunstigden moeten zich strikt houden aan de voorschriften van de toelatingsakte en erover waken dat diens voorwerp geen schade kan berokkenen aan anderen, noch de openbare veiligheid, rust, gezondheid of netheid in het gedrang kan brengen. De gemeente is niet aansprakelijk voor de schade die kan voortvloeien uit de - al dan niet foutieve uitoefening van de bij de toelating beoogde activiteit. § 3. Wanneer de toelatingsakte betrekking heeft op: - een activiteit of een evenement in een voor het publiek toegankelijke plaats, moet deze zich op de plaats in kwestie bevinden; - een activiteit op de openbare ruimte of een bezetting ervan, moet de begunstigde deze bij zich hebben tijdens de activiteit of de bezetting. In beide gevallen moet de akte getoond worden aan een bevoegde agent. Art. 3. Wanneer de openbare veiligheid, netheid, gezondheid of rust in het gedrang zijn door situaties die hun oorzaak hebben in privé-eigendommen, kan de burgemeester de nodige besluiten nemen. De eigenaars, huurders, bezetters of zij die er op een of andere manier verantwoordelijk voor zijn, moeten er zich naar schikken. In geval van weigering of vertraging in de uitvoering van de bij voornoemde besluiten voorgeschreven maatregelen, alsook indien het onmogelijk is ervan aan de betrokkenen kennis te geven, kan de burgemeester er ambtshalve toe doen overgaan, op risico van de in gebreke blijvende partijen, die solidair de kosten moeten dragen.

749

30.11.2005

Art. 4. De persoon die de voorschriften van de bepalingen van onderhavig reglement niet naleeft, is burgerlijk aansprakelijk voor de schade die daaruit kan voortvloeien. De gemeente is niet aansprakelijk voor de schade die zou voortvloeien uit het niet-naleven van de bij onderhavig reglement voorgeschreven bepalingen. Art. 5. Ieder die zich op de openbare weg bevindt of in een voor het publiek toegankelijke plaats, moet zich onmiddellijk schikken naar de verzoeken of bevelen van de bevoegde agenten, met het oog op : 1. vrijwaring van de openbare veiligheid, rust, netheid of gezondheid; 2. vereenvoudiging van de taken van de hulpdiensten en de bijstand aan personen in gevaar. Deze verplichting is tevens van toepassing op personen die zich in een privé-eigendom bevinden, wanneer de bevoegde agenten er zijn binnengegaan op verzoek van de bewoners of in geval van brand, overstroming of hulpgeroep.

HOOFDSTUK II – DE OPENBARE NETHEID EN SALUBRITEIT Afdeling 1. Netheid van de openbare weg Art. 6. Het is verboden op welke manier dan ook, door eigen toedoen of door toedoen van personen, dieren of zaken waarover men toezicht of zeggenschap heeft: 1. voorwerpen van openbaar nut; 2. plaatsen van de openbare weg; 3. galerijen en doorgangen op private grond die voor het publiek toegankelijk zijn, te vervuilen. Art. 7. Ieder die de bepalingen van art.6 heeft overtreden, moet de zaken onmiddellijk opnieuw reinigen, zoniet zal de gemeente het doen op kosten en risico van de overtreder. Art. 8. Behoudens voorafgaande toelating, is het verboden, met welk product dan ook, tekens of opschriften te maken op de openbare weg. Art. 9. De verkopers van voedingswaren die onmiddellijk en buiten worden verbruikt, dienen het nodige te doen opdat hun klanten de openbare weg rond hun handel niet vervuilen en zijn ertoe gehouden om de netheid ervan te waarborgen. Art. 10. Het is verboden te urineren of uitwerpselen achter te laten op de openbare weg of in openbare plaatsen en parken, galerijen en doorgangen op privé-gebied die voor het publiek toegankelijk zijn, elders dan in de daartoe bestemde plaatsen. Het is verboden te spuwen op een openbare plaats of een voor het publiek toegankelijke plaats. Art. 11. Het is verboden, op onvoorzichtige wijze, naar een persoon een zaak te werpen die de betrokkene kan hinderen of vuil maken. Afdeling 2. Voetpaden, bermen en onderhoud van eigendommen Art. 12. De voetpaden en bermen van al dan niet bewoonde gebouwen dienen te worden onderhouden en schoon gehouden. Deze verplichtingen berusten: 1. voor bewoonde gebouwen, op de inwoners en beheerders van het gebouw of de personen die belast zijn met het dagelijks onderhoud van de gebouwen; 2. voor gebouwen zonder woonfunctie: op de conciërges, portiers, bewakers of de personen die belast zijn met het dagelijks onderhoud van de gebouwen; 3. voor leegstaande gebouwen of onbebouwde terreinen: op iedere houder van een zakelijk recht op het gebouw, of op de huurders. Deze verplichtingen omvatten onder andere de verwijdering van onkruid en wilde begroeiing, en alle herstellingen.

750

30.11.2005 Voetpaden en bermen mogen enkel schoongemaakt worden op de meest aangewezen tijdstippen om de veilige en gemakkelijke doorgang en de openbare rust niet in het gedrang te brengen. En het mag in geen geval gebeuren tussen 22 uur en 7 uur. Onder voetpad verstaat men de doorgaans ten opzichte van de rijweg verhoogde berm, die langs de rooilijn gelegen is en voor de voetgangers bestemd is. De berm is de ruimte of het gedeelte van de weg dat niet in de rijweg inbegrepen is. Art. 13. De goede staat van onbebouwde terreinen en onbebouwde gedeelten van eigendommen moet op ieder moment gewaarborgd worden door de in artikel 12 bedoelde personen, wat inhoudt dat erover dient gewaakt te worden dat de begroeiing noch de netheid, noch de openbare veiligheid bedreigt.

Afdeling 3. Wateroppervlakten, waterwegen, kanaliseringen Art. 14. Het is verboden de leidingen voor de afvoer van regen- of afvalwater te versperren. Art. 15. Behoudens toelating is het verboden om de riolen in de openbare ruimte te ontstoppen, schoon te maken, te herstellen of er aansluitingen op aan te brengen. Het verbod is niet van toepassing op de vrijmaking van kolken als de minste vertraging de aangrenzende eigendommen schade zou kunnen berokkenen en voor zover er niets wordt gedemonteerd of uitgegraven. Art. 16. Het is verboden het regenwater afkomstig van bebouwde eigendommen op de openbare ruimte te laten afvloeien. Art. 17. Het is verboden het ijs op stilstaand water en waterwegen, riolen en rioolkolken te vervuilen door er voorwerpen, vloeistoffen of dode of levende dieren op te werpen of te gieten. Art. 18. Het is verboden te baden in rivieren, kanalen, vijvers, bekkens, fonteinen, er dieren in te laten baden of te wassen of er eender wat in onder te dompelen. Afdeling 4. Verwijdering van bepaalde afvalstoffen Art. 19. Het gebruik van containers die door het gemeentebestuur of met diens goedkeuring op de openbare ruimtes worden geplaatst, is strikt voorbehouden aan de personen en voorwerpen die deze heeft bepaald. Het is verboden er andere voorwerpen of afval in te deponeren. De door de gemeente voor groenafval voorbehouden plaatsten moeten volkomen net worden gehouden. - ze zijn voorbehouden voor de inwoners van de gemeente; - het storten van groenafval door beroepstuiniers is er verboden. Onder groenafval verstaat men het afval afkomstig van het onderhoud van tuinen en groene ruimten of composteerbaar of biologisch afbreekbaar huishoudafval, uitgezonderd het recycleerbaar afval waarvoor collectieve ophalingen gebeuren. Art. 20 Wie op de openbare weg of in de nabijheid daarvan huisvuil plaatst om opgehaald te worden door de bevoegde dienst, is verplicht dit in een verpakking te verzamelen die voldoende sterk, waterdicht en gesloten is, om te vermijden dat het huisvuil de openbare weg zou bevuilen. Het is verboden de verpakkingen met vuilnis te doorzoeken. De verpakkingen mogen slechts gedeponeerd worden op de openbare ruimten of in diens nabijheid ten vroegste 12 uur voor het tijdstip van ophaling van het vuil. Het is verboden om de verpakkingen met vuilnis te deponeren rond de bomen. De bewoners moeten hun vuilnis voor het gebouw deponeren dat ze bewonen, op zulke manier dat het verkeer niet gehinderd wordt en ze perfect zichtbaar zijn vanaf de straat.

751

30.11.2005

Afdeling 5. Onderhoud en schoonmaak van voertuigen Art. 21. Het is verboden op de openbare weg het onderhoud, de smering, olieverversing of herstelling van voertuigen of stukken van deze voertuigen te doen, met uitzondering van het depanneren vlak na het zich voordoen van het defect voor zover het gaat om zeer beperkte interventies teneinde het voertuig in staat te stellen zijn weg voort te zetten of weggesleept te worden. Het wassen van voertuigen, met uitzondering van voertuigen voor het al dan niet bezoldigd goederenvervoer of gezamenlijk vervoer van personen, is toegelaten op de openbare weg op tijdstippen van de dag die het best verenigbaar zijn met de veilige en gemakkelijke doorgang en de openbare rust; het mag in geen geval tussen 22 uur en 7 uur plaatsvinden. De producten en het gereedschap voor het herstellen of het wassen van het voertuig moeten zorgvuldig samengehouden worden zodat de doorgang van de voetgangers en de weggebruikers niet wordt gehinderd. Afdeling 6. Vuur, stof en varia Art. 22. Het is verboden de buurt op een ongepaste wijze te storen met rook, geuren of uitwasemingen van welke bron dan ook, alsook met stof of projectielen van allerlei aard. Behoudens toelating van de bevoegde overheid is het eveneens verboden vuur te maken buiten gebouwen en in open lucht afval te verbranden, met inbegrip van groenafval zoals beoogd bij artikel 19 van onderhavig reglement. Onverminderd het eerste lid zijn barbecues toegelaten in private tuinen en enkel als er gebruik wordt gemaakt van vaste of mobiele barbecuestellen. Afdeling 7. Logeren en kamperen Art. 23. Behoudens toelating is het verboden op het hele grondgebied van de gemeente en op iedere plaats van de openbare weg langer dan 24 uur achtereen te verblijven of te slapen in een wagen, een caravan of een daartoe ingericht voertuig, of er te kamperen. Behoudens toelating, is het eveneens verboden meer dan 24 uur achtereen op een privé-terrein te verblijven in een mobiel onderkomen zoals een woonaanhangwagen, een caravan of een motorhome. Afdeling 8. Strijd tegen schadelijke dieren Art. 24 Behoudens toelating, is het verboden op de openbare ruimte en op openbare plaatsten zoals parken en tuinen eender welke materie voor de voeding van zwervende dieren of duiven achter te laten, te deponeren of te werpen. De eigenaars, beheerders of huurders van gebouwen moeten de plaatsen waar duiven nesten zouden kunnen bouwen permanent afschermen, alsook vervuilde gebouwen doen schoonmaken en ontsmetten. Afdeling 9. Preventiemaatregelen Art. 25 De toegang tot cabines, stortbaden of zwembaden en sportinrichtingen die voor het publiek toegankelijk zijn, is verboden voor personen: - die duidelijk niet zindelijk zijn; - die lijden aan een besmettelijke ziekte of een wonde die nog niet geheeld of met een verband bedekt is, hetzij een huidziekte die met uitslag gepaard gaat of die een besmettelijke aandoening vertonen waarvoor de weigering van de toegang medisch verantwoord is.

752

30.11.2005

Art. 26 Het is verboden personen die aan een besmettelijke ziekte lijden te vervoeren of te doen vervoeren met een ander vervoermiddel dan met een speciale ziekenwagen. Afdeling 10. Aanplakking Art. 27 § 1. Onverminderd de bepalingen van de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening is het verboden op de openbare ruimte affiches, vlugschriften, stickers of plakbriefjes aan te brengen, te doen aanbrengen of te plakken, zonder toelating van de bevoegde overheid of de eigenaar van de plaats of zonder zich te schikken naar de door de bevoegde overheid in de toelatingsakte vastgestelde bepalingen. Het is eveneens verboden opschriften, graffiti of tekeningen aan te brengen op openbare plaatsen zonder daar de toelating voor te hebben gekregen van de bevoegde overheid of de eigenaar van de plaats, alsook die te beschadigen door insnijdingen, inkervingen of inkepingen. § 2. Onverminderd de politieverordeningen van de Gouverneur van het administratief arrondissement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kunnen de verkiezingsaffiches op de door het college van burgemeester en schepenen aangeduide plaatsen aangebracht worden, naargelang de voorwaarden die het vaststelt. § 3. De affiches of zelfklevers die in strijd met onderhavig reglement werden aangebracht, dienen op het eerste bevel van de bevoegde agenten verwijderd te worden. Zo niet zal de overheid ambtshalve overgaan tot de verwijdering, op kosten en risico van de overtreder. Art. 28. Het is verboden de affiches, vlugschriften, stickers of plakbriefjes te bevuilen, bedekken, beschadigen, vernielen, zonder vergunning te verwijderen of te verscheuren, ongeacht of ze al dan niet met de toelating van de overheid werden aangebracht.

HOOFDSTUK III – DE OPENBARE VEILIGHEID EN DE VLOTTE DOORGANG Afdeling 1. Samenscholingen, betogingen, optochten Art. 29. Behoudens de in volgend artikel beoogde toelating is het verboden op de openbare weg samenscholingen die het verkeer van voertuigen of voetgangers kunnen storen, te veroorzaken of eraan deel te nemen. Art. 30 Iedere samenscholing, betoging of optocht – van welke aard dan ook – op openbare weg of in galerijen en doorgangen op voor het publiek toegankelijk privé-gebied, is onderworpen aan de toelating van de burgemeester. De toelatingsaanvraag moet minstens tien werkdagen voor de voorziene datum schriftelijk aan de burgemeester gericht worden en moet de volgende gegevens bevatten: - de naam, het adres en het telefoonnummer van de organisator(en); - het voorwerp van het evenement; - de datum en het tijdstip voor de bijeenkomst; - de geplande route; - de voorziene plaats en tijdstip voor het einde van het evenement en in voorkomend geval de ontbinding van de optocht; - of er een meeting wordt gehouden bij de afsluiting van het evenement; - de raming van het aantal deelnemers en de beschikbare vervoermiddelen; - de door de organisatoren voorziene ordemaatregelen. Afdeling 2. Voorwerpen die door hun val kunnen hinderen Art. 31 Elk voorwerp dat op de openbare weg kan vallen, mag slechts neergezet of geplaatst worden op om het even welk gedeelte van een gebouw indien het vastgehouden wordt door een geschikt toestel.

753

30.11.2005 Art. 32 Ieder werk of bouwwerk gelegen langs de openbare weg moet in goede staat gehouden worden Art. 33 Behoudens toelating is het verboden om het even welk voorwerp van welke aard ook, dwars over de openbare weg te hangen of te houden. Art. 34. Het is verboden tapijten of ieder ander voorwerp uit te kloppen of te schudden boven de openbare weg. Art. 35 Het is verboden om het even welk voorwerp door deuren, openingen of vensters te werpen, die uitgeven op de openbare weg. Wanneer de ontruiming van bepaalde voorwerpen of materialen door voormelde openingen onontbeerlijk is, bijvoorbeeld in geval van verhuizing, wordt elke voorzorgsmaatregel genomen om dat gedeelte van de openbare weg dat gevaarlijk is, te onttrekken aan het wegverkeer en de weggebruikers, en om het verkeer te regelen zodanig dat ieder ongeval wordt voorkomen. Afdeling 3. Hinderlijke of gevaarlijke activiteiten op openbare weg Art. 36. Het is verboden op de openbare weg, in voor het publiek toegankelijke plaatsen en in privéeigendommen over te gaan tot een activiteit die de openbare veiligheid of de veilige en vlotte doorgang in het gedrang kan brengen, zoals: 1. voorwerpen gooien, stoten of lanceren, behoudens toelating van de bevoegde overheid; deze bepaling is niet van toepassing op de sportdisciplines en spelen die in adequate installaties worden verricht, noch op darts of jeu-de-boules op andere plaatsen dan in de openbare ruimte; 2. gebruik maken van vuurwapens of wapens met samengeperste lucht, uitgezonderd in stands die daartoe een toelating hebben of in schietkramen op kermissen; 3. gebruik maken van vuurwerk, behoudens toelating van de bevoegde overheid; 4. klimmen op afsluitingen, in bomen, op palen, constructies of allerhande installaties; 5. gewelddadige of lawaaierige spelen of oefeningen doen; 6. allerhande werken verrichten, behoudens toelating van de bevoegde overheid; 7. artistieke prestaties leveren, behoudens toelating van de bevoegde overheid. Wapens, munitie of vuurwerk dat gebruikt werd in strijd met bovenvermelde bepalingen, worden in beslag genomen. Art. 37. Het is verboden op de openbare weg loterijen of kansspelen te plaatsen of te houden. Art. 38 Het is verboden voor ieder persoon die op de openbare weg een activiteit uitoefent, ongeacht of deze een toelating heeft gekregen: - de toegang tot openbare of private gebouwen te belemmeren; - vergezeld te zijn van een agressief dier; - zich dreigend op te stellen; - de doorgang van voorbijgangers te verhinderen; - deze activiteit op de rijweg uit te oefenen. Art. 39. Het gebruik van steps, rolschaatsen of skateboards is enkel toegelaten op voorwaarde dat de veiligheid van de voetgangers noch de vlotte doorgang in het gedrang wordt gebracht. De bevoegde overheid kan het echter verbieden op de plaatsen die zij bepaalt. Art. 40. Behoudens toelating van de bevoegde overheid is het verboden op de openbare weg en in openbare plaatsen: - inzamelingen en inzamelingen door middel van verkoop te houden; - te zorgen voor vermakelijkheden zoals fuiven, bals, tentoonstellingen, spektakels of feestelijke verlichting. De vergunningsaanvragen moeten minstens tien werkdagen voor de activiteit ingediend worden. Art. 41 Onverminderd de andere bij onderhavig reglement voorziene bepalingen mag niemand, ook niet tijdelijk, goederen uitstallen op de openbare weg zonder vergunning van de bevoegde overheid.

754

30.11.2005

Art. 42 De personen die optreden als omroeper, verkoper of verdeler van kranten, publicaties, tekeningen, gravures, advertenties en allerhande drukwerken in straten en andere openbare plaatsen, mogen zonder toelating geen materiaal gebruiken voor de uitoefening van die activiteit. De verdelers van kranten, documenten, tekeningen, gravures, advertenties en allerhande drukwerken dienen wat er door het publiek op de grond wordt gegooid, op te rapen. Het is verboden voor omroepers, verkopers of verdelers van kranten, documenten, drukwerken of reclame: - stapels kranten, documenten, enz. achter te laten op de openbare weg of op de drempel van deuren en vensterbanken van gebouwen; - stapels kranten, documenten, enz. achter te laten in verlaten gebouwen en niet genummerde brievenbussen. - reclame of drukwerk op voertuigen te bevestigen; - voorbijgangers aan te klampen, te volgen of lastig te vallen. Art.43. De personen, die zich toeleggen op iedere vorm van bedelarij, zelfs onder het mom van eender welke niet professionele dienst, mogen de openbare orde niet verstoren, noch de veiligheid, de openbare rust en de gezondheid in het gevaar brengen. Het is hun verboden om voorbijgangers en automobilisten lastig te vallen. Het is verboden om te bedelen op kruispunten en aan de zijkant ervan. De bedelaar mag niet vergezeld zijn door een agressief dier en hij mag geen enkel voorwerp tonen met de bedoeling om de aangesproken personen te intimideren. Het is eveneens verboden dat minderjarigen gebruikt worden om medelijden op te wekken bij de aangesproken personen. Art. 44. Het is verboden buiten de zalen voor spektakels of concerten en plaatsen voor sportbijeenkomsten of vermakelijkheden, de voorbiigangers op de openbare weg aan te klampen om hun inkomkaarten te koop aan te bieden of om hun uit te leggen hoe ze er zich kunnen aanschaffen. Het is eveneens verboden voor handelaars of restauranthouders alsook voor personen die ze tewerkstellen, cliënten aan te spreken of te roepen teneinde ze aan te sporen om naar hun zaak te komen. Art. 45. Het is verboden op welke manier dan ook ieder concert, spektakel, vermakelijkheden of bijeenkomsten op de openbare weg toegelaten door de gemeentelijke overheid, te storen. De toegang tot de scène is verboden voor ieder die er niet om dienstredenen hoeft te zijn. Het is verboden voor het publiek van zalen voor spektakels, feesten, concerten of sport: a) zich op de scène, piste of terrein te begeven zonder daar vanwege de artiesten, sportlui of organisatoren een uitnodiging of toelating voor te hebben gekregen, alsook zich toegang te verschaffen tot de private delen van het etablissement of degene die voor de artiesten of sportlui voorbehouden zijn; b) de artiesten te roepen of toe te schreeuwen of het spektakel, feest of concert op een andere manier te verstoren; c) voorwerpen op de balkons en leuningen te deponeren of eraan te bevestigen, die door hun val of op enige andere manier het publiek, de acteurs of de performers kunnen storen. Afdeling 4. Plaatsing van torenkranen Art. 46. Iedere plaatsing van een torenkraan op de openbare weg is onderworpen aan de toelating van de burgemeester. Onverminderd de reglementaire voorschriften inzake stedenbouw, leefmilieu en arbeidsbescherming, is het verplicht: 1. voor iedere ingebruikname van een torenkraan en telkens als het Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming het opmaken van een proces-verbaal van verificatie vereist, een fotokopie van dit document, opgesteld door een erkend organisme, op te sturen naar het college van burgemeester en schepenen, binnen een termijn van drie weken voor de montage of het opnieuw monteren; 2. dat ieder gebruik van de torenkraan onderworpen is aan de opstelling van een plan van de werkplaats, in twee exemplaren, met alle nuttige aanduidingen en kenmerken van het tuig, met inbegrip van de plaatsruimte en de draaicirkel van de arm;

755

30.11.2005 3. dat de torenkranen een stabiele basis hebben op de grond, om het omvallen ervan te vermijden. Toren-hijskranen moeten aan deze rails vastgemaakt worden en de rails moeten op hun beurt stevig in de grond verankerd worden om uitrukking te voorkomen; 4. dat de torenkraan, naarmate de bouw vordert, hetzij in het gebouw opgenomen wordt, hetzij degelijk op verschillende plaatsen vastgeankerd wordt; 5. dat de gebruikers alle gepaste maatregelen nemen opdat de stabiliteit van de torenkraan niet zou verminderen wanneer deze zich in draaistand bevindt; 6. dat de vervoerde materialen indien deze poedervormig of vloeibaar zijn of zich kunnen verspreiden, zouden opgeborgen worden in containers zodat er niets kan vallen op het openbaar domein, in de private eigendommen of binnen de met paalwerk omheinde ruimte. De omheining moet zo nodig op bevel van een overheidsbeambte verwijderd worden bij de dagelijkse sluiting van de werkplaats; 7. dat vóór de ingebruikname van de torenkraan op het politiecommissariaat een lijst wordt ingediend met de namen, adressen en telefoonnummers van de aannemer, de ingenieur of bevoegde technicus alsook een lid van het kraanpersoneel, die te allen tijde snel bereikt kunnen worden, zowel overdag als ’s nachts. Een kopie van deze lijst dient aan de buitenzijde van het kantoor van de werkplaats aangeplakt te worden. Afdeling 5. Privatieve ingebruikneming van de openbare weg Art. 47. §1. Behoudens toelating van de bevoegde overheid en onverminderd de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake stedenbouw is het volgende verboden: 1. Iedere privatieve bezetting van de openbare weg op het niveau van de begane grond, erboven of eronder, zoals een vastgehecht, opgehangen, geplaatst of achtergelaten voorwerp; het is in het bijzonder verboden de openbare ruimte te versperren door er materiaal, steigers of andere soortgelijke voorwerpen achter te laten: het is tevens verboden er putten te graven. 2. De installatie op hoge delen van gebouwen of tegen de gevels van huizen, van voorwerpen die gevaar kunnen veroorzaken door hun val of door schadelijke uitwasemingen, ook al steken ze niet uit over de openbare weg. Deze bepaling is niet van toepassing op de voorwerpen die geplaatst werden op vensterbanken en vastgehouden worden door een stevig bevestigde en niet uitstekende voorziening, evenals vlaggenstokken. §2. Onverminderd de bepalingen van artikel 80.2 van de wegcode mag geen enkel voorwerp, zelfs gedeeltelijk, de voorwerpen van openbaar nut waarvan de zichtbaarheid volledig moet verzekerd zijn, verbergen. Evenmin mag eender welk voorwerp, zelfs gedeeltelijk, de deuren of ramen van gebouwen langs de openbare weg verbergen. §3. De voorwerpen die in strijd met onderhavig artikel zijn geplaatst, vastgehecht of opgehangen, dienen op het eerste bevel van de bevoegde agenten verwijderd te worden. Zo niet zal daar ambtshalve toe worden overgegaan op kosten en risico van de overtreder. §4. Iedere persoon die de toelating gekregen heeft om materialen, steigers of andere soortgelijke voorwerpen op de openbare plaats te plaatsen of te bewaren, of er putten te graven, dient de verlichting van die plaatsen te verzekeren, zo niet zal daar door het bestuur toe overgegaan worden op kosten en risico van de overtreder. Art. 48. Indien om welke reden dan ook een persoon uit het huis dat hij/zij bewoont, wordt gedreven en diens meubels op de openbare weg worden gezet, moet deze persoon ze op het moment van de uitzetting verwijderen, zo niet zal daar door het bestuurtoe overgegaan worden op kosten en risico van de overtreder. Art. 49. De eigenaars of gebruikers van antennes geplaatst op daken of verhoogde gedeelten van gebouwen, dienen er regelmatig de stabiliteit van te controleren. Art. 50. Bomen en beplantingen in private eigendommen moeten zodanig gesnoeid worden dat iedere tak die over de openbare weg hangt, zich op minstens 2,50 m. hoogte van de grond bevindt en het uiteinde ervan zich op minstens 0,50 m. afstand van de rijweg bevindt. Indien bijzondere veiligheidsredenen dat vereisen, kunnen de bevoegde agenten andere afmetingen opleggen en de voorgeschreven werken dienen ten laatste acht dagen na de desbetreffende kennisgeving verricht te worden. Indien er aan onderhavige bepaling geen gevolg wordt gegeven,

756

30.11.2005 zullen de werken door het bestuur verricht worden op kosten en risico van de in gebreke blijvende partij. Art. 51. Het is verboden lange of omvangrijke voorwerpen van binnen een gebouw op de openbare weg te laten uitsteken zonder de nodige maatregelen te nemen om de veiligheid van de voorbijgangers te waarborgen. Dezelfde voorzorgsmaatregelen dienen in acht te worden genomen bij het openen van buitenblinden, beweegbare luiken of zonnegordijnen op het gelijkvloers als het gebouw langs de rooilijn aan de openbare weg staat. Wanneer de buitenblinden of beweegbare luiken open zijn, dienen ze met pallen of haken op hun plaats te worden gehouden. De pallen en haken op het gelijkvloers dienen zodanig vastgehecht te zijn dat ze de voorbijgangers niet kunnen verwonden of de veiligheid niet in het gedrang kunnen brengen. Art. 52. Ingangen van kelders en toegangen tot ondergrondse ruimten op de openbare weg mogen slechts geopend worden: - gedurende de tijd die nodig is voor de handelingen waarvoor de opening vereist is; - met inachtneming van alle maatregelen om de veiligheid van de voorbijgangers te waarborgen. Beide voorwaarden zijn cumulatief. Afdeling 6. Het gebruik van gevels van gebouwen Art. 53. Iedere eigenaar van een gebouw is verplicht het door de gemeente toegekende huisnummer goed zichtbaar aan de straatkant aan te brengen. Het is verboden op welke manier dan ook de toegekende huisnummers en straatnaamborden te verbergen, af te rukken, te beschadigen of te doen verdwijnen. In geval van wijziging van nummer dient het oude nummer met een zwarte streep te worden doorstreept en mag het maximaal twee jaar behouden blijven vanaf de kennisgeving terzake door het bestuur. Als werken aan het gebouw de verwijdering van het huisnummer vereisen, dient dit nummer ten laatste acht dagen na de beëindiging van de werken te worden hersteld. Art. 54. De eigenaars, vruchtgebruikers, huurders, bewoners of om het even welke verantwoordelijken van een gebouw dienen, zonder dat dit voor hen enige schadeloosstelling teweegbrengt, op de gevel of topgevel van hun gebouw, ook wanneer dit zich buiten de rooilijn bevindt, en in dit geval eventueel langs de straatkant, het aanbrengen toe te staan van: 1° een plaat met de aanduiding van de straatnaam van het gebouw; 2° alle verkeerstekens. Art. 55. De eigenaars, huurders, bewoners of verantwoordelijken van een gebouw moeten zich ervan verzekeren dat bovengenoemde zaken, alsook de installaties en apparaten waarmee ze uitgerust zijn, zich in perfecte staat van bewaring, onderhoud en werking bevinden, opdat ze de openbare veiligheid niet in het gedrang zouden brengen. Afdeling 7. Algemene maatregelen ter voorkoming van schendingen van de openbare veiligheid Art. 56. Het is verboden de geluidssignalen van de brandweer, de lokale of federale politie en andere hulpdiensten of dringende interventies te imiteren Art. 57. Iedere bedrieglijke hulpoproep of bedrieglijk gebruik van een telefoonpaal of signalisatietoestel bestemd om de veiligheid van de gebruikers te verzekeren, is verboden. Art. 58. Onbevoegde personen mogen niet binnendringen in voor het publiek niet toegankelijke constructies of installaties van openbaar nut. Personen die daar door het gemeentebestuur niet toe werden gemandateerd, mogen geen kranen van leidingen of kanaliseringen, schakelaars van de openbare verlichting, openbare uurwerken,

757

30.11.2005 signalisatieapparaten, noch uitrustingen voor telecommunicatie bedienen die zich op of onder de openbare weg of in openbare gebouwen bevinden. Art. 59. Iedere persoon die door het bestuur aangemaand wordt bouwwerken die dreigen in te storten, te herstellen of af te breken, dient daar onverwijld toe over te gaan; zo niet zal daar door het bestuur toe overgegaan worden op kosten en risico van de overtreder. Art. 60. Het is verboden gazon, aarde, stenen of materialen te verwijderen op plaatsen die tot het openbaar domein van de gemeente behoren, zonder daartoe de toelating te hebben gekregen. Afdeling 8. Brandpreventie Art. 61. Zodra er brand uitbreekt dienen de personen die het vastgesteld hebben, dit onmiddellijk te melden, hetzij op het politiekantoor, hetzij bij de dichtstbijzijnde brandweerdienst, hetzij op het centraal noodoproepnummer. Art. 62. De personen die zich bevinden in een gebouw waarin brand is uitgebroken, alsook in de omringende gebouwen moeten: 1. onmiddellijk gevolg geven aan de bevelen van brandweer, burgerbescherming, politie of andere openbare diensten waarvan de tussenkomst vereist is om het onheil te bestrijden; 2. de toegang tot hun gebouw mogelijk maken; 3. het gebruik van waterpunten en alle middelen om de brand te bestrijden waarover ze beschikken mogelijk maken. Art. 63. Zijn verboden op de openbare weg en in voor het publiek toegankelijke plaatsen: het parkeren van voertuigen en het plaatsen, zelfs tijdelijk, van zaken die het vinden, de toegang tot of het gebruik van waterbronnen voor het blussen van branden kunnen verhinderen of storen. Art. 64. Het is verboden de signalen voor identificatie of het vinden van waterbronnen voor het blussen van branden te beschadigen, te verbergen of te laten verbergen. Art. 65. De brandkranen, deksels of luiken die de kamers met brandkranen en putten afsluiten, moeten steeds vrij, goed zichtbaar en gemakkelijk bereikbaar zijn. Art. 66. Wanneer een evenement zoals een fuif, een dansfeest of elke andere bijeenkomst georganiseerd wordt in een voor het publiek toegankelijke plaats waarvan de organisatoren niet kunnen bewijzen dat de plaats beantwoordt aan de veiligheidsvoorschriften, met name in toepassing van de regelgeving inzake brandveiligheid, kan de burgemeester het evenement verbieden en kan de politie in voorkomend geval het etablissement doen evacueren en sluiten. Afdeling 9. Bijzondere bepalingen die in acht dienen te worden genomen bij sneeuw of vrieskou Art. 67. De met sneeuw of ijzel bedekte trottoirs moeten vrijgemaakt of slipvrij gemaakt worden over tweederden van hun breedte, met een minimum van 1,50 m. De sneeuw moet aan de rand van het trottoir opgehoopt worden en mag niet op de rijweg gegooid worden. De rioolkolken en straatgoten moeten vrij blijven. Dit moet gedaan worden door de in artikel 12 van onderhavig reglement beoogde personen, volgens de erin vastgelegde bepalingen. Art. 68. IJskegels die zich vormen aan verheven delen van gebouwen die over de openbare weg uitsteken, dienen verwijderd te worden. Deze verplichting geldt voor de in artikel 12 van onderhavig reglement beoogde personen, volgens de erin vastgelegde bepalingen. Art. 69. Het is verboden op de openbare weg: - water te gieten of te laten vloeien bij vriesweer; - glijbanen aan te leggen;

758

30.11.2005 - sneeuw of ijs te storten dat afkomstig is van privé-eigendommen. Art. 70. Het strooien van zand of andere producten met het oog op het doen smelten van sneeuw of ijs op de treden van buitentrappen, op trottoirs of op de openbare weg, ontheft de personen die daartoe overgaan niet van hun verplichting tot onderhoud van trottoirs, overeenkomstig artikel 12 en 68 van onderhavig reglement. Art. 71. Behoudens toelating, is het verboden zich op het ijs te begeven van kanalen, waterbekkens, waterlopen en vijvers. Afdeling 10. Ontspanningsactiviteiten en –plaatsen Art. 72. § 1. De toestellen ter beschikking gesteld van het publiek op gemeentelijke speelterreinen of speeltuinen moeten zo gebruikt worden dat de openbare veiligheid en rust niet in het gedrang komen. Kinderen onder de zeven jaar dienen vergezeld te zijn van een van hun ouders of de persoon aan wiens hoede ze werden toevertrouwd. § 2. De gemeente is niet aansprakelijk voor gebeurlijke ongevallen op een gemeentelijk speelterrein. Afdeling 11. Van het gedrag op de openbare weg. Art. 73. Er mogen geen meubels of andere goederen geladen of gelost worden tussen 22 en 7 uur, behoudens door de bevoegde overheid afgeleverde toelating. Bij het vervoeren, hanteren, laden en lossen van voorwerpen op de openbare weg moet erover gewaakt worden dat de voetgangers niet verplicht worden het trottoir te verlaten, dat ze zich niet stoten of worden verwond, dat noch de veiligheid noch de vlotte doorgang, noch de openbare rust in het gedrang komen. Art. 74. Het is de klanten van grote winkelcentra verboden winkelkarren op de openbare weg achter te laten. De uitbaters van grote winkelcentra zijn verplicht alle nodige maatregelen te nemen die de naleving van deze bepaling vrijwaren; bovendien zijn ze verplicht de identificatie van de winkelkarren te vrijwaren. HOOFSTUK IV – DE OPENBARE RUST Art. 75. Het is verboden tussen 22 en 7 uur lawaai of rumoer te veroorzaken dat de rust van de omwonenden verhindert. Art. 76. Het hanteren, laden of lossen van materialen, toestellen of voorwerpen die geluiden kunnen voortbrengen, zoals platen, bladen, baren, dozen, vaten of metalen of andere recipiënten, vallen onder de volgende principes: 1. deze voorwerpen dienen gedragen te worden en niet gesleept, geplaatst en niet geworpen; 2. als deze voorwerpen omwille van hun afmetingen of hun gewicht niet gedragen kunnen worden, dienen ze uitgerust te zijn van een voorziening waardoor ze geluidloos verplaatst kunnen worden. Art. 77. Behoudens toelating van de Burgemeester zijn volgende zaken verboden op de openbare weg: 1. Stem-, instrumentale of muzikale audities; 2. het gebruik van luidsprekers, versterkers of andere apparaten die geluidsgolven produceren of reproduceren; 3. kermisparades en –muziek. Art. 78. Het is verboden om het gezicht te verhullen, zich vermomd, geschminkt of verkleed te bevinden op de openbare weg of in plaatsen toegankelijk voor het publiek uitgezonderd : 1° op Vastenavond, de zondag die eraan voorafgaat, de zondag die erop volgt, en de zondag die volgt op de donderdag van Halfvasten; 2° de deelnemers aan een toegestane historische, folkloristische of camavalstoet 3° tijdens een gemaskerd bal Behoudens toelating is het dragen van een masker verboden.

759

30.11.2005 Art. 79. Onverminderd de wetten, besluiten en reglementen betreffende de geluidshinder, mag de intensiteit van geluidsgolven geproduceerd in private eigendommen of in voertuigen die zich op de openbare weg bevinden, als ze hoorbaar zijn op de openbare weg, het niveau van het straatgeluid niet overschrijden. De overtredingen tegen onderhavige bepaling die aan boord van de voertuigen worden begaan, worden verondersteld door de bestuurder te zijn begaan. Art. 80. De alarmsystemen die ofwel gebouwen of voertuigen uitrusten, mogen in geen enkel geval door hun onophoudelijk afgaan de buurt storen. Bij gebrek aan ieder verantwoordelijke persoon die binnen de tien minuten een einde kan stellen aan deze hinder, mogen de politiediensten de nodige maatregelen nemen om een einde te stellen aan deze hinder, op kosten en risico van de overtreder. Onder verantwoordelijke personen verstaat men: - voor de voertuigen: de eigenaar of ieder rechthebbende - voor de gebouwen: de eigenaar of de personen geviseerd door artikel 12 van dit reglement. Art. 81. Het is verboden aan deuren aan te bellen of te kloppen met als doel de bewoners te storen. Art. 82. § 1. De bepalingen van onderhavig artikel zijn van toepassing op de etablissementen die gewoonlijk voor het publiek toegankelijk zijn, ook al is het er slechts onder bepaalde voorwaarden toegelaten. § 2. Onverminderd de wettelijke bepalingen betreffende de strijd tegen geluidshinder, mag geluid binnen de voor het publiek toegankelijke etablissementen, zowel overdag als 's nachts, het niveau van het straatlawaai niet overschrijden als het hoorbaar is op de openbare weg. § 3. Het is verboden voor uitbaters van voor het publiek toegankelijke etablissementen, café-, cabaret, restauranthouders en uitbaters van danszalen en algemeen degenen die wijn, bier of andere dranken verkopen, hun etablissement te sluiten zolang er zich een of meer cliënten bevinden. § 4. De politie kan de voor het publiek toegankelijke etablissementen doen evacueren en sluiten als wanorde of lawaai wordt vastgesteld die de openbare rust of de rust van de omwonenden kan storen. Als de wanorde of het lawaai blijft aanhouden, kan de burgemeester iedere maatregel nemen die hij nuttig acht om een einde te stellen aan de storing, meer bepaald door de gedeeltelijke of volledige sluiting van het etablissement te bevelen gedurende de uren en voor de duur die hij bepaalt. Art. 83. Het is verboden buiten de zones waar het door de Burgemeester toegelaten is, bezig te zijn met op afstand bestuurde modelvliegtuigen, -boten of -wagens. Het door deze apparaten voortgebrachte geluid mag in geen geval de openbare rust verstoren. Art. 84. Elke openbare vergadering, die plaatsheeft in een zaal met een minimumcapaciteit van honderdvijftig personen, moet minstens 48 uur op voorhand aan de burgemeester ter kennis worden gebracht. HOOFDSTUK V – DE GROENE RUIMTEN Art. 85. In de zin van onderhavig hoofdstuk verstaat men onder groene ruimten de openbare plantsoenen, parken, tuinen en alle stukken van de openbare ruimte buiten de rijbaan, die openstaan voor het verkeer van personen en in hoofdorde bestemd zijn voor wandelen of ontspanning. Art. 86. Onderhavig hoofdstuk is van toepassing op alle gebruikers van de groene ruimten. Het wordt aangeplakt op een of meer ingangen van groene ruimten. Art. 87. De openingsuren van de groene ruimten zijn aangeplakt op een of meer ingangen. De bevoegde overheid kan er indien nodig de sluiting van bevelen. Art. 88. Niemand mag zich toegang verschaffen tot groene ruimten buiten de openingsuren of in geval van de in artikel 88, tweede lid, beoogde sluiting. Art. 89. Niemand mag in de groene ruimten overgaan tot spelen die de gebruikers kunnen hinderen of de rust van de plaats of van de bezoekers kunnen verstoren. Art. 90. Behoudens door de bevoegde overheid afgegeven toelating mag geen enkel motorvoertuig in groene ruimten circuleren.

760

30.11.2005

Art. 91. Niet-gemotoriseerde voertuigen, fietsen, steps, skateboards en rolschaatsen zijn verboden in groene ruimten, met uitzondering van kinderwagens en rolstoelen voor mindervaliden, alsook fietsen bestuurd door kinderen jonger dan 11 jaar en in de mate dat hun gedrag de veiligheid van de andere gebruikers niet in het gedrang brengt. Fietsen, steps, skateboards en rolschaatsen mogen gebruikt worden op de daartoe bestemde plaatsen. Art. 92. Het is verboden vuur te maken in groene ruimten, behalve op de daartoe ingerichte plaatsen. Art. 93. Het is verboden in groene ruimten reclameborden of –affiches te plaatsen of andere commerciële reclamemiddelen te gebruiken zonder toelating van de bevoegde overheid. Art. 94. § 1. Het is verboden dieren binnen te brengen in speelterreinen. § 2. Behoudens toelating van de bevoegde overheid is het verboden gevaarlijke dieren of omvangrijke voorwerpen in groene ruimten binnen te brengen. § 3. Dieren moeten met alle gepaste middelen vastgehouden worden, minstens met een korte leiband. Dieren waarover men de hoede heeft, mogen hun uitwerpselen enkel in de speciaal daartoe ingerichte plaatsen achterlaten. § 4. Behoudens toelating, is het verboden in groente ruimten voedsel voor zwervende dieren of duiven achter te laten, neer te leggen of te werpen. §5. Het is verboden om binnen de groene ruimten dieren te nemen, te doden, te verwonden of op stang te jagen, alsook nesten of eieren van vogels te vernietigen. Art. 95. Het is verboden te vissen zonder toelating. Art. 96. Behoudens toelating, is het in groene ruimten verboden te kamperen in een tent of in een voertuig. Art. 97. Het is verboden de plaatsen die voor welbepaalde spelen of sporten voorbehouden zijn, voor andere spelen of sporten of voor andere doeleinden te gebruiken. Art. 98. Het is verboden op welke manier dan ook door eigen toedoen of door toedoen van personen, dieren of zaken waarover men de hoede of toezicht heeft, de groene ruimten te vervuilen. Het is verboden het ijs dat gevormd is op het water in groene ruimten, te vervuilen door er voorwerpen, substanties of dode of levende dieren op te werpen of te gieten. Het is verboden te baden in het water van groene ruimten of er wat dan ook in te wassen of onder te dompelen. Art. 99. Het is verboden knoppen en bloemen of planten te verwijderen. Het is verboden bomen te verminken, schudden of ontschorsen; takken, bloemen of andere planten af te rukken of af te snijden; palen of andere voorwerpen voor de bescherming van aanplantingen uit te rukken; wegen en dreven te beschadigen; zich te begeven in bloemperken en -tapijten, ze te vernietigen of te beschadigen en in bomen te klimmen. Art. 100. § 1.De toegang tot de grasperken is verboden voor alle personen en dieren voor zover dit verbod door specifieke panelen is aangeduid. §2. De toegang is toegestaan: - hetzij voor personen en uitsluitend voor het wandelen, - hetzij voor personen die er ook balspelen mogen doen, in die mate dat dit de veiligheid en de rust van de andere gebruikers niet in het gedrang brengt - hetzij om er aan boogschieten te doen. De organisatoren dienen alle nodige maatregelen te nemen om de veiligheid van de beoefenaars, de toeschouwers en de voorbijgangers te waarborgen. § 3. De toegang tot de grasperken gebeurt op verantwoordelijkheid van de gebruikers. § 4. Het college van burgemeester en schepenen kan op advies van de technische dienst van de groene ruimten afwijken van onderhavig artikel voor de organisatie van uitzonderlijke evenementen.

761

30.11.2005

HOOFDSTUK VI – DIEREN Art. 101. Het is verboden op de openbare weg: 1. eender welk dier te laten rondzwerven; rondzwervende dieren dienen geplaatst te worden overeenkomstig artikel 9 van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren; 2. dieren achter te laten in een geparkeerd voertuig als dat een gevaar of ongemak kan opleveren voor personen of voor de dieren zelf; deze bepaling is ook van toepassing in openbare parkings; 3. agressieve dieren of dieren die personen of andere dieren kunnen bijten, of dieren met besmettelijke ziekten bij zich te hebben, als ze geen muilband dragen; deze bepaling is ook van toepassing in voor het publiek toegankelijke plaatsen; 4. dieren bij zich te hebben waarvan het aantal, het gedrag of de gezondheidstoestand de openbare veiligheid of gezondheid in het gedrang zouden kunnen brengen; 5. een hond op te winden om aan te vallen of agressief te worden, of hem voorbijgangers of andere huisdieren te laten of doen aanvallen of achtervolgen, ook al brengt dat geen enkel kwaad of schade teweeg. Art. 102. Behoudens toelating is het africhten van een dier in de openbare ruimte verboden. Deze bepaling is niet van toepassing op de africhting van dieren door de politiediensten. Art. 103. De dieren moeten met alle middelen beheerst en vastgehouden worden, en minstens met een korte leiband, op iedere plaats van de openbare weg, met inbegrip in galerijen en doorgangen op voor het publiek toegankelijk privé-gebied. Art. 104. De eigenaars van dieren of de personen die, al is het maar occasioneel op de dieren letten, dienen erover te waken dat deze dieren: - de omstanders op geen enkele manier storen; - de aanplantingen of andere voorwerpen in de openbare ruimte niet beschadigen. - geen ongelijk veroorzaken aan andere dieren. Art. 105. Overeenkomstig artikel 7 van onderhavig reglement zijn de personen die een hond begeleiden, verplicht te zorgen voor de opruiming van de uitwerpselen van de hond op de openbare weg, met inbegrip van plantsoenen, parken, groene ruimten van lanen en openbare tuinen, met uitzondering van de speciaal daartoe ingerichte plaatsen. Deze personen dienen de uitwerpselen van hun hond te verwijderen: - hetzij door middel van een plastic zakje, in voorkomend geval op verschillende plaatsen van de gemeente ter beschikking gesteld in automatische verdeelmachines, en volgens de erop beschreven werkwijze; - hetzij op een andere gepaste manier. Art. 106. Het is verboden op de openbare weg voertuigen en andere machines te doen bewaken door honden, ook al zijn deze vastgebonden of in het voertuig geplaatst. Art. 107. Het is verboden een dier binnen te brengen in de voor het publiek toegankelijke etablissementen waartoe dat dier geen toegang heeft, hetzij op basis van een intern reglement dat aan de ingang uithangt, hetzij door borden of pictogrammen die dat duidelijk maken, dit alles onverminderd de wettelijke en reglementaire bepalingen betreffende de hygiëne van de lokalen en de personen in de voedingssector.

HOOFDSTUK VII - AMBULANTE HANDEL Art. 108. Het college van burgemeester en schepen bepaalt de staanplaatsen die voorbehouden zijn voor de uitoefening van ambulante handel. Deze plaatsen mogen enkel bezet worden met de toelating van de burgemeester, volgens de door de gemeente vastgestelde procedure.

762

30.11.2005

Art. 109. Personen die hun beroep uitoefenen op de overeenkomstig de bepalingen van voorgaand artikel ingenomen staanplaatsen, mogen er hun aanwezigheid niet aankondigen door geroepen of gesproken boodschappen of met andere middelen. Art. 110. De handelaars die hun activiteit met behulp van een voertuig uitoefenen, mogen de openbare veiligheid en de vlotte doorgang, de openbare rust, netheid en gezondheid niet in het gedrang brengen. Onverminderd artikel 33 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemene regeling van de politie op het wegverkeer mogen deze handelaars, om het cliënteel van hun komst te verwittigen, geen gebruik maken van geluidsmiddelen die de openbare rust kunnen verstoren. Art. 111. § 1. Het is verboden: 1. een kermis te organiseren of zich als foorkramer te vestigen op een voor het publiek toegankelijk privaat terrein zonder toelating van de bevoegde overheid; 2. een kermisattractie te installeren of de installatie ervan op te slaan buiten de voorziene plaatsen en data voor iedere kermis of foor, hetzij bij het overeenkomstige lastenboek, hetzij bij de bevoegde overheid, alsook in de gevallen dat deze laatste de intrekking van de concessie of de toelating beveelt; 3. voor de uitbaters hun voertuigen elders te plaatsen dan op de door het bestuur aangeduide plaatsen. De kermisattracties en de voertuigen geplaatst in overtreding met onderhavige bepaling moeten verplaatst worden bij het eerste politiebevel. Bij ontstentenis zal het bestuur ertoe overgaan op kosten en risico van de overtreder. HOOFSTUK VIII – SLOTBEPALIGEN Afdeling 1 Strafbepalingen Art. 112. De inbreuken op de bepalingen van onderhavig reglement en op de uitvoeringsbesluiten ervan, niet gesanctioneerd door de wet of krachtens een wet, zullen gestraft worden met een gevangenisstraf van minstens een dag en hoogstens zeven dagen, alsook met een geldboete van minstens “een frank” en hoogstens “vijfentwintig frank” of met een van die straffen alleen. Naast de straf zal de politierechtbank – als er aanleiding toe bestaat – beslissen dat de overtreding binnen de door het vonnis vastgestelde termijn hersteld moet worden en zal ze bepalen dat, als de beslissing niet ten uitvoer gebracht wordt, het gemeentebestuur hiervoor zal zorgen op de kosten van de overtreder : deze laatste zal krachtens hetzelfde vonnis gedwongen kunnen worden de uitgave terug te betalen gewoon op grond van een door het college van burgemeester en schepenen opgemaakte staat, dit alles zonder afbreuk te doen aan de fiscale bijdragen die eventueel van toepassing zijn. Het algemeen politiereglement treedt in werking de vijfde dag volgend op de dag van bekendmaking door aanplakbrief en zal van toepassing zijn op alle inbreuken die sinds deze datum op het grondgebied van de gemeente Schaarbeek worden gepleegd. Het algemeen politiereglement dat werd aangenomen door de Gemeenteraad op 24 maart 19986 en gewijzigd op 4 september 1986, 30 januari 1992 en 16 maart 1994 wordt opgeheven.

INFRASTRUCTURE -=- INFRASTRUCTUUR Bâtiments -=- Gebouwen Ordre du jour n°33 -=- Agenda nr 33 Démolition et reconstruction du mur mitoyen entre les immeubles 49 et 51 rue Docteur Elie Lambotte - Marché de travaux - Mode de passation et fixation des conditions du marché

763

30.11.2005 Afbreken en heropbouwen van een gemeenschappelijke muur tussen de gebouwen 49 en 51 Dokter Elie Lambottestraat - Werkenopdracht - Wijze van gunnen en vaststelling van de opdrachtvoorwaarden DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen LE CONSEIL COMMUNAL Vu les articles 234 et 236 de la nouvelle loi communale ; Vu la loi du 24 décembre 1993- en particulier son article 17 § 2, 1° a - relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services, telle qu’elle a été modifiée à ce jour; Vu l’arrêté royal du 8 janvier 1996 relatif aux marchés publics de travaux, de fournitures et de services et aux concessions de travaux publics, tel qu’il a été modifié à ce jour; Vu l’arrêté royal du 26 septembre 1996 établissant les règles générales d’exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics, tel qu’il a été modifié à ce jour; Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale; Vu l’ordonnance du 17 juillet 2003 - en particulier son article 27 - modifiant la nouvelle loi communale; Considérant que le mur mitoyen si entre les n° 49 et 51 de la rue Elie Lambotte penche vers l’immeuble 49 ; Considérant que la parcelle située au 51 de la rue Elie Lambotte est une parcelle communale de coin non bâtie ; Considérant que le mur provoque des problèmes d’ouverture et de fermeture de porte chez le propriétaire du 49 rue Elie Lambotte et ce, compte tenu de la poussée des terres du fonds communal vers la parcelle de l’immeuble 49 ; Considérant que ce mur provoque un danger ; Vu le projet de démolition et de reconstruction du mur mitoyen établi par les services communaux ; Considérant que ces travaux seraient confiés à une entreprise privée ; Considérant que la répartition des frais liés à l’entreprise serait de 50 % à charge du propriétaire de l’immeuble du 49 rue Elie Lambotte et 50% à charge de la commune Considérant que les travaux de terrassements ( déblais et remblais) seraient à charge de la commune ; Considérant que la commune serait le maître d’ouvrage dans cette entreprise ; Considérant que la commune s’acquitterait, dans un premier temps, du paiement de la totalité des travaux, dans un second temps, elle réclamerait au propriétaire la somme qui lui est due ; DECIDE : par appel nominal, à l'unanimité 1. d’approuver le projet de démolition et reconstruction du mur mitoyen sis entre les immeubles 49 et 51 de la rue Elie Lambotte 2. de passer le marché par procédure négociée sans publicité, après consultation d’au moins trois firmes spécialisées aux conditions reprises dans le cahier spécial des charges 05/93; 3. d'imputer la dépense, estimée à 15.000 euro - T.V.A. incluse, à l'article 124/724IN-60/51 du budget extraordinaire pour 2005; 4. De financer la dépense par un emprunt DE GEMEENTERAAD Gelet op de artikelen 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet. Gelet op de wet van 24 december 1993 – inzonderheid artikel 17 § 2, 1° a - betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, zoals zij tot op heden werd gewijzigd; Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, zoals het tot op heden werd gewijzigd; Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, zoals het tot op heden werd gewijzigd;

764

30.11.2005 Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals zij tot op heden werd gewijzigd; Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 - inzonderheid artikel 27 – betreffende de wijziging van de nieuwe gemeentewet; Overwegende dat de gemeenschappelijke muur tussen de nrs. 49 en 51 van de Elie Lambottestraat overhelt naar het gebouw 49; Overwegende dat het perceel gelegen nr. 51 van de Elie Lambottestraat een onbebouwd gemeentelijk hoekperceel is; Overwegende dat de muur problemen veroorzaakt bij het openen en sluiten van de deur bij de eigenaar van nr. 49 van de Elie Lambottestraat en dit, rekening houdend met de druk van de gemeentegrond naar het perceel van het gebouw op nr. 49 toe; Overwegende dat deze muur een gevaar betekent; Gelet op het ontwerp voor afbraak en heropbouw van de gemeenschappelijke muur, opgemaakt door de gemeentediensten; Overwegende dat deze werken zouden worden toevertrouwd aan een privé-onderneming; Overwegende dat de verdeling van de kosten verbonden aan de aanneming voor 50 % ten laste zijn van de eigenaar van het gebouw op nr. 49 van de Elie Lambottestraat en 50 % ten laste van de gemeente; Overwegende dat de grondwerken (uitgravingen en ophogingen) ten laste van de gemeente zouden vallen; Overwegende dat de gemeente bouwheer zou zijn voor deze aanneming; Overwegende dat de gemeente in eerste instantie zou instaan voor de betaling van de totaliteit van de werken en zij vervolgens de som ten laste van de eigenaar zou invorderen; BESLUIT bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen 1. het ontwerp goed te keuren voor afbraak en heropbouw van de gemeenschappelijke muur tussen de gebouwen 49 en 51 van de Elie Lambottestraat; 2. de opdracht te gunnen bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, na raadpleging van minstens drie gespecialiseerde firma’s aan de voorwaarden vermeld in het bijzondere bestek 05/93 ; 3. de uitgave geraamd op 15.000 €, BTW inbegrepen, aan te rekenen op het krediet ingeschreven op artikel 124/724-IN-60/51 van de buitengewone begroting over 2005; 4. de uitgave te financieren met een lening.

ORdre du jour n°34 -=- Agenda nr 34 Maison des Arts - Chaussée de Haecht, 147 - Aménagement d’un dispositif d’exposition Ratification de la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins arrêtant le mode de passation et fixant les conditions du marché Huis der Kunsten - Haachtsesteenweg, 147 - Inrichting van een tentoonstellingshulpmiddel Bekrachtiging van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen die de wijze van gunnen en de opdrachtvoorwaarden vaststelt DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen LE CONSEIL COMMUNAL Vu les articles 234 et 236 de la nouvelle loi communale ; Vu la loi du 24 décembre 1993- en particulier son article 17 § 2, 1° a - relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services, telle qu’elle a été modifiée à ce jour; Vu l’arrêté royal du 8 janvier 1996 relatif aux marchés publics de travaux, de fournitures et de services et aux concessions de travaux publics, tel qu’il a été modifié à ce jour; Vu l’arrêté royal du 26 septembre 1996 établissant les règles générales d’exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics, tel qu’il a été modifié à ce jour; Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, telle qu’elle a été modifiée à ce jour;

765

30.11.2005 Vu l’ordonnance du 17 juillet 2003 - en particulier son article 27 - modifiant la nouvelle loi communale ; Vu la délibération du 21 juin 2005 par laquelle le conseil communal approuve le mode de passation et les conditions du marché d’étude relatif au réaménagement du mobilier d’exposition de la Maison des Arts ; Vu le cahier spécial des charges n° 05/81 qui prévoit principalement la fourniture et le placement de caissons d’exposition et d’appareils d’éclairage mobiles Vu la décision du 25 octobre 2005 par laquelle le Collège des Bourgmestre et Echevins décide : 1. de passer le marché par procédure négociée sans publicité , après consultation de trois firmes 2. de fixer les conditions du marché; 3. D’imputer la dépense, estimée à 68.000 €, TVA incluse, à l’article 771/724-IN-60/51 du budget extraordinaire de 2005; 4. De financer la dépense par un emprunt. RATIFIE par appel nominal, à l'unanimité La décision précitée du Collège des Bourgmestre et Echevins du 25 octobre 2005. DE GEMEENTERAAD Gelet op de artikelen 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet. Gelet op de wet van 24 december 1993 – inzonderheid artikel 17 § 2, 1° a - betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, zoals zij tot op heden werd gewijzigd. Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, zoals het tot op heden werd gewijzigd. Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, zoals het tot op heden werd gewijzigd. Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals zij tot op heden werd gewijzigd. Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 – inzonderheid artikel 27 – betreffende de wijziging van de nieuwe gemeentewet. Gelet op het besluit van 21 juni 2005 van de gemeenteraad houdende goedkeuring van de gunningswijze en de voorwaarden voor de studieopdracht betreffende de reorganisatie van het tentoonstellingsmeubilair van het Kunsthuis. Gelet op het bestek nr. 05/81 dat voornamelijk voorziet in de levering en de plaatsing van tentoonstellingspanelen en verplaatsbare verlichtingstoestellen. Gelet op de beslissing van 25 oktober 2005 waarbij het College van Burgemeester en Schepenen besluit : 1. de overeenkomst te gunnen via een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, na raadpleging van drie firma's. 2. de voorwaarden van de overeenkomst vast te leggen. 3. de uitgave, geraamd op 68.000 €- BTW inbegrepen, aan te rekenen op artikel 771/724-IN-60/51 van de buitengewone begroting over 2005. 4. de uitgave te financieren met een lening. BEKRACHTIGT bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen De bovengenoemde beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 25 oktober 2005

Ordre du jour n°35 -=- Agenda nr 35 Immeuble 43, rue Navez - Maison de quartier - Rénovation du rez-de-chaussée Renouvellement de l’installation électrique et travaux annexes - Travaux financés par le Fonds Sommets Européens - Ratification de la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins arrêtant le mode de passation et fixant les conditions du marché Gebouw gelegen 43, Navezstraat - Wijkhuis - Vernieuwing van het gelijkvloers - Vernieuwing van de elektrische installaties en bijkomende werken - Werken gefinancierd door het Fonds Europese Toppen - Bekrachtiging van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen die de wijze van gunnen en de opdrachtvoorwaarden vaststelt

766

30.11.2005

DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen LE CONSEIL COMMUNAL Vu les articles 234 et 236 de la nouvelle loi communale ; Vu la loi du 24 décembre 1993 - en particulier son article 17 § 2, 1° a - relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services, telle qu’elle a été modifiée à ce jour; Vu l’arrêté royal du 8 janvier 1996 relatif aux marchés publics de travaux, de fournitures et de services et aux concessions de travaux publics, tel qu’il a été modifié à ce jour; Vu l’arrêté royal du 26 septembre 1996 établissant les règles générales d’exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics, tel qu’il a été modifié à ce jour; Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, telle qu’elle a été modifiée à ce jour; Vu l’ordonnance du 17 juillet 2003 - en particulier son article 27 - modifiant la nouvelle loi communale ; Vu l’arrêté royal du 1er décembre 2003 déterminant les conditions auxquelles les communes doivent satisfaire pour bénéficier d’une allocation financière dans le cadre d’une convention relative à la prévention de la criminalité lors des sommets européens et autre initiatives liées à la fonction internationale de la ville de Bruxelles et des communes de la Région de Bruxelles-Capitale ; Vu l’arrêté royal du 1er septembre 2004 – modifié par l’arrêté royal du 19 juillet 2005 – accordant une aide financière aux communes de la Région de Bruxelles –Capitale afin de couvrir les dépenses liées à la prévention de la criminalité dans le cadre des sommets européens et autres initiatives liées à la fonction internationale de la ville de Bruxeles et des communes de la Région de Bruxelles-Capitale ; Considérant que l’immeuble sis 43 rue Navez a fait l’objet d’une rénovation lourde en 2001-2002 pour abriter une maison de quartier; Considérant que la zone arrière et le rez-de-chaussée, qui abritaient une salle de sports, font désormais partie de l’ensemble et doivent à leur tour être rénovés; Vu le cahier spécial des charges n°05/83 qui prévoit le renouvellement de l’installation électrique, le remplacement des planchers et divers parachèvements; Considérant que ces travaux seraient entièrement financés par le fonds ‘sommets européens’ et que le crédit nécessaire – soit 80.000 € - est inscrit à l’article 842/724-SS-60/74 du budget extraordinaire 2005 ; Vu la décision du 22 novembre 2005 par laquelle le Collège des Bourgmestre et Echevins décide : 1. D’approuver le mode de passation du marché : procédure négociée sans publicité après consultation de trois firmes 2. De fixer les conditions du marché telles que reprises au plan et dans le cahier spécial des charges n° 05/83 3. De financer intégralement la dépense par les subsides du fonds ’Sommets européens » RATIFIE : par appel nominal, à l'unanimité La décision précitée du Collège des Bourgmestre et Echevins du 22 novembre 2005 DE GEMEENTERAAD Gelet op de artikelen 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet. Gelet op de wet van 24 december 1993 – inzonderheid artikel 17 § 2, 1° a - betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, zoals zij tot op heden werd gewijzigd; Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, zoals het tot op heden werd gewijzigd; Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, zoals het tot op heden werd gewijzigd; Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zoals zij tot op heden werd gewijzigd;

767

30.11.2005 Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 - inzonderheid artikel 27 – betreffende de wijziging van de nieuwe gemeentewet; Gelet op het koninklijk besluit van 1 december 2003 houdende de voorwaarden waaraan de gemeenten moeten voldoen om een financiële tussenkomst te kunnen genieten in het kader van een overeenkomst betreffende de preventie van de criminaliteit gedurende de Europese Toppen en andere initiatieven die gepaard gaan met de internationale functie van de stad Brussel en de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; Gelet op het koninklijk besluit van 1 september 2004 – gewijzigd door het koninklijk besluit van 19 juli 2005 - tot toekenning van een financiële tussenkomst aan de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest teneinde de uitgaven gekoppeld aan de preventie van de criminaliteit in het kader van de Europese toppen en andere initiatieven die gepaard gaan met de internationale functie van de stad Brussel en van de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te dekken Overwegende dat er in het gebouw, gelegen 43 Navezstraat belangrijke renovatiewerken werden uitgevoerd, teneinde er een buurthuis in onder te brengen; Overwegende dat de achterste zone en het gelijkvloers, in dewelke een sportzaal werd ondergebracht voortaan deel uitmaken van hetzelfde geheel en ze op hun beurt dienen te worden gerenoveerd; Gelet op het bijzondere bestek nr. 05/83 dat de vernieuwing van de elektrische installatie voorziet, evenals de vervanging van de plankenvloeren en verscheidene andere afwerkingen; Overwegende dat deze werken volledig zouden worden gefinancierd door het Fonds ‘Europese toppen’’ en dat het noodzakelijke krediet ten belopen van 80.000 € ingeschreven is op artikel 842/724SS-60/74 van de buitengewone begroting over 2005; Gelet op het besluit van 22 november 2005 van het College van Burgemeester en Schepenen, houdende: 1. goedkeuring van de gunningswijze: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, na raadpleging van minstens drie firma’s; 2. vaststelling van de voorwaarden van de opdracht, zoals aangeduid op het plan en vermeld in het bijzonder bestek 05/83; 3. volledige financiering van de uitgave met de toelagen, toegestaan door het Fonds ‘Europese toppen’. BEKRACHTIGT bij hoofdelijke stemmeing, met eenparigheid van stemmen Voornoemd besluit van het College van Burgemeester en Schepenen van 22 november 2005.

Ordre du jour n°36 -=- Agenda nr 36 Immeuble communal 535, chaussée de Haecht - Rénovation de la cage d’escalier - Travaux financés par le Fonds Sommets Européens - Ratification de la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins arrêtant le mode de passation et fixant les conditions du marché Gemeentegebouw gelegen 535, Haachtsesteenweg - Vernieuwing van de trappenhuis Werken gefinancierd door het Fonds Europese Toppen - Bekrachtiging van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen die de wijze van gunnen en de opdrachtvoorwaarden vaststelt DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen LE CONSEIL COMMUNAL Vu les articles 234 et 236 de la nouvelle loi communale ; Vu la loi du 24 décembre 1993- en particulier son article 17 § 2, 1° a - relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services, telle qu’elle a été modifiée à ce jour; Vu l’arrêté royal du 8 janvier 1996 relatif aux marchés publics de travaux, de fournitures et de services et aux concessions de travaux publics, tel qu’il a été modifié à ce jour; Vu l’arrêté royal du 26 septembre 1996 établissant les règles générales d’exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics, tel qu’il a été modifié à ce jour; Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, telle qu’elle a été modifiée à ce jour;

768

30.11.2005 Vu l’ordonnance du 17 juillet 2003 - en particulier son article 27 - modifiant la nouvelle loi communale ; Vu l’arrêté royal du 1er décembre 2003 déterminant les conditions auxquelles les communes doivent satisfaire pour bénéficier d’une allocation financière dans le cadre d’une convention relative à la prévention de la criminalité lors des sommets européens et autre initiatives liées à la fonction internationale de la ville de Bruxelles et des communes de la Région de Bruxelles-Capitale ; Vu l’arrêté royal du 1er septembre 2004 – modifié par l’arrêté royal du 19 juillet 2005 – accordant une aide financière aux communes de la Région de Bruxelles –Capitale afin de couvrir les dépenses liées à la prévention de la criminalité dans le cadre des sommets européens et autres initiatives liées à la fonction internationale de la ville de Bruxelles et des communes de la Région de BruxellesCapitale ; Considérant que des travaux doivent être entrepris à la Maison de quartier située 535 chaussée de Haecht, qui portent sur la rénovation de la cage d’escalier et des couloirs ; Vu le cahier spécial des charges n°05/84 qui prévoit les travaux de peinture des murs et plafonds et le remplacement du revêtement de sol ; Considérant que ces travaux seraient entièrement financés par le fonds ‘sommets européens’ et que le crédit nécessaire – soit 12.000 € - est inscrit à l’article 842/724-SS-60/74 du budget extraordinaire 2005 ; Vu la décision du 22 novembre 2005 par laquelle le Collège des Bourgmestre et Echevins décide : 1. D’approuver le mode de passation du marché : procédure négociée sans publicité après consultation d’au moins trois firmes pour chaque lot 2. De fixer les conditions du marché telles que reprises au plan et dans le cahier spécial des charges n° 05/84 3. De financer intégralement la dépense par les subsides du fonds ’Sommets européens’ RATIFIE par appel nominal, à l'unanimité La décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 22 novembre 2005 DE GEMEENTERAAD Gelet op de artikelen 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet. Gelet op de wet van 24 december 1993 – inzonderheid artikel 17 § 2, 1° a - betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, zoals zij tot op heden werd gewijzigd; Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, zoals het tot op heden werd gewijzigd; Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, zoals het tot op heden werd gewijzigd; Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals zij tot op heden werd gewijzigd; Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 - inzonderheid artikel 27 – betreffende de wijziging van de nieuwe gemeentewet; Gelet op het koninklijk besluit van 1 december 2003 houdende de voorwaarden waaraan de gemeenten moeten voldoen om een financiële tussenkomst te kunnen genieten in het kader van een overeenkomst betreffende de preventie van de criminaliteit gedurende de Europese Toppen en andere initiatieven die gepaard gaan met de internationale functie van de stad Brussel en de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; Gelet op het koninklijk besluit van 1 september 2004 – gewijzigd door het koninklijk besluit van 19 juli 2005 - tot toekenning van een financiële tussenkomst aan de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest teneinde de uitgaven gekoppeld aan de preventie van de criminaliteit in het kader van de Europese toppen en andere initiatieven die gepaard gaan met de internationale functie van de stad Brussel en van de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te dekken Overwegende dat er in het Buurthuis, gelegen 535 Haachtsesteenweg werken dienen te worden uitgevoerd met betrekking tot de renovatie van het trappenhuis en de gangen; Gelet op het bijzonder bestek nr. 05/84 dat de schilderwerken voorziet van muren en plafonds, evenals de vervanging van de vloerbekleding; Overwegende dat deze werken volledig zouden worden gefinancierd door het Fonds ‘Europese toppen’’ en dat het noodzakelijke krediet ten belope van 12.000 € ingeschreven werd op artikel 842/724-SS-60/74 van de buitengewone begroting over 2005;

769

30.11.2005 Gelet op het besluit van 22 november 2005 van het College van Burgemeester en Schepenen, houdende: 1. goedkeuring van de gunningswijze: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, na raadpleging van minstens drie firma’s voor elk perceel; 2. vaststelling van de voorwaarden van de opdracht, zoals aangeduid op het plan en vermeld in het bijzonder bestek 05/84; 3. volledige financiering van de uitgave met de toelagen, toegestaan door het Fonds ‘Europese toppen’. BEKRACHTIGT bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen Voornoemd besluit van het College van Burgemeester en Schepenen van 22 november 2005.

Ordre du jour n° 37 -=- Agenda nr 37 Hôtel communal - Réparation des quatre horloges de la tour - Ratification de la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins arrêtant le mode de passation et fixant les conditions du marché Gemeentehuis - Herstelling van de vier uurwerken aan de toren - Bekrachtiging van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen die de wijze van gunnen en de opdrachtvoorwaarden vaststelt DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen LE CONSEIL COMMUNAL Vu les articles 234 et 236 de la nouvelle loi communale ; Vu la loi du 24 décembre 1993- en particulier son article 17 § 2, 1° a et f - relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services, telle qu’elle a été modifiée à ce jour; Vu l’arrêté royal du 8 janvier 1996 relatif aux marchés publics de travaux, de fournitures et de services et aux concessions de travaux publics, tel qu’il a été modifié à ce jour; Vu l’arrêté royal du 26 septembre 1996 établissant les règles générales d’exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics, tel qu’il a été modifié à ce jour; Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, telle qu’elle a été modifiée à ce jour; Vu l’ordonnance du 17 juillet 2003 - en particulier son article 27 - modifiant la nouvelle loi communale ; Considérant que le mécanisme des quatre horloges de la tour de l’hôtel communal est défectueux ; Considérant que des travaux doivent être entrepris pour réparer les moteurs et le système de mise à l’heure automatique ; Considérant qu’aucune suite n’a été donnée à notre demande de subvention introduite le 26 avril 2005 auprès du Service régional des Monuments et Sites ; Vu la décision du 22 novembre 2005 par laquelle le Collège des Bourgmestre et Echevins décide : 1. D’approuver le mode de passation du marché : procédure négociée sans publicité après consultation de trois firmes spécialisées 2. De fixer les conditions du marché 3. D’imputer la dépense, soit 4.100 € TVA incluse, à l’article 104/724-IN-60/51 du budget extraordinaire de 2005 4. De financer la dépense par l’emprunt. RATIFIE par appel nominal, à l'unanimité La décision précitée du Collège des Bourgmestre et Echevins du 22 novembre 2005

770

30.11.2005

DE GEMEENTERAAD Gelet op de artikelen 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet. Gelet op de wet van 24 december 1993 – inzonderheid artikel 17 § 2, 1° a en f - betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, zoals zij tot op heden werd gewijzigd; Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, zoals het tot op heden werd gewijzigd; Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, zoals het tot op heden werd gewijzigd; Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals zij tot op heden werd gewijzigd; Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 - inzonderheid artikel 27 – betreffende de wijziging van de nieuwe gemeentewet; Overwegende dat het mechanisme van de vier uurwerken van de toren van het gemeentehuis defect zijn; Overwegende dat er werken dienen te worden ondernomen om de motors te herstellen en het automatische systeem voor het op het juiste uur brengen; Overwegende dat er geen gevolg werd gegeven aan onze subsidieaanvraag, ingediend op 26 april 2005 bij de Gewestelijke dienst voor Monumenten en Landschappen; Gelet op het besluit van 22 november 2005 van het College van Burgemeester en Schepenen, houdende: 1. goedkeuring van de gunningswijze van de opdracht: onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, na raadpleging van minstens drie gespecialiseerde firma’s; 2. vaststelling van de voorwaarden van de opdracht; 3. aanrekening van de uitgave, hetzij 4.100 €, BTW inbegrepen, op artikel 104/724-IN-60/51 van de buitengewone begroting over 2005; 4. financiering van de uitgave met een lening. BEKRACHTIGT bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen Voornoemd besluit van het College van Burgemeester en Schepenen van 22 november 2005.

Espace public -=- Openbare ruimten Ordre du jour n° 38 -=- Agenda nr 38 Plan de gestion du patrimoine arboré - Replantation d’arbres dans différentes artères Marché de fournitures - Mode de passation et fixation des conditions du marché. Beheerplan voor het beboomd erfgoed - Herplanten van bomen op verscheidene wegen Leveringsopdracht - Wijze van gunnen en vaststelling van de opdrachtvoorwaarden - M. Winkel : J’ai déjà marqué à plusieurs reprise mes réserves sur l’abattage massif des arbres dans les avenues de Schaerbeek. J’ai proposé un amendement la dernière fois en disant qu’il fallait phaser l’abattage dans les rues, faire l’abattage du côté gauche et puis l’année suivante sur le côté droit pour ne pas abattre tout le patrimoine d’un coup car les habitants vivent cela très mal. Je défends ici l’intérêt général. Vous avez aujourd'hui très bien proposé qu’on achète des arbres et qu’on replante les arbres après l’abattage. Très bien. Par contre, ce qui m’inquiète, Monsieur l’Echevin, c’est la modicité de la somme, soixante-sept mille euros pour la replantation. Cela veut dire qu’apparemment, on va replanter des riquiquis. Vous m’aviez garanti la dernière fois, Monsieur Van Gorp, qu’on allait replanter des arbres qui étaient déjà bien développés. J’espère qu’on fera ce cadeau aux citoyens. - Mme Kleykens : Il y a quelques temps, on a voté l’abattage de je ne sais pas combien de dizaines de peupliers au cimetière, si je ne m’abuse. Je voulais savoir où cela en était ? Y a-t-il des replantations qui sont prévues dans ce marché là. - M. Van Gorp: Par mesure à la fois d’esthétique et de sécurité et d’économie aussi, on a décidé de ne plus en replanter. Finalement, tôt ou tard, on aurait des problèmes de sécurité avec les arbres à cet endroit.

771

30.11.2005 J’ai écouté avec beaucoup d’attention votre intervention. Effectivement, le plan de gestion des arbres consiste dans un premier temps à faire un recensement de l’état des dix mille arbres que comprend notre Commune de Schaerbeek. Je vous rejoins totalement sur un plan de gestion sur les cinquante prochaines années. Lorsqu’on pense que l’avenue Voltaire par exemple devra un jour se séparer de ces platanes, ce serait une avenue qui donnerait l’impression d’être défigurée. Il est important de planifier le remplacement de ces platanes sur une vingtaine d’années en coupant par exemple un arbre sur quatre et tous les cinq ans remplacer ces platanes de façon à ce qu’il y ait en permanence de grands arbres qui restent en alignement sur ce type d’avenue. Ici, nous avons dans ce plan de gestion également dû tenir compte d’une maladie qui attaque une des grandes familles d’arbres plantés sur le territoire de notre Commune. C’est bien souvent des arbres d’alignement qui sont victimes de cette maladie. Fait également partie de cette famille malade les cerisiers du Japon. Malheureusement, nous n’avons pas vraiment le choix si ce n’est que de couper tous ces arbres d’alignement et de remplacer. Heureusement, ce ne sont pas de très grands arbres. Il y a au jour d’aujourd'hui que quatre avenues qui sont concernées. Il y a le square Prévost Delaunay, le square du Foyer, l’avenue Général Eisenhower, l’avenue Frans Courtens. Il est bien entendu que ces arbres coupés seront immédiatement remplacés par de nouvelles espèces. Nous avons eu de nombreuses réunions avec les habitants de ces avenues et nous les avons informés et accompagné dans le choix. On a proposé toute une série d’essences d’arbres. Ils ont pu choisir eux-mêmes les arbres qu’ils désiraient voir replantés dans leurs avenues. De ce côté-là, cela se passe en harmonie. Nous avons également expliqué la nécessité de couper ces arbres. Tout le monde a pris conscience de la nécessité d’agir. Enfin, les arbres achetés sont les plus grands arbres que nous pouvons planter. Ce sont vraiment des espèces, ce ne sont pas de petits arbres. Ce sont des arbres qui ont déjà entre huit et dix ans. Vous pouvez être entièrement rassuré, dans les deux ans à venir. Nous avons des ouvriers qui se renseignent pour essayer de faire le plus possible au prix le plus raisonnable. Je ne manquerai pas de vous tenir au courant de la suite qui sera réservée dans ce développement de notre nouvelle gestion de notre parc d’arbres de notre Commune. DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen LE CONSEIL COMMUNAL Vu les articles 234 et 236 de la nouvelle loi communale ; Vu la loi du 24 décembre 1993 - en particulier son article 17 § 2, 1° a - relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services, telle qu’elle a été modifiée à ce jour; Vu l’arrêté royal du 8 janvier 1996 relatif aux marchés publics de travaux, de fournitures et de services et aux concessions de travaux publics, tel qu’il a été modifié à ce jour; Vu l’arrêté royal du 26 septembre 1996 établissant les règles générales d’exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics, tel qu’il a été modifié à ce jour; Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale; Vu l’ordonnance du 17 juillet 2003 - en particulier son article 27 - modifiant la nouvelle loi communale; Vu le plan de gestion des arbres établi par le service Entretien de l’Espace public ; Considérant que les arbres de différentes artères doivent être abattus et replantés par notre service Entretien de l’Espace public ; Considérant que les permis d’abattage ont été introduits pour les avenues Général Eisenhower, Frans Courtens, Mimosas, Héliotropes, Fortin, Ernest Renan, Louis Bertrand et les squares Duployé et Prévost Delaunay ; Vu la décision du 18 octobre 2005 par laquelle le Collège des Bourgmestre et Echevins a accepté les propositions faites par le service Entretien de l’Espace public concernant le choix des arbres à planter ; Considérant que les arbres seraient achetés chez notre adjudicataire annuel pour la fourniture des arbres ; Considérant que les marchés relatifs aux fournitures annexes à la replantation, à savoir la terre, les tuteurs, les lattes, les drains et la location de la rogneuse seraient passés par procédure négociée

772

30.11.2005

1.

2. 3.

4. 5.

Vu la décision du 22 novembre 2005 du Collège des Bourgmestre et Echevins ; DECIDE : par appel nominal, à l'unanimité d’approuver la replantation des arbres dans les artères suivantes : les avenues Général Eisenhower, Frans Courtens, Mimosas ; Héliotropes ; Fortin, Ernest Renan, Louis Bertrand et les squares Duployé et Prévost Delaunay ; de passer le marché de fourniture des arbres, par procédure négociée sans publicité, auprès de notre adjudicataire annuel de retenir la procédure négociée sans publicité comme mode de passation du marché, après consultation d’au moins trois firmes spécialisées pour l’achat des fournitures annexes : lattes, terre, tuteurs… ; d’imputer la dépense totale, estimée à 67.000 €, hors TVA sur le crédit inscrit à l’article 766/725IN-60/51 du budget extraordinaire de 2005; de financer la dépense par un emprunt. DE GEMEENTERAAD

Gelet op de artikelen 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet. Gelet op de wet van 24 december 1993 – inzonderheid artikel 17 § 2, 1° a - betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, zoals zij tot op heden werd gewijzigd; Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, zoals het tot op heden werd gewijzigd; Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, zoals het tot op heden werd gewijzigd; Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals zij tot op heden werd gewijzigd; Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 - inzonderheid artikel 27 – betreffende de wijziging van de nieuwe gemeentewet; Gelet op het beheersplan opgemaakt door de dienst Onderhoud van de Openbare Ruimte; Overwegende dat de bomen op de verschillende grote wegen door onze dienst Onderhoud van de Openbare Ruimte dienen te worden geveld en heraangeplant; Overwegende dat de velvergunningen werden ingediend voor de lanen Generaal Eisenhower, Frans Courtens, Mimosa, Heliotropen, Fortin, Ernest Renan, Louis Bertrand en de Duployé- en Prévost Delaunaysquare; Gelet op het besluit van 18 oktober 2005 waarbij het College van Burgemeester en Schepenen de voorstellen aanvaardde, gemaakt door de dienst Onderhoud van de Openbare Ruimte, betreffende de keuze van de aan te planten bomen; Overwegende dat de bomen zouden worden gekocht bij de jaarlijkse bomenleveranciersaanbesteders; Overwegende dat de overeenkomsten met betrekking tot de bijkomende leveringen voor de heraanplanting, te weten de aarde, de bindstokjes, latten, draineerbuizen en de huur van een snoeimachine bij onderhandelingsprocedure zouden worden gegund; Gelet op het besluit van 22 november 2005 van het College van Burgemeester en Schepenen; BESLUIT : bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen 1. de heraanplanting goed te keuren van de volgende grote wegen: de lanen Generaal Eisenhower, Frans Courtens, Mimosa, Heliotropen, Fortin, Ernest Renan, Louis Bertrand en de Duployé en Prévost-Delaunaysquare; 2. de opdracht van levering van bomen te gunnen bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, bij onze jaarlijkse leverancier-aanbesteder; 3. de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking te weerhouden als gunningswijze van de opdracht, na raadpleging van minstens drie gespecialiseerde firma’s voor de aankoop van de bijhorende leveringen: latten, aarde, bindstokjes, … 4. de totale uitgave geraamd op 67.000 €, buiten BTW aan te rekenen op het krediet ingeschreven op artikel 766/725-IN-60/51 van de buitengewone begroting over 2005; 5. de uitgave te financieren met een lening.

773

30.11.2005

Ordre du jour n°39 -=- Agenda nr 39 Fontaines situées place de la Patrie, place des Bienfaiteurs, place Verboeckhoven et à la Maison de Arts - Restauration en vue de la remise en service - Ratification de la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins arrêtant le mode de passation et fixant les conditions du marché Fonteinen gelegen aan het Vaderlandplein, Weldoenersplein, Verboeckhovenplein en aan het Huis Der Kunsten - Restauratie met het oog op het weder in gebruik stellen - Bekrachtiging van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen die de wijze van gunnen en de opdrachtvoorwaarden vaststelt DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen LE CONSEIL COMMUNAL Vu les articles 234 et 236 de la nouvelle loi communale ; Vu la loi du 24 décembre 1993- en particulier son article 17 § 2, 1° a - relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services, telle qu’elle a été modifiée à ce jour; Vu l’arrêté royal du 8 janvier 1996 relatif aux marchés publics de travaux, de fournitures et de services et aux concessions de travaux publics, tel qu’il a été modifié à ce jour; Vu l’arrêté royal du 26 septembre 1996 établissant les règles générales d’exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics, tel qu’il a été modifié à ce jour; Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, telle qu’elle a été modifiée à ce jour; Vu l’ordonnance du 17 juillet 2003 - en particulier son article 27 - modifiant la nouvelle loi communale ; Considérant que la commune dispose de quatre fontaines publiques situées place de la Patrie, place des Bienfaiteurs, place Verboeckhoven et à la Maison des Arts ; Considérant qu’en 2002, le Collège a décidé, par mesure d’économie, de suspendre jusqu’à nouvel ordre, l’entretien et la mise en service de ces fontaines ; Considérant que l’IBDE a proposé cette année l’octroi d’un subside pour la réparation de la fontaine sise à la ‘cage aux ours’ (place Verboeckhoven), à concurrence de 12.500 € ; Considérant que des crédits ont été inscrits au budget extraordinaire de 2005 pour la rénovation et la mise en service des quatre fontaines; Vu le cahier spécial des charges n° 05/85 qui prévoit la révision de l’étanchéité des bassins, des systèmes de pompage et travaux annexes nécessaires pour rétablir le fonctionnement des fontaines ; Vu la décision du 22 novembre 2005 par laquelle le Collège des Bourgmestre et Echevins décide : 1. de confier le marché par procédure négociée sans publicité au secteur privé, après consultation de trois firmes spécialisées 2. de fixer les conditions du marché; 3. D’imputer la dépense sur les crédits inscrits aux articles 766/733-IN-60/51 et 771/724-IN-60/51 du budget extraordinaire de 2005 4. De financer la dépense, estimée à 80.000 €, par le subside octroyé par l’IBDE et le solde par un emprunt. RATIFIE par appel nominal, à l'unanimité La décision précitée du Collège des Bourgmestre et Echevins du 22 novembre 2005. DE GEMEENTERAAD Gelet op de artikelen 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet. Gelet op de wet van 24 december 1993 – inzonderheid artikel 17 § 2, 1° a - betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, zoals zij tot op heden werd gewijzigd.

774

30.11.2005 Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, zoals het tot op heden werd gewijzigd. Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, zoals het tot op heden werd gewijzigd. Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals zij tot op heden werd gewijzigd. Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 – inzonderheid artikel 27 – betreffende de wijziging van de nieuwe gemeentewet. Overwegende dat de gemeente over vier publieke fonteinen beschikt gelegen Vaderland-, Weldoeners- en Verboeckhovenplein en in de tuin van het Kunsthuis. Overwegende dat het College in 2002 besloten heeft, wegens bezuinigingsmaatregelen, het onderhoud en de in werking stelling van deze fonteinen, tot nader order, op te schorten. Overwegende dat de BIWD dit jaar de toekenning van een subsidie ten bedrage van 12.500 € voorgesteld heeft voor de herstelling van de fontein, gelegen aan de 'Berenkuil' (Verboeckhovenplein). Overwegende dat er kredieten ingeschreven werden op de buitengewone begroting over 2005 voor de renovatie en de in werking stelling van de vier fonteinen. Gelet op het bestek nr 05/85 dat voorziet in de revisie van de waterdichtheid van de bekkens, de pompsystemen en de bijkomende werken, noodzakelijk voor de herstelling en werking van deze fonteinen. Gelet op de beslissing van 22 november 2005 waarbij het College van Burgemeester en Schepenen besloot : 1. de overeenkomst toe te vertrouwen aan de privé-sector, via een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, na raadpleging van drie gespecialiseerde firma's. 2. de voorwaarden van de overeenkomst vast te leggen. 3. de uitgave aan te rekenen op de kredieten ingeschreven op de artikels 766/733-IN-60/51 en 771/724-IN-60/51 van de buitengewone begroting over 2005. 4. de uitgave, geraamd op 80.000 €, te financieren met de subsidie toegekend door de BIWD en het saldo met een lening. BEKRACHTIGT bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen De bovengenoemde beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 22 november 2005

Ordre du jour n°40 -=- Agenda nr 40 Implantation de la statue de Nasrettin Hoca sur la placette située à l’intersection des rues Vandermeersch, Gallait et Rubens - Ratification de la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins arrêtant le mode de passation et fixant les conditions du marché Oprichting van het standbeeld van Nasrettin Hoca op het pleintje gelegen op het kruispunt van de Vandermeersch-, Gallait- en Rubensstraat - Bekrachtiging van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen die de wijze van gunnen en de opdrachtvoorwaarden vaststelt - Mme Kleykens : Monsieur le Président, vous ne serez pas étonné que le PS s’intéresse particulièrement à l’installation de cette statue puisqu’elle va être placée devant le local où nous avons l’habitude de nous réunir et d’organiser nos activités. On s’en réjouit mais la somme nous paraît quand même assez importante. On voudrait bien savoir à quoi cela correspond exactement comme travaux ? - M. le Bourgmestre : Qu’est-ce que vous souhaitez ? Qu’on renvoie la statue en Turquie ? Les services techniques. Ce sont les services techniques des travaux qui ont estimé le coût des travaux pour l’établissement de l’assise et le placement du socle sur lequel ou à côté duquel la statue sera placée, le transport de la statue avec une firme spécialisée depuis le dépôt communal où elle se trouve jusque sur place. Il faut un appareil avec une grue. Cela fait partie du coût du marché ici. Pour le placement, il y a trois bas reliefs et un petit texte explicatif qui nous est fourni par le Consulat de Turquie. C’est en pierre bleue. Je ne sais plus en quelle matière est la statue. Ce serait malvenu de ne pas installer ce cadeau surtout qu’il sera placé dans un endroit particulièrement prestigieux.

775

30.11.2005 DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé par 35 voix contre 2 -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met 35 stemmen tegen 2 LE CONSEIL COMMUNAL Vu les articles 234 et 236 de la nouvelle loi communale ; Vu la loi du 24 décembre 1993- en particulier son article 17 § 2, 1° a - relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services, telle qu’elle a été modifiée à ce jour; Vu l’arrêté royal du 8 janvier 1996 relatif aux marchés publics de travaux, de fournitures et de services et aux concessions de travaux publics, tel qu’il a été modifié à ce jour; Vu l’arrêté royal du 26 septembre 1996 établissant les règles générales d’exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics, tel qu’il a été modifié à ce jour; Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, telle qu’elle a été modifiée à ce jour; Vu l’ordonnance du 17 juillet 2003 - en particulier son article 27 - modifiant la nouvelle loi communale ; Considérant que, dans le cadre du jumelage avec la ville Beyoglu, la Commune de Schaerbeek a reçu du Ministère de la Culture et du tourisme de la Turquie une statue de Nasrettin Hoca, philosophe et personnage emblématique; Considérant que la statue et les trois bas-reliefs sont actuellement entreposés au complexe sis 29-31 av. Rodenbach ; Considérant qu’en séance du 28 juin 2005, le Collège a choisi de placer la statue sur la placette située à l’intersection des rues Vandermeersch, Gallait et Rubens, et a chargé le bureau d’études de voirie d’établir le projet de travaux d’implantation ; Vu le cahier spécial des charges n° 05/97 qui prévoit la réalisation des fondations et du socle de la statue, le transport de l’œuvre, l’assemblage des différents éléments ainsi que la gravure d’un conte de Nasrettin; Vu la décision du 22 novembre 2005 par laquelle le Collège des Bourgmestre et Echevins décide : 1. de confier le marché de travaux au secteur privé, par procédure négociée sans publicité, après consultation de trois firmes 2. de fixer les conditions du marché; 3. D’imputer la dépense, estimée à 34.000 €, sur le crédit de l’article 421/735-IN-60/53 du budget extraordinaire de 2005; 4. De financer la dépense par un emprunt. RATIFIE par appel nominal, par 35 voix contre 2 La décision précitée du Collège des Bourgmestre et Echevins du 22 novembre 2005. DE GEMEENTERAAD Gelet op de artikelen 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet. Gelet op de wet van 24 december 1993 – inzonderheid artikel 17 § 2, 1° a - betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, zoals zij tot op heden werd gewijzigd. Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, zoals het tot op heden werd gewijzigd. Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, zoals het tot op heden werd gewijzigd. Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals zij tot op heden werd gewijzigd. Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 – inzonderheid artikel 27 – betreffende de wijziging van de nieuwe gemeentewet. Overwegende dat de gemeente Schaarbeek, in het kader van de jumelage met de stad Beyoglu, van het Ministerie van Cultuur en Toerisme van Turkije een standbeeld van Nasrettin Hoca, filosoof en zinnebeeldig personage, ontvangen heeft. Overwegende dat het standbeeld en de drie bas-reliëfs op het ogenblik bewaard worden in het complex gelegen Rodenbachlaan 29-31.

776

30.11.2005 Overwegende dat in zitting van 28 juni 2005, het College besloten heeft om het standbeeld op het pleintje gelegen op het kruispunt van de straten Vandermeersch, Gallait en Rubens te plaatsen en het studiebureau van de Wegen belast heeft met het implantatieproject. Gelet op het bestek nr. 05/97 dat voorziet in de realisatie van de funderingen en de sokkel van het standbeeld, het vervoer van het kunstwerk, het assembleren van de verschillende elementen evenals in het graveren van een verhaal van Nasrettin. Gelet op de beslissing van 22 november 2005 waarbij het College van Burgemeester en Schepenen besluit : 1. de overeenkomst van werken toe te vertrouwen aan de privé-sector, via een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, na raadpleging van drie firma's. 2. de voorwaarden van de overeenkomst vast te leggen. 3. de uitgave, geraamd op 34.000 €, aan te rekenen op het krediet van artikel 421/735-IN-60/53 van de buitengewone begroting over 2005. 4. de uitgave te financieren met een lening. BEKRACHTIGT bijhoofdelijke stemming, met 35 stemmen tegen 2 De bovengenoemde beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 22 november 2005

Rénovation urbaine -=- Stadsvernieuwing Ordre du jour n°41 -=- Agenda nr 41 Fonds pour la Politique des Grande Villes - Projet 1.1 - Construction d’un immeuble rue Waelhem, 17 - Missions d’études - Mode de passation et fixation des conditions des marchés Fonds voor het Groot Stedenbeleid - Ontwerp 1.1. - Bouwen van een gebouw in de Waelhemstraat 17 - Studieopdracht - Wijze van gunnen en vaststelling van de voorwaarden voor de volgende opdrachten AVIS DE LA COMMISSION RÉNOVATION URBAINE -=- ADVIES VAN DE COMMISSIE STADSVERNIEUWING Pas de remarques -=- Geen opmerkingen *** DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen LE CONSEIL COMMUNAL Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale; Vu l'article 17, paragraphe 2 point 1-a de la loi du 24 décembre 1993 relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services; Vu l'arrêté royal du 8 janvier 1996 relatif aux marchés publics de travaux, de fournitures et de services et aux concessions de travaux publics; Vu l'arrêté royal du 26 septembre 1996 établissant les règles générales d'exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics; Vu l’Arrêté royal du 12 août 2000, modifié le 26 septembre 2001 et le 28 avril 2005, relatif aux conditions auxquelles les autorités locales peuvent bénéficier d'une aide financière de l'Etat dans le cadre de la politique urbaine ; Vu la Convention Logement 2005-2007 – Programme des Grandes Villes conclue entre la Commune et l’Etat Fédéral ; Considérant que la construction d’un immeuble de logements rue Waelhem,17 constitue le projet 1.1 de ce programme ; Considérant que cette opération doit être précédée d’une étude confiée à un bureau extérieur ; Considérant que le coût total de l’opération est estimé à 572.765 € dans lequel les travaux sont évalués à 465.382 € TVAC et l’étude à 60.333 € TVAC; Considérant que la totalité de l’opération est subsidiée par l’Etat Fédéral ; Considérant que le marché d’étude peut être passé par procédure négociée sans publicité ; Vu le cahier des charges FPGV/1.1 dressé à cette fin ; Considérant qu'il y a lieu de faire droit à ses conclusions;

777

30.11.2005

1) 2) 3) 4) 5)

Vu la décision du Collège du 22 novembre 2005 ; DECIDE : par appel nominal, à l'unanimité d'approuver le principe d’élaboration d’une étude pour la construction d’un immeuble de logements rue Waelhem, 17; d'arrêter les termes du cahier des charges FPGV/1.1, pour une mission d'études; de charger le Collège des Bourgmestre et Echevins de la passation du marché par procédure négociée sans publicité; d'imputer la dépense pour frais d'études, soit 60.333 € T.V.A. comprise, à l'article 922/733-DS60/22 du budget extraordinaire 2006 (sous réserve d’approbation du budget); de la financer par les subsides octroyés par l’Etat Fédéral dans le cadre du programme des grandes villes. DE GEMEENTERAAD

Gelet op artikels 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op artikel 17, 2 de paragraaf, punt 1-a van de wet van 24 december 1993, betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten; Gelet op het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996, betreffende de overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken; Gelet op het Koninklijk Besluit van 26 september 1996 tot vaststelling van de algemene uitvoeringsregels van overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken; Gelet op het Koninklijk Besluit van 12 augustus 2000, gewijzigd op 26 september 2001 en op 28 april 2005, tot vaststelling van de toepassingsmodaliteiten van de wet tot bepaling van de voorwaarden waaronder de plaatselijke overheden een financiële bijstand kunnen genieten van de staat in het kader van het stedelijk beleid; Gelet op de Overeenkomst Huisvesting 2005-2007 – Programma van de Grote Steden besloten tussen de Gemeente en de Federale Staat; Overwegende dat de constructie van een appartementsgebouw op de Waelhemstraat, 17 , het project 1.1 van dit programma vormt; Overwegend dat deze operatie dient vooraf gegaan te worden door een studie, toe te vertrouwen aan een extern bureau; Overwegende dat de totale kostprijs van de operatie op 572.765 € geraamd wordt, waarvan 465.38270 € BTW inbegrepen voor de werken en 60.333 € BTW inbegrepen voor de studie; Overwegende dat het geheel van de operatie wordt betoelaagd door de Federale Staat; Overwegend dat de studieopdracht mag gegund worden bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking ; Gelet op het hiertoe opgemaakte bestek FPGV/1.1, Overwegende dat het past er gevolg aan te geven; Gelet op de beslissing van het College van 22 november 2005; BESLUIT : bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen 1) het principe van het opstellen van een studie voor de constructie van een appartementsgebouw Waelhemstraat, 17 goed te keuren; 2) de tekst vast te stellen van het bestek FPGV/1.1, voor een studieopdracht; 3) het College van Burgemeester en Schepenen te belasten met de gunning van de opdracht bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking; 4) de uitgave voor de studieonkosten, zijnde 60.333 €.B.T.W. inbegrepen, aan te rekenen op artikel 922/733-DS-60/22 van de buitengewone begroting 2006 (onder voorbehoud van goedkeuring van de begroting); 5) de uitgave te financieren met de toelagen toegekend door de Federale Staat in het kader van het programma van de Grote Steden.

Ordre du jour n°42 -=- Agenda nr 42 Fonds pour la Politique des Grande Villes - Projet 1.2 - Construction d’un immeuble angle Navez/Van Oost - Missions d’études - Mode de passation et fixation des conditions des marchés Fonds voor het Groot Stedenbeleid - Ontwerp 1.2. - Bouwen van een gebouw op de hoek Navez/Van Oost - Studieopdracht - Wijze van gunnen en vaststelling van de voorwaarden voor de volgende opdrachten

778

30.11.2005

AVIS DE LA COMMISSION RÉNOVATION URBAINE -=- ADVIES VAN DE COMMISSIE STADSVERNIEUWING Pas de remarques -=- Geen opmerkingen *** DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen LE CONSEIL COMMUNAL Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale; Vu l'article 17, paragraphe 2 point 1-a de la loi du 24 décembre 1993 relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services; Vu l'arrêté royal du 8 janvier 1996 relatif aux marchés publics de travaux, de fournitures et de services et aux concessions de travaux publics; Vu l'arrêté royal du 26 septembre 1996 établissant les règles générales d'exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics; Vu l’Arrêté royal du 12 août 2000, modifié le 26 septembre 2001 et le 28 avril 2005, relatif aux conditions auxquelles les autorités locales peuvent bénéficier d'une aide financière de l'Etat dans le cadre de la politique urbaine ; Vu la Convention Logement 2005-2007 – Programme des Grandes Villes conclue entre la Commune et l’Etat Fédéral ; Considérant que la construction d’un immeuble de logements avec rez-de-chaussée commercial rue Navez1 à l’angle de la rue Van Oost constitue le projet 1.2 de ce programme ; Considérant que cette opération doit être précédée d’une étude confiée à un bureau extérieur ; Considérant que le coût total de l’opération est estimé à 592.082 € dans lequel les travaux sont évalués à 500.000 € TVAC et l’étude à 63.888 € TVAC; Considérant que la partie logement de l’opération est subsidiée par l’Etat Fédéral à concurrence d’un montant de 478.246 € dont 52.272 € pour les études ; Considérant que le marché d’étude peut être passé par procédure négociée sans publicité ; Vu le cahier des charges FPGV/1.2 dressé à cette fin ; Considérant qu'il y a lieu de faire droit à ses conclusions; Vu la décision du Collège du 22 novembre 2005 ; DECIDE : par appel nominal, à l'unanimité 1) d'approuver le principe d’élaboration d’une étude pour la construction d’un immeuble de logements avec rez-de-chaussée commercial rue Navez, 1 à l’angle de la rue Van Oost; 2) d'arrêter les termes du cahier des charges FPGV/1.2, pour une mission d'études; 3) de charger le Collège des Bourgmestre et Echevins de la passation du marché par procédure négociée sans publicité; 4) d'imputer la dépense pour frais d'études, soit 63.888 € T.V.A. comprise, à l'article 922/733-DS60/22 du budget extraordinaire 2006 (sous réserve d’approbation du budget); 5) de la financer par le subside octroyé par l’Etat Fédéral et le solde par un emprunt au taux en vigueur au moment de sa conclusion. DE GEMEENTERAAD Gelet op artikels 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op artikel 17, 2 de paragraaf, punt 1-a van de wet van 24 december 1993, betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten; Gelet op het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996, betreffende de overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken; Gelet op het Koninklijk Besluit van 26 september 1996 tot vaststelling van de algemene uitvoeringsregels van overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken; Gelet op het Koninklijk Besluit van 12 augustus 2000, gewijzigd op 26 september 2001 en op 28 april 2005, tot vaststelling van de toepassingsmodaliteiten van de wet tot bepaling van de voorwaarden waaronder de plaatselijke overheden een financiële bijstand kunnen genieten van de staat in het kader van het stedelijk beleid; Gelet op de Overeenkomst Huisvesting 2005-2007 – Programma van de Grote Steden besloten tussen de Gemeente en de Federale Staat;

779

30.11.2005 Overwegende dat de constructie van een appartementsgebouw met commercieel gelijkvloers op de F.J.Navezstraat,1 op de hoek van Van Oosttraat, de project 1.2 van dit programma vormt; Overwegend dat deze operatie dient vooraf gegaan te worden door een studie, toe te vertrouwen aan een extern bureau; Overwegende dat de totale kostprijs van de operatie op 592.082 € geraamd wordt, waarvan 500.000 € BTW inbegrepen voor de werken en 63.888 € BTW inbegrepen voor de studie; Overwegende dat het gedeelte huisvesting van de operatie wordt betoelaagd door de Federale Staat ten belopen van 478.246 € waarvan 52.272 € voor de studies; Overwegend dat de studieopdracht mag gegund worden bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking ; Gelet op het hiertoe opgemaakte bestek FPGV/1.2; Overwegende dat het past er gevolg aan te geven; Gelet op de beslissing van het College van 22 november 2005; BESLUIT : bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen 1) het principe van het opstellen van een studie voor de constructie van een aapartementsgebouw met commercieel gelijkvloers op Navezstraat, 1 op de hoek van Van Ooststraat; 2) de tekst te besluiten van het, bestek FPGV/1.2, voor een studieopdracht ; 3) het College van Burgemeester en Schepenen te belasten met de gunning van de opdracht bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking; 4) de uitgave voor de studieonkosten, zijnde 63.888 €.B.T.W. inbegrepen, aan te rekenen op artikel 922/733-DS-60/22 van de buitengewone begroting 2006 (onder voorbehoud van goedkeuring van de begroting); 5) die uitgave te financieren met de toelagen toegekend door de Federale Staat en het saldo met een lening aan de rentevoet van toepassing op het ogenblik van haar afsluiting;

Ordre du jour n°43 -=- Agenda nr 43 Fonds pour la Politique des Grande Villes - Projet 3.1. - Rénovation d’un immeuble rue G. Devreese, 53 - Missions d’études - Mode de passation et fixation des conditions des marchés Fonds voor het Groot Stedenbeleid - Ontwerp 3.1. - Vernieuwing van het gebouw gelegen G. Devreesestraat, 53 - Studieopdracht - Wijze van gunnen en vaststelling van de voorwaarden voor de volgende opdrachten AVIS DE LA COMMISSION RÉNOVATION URBAINE -=- ADVIES VAN DE COMMISSIE STADSVERNIEUWING Pas de remarques -=- Geen opmerkingen *** DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen LE CONSEIL COMMUNAL Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale; Vu l'article 17, paragraphe 2 point 1a de la loi du 24 décembre 1993 relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services; Vu l'arrêté royal du 8 janvier 1996 relatif aux marchés publics de travaux, de fournitures et de services et aux concessions de travaux publics; Vu l'arrêté royal du 26 septembre 1996 établissant les règles générales d'exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics; Vu l'arrêté royal du 8 février 1980, modifié le 20 novembre 1986, relatif à la rénovation d'immeubles isolés des communes et des C.P.A.S.; Vu l’Arrêté royal du 12 août 2000, modifié le 26 septembre 2001 et le 28 avril 2005, relatif aux conditions auxquelles les autorités locales peuvent bénéficier d'une aide financière de l'Etat dans le cadre de la politique urbaine ; Vu l’immeuble communal inoccupé sis rue G. Devreese, 53 (angle Fontaine d’Amour) ;

780

30.11.2005 Vu l’Arrêté du Gouvernement de Bruxelles-Capitale du 11 décembre 2003 octroyant à la Commune une subvention de 150.752,32 € pour les frais d’études et travaux de rénovation de cet immeuble ; Vu la convention conclue entre la Commune et l’Etat Fédéral, dans le cadre du programme logement 2005-2007 de la Politique des Grandes Villes ; que cet immeuble constitue le projet 3.1 de ce programme ; que l’intervention fédérale pour les frais d’études et travaux de rénovation de cet immeuble s’élève à 115.985 € ; Considérant qu’il convient de confier les études à un bureau spécialisé extérieur ; Considérant que le coût de l’opération est estimé à 266.718 € dans lequel les études sont évaluées à 29.668 € TVAC ; Considérant que le marché d’étude peut être passé par procédure négociée sans publicité conformément à l’article 17 §2, point 1a de la loi du 24 décembre 1993 sur les marchés publics ; Vu le cahier des charges FPGV/3.1 dressé à cette fin ; Vu les décisions du Collège du 22 novembre 2005 ; Considérant qu’il y a lieu d’ajouter un crédit de 2.561 € TVAC (1% du montant estimé des travaux HTVA) pour rencontrer les exigences en matière de coordination de sécurité et santé conformément à l'Arrêté royal du 25 janvier 2001 relatif aux chantiers temporaires ou mobiles ; Considérant qu'il y a lieu de faire droit à ses conclusions ; DECIDE : par appel nominal, à l'unanimité 1) d’approuver l’élaboration d’une étude pour la rénovation de l’immeuble sis rue G. Devreese, 53 ; 2) de retenir la procédure négociée sans publicité comme mode de passation du marché ; 3) d'arrêter les conditions du marché reprises dans le cahier spécial des charges FPGV/3.1 ; 4) d'imputer les dépenses pour les frais d’études estimées à 32.229 € (29.668 + 2.561 €) TVA comprise inscrit à l'article 922/733-DS-60/22 du budget extraordinaire de 2006 sous réserve de l’approbation du budget ; 5) de les financer par les subsides octroyés par la Région de Bruxelles-Capitale et L’Etat fédéral ; 6) de financer les débours, qui ne seraient pas couverts par les subsides, par un emprunt au taux en vigueur au moment de sa conclusion. DE GEMEENTERAAD Gelet op artikels 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op artikel 17, § 2, punt 1-a van de wet van 24 december 1993, betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten; Gelet op het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996, betreffende de overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken; Gelet op het Koninklijk Besluit van 26 september 1996 tot vaststelling van de algemene uitvoeringsregels van overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken; Gelet op het Koninklijk Besluit dd. 8 februari 1980, gewijzigd op 20 november 1986 betreffende de renovatie van afzonderlijke woningen van de gemeenten en de O.C.M.W.'s.; Gelet op het Koninklijk Besluit van 12 augustus 2000, gewijzigd op 26 september 2001 en op 28 april 2005, tot vaststelling van de toepassingsmodaliteiten van de wet tot bepaling van de voorwaarden waaronder de plaatselijke overheden een financiële bijstand kunnen genieten van de staat in het kader van het stedelijk beleid; Gelet op het leegstaande gemeentegebouw gelegen G. Devreesestraat, 53 (hoek Minnebron); Gelet op het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 december 2003 houdende toekenning van een toelage van 150.752,32 € voor de kosten voor de studie en de renovatie van dit gebouw; Gelet op de overeenkomst, afgesloten tussen de Gemeente en de Federale Staat, in het kader van het huisvestingsprogramma 2005-2007 van het Grotestedenbeleid; dat dit gebouw het project 3.1 van dit programma vormt; dat de federale tussenkomst in de kosten voor de studie en de renovatie van dit gebouw 115.985 € bedraagt; Overwegende dat het past de studies toe te vertrouwen aan een gespecialiseerd studiebureau buitenstaand; Overwegende dat de kosten voor deze operatie werden geraamd op 266.718 €, hetzij een bedrag van 29.668 € BTW inbegrepen voor de studie; Overwegende dat in overeenstemming met artikel 17 § 2, punt 1a van de wet van 24 december 1993 op de overheidsopdrachten, de studieopdracht bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking mag worden gegund; Gelet op het hiertoe opgemaakte bestek FPGV/3.1 ; Gelet op het Collegebesluit van 22 november 2005;

781

30.11.2005 Overwegende dat het past een bijkomend krediet van 2.561 € BTW incluis (1% van het geraamde bedrag der werken BTW exclusief) te voorzien om de vereisten inzake veiligheids – en gezondheidscoördinatie tegemoet te komen overeenkomstig het koninklijk besluit van 25 januari 2001 met betrekking tot de tijdelijke en verplaatsbare werven ; Overwegende dat het past aan zijn conclusies gevolg te geven; BESLUIT : bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen 1) de opmaak goed te keuren van een studie voor de renovatie van het gebouw gelegen G. Devreesestraat, 53 2) de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking te weerhouden als gunningswijze van de opdracht; 3) de voorwaarden van de opdracht goed te keuren zoals vermeld in het bijzondere bestek FPGV/3.1; 4) de kosten voor de studie, geraamd op 32.229 € (29.668 + 2.561 €) BTW inbegrepen aan te rekenen op het krediet ingeschreven op artikel 922/733-DS-60/22 van de buitengewone begroting over 2006 onder voorbehoud van goedkeuring van de begroting ; 5) de uitgave te financieren met de toelagen toegekend door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en de Federale staat; 6) de kosten, die niet door de toelagen zouden gedekt zijn, te financieren met een lening aan de rentevoet van toepassing op het ogenblik van haar afsluiting.

Ordre du jour n°44 -=- Agenda nr 44 Fonds pour la Politique des Grande Villes - Projet 4.1. - Construction d’un immeuble rue Waelhem 3. - Missions d’études - Mode de passation et fixation des conditions des marchés Fonds voor het Groot Stedenbeleid - Ontwerp 4.1. - Bouwen van een gebouw in de Waelhemstraat 3 - Studieopdracht - Wijze van gunnen en vaststelling van de voorwaarden voor de volgende opdrachten AVIS DE LA COMMISSION RÉNOVATION URBAINE -=- ADVIES VAN DE COMMISSIE STADSVERNIEUWING Pas de remarques -=- Geen opmerkingen *** DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen LE CONSEIL COMMUNAL Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale; Vu l'article 17, paragraphe 2 point 1a de la loi du 24 décembre 1993 relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services; Vu l'arrêté royal du 8 janvier 1996 relatif aux marchés publics de travaux, de fournitures et de services et aux concessions de travaux publics; Vu l'arrêté royal du 26 septembre 1996 établissant les règles générales d'exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics; Vu l’Arrêté royal du 12 août 2000, modifié le 26 septembre 2001 et le 28 avril 2005, relatif aux conditions auxquelles les autorités locales peuvent bénéficier d'une aide financière de l'Etat dans le cadre de la politique urbaine ; Vu le terrain communal innocupé sis rue Waelhem, 3 ; Vu la convention conclue entre la Commune et l’Etat Fédéral, dans le cadre du programme logement 2005-2007 de la Politique des Grandes Villes ; que cet immeuble constitue le projet 4.1 de ce programme ; que l’intervention fédérale pour les frais d’études et travaux de rénovation de cet immeuble s’élève à 875.674 €. Considérant qu’il convient de confier les études à un bureau spécialisé extérieur ; Considérant que le coût total de l’opération est estimé à 875.674 € dans lequel les études sont évaluées à 94.090 € TVAC; Considérant que le marché d’étude peut être passé par procédure négociée avec publicité conformément à l’article 17 §3, point 4 de la loi du 24 décembre 1993 sur les marchés publics. Vu le cahier des charges FPGV/4.1 dressé à cette fin ;

782

30.11.2005 Vu les décisions du Collège du 22 novembre 2005; Considérant qu’il y a lieu d’ajouter un crédit de 5.880 € TVAC (0,75 % du montant estimé des travaux HTVA) pour rencontrer les exigences en matière de coordination de sécurité et santé conformément à l'Arrêté royal du 25 janvier 2001 relatif aux chantiers temporaires ou mobiles ; Considérant qu'il y a lieu de faire droit à ses conclusions; DECIDE : par appel nominal, à l'unanimité 1) d’approuver l’élaboration d’une étude pour la rénovation de l’immeuble sis rue Waelem, 3 ; 2) de retenir la procédure négociée avec publicité comme mode de passation du marché ; 3) d'arrêter les conditions du marché reprises dans le cahier spécial des charges FPGV/4.1 ; 4) d'approuver le texte de l'avis de marché à publier dans le Bulletin des Adjudications ; 5) d'imputer les dépenses pour les frais d’études estimées à 99.970 € (94.090 € + 5.880 €) TVA comprise inscrit à l'article 922/733-DS-60/22 du budget extraordinaire de 2006 ; 6) de les financer par les subsides octroyés par l’Etat fédéral ; 7) de financer les débours, qui ne seraient pas couverts par les subsides, par un emprunt au taux en vigueur au moment de sa conclusion. DE GEMEENTERAAD Gelet op artikels 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op artikel 17, § 2, punt 1-a van de wet van 24 december 1993, betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten; Gelet op het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996, betreffende de overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken; Gelet op het Koninklijk Besluit van 26 september 1996 tot vaststelling van de algemene uitvoeringsregels van overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken; Gelet op het Koninklijk Besluit van 12 augustus 2000, gewijzigd op 26 september 2001 en op 28 april 2005, tot vaststelling van de toepassingsmodaliteiten van de wet tot bepaling van de voorwaarden waaronder de plaatselijke overheden een financiële bijstand kunnen genieten van de staat in het kader van het stedelijk beleid; Gelet op de onbezette gemeentegrond geleden Waelhemstraat, 3 ; Gelet op de overeenkomst, afgesloten tussen de Gemeente en de Federale Staat, in het kader van het huisvestingsprogramma 2005-2007 van het Grotestedenbeleid; dat dit gebouw het project 4.1 van dit programma vormt; dat de federale tussenkomst in de kosten voor de studie en de renovatie van dit gebouw 875.674 € bedraagt; Overwegende dat het past de studies toe te vertrouwen aan een gespecialiseerd studiebureau van buitenaf; Overwegende dat de kosten voor deze operatie werden geraamd op 875.674 €, hetzij een bedrag van 94.090 € BTW inbegrepen voor de studie; Overwegende dat in overeenstemming met artikel 17 § 3, punt 4 van de wet van 24 december 1993 op de overheidsopdrachten, de studieopdracht bij onderhandelingsprocedure met bekendmaking mag worden gegund; Gelet op het hiertoe opgemaakte bestek FPGV/4.1 ; Gelet op het Collegebesluit van 22 november 2005; Overwegende dat het past een bijkomend krediet van 5.880 € BTW incluis (0,75% van het geraamde bedrag der werken BTW exclusief) te voorzien om de vereisten inzake veiligheids – en gezondheidscoördinatie tegemoet te komen overeenkomstig het koninklijk besluit van 25 januari 2001 met betrekking tot de tijdelijke en verplaatsbare werven ; Overwegende dat het past aan zijn conclusies gevolg te geven; BESLUIT : bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen 1) de opmaak goed te keuren van een studie voor de renovatie van het gebouw gelegen Waelhemstraat, 3 2) de onderhandelingsprocedure met bekendmaking te weerhouden als gunningswijze van de opdracht; 3) de voorwaarden van de opdracht goed te keuren zoals vermeld in het bijzondere bestek FPGV/4.1; 4) de tekst van het in het Bulletin van Aanbestedingen te publiceren bericht van opdracht goed te keuren ; 5) de kosten voor de studie, geraamd op 99.970 € (94.090 € + 5.880 €) BTW inbegrepen aan te rekenen op het krediet ingeschreven op artikel 922/733-DS-60/22 van de buitengewone begroting over 2006 onder voorbehoud van goedkeuring van de begroting ; 6) de uitgave te financieren met de toelagen toegekend door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en de Federale staat;

783

30.11.2005 7) de kosten, die niet door de toelagen zouden gedekt zijn, te financieren met een lening aan de rentevoet van toepassing op het ogenblik van haar afsluiting.

Gestion immobilière -=- Vastgoedbeheer Ordre du jour n°45 -=- Agenda nr 45 Contrat de quartier Brabant-Verte - Rachat pour cause d’utilité publique de la mitoyenneté du bien sis rue dupont, 11 Wijkcontract Brabant-Groen - Terug aankopen, ten algemenen nutte, van de mede-eigendom van het goed gelegen Dupontstraat 11 AVIS DE LA COMMISSION GESTION IMMOBILIÈRE -=- ADVIES VAN DE COMMISSIE VASTGOEDBEHEER Pas de remarques -=- Geen opmerkingen *** DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé par 34 voix contre 3 -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met 34 stemmen tegen 3 LE CONSEIL COMMUNAL

-

-

Vu l’article 117 de la nouvelle loi communale Vu la délibération du Collège des Bourgmestre et Echevins en date du 22.11.2005 Considérant qu’il y a lieu de faire droit aux conclusions de cette délibération DECIDE : par apppel nominal, par 34 voix contre 3 De marquer son accord sur le rachat pour cause d’utilité publique dans le cadre du Contrat de Quartier « Brabant-Verte », de la mitoyenneté avec le n°11 rue Dupont au prix de 2.065,52 euros + frais notariaux Prévoir un crédit de 2.200 euros à l’article 922/712-CQ-60/01 de 2005 DE GEMEENTERAAD

-

-

Gelet op artikel 117 van de nieuwe gemeentewet Gelet op de beraadslaging van het College van Burgemeester en Schepenen dd. 22.10.2005 Overwegende dat het betaamt gevolg geven aan de conclusies van deze beraadslaging BESLUIT : bij hoofdelijke stemming, met 34 stemmen tegen 3 akkoord te gaan met de muurovername, ten algemene nutte, 11, Dupontstraat in het raam van het Wijkcontract “Brabant-Groen” tegen de prijs van 2.065,52 euro vermeerderd met de notariskosten een krediet van 2.200 euro op artikel 922/712-CQ-60/01 van 2005 uit te trekken

Ordre du jour n°46 -=- Agenda nr 46 Musée Schaerbeekois de la Bière A.S.B.L. sis 33-35, avenue Louis Bertrand - Convention de mise à disposition pour une période de 15 ans. Schaarbeeks museum van het Bier vzw, gelegen 33-35 Louis Bertrandlaan - Overeenkomst van beschikbaar stellen voor een periode van 15 jaar AVIS DE LA COMMISSION GESTION IMMOBILIERE -=- ADVIES VAN DE COMMISSIE VASTGOEDBEHEER M. Vantighem : Sous quelles conditions octroie-t-on cette convention de 15 ans? M. Denys : L'A.S.B.L. peut ainsi bénéficier d'un subside de la COCOF. *** - Mme Kleykens : J’ai déjà eu l’occasion ici au Conseil Communal d’attirer l’attention sur le fait que le musée de la bière occupe des locaux qui appartiennent au complexe de la Ruche. Cet

784

30.11.2005 espace viendrait bien à point aux écoles précisément, l’école 1 notamment qui explose dans ses locaux. Je trouve un peu difficile de se prononcer et de s’engager pour quinze ans avec la certitude que ces locaux ne reviendront jamais aux écoles. - M. Winkel : Monsieur le président, il est évident que le musée Schaerbeekois de la bière est un outil important. On le connaît partout et on le soutient totalement. Il est clair que cela pose aussi problème que ce musée existe dans un complexe scolaire. On n’est pas du tout opposé à ce que ce musée reste actuellement dans ce complexe scolaire, mais de là à accorder une convention pour quinze ans, je trouve cela un peu trop. Si dans trois ou quatre ans, la Commune décide une extension des bâtiments ou autre chose, dans ce complexe, ce serait idiot que cette convention nous empêche de réaliser ce que l’autorité publique aurait décidé. Je voudrais être sûr que dans cette convention, il est permis que la Commune puisse bien disposer du lieu en cas vraiment de nécessité impérieuse pour la Commune ? - Mme De Dyn : En voyant ce point, je me suis aussi un peu intéressée au musée de la bière sachant que c’était dans un ancien bâtiment scolaire. Je trouve que ce musée est très sympathique. La bière, c’est quand même une tradition belge. J’ai remarqué qu’en fait, c’est quand l’école industrielle a fermé qu’on s’est intéressé vraiment de plus près au fameux complexe de la Ruche qui a d’ailleurs pris un essor incroyable depuis. Maintenant, dans tout ce grand complexe, on a une extension de l’école technique et professionnelle Frans Fischer qui marche super bien, l’école de promotion sociale qui elle aussi fonctionne très bien, l’école des Ressources Humaines avec une cafétéria 1900 que tout le monde aime bien. C’est quand même une cafétéria, ce ne sont pas des classes. Il y a aussi un centre de documentation Philippe Dubois qui est une réalisation fabuleuse. Tout cela, ce sont des merveilles de restauration et d’utilisation de l’espace. Le musée ne subtilise en fait qu’un peu moins de deux pourcents de la superficie de ce complexe. Je trouve que c’est vraiment très peu pour un très beau musée qui, j’ai regardé sur le site internet, fait à peu près mille visiteurs par an. J’ai appris en plus qu’il avait déjà vendu plus de quarante-trois mille Schaerbeekoises, ce qui n’est quand même pas mal pour la renommée de la Commune. Vous n’allez pas me dire que je n’aime pas les écoles. Je crois qu’ici tout le monde connaît mon point de vue. En plus, ce Collège ci plus que n’importe quel autre, a réinvesti dans l’école. Je l’ai évoqué au Conseil Communal précédent en rappelant le budget extraordinaire de deux millions trois pour la nouvelle école 14, un million huit pour l’aménagement de la rue Van Oost. On va avoir une nouvelle école La Vallée bientôt, une nouvelle école 14. On a une nouvelle école Chazal qu’on inaugure dans quelques jours. Je trouve que pour connaître un tel investissement dans l’école, j’ai regardé dans les archives, il faut remonter au début des années soixante où les dépenses des écoles atteignaient vingt-quatre pourcents des dépenses totales budgétaires de Schaerbeek. En plus, je reviens au musée de la bière, c’est vraiment intéressant. Je trouve, qu’avec tout ce qu’on a fait jusqu’à présent pour l’école, il n’y a pas de raison de vouloir absolument se garder des locaux ou faire déménager ce musée alors qu’il fonctionne bien, qu’il est là depuis 94, qu'il commence à être connu et à être visité, qu’il est partout dans le tourisme. Quinze ans, je trouve que ce n’est pas énorme. On a d’autres possibilités pour l’instant. On a fait déjà beaucoup de choses pour l’école. Je crois qu’on peut trouver des classes et des bâtiments ailleurs. Il y a encore des choses à rénover. L’école 1 aura de la place dès que La Vallée aura quitté ses bâtiments. Elle va se retrouver avec dix classes supplémentaires dont elle en a bien besoin, je suis d’accord. 2005 est aussi l’année de la bière. Il faut finir en beauté. Bravo le musée de la bière. - M. Denys : Je voudrais répondre que le Collège a décidé de proposer cette Convention de quinze ans pour un euro symbolique. Je précise cependant que c’est l’asbl qui doit payer ellemême les frais de consommation d’énergie. Ce n’est pas pris en charge par la Commune. La raison de cette durée de quinze ans est, comme cela a déjà été demandé et obtenu par ailleurs, je cite le club de tennis Lambermont qui pour la même raison, à savoir l’obtention de subsides nécessite qu’on ait la garantie de pouvoir occuper les lieux pendant encore un certain temps. C’est cette raison là qui a amené l’asbl à nous demander de garantir l’occupation des lieux pendant quinze ans. Sinon on n’obtiendrait pas le subside. Dans la lettre, l’asbl n’a pas précisé, je réponds à Madame Kleykens, pour quel objet, dans quel but, les subsides ont été demandés. Estce que ce sont des frais de rénovation ? De fonctionnement ? Le Collège ne le sait pas. On peut le leur demander bien entendu. Ce n’est pas une question idiote, au contraire. Jusqu’à présent, le but d’obtention des subsides n’a pas été précisé. Pour répondre à Monsieur Winkel, il est évident que la durée de quinze ans est garantie. On ne peut pas dans deux ou trois ans mettre fin à la Convention. Si l’asbl veut une garantie de quinze ans parce que c’est la condition imposée par la Cocof pour octroyer les subsides, c’est qu’il faut une garantie. Tant que l’asbl respecte ses obligations, on ne peut pas mettre fin à la Convention pendant la durée de quinze ans. Je précise aussi qu’il y a une compensation dans la Convention qui dit que la Commune a le droit de

785

30.11.2005 disposer des lieux quinze fois par an pour y organiser des activités. C’est la compensation si vous voulez pour que l’asbl ne doive pas payer un vrai loyer. Merci - M. Paulet : Je voudrais préciser que ce n’est pas exact que les ouvriers communaux viennent travailler tous les jours au Musée. Ce n’est pas vrai. Quand nous avons installé la cuisine, qui a d’ailleurs été achetée sur fonds propres, ce sont les bénévoles (ce musée fonctionne avec douze bénévoles) qui ont tout fait eux-mêmes. On fait même le nettoyage de tout le musée le premier jeudi de chaque mois avant de faire la réunion du Conseil d’Administration. Ce n’est pas vrai que les ouvriers communaux viennent tous les jours travailler. Ils sont venus, c’est vrai, à certains moments. Quant aux subsides que l’on pourrait obtenir, c’est suite à des contacts que nous avons eus suite à la nouvelle convention qui pourrait être signée. Il s’agit de la réparation de la première partie du Musée qui n’est d’ailleurs pas ouverte au public et qui est plutôt un entrepôt ou bien une réserve. Quand vous entrez dans le chemin venant de la rue, c’est le bâtiment de droite qui menace de s’effondrer. J’ai déjà demandé à l’Echevin des Travaux à plusieurs reprises pour voir s’il ne pouvait pas venir voir. Il a envoyé ses responsables qui sont venus voir. Ce sont de très gros travaux à refaire. Je ne suis pas un spécialiste du bâtiment bien qu’ayant été Echevin des Travaux. Il paraît que ce sont de très gros travaux car il faut refaire toute la toiture. Nous avions pensé que c’était le moyen de passer par la Cocof pour empêcher que la commune ne doive faire ces travaux de cette toiture et de tout le bâtiment qui menace de s’effondrer. Les subsides que nous pourrions obtenir sont uniquement des subsides de réparation d’un local qui, un jour ou l’autre va s’effondrer et qui risque de coûter dans les réparations voire la reconstruction risque de coûter quelques millions. DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé par 36 voix et 1 abstention -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met 36 stemmen en 1 onthouding LE CONSEIL COMMUNAL Vu l’article 117 de la nouvelle loi communale Vu la décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 13.09.2005 de conclure une convention de mise à disposition avec l’asbl Musée Schaerbeekois de la Bière afin de lui permettre de bénéficier d’un subside octroyé par la COCOF Vu la délibération adoptée par le Collège des Bourgmestre et Echevins en date du 22.11.2005 Considérant qu’il y a lieu de faire droit aux conclusions de cette délibération DECIDE : par appel nominal, par 36 voix contre 1 - d’adopter la convention de mise à disposition du bien communal sis avenue Louis Bertrand, 33-35 à l’asbl Musée Schaerbeekois de la Bière DE GEMEENTERAAD

-

Gelet op artikel 117 van de nieuwe gemeentewet Gelet op de beraadslaging van het College van Burgemeester en Schepenen dd. 22.10.2005 Overwegende dat het betaamt gevolg geven aan de conclusies van deze beraadslaging BESLUIT : bij hoofdelijke stemming, met 36 stemmen tegen 1 de ter beschikkingstellingsconventie van het gemeentelijk pand gelegen Louis Bertrandlaan, 33-35 van de vzw Musée schaerbeekois de la Bière aan te nemen

Ordre du jour n°47 -=- Agenda nr 47 P.P.A.S. Gaucheret - Ilots 61sud et 64 (partie) - Convention d’option d’achat conclue avec la S.A. CODIC - Cession des droits et obligations au profit de la S.A. Espace Gaucheret, filiale à 100 % de la S.A. CODIC B.B.P. Gaucheret - Wijken 61 zuid en 64 (deels) - Overeenkomst voor een optie tot aankopen afgesloten tussen de nv CODIC - Overdracht van de rechten en plichten ten voordele van de nv Espace Gaucheret, filiaal voor 100% van de nv CODIC AVIS DE LA COMMISSION GESTION IMMOBILIERE -=- ADVIES VAN DE COMMISSIE VASTGOEDBEHEER Pas de remarques -=- Geen opmerkingen

786

30.11.2005

*** DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé par 36 voix et 1 abstention -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met 36 stemmen en 1 onthouding LE CONSEIL COMMUNAL Vu l’article 117 de la nouvelle loi communale ; Vus ses décisions des 27.11.2002 et 18.12.2002 relatives à l’octroi d’une option d’achat à la S.A. CODIC sur les terrains appelés îlot 61 sud et 64 (partie) situés dans le périmètre du nouveau Plan Particulier d’Affectation du sol « Gaucheret » approuvé par arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 14.07.2005 ; Vu la convention d’option du 24.12.2002 conclu entre la Commune et la S.A. CODIC, notamment l’article 8 traitant la cessibilité de l’option ; Considérant que la S .A CODIC dont le siège est établi à 1000 Bruxelles – chaussée de la Hulpe 130 a l’intention de céder les droits et obligations de la convention du 24.12.2002 conclue avec la commune au profit de sa filiale la S.A. ESPACE GAUCHERET dont le siège est établi à la même adresse ; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins du 22.11.2005 ; DECIDE : par appel nominal, par 36 voix contre 1 De marquer son accord sur la cession des droits et obligations de la convention du 24.12.2002 au profit de la S.A. ESPACE GAUCHERET dont le siège est établi à 1000 Bruxelles – chaussée de la Hulpe 130. DE GEMEENTERAAD Gelet op artikel 117 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op zijn beslissingen van 27.11.2002 en 18.12.2002 met betrekking tot het toezeggen van een aankoopoptie aan de N.V. CODIC op de gronden genoemd woonkern 61 Zuid en 64 (deel) gelegen binnen de perimeter van het nieuwe Bijzonder Bestemmingsplan “Gaucheret” goedgekeurd bij besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 14.07.2005; Gelet op de optieovereenkomst van 24.12.2002 gesloten tussen de gemeente en de N.V CODIC, namelijk artikel 8 houdende de overdraagbaarheid van de optie; Overwegende dat de N.V CODIC, waarvan de zetel gevestigd is te 1000 Brussel – Terhulpsesteenweg 130, het inzicht heeft de rechten en de verplichtingen van de overeenkomst die werd gesloten met de gemeente op 24.12.2002 over te dragen te gunste van haar filiaal de N.V. ESPACE GAUCHERET waarvan de zetel gevestigd is op hetzelfde adres; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen dd 22.11.2005; BESLUIT : bij hoofdelijke stemming, met 36 stemmen tegen 1 Akkoord te gaan met de overdracht van alle rechten en verplichtingen van de overeenkomst van 24.12.2002 ten gunste van de N.V. ESPACE GAUCHERET waarvan de zetel gevestigd is te 1000 Brussel – Terhulpsesteenweg 130.

Ordre du jour n°48 -=- Agenda nr 48 P.P.A.S Gaucheret - Ilots 61sud et 64 (partie) - Vente des terrains à la S.A. Espace GAUCHERET - Ratification. B.B.P. Gaucheret - Wijken 61 zuid en 64 (deels) - Verkoop van de gronden aan de nv Espace Gaucheret - Bekrachtiging AVIS DE LA COMMISSION GESTION IMMOBILIERE -=- ADVIES VAN DE COMMISSIE VASTGOEDBEHEER M. Vantighem : Quel lien existe entre ces deux dossiers? M. Denys invite M. De Troch à fournir l'explication

787

30.11.2005 M. De Troch : Le premier point invite le conseil à prendre acte de la cession par le S.A. CODIC de tous ses droits et obligations à un autre promoteur comme le prévoit la convention d'achat signée le 24/12/2002, en l'occurrence à la S.A. ESPACE GAUCHERET, filiale à 100% de la S.A. CODIC. Le second point est simplement la ratification de la vente à la S.A. ESPACE GAUCHERET pour le prix de vente actualisé. *** DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé par 36 voix et 1 abstention -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met 36 stemmen en 1 onthouding LE CONSEIL COMMUNAL Vu l’article 117 de la nouvelle loi communale ; Vu le plan particulier d’affectation du sol « Gaucheret », approuvé par l’arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-capitale du 14.07.2005 couvrant les îlots 59 Sud, 62,63,et 64 (délimité par la place Gaucheret, l’avenue Philippe Thomas, la rue du Progrès , la place Solvay, la rue Gaucheret, la rue Rogier, le boulevard du Roi Albert II et l’avenue de l’Héliport ; Vu sa délibération du 27.11.2002 marquant son intention d’octroyer une option d’achat sur les terrains composant les îlots 61 (sud) et 64 (partie) à la S.A. CODIC ; Vu sa délibération du 18.12.2002 octroyant une option d’achat à la S.A. CODIC sur : - l’îlot 61 (sud) délimité par l’avenue du Roi Albert II, l’avenue de l’Héliport et la rue Jolly, d’une contenance approximative de 8.520 m2, selon le cadastre et ayant été cadastré 9ème Div. N° 33R8 ; - l’îlot 64 (partie) délimité par la rue Gaucheret, la rue Rogier, la rue du Progrès et la place Solvay, d’une contenance approximative de 5 .122 m2, selon le cadastre et ayant été cadastré 8ème Div. N° 16W12 ; Vu la convention d’option d’achat octroyé par la commune à la S.A. CODIC signée le 24.12.2002 ; Vu sa délibération du 21.02.2005 par laquelle il autorise le Collège des Bourgmestre et Echevins à se désister du recours en annulation de la Commune, à l’encontre du plan régional d’affectation du sol définitif que le gouvernement régional bruxellois a adopté par arrêté du 03 mai 2001, en ce qu’il concerne la Zone d’intérêt régional n°2 Gaucheret ; Vu sa délibération du 26.10.2005 par laquelle il autorise de dispenser expressément Monsieur le Conservateur des Hypothèques de prendre inscription d’office pour quelque cause que ce soit lors de la transcription de l’acte authentique moyennant la remise au jour de la signature de l’acte authentique de la garantie bancaire ; Vu sa délibération de ce jour 30.11.2005 par laquelle il marque son accord sur la cession des droits et obligations consentis à la S.A. CODIC par convention du 24.12.2002 au profit de la S.A. ESPACE GAUCHERET ; Vu la lettre de la S.A. CODIC en date du 15.11.2005 levant l’option portant sur l’acquisition des terrains constitués par des îlots 64 (Sud) et 64 (partie) faisant l’objet de la convention conclue avec la Commune le 24.12.2002 ; Vu l’estimation du Receveur de l’Enregistrement en date du 26.09.2005 attribuant une valeur de 600 €/m2, soit pour la superficie à aliéner de 9.787 m2 (îlot 61 Sud) et 5.122 m2 (ilot64 –partie), au total 14.909 m2, un montant de 8.945.400 € ; Vu l’offre d’acquisition faite par la S.A. ESPACE GAUCHERET le 15.11.20025, annexe 2 d’un montant de 9.583.200 € pour les îlots 61( Sud) et 64 (partie) ; Considérant que la S.A. ESPACE GAUCHERET a procédé le 15.11.2005 au versement du montant conventionnel de 479.163 € représentant 5% du prix de vente lors de la levée d’option ; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins du 22.11.2005 ; DECIDE par appelnominal, par 36 voix contre 1 1° de marquer son accord sur l’aliénation à la S.A. ESPACE GAUCHERET dont le siège est établi à 1000 Bruxelles – 130, Chaussée de la Hulpe des terrains constitués sur - l’îlot 61 Sud d’une superficie de 9.787 m2 délimité par l’avenue du Roi Albert II, l’avenue de l’Héliport et la rue Jolly cadastré ou l’ayant été 9ème Div. N° 33B8 - l’îlot 64 – partie d’une superficie de 5.122 m2 délimité par la rue Gaucheret, la rue Rogier, la rue du Progrès et la place Solvay cadastré ou l’ayant été 8ème division n° 16W12 pour le prix de 9.583.200 € ;

788

30.11.2005

2° de prendre la somme de 9.583.200 € en recette à l’article 124/791IN – 52/55 comme suit : - de 2005 : 479.163 € (5% du prix – levée de l’option) - de 2005 ou 2006 : 1.916.640 € (à la signature de l’acte) - de 2006 : 7.187.400 € (pour le solde) DE GEMEENTERAAD Gelet op artikel 117 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op het Bijzonder Bestemmingsplan “Gaucheret”, goedgekeurd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering op 14.07.2005 dat de huizenblokken 59 Zuid, 61 Zuid, 62, 63 en 64 omvat (begrensd door het Gaucheretplein, de Philippe Thomaslaan, de Vooruitgangstraat, het Solvayplein, de Gaucheretstraat, de Rogierstraat, de Koning Albert II-laan en de Helihavenlaan). Gelet op zijn beraadslaging van 27.11.2002 ter verklaring het inzicht te hebben om een aankoopoptie toe te zeggen op de gronden die woonkernen 61 (zuid) en 64 (deel) uitmaken aan de N.V. CODIC; Gelet op zijn beraadslaging van 18.12.2002 tot toekenning van een aankoopoptie aan de N.V. CODIC voor : - woonkern 61 (zuid) begrensd door de Koning Albert II laan, de Helihavenlaan en de Jollystraat met een geraamde inhoud van 8.520 m2 volgens het kadaster, gekadastreerd geweest zijnde 9de Afdeling nr.33R8. - woonkern 64 (deel) begrensd door de Gaucheretstraat, de Rogierstraat, de Vooruitgangstraat en het Solvayplein, met een geraamde inhoud van 5.122 m2 volgens het kadaster, gekadastreerd of geweest zijnde 8st afdeling nr. 16W12 Gelet op overeenkomst inzake aankoopoptie hij toegezegd aan de N.V CODIC door de gemeente die werd ondertekend op 24.12.2002; Gelet op zijn beraadslaging van 21.09.2005 waarbij het College van Burgemeester en Schepenen machtigt om afstand te doen van het verzoekschrift tot nietigverklaring van de Gemeente tegen het -Gewestelijk Bestemmingsplan definitief aangenomen bij besluit dd 3 mei 2001 van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wat de perimeter van gewestelijk belang nr. 2 Gaucheret betreft ; Gelet op zijn beraadslaging van 26.10.2005 waarbij hij de Heer Bewaarder der Hypotheken uitdrukkelijk vrijstelt van ambtswege inschrijving te nemen om welke reden dan ook tijdens de inschrijving van de authentieke akte middels overhandiging op de dag van ondertekening van de authentieke akte van de bankwaarborg; Gelet op zijn beraadslaging van heden 30.11.2005 waarbij hij akkoord gaat met de overdracht van alle rechten en verplichtingen toegezegd aan de N.V. CODIC bij overeenkomst van 24.12.2002 ten gunste van de N.V. ESPACE GAUCHERET; Gelet op de brief van de N.V. CODIC dd. 15.11.2005 tot lichting van de optie houdende de aankoop van de gronden bestaand uit woonkernen 61 (zuid) en 64 (deel) die het voorwerp uitmaken van de overeenkomst gesloten met de gemeente op 24.12.2002; Gelet op de raming van de Ontvanger van Registratie van 26.09.2005 waarbij de waarde per m2 wordt geschat op 600 €/m2, hetzij voor de te vervreemden oppervlakte van 9.787 m2 (kern 61 zuid) en 5.122 m2 (kern 64 deel), in totaal voor 14.909 m2 een bedrag van 8.945.400 €; Gelet op de offerte tot aankoop gedaan door de N.V. ESPACE GAUCHERET op 15.11.2005, voor een bedrag van 9.583.200 € voor woonkernen 61 zuid en 64 – deel; Overwegende dat de N.V. ESPACE GAUCHERET op 15.11.2005 overgegaan is tot de conventionele storting van 479.163 € vertegenwoordigend 5 % van de verkoopprijs bij de lichting van de optie; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen dd 22.11.2005; BESLUIT : bij hoofdelijke stemming, met 36 stemmen tegen 1 1° akkoord te gaan met de vervreemding aan de N.V. ESPACE GAUCHERET waarvan de zetel gevestigd is te 1000 Brussel – Terhulpsesteenweg 130 van de gronden samengesteld door : - kern 61 Zuid met een oppervlakte van 9.787 m2 begrensd door de Koning Albert II laan, de Helihavenlaan en de Jollystraat, gekadastreerd of geweest zijnde 9de Afdeling nr. 33R8 - kern 64-deel met een oppervlakte van 5.122 m2 begrensd door de Gaucheretstraat, de Rogierstraat, de Vooruitgangstraat en het Solvayplein, gekadastreerd of geweest zijnde 8ste Afdeling nr; 16 12 voor de prijs van 9.583.200 €;

789

30.11.2005

2° dit bedrag van 9.583.200 € als volgt in ontvangst te nemen op artikel 124/761IN -52/55: - van 2005 : 479.160 € (5% van de prijs – optielichting) - van 2005 of 2006 : 1.916.640 € (bij de akteondertekening) - 2006 : 7.187.400 € (voor het saldo)

Contrats de quartier -=- Wijkcontracten Ordre du jour n°49 -=- Agenda nr 49 Jérusalem - Opération 1.a. - Angle rue de Jérusalem 2-6 et chaussée de Haecht - Marché de travaux - Mode de passation et fixation des conditions du marché. Jeruzalem - Operatie 1.a. - Hoek van de Jeruzalemstraat 2-6 en Haachtsesteenweg Werkenopdracht - Wijze van gunnen en vaststelling van de opdrachtsvoorwaarden DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé par 36 voix et 1 abstention -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met 36 stemmen en 1 onthouding LE CONSEIL COMMUNAL Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale; Vu la loi du 24 décembre 1993 relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services; Vu l’arrêté royal du 8 janvier 1996 relatif aux marchés publics de travaux, de fournitures et de services et aux concessions de travaux publics; Vu l’arrêté royal du 26 septembre 1996 établissant les règles générales d’exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics; Vu l’arrêté de l’Exécutif approuvant le programme du contrat de quartier Jérusalem et notifié le 24 décembre 2002. Considérant que la construction de logement 2-6 rue de Jérusalem constitue l’opération 1.a de ce programme : Considérant qu’il convient de confier ces travaux à une entreprise ; que le coût de ces travaux est estimé à 1.100.000 €; Considérant que l’ensemble de l’opération est subsidiée par la Région à concurrence de 892.814€ et que le solde sera financé par emprunt ; Vu le cahier des charges CQ/JER/1.a dressé à cette fin ; DECIDE : par appel nominal, par 36 voix contre 1 1) de passer le marché de travaux à confier à une entreprise par adjudication publique, aux conditions fixées dans le cahier spécial des charges CQ /JE/1.a 2) de publier l’avis de marché au Bulletin des adjudications. 3) d'imputer la dépense pour travaux, soit 1.100.000 € TVA comprise à l'article 922/723-CQ-60/03 du budget extraordinaire 2005. 4) de prendre acte de la subsidiation de 892.814€ dans le cadre du Contrat de Quartier « Jérusalem ». 5) de financer la part communale, soit le solde, par un emprunt au taux en vigueur au moment de sa conclusion. DE GEMEENTERAAD Gelet op het artikel 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op de wet van 24 december 1993, betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten; Gelet op het Koninklijk Besluit dd. 8 januari 1996, betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken; Gelet op het Koninklijk Besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken; Gelet op het besluit van 24 december 2002 waarmede de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het programma van het Wijkcontract « Jéruzalem » heeft goedgekeurd en de bedragen van de toelagen heeft bepaald ;

790

30.11.2005 Gezien de bouw van woningen in de Jeruzalemstraat 2-6 de operatie 1.a van dit programma uitmaakt ; Gezien het passend is deze werken toe te vertrouwen aan een onderneming; dat de kost van deze werken wordt geschat op 1.100.000 €; Gezien het geheel van de operatie wordt betoelaagd door het Gewest ten belopen van 892.814€ en het saldo zal worden gefinancierd door een lening ; Gezien het lastenboek CQ/JER/1.a dat hiertoe werd opgesteld ; BESLUIT : bij hoofdelijke stemming, met 36 stemmen tegen 1 1. de opdracht toe te vertrouwen aan een onderneming via openbare aanbesteding, aan de voorwaarden die werden vastgelegd in het bijzonder lastenboek CQ /JE/1.a 2. de aanbesteding te publiceren in het Bulletin der aanbestedingen, 3. de uitgave voor de werken, hetzij 1.100.000 € BTW inbegrepen in te schrijven op het artikel 922/723-CQ-60/03 van het buitengewoon budget 2005, 4. akte te nemen van de toelage van 892.814€ in het kader van het Wijkcontract “Jeruzalem”, 5. het deel van de gemeente, hetzij het saldo, te financieren via een lening aan de rente die van kracht is op het ogenblik van de afsluiting.

SERVICES COMMUNAUX SPECIFIQUES -=- BIJZONDERE GEMEENTEDIENSTEN Economie – Emploi -=- Economie - Tewerkstelling Ordre du jour n°50 -=- Agenda nr 50 Octroi d’un subside, pour l’exercice 2005, à l’A.S.B.L. « Promotion de l’Emploi ». Toekennen van een toelage voor het dienstjaar 2005 aan de vzw “ Promotion de l’Emploi”. DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen LE CONSEIL COMMUNAL Vu les articles 117, 123 et 135 de la Nouvelle Loi communale; Vu la loi du 26 juillet 1971, organisant les agglomérations et fédérations de communes; Vu la loi du 14 novembre 1983, relative au contrôle de l’octroi et de l’emploi de certaines subventions; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins; DECIDE : par appel nominal, à l'unanimité D’octroyer un subside exceptionnel de 7000 € à l’asbl PROMOTION DE L’EMPLOI, sise, 36 rue Gallait à 1030 Schaerbeek, pour l’aider à l’édition d’une plaquette sur la recherche d’emploi basée sur l’expérience de l’association DE GEMEENTERAAD Gelet op de artikelen 117, 123 en 135 van de nieuwe gemeentewet ; Gelet op de wet van 26 juli 1971 houdende organisatie van de agglomeraties en federaties van de gemeenten; Gelet op de wet van 14 november 1983, betreffende de controle van de toekenning en de aanwending van sommige toelagen; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen; BESLUIT : bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen Een buitengewone subsidie van 7000 € toe te kennen aan de vzw "Promotion de l'Emploi", 36, Gallaitstraat te Schaarbeek om hun te helpen bij de uitgave van een brochure over een onderzoek van werkgelegenheid gebaseerd op de ervaring van de vereniging

791

30.11.2005

Après le point 50 vote nominal auquel participent les conseillers communaux suivants -=- Na het punt 50 hoofdelijke stemming waaraan de volgende gemeenteraadsleden deelnemen : MM.hh. Winkel, Grimberghs, Fraboni, Denys, Mme-mevr Smeysters, MM.-hh. Demol, Lahlali, Ozturk, Benallel, Mmes-Mevr. Monseu, Blanmailland, MM.-hh. Ramdani, Mmes-mevr. De Dyn, Kleykens, MM.-hh. Heuninck, Vantighem, Courtheoux, Mme-mevr. Meunier, MM.-hh. Adams, Deldicque, M'Rabet, Haberman, Charels, Paulet, Duriau, Nimal, Germain, De Jaegher, Guillaume, Noël, Van Gorp, De Herde, Verzin, Mmes-Mevr. Philippart, Nyssens, Bouarfa et/en M.-h. Clerfayt.

*

*

*

*

792

30.11.2005 RESULTAT DU VOTE -UITSLAG VAN DE STEMMING VOTE LE PREMIER : M. EL ARNOUKI STEMT ALS EERSTE : DE H. EL ARNOUKI

Points de l'O.J. Punten agenda MM.-HH.

CHARELS PAULET DURIAU NIMAL GERMAIN DE JAEGHER GUILLAUME NOEL VAN GORP DE HERDE VERZIN MMES-MEVR. PHILIPPART-LEDUR NYSSENS M.-H. SESSLER MME-MEVR. BOUARFA MM.-HH. EL ARNOUKI WINKEL GRIMBERGHS FRABONI . DENYS MME-MEVR. SMEYSTERS MM.-HH. DEMOL KÖSE MMES-MEVR. BERROHO-ESSAIDI JODOGNE MM.-HH. TEMIZ LAHLALI OZKARA OZTURK BENALLEL MMES-MEVR. MONSEU BLANMAILLAND MASSART MM;-HH. CRASSON RAMDANI EL KHATTABI MMES-MEVR. DE DYN KLEYKENS MM.-HH. HEUNINCK VANTIGHEM COURTHEOUX MME-MEVR. MEUNIER MM.-HH. ADAMS DELDICQUE M'RABET HABERMAN M.-H.

CLERFAYT OUI-JA NON-NEEN ABSTENTIONSONTHOUDINGEN

OUI - JA : O NON - NEEN : N ABSTENTION - ONTHOUDING : -

3-26; 30-31; 33-39; 41-44; 50

27-29, 40

32

45

46

47-49

O O O O O O O O O O O O O

O O O O O O O O O O O N O

O O O O O O O O O O O O O

O O O O O O O O O O O N O

O O O O O O O O O O O O O

O O O O O O O O O O O O O

O

O

O

O

O

O

O O O O O O

O O O O O N

O O O O O O

O O O O O N

O O O O O O

O O O O O O

O

O

O

O

N

O

O O O O

O O O O

O O O

-

O O O O

O O O O

O O O O

O

O

O

O

O

O

O O O O O O O O O O

O O O O O O O O O O

O O O O O

O O O O O O O N O O

O O O O O O O O O O

O O O O O O O N O O

O O O

O

O

O

O

O

O

37 -

35 2 -

34 3

34 3 -

36 1 -

36 1 -

793

30.11.2005

ORDRE DU JOUR (REPRISE) -=- AGENDA (VERVOLG) INTERPELLATIONS -=- INTERPELLATIES Ordre du jour n°51 -=- Agenda nr 51 Mme De Dyn : Autonomie des directions d’établissements scolaires communaux. Mevr. De Dyn : Autonomie van de directies van de gemeentescholen - Mme De Dyn : C’est une interpellation reportée de la fois dernière sur l’autonomie des directions. Suite à mes visites dans les écoles l’année scolaire passée, j’ai pu remarquer que le rôle du Directeur ou de la Directrice, Préfet, Préfète est très fluctuant d’un établissement à un autre. En fait, j’ai eu l’impression lors de mes visites que toutes ces missions sont bien remplies par chacun. Le chef d’établissement manque de liberté et d’autonomie dans la gestion au quotidien de son bahut. Il est accablé de charges administratives et travaille parfois dans des conditions difficiles. D’autre part, et sans mettre en doute la gestion en bon père de famille exercée, plusieurs activités organisées par l’école et ses satellites directs échappent complètement au Pouvoir Organisateur. C’est l’impression que j’en ai eue. Nous avions vu le cas des distributeurs de boissons et de friandises mais il y a aussi le parascolaire, les frais administratifs ou même l’utilisation de l’enveloppe donnée par D+. Dans le Livre Blanc qu’on a voté avant les vacances d’été 2004, il y avait deux chapitres qui se rapportaient directement à ce sujet. Un qui était dans les structures de gestion et qui disait établir une évaluation des charges de travail au niveau du service des écoles. Ma série de question directement en rapport avec cette proposition sont : Est-ce qu’il y a une enquête qui a été faite auprès des Directions en place ? Des anciennes Directions ? Des candidats directeurs ? Pour savoir quels sont leurs souhaits et leurs besoins ? Est-ce que les charges de travail ont été évaluées ? Est-ce qu’on a apporté des remèdes depuis soit directement via la Commune soit via la Communauté Française et le contrat pour l’école avec l’augmentation des frais de fonctionnement ? Il y a un autre chapitre dans le Livre Blanc qui s’appelle l’effet directeur. Dans la proposition 12, ce sont les missions essentielles du chef d’établissement qui sont la mise en œuvre du projet d’établissement dans le respect du projet éducatif et pédagogique communal, l’animation pédagogique de l’équipe et l’administration efficace et rigoureuse de son école, le contact avec les parents, l’environnement social économique et culturel de l’établissement. Mes interrogations à ce sujet là : est-ce qu’on a demandé aux directions en place comment elles voient leurs fonctions ? Est-ce qu’elles remplissent tous leurs devoirs, toutes leurs missions ? Est-ce que le profil du Directeur a été établi et approuvé par le Collège ? Est-ce que, nous, les Conseillers, on peut en prendre connaissance ? Est-ce qu’il y a des différences entre les missions de la proposition 12 et la vision du Directeur ? Est-ce qu’il y a un cadre de référence qui établit l’autonomie dont ces Directions jouissent ? - M. Lahlali : Merci Madame De Dyn pour l’intérêt que vous portez constamment aux écoles même si sur le dossier précédent vous n’avez pas manifesté la même attitude. Ceci étant dit, avant de répondre précisément à cette question relative à l’autonomie des Directions d’école, je souhaiterais vous répondre que je ne partage pas votre vision selon lequel le rôle de la Direction serait fluctuant d’un établissement scolaire à un autre. La fonction est d’une manière générale la même d’où une définition de fonction unique. Les styles de management eux, peuvent par contre varier d’une Direction à l’autre. Il y a une distinction à faire. C’est sans doute le style de management propre à chacune des Directions que vous avez pu rencontrer à l’occasion de vos entrevues l’année dernière et non précisément la définition de fonction de Direction. En outre, comme la fonction est complexe, chacun a l’occasion de mettre à l’intérieur d’une même description de fonction l’accent sur certains aspects plutôt que d’autres. Ce qui est une bonne chose par rapport à l’autonomie des Directions. Pour revenir à votre question précise, la description de fonction des Directions a été établie en concertation avec eux à l’occasion de plusieurs journées de travail coordonnées par le coordinateur pédagogique et moi-même. La version finale de la description leur a été soumise avant approbation. Lors de ces concertations, les Directions ont donc pu exposer leurs besoins, leurs souhaits et leurs visions de la fonction de Directeur d’école. En ce qui concerne votre interrogation au sujet du volet de la valorisation des Directions repris dans le contrat pour l’école, je peux vous dire que la définition de fonction adoptée par le Collège le 21 juin dernier, (je ne peux pas vous confirmer que c’est passé au Conseil Communal ou pas). La définition de fonction a été adoptée par le Collège le 21 juin dernier. Celle qui a été discutée avec les Directions d’établissements et qui a reçu au préalable leur approbation. Là où j’ai une incertitude parce que ce n’était pas mentionné dans votre question

794

30.11.2005 et votre interpellation, c’est par rapport à l’information du Conseil Communal. Je ne sais pas si c’est une obligation que cela passe par le Conseil Communal. Cette définition anticipe sur la lettre de mission envisagée dans le contrat pour l’école et le projet de statut de la Communauté Française. A ce titre, je souhaite faire une petite parenthèse et ajouter que le Conseil de l’Enseignement des Communes et des Provinces et le CPEONS sont totalement hostiles à ce projet de statut. Ils estiment tout comme le Pouvoir Organisateur du Libre vouloir conserver le droit de choisir les cadres scolaires c'est-à-dire les Directeurs. Je partage cette position. Le système mis en place par la Communauté Française c'est-à-dire le brevet entraîne parfois des résultats catastrophiques notamment en terme de valse des préfets. De plus, le statut des Directeurs ne valorisera pas cette fonction notamment par le manque de révision barémique et le manque de motivation pécuniaire. Sans doute, cela ne fera que compliquer la gestion quotidienne et la gestion prévisionnelle des établissements scolaires comme les nôtres. Pour revenir à la définition de la fonction des chefs d’établissements adoptée dernièrement au Collège, cette définition reconnaît bien le caractère essentiel de leur mission, leur offre la possibilité de suivre des formations adéquates et vise à simplifier au maximum leurs tâches administratives afin qu’ils puissent mieux encore se consacrer au pilotage de leur établissement. Ainsi, a eu lieu une formation organisée par l'ERAP sur les managements destinée aux Directions du fondamental à laquelle ont déjà participé quelques Directions de notre réseau, de notre pouvoir organisateur. Cette formation a d’ailleurs été animée par notre Coordinateur Pédagogique. Pour terminer, vous vous interrogez sur les limites de l’autonomie des Directions d’écoles. Cette question est formulée de manière bien trop vague pour que je puisse y répondre clairement. Une partie de la réponse est dans la définition de la fonction. Il est clair que les Directions de l’enseignement communal n’ont pas une autonomie de gestion, les politiques éducatives étant décidées par l’autorité communale. Ils n’ont pas une autonomie de gestion aussi large que les Directions de l’enseignement du Libre ou de la Communauté Française. Tant mieux pour elles d’ailleurs. L’autonomie pédagogique est une prérogative du Pouvoir Organisateur pas des écoles même si, dans la pratique, les écoles schaerbeekoises disposent d’une très large liberté d’initiatives. En fait, tant que les écoles mettent en œuvre leurs projets d’établissement dans le respect du projet éducatif et pédagogique communal, elles sont assez libres par ailleurs. Je vous remercie.

Ordre du jour n°52 -=- Agenda nr 52 M. M’Rabet : Mesures envisagées par le Collège en matière de propreté publique quant à la fête du sacrifice de cette fin d’année 2005. De h. M’Rabet : Maatregelen voorzien door het College inzake de openbare netheid ten opzichte van het Offerfeest op het einde van het jaar 2005 - M. M’Rabet : Monsieur le Bourgmestre, Mesdames, Messieurs les Echevins, Mesdames, Messieurs les Conseillers Communaux, Chers Collègues, Quelles sont les mesures envisagées par le Collège en matière de Propreté Publique quant à l’organisation de la fête du mouton pour cette fin d’année 2005. Pour la seconde fois cette année, la communauté musulmane dans le monde entier sera amenée à célébrer la fête de « L’AID EL KEBIR ». A Schaerbeek aussi, la dite communauté se prépare activement à la célébration de cette fête, mais se pose certaines questions par rapport à l’organisation. Cette fête est d’autant plus importante qu’elle nécessite une bonne coordination et pas des moindre, puisqu’il s’agit de déterminer le ou les lieux d’abattages, mais également de déterminer un budget et d’organiser avec les différents acteurs (le service des travaux publics, la Police, mobilisation en personnel communal et extra communal (bénévoles), Agents ABP, les comités de quartiers, les responsables des différentes mosquées, …). Début de cette année, la Commune a été déjà sollicitée pour venir en aide à l’organisation de cette « fête du sacrifice » en octroyant des moyens en terme de subside, mise à disposition d’un personnel communal et la création momentanée de deux sites d’abattages (un à la rue VANOOST, l’autre à la rue NAVEZ). Il ne va pas sans dire que comme toutes les autres fois, certaines choses se sont passées de façon plus ou moins approximative. • Inscription peu ou pas respectée. • Campagne d’information pas claire et qui n’incite pas à la démarche.

795

30.11.2005 •

Sites mal indiqués et ne répondant pas à la situation d’une commune de plus de 115.000 habitants. • L’Union des mosquées et les fidèles eux-mêmes ont manifesté leur mécontentement (demande en moyens humains, infrastructures mieux adaptées et mieux réparties, …). • Beaucoup de questions également sont restées en suspend concernant les subsides communaux et leur répartition. • Nombreux Schaerbeekois se sont retrouvés coincés, car les déviations mal indiquées. • Moyens insuffisants en personnes et pas à la mesure de l’attente et de la réalité d’après certaines personnes. • Containers débordants et délais (problèmes de débits et de fréquences). • Sacs encore en rue deux à trois jours après. • Amendes administratives et poursuites. Cette liste loin d’être exhaustive reflète la réalité de ce que nous devons éviter, afin que cette fois, la communauté musulmane soit satisfaite et puisse fêter comme il se doit « L’AID EL KEBIR ». Comme toutes organisations, celle-ci entraîne une dépense supplémentaire pour la commune, tant au niveau des heures supplémentaires que vont devoir réaliser les hommes de la voirie, de la police, etc.… qu’au niveau du subside qui sera je crois octroyé à l’Union des Mosquées ? Qu’il faille également rappeler que certaines de ces mosquées sont pris littéralement en otage par certains mandataires politiques qui n’hésitent pas à faire circuler des bruits dont ils ne mesurent pas toujours leurs portées. Attention de grâce quant-il s’agit d’argent ! Je sais que la campagne électorale a commencé, et je ne vous cache pas que je n’hésiterai pas à dénoncer si cette fête venait à être récupérée par qui que ce soit. Pour ma part, la fête de « L’AID EL KEBIR » est importante pour l’ensemble de la communauté musulmane, et que celle-ci a droit à pouvoir exercer son culte librement et co-exister au regard des autres fêtes religieuses. Elles concernent en effet un grand nombre d’hommes et de femmes à Schaerbeek, mais également dans les trois régions du pays. Pour la majorité de ces musulmans, je pense qu’il est important qu’ils se sentent intégrés (dans leur différences), mais également et surtout qu’ils se sentent soutenus. D’autres part, il ne va pas sans rappeler qu’à chaque fois, beaucoup de personnes se posent la question de la répartition entre les différentes mosquées de Schaerbeek. Il m’est revenu après la réunion du « 16/11 » organisée par l’Union des Mosquées, que la commune va leur mettre un subside à disposition. Si cela est vrais, il faut alors rappeler que dans cette communauté, nous avons deux grandes composantes : les turques et les maghrébins (en majorité les marocains) et que les premiers sont minoritairement représentés par rapport aux seconds. A ma connaissance, et pour cette seconde fois, le Ministre Emir KIR en charge de la Propreté Publique au niveau Régional privilégie un endroit plus adapté et qui répondrait mieux aux attentes des musulmans de Schaerbeek : « La Gare Josaphat » Pour le groupe PS, il est évident que nous pensons que ce site serait une bonne idée et qu’il propose plusieurs avantages. De plus il gênerait moins les autres Schaerbeekois. Nous pensons que si ce projet est bien étudié, ce site devrait faciliter l’organisation de cette fête en rencontrant j’en suis sûr l’approbation de nombreux partenaires. Pour le PS, il est important de soutenir ce projet qui certainement répondra mieux aux attentes et souhaits de l’ensemble de la communauté musulmane si on tient compte des expériences antérieures. Mes questions Monsieur le Président, Mesdames, Messieurs, Chers Collègues sont : • Qu’elle est la position du Collège pour l’organisation de la prochaine grande fête de la communauté Musulmane de « L’AID EL KEBIR » ? • Existe t’il un budget pour l’organisation de cette fête ? Si oui, de combien ? • Quels sont les critères objectifs pour la répartition de cette aide, entre les différentes mosquées ? • Y-a-t-il un système de contrôle objectif de ces dépenses ? Si oui, par qui ? • Quelle est la réponse du Collège à la sollicitation du Ministre Emir KIR, et à sa proposition d’installer l’abattage sur le site de la gare Josaphat ? • Comment le Collège va t-il apporter son soutien et sa reconnaissance pour cette journée (Informations aux habitants ? Tolérances ? Propretés/Sanctions ? Sécurité ? Je vous remercie pour les réponses que vous votre écoute et les réponses qui seront apportées. - Mme Nyssens : Je sens que c’est une problématique éminemment sensible. C’est vrai qu’elle est politisée. Quand on est extérieur, on sent bien que les gens sont sur leur garde quand on en

796

30.11.2005 fait un sujet de politique. On doit respecter vraiment la séparation église/Etat et considérer cette fête comme un moment festif et intervenir et soutenir sans intrusion. - M. le Bourgmestre : Monsieur M’Rabet a le mérite de poser une question sur un sujet important. Je vais tenter d’y répondre au nom du Collège car cela relève de compétences qui sont partagées par l’ensemble du Collège. On en parle assez souvent en Collège. Les questions relèvent de la compétence des cultes. Monsieur Etienne Noël est en contact fréquent avec les mosquées. La propreté publique qui est gérée par Jean Pierre Van Gorp aussi de l’intégration des communautés qui relève de Tamimount Essaïdi qui est malade ce soir malheureusement. Tous les autres membres du Collège sont autant intéressés par cette question. Je suis d’abord un peu étonné du ton de votre question Monsieur M’Rabet parce que je voudrais quand même faire un petit retour en arrière et vous rappeler que la Commune de Schaerbeek a été la première Commune en région bruxelloise à se préoccuper au niveau communal de l’organisation de la fête du sacrifice en organisant en 1997 à l’initiative de Michel De Herde qui était alors Echevin de l’Intégration et de Claude Paulet Echevin de la propreté publique un ramassage des déchets sur le territoire de Schaerbeek. En 1997, il n’y avait qu’une seule Commune qui a fait cela, c’est Schaerbeek. Nous avons été une Commune pionnière dans l’accompagnement des Musulmans de notre Commune pour fêter dignement cette fête. L’année suivante, nous avons suggéré que les autres Communes concernées jouissent d’un même service et nous avons demandé à la Région de s’en préoccuper. Le Ministre régional de l’époque de la propreté publique, Monsieur Gosuin, a pris en charge cette organisation au niveau des dix-neuf Communes, en tout cas des Communes qui souhaitaient s’inscrire dans ce dispositif. Cinq, six au départ, sept ou huit ensuite. Tant qu’on parle de Communauté musulmane, c’est un tout autre sujet mais je dois quand même rappeler le rôle pionnier que Schaerbeek a joué pour la création de parcelles musulmanes dans le cimetière multiconfessionnel. Cela n’a rien à voir mais vous semblez dire que nous traitons mal cette communauté. Je dois quand même vous rappeler les étapes où Schaerbeek a encore une fois été pionnière. En 2001, quand la Région a souhaité que certaines communes, à côté de la collecte de déchets organise des abattoirs, nous avons été une des quatre communes qui en 2001 avons été pionniers pour l’organisation d’un abattoir communal temporaire. Nous l’avons fait, je pense dans de bonnes conditions même si elles n’étaient pas parfaites et idéales. L’année passée, nous avons poursuivi depuis lors l’organisation d’un abattoir communal temporaire. L’année passée, nous avons été pionnier dans l’association de la Commune avec les mosquées locales pour l’organisation de cette fête. Car il s’agit avant tout d’une fête qui intéresse les Musulmans et les Musulmans doivent être au premier titre associés à son organisation afin de respecter pleinement leur religion, leurs identités et leurs traditions. Nous ne voulions pas que la Commune se substitue à eux pour l’organisation de la fête. Nous avons souhaité les associer pleinement, en faire des acteurs à part entière de la fête. Lors des contacts que nous avons eus avec eux, nous avons encouragé et créé une association des mosquées de Schaerbeek qui regroupe les dix mosquées Schaerbeekoises. Quatre mosquées marocaines, quatre mosquées turques et deux mosquées albanaises. Elles sont toutes les dix membres de cette association que nous avons reconnus comme partenaire officiel de la Commune puisque nous leur accordons un subside de fonctionnement et un subside pour la fête. Ce sont deux choses qui sont inscrites au budget communal et que vous avez revotées il y a deux mois. Toutes ces informations sont contenues dans le budget. Il n’y a pas de secret. Vous confondiez peut-être dans votre question le subside général qui lui est de l’ordre de cinquante mille euros. Je parle sous le contrôle de l’Echevin des Cultes Etienne Noël dont c’est la compétence. Nous accordons cinquante mille euros à l’association des mosquées de Schaerbeek. A charge pour elles de répartir ce montant entre ses membres. Nous ne faisons qu’un seul versement unique au compte unique de l’association des mosquées de Schaerbeek qui se préoccupe ensuite de le répartir entre ses membres. C’est vrai. Il me semble que vous sortez de votre question. La vérité a ses droits. J’ai été invité avec mon collègue Echevin des Cultes, c’est à son budget qu’est inscrite la dotation cultes, à aller dans quelques mosquées Schaerbeekoises. Nous avons été invités. Je respecte les Musulmans et je ne forcerais la porte d’aucun lieu de culte si on ne m’y invite pas. Là où nous avons été invités, nous sommes allés. Là, on nous a interrogés. Nous avons dit ce que nous avons fait. C’est tout. Nous avons parlé en tant que Bourgmestre de Schaerbeek et d’Echevin des Cultes de Schaerbeek qui sommes compétents pour organiser les relations entre la Commune de Schaerbeek pouvoir administratif et la communauté musulmane que nous reconnaissons pleinement et totalement et qui nous apporte beaucoup. Voilà pour le subside général. Nous ne sommes pas responsables de la répartition qu’en fait l’association des mosquées. Nous leur faisons pleinement confiance et nous les responsabilisons pleinement sur la manière de répartir cet argent entre eux. Cela ne relève pas du pouvoir de la Commune. Ce sont des critères internes aux mosquées entre elles. Ils sont tous majeurs et capables de gérer entre eux. Je reviens à la

797

30.11.2005 fête du sacrifice. Grande fête importante. Depuis l’année passée, nous avons souhaité associer pleinement les mosquées à l’organisation de la fête, à être coorganisateur avec eux. Nous sommes la seule Commune de Bruxelles à faire comme cela. Dans les autres Communes, je dirais que le pouvoir communal infantilise les Musulmans en disant on va tout faire pour vous. Je pense que ce n’est pas faire confiance. Comme l’a rappelé Madame Nyssens ici, les principes de séparation entre l’Eglise et l’Etat font que s’agissant de l’organisation d’une fête religieuse, il est légitime, normal, légal et important que ce soient les organisations religieuses qui en assument l’organisation. Ce qui n’empêche pas le pouvoir civil et administratif qu’est la Commune de venir en appui et en aide. Si l’on me dit qu’il y a un grand événement sur Schaerbeek qui est important pour des Schaerbeekois et qui requiert la présence de policiers pour gérer la circulation, je mets mes policiers à leur service. Si cela requiert des ouvriers communaux pour amener du matériel, je peux les mettre à leur service. Nous avons voulu reconnaître pleinement et entièrement la responsabilité des mosquées dans l’organisation de la fête de l’Ait El Kabîr. Nos dix mosquées schaerbeekoises en sont très heureuses et sont demanderesses de ce rôle important que nous leur accordons. Nous sommes la seule Commune à les traiter en adultes. Les autres Communes les infantilisent et je le regrette. Les mosquées des autres Communes bruxelloises n’ont rien à dire dans l’organisation du site d’abattoir communal. Elles ne sont pas associées. Elles sont juste spectateur. Je ne pense pas que c’est bonne manière de traiter la communauté musulmane qui est une communauté à laquelle on doit le respect. Quant à cette année ci, je veux bien qu’on parle des années précédentes et que vous disiez que ce n’était pas parfait, qu’il n’y avait pas assez de place, que les containers débordaient. Les containers, c’est la Région bruxelloise. S’il n’y avait pas assez de conteneurs et qu’ils n’arrivaient pas assez vite, ce sont les problèmes de la Région bruxelloise. Nous avons beaucoup de plaintes parce que les containers n’arrivaient pas à temps ni à heure ni aux endroits prévus car la Région était un peu débordée, ce qui entraînait que les containers aussi débordaient. L’année passée, nous avions avec les mosquées organisé un abattoir qui avait une capacité de minimum quatre cents abattages. Seulement, deux cents et quelques personnes se sont inscrites et un tout petit peu moins sont venues procéder à l’abattage rituel sur le site d’abattage communal. Je trouve cela insuffisant. Nous étions prêts à augmenter encore la capacité de l’abattoir communal et nous avions évoqué plusieurs pistes avec les mosquées à l’époque. Nous avons, tous les Bourgmestres, été surpris par la plainte qui a été introduite par une association de défense animale en cours d’après-midi auprès du Procureur du Roi. Plainte qui a amené le Procureur du Roi à donner instruction aux polices de Bruxelles de noter les plaques de voitures d’une série de gens qui venaient déposer leurs déchets au centre de récolte des déchets. Je peux vous dire, Monsieur M’Rabet, si cela vous intéresse que celle de Schaerbeek est celle qui a mis le moins d’empressement à obéir aux instructions du Procureur du Roi. Si vous faites votre enquête pour savoir combien de plaques ont été notées à Bruxelles Ville, combien de plaques à Molenbeek, combien de plaques à Saint-Gilles, combien de plaques à Ixelles, combien de plaques à Anderlecht, combien de plaques à Schaerbeek ? Vous verrez que les chiffres sont éloquents. Il y a à peine une centaine de plaques notées chez nous pour plusieurs centaines notées ailleurs car la police Schaerbeekoise a tout de suite fait comprendre au Procureur du Roi quel jeu difficile il jouait. Suite à l’émotion évidente que ces opérations de police ont créé au sein de la communauté parce que le Procureur du Roi a donné ordre à la police de convoquer ces gens au commissariat. La police est forcée d’y répondre et le Bourgmestre ne peut pas empêcher la police d’exécuter un ordre du Procureur du Roi. Suite à l’émoi que cela a créé dans la communauté, j’ai invité ici dans cette salle Monsieur le Procureur du Roi au mois de juin ou début juillet devant les mosquées Schaerbeekoise. Il y avait une vingtaine de personnes, des présidents et responsables de mosquées pour qu’il y ait une discussion entre le Procureur du Roi et les mosquées sur cette question parce qu’elle est grave. J’ai pris cette initiative le premier avant tout le monde. Je pense d’ailleurs que Monsieur Moureau, Bourgmestre de Molenbeek l’a trouvée intéressante car il a copié cette rencontre au mois de septembre. Il a fait la même chose dans sa Commune aussi pour rassurer les mosquées. Le Procureur du Roi a exposé sa position. Il a dit simplement « je suis le Procureur du Roi et je suis forcé d’appliquer la Loi. Ma Ministre de la Justice me demande d’appliquer la Loi et je dois lui rendre compte si je n’applique pas la Loi » La Loi dit : « que les abattages à domicile sont illégaux ». Comme ils sont illégaux, je suis forcé de poursuivre. Je n’ai pas le choix mais j’ai un peu de choix dans le traitement des dossiers. Je constate qu’il y a à l’avenir de l’amélioration dans l’organisation de la fête pour qu’il y ait moins d’abattages illégaux et plus d’abattages légaux dans des abattoirs organisés. Alors je pourrai me montrer plus souple. Il n’a pas été plus loin dans son raisonnement. Ce qui amène tout le monde en région bruxelloise, toutes les autorités administratives à se dire « il faut créer plus de place dans les abattoirs temporaires. Il faut que les abattoirs de chaque Commune soient maintenus et développés. Nous y travaillons, je vais vous en parler dans un instant. Il faut que la Région

798

30.11.2005 bruxelloise aussi déploie des abattoirs et c’est très bien. Schaerbeek réclame, demande et soutient les efforts de la Région pour créer des sites d’abattages régionaux temporaires dans de bonnes conditions. Pour cette année ci nous avons repris ou poursuivi nos rencontres régulières avec l’association des mosquées Schaerbeekoises. Nous en sommes maintenant à la quatrième ou cinquième réunion sur le sujet. Nous préparons la fête du sacrifice qui, contrairement à ce que vous dites dans votre texte, n’est pas la deuxième cette année ci. Ce sera le10 janvier 2006. Nous préparons cette fête avec l’association des mosquées Schaerbeekoises qui souhaite, comme chaque année la réussir avec nous. Nous allons organiser comme d’habitude un site d’abattoir temporaire sur le site Jérusalem. Nous réfléchissons à tous les moyens d’en augmenter la capacité. Les services techniques travaillent sur cette question. Les mosquées travaillent sur un autre projet d’abattage en dehors de Schaerbeek et c’est très bien. Enfin, nous nous posons la question de savoir si la Région va, comme les années précédentes, organiser des sites de collectes de déchets dans divers endroits de la Région. Jusqu’à présent, cette année ci, nous n’avons reçu aucune information du Ministre Kir quant à sa volonté d’organiser des sites de collectes de déchets comme les autres années. Nous avons été interpellés par les mosquées qui nous ont dit est-ce qu’il y aura un site comme les années précédentes rue de Waelhem avec des containers ? On a répondu qu’aujourd'hui on n’en sait rien. On a réécrit un courrier à Monsieur Kir pour savoir ce qu’il en était mais aujourd'hui on n’en sait rien. Et les mosquées de nous dire qu’il est important aujourd'hui d’informer les musulmans des mesures qui seront prises. Oui. Nous avons convenu ensemble de préparer un tract d’information qui dit les choses tout simplement. Ce tract a été préparé, il a été lu par cinq ou six personnes sous forme de brouillon. Le brouillon connu de cinq ou six personnes est arrivé à la connaissance de Monsieur Kir avant même que ce document ne soit dans une forme définitive. On changeait encore des phrases à gauche et à droite. Il est arrivé à la connaissance de Monsieur Kir qui a publié un communiqué de presse méchant d’une page et demi disant que Schaerbeek faisait une désinformation manifeste alors qu’il n’y avait toujours aucune information. C’est quand même curieux. Vu les critiques de Monsieur Kir et les questions, ce document est arrivé en Collège ce mardi, je l’ai lu en Collège et je vais vous le lire. Vous l’avez peut être lu mais comme c’est un document très secret, c’est un document de travail que maintenant plus quinze personnes connaissent. Je vais donner sa connaissance à un peu plus de gens. Il dit « Fête du sacrifice le 10 janvier 2006. Des informations pratiques précises parviendront prochainement » C’est une première information pour annoncer les intentions générales. « Travaillons ensembles pour que cette fête essentielle soit une belle réussite » Puis il y a trois thèmes : site d’abattage, site de récolte des déchets, site supra communal ou régional. Site d’abattage : cette année l’association des mosquées de Schaerbeek en collaboration avec les autorités communales proposent deux solutions pour l’abattage rituel du mouton : 1. l’abattage individuel sur le site d’abattage temporaire de la Commune 54 rue de Jérusalem 2. un abattage collectif à l’abattoir islamique à Lennik avec un transport collectif des moutons vers Schaerbeek. Renseignements auprès de votre mosquée. C’est une formule que les mosquées auxquelles elles réfléchissent. Deuxième sujet : site de récolte des déchets : à ce jour, les autorités régionales, l’Agence Bruxelles Propreté n’ont toujours pas expliqué leur politique en la matière. La Commune est demanderesse d’un site et l’a fait savoir au Ministre Emir Kir. La Commune est liée par la décision régionale puisque c’est la Région seule qui dispose des containers. Troisième sujet : site supra régional. Nous sommes tous demandeurs d’une telle infrastructure seule capable de répondre à des demandes d’abattage plus importantes. L’association des mosquées de Schaerbeek et les autorités communales ont cependant émis des doutes sur le site de la gare Josaphat en terme de mobilité, de sécurité, d’hygiène et d’infrastructure. Ce site ne convenait pas pour garantir la réussite de la fête du sacrifice. Le Ministre cherche une autre solution. Voilà Le tract se termine en disant « Une fois encore, comme chaque année, la Commune de Schaerbeek sera pionnière en la matière » Signé : le Secrétaire Communal, le Bourgmestre, et qui rappelle le nom des Echevins et des services qui sont associés à la réussite de cette fête : Monsieur Noël, Madame Essaïdi, Monsieur Van Gorp. Ce document qui était connu de trois, quatre personnes est arrivé chez Monsieur Kir qui a dit que c’était mensonger. Je cherche le mensonge là-dedans. Je l’ai relu cinquante fois et il n’y a pas de mensonge. Par contre, le communiqué de presse de Monsieur Kir est une très bonne chose sauf qu’il nous traite de menteurs. Mais, Monsieur Kir, dans son communiqué de presse, je vais vous en lire l’extrait dit pour la première fois publiquement une chose importante. Ecoutez la bien Monsieur M’Rabet. Au dernier paragraphe de la page un « la Région ne prendra donc pas d’ellemême la décision d’installer des containers de récolte de déchets externes comme elle l’a fait les autres années. » Monsieur Kir ne fera donc pas de récoltes de déchets comme les autres années. C’est la première qu’il nous l’écrit et qu’il nous le dit. On n’avait donc bien raison de dire que jusqu’à présent on ne le savait pas encore et qu’il n’avait rien dit. Je suis étonné d’apprendre des

799

30.11.2005 choses de Monsieur Kir avec lequel je souhaite collaborer comme chaque année pour faire la fête du mouton. Je suis étonné de l’apprendre dans un communiqué de presse qu’un journaliste me donne alors que les autres années, nous recevions un courrier en septembre ou en octobre pour nous organiser. Ce n’est quand même pas normal comme manière de communiquer surtout que dans le texte on me traite de menteur. Poursuivons. La question du site de la gare Josaphat. Monsieur Kir a exprimé l’intention et je le loue pour cela d’organiser des sites d’abattages régionaux afin de venir en aide aux Communes qui n’ont pas les solutions pour tous les abattages. C’est très bien. Il s’est engagé là-dessus et je souhaite qu’il réussisse. Il a commencé à organiser des réunions dans son cabinet au mois de juin, au mois de septembre et au mois d’octobre encore en invitant les services communaux de propreté publique et des services de police communale zonale en mettant sur la table deux sites : un site boulevard de l’Humanité à Forest et le site de la gare Josaphat à Schaerbeek. Puis il est venu le 5 octobre à ma conférence des Bourgmestres parler de ces deux sites. La Commune de Forest a émis des doutes sur le site du boulevard de l’Humanité. C’est moi-même qui, en conférence des Bourgmestres ai suggéré la gare de l’Ouest. Monsieur Moureau a trouvé que c’est une bonne idée. Il a retenu ma suggestion et je contribue à faire avancer le projet de Monsieur Kir. Monsieur Kir s’est donc mis à travailler dès le 5 octobre sur le site de la gare de l’Ouest. Il a continué à travailler sur le site de la gare Josaphat alors que j’avais exprimé quelques critiques sur le plan pratique et pas sur le plan de fond. Sur le plan de fond, le Procès-verbal de la conférence des Bourgmestres dit bien que je suis demandeur. Sur le plan pratique, des remarques qui avaient été émises auparavant par les services communaux, par les services de police. Qu’est-ce qu’ils disent, les services de police ? Ils disent que dans la cuvette de la gare Josaphat qui n’a aujourd'hui qu’un seul accès par l’avenue Latinis faire entrer et sortir trois mille véhicules le jour de la fête, c’est créer un embouteillage assuré sur tout le boulevard Lambermont, le boulevard Léopold III et la place Meiser. C’est impossible. Alors Monsieur Kir de réfléchir, a créé une voierie d’accès par la rue Deboeck, le pont qui arrive devant le grand GB Carrefour, créer une voierie d’accès qui n’existe pas, qu’il faut construire depuis le pont Deboeck pour rentrer et pour sortir sur l’avenue Latinis. La police de dire que cela soulage un peu l’entrée et sortie. Même cela, trois mille véhicules qui rentrent par le pont de la rue Deboeck, cela fait aussi des embouteillages assurés car ces gens ne savent pas rentrer comme on rentre sur une autoroute. Il faut rentrer, se garer, etc. premier problème de mobilité. Problème de sécurité : dans ce site, il y a le train qui passe. Monsieur Kir voulait mettre des moutons, des personnes, des familles, des enfants dans un site où le train passe. La police a fait remarquer que dans ce cas, il faut mettre des barrières Eras pour un kilomètre deux malheureusement. Pas de proposition jusqu’à présent de Monsieur Kir, pas de réponse. Dans le site, il n’y a pas d’eau, pas d’égouts. Il y a des rails partout. Il voulait stationner plusieurs milliers de véhicules. Il faut construire une dalle en béton. Une dalle en béton pour récolter le sang, créer des citernes, des égouts temporaires. Il voulait organiser un marché au mouton dans les six jours qui précédaient la fête. Pendant six jours, faire stationner sur place trois mille moutons à l’arrière des maisons de l’avenue Gilisquet pour permettre aux gens de choisir leur mouton et de venir le jour même les sacrifier. Vu l’étroitesse du site, il a semblé impossible à tout le monde d’organiser cela dans de bonnes conditions. Madame Nyssens clignait des yeux et se demande comment on pouvait longtemps travailler sur une telle hypothèse. Ces problèmes ont été évoqués en Collège de police fin octobre. Monsieur Rudy Vervoort Bourgmestre d’Evere a fait prendre une décision par son Collège vers le 20 octobre et le Collège d’Evere ou la majorité communale est socialiste et Ecolo a à l’unanimité dit que ce n’était pas une bonne solution que de faire un site sur la gare Josaphat et l’a écrit à Monsieur Kir. Monsieur Kir convoque néanmoins une réunion le 22 octobre. Je n’ai plus le temps de réunir un Collège, je fais un courrier tout seul vu l’urgence rappelant les remarques que mes services techniques des travaux et de la police ont émis depuis longtemps aux trois réunions et qui n’ont toujours pas été actées dans les procèsverbaux auxquels il n’y a pas de réponse. Je dis qu’il y a quand même quelques objections et qu’il faudrait y penser. Je le faxe pour que la réunion du 22 octobre travaille sur cette base là. Pas de réponse de Monsieur Kir. Il continue à travailler et le 5 novembre, il rend publique son projet de faire un site gare de l’Ouest et de faire un site gare Josaphat. C’est un train fou dans un brouillard qui ne s’arrête pas quand il faut s’arrêter. On lui dit simplement « Alarme, alarme, réfléchissez ! » Il ne le fait pas. Je ne lui mets pas de bâton dans les roues. Je voulais réussir cette fête et je veux toujours réussir cette fête. Curieusement, quand je fais prendre une décision par le Collège de Schaerbeek la semaine passée, un avis, le Collège confirme les termes de ma lettre du 22 octobre en disant qu’il faut penser à la sécurité, à l’hygiène, à la salubrité, à la proximité. Je rends cela public car Monsieur Kir continue à travailler sur son site. Ce n’est pas moi qui choisis RTL ou RTBF. Je prends les médias qui viennent m’interroger. Ce n’est pas encore moi qui dicte ce que je peux dire au JT de la RTBF. Je le regrette cependant. Les médias reprennent l’information. Je

800

30.11.2005 vais encore dire quelque chose d’amusant. Je n’ai parlé à aucun journaliste avant que le Collège ne s’interrompe à midi. La décision, on la prend vers 10 h 30 ou vers 11 heures. Je ne quitte pas le Collège avant quatorze heures. Monsieur Kir était déjà au courant. Il y a quelqu’un qui a dû le prévenir ! Le premier journaliste que j’ai au téléphone me dit qu’il a déjà la réaction de Monsieur Kir. Je n’ai même pas eu le temps de communiquer qu’il a déjà la réaction de Monsieur Kir. C’est magnifique ce type, c’est incroyable comme il est efficace pour l’information. Il a les textes avant que je les signe et les décisions avant que je les communique. C’est impeccable. J’ai à peine le temps de la communiquer cela que Monsieur Kir sort un communiqué de presse pour dire que puisque Monsieur Clerfayt ne veut pas, il n’y aura pas de site à la gare Josaphat ni à la gare de l’Ouest. C’est de sa faute. Il n’y a pas de site à la gare de l’Ouest de ma faute. Il faut savoir que Monsieur Kir vient de se rendre compte qu’il y a les travaux de la STIB sur le site de la gare de l’Ouest. Je n’ai rien dit là-dessus. Monsieur Kir abandonne le site de la gare de l’Ouest parce que Schaerbeek a émis des objections sur le site de la gare Josaphat, objections qu’il connaît depuis des semaines, depuis des mois. Il ne faut quand même pas me prendre pour un imbécile. Peu importe. Tout cela dans la presse aujourd'hui, il dit encore que c’est la faute du méchant Clerfayt de Schaerbeek. Non, Clerfayt souhaite qu’il y ait un site. Je laisse de côté toutes les histoires qu’il raconte. Peu importe ! Ce que je retiens, c’est qu’il annonce qu’il va maintenant travailler sur un site à l’avenue du Port. C’est très bien. Il aurait pu le trouver plus tôt. Je ne connais pas ce site. Je n’ai pas à donner mon avis sauf que nous, qui avons l’expérience d’organiser un site d’abattage pour quatre cents moutons, notre expérience peut lui être profitable. Jusqu’à présent, je regrette qu’il n’en ait pas suffisamment profité. Pour conclure, nous souhaitons que la fête continue à être organisée dans les meilleures conditions. Nous souhaitons que le nombre de places disponibles d’abattages légaux soit radicalement augmenté. Nous faisons tous les efforts pour le faire au niveau schaerbeekois. Les grands sites sur Schaerbeek aménageables sont rares car Schaerbeek est très urbanisé. Nous soutenons la volonté de la Région de faire aussi un site d’abattage régional j’espère, au nom des Musulmans de Schaerbeek et de Bruxelles dans de bonnes conditions d’hygiène, de sécurité, de propreté. Nous continuerons à travailler avec l’association des mosquées. Nous continuerons avec elle pour informer dans de bonnes conditions les citoyens qui vont dans les mosquées et qui veulent faire la fête du sacrifice. Nous souhaitons que cette fête se fasse comme d’habitude en bon entendement, bonne intelligence et dans le respect de la tradition. - Mme Blanmailland : Je suis personnellement interpellée par une contradiction que je n’ai pas comprise entre ce que vous sembliez avoir lu dans un texte de Monsieur Kir et ce que Monsieur M’Rabet en disait c'est-à-dire le point particulier de la récolte des déchets. On sait à quel point l’année dernière cela a posé problème. Vous avez-vous même encore rappelé cet épisode pénible. Cette année-ci il faudrait encore prévoir des mesures particulières pour traiter les déchets qui seraient quand même laissés sur la voie publique et parallèlement faire une bonne explication qui fait référence à ce qui s’est passé l’année dernière qui explique les mesures que vous avez prises pour contribuer à ce qu’il n’y ait pas de sanction prise suite à ce piège qui avait été en quelque sorte organisé. Je n’ai pas compris pourquoi vous pensiez qu’il n’y aurait pas de récolte de déchets et que Monsieur M’Rabet pensait qu’il y en aurait quand même. Est-ce qu’on pourrait avoir un petit élément d’information ? - M. le Bourgmestre : Je vous confirme puisque depuis le communiqué de presse de Monsieur Kir nous avons encore eu une clarification des confirmations. Il me semble que Monsieur Kir confirme qu’il n’organisera aucun site de récoltes de déchets. Il ne souhaite organiser qu’un abattoir régional où ne seront collectés que les déchets produits par les abattages réalisés sur place. C’est en cela que je relève la première phrase explicite que j’entends dans cette histoire de Monsieur Kir qui dit bien que la Région. Monsieur M’Rabet parlait auparavant de ce qui justifie cette décision. On peut faire l’exégèse du texte mais la décision est donc bien que la Région ne prendra donc pas d’elle-même la décision d’installer des containers de récolte de déchets externes comme elle l’a fait les autres années. Il y a donc bien un changement de politique de la part de Monsieur Kir. Il ne l’avait jusqu’à présent pas communiqué aux Communes et ne l’a toujours pas fait si ce n’est à travers ce texte de communiqué de presse qui n’est pas la meilleure manière de communiquer aux Communes. Cela pose aujourd'hui des questions. Sur ces questions, je regrette de manquer d’informations. Je souhaite en avoir plus. Je souhaite que Monsieur Kir confirme ou ne confirme pas mais je veux savoir quoi pour savoir comment nous, à notre tour, nous allons informer. Dans les mosquées, ils souhaitent savoir comment cela va s’organiser. Nous avions écrit. A ce stade, nous n’en savons rien. On attend d’avoir des informations. Peut-être maintenant devrons nous corriger le texte et dire que Monsieur Kir a renoncé à organiser des sites de récoltes de déchets et nous attendons plus d’informations sur le site d’abattage. C’est cela qu’on devra mettre. Je pense que ce n’est mettre que la vérité.

801

30.11.2005 - Mme Kleykens : Un vent favorable m’a appris que vraisemblablement demain la nouvelle serait officielle mais Monsieur Kir envisage de mettre à disposition des Communes qui le demandent les containers dont elles auraient besoin pour évacuer les carcasses et les déchets. Voilà. C’est un dossier que je ne suis pas. Cette information vient de me parvenir par un vent favorable et je suis heureuse de voir votre air surpris et de pouvoir apporter une bonne nouvelle. - M. le Bourgmestre : Il y a un proverbe qui dit que les voix du Seigneur sont impénétrables. Je constate que cela s’applique à bien plus de choses que cela. Je suis étonné des canaux d’informations dans cette affaire. Je n’en reviens pas ! - M. Benallel : Ces accumulations car au fil des Conseils Communaux, on a de plus en plus de vents favorables, confirme le fait que nous ayons droit aussi. C’est assez significatif. Je voulais réagir comme ma collègue sur cette inquiétante information. Il se trouve que demain on aura la confirmation. A l’heure actuelle, cela a été beaucoup plus inquiétant. Un abattoir pour trois ou quatre mille têtes en sachant qu’ici sur Bruxelles c’est vingt à vingt cinq mille têtes qui se faisaient abattre chaque année. Le reste irait ou ? Au départ, Monsieur le Bourgmestre l’a dit tout à l’heure, le fait que Schaerbeek était la première à organiser le ramassage et Michel De Herde en est à l’origine avec l’aide d’une grande partie du Collège à l’époque. Après cela, je me rappelle, je travaillais au Cabinet de Monsieur De Herde, il y avait très peu de dépôts clandestins de sang coulinage les trottoirs etc. Cette information là était pour moi beaucoup plus inquiétante. Dieu merci, cela a changé. - M. Oztürk : Je ne crois pas le vent tant que ce n’est pas écrit. Monsieur le Secrétaire d’Etat ne voulait pas s’organiser pour le ramassage des déchets. Est-ce qu’il a donné une raison ? - M. le Bourgmestre : Vous avez raison Monsieur Oztürk et les mosquées Schaerbeekoises ont écrit un courrier à Monsieur Kir pour l’interroger là-dessus. Quelqu’un a parlé de politisation. Je suis très étonné. - M. M’Rabet : Monsieur Clerfayt, je vous remercie d’abord pour toutes les réponses que vous avez apportées et qui m’ont beaucoup éclairé sur beaucoup de choses, sur beaucoup de contradictions qu’on tient ici et ailleurs aussi. Je voudrais simplement reprendre ce que vous avez dit tout à l’heure. Il est claire que je lis comme vous : « la Région ne prendra donc pas d’ellemême la décision d’installer des containers » Elle ne va pas s’imposer, elle va susciter l’intérêt en tout cas dans les différentes Communes pour voir l’intérêt que celles-ci portent à mettre ou pas des containers. Je pense que c’est important. On ne peut pas s’imposer même si on est Secrétaire d’Etat, on ne va pas venir dire qu’on met dix containers sur la place Colignon par exemple. C’est clair - M. le Bourgmestre : C’est clair qu’il fera moins que les précédents - M. M’Rabet : Cette phrase, il ne faut pas lire son contexte. Il faut peut être lire tout le texte. C’est une première chose. Monsieur Gosuin était plus malin qu’un autre peut-être mais je ne suis pas ici pour savoir qui est plus malin qu’un autre. Je voudrais aussi revenir sur ce que vous disiez à chaque fois qu’il faut faire la séparation des pouvoirs, de l’Eglise et de l’Etat et tout ce qui s’en suit, que vous avez claqué deux millions de francs belges à cette époque en 2003. C’est vous qui le dites, Monsieur Clerfayt. Je vous pose la question de savoir si effectivement vous avez montré à l’association des mosquées le site où il est situé. Ce que je voulais vous dire, ce n’est pas un problème électoraliste, je m’en fous et faites en ce que vous voulez. Deuxièmement, je pense que Kir ne se présente pas à Schaerbeek et troisièmement, je voulais vous dire que si le site de Schaerbeek risque de déplaire comme vous semblez le dire, je pense qu’il fait aussi et il est situé dans le haut de Schaerbeek et je pense que c’est un petit peu pour cela qu’on ne veut peut-être pas le défendre comme il se doit d’être défendu. Voilà ce que je voulais vous dire, Monsieur Clerfayt. Je pense qu’il y aura encore d’autres occasions certainement pour expliquer à la communauté musulmane les contradictions telles que vous les émettez quelques fois. Je vais franchement vous dire ce que je vais faire. A partir de maintenant, je pense qu’il faut rétablir la vérité. Vous allez faire votre vérité comme d’autres ont le droit de faire leur vérité. En tout cas, ce qui est important ici, c’est de soulever systématiquement les contradictions entre ce que vous dites dans certaines mosquées chez certains de vos « fans » et dans d’autres endroits où la communauté musulmane n’a pas toujours écho de ce que vous dites et ce que vous semblez dire dans leur intérêt. Voilà ce que je voulais vous dire. Je vous en remercie. - M. Noël : Juste par rapport à ce point d’information contradictoire dans les mosquées, je voudrais dire très clairement les choses. Depuis que je suis Echevin des Cultes, j’ai eu beaucoup de bonheur à me rendre à toutes les invitations de toute mosquée, synagogue ou église qui me proposait de passer. J’ai comme cela, en quelques années, eu et c’est un grand épanouissement personnel l’occasion de me rendre dans la grande majorité des mosquées de Schaerbeek, dans une des deux synagogues et dans la grande majorité des Eglises de Schaerbeek. A l’occasion de la fête du Ramadan, je me suis rendu à toutes les invitations que j’ai reçues et qui m’ont

802

30.11.2005 honorées. Dans ce contexte là, il y a plusieurs mosquées qui m’ont invité ainsi que le Bourgmestre. Le discours que j’ai prononcé dans ces mosquées était toujours le même et n’a jamais parlé en aucune manière d’affecter une somme déterminée à une mosquée déterminée étant donné que c’est parfaitement contradictoire et avec la volonté du Collège, et avec le budget que vous avez lu je présume et que vous avez voté. Le budget est très clair. Un subside de cinquante mille euros a été prévu qui est octroyé à l’association des mosquées en tant que telle. Il n’appartient pas, nous sommes encore à nouveau dans un système de séparation entre l’Etat et l’Eglise ou la religion, à la Commune de dire à cette association ce qu’elle doit en faire et comment elle doit se le répartir. Dans toutes les mosquées où j’ai eu le bonheur d’aller ces derniers mois, j’ai répété ce même message à savoir que un subside était octroyé et qu’il appartenait à l’association des mosquées de le gérer. Si vous avez d’autres informations, ce sont des gens qui soit n’ont pas compris ce qu’on leur disait, soit des gens mal intentionnés. - M. De Herde : Dans votre interprétation, Monsieur M’Rabet, tout à l’heure, vous avez cité deux ou trois fois mon nom. Je voudrais vous dire tout à l’heure que j’ai poussé un éclat de rire parce que vous sembliez dire et ce n’était peut-être pas votre intention, que quelque part c’était la Commune de Schaerbeek ou le Bourgmestre de Schaerbeek qui aurait suscité l’opération de contrôle des plaques dont on a parlé tout à l’heure. C’est pour cela que j’ai ri parce que je trouvais que c’était n’importe quoi. Je veux bien admettre que ce n’était peut-être pas votre intention et que j’ai peut-être mal compris. Pour le reste, Monsieur M’Rabet, vous l’avez dit tout à l’heure, nous sommes en démocratie. Vous savez qu’en tant que mandataire politique que ce soit en tant que Conseiller Communal, Echevin, Bourgmestre ou député régional ou Ministre, nous sommes souvent sollicités et nous recevons des tas d’invitations dans tous les domaines. Vous aussi. Il est donc normal qu’en tant que mandataire public, on se rende à un certain nombre d’invitations que l’on reçoit. Il se fait que comme nous sommes des hommes politiques, nous avons l’autorisation de parler parfois à nos voisins de table et parfois on est sollicité pour débattre ou pour faire un discours. Il est évident, me semble t il que chaque homme et femme politique tient les discours qu’il a bien envie de tenir dans les assemblées diverses et variées. Bien entendu que chaque homme politique ou chaque femme politique qui est amené à faire cela, généralement vante plutôt les mérites de sa formation politique ou ses mérites personnels plutôt que de vanter les mérites des partis voisins. Je suis sûr que vous le faites aussi et c’est légitime. Je le fais aussi et c’est légitime. En tout cas, rien ni personne, je vous le dis très calmement, ne m’interdira de répondre à des invitations et d’exprimer ce que librement j’ai envie d’exprimer. Parfois, certains des propos que j’ai tenus peuvent déranger, je le conçois parfaitement. C’est cela la démocratie. Vous l’avez dit tout à l’heure. Chaque homme politique croit détenir une vérité. Sans doute que personne ne détient la vérité. Je pense qu’il est sain, dans un débat démocratique et pour une démocratie, qu’il y ait des avis parfois divergents, que les gens soient informés par plusieurs canaux et qu’en définitive, ce sont eux qui font le choix quand ils sont dans l’isoloir. C’est tout ce que je voulais vous dire le plus cordialement possible Monsieur M’Rabet.

QUESTIONS ORALES -=- MONDELINGE VRAGEN Ordre du jour n°53 -=- Agenda nr 53 M. Grimberghs : La mobilité à Schaerbeek et la concertation avec les communes voisines De h. Grimberghs : De mobiliteit te Schaarbeek en de overleg met de buurtgemeenten M. Grimberghs ayant quitté la séance, le point est reporté à la prochaine séance.

Ordre du jour n°54 -=- Agenda nr 54 M. Grimberghs : Application du règlement communal sur le stationnement des poids lourds. De h. Grimberghs : Toepassing van het gemeentereglement op het parkeren van zware voertuigen M. Grimberghs ayant quitté la séance, le point est reporté à la prochaine séance.

803

30.11.2005 Ordre du jour n°55 -=- Agenda nr 55 Mme Nyssens : Assainissement de la place dite « Jansen » à proximité de la place Dailly. Mevr. Nyssens : Sanering van de plaats genaamd "Jansen" dichtbij het Daillyplein - Mme Nyssens : Je voulais simplement insister sur le fait, vous en êtes conscient, que cette place comme telle mérite vraiment une rénovation complète à tout point de vue. Les habitants sont vraiment mal à l’aise d’habiter là pour plusieurs raisons. Le trafic n’y est pas facile, se parquer est difficile. Ce dont je suis étonnée, c’est qu’il y a des commerces qui s’en vont, qui abandonnent cet endroit car il devient peu fréquentable. Il est souvent sale. En ayant participé, en étant allée plusieurs mardis de suite au marché sur cette place, j’avais vraiment l’impression que les habitants avaient tous à redire sur la place. Je veux simplement vous demander si avec le subside que vous prévoyez, quels sont les aménagements que vous prévoyez pour cette place et dans quel délai ? - M. Van Gorp: Quatre cent mille euros sont prévus pour le réaménagement de la place Jansen dont nonante pourcents sont financés par la Région. On ajoute à cela une somme de cent nonante mille euros qui va améliorer l’éclairage de la Grande rue au bois et de la place jansen. Nous avons un subside de cent pourcents. Ce qui sera réalisé, tout d’abord les travaux commenceront en 2006. Qu’est ce qui sera fait lors de ces travaux ? Il y a différents choses. Tout d’abord rattacher la place au front bâti côté Jansen d’une part. Mettre à sens unique le tronçon de la Grande Rue au Bois de l’avenue Chazal vers la chaussée de Louvain en vue de supprimer la circulation de transit entrant dans Schaerbeek. Du stationnement en épi y est proposé d’un seul côté en vue de réduire la largeur importante de la chaussée. Mettre également à sens unique le tronçon de la rue Jansen, de la rue Lambiotte vers la Grande Rue au Bois en vue d’empêcher une liaison directe entre les avenues Chazal et Rogier par cette rue. Marquer l’accès des zones 30 de part et d’autre de l’avenue Chazal qui est en voie inter quartier par la réalisation de plateaux surélevés. Le but étant de définir plus clairement la hiérarchie des voieries de circulation. Réaménager complètement les lieux jusqu’à la place Dailly avec les matériaux similaires. Réaliser une avancée trottoir qui sera accessible pour les participants au marché pour l’embarcadère type devant le magasin Di de l’avenue Chazal, ceci afin d’éviter le stationnement de véhicules sur la zone d’arrêt de bus. Mieux intégrer le canisite existant ainsi que les bulles à verre et à vêtements présentes sur la place en tenant compte aussi des contraintes imposées par le marché hebdomadaire. Installer des parkings vélos mieux adaptés pour les cyclistes. Embellir la place par la plantation d’arbres et de massifs arbustifs bas en y intégrant quelques bancs avec poubelles. Toutefois, elle restera essentiellement minérale vu la contrainte du marché. Envisager la possibilité de planter des arbres d’alignement moins densément dans le prolongement de ce qui jouxte déjà l’avenue Chazal et jusqu’à la place Dailly. En effet, il faut tenir compte de la présence des commerces et du marché hebdomadaire. En tout cas, il y a une volonté d’intégrer toutes les potentialités de cette place. Cela a été réalisé par le bureau d’études Agora. Ce travail a déjà été réalisé en 98 dans le cadre de l’étude « promenade verte ». Par manque de budget, ce dossier en est resté à la phase permis d’urbanisme. Maintenant, il est bien inscrit au PâtI 2004-2006 pour un montant de quatre cent mille et de cent nonante mille pour ce qui concerne l’éclairage. Ces travaux débuteront pour le début de l’année 2006. Dès que le permis aura été octroyé.

Ordre du journ°56 -=- Agenda nr 56 Mme Kleykens : Mesures de prévention contre la grippe humaine et la grippe aviaire vis-à-vis du personnel. Mevr. Kleykens : Voorzorgsmaatregelen, ten opzichte van het personeel, voor de mensengriep en de vogelgriep Mme Kleykens a retiré sa question.

804

30.11.2005

Ordre du jour n° 57 -=- Agenda nr 57 Mme Kleykens, : Etat d’avancement du dossier de la vente du complexe Van Oost. Mevr. Kleykens : Staat van vordering van het dossier over de verkoop van het Van Oostcomplex - Mme Kleykens : Depuis 2001-2002, le bâtiment de la rue Van Oost est inscrit parmi les propriétés communales à vendre. Il semblerait que diverses tentatives de l’administration n’ont pas abouti à ce jour. Est-ce que le Collège peut me préciser l’état d’avancement de ce dossier, notamment les démarches entreprises sur le plan de la cession de ce bâtiment et sur celui de son affectation d’autant qu’à ce dernier propos des rumeurs circulent au sujet d’éventuelles promesses? - M. Denys : Le Collège souhaite réserver la partie du complexe situé à la rue Navez à la construction d’une école communale en y insérant une infrastructure sportive de proximité pour le quartier. Pour le surplus, le Collège continue ses réflexions. Je ne sais pas de quelle rumeur vous parlez. Merci. - Mme Kleykens : Concernant l’école, je crois que je le savais déjà. Effectivement, votre réponse ne me satisfait pas entièrement car vous ne me donnez pas de précisions sur ces éventuelles promesses. Au fond, je vais être plus claire et au vu du débat précédent, je me rends compte que ma question concerne davantage le Bourgmestre et l’Echevin des Cultes. Ma question est la suivante : est-il vrai que des promesses ont été faites à la communauté musulmane laissant entendre que tout ou partie du complexe Van Oost serait offert à ladite communauté pour y construire une mosquée ? Je pose cette question car je ne voudrais pas faire miroiter de faux espoirs à une communauté qui est chère au cœur de tous les Schaerbeekois. - M. le Bourgmestre : Je ne sais pas où je suis ce soir. Qu’est-ce que vous voulez dire ? Vous voulez soutenir une telle proposition ? C’est votre demande, qu’on rajoute cela dans le dossier. - Mme Kleykens : Une partie de ce bâtiment serait offert ou cédé Je n’en sais rien. C’est bien pour cela que je vous pose la question. - M. le Bourgmestre : Je ne sais pas non plus. Monsieur Denys vous a dit et vous l’avez rappelé que ce bâtiment sera à vendre un jour. Il ne l’est pas encore aujourd’hui puisque les services communaux n’ont pas encore pu le quitter. Le Collège a décidé encore récemment de refaire une sorte d’appel à projets et à candidatures sur ce site. Je ne sais plus sous quelle forme exacte. C’est tout. - Mme Kleykens : Donc, il n’a jamais été question d’en offrir une partie comme on l’a déjà fait avec d’autres bâtiments communaux pour y construire une mosquée. - M. le Bourgmestre : Je constate en tout cas que telle n’est pas votre intention. - Mme Kleykens : Je demande une réponse claire et précise. Mon intention a peu à voir ici. Je voudrais savoir si vous avez eu les mêmes rumeurs. Vous ne savez rien et ce n’est pas vous qui avez proféré ce genre de propos laissant entendre que… - M. le Bourgmestre : Je ne fais rien sur base de rumeurs Madame Kleykens. Ni moi ni Monsieur Noël

Ordre du jour n° 58 -=- Agenda nr 58 Mme Blanmailland : Représentation, au sein du personnel communal, des différentes communautés composant la population de Schaerbeek. Mevr. Blanmailland : Vertegenwoordiging, in het gemeentepersoneel, van de verschillende gemeenschappen samenstellend de bevolking van Schaarbeek Mme Blanmailland reporte sa question à la prochaine séance.

Ordre du jour n° 58/2 -=- Agenda nr 58/2 M. Adams : Problèmes d’égouttage rue Vanderlinden De h. Adams : Problemen van rioleringen in de Vanderlindenstraat

805

30.11.2005 - M. Adams : De bewoners van de Vanderlindenstraat signaleren een probleem ivm. de rioleringen. De riolering is niet in orde in deze wijk, met het gevolg dat de kelders van een twintigtal huizen (naar de Paleizenstraat toe) regelmatig volstromen met rioolwater. Bij hevige regenval kan de riolering onvoldoende het rioolwater verwerken waardoor dit vuile water in de kelders terechtkomt. Dit probleem doet zich enkele keren per jaar voor. De precieze oorzaak van deze overstromingen hebben de bewoners nog niet kunnen achterhalen: Zijn het de rioolbuizen die te klein zijn? Of zijn ze dichtgeslibd door onvoldoende onderhoud? Of liggen deze buizen te hoog t.o.v. de huizen? De problemen zijn door de gedupeerden van de wijk al enkele malen aangekaart bij de gemeente en bij de intercommunale BrIS (Brusselse Intercommunale voor Sanering - IbRA Intercommunale Bruxelloise d 'Assainissement) Een “technisch” rapport zou hebben aangetoond dat er dringend werken zouden moeten worden uitgevoerd, maar de buurtbewoners hebben dit rapport nog niet kunnen inkijken. Waarom niet? Als er in dat rapport wordt aangeraden om werken uit te voeren ter verbetering van de riolering, waarom doet de BrIS er dan niks aan? Betaalt de BrIS misschien liever enkele keren per jaar een schadevergoeding ipv. dure werken uit te voeren? De laatste brief van de buurtbewoners aan de BrIS en aan de gemeente is ingediend na de hevige regenval van 10 september. Er is echter nog door niemand op gereageerd! Wil het gemeentebestuur deze klachten van de bewoners au sérieux nemen en eindelijk de zaak grondig onderzoeken. En indien nodig zelf klacht indienen tegen de BrIS als die zijn werk niet naar behoren verricht? - M. Van Gorp: Ce problème d’égouts de la rue Vanderlinden est un problème bien connu par les services des travaux. C’est vrai que nous sommes en contact permanent avec l’IBRA pour trouver une solution. En fait, le problème provient du fait que toutes les eaux de la rue des Palais descendant de l’église Sainte Marie se retrouvent dans l’égout central de la place Liedts et renvoyé vers le canal et la Seine par la rue des Palais. A un moment donné, lorsqu’il y a de fortes pluies, il y a à un moment donné un trop plein qui fait qu’une série de maisons de la rue Vanderlinden se retrouvent évidemment inondées. L’IBRA s’est engagé à trouver une solution structurelle. Il faut savoir que cette solution structurelle demande de tous gros travaux de collecteurs de toutes les eaux du haut Schaerbeek qui descendent dans cet égout de la place Liedts. Nous veillons et nous sommes en contact permanent pour faire en sorte que le plus rapidement possible et dès que les moyens seront dégagés que nous puissions trouver une solution structurelle. C’est vrai que c’est un gros problème pour ces quelques habitants de la rue Vanderlinden qui ne sont que trop souvent victimes d’inondations.

Ordre du jour n° 58/3 -=- Agenda nr 58/3 Mme De Dyn : Position de la commune dans les cas d’expulsions de personnes des logements du Foyer Schaerbeekois. Mevr. De Dyn : Standpunt van de gemeente in geval van uitzettingen van huurders uit woningen van de Schaarbeekse Haard

Ordre du jour n° 58/4 -=- Agenda nr 58/4 M. Grimberghs : Expulsion dans un immeuble du Foyer Schaerbeekois. de h. Grimberghs : Uitzetting uit een gebouw van de Schaarbeekse Haard. Mme De Dyn et M. Grimberghs ont posé leur question lors de la discussion du point 2 bis -=- Mevr. De Dyn en de h. Grimberghs hebben hun vraag gesteld tijdens de bespreking van punt 2 bis.

***** La séance publique est levée à 23 heures 20 minutes et reprend immédiatement en comité secret -=De openbare vergadering eindigt om 23.20 uur en hervat onmiddellijk in besloten vergadering. *****

806

30.11.2005

807