SCHOOLSTATUUT
Januari 2013
VERANTWOORDING PROCES Uitgangspunt: Besproken met: • Leerlingenbestuur • pMR • MT • MR
Schoolstatuut november 2011 26 november 2012 4 december 2012 10 december 2012 29 januari 2013
INHOUDSOPGAVE 1. Aanwezige instanties
pag.
3
2. Begrippenlijst
pag.
4
3. Schoolstatuut: A. Algemeen B. Regels voor het onderwijs C. Regels voor de school als organisatie D. Handhaving van het Schoolstatuut
pag. pag. pag. pag. pag.
5 5 5 8 13
Bijlagen: 1. Reglement van Orde 2. Tien Geboden 3. Klachtenregeling Ons Middelbaar Onderwijs 4. Regeling ter voorkoming seksuele intimidatie, discriminatie, agressie en geweld
2
1. AANWEZIGE INSTANTIES 1. Schoolleiding: rector, conrector, adjunct-sectordirecteuren en manager bedrijfsvoering 2. Toelatingscommissie: conrector, adjunct-sectordirecteuren brugklas en zorgcoördinator 3. Examencommissie:
- conrector de heer C. Nelissen, voorzitter - mevrouw A. Heuer, secretaris - docenten van de eindexamenklassen
4. Vertrouwenspersoon voor leerlingen:
mevrouw B. Kamps
5. Vertrouwenspersonen voor personeelsleden:
mevrouw M. de Kort de heer W. Mattheijssen
6. Meldpunt vertrouwensinspecteur: 0900-1113111 (lokaal tarief) 7. Klachtencommissie van de vereniging Ons Middelbaar Onderwijs:
Postbus 574, 5000 AN Tilburg
8. Regionale Beroepscommissie van de vereniging Ons Middelbaar Onderwijs (zie 8.) 9. Medezeggenschapsraad (MR) 10. Leerlingenbestuur (LLB)
3
2. BEGRIPPENLIJST De vergadering van docenten: vergadering aan het eind van het schooljaarjaar van alle docenten die in het voorafgaande leerjaar les hebben gegeven aan de desbetreffende leerling(en). Leerjaar: begint de eerste dag dat er een aan school gerelateerde activiteit is na de zomervakantie en eindigt nadat de laatste aan school gerelateerde activiteit is voltooid voor de zomervakantie. Bestaat uit drie rapportperioden. Sector: onderdeel van de schoolorganisatie. Het Rythovius College kent vier sectoren: mavo, onderbouw havo/vwo (leerjaar 1 en 2), bovenbouw havo (leerjaar 3 t/m 5) en bovenbouw vwo (leerjaar 3 t/m 6). Schoolsite: www.rythoviuscollege.nl. Revisievergadering: vergadering die na de overgangsvergaderingen bijeen wordt geroepen wanneer er fouten in de procedure zijn gemaakt of als er nieuwe informatie voorhanden komt waardoor bevordering van een eerder afgewezen leerling alsnog tot de mogelijkheden zou kunnen behoren. Schoolpas: identiteitskaart uitgegeven door de school. Leren buiten de les activiteiten: binnen- en buitenschoolse activiteiten. Hieronder vallen alle door school georganiseerde activiteiten, ook die buiten (het) school(terrein) plaatsvinden. Hierbij zijn alle schoolregels -eventueel aangevuld met specifieke regels die voor deze activiteiten gelden- van toepassing.
4
3. SCHOOLSTATUUT
A. Algemeen Artikel 1: Inhoud Het Schoolstatuut is een overzicht van de rechten en plichten van leerlingen, personeel, vrijwilligers en ouders1 en dient door hen allen te worden nageleefd, in aanvulling op wettelijke bevoegdheden en reglementen. Artikel 2: Status De rector stelt het Schoolstatuut vast. Instemming van de medezeggenschapsraad is hiervoor nodig. Het leerlingenbestuur geeft over het Schoolstatuut advies aan de medezeggenschapsraad. Het wordt gewijzigd op voorstel van de medezeggenschapsraad en/of de directie. Artikel 3: Tijdpad/procedure Het Schoolstatuut wordt voor een periode van maximaal twee jaar na instemming van de medezeggenschapsraad door de directie vastgesteld. Artikel 4 4.1. Alle geledingen ontvangen het Schoolstatuut aan het begin van ieder schooljaar. 4.2. Het Schoolstatuut ligt ter inzage in de mediatheek. Het is ook te raadplegen op de schoolsite: www.rythoviuscollege.nl.
B. Regels voor het onderwijs Artikel 5: Rechten leerling 5.1. De leerling heeft recht op goed onderwijs. 5.2. De schoolleiding bewaakt de kwaliteit van het onderwijs. Zij voert daarom functionerings- en beoordelingsgesprekken met de docenten en overlegt met de vaksecties, werkgroepen, projectgroepen en commissies. 5.3. Iedere leerling heeft het recht om zaken aan te kaarten waarover hij/zij2 een klacht heeft, bijvoorbeeld als hij van mening is geen goed onderwijs te krijgen. De leerling bespreekt dat in zo’n geval met de betreffende docent en probeert tot een oplossing te komen. 5.4. Als een leerling dit liever niet doet of als het gesprek geen resultaat oplevert, bespreekt hij dit met de mentor of de adjunct-sectordirecteur. Die bespreekt het probleem met de docent en probeert het op te lossen. Als de klacht over de adjunct-sectordirecteur gaat, wordt de klacht ingediend bij de conrector, nadat de adjunct-sectordirecteur daarvan op de hoogte is gesteld. Als de klacht over de conrector gaat, wordt de klacht ingediend bij de rector, nadat de conrector daarvan op de hoogte is gesteld. Als de klacht gaat over de rector, wordt de klacht gedeponeerd bij de Raad van Bestuur van de Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs, nadat de rector daarvan op de hoogte is gesteld. Artikel 6: Plichten leerling 6.1. De leerling werkt mee aan een efficiënt onderwijsproces.
1 2
Waar in dit statuut wordt gesproken over “ouders” wordt bedoeld: ouder(s)/verzorger(s) In dit Schoolstatuut zal verder “hij” en “haar” gebruikt worden waar hij/zij en hem/haar gelezen kan worden
5
6.2. Een leerling die de les verstoort of belemmert, kan door de docent uit de les verwijderd worden. De leerling meldt zich bij de receptie. In het reglement van orde staat de verdere procedure vermeld. 6.3. De leerling volgt alle lessen, ook de lesvervangende en lesaanvullende activiteiten, tenzij een lid van de schoolleiding anders heeft beslist. 6.4. Legitimatie Iedereen binnen de school dient zich te allen tijde te kunnen legitimeren door middel van een ID-kaart of schoolpas. Artikel 7: Toetsen leerstof 7.1. Toetsing van de leerstof kan gebeuren op twee manieren: a. Door een diagnostische toets. Deze toets is bedoeld om leerling en docent te informeren of de leerling de lesstof begrepen en bestudeerd heeft. De toets kan onaangekondigd worden gegeven. Het cijfer van de diagnostische toets telt niet mee voor het jaarcijfer of SE (schoolexamen)-cijfer. b. Door een beoordelingstoets, dit kan zijn: - schriftelijke- en of mondelinge overhoring; - proefwerk/voortgangstoets; - werkstuk, spreekbeurt, practicum, presentatie, praktische opdracht; Cijfers voor beoordelingstoetsen tellen mee voor het jaarcijfer of SE-cijfer. Van een werkstuk, spreekbeurt, practicum of praktische opdracht staan van tevoren vast: - de beoordelingscriteria; - de inleverdatum; - de sancties bij het overschrijden van die datum, zie reglement van orde, punt 12 r. Alle toetsen die meetellen voor het examencijfer staan vermeld in het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). 7.2. De docent deelt aan het begin van iedere rapportperiode aan de leerlingen mede op welke wijze hij/zij toetsen afneemt. 7.3. De weging van elke toets staat van tevoren vast. 7.4. Op de eerste lesdag na een vakantieperiode van meer dan vier lesdagen neemt de docent geen proefwerken af. Een proefwerk wordt tenminste vijf lesdagen van tevoren opgegeven. Een proefwerk omvat lesstof en moet representatief zijn voor de behandelde stof. 7.5. Werkstukken, spreekbeurten, practica, praktische opdrachten en presentaties worden ruim van tevoren door de docent opgegeven en tellen niet mee in onderstaande schema; hierin is het maximum aantal toetsen per dag en per week vastgelegd. Maximaal aantal toetsen per dag Proefwerken: twee Schriftelijke overhoringen: twee
Maximaal aantal toetsen per week Proefwerken: vijf Schriftelijke overhoringen: tien
Inhaalproefwerken door individuele leerlingen vallen buiten deze regeling. Ook in toetsweken is deze regel niet van toepassing. In de week voor de toetsweek neemt een docent geen toets af, met uitzondering van inhaaltoetsen, toetsen van vakken die geen toets in de toetsweek hebben, toetsen die geen studietijd vragen of toetsen waarvoor de adjunct-sectordirecteur toestemming verleent. 7.6. Een docent corrigeert een beoordelingstoets binnen 10 lesdagen. Wanneer een docent door omstandigheden niet in staat is een toets binnen die termijn na te kijken, meldt hij dit aan de adjunct-sectordirecteur en aan de betreffende klas en spreekt een verlengde termijn af. Indien het werk ook niet binnen de verlengde termijn is gecorrigeerd maakt de adjunctsectordirecteur hiervan melding bij de conrector, die de zaak overneemt. Werkstukken worden binnen 20 lesdagen beoordeeld.
6
7.7. Een gecorrigeerde toets wordt aan de leerling teruggegeven, tenzij: - de toets meetelt voor het schoolexamen. De toets moet op school bewaard worden tot een half jaar na afloop van het schriftelijk eindexamen, want maakt deel uit deel van het zogenaamde examendossier. De leerling mag de toets wel inzien; - de toets een onderdeel is van een geijkte toetsenreeks van een lesmethode. Ouders van een leerling/een volwassen leerling kunnen de docent vragen om de toets te mogen inzien. De docent en de ouders spreken een passende regeling daarvoor af. Als de leerling het niet eens is met de beoordeling van een toets, bespreekt hij dat met de docent. Levert dat geen bevredigend resultaat op, dan legt de leerling en/of zijn mentor het probleem voor aan de adjunct-sectordirecteur. Na het bespreken van de toets met de leerlingen voert de docent de behaalde cijfers in Magister in, uiterlijk 15 lesdagen na het afnemen van de toets. Het aantekenen van bezwaar tegen de beoordeling van een schoolexamen is geregeld in het examenreglement. 7.8. Een toets mag niet gegeven worden voordat de laatste toets van hetzelfde vak is besproken of ingezien, voorzover de inhoud/vorm van de voorgaande toets relevant is voor het maken van deze toets. 7.9. De leerling, die met toestemming van de directie een beoordelingstoets niet heeft gemaakt, heeft het recht alsnog de toets te maken. De leerling neemt zelf initiatief voor een afspraak om de gemiste toets in te halen. Wanneer de leerling de toets niet inhaalt, volgt punt 12 v, uit het Reglement van Orde. 7.10. Het laagste cijfer dat behaald kan worden is een 1,0, het hoogste een 10,0. 7.11. Fraude bij een toets kan met het cijfer 1,0 worden bestraft. Betreft het een toets in het kader van het schoolexamen, dan wordt gehandeld conform het examenreglement. 7.12. Als een leerling zonder geldige reden een toets niet maakt, volgt het reglement van orde punt 3. 7.13. In bijzondere situaties zijn afwijkingen van deze regels mogelijk met toestemming van de rector. Artikel 8: Rapporten 8.1. Een rapportage geeft de leerling en zijn ouders een overzicht van zijn prestaties voor alle vakken aan het einde van een periode. De ouders ontvangen de rapportage. Als de leerling meerderjarig is, ontvangt hij de rapportage. 8.2. Als de leerling, een ouder en/of de docent dit wenst, wordt de rapportage met de mentor of vakdocent besproken. 8.3. Rapportagecijfers worden tot op één decimaal nauwkeurig berekend en op de rapportage vermeld. Het jaarcijfer op het eindrapport is een geheel getal. 8.4 Leerlingen en ouders (zolang de leerlingen minderjarig zijn) hebben via het leerlingvolgsysteem Magister doorlopend inzage in de behaalde cijfers en het voortschrijdende jaargemiddelde. Artikel 9: Toelatingscriteria 9.1. De normen, die gelden om een leerling toe te laten tot een hoger leerjaar, staan vermeld in de schoolgids. 9.2. De vergadering van de docenten van wie de betrokken leerling in een schooljaar les heeft gehad, staat onder voorzitterschap van de adjunct-sectordirecteur en kan twee beslissingen nemen: - een leerling is bevorderd - een leerling is niet bevorderd. 9.3. Het is niet toegestaan dat een leerling tot aan het examenjaar: - één leerjaar gedurende meer dan twee schooljaren volgt binnen dezelfde sector; - twee opeenvolgende leerjaren van een school of sector gedurende meer dan drie schooljaren volgt.
7
Onder ‘leerjaar’ wordt hier verstaan het leerjaar waarin de leerling op een gelijksoortige school onderwijs heeft gevolgd. 9.4. De vergadering, omschreven in artikel 9.2., kan van artikel 9.3. afwijken als daarvoor naar haar oordeel een zeer gewichtige reden bestaat. Een dergelijk besluit vereist een meerderheid van tenminste tweederde van het aantal geldig uitgebrachte stemmen. 9.5. Als een leerling na bespreking afgewezen is, krijgt hij dat vóór de revisievergadering te horen, opdat hij argumenten naar voren kan brengen die kunnen leiden tot een revisie van het besluit. Het besluit van de revisievergadering is bindend. De deelnemers aan de revisievergadering zijn dezelfde als omschreven in artikel 9.2. 9.6. Een leerling die afgewezen is voor zijn examen heeft het recht het examenjaar over te doen. Leerlingen die voor het eindexamen tweemaal zijn afgewezen, worden niet voor een derde maal tot een eindexamenklas toegelaten, tenzij de docentenvergadering dit vanwege een gewichtige reden toestaat. Artikel 10: Verwijdering/verwijzing 10.1. Het is niet toegestaan een leerling in de loop van het schooljaar op grond van onvoldoende leerprestaties van school te verwijderen of naar een andere afdeling te verwijzen, ook niet als de leerling in het vorige schooljaar niet is bevorderd. De directie kan een leerling wel adviseren zich voor een andere school of andere afdeling in te schrijven. 10.2. Wanneer een leerling twee keer achter elkaar doubleert binnen een sector bepaalt de vergadering dat hij de desbetreffende school of sector definitief moet verlaten. Als het een leerplichtige leerling betreft, gebeurt dit pas nadat de leerling de garantie heeft gekregen dat hij elders wordt toegelaten of van de leerplicht is vrijgesteld. Bij definitieve verwijdering van de school is artikel 30 van toepassing. De rector stelt de leerling mondeling van dit besluit op de hoogte. Het moet schriftelijk aan de leerling of, bij minderjarigheid van hem, aan zijn ouders worden bevestigd, waarbij tevens de inhoud van de artikelen 10.3. en 10.4. wordt vermeld. 10.3. De leerling - of als hij minderjarig is zijn ouders, kan/kunnen binnen zes weken na dagtekening van de mededeling aan de rector schriftelijk om herziening van het besluit vragen. 10.4. De rector neemt uiterlijk binnen dertig dagen na ontvangst van het verzoek, na overleg met deskundigen, een beslissing over het verzoek om herziening van een verwijderingsbesluit. De rector kan zich over dit verzoek pas uitspreken nadat de leerling – als hij minderjarig is, zijn ouders - is gehoord en inzage heeft gehad in alle informatie, die tot het besluit hebben geleid. Artikel 11: Huiswerkvrij In bijzondere omstandigheden kan een leerling bij de adjunct-sectordirecteur huiswerkvrij vragen. De leerling die het huiswerk niet heeft gemaakt en geen huiswerkvrij heeft gekregen van de adjunctsectordirecteur, meldt dit voor het begin van de les bij de docent. Als de docent de reden waarom de leerling het huiswerk niet heeft gemaakt niet accepteert, kan hij maatregelen treffen. Indien de leerling het hiermee niet eens is, wendt hij zich tot zijn adjunct-sectordirecteur.
C. Regels voor de school als organisatie Artikel 12: Toelating 12.1. De directie stelt een toelatingscommissie samen. Deze commissie heeft beslissingsbevoegdheid. 12.2. De toelatingscommissie stelt de criteria vast op grond waarvan een aspirant-leerling tot de school wordt toegelaten. De toelatingscommissie geeft hierover voldoende informatie aan de aspirant-leerling en zijn ouders. 12.3. De toelatingscommissie informeert de aspirant-leerling en zijn ouders over de gang van zaken op school.
8
12.4. Als een aspirant-leerling niet wordt toegelaten, geeft de toelatingscommissie aan de afgewezen aspirant-leerling en zijn ouders de gronden aan waarop deze beslissing is gebaseerd. 12.5. De aspirant-leerling en de ouders kunnen bij de rector vragen om een herziening van deze beslissing. 12.6. De rector spreekt zich uit over dit verzoek nadat de leerling - of als deze minderjarig is zijn ouders - is/zijn gehoord en inzage heeft/hebben gehad in alle adviezen en rapportages. 12.7. Een leerling kan niet voorwaardelijk worden toegelaten tot het enig leerjaar. Artikel 13: Respect 13.1. Er is vrijheid van meningsuiting, waarbij respect voor de ander het uitgangspunt is. Discriminerende of beledigende uitingen in woord of gebaar, direct of indirect, zijn verboden. 13.2. Ieder die zich door een ander beledigd of gediscrimineerd voelt, kan handelen volgens de in artikel 31 aangegeven procedure. Artikel 14: Kleding De schoolleiding kan bepaalde kleding verplicht stellen of verbieden, zoals beschreven staat in het reglement van orde punt 12 q. Artikel 15: Gedragsregels en gebruik van website, internet, computernetwerk en intranet Gebruik van internet biedt onder andere de mogelijkheid documenten over de gehele wereld te bekijken, op te slaan en door te sturen, eigen documenten te presenteren, berichten uit te wisselen, te communiceren met anderen en internetsites en nieuwsgroepen te bezoeken. Ook het gebruik van de sociale media heeft een grote vlucht genomen. De leerlingen zijn verantwoordelijk voor het goed gebruik van de schoolsystemen, het schoolcomputernetwerk en internet via dit schoolnetwerk (zowel het draadloos als bedraad computernetwerk). De leerling is aansprakelijk voor het bezoeken van internetsites, het aangaan van services, het gebruiken van externe systemen en de communicatie met personen op het internet. De leerling (ouder) is uiteindelijk zelf verantwoordelijk voor zijn/haar acties op het Internet. De leerling is te allen tijde verantwoordelijk voor de eigen inlog gegevens. Om identiteitsdiefstal te voorkomen zal de leerling de accountgegevens en wachtwoorden dan ook niet aan anderen verstrekken. Om misbruik te voorkomen en de leerlingen en de school te beschermen bij gebruik van internet via de school zullen de volgende gedragsregels worden gerespecteerd. 15.1 Gedragsregels internet 1. Leerlingen nemen geen identiteit aan die misleidend is voor de personen tot wie zij zich richten. 2. Leerlingen doen geen racistische, seksueel intimiderende, discriminerende of anderszins beledigende uitingen. 3. Leerlingen maken geen inbreuk op intellectuele eigendomsrechten van school dan wel derden. Leerlingen dringen niet zonder toestemming andere computers of computersystemen binnen (hacking). 15.2 Gebruik schoolnetwerk 1. Het netwerk en de internetfaciliteit wordt alleen voor educatieve doeleinden gebruikt, schoolgebruik heeft voorrang op andere toepassingen. Configuraties van de schoolcomputer blijven ongewijzigd. 2. Er zal door de leerlingen geen koop/verkoop, financiële transacties of andere rechtshandelingen worden verricht zonder de voorafgaande uitdrukkelijke toestemming van de school en de eventuele wettelijk vertegenwoordigers van de leerling. Evenmin zal de
9
3.
4.
5. 6. 7.
leerling de school contractueel binden aan derden en/of handelingen namens de school dan wel derden verrichten. Verstrekte wachtwoorden en eventuele inloggegevens zijn strikt persoonlijk en mogen niet worden doorgegeven. Ook het gebruik van andermans inloggegevens is niet toegestaan; identiteitsdiefstal is verboden. Er worden geen internetsites bezocht die obscene, tot haat opruiende of anderszins aanstootgevende informatie bevatten, tenzij daarvoor in het kader van een schoolopdracht door een docent toestemming is gegeven. Er wordt geen obscene of lasterlijke informatie of informatie die tot doel heeft andere personen te ergeren, kwellen of intimideren, verzonden. Er worden geen buitensporig grote (aantallen: SPAM) e-mail berichten of bijlagen verzonden door bijvoorbeeld elektronische kettingbrieven te verzenden of door te sturen. Overig niet toelaatbaar internet- c.q. systeemgebruik op school: - Het internet of e-mail gebruiken voor gokken of onwettige activiteiten; - Chatten is niet toegestaan tenzij de docent hiervoor in lessituaties toestemming heeft gegeven. - Het downloaden van programma’s en het spelen van spelletjes via internet, tenzij onder begeleiding van een docent/begeleider. - Vertrouwelijke informatie of informatie die eigendom is van andere personen, leerlingen of school bekend te maken of te publiceren. Dergelijke informatie bestaat onder meer uit, maar is niet beperkt tot: databases van de school en de daarin opgeslagen gegevens, computersoftware, toegangscodes voor computernetwerken en persoonlijke gegevens van leerlingen; - Zonder uitdrukkelijke toestemming bestanden, uitvoer of gebruikersnamen van andere personen openen, wijzigen of gebruiken; - Ander gebruik van het internet of van netwerkbronnen dat door de leiding van de school of de netwerkbeheerder als ongepast wordt aangemerkt. - Afspraken maken voor ontmoetingen met onbekenden die men via internet heeft leren kennen.
15.3 Aansprakelijkheid en schade t.g.v. misbruik 1. De school is niet verantwoordelijk en kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de berichten die door leerlingen via het schoolnetwerk worden verstuurd. 2. Indien een leerling met opzet een virus verspreidt binnen of buiten de school zal hij aansprakelijk worden gesteld voor alle schade die het virus veroorzaakt. 3. De school zal naar beste weten toezicht uitoefenen op de eventuele verspreiding van virussen en de school zal de noodzakelijke anti-virussystemen installeren op het schoolcomputernetwerk dat ook uitgaande data scant. 4. Ten aanzien van zelf meegebrachte apparaten kan de school +niet aansprakelijk worden gesteld voor - ondanks de inspanningen van de school - besmetting van de systemen en de schade die hieruit voortvloeit. (BYO Gebruik Wi-Fi netwerk) 5. Een e-mailadres en/of een gebruiker van het schoolnetwerk wordt onmiddellijk uit de bestandenlijst verwijderd of als gebruiker geblokkeerd, wanneer wordt vastgesteld dat er misbruik wordt gemaakt. 6. De betrokken ouders/verzorgers van een gebruiker die misbruik heeft gemaakt van het schoolnetwerk zullen hierover worden ingelicht. Tevens wordt daarbij aangegeven waarom het e-mailadres en/of het gebruik van internet wordt geblokkeerd. 7. Gegevens die opgeslagen worden op het schoolnetwerk, zijn steeds toegankelijk voor de beheerder van het netwerk. De school behoudt zich het recht voor om eventueel emailverkeer van het schoolnetwerk te controleren bij een redelijk en aantoonbaar vermoeden van misbruik.
10
Artikel 16: Mededelingenbord In de voorhal is een aanplakbord bevestigd waar iedere leerling mededelingen en affiches van nietcommerciële aard kan ophangen. Dit mag als: - de inhoud niet in strijd is met de grondslag of doelstelling van de school; - de tekst niet discriminerend of beledigend is; - er geen sprake is van schending van privacy. Artikel 17: Bijeenkomst leerlingen 17.1. Alle leerlingen hebben na toestemming van de directie het recht te vergaderen over schoolaangelegenheden en gebruik te maken van de faciliteiten van de school. 17.2. De rector is bevoegd een bijeenkomst van leerlingen te verbieden, indien deze: - een onwettig karakter heeft; - het schoolbelang schaadt; - het volgen van lessen verhindert. 17.3. Derden worden alleen toegelaten tot een vergadering als leerlingen en directie dat toestaan. De rector kan in het belang van de school besluiten dat een lid van het personeel aanwezig is bij de vergadering. 17.4. De leerlingen zijn verplicht deze ruimte(s) op een correcte wijze te gebruiken. De gebruikers zijn verantwoordelijk en gezamenlijk en/of persoonlijk aansprakelijk voor eventuele schade. Artikel 18: Leerlingenbestuur (LLB) Het LLB brengt op verzoek of uit eigen beweging advies uit aan de medezeggenschapsraad. Artikel 19: Activiteiten LLB Het LLB heeft een eigen statuut. Dit wordt door hen nageleefd. Artikel 20: Faciliteiten LLB 20.1. Aan het LLB wordt een vaste ruimte en een afsluitbare kast ter beschikking gesteld. 20.2. De directie stelt voor activiteiten van het LLB de faciliteiten die op school aanwezig zijn ter beschikking. Het LLB ontvangt elk jaar een budget. 20.3. Activiteiten van het LLB kunnen na toestemming van de directie ook tijdens de lesuren plaatsvinden. Artikel 21: Vrijstelling lessen Leerlingen van het LLB kunnen voor hun werkzaamheden aan de directie vrijstelling van lessen vragen. De receptie en adjunct-sectordirecteuren worden van de afwezigheid van de leerlingen op de hoogte gebracht. Artikel 22: Leerlingendossier 22.1. Gegevens van leerlingen worden opgenomen in een leerlingendossier. 22.2. De adjunct-sectordirecteur beheert de dossiers van de betreffende sector. 22.3. Een leerling - of als deze de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: zijn ouders heeft/hebben recht op inzage in de gegevens die over hem en/of zijn ouders vastgelegd zijn. Hij – of als hij de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: zijn ouders - heeft/hebben het recht de conrector te verzoeken correcties aan te brengen. 22.4. De conrector deelt binnen vijf schooldagen aan de betrokkene mee of de gewenste correcties al dan niet uitgevoerd worden. 22.5. Indien de betrokkene niet tevreden is met het antwoord van de conrector kan hij zich wenden tot de rector of de geschillencommissie. 22.6. Het schrijf- en leesrechten inzake het leerlingendossier zijn geregeld in het “Autorisatieschema Magister
11
Het leerlingendossier is in te zien door: - een leerling als hij 18 jaar of ouder is, zijn ouders of verzorgers. Verder heeft niemand toegang tot het leerlingendossier, tenzij de schoolleiding en/of de leerling hiervoor uitdrukkelijk toestemming geven” 22.7. Behoudens wettelijke voorschriften worden de gegevens over een leerling vernietigd nadat de leerling de school heeft verlaten. 22.8. Ten aanzien van de gegevens in de leerlingenadministratie geldt het privacyreglement. Artikel 23: Reglement van Orde De directie stelt, conform de inhoud van het medezeggenschapsreglement, na overleg met het LLB een reglement van orde vast, dat opgenomen is in het Schoolstatuut.
Artikel 24: Aansprakelijkheid 24.1. Procedure (1) Ten aanzien van de aansprakelijkheid voor door of aan leerlingen toegebrachte schade gelden de hierop betrekking hebbende bepalingen van het Burgerlijk Wetboek. 24.2. Procedure (2) De directie informeert de ouders van de minderjarige leerling(en) die de schade heeft/hebben veroorzaakt, over de toegebrachte schade en stelt hen daarvoor aansprakelijk. De meerderjarige leerling wordt persoonlijk aansprakelijk gesteld. In beide gevallen wordt de schade verhaald op diegene(n) die aansprakelijk is/zijn gesteld. 24.3. Aansprakelijkheid De directie bestraft een leerling die schade toebrengt aan het schoolgebouw, eigendommen van de school of eigendommen van derden en stelt hem of zijn ouders daarvoor aansprakelijk indien deze schade het gevolg is van moedwil of grove nalatigheid. Artikel 25: Klachtenregeling 25.1. Ongewenste intimiteiten (1) De rector treft conform de inhoud van het medezeggenschapsreglement, maatregelen om ongewenste intimiteiten binnen de school te voorkomen en er in voorkomende gevallen passend op te reageren. 25.2. Ongewenste intimiteiten (2) Een leerling heeft er recht op dat zijn persoonlijke integriteit wordt gerespecteerd. Als een leerling zich gekwetst voelt door een ongewenste intimiteit van de kant van medeleerlingen of medewerkers van de school, wendt hij zich tot de mentor, de (adjunct-)conrector, de vertrouwenspersoon voor de leerlingen of tot een docent in wie hij vertrouwen heeft. 25.3. Klachtenregeling in Schoolgids De Klachtenregeling OMO en het reglement ‘Regeling ter voorkoming seksuele intimidatie, discriminatie, agressie en geweld en discriminatie’ is als bijlage in de Schoolgids opgenomen. Artikel 26: Lesrooster 26.1. Plichten leerling De leerling is verplicht het onderwijs volgens het voor hem geldende rooster te volgen, tenzij een andere regeling is getroffen. 26.2. Rechten leerling De leerlingen kunnen via de adjunct-sectordirecteur bij de roostermaker wijzigingen in het rooster voorstellen. 26.3. Absentie Wanneer de leerling door ziekte of door een andere oorzaak langdurig de lessen mist, overlegt de mentor met leerling/ouders over een eventuele regeling waardoor aantekeningen worden
12
doorgegeven. Wanneer een leerling na een kortdurende ziekte weer terugkeert op school, zorgt hij zelf voor het bijwerken van gemiste aantekeningen en het inhalen van toetsen. 26.4. Aanwezigheid De rector regelt conform de inhoud van het medezeggenschapsreglement en na overleg met het LLB de aanwezigheid van leerlingen tijdens pauzes, lesuitval en roostervrije uren. Artikel 27: Regels 27.1. Plichten leerling Een leerling volgt de aanwijzingen van het personeel op. Als hij dit niet doet kan hem een straf worden opgelegd. 27.2. Rechten leerling Als een leerling vindt dat hij te zwaar gestraft is door een personeelslid van de school, bespreekt hij dit met de adjunct-sectordirecteur, die, na overleg met degene die de straf heeft gegeven en degene die gestraft is, beslist over de uiteindelijke strafmaat. Artikel 28: Sancties 28.1. Aard straf Bij een straf bestaat er een redelijke verhouding tussen de straf en de ernst en aard van de overtreding. 28.2. Beroep Tegen een straf kan een leerling bezwaar aantekenen conform de klachtenregeling (artikel 31). Artikel 29: Schorsing 29.1. Duur De conrector kan een leerling met opgave van redenen voor een periode van ten hoogste één week schorsen. 29.2. Procedure Het besluit tot schorsing moet zowel mondeling als schriftelijk aan de leerling - indien deze minderjarig is aan zijn ouders - te worden medegedeeld. 29.3. Inspectie De conrector informeert schriftelijk de inspectie met opgave van redenen over een schorsing voor een periode langer dan één dag. De adjunct-sectordirecteur informeert de leerplichtambtenaar. Artikel 30: Verwijdering 30.1. Procedure(1) De conrector kan besluiten tot definitieve verwijdering van een leerling, nadat deze - of als hij minderjarig is zijn ouders - in de gelegenheid is/zijn gesteld hierover te worden gehoord. Verwijdering op grond van onvoldoende leerprestaties is conform art. 10.1. niet toegestaan. 30.2. Procedure (2) Definitieve verwijdering van een leerplichtige leerling gebeurt slechts nadat de inspectie hiervan in kennis is gesteld. Tijdens dit overleg wordt de leerling geschorst. 30.3. Procedure (3) De conrector stelt de inspectie van een definitieve verwijdering schriftelijk en met opgave van redenen in kennis. 30.4. Procedure (4) Het besluit tot definitieve verwijdering van een leerling wordt schriftelijk en met opgave van redenen aan de betrokkene - of indien deze minderjarig is ook aan de ouders van de betrokkene - medegedeeld, waarbij tevens de inhoud van artikel 30.5. en 30.6. wordt vermeld. 30.5. Beroep
13
Binnen 6 weken na dagtekening van de in artikel 30.4. bedoelde mededeling kan door de leerling - of indien deze minderjarig is door zijn ouders - aan de rector schriftelijk om herziening van het besluit worden verzocht. 30.6. Besluit beroep De rector neemt zo spoedig mogelijk maar uiterlijk binnen dertig dagen na ontvangst van het verzoek, na overleg met de inspectie en desgewenst andere deskundigen een beslissing op het verzoek om herziening, maar niet eerder dan nadat de leerling - of indien deze minderjarig is zijn ouders - in de gelegenheid is/zijn gesteld te worden gehoord. De rector neemt eerst kennis van de op het besluit betrekking hebbende adviezen of rapporten. 30.7. Maatregelen De conrector kan de leerling, gedurende de behandeling van het verzoek om herziening van een besluit tot definitieve verwijdering, de toegang tot de school ontzeggen.
D. Handhaving van het Schoolstatuut Artikel 31: Klachten 31.1. Indienen klacht (1) Een klacht moet schriftelijk of digitaal worden ingediend. 31.2. Indienen klacht (2) Klachten worden ingediend bij een lid van de schoolleiding. 31.3. Procedure afhandeling (1) De conrector zorgt ervoor dat de klacht op een juiste wijze en binnen 20 werkdagen wordt behandeld. Hij brengt de rector op de hoogte. 31.4. Procedure afhandeling (2) De conrector informeert de klager over zijn bevindingen en geeft aan welke maatregelen hij treft. 31.5. Beroep (1) Als de klager niet tevreden is over de afhandeling van zijn klacht, heeft hij het recht zijn klacht voor te leggen aan de rector. 31.6. Beroep (2) Als het gaat om een klacht over de rector, kan de klager zijn klacht indienen bij de Klachtencommissie van de Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs. 31.7. Bijzondere klachten Klachten met betrekking tot seksuele intimidatie, agressie, geweld en discriminatie worden afgehandeld conform de regeling ter voorkoming van seksuele intimidatie, agressie, geweld en discriminatie van de Raad van Bestuur van OMO d.d. 1 juli 2003. 31.8. Medezeggenschapsraad (MR) Eenmaal per jaar brengt de rector verslag uit aan de Medezeggenschapsraad en aan het Bestuur over de ingediende klachten en de afhandeling daarvan. Artikel 32: Uitzonderingen In gevallen, waarin dit statuut niet voorziet en voor zover het de rechten en plichten van de leerlingen betreft, beslist de rector overeenkomstig de inhoud van het medezeggenschapsreglement. Artikel 33: Status Schoolstatuut 33.1. Regels gelden pas wanneer ze opgenomen zijn in het Schoolstatuut. 33.2. De directie behoudt zich het recht voor in voorkomende gevallen regels op te stellen. Zij doet dit in overleg met de MR.
14
Bijlage 1: Reglement van Orde 1. Het reglement van orde geldt telkens voor de periode van één schooljaar en wordt stilzwijgend verlengd tenzij LLB en of schoolleiding kenbaar maken een wijziging in dit reglement te willen bespreken. 2. De leerling volgt alle lessen zoals die in het rooster voor hem zijn vastgesteld. Roosterwijzigingen worden, zo mogelijk, een dag tevoren bekend gemaakt, door middel van het mededelingenbord, op de monitoren in school en de schoolsite. Lesverzuim zonder wettige reden wordt bestraft door de adjunct-sectordirecteur. Bij herhaling worden de ouders en de leerplichtambtenaar op de hoogte gebracht. 3. Een leerling uit een niet-examenklas die een proefwerk of een schriftelijke overhoring ongeoorloofd verzuimt krijgt een cijfer 1,0. De docent schrijft duidelijk bij de afwezigheidregistratie dat het een toets betreft. De adjunct-sectordirecteur brengt de ouders/verzorgers op de hoogte. Een leerling uit een examenklas die een toets behorende tot het PTA ongeoorloofd verzuimt verspeelt een herprofileringsmogelijkheid, zie verder het examenreglement. 4. Verlof moet minimaal één dag van tevoren worden aangevraagd bij de adjunct-sectordirecteur. Vakantie onder schooltijd is in principe niet toegestaan tenzij er gewichtige omstandigheden zijn, zulks ter beoordeling van de adjunct-sectordirecteur. 5. Als een leerling om een geldige reden de les niet kan bijwonen, melden de ouders dit dezelfde dag vóór 09.30 uur telefonisch bij de school. 6. Bij het tweede belsignaal begint de les en is iedereen in het lokaal. 7. De leerling die om een geldige reden zijn huiswerk niet heeft gemaakt, haalt bij zijn adjunctsectordirecteur een ”huiswerkvrijbriefje” en laat dit bij aanvang van de les aan de docent zien. Het verzoek om een ”huiswerkvrijbriefje” kan alleen worden gedaan als de leerling een schriftelijk verzoek van zijn ouders indient bij zijn adjunct-sectordirecteur. 8. De leerling die te laat is (na de tweede zoemer) gaat naar de les; de docent noteert het te laat komen in Magister. De betreffende leerling meldt zich bij de adjunct-sectordirecteur. De adjunct-sectordirecteur bepaalt of de leerling gestraft wordt en de maat van de straf. De leerling maakt een afspraak met de adjunct-sectordirecteur om de opgelegde straf na te komen. Wanneer een docent te laat is, wachten de leerlingen bij het lokaal. Eén leerling van de klas (bij voorkeur de klassenvertegenwoordiger) meldt de afwezigheid bij de receptie. De leerlingen volgen de instructies op. 9. De leerling die uit de klas verwijderd wordt: a. meldt zich in alle gevallen direct bij de receptie en volgt de instructies op;
b. krijgt standaard een brief mee naar huis voor de ouders/verzorgers, die de volgende dag ondertekend moet worden ingeleverd bij de receptie. 10. Een eerste schorsing kan worden gevolgd door een schorsing van één dag, twee dagen, drie dagen, tot maximaal één week. Indien een leerling dit hele traject doorlopen heeft, wordt hij definitief van school verwijderd. Zie hiervoor artikel 29 van het Schoolstatuut. Na een schorsing kan een leerling worden uitgesloten van “leren buiten de les”- activiteiten (zie ook Schoolstatuut zelf). 11. Voor vakgebonden activiteiten waaraan een leerling niet deelneemt volgt een alternatieve opdracht. In deze situaties neemt de school contact op met de ouders/verzorgers van de leerling. 12. Algemene regels: a. De in- en uitgang voor de leerlingen is de ingang van de voorhal of via de trap naar de lockers. b. Het verblijf in garderobe, trappenhallen, gangen en fietsenstalling is niet toegestaan. Aanwezigheid in de gang bij de personeelskamer is niet toegestaan voor leerlingen. c. In het gebouw geldt een rookverbod. Roken is alleen op het voorplein toegestaan binnen de aangegeven ruimte. Voor leerlingen uit leerjaar 1, 2 en 3 geldt een algeheel rookverbod. d. Schade toegebracht aan gebouw, boeken, leermiddelen en meubilair wordt op kosten van de toebrenger van de schade hersteld. e. Kleding moet aan de kapstokken hangen of in de kluisjes opgeborgen zijn. Tassen en gymspullen bergt men ook op in de kluisjes. Kleding, tassen en andere eigendommen mogen tijdens het weekend en vakanties niet in school worden achterlaten. f. Fietsen/brommers worden uitsluitend geplaatst op de aangewezen fiets/brommerplaats. g. Iedereen helpt mee de school schoon te houden. h. Elke leerling heeft corveedienst. Dit betreft: het schoonhouden van overblijfruimte, fietsenstalling, schoolplein. i. Iedereen dient ongestoord te kunnen werken. Tijdens de lessen loopt niemand onnodig door de gangen. j. Er mag door een leerling nergens een hoofddeksel gedragen worden, behalve in de voorhal en op het voorplein, tenzij de directie in individuele gevallen anders beslist. k. Eten, drinken en snoepen (tevens kauwgum) zijn in alle lokalen en op de gangen verboden. l. De leerlingen van leerjaar 1 en 2 blijven tijdens de pauzes en in tussenuren op school. m. Messen, andere steek- of slagwapens of voorwerpen die als wapen kunnen worden aangemerkt, zijn verboden. n. Het gebruik van beeld- en geluiddragers is uitsluitend toegestaan in de voorhal, in de mediatheek, in de gangen of buiten. o. Gebruik van mobiele telefoons is uitsluitend toegestaan in de voorhal, in de gangen of buiten. Tijdens lestijden mogen leerlingen hun mobiele telefoon niet zichtbaar of hoorbaar in het lokaal hebben. Mocht dit wel het geval zijn, dan kan de docent het toestel innemen en inleveren bij de adjunct-sectordirecteur. Deze laat het toestel opbergen in een kluis bij de receptie. De leerling kan het daar aan het einde van de lesdag komen ophalen. Daarnaast kan de adjunct-sectordirecteur een sanctie opleggen. p. Het bezit en/of het gebruik van laserpennen en vuurwerk is verboden, alsmede het bezit en/of gebruik en/of onder invloed zijn van drugs en/of alcoholische dranken. q. Kledingvoorschriften: - kleding mag niet shockerend zijn voor de kijker; - kwetsende opschriften zijn verboden.
r. Wanneer een leerling bij herhaling werk niet op tijd inlevert, worden de ouders hierover door de mentor ingelicht. Wanneer een leerling niet tijdig verschijnt op een herkansdatum wordt er geen cijfer toegekend. Bij een onvolledige (cijfer)lijst kan een leerling niet bevorderd worden naar het volgende leerjaar. Voor examentoetsen gelden de regels zoals vermeld in het examenreglement. 13. Regels die gelden voor klas- en lessituatie gelden ook in mediatheek en stiltelokaal. 14. Bij de vakken LO en Dans worden de leerlingen in de gelegenheid gesteld waardevolle spullen op te bergen in een bakje bij de docent. De school kan niet aansprakelijk gesteld worden voor beschadiging of vermissing van deze spullen.
Bijlage 2: Tien Geboden DE TIEN GEBODEN VAN HET RYTHOVIUS COLLEGE 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Gij zult elkander respecteren. Gij zult elkanders eigendommen respecteren. Gij zult te samen met de docent een bijdrage leveren aan goed onderwijs. Gij zult de lessen niet verstoren. Gij zult uw verantwoordelijkheid nemen omtrent uw eigen leerproces. Gij zult geen wapen, drugs en/of alcohol bij u dragen. Gij zult niet frauderen. Gij zult bijdragen aan een schone school. Gij zult u houden aan het volgende schema: X= toegestaan Hoofddeksels Eten/drinken Muziekdrager Telefoon Wapens, drugs
Plein
Voorhal
X X X X
X X X X
Mediatheek
Gangen
X
X X
10. Gij kunt u niet beroepen op de TIEN Geboden. Daarvoor neemt gij het Schoolstatuut en/of het Reglement van Orde ter hand.
Bijlage 3: Klachtenregeling Ons Middelbaar Onderwijs: te vinden op deschoolsite
Bijlage 4: Regeling ter voorkoming seksuele intimidatie, discriminatie, agressie en geweld te vinden op de schoolsite
De Medezeggenschapsraad van het Rythovius College te Eersel heeft in haar vergadering van 29 januari 2013 het voorstel van de rector besproken betreffende het Schoolstatuut en heeft op grond van die bespreking instemming verleend aan dit voorstel.
Eersel, 29 januari 2013
………………………..
…………………………….
M. Veeger, voorzitter MR
K. Meulenbroeks, secretaris
Het voorstel is vastgesteld door de rector. Eersel, 30 januari 2013
……………………... F. Claassens, rector