Schooljaar 2013-2014
Schoolreglement: infobundel Het BuSO- wat staat voor Buitengewoon Secundair Onderwijs-, SintMariadal , wordt bestuurd door het schoolbestuur ‘VZW Oosterbos, buitengewoon onderwijs zuiderkempen’. Ook BKO-BLO Oosterlo en het BLO en BuSO van Tongelsbos worden door VZW Oosterbos bestuurd. Door deze schaalvergroting en samenwerking wenst VZW Oosterbos een ruimer kwalitatief hoogstaand onderwijsaanbod te kunnen aanbieden aan de doelgroep van kinderen en jongeren met een mentale beperking. BuSO Sint-Mariadal maakt ook deel uit van het dienstencentrum ‘MPIOosterlo’ voor mensen met een matige tot ernstige verstandelijke handicap. In dit centrum is er ook nog bijzonder kleuter- en lager onderwijs en een MPI met een semi-internaats- (met inbegrip van ambulante ondersteuning) en internaatsopvang. 1. Pedagogisch Project en doel Het BuSO Sint-Mariadal is een school die vanuit een christelijke levensvisie kwalitatief onderwijs, opvoeding, therapie en zorg wil aanbieden in de ruimste zin van het woord aan jongeren met een matige of ernstige mentale handicap. 1.1 Een christelijke mens- en maatschappijvisie Mensvisie: Mens zijn is mens worden. Aan ieder zijn mogelijkheden gegeven om zich te ontwikkelen, ten bate van zichzelf, de anderen en de wereld rondom hem. In het Evangelie staan waarden als vrijheid en liefde centraal. Vrijheid bestaat erin jezelf te realiseren ten bate van de medemens. Liefde betekent medemenselijkheid, solidariteit en is de grondhouding voor iedere menswording. Maatschappijvisie: Wij kiezen, ijveren voor een samenlevingsmodel waarin ieder mens, dus ook de mentaal gehandicapte ruimte krijgt om zijn eigen geaardheid 1.
gestalte te geven. De mens leeft in een samenleving en heeft het recht om aan het gemeenschapsleven deel te nemen. Leven in een gemeenschap wil zeggen dat de mens rekening houdt met die gemeenschap, maar dat hij ook het recht heeft om een persoonlijke keuze te maken. Samenleven als evenwaardige personen is hiertoe een essentiële voorwaarde. Dit is slechts mogelijk in een opbouwende relatie waarin zowel rechten als plichten bestaan. 1.2 Doel Ieder mens heeft van bij de geboorte mogelijkheden die slechts in de kiem aanwezig zijn en die ontwikkeld moeten worden. Deze ontwikkeling omvat de totale persoonlijkheid, d.w.z. zowel de mens als individu met gevoelens en strevingen, met mogelijkheden op motorisch en verstandelijk vlak, als de mens in wisselwerking met zijn omgeving. Het doel van ons onderwijs, opvoeding en begeleiding is het scheppen van kansen en mogelijkheden die de leerlingen stimuleren tot optimale zelfrealisatie en hen in staat stellen hun levenstaak zo zelfstandig mogelijk te vervullen. Dit willen we doen: - vanuit respect voor de eigenheid van elk van de ons toevertrouwde jongeren en hun ouders - met een sterk geloof in de ontwikkelingsmogelijkheden van elke jongere, daarbij rekening houdend met de totale persoonlijkheid - in samenwerking en vanuit ieders specifieke opdracht - waarbij steeds de reeds bereikte autonomie/ zelfstandigheid gerespecteerd wordt, hetzij als tussenstadium in de ontwikkeling, hetzij als hoogst realiseerbaar ontwikkelingsniveau. 2. Inschrijving en opname van leerlingen 2.1 Administratief dossier van een leerling
De school verwerkt persoonsgegevens van alle ingeschreven leerlingen met behulp van de computer. Dat is nodig om de leerlingenadministratie en de leerlingenbegeleiding efficiënt te organiseren. Om gepast te kunnen optreden bij risicosituaties, verwerkt de school ook gegevens betreffende de gezondheidstoestand van sommige leerlingen, maar dat gebeurt enkel met de schriftelijke toestemming van de leerlingen of hun ouders. De privacywet geeft je het recht te weten welke gegevens de school over jou verwerkt en het recht deze gegevens te laten verbeteren als ze fout zijn of ze te laten verwijderen als ze niet ter zake dienend zijn. 2.
Uitwisseling van gegevens naar externe organisaties gebeurt enkel mits akkoord van de ouders. Voor interne en semi-interne leerlingen wordt MPIOosterlo niet aanzien als een externe organisatie omdat er eenheid van zorg is en wij samenwerken als één behandelingsteam. Voor deze leerlingen worden er dan ook gegevens uitgewisseld tussen MPI en school, uiteraard rekening houdend met de wet op de privacy. 2.2 De leerplicht De normale overgang naar het buitengewoon secundair onderwijs heeft plaats op dertien jaar. Een leerling kan tot zijn eenentwintig jaar in BuSO blijven. In sommige gevallen is verlenging mogelijk mits toestemming van Departement Onderwijs, na voorafgaand advies van de CABO (Commissie van Advies voor het Buitengewoon Onderwijs). 2.3 Inschrijving De inschrijving in de school kan slechts gebeuren als de leerling behoort tot de doelgroep van personen met een matige tot ernstige mentale handicap. Voorts is er een inschrijvingsverslag van het CLB vereist. Dit inschrijvingsverslag bestaat uit een attest en een protocolverslag. Het attest dient de verwijzing naar het buitengewoon secundair onderwijs te vermelden, evenals de aanduiding van de opleidingsvorm en het type. Dit attest wordt afgeleverd door een CLB, een erkende dienst of een geneesheer-specialist. Bij de inschrijving dient één van de volgende documenten te worden voorgelegd: geboorteakte of trouwboekje of identiteitskaart van de leerling of inschrijvingsbewijs in het vreemdelingenregister. Tevens wordt een verklaring ‘samenstelling van het gezin’ gevraagd (verkrijgbaar bij het gemeentebestuur). De beslissing tot inschrijving wordt genomen door de directie van de school. Indien uw kind wordt opgenomen in de school , bepaalt de directeur – na advies van de klassenraad en eventueel de cliëntbespreking – in welke leerlingengroep (klas) een leerling wordt geplaatst. De jongeren worden opgevangen in pedagogische eenheden die zoveel als mogelijk nauw aansluiten bij hun onderwijs - en opvoedingsnoden.
3.
De school hanteert tevens criteria ten aanzien van de afbakening van schoolgaande en niet-schoolgaande jongeren. Deze criteria werden opgenomen in het document “ Opnamecriteria in functie van afbakening schoolgaand – niet schoolgaand” (document ter inzage in de school). De leerling blijft ingeschreven zolang hij/zij aan deze criteria voldoet. Onze school heeft het recht om je inschrijving te weigeren indien je, na een tuchtprocedure, het vorige of het daaraan voorafgaande schooljaar definitief werd uitgesloten. Onze school heeft het recht om elke bijkomende inschrijving te weigeren wanneer wegens materiële omstandigheden de vooropgestelde maximumcapaciteit wordt overschreden en dit op niveau van de school, de vestigingsplaats, een OV, een type of een pedagogische eenheid. 2.4 Opname - in het algemeen: Indien er door de ouders geopteerd wordt voor semi–internaat of internaat is er een ‘opname -procedure’ uitgewerkt. Hierbij zijn zowel vertegenwoordigers van het MPI (Medisch Pedagogisch Instituut) als de directie van de school of zijn afgevaardigde betrokken. Men kan immers maar semi-interne of interne leerling zijn als men ingeschreven is in de school en tevens toegelaten is tot het semi-internaat of internaat. - in het bijzonder: Indien een leerling behoefte heeft aan een ‘bijzondere’ leef leergemeenschap, namelijk de geïntegreerde werking, waar het leer- en leefgebeuren zich afspeelt binnen één locatie, moeten de betrokken ouders akkoord gaan met de inschrijving van hun zoon/dochter in de school en tevens met de opname in het semi-internaat of internaat. Gezien de intense nood aan begeleiding kan zulk een setting slechts slagen in het aanbieden van een kwaliteitsvol aanbod als leerkrachten en opvoed(st)ers samen ingezet worden en verantwoordelijk zijn voor de dagbesteding. 3. Begeleiding van de leerlingen Wij vinden het erg belangrijk dat onze leerlingen zich veilig en aanvaard voelen, een boeiend aanbod krijgen en in een voor hen gepaste leergroep terecht komen. We zijn ervan overtuigd dat dit de basis bij uitstek is om de ontwikkeling te stimuleren en leerprocessen op gang te brengen. 4.
In het begin van het nieuwe schooljaar is het voor iedereen wat nieuw en dit geldt zeker in het bijzonder voor de nieuwe leerlingen. We houden onze "kersverse" pupillen bij het aanpassingsproces, het ingroeien in onze schoolgemeenschap bijzonder in de gaten. Maar ook voor andere leerlingen zijn er dikwijls nieuwe elementen te verwerken, ook zij komen soms in een andere leergroep te zitten, krijgen te maken met nieuwe medeleerlingen en nieuwe leerkrachten. En ook voor hen is het belangrijk dat ze zich emotioneel goed voelen. 3.1 Leerlingenbesprekingen - de klassenraden: Deze klassenraden nemen iedere week twee lesuren in beslag en zijn gedurende het ganse schooljaar het forum waar de leerkrachten en de paramedici de evolutie van de leerlingen en de leergroep(en) bespreken. Zo wordt er ook aan het samenstellen van de leergroepen, op het einde van het schooljaar heel wat tijd en energie besteed. De leerkrachten stellen een "programma" (leerinhouden, leeractiviteiten) op, waarvan ze verwachten dat iedere leerling er zijn "voordeel" mee kan doen. Sommige onderdelen worden op de klassenraad besproken, evenals de wijze waarop er met de leerlingen zal gewerkt worden. Zo zal er bijvoorbeeld afhankelijk van de noden van de leerlingen en de leergroep, in méér of mindere mate afzonderlijk (per leerling) of groepsgewijze gewerkt worden. Elke leergroep heeft een klastitularis. De klastitularis is de draaischijf binnen het klasgebeuren. Hij coördineert de klaseigen opdrachten en de opvoedingactiviteiten voorzien binnen het door de klassenraad bepaald handelingsplan. Naast de klastitularis wordt aan iedere leerling een zorgleerkracht toegewezen. Met het oog op het van zeer nabij opvolgen van de leerlingen, op het vlak van kennen en kunnen, leer– en werkattitudes en vooral emotioneel-sociaal, worden aan elke leerkracht een aantal leerlingen toegewezen waarvoor hij/zij speciaal zorg draagt. Hij/zij speelt onder meer een belangrijke rol bij de besprekingen van de leerlingen en zorgt voor de bundeling van de informatie en de verslagen. Bij het begin van het schooljaar wordt aan de ouders de naam van de zorgleerkracht doorgegeven. - cliëntbesprekingen (C.B.) : opvolging van semi-interne en interne leerlingen: 5.
Deze zijn het overkoepelend overlegorgaan voor de semi-interne en interne leerlingen die onze school bezoeken. Deze besprekingen vinden plaats onder de leiding van de psycho -pedagoog en alle betrokken partijen die met de pupillen te maken hebben zijn daarop vertegenwoordigd zoals: de opvoed(st)ers, de leerkrachten, de paramedici (logopedisten, kinesisten), de medische dienst en de sociale dienst van het MPI. Het is de bedoeling om op die wijze hun evolutie in zijn geheel (zowel in de leef- als in de leergroep) te kunnen opvolgen. De nieuwe leerlingen komen zo vlug mogelijk aan bod. Leerlingen, die reeds enkele of meerdere jaren in BuSO zijn, worden besproken in zulk een C.B. wanneer men het nodig vindt om hun evolutie, hun vorderingen op de verschillende domeinen na te gaan, of wanneer er zich problemen voordoen. Niet iedere jongere wordt jaarlijks besproken; dit is afhankelijk van de problematiek en de noodzaak tot aanpassing van het algemeen individueel handelingsplan. De ouders kunnen deelnemen aan deze bespreking of worden nadien op een zgn. gezinsgesprek uitgenodigd waar ze dan toelichting krijgen bij de verslagen en er met hen overlegd wordt. Voor deze gesprekken worden de ouders door de sociale dienst uitgenodigd. - opvolging en begeleiding van de externe leerlingen: Het is uiteraard de bedoeling dat de externe leerlingen op een evenwaardig kwalitatieve wijze opgevolgd worden. Er wordt dienaangaande vanwege het CLB (Centrum voor Leerlingenbegeleiding: zie hierover verder) een grotere inspanning gevraagd en het medisch - sociale luik wordt van nabij gevolgd door de sociaal - verpleegkundige van de school. Het is verder de bedoeling dat de externe leerlingen uitdrukkelijk tijdens de klassenraden aan bod komen. 3.2 Begeleidend Centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB) Onze school wordt begeleid door: CLB-Kempen, groep buitengewoon onderwijs Vestiging Geel Stationsstraat 160 2440 Geel tel. 014/58 85 34
[email protected] 6.
Openingsuren: Het centrum is elke werkdag open van 9.00 tot 12.00 uur en van 13.30 tot 16.30 uur. Elke 2e en 4e donderdag van de maand is het centrum tot 18.30 uur geopend. Je kunt met de medewerkers ook (telefonisch) afspraken maken voor andere gespreksuren. Het CLB sluit van 15 juli tem 15 augustus. En tijdens de kerst- en paasvakantie (muv 2 dagen in de kerstvakantie). Tot 15 juli en vanaf 16 augustus is er permanentie voorzien. Je belt best voor een afspraak, zodat de medewerkers je vlot kunnen verder helpen. Je CLB helpt We zijn er voor leerlingen, ouders en school. We werken op verschillende vlakken samen met de school, maar we behoren er niet toe. Je kunt dus gerust los van de school bij ons terecht. Je kunt alleen terecht bij het CLB dat samenwerkt met de school waar je ingeschreven bent. Waarvoor kan je bij ons terecht? Centra voor leerlingenbegeleiding (CLB) bieden gratis informatie, hulp en begeleiding voor leerlingen, ouders en scholen. Je kunt bij je CLB terecht met heel wat vragen. Je kunt naar het CLB... als je ergens mee zit of je niet goed in je vel voelt je moeite hebt met leren voor studieen beroepskeuzehulp vragen hebt over je gezondheid, je lichaam... met vragen over seks, vriendschap en verliefdheid voor inentingen
Je moet naar het CLB... op medisch onderzoek als je te vaak afwezig bent op school (leerplicht) voor een overstap naar het buitengewoon onderwijs om vroeger of net later aan de lagere school te beginnen bij een niet zo voor de hand liggende instap in het eerste leerjaar A of B van het secundair onderwijs
Voor een clb-tussenkomst is er een uitdrukkelijke toestemming nodig van de ouders als je jonger bent dan 12 jaar. De leerlingen ouder dan 12 jaar kunnen dit zelf beslissen. Op onderzoek: het medisch consult Elke leerling moet verschillende keren op onderzoek bij de CLB-artsen 7.
en verpleegkundigen. Die onderzoeken zijn verplicht. In het gewoon onderwijs is dat in vaste leerjaren, in het buitengewoon onderwijs in de 1ste en 2de kleuterklas en verder om de twee jaar. Ook wanneer je het eerste jaar begint in het deeltijds onderwijs of een erkende vorming aanvat, voert de CLB-arts een medisch onderzoek uit. Tijdens het onderzoek mag je aan de verpleegster en de dokter altijd vragen stellen. Je kunt ook met de dokter een afspraakje maken op een later tijdstip. Je kunt de onderzoeken ook door een andere arts laten uitvoeren maar daar zijn enkele voorwaarden aan verbonden. Die vraag je best aan je CLB. Inentingen: Het CLB biedt gratis inentingen aan. Daarbij volgen we het ‘vaccinatieprogramma’ dat door de overheid is aanbevolen. Om ze te krijgen moeten je ouders toestemming geven. Welke inentingen kan je krijgen? 1ste jaar BLO (6/7 jaar): Polio (kinderverlamming), Difterie (kroep), Tetanus (klem) en Kinkhoest 5de jaar BLO (10/11 jaar): Mazelen, Bof (dikoor), Rubella (rode hond) 1ste jaar BuSO (12/13 jaar): Hepatitis B (geelzucht) 2X 3de jaar BuSO (14/15 jaar): Difterie, Tetanus, Kinkhoest CLB-dossier Als je bij ons voor begeleiding komt, dan maken we een dossier. Daarin komt alles wat met jou en de begeleiding te maken heeft. We houden ons uiteraard aan enkele regels: In het dossier komen enkel gegevens die nodig zijn voor de begeleiding. We behandelen de gegevens met de nodige discretie en zorgvuldigheid. We houden ons aan het beroepsgeheim en het ‘decreet rechtspositie minderjarigen’. Het dossier inkijken? Vanaf 12 jaar mag dat meestal, maar hierop bestaan enkele uitzonderingen. Ouders of voogd mogen het dossier dan enkel inkijken met jouw toestemming. Als je jonger dan 12 jaar bent, dan mogen je ouders of voogd het dossier inkijken. Dat geldt wel niet altijd en ook niet voor het volledige dossier. Voor gezondheidsgegevens bijvoorbeeld beslist de arts. 8.
Je kunt een kopie vragen van de gegevens die je mag inkijken. Inkijken gebeurt wel altijd samen met een gesprek om uitleg te geven. Die kopie is erg vertrouwelijk en mag niet voor iets anders dienen dan jeugdhulp. Je kunt vragen om sommige gegevens niet in het dossier op te nemen. Daarvoor moet je wel een ernstige reden hebben. Het mag bovendien niet gaan om gegevens die we verplicht verwerken, zoals de resultaten van de medische onderzoeken. Naar een andere school Als je naar een andere school gaat dan gaat je dossier naar het CLB waar die school mee samenwerkt. Je kunt je daartegen verzetten maar sommige gegevens geven we verplicht door. Dat kan je niet weigeren: identificatiegegevens, gegevens over leerplicht, inentingen, medisch onderzoek en de opvolging hiervan. Als je niet wilt dat je hele dossier naar je nieuwe CLB gaat dan moet je dat binnen de 10 dagen na je inschrijving in de andere school schriftelijk laten weten aan je (oude) CLB. Dat moet zo snel omdat je dossier anders automatisch verhuist met je inschrijving. En later? We houden je dossier minstens 10 jaar bij op de hoofdzetel van jouw CLB, te tellen vanaf het laatste medisch consult. Het adres en de namen van de medewerkers van het CLB vindt U in bijlage. 3.3 Contacten met de ouders Engagementsverklaring Ouders hebben hoge verwachtingen van de school voor de opleiding en opvoeding vanhun jongeren. De leden van het schoolteam zetten zich elke dag in om dit engagement waar te maken. In ruil verwachten zij wel de volle steun van de ouders. Daarom maken we in onderstaande engagementsverklaring wederzijdse afspraken. Onze school kiest voor een intense samenwerking met de ouders. We doen dat omdat we partners zijn in de opvoeding van uw jongere. Het is goed dat u zicht hebt op de werking van de school. Wij verwachten dat u zich als ouder samen met ons engageert om nauw samen te werken rond de opvoeding van uw jongere en steeds ingaat op onze uitnodigingen tot oudercontact. Wij engageren ons om steeds te zoeken naar een alternatief overlegmoment indien u niet op de geplande 9.
momenten voor oudercontact kan aanwezig zijn. Wij engageren ons om met u in gesprek te gaan over uw zorgen en vragen t.a.v. de evolutie van uw jongere. Wij verwachten dat u met ons contact opneemt bij vragen of zorgen t.a.v. uw jongere. We willen u de bestaande informatiekanalen zoals communicatieschrift, postomslag, oudercontacten, cliëntbesprekingen, gezinsgesprekken, … ten zeerste aanraden. Bij de start van het schooljaar wordt een oudercontact georganiseerd voor ouders van nieuwe leerlingen of leerlingen die van groep veranderd zijn. Alle ouders van de leergroep van uw jongere worden hierbij uitgenodigd. Ouders maken hierbij kennis met de accenten in de groepswerking. We nodigen ouders uit als partner bij de opvolging van het individuele handelingsplan voor hun jongere. Daarvoor worden er in de loop van het schooljaar individuele oudercontacten en/of cliëntbespreking georganiseerd. Wie niet op het oudercontact kan aanwezig zijn kan een gesprek aanvragen op een ander moment. Als u zich zorgen maakt over uw jongere of vragen hebt over de aanpak, dan kan u op elke moment zelf een gesprek aanvragen met de leerkracht . In het begin van het schooljaar krijgen de leerlingen, tijdens de eerste week, de namen van de medeleerlingen en van de leerkrachten mee en tevens het lessenrooster met daarop de namen van de leerkrachten en de lesactiviteiten waarvoor zij instaan. Op het einde van september, begin oktober wordt aan de leerlingen een méér gedetailleerd lessenrooster meegegeven en een infobundeltje met daarin toelichting omtrent de activiteiten. het contact - en rapporteerschriftje (voor leerlingen met minder verbale mogelijkheden): Dit schriftje wordt doorgaans wekelijks met de jongeren meegegeven en wordt zowel door de leerkrachten, als zoon of dochter semi of intern is, door de opvoed(st)ers, als door de ouders gebruikt. De leerkrachten vermelden , volgens een beurtrol , rond welk thema ze werken, hoe het gedrag was de afgelopen dagen, eventueel bijzondere vorderingen die werden gemaakt, praktische mededelingen... Ouders kunnen in het schriftje allerlei zaken meedelen (bijvoorbeeld omtrent het verloop van het weekend, bijzondere gebeurtenissen,.......) of kunnen vragen stellen of hun bezorgdheid uiten omtrent het wel en wee van hun kind of uiteraard praktische info doorgeven... Door middel van dit schriftje kunnen zowel ouders als leerkrachten, eventueel de opvoed(st)ers ingaan op actuele situaties en gebeurtenissen waarmee de jongere te maken heeft. 10.
In een aantal leergroepen worden er klassenagenda’s gebruikt of worden de onderwerpen van de lesactiviteiten één of tweemaal per week ingevuld of typen de leerlingen deze op de computer en worden ze uitgeprint. Voor de leerlingen is dit een werkwijze om de voorbije activiteiten in herinnering te brengen en een overzicht te maken en voor de ouders een mogelijkheid om het schoolse gebeuren te volgen. Op het einde van het schooljaar krijgt iedere leerling een evaluatie - rapport mee. Voor een aantal leergroepen worden hierin leerstofonderdelen geëvalueerd met scores (punten). Voor andere leergroepen gebeurt dit onder vorm van een verslag. georganiseerde oudercontacten: Ieder jaar worden er ouderavonden georganiseerd waarvan het doel is informatie uit te wisselen tussen de ouders en de personeelsleden. Het gaat hierbij om inlichtingen en overleg over zoon of dochter of over de leer - of leefgroep waarin hij/zij zit. September - oktober (de ouders worden in groep uitgenodigd) Deze contacten zijn bedoeld voor: ▪ de ouders van de leerlingen die het eerste jaar bij ons in BuSO de lessen volgen ▪ de ouders van de leerlingen die geheroriënteerd werden van OV2 naar OV1 ▪ de ouders van de leerlingen die van leergroep veranderden en met een nieuw team van leerkrachten te maken krijgen. De bedoeling is dat de ouders kennismaken met de nieuwe leerkrachten en de paramedici en informatie krijgen omtrent het leerprogramma. ▪ De ouders van de leerlingen uit OV2 die in aanmerking komen voor het transitieplan (voorbereiding van de toekomst van de leerling) Het zijn die leerlingen die in het laatste jaar van de 1ste fase zitten. De bedoeling is dat ouders geïnformeerd worden over de doelstellingen en de inhoud van het transitieplan. ▪ De ouders van de leerlingen die hun eerste stappen hebben gezet in de 2de fase van opleidingsvorm 2 De bedoeling is dat zij geïnformeerd worden over de klemtonen die gelegd worden in de 2de fase van OV2 en over de stages.
11.
Februari ( individuele contacten) De ouders krijgen de kans om afzonderlijk met de personeelsleden een gesprek te hebben omtrent de aanpak en de ontwikkeling/vorderingen van hun zoon of dochter. Juni (individuele contacten) De gesprekken staan dan in het teken van de evaluatie/het rapport. Ouders hoeven uiteraard niet te wachten totdat er formele contacten georganiseerd worden door de school.Via een briefje, het contactschriftje of een telefoon kan u een mededeling doen. Indien ouders vragen hebben of er dient zich een probleem aan, kan er een afspraak gemaakt worden voor een gesprek. Ook kunnen ouders vanuit de school uitgenodigd worden, bijvoorbeeld indien er zich een probleem voordoet om samen naar oplossingen te zoeken, of om hun medewerking te verlenen aan bepaalde activiteiten. publiceren van foto’s: De school maakt in de loop van het schooljaar regelmatig foto’s en/of videoopnames van leerlingen tijdens verschillende evenementen. Die gebruiken we voor onze schoolwebsite of gebruiken ze als illustratie tijdens evenementen zoals ons jaarlijks zomerfeest of in drukwerk. Door het schoolreglement te ondertekenen, geeft u stilzwijgend toestemming om nietgeposeerde foto’s, spontane foto’s en sfeerbeelden te maken en te publiceren. Voor gerichte foto’s hebben we volgens de privacywet uw expliciete toestemming nodig. Het gaat om geposeerde, individuele foto's en geposeerde groeps- en klasfoto's. We vragen u daarom om de brief in bijlage nauwkeurig in te vullen en het antwoordstrookje zo snel mogelijk terug te bezorgen. Op die manier weten wij voor welke beelden u expliciet de toestemming hebt gegeven. Als u zich in de loop van het schooljaar bedenkt en u vraagt om bepaalde beelden toch te verwijderen, dan geven we daar onmiddellijk gevolg aan. Mail of schrijf ons daarvoor. Volgens art. 10 en 12 van de privacywet heeft u immers recht op toegang, verbetering en verzet wanneer het gaat om uw persoonsgegevens. Dat geldt overigens ook voor nietgerichte beelden. 3.4 Tijdelijk onderwijs aan huis Om een beroep te doen op ‘tijdelijk onderwijs aan huis’ moet de leerplichtige leerling meer dan 21 dagen ononderbroken kalenderdagen 12.
afwezig zijn wegens ziekte of ongeval. De ouders moeten het onderwijs aan huis schriftelijk aanvragen. Een leerling die wegens ziekte of ongeval op weekbasis minder dan halftijds aanwezig is op school heeft eveneens recht op tijdelijk onderwijs aan huis. De leerling krijgt wekelijks vier uren onderwijs. Voor sommige leerplichtige leerlingen is het omwille van een handicap onmogelijk om onderwijs te volgen in een school. Deze leerlingen hebben, na gunstig advies van de Commissie van advies voor buitengewoon onderwijs, CABO (zie 5.2 Externe relaties) recht op ‘permanent onderwijs aan huis’. Dat omvat vier lestijden per week en wordt gegeven door een school voor buitengewoon onderwijs. De leerlingen die in de onmogelijkheid verkeren om onderwijs te volgen, kan een CABO op verzoek van de ouders ook vrijstelling van leerplicht verlenen. Deze vrijstelling kan tijdelijk of permanent zijn. 4. Organisatie van de school 4.1 Schoolbestuur VZW Oosterbos, buitengewoon onderwijs zuiderkempen. Het correspondentieadres van het Schoolbestuur is “Oevelse dreef 18A, 2260 Westerlo en de correspondentie wordt gericht aan de voorzitter. Samenstelling van het schoolbestuur: zie bijlage Het Schoolbestuur is de eindverantwoordelijke die zorgt voor het algemeen welzijn en de persoonlijkheidsontplooiing van de jongeren en voor de opbouw en bezieling van een echte leer- en leefgemeenschap. Zij bevordert en ondersteunt bij de ouders, de personeelsleden, de vertegenwoordigers van de lokale gemeenschap en de leerlingen een medeverantwoordelijkszin voor de uitbouw van een kwalitatief onderwijs. Het christelijk opvoedingsproject, zoals uitgeschreven in de ‘Opdrachtverklaring van het katholiek onderwijs in Vlaanderen’ en het schooleigen opvoedingsproject vormen hiervan de basis. 4.2 Directie Directeur: Dhr. Stef Van Hoof, Eindhoutseweg 25, 2440 Geel (Oosterlo) Tel.: 014/ 86.11.47 In opdracht van het Schoolbestuur waakt de directeur over inhoud, methoden en peil van het onderwijs en staat hij in voor de pedagogische begeleiding en nascholing van de personeelsleden. 13.
4.3 Samenwerkingsverband met MPI Oosterlo (Medisch – Pedagogisch – Instituut) Opdracht MPI: zie opdrachtsverklaring MPI Voor alle semi- en interne leerlingen bestaat er een intense samenwerking met het MPI, dit betekent met de opvoed(st)ers van de leefgroepen, de sociale en medische dienst, de zorgcoördinator. Zij nemen deel aan de cliëntbesprekingen en de gezinsgesprekken. Klassenraadbesprekingen worden gevolgd door de zorgcoördinator van het MPI. MPI Oosterlo, Eindhoutseweg 25 te 2440 Geel (Oosterlo) 4.4 Onderwijzend, paramedisch en ondersteunend personeel De groep van leerkrachten vormt het onderwijzend personeel. De namen van de leerkrachten waarvan uw zoon/dochter les krijgt en de namen van de medeleerlingen worden in de eerste week van het nieuwe schooljaar aan de ouders bezorgd. Het paramedisch personeel staat in voor de therapeutische behandelingen waaraan uw zoon/dochter eventueel nood heeft. Individuele therapieën kunnen slechts opgestart worden indien de ouders zorgen voor een medisch voorschrift en de nodige medische verslagen. Daarnaast zijn er ook therapieën in groep of is er ondersteuning van het lesgebeuren door logopedisten en kinesisten. De sociaal -verpleegkundige volgt vooral de externe leerlingen op voor wat medische - en sociale aspecten betreft. Het ondersteunend personeel heeft onder andere als taak het meewerken aan de schooladministratie, het toezicht en het begeleiden van leerlingen. 4.5 Opleidingsvormen Wij organiseren in onze school twee opleidingsvormen. Opleidingsvorm 1: Een matig of ernstig verstandelijke beperking gaat vaak gepaard met taal- en spraakstoornissen en motorische moeilijkheden. Zulk een verstandelijke 14.
beperking kan eveneens samengaan met epilepsie of met gedragsmoeilijkheden, eventueel met autistische kenmerken. Al naar gelang hun noden en mogelijkheden krijgen de leerlingen (jongens en meisjes) een leer- en opvoedingsaanbod, met het oog op een maximale ontwikkeling van hun talenten. We streven ernaar onze jongeren zo goed mogelijk voor te bereiden op hun toekomst en doen dit door het ontwikkelen en het stimuleren van volgende ontwikkelings- en levensdomeinen: o de emotionele en sociale en godsdienstige vorming: een gezond zelfwaardegevoel, opkomen voor jezelf respectvolle omgang met anderen, samen leren leven en werken het beleven van evangelische waarden o de persoonlijke redzaamheid: vaardigheden met betrekking tot eten, kleding, lichaamsverzorging.... o de huishoudelijke redzaamheid: het kunnen helpen bij het bereiden van het eten, het onderhoud van de woning, het uitvoeren van allerlei huishoudelijke opdrachtjes... o maatschappelijke redzaamheid: aangepaste gedragsvormen in een ‘ruimere’ omgeving: zelfstandig of samen met begeleiding gaan winkelen, de bibliotheek bezoeken, gebruik maken van het openbaar vervoer...., het deelnemen aan socio -culturele en sportieve gebeurtenissen.... o de communicatievaardigheden: het in contact komen met anderen, al dan niet met woorden, al dan niet ondersteund met prenten of gebaren o zinvolle bezigheden: bal - en groepsspelen, zwemmen , ritme en dans...... motorische vaardigheden en technieken met daarbij horend werkgedrag die hen moeten toelaten, onder begeleiding, zinvolle taken uit te voeren van creatieve – of handambachtelijke aard, te werken in de tuin, hun steentje bij te dragen bij inpak-, verpakkings- en verzendingswerk...... Hierbij zijn het zich ‘betrokken voelen’ en het ‘zich welbevinden’ van de leerlingen belangrijke richtingaanwijzers. De toekomst kan er voor hen zeer verschillend uitzien en dit zowel wat hun woon-, als bezigheidsmilieu en als vrijetijdsbesteding betreft. 15.
Opleidingsvorm 1 bereidt voor op een beschermd leef- en bezigheidsmilieu: - een beschermd leefmilieu kan zijn: thuis, een nursingtehuis, een bezigheidstehuis - een beschermd bezigheidsmilieu kan zijn: een dagcentrum, een activiteitencentrum, onder supervisie een zinvolle bezigheid uitvoeren in het ‘gewone milieu’..... Voorts is de mate waarin onze leerlingen zich kunnen integreren in het socio-culturele leven, afhankelijk van individuele mogelijkheden en concrete omstandigheden. Opleidingsvorm 2: Het gaat om jongeren (jongens en meisjes) met een matig verstandelijke beperking, waarbij het opzet is hun integratie in een beschermd leef- en arbeidsmilieu mogelijk te maken. Dit veronderstelt dat onze leerlingen een zekere graad van zelfstandigheid bereiken op gebied van persoonlijk en sociaal functioneren, redzaamheid, wonen, vrije tijd en mobiliteit... En tevens dat zij de nodige kennis en inzichten, vaardigheden en arbeidsattitudes verwerven om in een arbeidsproces te kunnen worden ingeschakeld. Deze opleiding bestaat uit 2 fasen, waarvan de 1ste 4 leerjaren omvat en de 2de 3 leerjaren. In beide fasen is er een pakket "Algemene sociale vorming" (ASV) en een pakket "Beroepsgerichte vorming" (BGV = arbeid - geschiktmaking) voorzien. De opleiding omvat dus 7 leer/schooljaren. Vanaf het 5de jaar neemt de 2de fase een aanvang, wat onder meer tot uiting komt doordat aan het pakket “arbeidsgeschiktmaking” een groter aantal uren wordt toegekend en er stages voorzien worden in de 2 laatste jaren. Schematisch ziet het er als volgt uit: 1ste fase = 4 jaren 16 lesuren ASV 16 lesuren BGV ---------Totaal: 32 lesuren
2de fase = 3 jaren 12 lesuren ASV 20 lesuren BGV -----------32 lesuren
In de 1ste fase wordt de nadruk gelegd op; 16.
o de emotionele, sociale en godsdienstige vorming: zelfwaardegevoel en relatiebekwaamheid, het beleven van evangelische waarden o de communicatie: taal - en denkontwikkeling, functioneel lezen, rekenen en schrijven o de algemene handvaardigheid: via huishoudelijke activiteiten, naaden handvaardigheid, hout- en tuinactiviteiten. In de 2de fase ligt de klemtoon op: o de maatschappelijke redzaamheid en vorming: zelfstandig winkelen, zich zelfstandig bewegen in het verkeer, gebruik maken van het openbaar vervoer en openbare nutsvoorzieningen, loon en omgaan met geld, toekomstige woonvormen...... o de arbeidstraining: het gaat dan vooral om semi-industriële activiteiten zoals verzendingswerk, inpakwerk en verpakkingswerk en eenvoudig montagewerk. Voor leerlingen die later in een beschutte werkplaats tewerkgesteld worden, worden er vanaf het 6e en 7e jaar verplichte stages voorzien in de beschutte werkplaats. Voor leerlingen die later niet in een beschutte werkplaats tewerkgesteld kunnen worden, worden eveneens stages voorzien maar dan in het kader van begeleid werken. Afhankelijk van welke weg tijdens de opleiding ingeslagen werd, is er de mogelijkheid om na hun opleiding aan de slag te gaan in een beschutte werkplaats of binnen begeleid werken. Zij kunnen daarnaar toe van thuis uit of voor de werknemers van een beschutte werkplaats vanuit een ‘tehuis voor werkenden’ waarbij een zekere verplaatsingszelfstandigheid nodig is (eigen vervoer of openbaar vervoer). Voor degenen die begeleid werken is er dan weer de mogelijkheid om dit te doen vanuit een ‘tehuis voor niet werkenden’. De mate waarin onze leerlingen zich zullen integreren in het socio-culturele en maatschappelijk leven, is afhankelijk van individuele mogelijkheden en concrete omstandigheden.
17.
5. Overlegstructuren 5.1 Interne overlegorganen Ouderraad/ de ouderwerking: Een goede samenwerking tussen de ouders en de school en voor de interne - en semi-interne leerlingen het Medisch Pedagogisch Instituut (MPI) is erg belangrijk. De mogelijkheid bestaat dat ouders zich actief inlaten met de werking van de school en het MPI, in ouderraden en in de gebruikersraad. Deze organisatie zit als volgt in elkaar: o Ouderraad -dagverblijf (de ouders van niet-schoolgaande minderjarige kinderen en jongeren) o Ouderraad kinderen - jongeren (ouders waarvan de leerlingen in het BKLO of BuSO de lessen volgen) In ouderraad kinderen jongeren is er een afvaardiging van de school, van het internaat en/of semi-internaat en is er iemand van de sociale dienst aanwezig. o Ouder - of familieraad – volwassenen (ouders of familieleden van volwassen mentaal gehandicapte personen die gebruik maken van voor hen uitgebouwde voorzieningen door het MPI) Iedere ouder is in de aangewezen raad welkom. Uit ieder van deze ouderraden zijn er een aantal personen die als afgevaardigden in de gebruikersraad zitten. De gebruikersraad fungeert als overkoepelend orgaan. De schoolraad : De schoolraad is een door de overheid ingestelde raad, met een wettelijke basis (het Decreet van 02 april 2004), die de participatie regelt op school. Deze raad heeft een aantal bevoegdheden inzake informatie en communicatie, advies en overleg. In deze raad zijn er vertegenwoordigers van de ouderraad, de pedagogische raad (personeel) en van de lokale gemeenschap. Het aantal vertegenwoordigers van elke geleding bedraagt drie. De directeur woont de vergaderingen bij met raadgevende stem. Er werd ook een leerlingenraad opgericht, die echter geen vertegenwoordiging heeft in de schoolraad, maar wiens stem toch zal gehoord worden. De schoolraad heeft een eigen reglement van orde. 18.
Het correspondentieadres van “De Schoolraad” is “Eindhoutseweg 25, 2440 Geel” en de correspondentie wordt gericht aan de voorzitter. Lokaal Onderhandelingscomité (LOC): Het Lokaal Onderhandelinsgcomité heeft te maken met tewerkstelling en de arbeidsvoorwaarden van het personeel. De opdracht van het LOC is conform de wettelijke bepalingen Aan deze vergaderingen nemen drie vertegenwoordigers deel van het personeel en drie vertegenwoordigers van de Inrichtende Macht. De Overlegcommissie: Dit overlegorgaan beoogt het bevorderen van de tewerkstellingskansen van de leerlingen. Zij doet dit door aandacht te hebben voor de voorbereiding op het werkmilieu, de stages en door de nodige contacten te leggen met de beschuttende werkplaatsen. Deze commissie is van overheidswege daartoe ingesteld en bestaat enerzijds uit vertegenwoordigers van de economische en sociale sectoren en anderzijds uit personeelsleden van de school die uit hoofde van hun opdracht de leerlingen voorbereiden op het werkmilieu en de stages begeleiden. 5.2 Externe relaties Commissie voor Advies van het Buitengewoon Onderwijs (CABO): De commissie brengt gemotiveerde adviezen uit of treft gemotiveerde beslissingen over de vragen die haar worden voorgelegd door de Vlaamse minister bevoegd voor onderwijs, de ouders, een meerderjarige gehandicapte, een lid van de onderwijsinspectie, een schoolhoofd of een geneesheer belast met het medisch schooltoezicht. De commissie heeft zitting in eerste instantie of in beroep. In elke CABO wordt er een subcommissie opgericht, deze subcommissie neemt de bevoegdheden van de CABO over voor de adviezen betreffende het toelaten van leerlingen ouder dan 21 jaar in het BuSO van de opleidingsvormen 1 en 2, in deze subcommissie is er, naast de vertegenwoordiging van het onderwijs, een vertegenwoordiging van de welzijnssector. De pedagogische begeleiding van de leerkrachten: Naast begeleiding van het CLB kunnen we ook beroep doen op de Diocesane Pedagogische Begeleidingsdienst voor Buitengewoon Onderwijs. 19.
6. Financiële bijdrage van de ouders Om degelijk en eigentijds onderwijs te bieden moet de school steeds hogere onkosten maken en is het helaas noodzakelijk om een aantal kosten aan jullie door te rekenen. Als school zijn we verplicht aan jullie de (gemiddelde) kostprijs van een schooljaar mee te delen en hopen we op deze wijze tegemoet te komen aan de vraag van vele ouders aangaande de kosten van een schooljaar. Dit onderwerp komt ook aan de orde op de vergadering van de schoolraad en de ouderraad. Bij het begin van het schooljaar ontvangt elke ouder de info omtrent de financiële tussenkomst specifiek voor de leergroep waarin zijn/ haar zoon/dochter de lessen volgt. Voor volgende posten kan een bijdrage aangerekend worden: kopieën, sportkledij, culturele activiteiten, kookles en snacks, sportactiviteiten: alle inkom of huur van sportaccommodatie of verplaatsingen ernaar toe: zwemmen, paardrijden, tennissen, tafeltennis, schaatsen, enz…, sportdag, schooluitstappen, werkstukken handvaardigheid, crea of houtbewerking, abonnement tijdschrift, drank externaat. Betalingswijze: Op het einde van iedere trimester wordt een schoolrekening aangeboden. Op het einde van de derde trimester gaat het om de eindafrekening. (Enkel de reëel gemaakte onkosten worden aangerekend). Ouders die moeite hebben om de trimestriële rekeningen te kunnen betalen, kunnen aan de school vragen om een ander (vb. maandelijks) afbetalingsplan op te stellen. De facturen van de school dienen voldaan te worden binnen de 15 (vijftien) dagen vanaf de factuurdatum. Voor iedere onbetaalde factuur zal, van rechtswege en zonder ingebrekestelling, een verwijlintrest vanaf de factuurdatum woorden aangerekend met een minimum van 12 % (twaalf) per jaar. Bovendien zal een schadevergoeding worden aangerekend, van rechtswege en zonder ingebrekestelling. Die schadevergoeding zal nooit kleiner zijn dan 15 % van het bedrag van de facturen en zal minimum €50.00 (vijftig euro) bedragen. In geval van niet – of gedeeltelijke betaling van een factuur op de gestelde vervaldag zijn van rechtswege en zonder ingebrekestelling alle openstaande facturen onmiddellijk opeisbaar.
20.
Schooljaar 2013-2014
Schoolreglement: Afspraken, gedrag - en leefregels 1. Afspraken, gedrag - en leefregels 1.1 Tijdig aanwezig zijn (zie ‘Openings - en lestijden van de school’ in bijlage) Ouders die hun zoon of dochter zelf brengen en/of afhalen houden er rekening mee dat de campus een verkeersvrij domein is: Breng uw zoon/dochter vóóraleer de lessen beginnen. De leerlingen verzamelen ’s morgens op de speelplaats van het BuSO. Er is toezicht vanaf 15 minuten vóór de aanvang van de lessen. Indien leerlingen vroeger op de speelplaats (op school) vertoeven, is dit op eigen verantwoordelijkheid. Ouders die hun zoon/dochter zelf afhalen: Haal hem/haar, niet voor het einde van de schooltijd af, aan het klaslokaal: dit stoort immers het pedagogisch gebeuren. Afwijkingen in verband met tijdstip en plaats van afhalen dienen overeengekomen te worden met de directie die daarover zal overleggen met de leerkrachten. Voor leerlingen die gebruik maken van het leerlingenvervoer: Het leerlingenvervoer is gemeenschappelijk georganiseerd met het Buitengewoon Kleuter- en Lager Onderwijs. Het leerlingenvervoer is gratis op voorwaarde dat de leerling de school bezoekt die het dichtst bij de woonplaats ligt. Voor een vlot verloop vragen we dat de leerlingen zich houden aan de leef- en gedragsregels op de schoolbus: zie pagina 12. Uur en plaats van op- en afstappen worden in het begin van het schooljaar aan elke leerling/ouder medegedeeld. Het is erg belangrijk dat ieder zich daar stipt aan houdt. Elk oponthoud verlengt de busrit voor alle anderen. 1.
Wanneer uw zoon/dochter niet meerijdt (wegens ziekte of om andere redenen), gelieve dit zo snel mogelijk door te geven aan de school, of aan de verantwoordelijke van het leerlingenvervoer. Alle meldingen en vragen i.v.m. het busvervoer dien je door te geven aan Odette Vennekens op GSM nummer 0495/47.44.77. Dit kan ‘s morgens vanaf 7u00 tot 8u00, ‘s avonds na 20u00 en in het weekend (maar dit enkel voor dringende mededelingen). Tijdens de schooluren is Odette te bereiken op het telefoonnummer van het MPI, 014/86.11.40 (uitgezonderd dinsdag voormiddag). Gelieve elke wijziging zo vlug mogelijk kenbaar te maken. Leerlingen die op eigen kracht naar school komen: Zij dienen ervoor te zorgen tijdig aanwezig te zijn. Er is toezicht op de speelplaats vanaf 15 minuten vóór de aanvang van de lessen. Indien leerlingen vroeger op de speelplaats vertoeven, gebeurt dit op eigen verantwoordelijkheid. Om verzekerd te zijn moeten de leerlingen die de fiets (eventueel de bromfiets) gebruiken, langs de veiligste weg (zonder ‘ommetjes’ of nodeloos oponthoud) heen en terug rijden. Zij dienen er tevens zorg voor te dragen dat hun fiets (eventueel bromfiets) in orde is en voldoet aan de wettelijke verkeersvoorschriften. Leerlingen die gebruik maken van het openbaar vervoer dienen eveneens om verzekerd te zijn, de snelst aansluitende verbindingen te nemen. Voor de leerlingen die gebruik maken van de fiets en/of bromfiets en/of van het openbaar vervoer zal met de ouders overleg gepleegd worden in verband met het te volgen traject. We behouden ons tevens het recht voor om pedagogisch op te treden en indien nodig, na overleg met de ouders, gepaste maatregelen te nemen. 1.2 Gezondheid/medicatie/ hygiëne In geval van ziekte of ongeval: Bij kleine voorvallen is er een EHBO-set op de school aanwezig die gebruikt kan worden om de eerste zorgen toe te dienen.
2.
Bij ziekte worden de ouders gewaarschuwd en wordt er gevraagd om de leerling op school te komen halen. Bij dringende en acute situaties wordt er onmiddellijk contact opgenomen met de medische dienst van het MPI, de huisarts van de leerling of de spoeddiensten. De ouders worden zo snel mogelijk op de hoogte gebracht. Als er een noodsituatie is tijdens de busrit van en naar de school, zal de busbegeleiding de 100 /MUG opbellen. Het inschatten van een medische urgentie en het toedienen van noodmedicatie behoren immers niet tot de verantwoordelijkheid van de busbegeleidster en situeert zich binnen verpleegkundig handelen. Cliënten met een niet beheersbaar risico of waarbij de kans op een levensbedreigende situatie op de schoolbus reëel is, kunnen geen gebruik maken van het busvervoer. Voor hen zal nagegaan worden of een financiële tegemoetkoming als compensatie door de dienst leerlingenvervoer kan gegeven worden en er zal samen met de ouders gezocht worden naar mogelijke alternatieven voor vervoer. Medische gegevens: Alle medische gegevens betreffende uw zoon/dochter die noodzakelijk zijn voor een goed verloop in de klas, dienen aan de medische dienst van het MPI (tel. 014/ 86.11.40 voor de interne en semi-interne leerlingen) of aan onze verpleegkundige (tel. 014/ 86.11.47 voor de externe leerlingen) te worden meegedeeld. Zij zullen de nodige informatie aan mekaar en aan de betrokken personeelsleden mededelen. Indien wij bepaalde medische vragen of opmerkingen hebben, zullen wij deze via de medische dienst, MPI of onze verpleegkundige aan u laten overbrengen. De medische onderzoeken van het CLB (Centrum voor leerlingbegeleiding) vinden plaats op de medische dienst van het MPI. Het CLB bezorgt de gegevens van het onderzoek aan de ouders. Aan de school wordt enkel relevante gegevens doorgegeven (info over gehoor en zicht of belangrijke informatie nodig bij de begeleiding van de leerling). Medicatie: Het toedienen van medicatie in de school wordt beperkt tot het strikt noodzakelijke. Wanneer medicatie ‘s morgens en/of ‘s avonds toegediend 3.
moet worden, gebeurt dit door de ouders thuis. (voor interne lln. door de verpleegkundige van het MPI) Indien tijdens de schooluren medicatie toegediend moet worden, wordt de medicatie samen met een doktersvoorschrift en een akkoord van de ouders aan de school bezorgd. Bij het begin van het schooljaar worden blanco aanvraagformulieren (bijlage 5 bij het schoolreglement) met de leerlingen meegegeven. Dit aanvraagformulier bevat de volgende informatie: datum, naam van het kind, naam van de medicatie, dosering, wijze van toediening en duur van de behandeling. Op de verpakking van de medicatie dient duidelijk vermeld te worden: naam dokter/apotheker, naam kind, vervaldatum, dosering, wijze van toediening en bewaring. De medicatie wordt via de busbegeleiding aan de school bezorgd. Leerlingen mogen in principe niet in het bezit van medicatie zijn. De medicatie wordt enkel toegediend door de sociaal verpleegkundige van de school of de medische dienst van het MPI. Enkel zeer uitzonderlijk, vb. bij schoolreis of bosklassen, kan medicatie door een niet medisch geschoolde (vb. leerkracht) worden gegeven, mits akkoord van de ouders. Elke vraag tot medicatie, ook bij occasionele inname, wordt gericht aan de sociaal verpleegkundige van de school of de medische dienst van het MPI. Deze medisch geschoolde personeelsleden bepalen welke medicatie wanneer toegediend wordt. Hiervan vindt een registratie plaats in het dossier van de leerling. Hierbij wordt vermeld welke leerling welke en hoeveel medicatie van wie gekregen heeft, alsook de dag en het uur van inname van de medicatie. Hygiëne: We verwachten dat de leerlingen verzorgd naar school komen. Hier hechten wij zéér veel belang aan: o zich regelmatig wassen, hun tanden poetsen en zich eventueel scheren o regelmatig proper ondergoed en kledij aantrekken. Tijdens de lessen hygiëne wordt er gedoucht en besteden we aandacht aan tanden poetsen en scheren. Dit kan samen met de leergroep en/of individueel. We behouden ons tevens het recht voor om pedagogisch op te treden en indien nodig, na info aan de ouders, gepaste maatregelen te nemen. (vb.
4.
verplicht douchen en/of kledij laten wassen op school. Eventueel kan een tuchtmaatregel worden uitgesproken.) Wanneer een leerling hoofdluizen heeft melden we dit aan de ouders en zijn deze verplicht zoon/dochter hiervoor te behandelen zoniet is men verplicht hem/haar thuis te houden (hoofdluizen zijn heel besmettelijk). Voor de behandeling raadpleegt men best de apotheker of huisarts. Een brief met meer uitleg is te bekomen op school of medische dienst. Voor de interne leerlingen wordt de begeleiding van de leefgroep mee ingeschakeld, maar de ouders worden wel op de hoogte gebracht en dienen hun medewerking te verlenen. Uiterlijk voorkomen en kledij: Zorg voor gemakkelijk, aangepaste kledij en schoeisel en zorg dat alles met de naam getekend is. De school is niet verantwoordelijk in geval van verlies, diefstal of beschadiging. Specifieke sportkledij (zoals bijvoorbeeld atletiek- of voetbalbroekje / truitje) worden niet aanvaard als gewone kledij op school. In de zomer: een deftig Tshirt, broek of rok. De leerlingen komen met een verzorgd kapsel naar school, geen extravagante kapsels, noch wat kleur, noch wat snit betreft. Sieraden dragen, zoals één paar bescheiden oorbellen, mag. We moeten hierbij ook denken aan de veiligheid. Piercings in het gelaat worden niet toegestaan. Onzichtbare piercings kunnen wel, maar mogen niet leiden tot misbruik en/of provocatie. Voor bepaalde lesactiviteiten dragen de leerlingen aangepaste kledij al dan niet voorzien door de school en dit in overleg met de betrokken leerkrachten. We behouden ons tevens het recht voor om pedagogisch op te treden en indien nodig, na overleg met de ouders, gepaste maatregelen te nemen. Voor de turnlessen en/of het sportproject verwacht de school dat de leerlingen over degelijk sportkledij beschikken. De school biedt T-shirt en sportbroek tegen kostprijs aan. De school zorgt zelf voor het aanbrengen van de naam op de kledij en het wassen. De school voorziet ook een turnzakje om de kledij op te bergen. De leerling voorziet zelf een degelijke paar sportschoenen met lichte zool. Sportschoenen moeten 5.
getekend zijn. Indien de leerling geen sportkledij van de school neemt, zorgt hij zelf voor een degelijk blauwe T-shirt (onbedrukt) en zwarte sportbroek die ook getekend zijn. 1.3
Wat brengt een leerling in zijn boekentas/rugzak mee naar school?
Wat moet erin? o het contactschriftje of de agenda; dit is één van de communicatiemiddelen die we tussen school en ouders ter beschikking stellen. Een vraag, een boodschap, een bemerking of suggestie waardoor we uw zoon/dochter beter kunnen begeleiden kan er zeker in. o hygiëne: zakdoek, eventueel reservekleding (voorzien van naamteken) en maandverband o turnkledij (indien dit niet aangekocht is via de school) of zwemkledij (voorzien van naamteken) o schoolgerei (voorzien van naamteken): in afspraak met de leerkrachten o brooddoos + eventueel drank (externe leerlingen) De leerlingen brengen geen chips of snoep mee. Wat wel kan is een gezonde snack of ‘tussendoortje’ bijvoorbeeld een stuk fruit of één koek per speeltijd. Leerlingen kunnen tijdens de speeltijd enkel water drinken. De leerlingen die ‘op eigen kracht’ naar school komen mogen een GSM meebrengen (om in geval van pech, oponthoud, hun ouders of de school te verwittigen) maar deze mag niet gebruikt worden tijdens de schooluren. De school is niet verantwoordelijk in geval van verlies, diefstal of beschadiging. Wat mag niet? o dingen die met de klas – en schoolwerking niets te maken hebben o gevaarlijke voorwerpen zoals messen (indien we deze vinden, worden ze onmiddellijk afgenomen) o Kostbare voorwerpen zoals, radio’s, mp3, iPod,… horen niet thuis in de school. Bij verlies of diefstal of beschadiging kan de school hiervoor niet aansprakelijk gesteld worden. 6.
1.4 Gedrag We willen de leerlingen leren respectvol om te gaan met elkaar en de omringende leefgemeenschap. Daarom verwachten wij dat alle leerlingen: o respectvol omgaan met medeleerlingen, personeel en alle mensen die zij ontmoeten (beleefd en vriendelijk zijn…..) o respectvol omgaan met materialen van zichzelf (zorg dragen voor eigen kleding en bezittingen….) o respectvol omgaan met kleding en materialen van medeleerlingen of de school (niet wegnemen of beschadigen van kledij of materialen) o respectvol omgaan met het milieu (zorgvuldig sorteren van afval; geen afval laten rond slingeren of achter laten, geen planten beschadigen of dieren pijn doen …) Gedrag op school: De leerlingen gedragen zich vriendelijk en voorkomend. Er wordt verwacht dat zij steeds onder toezicht zijn (zich daaraan niet onttrekken) en de instructies van het personeel opvolgen. Enkel mits toelating mag een leerling de speelplaats verlaten (bijvoorbeeld om alleen naar de medische dienst te gaan, om iets te gaan halen in de leefgroep …....). Er geldt een algemeen rookverbod voor iedereen in alle gesloten ruimten op school. Bovendien geldt dit verbod op weekdagen, tussen 6.30 u. ’s morgens en 18.30 u. ’s avonds op het volledige schoolterrein. Tijdens extra-murosactiviteiten is het elke dag verboden te roken tussen 6.30 u. ’s morgens en 18.30 u. ’s avonds. Bij overtredingen van dit rookverbod kunnen er sancties getroffen worden conform het orde- en tuchtreglement zoals vermeld in het schoolreglement. Bij de onderwijsinspectie kan je eventueel klacht indienen indien je vindt dat het rookverbod op school ernstig met de voeten getreden wordt. (Decreet 22 mei 2008) Ook het gebruik van alcoholische dranken en drugs is verboden. Gedrag in de klas: Er wordt verwacht dat zij steeds onder toezicht zijn (zich daaraan niet onttrekken) en de instructies van het personeel opvolgen.
7.
Enkel mits toelating mag een leerling het klaslokaal verlaten, bijvoorbeeld om alleen naar de medische dienst te gaan, om iets te gaan halen in de leefgroep ,….... of om een opdracht van de leerkracht uit te voeren, bv. Een boodschap voor het secretariaat, materiaal wegbrengen naar een ander klaslokaal, was wegbrengen naar de wasserij…...... Eten of drinken wordt niet toegestaan, tenzij tijdens de keukenlessen en bepaalde tijdstippen (zoals de ‘korte onderbrekingen’). Jassen en petten worden ordelijk aan de daarvoor voorziene kapstokken buiten het klaslokaal gehangen. Tijdens bepaalde lesactiviteiten wordt er verwacht dat de leerlingen een schort aandoen of specifieke kledij of schoeisel, zoals voor L.O. Verplaatsingen op het domein: Na de lessen van de voormiddag en ’s avonds gaan interne leerlingen ordentelijk en rechtstreeks naar hun respectievelijke leefgroepen. De minder zelfstandige leerlingen worden begeleid naar hun leefgroepen. Na de lessen van de voormiddag gaan de semi-interne en externe leerlingen ordentelijk en rechtstreeks naar hun respectievelijke leefgroep, naar de refter en ’s avonds naar de plaats van de bussen. De minder zelfstandige leerlingen worden begeleid naar de opstapplaats van de bussen. Bij het opstappen op de bussen is er steeds iemand van het hulpopvoedend personeel aanwezig. Woensdagmiddag gaan de interne leerlingen en de ‘semi-interne’ leerlingen die ’s namiddags blijven, ordentelijk en rechtsreeks naar hun respectievelijke leefgroepen. De externe leerlingen gaan naar de plaats van de bussen, waar er toezicht is van iemand van het personeel. De minder zelfstandige leerlingen worden bij de verplaatsing begeleid. Op vrijdagavond gaan al de leerlingen onder begeleiding naar de bussen en de leerlingen die blijven gaan onder toezicht naar hun respectievelijke leefgroep.
8.
’s Ochtends bij de aankomst van de bussen is er steeds iemand van het ondersteunend personeel aanwezig. Vóór de aanvang van de lessen is er bewaking op de speelplaats ’s morgens van 08.30 – 08.45 uur en ’s middags van 13.00-13.10 uur. Het is de bedoeling dat de leerlingen binnen de aangegeven tijdspannen naar de speelplaats komen en bij het belsignaal in rij, onder begeleiding van de leerkrachten naar hun klaslokalen vertrekken. Gedrag op de speelplaats: De leerlingen blijven steeds op de speelplaats. Zij mogen deze enkel verlaten, mits toelating. De leerlingen die wensen te voetballen verzamelen bij de aanvang van de pauze aan het ‘poortje’. Ze vertrekken samen naar het voetbalveld, onder begeleiding van de betrokken personeelsleden. Toeschouwers zijn niet toegelaten. Er wordt enkel met een plastic bal gevoetbald. Op het einde gaan de leerlingen onder begeleiding terug naar de speelplaats. Tijdens de pauze wordt er niet over en weer gelopen van de speelplaats naar het voetbalveld. Zowel op de speelplaats als op het voetbalveld gedragen de leerlingen zich vriendelijk en voorkomend tegenover mekaar en tijdens het spel zijn ze sportief. Er wordt geen enkele vorm van agressie (noch verbaal, noch fysisch) geduld, evenmin als krachttermen. Er worden evenmin handtastelijkheden toegelaten. Leerlingen blijven niet rondhangen op het toilet. Van de leerlingen wordt verwacht dat zij luisteren naar de personeelsleden die de pauze begeleiden. Zij kunnen hierbij deelnemen aan de spelen die onder begeleiding worden aangeboden. Ook het basketbalspel kan beoefend worden. Andere balsporten worden om veiligheidsredenen niet toegestaan.
9.
De leerlingen mogen onder de speeltijd één koek, boterham of stuk fruit eten en hun eigen ‘gezonde’ drank opdrinken. Zij kunnen ook drinken aan het pidpa kraantje. De leerlingen gebruiken tijdens de speeltijd geen GSM of muziekapparaten. Bij het belsignaal vormen de leerlingen van de verschillende leergroepen een rij en wachten daar op hun leerkracht. De leerlingen gaan onder begeleiding van hun leerkracht naar het klaslokaal. Gedrag tijdens activiteiten ‘buiten de schoolmuren’: Het is evident dat ook dan de leerlingen naar de leerkracht/begeleidende personeelsleden dienen te luisteren en dat zij zich niet mogen onttrekken aan hun toezicht. We streven ernaar dat de leerlingen zich voorkomend en vriendelijke gedragen ten opzichte van mekaar en de mensen die ze ontmoeten tijdens de verplaatsing (hetzij te voet, hetzij met vervoer van de school, hetzij met openbaar vervoer) en op de plaats van bestemming. Zij dienen zich maatschappelijk aangepast te gedragen: o zich niet kleverig gedragen (niet iedereen aanspreken, niet elkeen die vriendelijk is omhelzen…) o niet alles vastnemen, enkel datgene wat ze nodig hebben (vb. in een winkel met zelfbediening) o niets wegnemen (wat dan ook) o respect hebben voor de bezittingen van anderen (niet beschadigen) Gedrag van de leerlingen die gebruik maken van de zaal van het externaat (tijdens de middag van 12.10-13.00 uur): Jassen en petten dienen aan de kapstok gehangen te worden. De leerlingen krijgen ieder een eigen plaats aan één van de tafels die voor hen voorzien zijn. Zij worden iedere dag begeleid door het ondersteunend personeel.
10.
De school voorziet voor de externe leerlingen, tegen betaling, een mok soep, melk, koffie en water uit flessen. Het is dus niet echt nodig dat zde leerlingen drank van thuis uit meebrengen, wel een lunchpakket. Indien de leerling zelf drank mee naar school brengt, moet hij zich houden aan volgende verantwoorde dranken: koffie, plat en bruisend water, gearomatiseerd water, verse soep, halfvolle melk, melkdranken en yoghurtdranken, sojadranken (natuur en met smaken), 100% ongezoet fruitsap en groentesap. Tijdens de middag eten de leerlingen uitsluitend boterhammen. Broodjes, koffiekoeken, kant- en klare maaltijden en snoep zijn niet toegestaan. Een koek of fruit kunnen wel gegeten worden. De leerlingen brengen hun boterhammen mee in een brooddoos. Aluminiumfolie is niet toegestaan. We hechten er belang aan dat de leerlingen zich voorkomend gedragen: - tijdens eten en drinken - tegenover mekaar Aan iedere tafel is er een beurtrol voor wat de opruim betreft. De middagbegeleiding van de externe leerlingen duurt tot 13.00 uur. Vanaf dan zijn ze samen met de andere leerlingen op de speelplaats, onder toezicht tot 13.15 uur (aanvang van de lessen). Leef- en gedragsregels voor onze leerlingen op de schoolbus: Leerlingenvervoer: De bussituatie is vergelijkbaar met de speelplaatssituatie. De leerlingen komen er in contact met leerlingen uit andere leer- en leefgroepen. De busbegeleider, een volwassene die de verantwoordelijkheid heeft, is niet één van de eigen leerkrachten of opvoeders. Hij of zij moet in opdracht van de school zorgen voor een ordelijk verloop van de busrit en naar hem/haar dient, gezien de grote verantwoordelijkheid, dan ook geluisterd te worden. De busbegeleider is verantwoordelijk voor o.a.: o het aanduiden van de (vaste) zitplaatsen in de bus. Alleen na overleg met de begeleider en met zijn/haar toelating kan een andere plaats ingenomen worden. 11.
o het regelen van de muziek. Muziek cd’s mogen meegebracht worden, maar de begeleider bepaalt wanneer, hoe lang, hoe luid, …. deze worden (op)gezet. Iedereen dient aan bod te komen. o de begeleider bepaalt wanneer iets storend is en kan dit verbieden o teneinde de bussituatie aangenaam en ordelijk te laten verlopen, pleegt de begeleider overleg met de leerlingen en maakt afspraken met hen o de begeleider meldt onaangepast gedrag aan de schooldirectie. In bepaalde gevallen worden door de directie maatregelen genomen. De leerlingen op de schoolbus houden zich aan volgende gedragsregels: o De leerlingen duwen of trekken niet bij het in- of opstappen in de bus. o De leerlingen zetten hun boekentas vooraan in de bus. o De leerlingen maken gebruik van de veiligheidsgordels als deze voorhanden zijn. o De leerlingen blijven op hun plaats zitten, rondlopen kan gevaarlijk zijn bij het remmen of nemen van een bocht. o De leerlingen doen wat de busbegeleider vraagt, antwoorden beleefd. o De leerlingen praten rustig in de bus, teveel lawaai is niet aangenaam doch storend. Het kan de bestuurder afleiden en sommige leerlingen zenuwachtig maken. o De leerlingen snoepen niet in de bus, ze drinken geen frisdrank of alcohol. Water drinken en een boterham of koek eten kan worden toegestaan door de busbegeleider. o De leerlingen kunnen een MP3-speler of IPOD meebrengen. Hierop plakt hun naam. De school is niet verantwoordelijk voor dit materiaal. In de school mag dit materiaal niet gezien of gehoord worden. o Leerlingen van het BLO brengen geen GSM mee. Leerlingen van het BuSO kunnen, op eigen verantwoordelijkheid, een GSM bij hebben maar mogen die enkel uitzonderlijk gebruiken met toestemming van de busbegeleider. In de school wordt de GSM afgezet en wordt hij enkel gebruikt in afspraak met de leerkracht. o De leerlingen tonen respect voor mekaars materiaal, blijven van materiaal af dat niet van hen is. o De leerlingen blijven van elkaars lichaam af. 12.
De rol van de ouders: De ouders zorgen dat hun zoon of dochter tijdig op de opstapplaats is. Als een jongere niet tijdig op de opstapplaats is, wordt niet langer dan 2 minuten gewacht. Dit geldt ook wanneer de ouders niet tijdig aan de afstapplaats zijn. De leerling wordt dan mee terug naar de school gebracht en de receptie (permanentie) van het MPI verwittigt de ouders. De schooldirectie zal: - regelmatig overleg plegen met de busbegeleiders - bij ernstige feiten de ouders op de hoogte brengen en samen met hen zoeken naar oplossingen 1.6 Afwezigheden op school Algemeen: Om ‘regelmatige leerling’ te zijn in het buitengewoon secundair onderwijs moet een jongere regelmatig de lessen volgen. Het statuut van regelmatige leerling geeft enerzijds aan de school het recht op omkadering van personeelsleden en werkingsmiddelen op basis van de telling van 01 februari en verleent anderzijds aan de leerling het recht op een attest of officieel studiebewijs. Behalve bij gewettigde afwezigheid neemt de leerling vanaf 01 september tot en met 30 juni deel aan alle lessen en activiteiten van zijn leerlingengroep. Ook buitenschoolse activiteiten (uitstap, sportdag,...) worden als normale schooldagen beschouwd. Ze geven aan de leerling immers de kans om zich te verrijken en zich verder te ontwikkelen. Indien een leerling om een of andere ernstige reden niet aan één van deze activiteiten kan deelnemen, wordt dit vooraf met de directeur of zijn afgevaardigde besproken. Hierna vindt u in welke situaties leerplichtige jongeren gewettigd afwezig kunnen zijn en wat uw verplichtingen terzake zijn. Ziekte of ongeval: De leerling moet uiteindelijk voor elke afwezigheid een schriftelijk bewijs meebrengen. Voor afwezigheden om medische redenen bestaan er vaste regels: o voor de externe leerlingen: 13.
Een medisch attest is niet nodig bij gewoon schoolverlet. Dit is een korte afwezigheid wegens ziekte van één, twee of drie opeenvolgende dagen. Dan brengt de leerling gewoon een ondertekende verklaring van zijn ouders binnen. Een medisch attest is wel nodig als de leerling lang en veelvuldig ziek is.Als een leerling vier dagen of meer ziek is volstaat een verklaring van de ouders niet. Ook als een leerling reeds viermaal afwezig is geweest wegens ziekte, uitsluitend verantwoord door een ondertekende verklaring van zijn ouders, dan moet die leerling vanaf dan ook voor elke korte afwezigheid van één, twee of drie opeenvolgende dagen een medisch attest binnenbrengen. o voor de semi-interne en interne leerlingen: Een medisch attest is niet nodig bij gewoon schoolverlet. Dit is een korte afwezigheid wegens ziekte van één of twee opeenvolgende dagen. (Heeft te maken met de regelgeving van het MPI) Dan brengt de leerling gewoon een ondertekende verklaring van zijn ouders binnen. Een medisch attest is wel nodig als de leerling lang en veelvuldig ziek is. Als een leerling drie dagen of meer ziek is, volstaat een verklaring van de ouders niet. Ook als een leerling reeds viermaal afwezig is geweest wegens ziekte, uitsluitend verantwoord door een ondertekende verklaring van zijn ouders, dan moet die leerling vanaf dan ook voor elke korte afwezigheid van één of twee opeenvolgende dagen een medisch attest binnenbrengen. Een medisch attest is slechts rechtsgeldig indien het is uitgereikt door een geneesheer, een geneesheer - specialist, een psychiater, een orthodontist, een tandarts, de administratieve diensten van een ziekenhuis of van een erkend labo. Kan een leerling wegens ziekte niet deelnemen aan bepaalde activiteitenof aan de lichamelijke opvoeding dan moeten de ouders aan de huisarts een “medisch attest voor de lessen lichamelijke opvoeding en sportactiviteiten” vragen.
14.
De wettiging (het inleveren van het schriftelijk bewijs) gebeurt wanneer de leerling terug op school komt. We willen wel vragen dat de ouders steeds zo vlug mogelijk de school verwittigen. Indien de leerling langer dan 10 opeenvolgende lesdagen ziek zal zijn, dan moet het attest onmiddellijk aan de school bezorgd worden. Wanneer een bepaald chronisch ziektebeeld leidt tot verschillende afwezigheden zonder dat telkens een doktersconsultatie noodzakelijk is (bijv. astma, migraine,....) kan na samenspraak tussen school en CLB één medisch attest die het ziektebeeld bevestigt, volstaan. Wanneer een afwezigheid om deze reden zich dan effectief voordoet, volstaat een attest van de ouders. Toegelaten afwezigheden en van rechtswege gewettigde afwezigheden: Voor elke afwezigheid bezorgt u aan de school zo vlug mogelijk een officieel document.
o het bijwonen van een begrafenis- of huwelijksplechtigheid van iemand die onder hetzelfde dak woont als de jongere of van een bloed- of aanverwant van hem of haar o het bijwonen van een familieraad o omdat de leerling opgeroepen of gedagvaard wordt voor een rechtbank o omdat de leerling onderworpen is aan een maatregel in het kader van de bijzondere jeugdzorg o omdat de school door overmacht niet bereikbaar is (vb overstroming) o omdat de leerling een preventieve schorsing heeft gekregen, of tijdelijk of definitief uitgesloten is (omwille van orde- en tuchtmaatregelen ) Bijzondere regel: Er is een bijzondere regel voor moslim en joodse leerlingen. Wanneer de ouders vooraf melden dat de leerling zal deelnemen aan het beleven van een van de volgende feestdagen, krijgt hij vrijaf: - Moslims : het Suikerfeest (1dag) en het Offerfeest (1dag) - Joodse leerlingen: het Joods nieuwjaar (2 dagen), de Grote Verzoeningsdag (1dag), het Loofhuttenfeest (4dagen), het Paasfeest (4dagen) en het Wekenfeest (2dagen). 15.
Andere afwezigheden: Andere afwezigheden moeten in principe steeds vooraf besproken worden met de directeur of zijn afgevaardigde. Hij zal nagaan of deze afwezigheden reglementair mogelijk zijn en beslist of hij/zij ze al dan niet aanvaardt. Voorbeelden: o persoonlijke redenen o voor het overlijden van een persoon die onder hetzelfde dak woont of van een bloed- of aanverwant tot en met de tweede graad. Het betreft hier niet de dag van de begrafenis, maar wel bijvoorbeeld een periode nodig om de jongere een emotioneel evenwicht te laten terugvinden (een rouwperiode) of om de jongere toe te laten een begrafenis in het buitenland bij te wonen. o wanneer een leerling geselecteerd wordt door een erkende federatie voor deelneming aan een culturele of sportmanifestatie. De leerling heeft dus geen recht op deze afwezigheden: de directeur beslist hierover. Spijbelen: Spijbelen kan niet! Bij overtreding zal de leerling zowel door een verantwoordelijke van de school als door het CLB, strikt worden gevolgd. Onregelmatige afwezigheden kunnen ernstige gevolgen hebben voor de school en voor de leerling in het bijzonder! De school kan zijn werkingsmiddelen verliezen voor die bepaalde leerling en de leerling in kwestie kan het statuut van regelmatige leerling verliezen, met name het recht op een attest of officieel studiebewijs. 2. Orde- en tuchtmaatregelen 2.1 Ordemaatregelen Wanneer een leerling de goede werking van de school hindert of het lesverloop stoort, kan er een ordemaatregel worden genomen en/of kunnen er meer bindende gedragsregels worden vastgelegd in een geschreven begeleidingsplan. Deze bijkomende maatregelen moeten de leerlingen helpen zijn/haar gedrag terug aan te passen zodat de goede verstandhouding en samenwerking met leerlingen en personeel opnieuw mogelijk worden.
16.
Mogelijke ordemaatregelen zijn: - een verwittiging - strafwerk, herstel - nablijven: Dit houdt in dat de leerling in kwestie gedurende 2 lesuren, na het einde van de schooltijd in school blijft en een aangepast strafwerk moet uitvoeren (bijvoorbeeld pen- en papierwerk) of aan een bepaalde taak, zoals inpak – en verpakkingwerk, dient verder te werken. De ouders (en eventueel de leefgroep als het om internen gaat) worden hiervan telefonisch en schriftelijk op de hoogte gebracht en de straf vindt dan plaats de eerstvolgende dag waarop het klassenraad is. Voor externe en semi-interne leerlingen die dan niet van het leerlingenvervoer kunnen gebruik maken, dienen de ouders dan zelf voor het vervoer te zorgen. - een tijdelijke verwijdering uit de les: Dit houdt in het niet mogen deelnemen aan een activiteit (bijvoorbeeld die te maken heeft met de overtreding). In dat geval dient de leerling aan te sluiten bij een andere leergroep of wordt hij/zij afgezonderd met een uit te voeren opdracht, onder begeleiding. Deze ordemaatregelen kunnen genomen worden door elk personeelslid van de school in samenspraak met de directie. Tegen geen enkele ordemaatregel is er beroep mogelijk. 2.2 Tuchtmaatregelen Wanneer het gedrag van de leerling werkelijk een gevaar vormt voor het ordentelijk verstrekken van onderwijs en/of het opvoedingsproject van de school in het gedrang brengt, kan er een tuchtmaatregel genomen worden. Mogelijke tuchtmaatregelen zijn: - een tijdelijke uitsluiting: Deze maatregel houdt in dat de gesanctioneerde leerling gedurende een bepaalde periode (maximaal 10 lesdagen): a) bepaalde lessen en activiteiten van zijn leerlingengroep niet mag volgen b) alle lessen en activiteiten van zijn leerlingengroep niet mag volgen 17.
- een definitieve uitsluiting: Deze maatregel houdt in dat de gesanctioneerde leerling definitief uit de school verwijderd wordt en dit uiterlijk één maand, vakantieperiode niet inbegrepen, na de schriftelijke kennisgeving van de beslissing van de uitsluiting. Tuchtmaatregelen kunnen alleen door de directeur genomen worden. Tegen tuchtmaatregelen is geen beroep mogelijk, behalve tegen definitieve uitsluiting. Bij het nemen van tuchtmaatregelen, zal er voor semi-internen en interne leerlingen, overleg gepleegd worden met het ‘kernteam’ van het MPI. In afwachting van een eventuele tuchtmaatregel, kan je als bewarende maatregel enige tijd de toegang tot de school worden ontzegd. Je wordt preventief geschorst. Uiteraard kan een dergelijke preventieve schorsing enkel genomen worden in uiterst dringende omstandigheden: - voor zware gedragsmoeilijkheden die kunnen leiden tot je definitieve uitsluiting - wanneer je aanwezigheid op school een gevaar vormt voor jezelf, medeleerlingen of personeelsleden van de school Alleen de directeur of een afgevaardigde van het schoolbestuur kan beslissen tot een dergelijke preventieve schorsing. Deze maatregel wordt schriftelijk en kort gemotiveerd aan de ouders. Hij gaat onmiddellijk in. De maatregel wordt bevestigd en zo nodig nader gemotiveerd in de brief waarmee de tuchtprocedure wordt opgestart. De preventieve schorsing duurt dus tot wanneer er een tuchtmaatregel wordt uitgesproken of de tuchtprocedure wordt stopgezet. Indien de directeur meent dat er reden is om een definitieve uitsluiting in overweging te nemen, wordt de volgende procedure gevolgd: 1. de directeur wint het advies in van de klassenraad (en pleegt overleg met het ‘kernteam’ van het MPI als het gaat om een semi-interne of interne leerling)
18.
2. indien de directeur meent dat er reden is om een tuchtmaatregel uit te spreken wordt de leerling en zijn ouders minimaal vijf werkdagen vooraf per brief opgeroepen tot een onderhoud met eventuele ondersteuning van een vertrouwenspersoon. 3. de leerling, de ouders en eventueel de vertrouwenspersoon krijgen voorafgaandelijke inzage in het tuchtdossier 4. binnen de drie werkdagen na het onderhoud brengt de directeur de ouders per aangetekende brief van zijn gemotiveerde beslissing op de hoogte. Pas dan wordt de tuchtmaatregel van kracht. Mogelijkheid tot beroep tegen de beslissing tot definitieve uitsluiting: Uiterlijk vijf werkdagen na ontvangst van de beslissing tot definitieve uitsluiting, kunnen de ouders schriftelijk beroep indienen bij de voorzitter van de interne beroepscommissie: BuSO Sint-Mariadal Voorzitter van de interne beroepscommissie Eindhoutseweg 25 2440 Geel tel.: 014/ 86 11 47 Het beroep schort de uitvoering van de eerder genomen tuchtbeslissing niet op De leerling wordt per brief opgeroepen om samen met zijn ouders en eventueel een ander vertrouwenspersoon te verschijnen voor deze beroepscommissie. De ouders hebben inzage in het dossier. Uiterlijk vijf werkdagen na ontvangst van het beroep komt deze beroepscommissie dan samen. De interne beroepscommissie brengt de ouders binnen de vijf werkdagen per aangetekende brief op de hoogte van haar gemotiveerde beslissing. Deze beslissing is bindend voor alle partijen.
19.
Een personeelslid van de school kan niet optreden als vertrouwenspersoon. Buitenstaanders mogen het tuchtdossier niet inzien, behalve mits schriftelijke toestemming van de ouders. Bij definitieve uitsluiting wordt de leerling en zijn ouders bijgestaan door de directeur of zijn afgevaardigde en door het begeleidend CLB - centrum bij het zoeken naar een andere school. Het tuchtdossier van de leerling kan niet worden overgedragen naar een andere school. 3. Bijkomende informatie 3.1 Vragen / problemen / suggesties
Voor vragen, problemen of suggesties kan u terecht bij de leerkrachten, het paramedisch personeel, de verpleegkundige of de directeur, sociale dienst van het MPI of het CLB. 3.2 Schoolverzekering Uw zoon/dochter is verzekerd tegen ongevallen wanneer hij/zij onder toezicht staat van personeel van de school en op weg van en naar school. Ook tijdens een stage geldt deze verzekering, evenals voor de verplaatsingen van en naar de stageplaats. 1. Bij ongeval dient er steeds een medisch attest ingevuld te worden door de arts die de eerste zorgen verschaft. (formulier voor de verzekering te bekomen op de school) 2. Een uitgavenstaat dient ingevuld te worden ( bij uw ziekenfonds laten invullen voor de niet terugbetaalde tussenkomsten) 3. Medisch attest (dokter) + uitgavenstaat en de nodige bewijzen terug bezorgen aan de school. 4. De school handelt de nodige formaliteiten met de verzekeringsmaatschappij af. Zaken waarvoor de school niet verantwoordelijk kan gesteld worden, bij schade of verlies zijn: kleding, brillen, uurwerken en sieraden.
20.
Bij schadegevallen waarvoor leerlingen aansprakelijk kunnen gesteld worden, dient in eerste instantie de familiale polis en in tweede instantie de schoolverzekering te worden aangesproken. 3.3 Betwisting van de door de klassenraad genomen beslissing door de ouders De klassenraad is onder meer bevoegd om te beslissen aangaande: - het blijven in of overgang naar een andere opleidingsvorm, in samenspraak met het CLB - het al of niet overgaan naar een andere fase in opleidingsvorm 2 (van de 1ste naar de 2de fase) De klassenraad is bevoegd tot het geven van adviezen omtrent de verdere vorming (schoolbezoek) of eventuele andere mogelijkheden. Als ouders niet akkoord gaan met een beslissing die door de klassenraad is genomen dan kunnen zij hiertegen reageren. Ten laatste op de derde werkdag na de melding van de beslissing dienen zij de afgevaardigde van de inrichtende macht of de directeur op de hoogte te brengen. Dit gebeurt ofwel telefonisch (tussen 08.30 en 17.00 uur) op het nummer 014 /86 11 47 ofwel schriftelijk bij de directeur. In een persoonlijk onderhoud kunnen zij dan hun bezwaren kenbaar maken. Dit onderhoud kan ertoe leiden dat : - men de ouders aan de hand van het dossier kan overtuigen, dat de genomen beslissing gegrond is: er is geen betwisting meer - men oordeelt dat de door de ouders aangebrachte elementen geen nieuwe bijeenkomst van de klassenraad rechtvaardigen, maar de ouders zijn het daar niet mee eens: de betwisting blijft bestaan - men van oordeel is dat de bezwaren die de ouders aandragen, het overwegen waard zijn. In dit geval roept men zo spoedig mogelijk de klassenraad opnieuw samen om de betwiste beslissing te heroverwegen. Naargelang het resultaat van deze bijeenkomst, die schriftelijk aan de ouders wordt medegedeeld, blijft de betwisting al dan niet bestaan. Als de betwisting blijft bestaan dan kunnen de ouders schriftelijk beroep instellen bij: 21.
BuSO Sint-Mariadal Voorzitter van de interne beroepscommissie Eindhoutseweg 25, 2440 Geel Dit dient te gebeuren uiterlijk vijf werkdagen, nadat bleek dat de betwisting is blijven bestaan. Deze interne beroepscommissie onderzoekt de klacht grondig en deelt het resultaat van haar bevindingen mee aan de inrichtende macht. De I.M. beslist op grond van het door de beroepscommissie uitgevoerd onderzoek of de klassenraad wel of niet opnieuw moet samenkomen. Indien de klassenraad niet opnieuw moet samenkomen, deelt de inrichtende macht deze beslissing bij aangetekend schrijven aan de ouders mede en motiveert ze. Indien de klassenraad wel opnieuw moet samenkomen, gebeurt dit ten laatste op 20 september van het daaropvolgend schooljaar. De inrichtende macht deelt de beslissing van de klassenraad onmiddellijk bij aangetekend schrijven aan de ouders mede en motiveert ze.
22.