Klik op onderstaande links: Inhoudsopgave per onderwerp
wi ling
de
basisschool
Naar de website: www.delinge.nl
SCHOOLGIDS 2013-2014 Terug naar de inhoudsopgave
Inhoudsopgave VOORWOORD 1 DE SCHOOL: WIE ZIJN WIJ? 1.1 Naam, adres, telefoon, fax, e-mail, website 1.2 S choolbeschrijving 1.3 Schoolnaam 1.4 Bestuursvorm en organisatiestructuur 2 WAAR STAAN WIJ VOOR? 2.1 Strategisch beleidsplan De Linge 2.2 Wat betekent dat voor (schoolnaam)? Schoolplan 2012-2016 Terugblik: wat hebben we al gerealiseerd? Evaluatie jaarplan 2011-2012 aarplan 2012-2013: waar gaan we dit jaar aan werken? 3 ONDERWIJS & BEGELEIDING 3.1 HOE ZIET ONS ONDERWIJS ER UIT? 3.1.1 Inschrijving en toelating Aanmelding en toelating nieuwe kinderen Kinderen van andere basisscholen Passend Onderwijs Kinderen met een handicap 3.1.2 De vakken nader bekeken BEGELEIDING VAN ONZE KINDEREN 3.2.1 Sociale veiligheid 3.2.2 De speciale begeleiding van leerlingen met specifieke behoeften 3.2.3 Dyslexievergoeding in de basis verzekering 3.2.4 Leerlingen met leerlinggebonden financiering 3.2.5 Begaafde leerlingen 3.2.6 Spelpraatgroep 3.2.7 Jeugdgezondheidszorg op de basisschool Onderzoek vijf- en zesjarigen Onderzoek tien- en elfjarigen Telefonisch spreekuur 3.2.8 Langdurig zieke leerlingen 3.2.9 Logopedische screening 3.2.10 Dossiervorming14 3.2.11 O vergang naar de volgende groep
Terug naar de inhoudsopgave
(Klik op de hoofdstukken) 3.2.1 2 Naar het voortgezet onderwijs Algemeen Ontwikkelingsperspectief Leerwegondersteunend Onderwijs (LWOO) en Praktijkonderwijs (PrO) 3.3 DE MEETBARE RESULTATEN VAN ONS ONDERWIJS 3.3.1 Methodegebonden toetsen 3.3.2 CITO LOVS en Schoolzelfevaluatie 3.3.3 Rapporten 3.3.4 Onze resultaten op de CITO Eindtoets basisonderwijs 3.3.5 Uitstroomgegevens 4 HET TEAM 4.1 De samenstelling van het team 4.2 Vergaderingen 4.3 Ontwikkeling van leerkrachten 4.4 Vervanging 4.5 Arbocoördinator 1 4.6 Bedrijfshulpverlening (BHV) 4.7 Stagiaires 5 OUDERS 5.1 Het belang van de betrokkenheid van ouders bij onze school 5.2 Informatievoorziening aan ouders Gescheiden ouders 5.3 Inspraak van ouders via (gemeenschappelijke) Medezeggenschapsraad 5.4 Werkgroepen 5.5 Kinderdagopvang en peuterspeelzaal 5.6 Tussenschoolse Opvang (TSO) 5.7 Buitenschoolse Opvang (BSO) 5.8 Ouderhulp 5.9 Leerplicht Gronden voor vrijstelling Verlof buiten de schoolvakanties 5.10 Schorsing en verwijdering 5.11 Wat te doen bij problemen? Algemeen De contactpersoon De klachtenprocedure Vertrouwenspersoon en -inspecteur Meldcode huiselijk geweld en
kindermishandeling Meldplicht seksueel geweld 6 DIVERSE PRAKTISCHE ZAKEN 6.1 Schooltijden en vakanties Verantwoording onderwijstijd 6.2 Groepsindeling en klassenbezetting 6.3 Groeps- of klassenvertegenwoordigers 6.4 Schoolreisje en kamp 6.5 Buitenschoolse activiteiten 6.6 Afspraken over spelen, binnenkomen, eten en drinken 7 Verjaardagen 6.8 Trakteren en allergieën 6.9 Gymkleding 6 .10 Week- en maandviering 6.11 Bibliotheek 6.12 Abonnementen en boeken via school 6.13 Schoolfotograaf 6.14 Schoolverzekering 6.15 Hoofdluis 6.16 Gevonden en verloren voorwerpen 6.17 Sponsoring 6.18 Foto- en video opnamen 6.19 Ziek melden en noodadressen 7 NAMEN & ADRESSEN 7.1 Personeel (schoolnaam) 7.2 Stichting Voorschools en Primair Onderwijs De Linge 7.3 Medezeggenschapsraad (schoolnaam) 7.4 Ouderraad (schoolnaam) 7.5 Jeugdgezondheidszorg 7.6 Inspectie van het onderwijs 7.7 Leerplichtambtenaar 7.8 Externe vertrouwenspersoon 7.9 Schoolverzekering 7.10 Peuterspeelzaal 7.11 Verkeersouder en werkgroep Verkeer 7.12 Contactouder en werkgroep Catechese 7.13 Overblijfgroep (schoolnaam) 7.14 Voor-, tussen- en buitenschoolse opvang 7.15 Contactouder werkgroep hoofdluis 7.16 Overige namen en adressen
VOORWOORD
1 DE SCHOOL: WIE ZIJN WIJ?
Deze schoolgids is een praktische handleiding waarin onze visie, de basiselementen van ons aanbod en de afspraken die tussen school en ouders gelden, worden beschreven. Op veel van uw vragen zal hier een antwoord worden gegeven, maar vanzelfsprekend kunt u ook altijd terecht bij de leerkrachten en de directeur, of in deze gids genoemde contactpersonen. In onze schoolgids spreken we steeds over ouders. Met ouders bedoelen we alle volwassenen die de zorg voor leerlingen hebben.
1.1 Naam, adres, telefoon, fax, e-mail, website Naam school: Katholieke Basisschool De Wieling Adres: Kolkweg 5 6685 BC Haalderen Postadres: Postbus 110 6680 AC Bemmel Telefoon: 0481 – 462172 E-mail:
[email protected] Website: www.basisschooldewieling.nl
1.2 Schoolbeschrijving
Kenmerken van de school De Wieling is een katholieke basisschool in het dorp Haalderen, gemeente Lingewaard. Op onze basisschool zijn alle leerlingen, ongeacht hun godsdienst of levensbeschouwing, welkom. Van niet katholieke leerlingen verwachten wij wel dat ze de grondslag van de school respecteren. Het open karakter van onze school wordt mede ingegeven doordat De Wieling de enige school voor
Terug naar de inhoudsopgave
primair onderwijs in Haalderen is. We vinden het belangrijk op onze school ook aandacht te geven aan andere levensbeschouwelijke waarden in onze samenleving. De Wieling neemt een centrale plaats in binnen de dorpsgemeenschap. Er bestaat een grote betrokkenheid van de ouders uit het dorp bij de school. Op allerlei manieren wordt er door de ouders meegewerkt, meegedacht en meegeleefd. De school heeft de beschikking over negen groepslokalen en valt sinds 1998 onder het bevoegd gezag van de Stichting voor Primair Onderwijs De Linge. Het schoolklimaat Uit een onder de ouders gehouden onderzoek bleek dat velen de sfeer waarin een kind opgroeit belangrijk vinden. De Wieling schept een vriendelijk, veilig en ordelijk klimaat. Elk kind kan zich hier optimaal ontwikkelen.
- Onze school is afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerling. Elk kind moet zich naar eigen aanleg, tempo en belangstelling kunnen ontwikkelen. Ieder kind heeft een eigen persoonlijkheid, een eigen identiteit. Binnen de mogelijkheden die er zijn, houden we hier zoveel mogelijk rekening mee door allerlei vormen van differentiatie toe te passen, door de uitgebreide leerlingenzorg en door de individuele waardering van de leerlingen door de leerkrachten. - Het leren beschouwen we als een vanzelfsprekende en plezierige activiteit, met als doel het steeds zelfstandiger worden van de leerlingen. Samen leren, samenwerken en zorg dragen voor elkaar, staan hoog in ons vaandel. - Wij scheppen zo veel mogelijk leersituaties die bijdragen aan een continu ontwikkelingsproces bij kinderen. Alle aspecten van de ontwikkeling, zoals de verstandelijke, sociaal- emotionele, zintuiglijke, motorische en creatieve krijgen aandacht. Ze dragen bij aan de ontwikkeling tot zelfstandige en positief kritisch denkende mensen. Schoolorganisatie Onze school werkt volgens het principe van het leerstofjaarklassensysteem. Dit betekent dat alle kinderen van hetzelfde leerjaar in een groep bij elkaar zitten. Soms kiezen we voor het maken van combinatiegroepen, waarin kinderen geplaatst worden in een groep die uit meerdere jaargroepen bestaat. Binnen de jaargroepen volgen de kinderen hetzelfde jaarprogramma. Natuurlijk zijn er individuele verschillen. Daarom vindt differentiatie plaats naar aanleg en tempo van het kind, maar ook naar de aard van de activiteit. We streven ernaar, dat alle kinderen de minimumdoelen bereiken. Een kind dat meer aankan, krijgt verrijkingsstof. Steeds vaker vinden groepsdoorbrekende activiteiten plaats.
Terug naar de inhoudsopgave
Kinderen die zich sneller ontwikkelen krijgen ook andere taken aangeboden. Dit geldt uiteraard ook voor die kinderen die zich langzamer ontwikkelen. Op deze wijze krijgen de meeste leerlingen de beste mogelijkheden om de totale leerstof van de basisschool te doorlopen. De kinderen hebben steun aan elkaar, waarbij de leerkracht inspeelt op de specifieke moeilijkheden van het leerjaar. Een uitzondering op het leerstofjaarklassensysteem vormen de groepen 1 en 2. Deze kinderen zitten in een groep van 4 tot en met 6-jarigen, omdat bij de jongere kinderen de totale ontwikkeling dan beter tot zijn recht komt.
Wij vinden het belangrijk om een aantal activiteiten gezamenlijk te doen, zoals vieringen, projectwerk en de sportdag.
1.3 Schoolnaam
‘Wieling’ betekent: ‘kolk’ of ‘werveling’. Die naam staat enerzijds voor onze verbinding met de omgeving en anderzijds voor ons streven om voortdurend in ontwikkeling te zijn.
1.4 Bestuursvorm en organisatiestructuur Onze school is één van de negen basisscholen die horen bij Stichting Voorschools en Primair Onderwijs De Linge. De volgende scholen in de gemeente Lingewaard maken deel uit van De Linge: De Borgwal te Bemmel, Mikado te Bemmel, Donatushof te Bemmel, Doornick te Doornenburg, Het Drieluik te Huissen, Marang te Angeren, Pius X te Bemmel, De Vonkenmorgen te Gendt en De Wieling te Haalderen. De directeurbestuurder vormt tevens het bevoegd gezag van het peuterspeelzaalwerk in de gemeente, die de volgende peuterspeelzalen beheert voor kinderen vanaf 2 jaar tot 4 jaar: ‘t Blagehöfke te Huissen, Dikkie Dik te Huissen, Gijsje te Doornenburg, Hummelhonk te Bemmel, Het Olifantenbos te Bemmel, Peuterhofje te Haalderen, Pinkeltje te Angeren, De Vlindertuin te Huissen, De Zandkabouter te Huissen. Door inhoudelijke samenwerking tussen voorschoolse voorzieningen en basisonderwijs versterken we de doorgaande ontwikkelingslijn van kinderen van 2 tot en met 12 jaar. Vanaf 2013 is het Integraal Kind Centrum De Vonkenmorgen in Gendt onderdeel van De Linge als een voorziening voor kinderopvang, peuterspeelzaalwerk en basisonderwijs voor kinderen van 0-13 jaar van 7 uur tot 18 uur met één pedagogisch klimaat met één leidinggevende en onder één dak. In de toekomst zullen ook andere Lingelocaties zich door ontwikkelen naar Integrale Kind Centra, omdat dit kinderen de beste kansen biedt op een doorgaande lijn in opvang, onderwijs, ontwikkeling, opvoeding en ontspanning.
CR = Cliëntenraad PV= Personeelsvergadering
Terug naar de inhoudsopgave
GMR = Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad MR= medezeggenschapsraad
Inspraak van ouders via de medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad (MR) in het onderwijs is wat de naam zelf al zegt: een orgaan voor medezeggenschap. Voor inspraak dus. Inspraak betekent: meespreken en meebeslissen over de inhoud en de uitvoering van het onderwijs op de school en wat de schoolleiding doet of laat. Door de Wet ‘medezeggenschap op scholen’ (WMS) heeft de MR veel inspraakmogelijkheden gekregen. In de MR zijn zowel de ouders als het onderwijzend personeel vertegenwoordigd. De MR overlegt met de directeur over belangrijke schoolzaken, zoals verbeteringen in het onderwijs, de keuze van een lesmethode, het schoolplan en de schoolgids. In de WMS is geregeld of de MR instemming moet geven of alleen advies. De MR draagt bij aan openheid, onderling overleg en gelijke behandeling. De vergaderingen van de MR zijn openbaar. De directeur woont een deel van de vergaderingen bij, maar is geen lid van de MR. De MR van De Wieling bestaat uit drie ouders (Sabine Tates, en Kees Stunnenberg) en twee leden van het onderwijzend personeel ( Fannie Teunissen en Marga Huisman). Naast de MR is er ook een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). De GMR overlegt met de directeur van Stichting De Linge. De GMR heeft inspraak in zaken die beter op bovenschools niveau (= voor alle scholen binnen Stichting De Linge) geregeld kunnen worden, zoals personeelsbeleid en vakantieplanning. Elke school binnen De Linge heeft verplicht twee vertegenwoordigers bij de GMR, vanuit onze school zijn dat Linda Stevens en (vacature)In hoofdstuk 7 kunt u het email adres van de MR vinden.
2 WAAR STAAN WIJ VOOR? 2.1 Strategisch beleidsplan De Linge
Leren kun je altijd, overal en met iedereen. Immers, ieder moment geeft de mogelijkheid een stap vooruit te zetten, iedere situatie biedt de kans een volgende fase van ontwikkeling in te gaan. Dit
Terug naar de inhoudsopgave
vraagt een proactieve houding, een voortdurende gerichtheid te willen blijven ontwikkelen en leren. Om dat te realiseren, bieden we maximaal support, hebben we hoge verwachtingen en stellen we hoge doelen aan kinderen en onszelf. Want dat daagt uit om het beste eruit te halen. Peuterspeelzalen en basisscholen van De Linge willen excelleren in de breedste zin. We zien educatie als de sleutel voor kinderen tot groei, welzijn en gezondheid. Ook het bundelen van de krachten is een uitgangspunt dat we in de volle breedte oppakken. Helemaal nu de actuele context van teruglopende leerlingenaantallen als gevolg van krimp om passende antwoorden vraagt. Of het nu gaat om samenwerkend leren van kinderen, inzet en professionalisering van medewerkers of om fusie met partners: daar waar verdergaande samenwerking mogelijk is, doen we dat. De kansen zien en pakken! Het vergroten van de mogelijkheden, zowel binnen onze peuterspeelzalen en basisscholen, en ook met de partners in de wereld om ons heen, binnen ons motto: ‘Samen leren met onderlinge verschillen’ Ieder kind het passende integrale en brede educatieve aanbod geven dat zijn of haar talenten maximeert. Daarvoor zet iedereen binnen De Linge zich met hart en energie in. De strategische beleidsvoornemens van De Linge voor de periode 2012 –2016 zijn kaderstellend geformuleerd. Een open formulering op hoofdlijnen biedt de schoolteams ruimte het aanbod passend bij hun school vorm te geven. Bij het ontwerpen van het plan zijn medewerkers, leerlingen, ouders en externe partners maximaal betrokken. Op www.delinge.nl vindt u een volledige beschrijving van het strategisch beleidsplan Passie voor Leren!
2.2 Wat betekent dat voor De Wieling?
Schoolplan 2012-2016 In ons schoolplan voor de beleidsperiode 2012-2016 hebben we het meerschools beleid naar specifiek beleid voor De Wieling vertaald. Hierin werken we de
door de school te bereiken resultaten uit. In het voorjaar van 2011 is onder ouders en leerlingen een tevredenheidsonderzoek afgenomen. Bij de samenstelling van het schoolplan is rekening gehouden met aanbevelingen. Terugblik: wat hebben we al gerealiseerd? Evaluatie jaarplan 2012-2013 Het toetsen op inhoud en opbrengst van ontwikkelactiviteiten, begint bij onszelf. Evalueren van eigen handelen is belangrijk, op grond daarvan kan het veranderingsproces starten. Hieronder volgt een rapportage over de geboekte resultaten bij de verschillende projecten vorig schooljaar: In het schooljaar 2012 -2013 hebben we de eerste stappen gezet op weg naar de realisering van ons schoolplan. Om het doel : “meer integratie van de vakken” dichterbij te brengen hebben we dit jaar bij wijze van proef twee schoolbrede projecten opgezet. “Bouw je eigen droomhuis” en “Afrika” waren de thema’s. De projecten zijn vormgegeven door de leerkrachten. Bij het Afrika –project werden we ondersteund door de Stichting Ontwikkelingssamenwerking Lingewaard. De leerkrachten lieten zich bij het formuleren van de opdrachten leiden door de theorie van de Meervoudige Intelligentie. Alle teamleden woonden in het afgelopen schooljaar een scholing bij rondom dit principe. Ook werden 4 leerkrachten geschoold in het integreren van de kunstvakken in de lespraktijk van alledag middels een cursus “Voorbij de kaders”. Om het doel: ”de leerling wordt in toenemende mate eigenaar van zijn eigen leerproces” te bereiken hebben we de volgende stappen gezet : Alle leerkrachten hebben aandacht besteed aan de wijze waarop ze met kinderen in gesprek gaan. De onderwijskundig begeleider heeft in alle klassen de interactie tussen leerkracht en leerling gefilmd
en we hebben deze fragmenten met het hele team besproken. In de groepen 7 en vooral 8 werd veelvuldig projectmatig gewerkt met de leerlingen als regisseur. Om te werken aan het doel : “verbeteren van de resultaten van het begrijpend lezen en de woordenschat” hebben we hulp gehad van een deskundige van de schoolbegeleidingsdienst. Naast het verzorgen van een tweetal studiebijeenkomsten heeft hij klassenbezoeken afgelegd en alle leerkrachten individueel feed –back gegeven op hun les begrijpend lezen of woordenschat. Voor het eerst gaven we dit jaar Engels in alle klassen. Het is ons en de kinderen goed bevallen. Het was ook het eerste jaar van onze eigen moestuin. Zaaien, wieden , oogsten en koken waren een belevenis voor de kinderen. De nieuw aangeschafte methode voor bewegingsonderwijs werd volop gebruikt, tot grote tevredenheid van alle leerkrachten. Beide groepen 6 deden mee aan het project “Blazersbende”. Een twaalftal instrumentale lessen van professionele muziekdocenten leidde tot een fantastisch concert! Tot slot : natuurlijk behielden we onze inzet op technisch lezen, effectief rekenonderwijs en spelling! Jaarplan 2013-2014: waar gaan we dit jaar aan werken? Ieder schooljaar realiseren we een stukje van onze doelen. In het jaarplan is vastgelegd met welke ontwikkelonderwerpen we in het schooljaar 2013-2014 aan de slag gaan. Verschillende teamleden vormen een projectgroep, die een ontwikkelonderwerp aanpakt.
Terug naar de inhoudsopgave
Jaarplan 2013 -2014 : Meer integratie van de vakken: Het projectmatige werken krijgt een vervolg. Ook komend jaar gaan we twee projecten uitvoeren, ditmaal op aansluitende middagen. Vanuit het landelijk en provinciaal gesubsidieerde project “Cultuur met kwaliteit” krijgen we hulp bij de voortgang van de integratie van de kunstvakken in ons onderwijs. Ook de “Blazersbende” (orkestlessen) kunnen we weer realiseren dit jaar dankzij deze middelen. De leerling wordt in toenemende mate eigenaar van zijn eigen leerproces: Ook in het volgend schooljaar gaan we in alle klassen de interactie tussen leerkracht en leerling filmen en bespreken, ditmaal meer toegespitst op “open” situaties. Verbetering van de kwaliteit van het vragen stellen is hierbij het doel. In alle groepen continueren we de bevordering van de zelfstandigheid van de leerling. De kwaliteit van de weektaak is daar een belangrijk onderdeel van. Verbeteren van de resultaten van het begrijpend lezen en de woordenschat: De focus ligt het komend schooljaar op de groepsoverzichten en groepsplannen voor begrijpend lezen en woordenschat. Met hulp van onze begeleider van de schoolbegeleidingsdienst proberen we tot verdieping te komen. We experimenteren met nieuwe werkvormen om het woordenschatonderwijs beter aan te laten sluiten bij alle leerlingen. Engels in alle groepen: De roostertijd wordt iets uitgebreid en voor de groepen 1 tot en met 4 schaffen we aanvullende materialen aan. Ons project “Children connecting the world” pakken we weer voortvarend op. Individuele vaardigheidsgroei monitoren :
We gaan structureler aandacht besteden aan het volgen van de individuele vaardigheidsgroei van onze leerlingen. In de groepsbesprekingen en de schoolzelfevaluatie krijgt het bespreken van de vaardigheidsgroei een grotere plek. Buitenterrein: En ons buitenterrein blijft “work in progress”.
3 ONDERWIJS & BEGELEIDING
3.1 HOE ZIET ONS ONDERWIJS ER UIT? 3.1.1 Inschrijving en toelating
Aanmelding en toelating nieuwe kinderen Nieuwe leerlingen kunnen zich het gehele schooljaar aanmelden. In februari / maart kunnen nieuwe ouders kennis maken met onze school. In deze periode zijn er rondleidingen en kunnen ouders zien hoe er op school gewerkt wordt. Inschrijfformulieren zijn op school verkrijgbaar. Na de aanmelding volgt een intakegesprek om verdere informatie uit te wisselen. Kinderen die in de periode tot 1 oktober van het nieuwe schooljaar vier jaar worden, mogen direct bij de start van het schooljaar naar school. In overleg met de leerkracht komen zij hele- of halve dagen om te wennen aan het schoolgebeuren. Kinderen die later in het schooljaar vier jaar worden, krijgen een uitnodiging met daarop de datum waarop ze voor het eerst op school verwacht worden. Voorafgaand aan de week waarin ze vier worden, mogen ze enkele ochtenden meedraaien. Na verloop van tijd, als de kinderen gewend zijn, mogen de ouders een ochtend meedraaien in de groep. Vanaf begin juni worden er geen nieuwe kleuters meer geplaatst. Aan het begin van het nieuwe schooljaar vinden in alle groepen ouderavonden plaats. Hier krijgen ouders informatie over het onderwijsprogramma voor de betreffende groep. Kinderen van andere basisscholen Het komt voor dat kinderen van andere scholen de overstap maken naar onze school, bijvoorbeeld na een verhuizing. Als nieuwe school ontvangen
we -met toestemming van ouders- gegevens en resultaten van de vorige school. Ook informatie van eventuele externen, bijvoorbeeld een logopediste, fysiotherapeut of psycholoog, wordt overgedragen. Overleg vindt plaats tussen de intern begeleiders van beide scholen met uitwisseling van gegevens. De directie neemt de beslissing over plaatsing, waarbij afstemming tussen de vraag van het kind en het aanbod van de school als belangrijkste voorwaarde geldt. Passend Onderwijs Scholen hebben vanaf 1 augustus 2014 een zorgplicht: scholen hebben de verantwoordelijkheid om voor alle leerlingen, ongeacht hun beperking, een passend onderwijsaanbod te realiseren. Wanneer een school dit aanbod niet (volledig) zelf kan verzorgen, moet zij dit binnen hun regionale samenwerkingsverband in overleg met andere scholen/besturen realiseren. Onze school maakt deel uit van Samenwerkingsverband (SWV) Passend Onderwijs 25-06 regio Arnhem e.o. Voor deze regio, bestaande uit de gemeenten Lingewaard, Overbetuwe, Arnhem, Renkum, Rheden en Roozendaal, is met alle besturen en scholen voor primair en speciaal onderwijs dit nieuwe samenwerkingsverband opgericht. Hierin zijn scholen voor regulier en speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs in de clusters 3 en 4 vertegenwoordigd. De scholen leggen de afspraken van het samenwerkingsverband eens in de vier jaar vast in een ondersteuningsplan. Hierin vermeldt het samenwerkingsverband onder meer: hoe ze passend onderwijs in hun regio kunnen realiseren; hoe ze het geld voor de extra ondersteuning verdelen en besteden; hoe ze ondersteuning voor leerlingen in het gewone onderwijs toewijzen; hoe de verwijzing naar het speciaal onderwijs gaat verlopen en hoe ze ouders informeren over de manier waarop de ondersteuning voor leerlingen is ingericht.
Terug naar de inhoudsopgave
Kinderen met een handicap De Lingescholen bieden dus passende onderwijsondersteuningsarrangementen aan alle leerlingen. Na een aanmelding door ouders, start een gesprek over de verdere procedure. De ouders geven toestemming om gegevens over hun kind elders op te vragen. De intern begeleider en de directie bespreken en analyseren de gegevens, waarbij alle facetten meewegen. Doel is een school te vinden waar het kind tot zijn recht komt. Mochten er nog onduidelijkheden zijn, dan kan de school besluiten tot verder onderzoek. Na toelating van de leerling volgt een gesprek met de ouders. Hierbij worden de afspraken over de begeleiding schriftelijk vastgelegd. Bij niet-plaatsing volgt een gesprek met de ouders, waarbij de school de onderbouwing op schrift zet en met de ouders naar alternatieven zoekt. De intern begeleider begeleidt de ouders bij het vinden van een passende, andere school.
3.1.2 De vakken nader bekeken Groep 1 en 2. De methode Schatkist. Kinderen in de leeftijd van 4 tot 6 jaar ontwikkelen zich als een ‘totaliteit’. Aan al die ontwikkelingen wordt veel aandacht gegeven. Veel van die activiteiten bestaan uit spel. We scheppen zoveel mogelijk een onderwijsleersituatie die het mogelijk maakt een continu ontwikkelingsproces te bewerkstelligen. De methode Schatkist sluit perfect aan bij de ontwikkelingen die een kleuter doormaakt. Met Schatkist bieden we onze kinderen een aantrekkelijk en beredeneerd aanbod op de gebieden mondelinge taal, woordenschat, beginnende geletterdheid, beginnende gecijferdheid, sociaal-emotionele ontwikkeling, wereldoriëntatie, kunstzinnige oriëntatie en motorische ontwikkeling.
Elk jaar komen in de kleutergroepen bepaalde thema’s aan bod, zoals de seizoenen en de jaarlijkse feestdagen. Daarnaast is er ruimte voor leerkrachten, om zelf thema’s te kiezen. De methode Schatkist biedt 4 verschillende ankerpakketten. In elk ankerpakket zitten vier ankers met de daarbij behorende materialen: Pakket 1: Een nieuw schooljaar, Herfst, Dieren, Boeken Pakket 2: Winter, Vriendjes, Feest in december, Een nieuw jaar Pakket 3: Lente, Familie, Vertel ‘r maar, De wereld rond Pakket 4: Zomer, Eropuit, Buiten spelen, Einde schooljaar Schatkist biedt dus in totaal 16 ankers. Een anker is een dieper uitgewerkt thema, wat een ankerverhaal bevat waarmee een betekenisvolle context wordt gecreëerd. Het voorlezen van het ankerverhaal is de kapstok voor activiteiten rondom taal, gecijferdheid, en omgaan met emoties. Het verkennen van het anker en opdoen van ervaringen staan hierbij centraal. De methode Schatkist stimuleert zoals gezegd de brede ontwikkeling van kleuters. De methode richt zich daarbij op de tussendoelen, beginnende geletterdheid, beginnende gecijferdheid, mondelinge taal, woordenschat, sociaal-emotionele ontwikkeling en wereldoriëntatie. In elk anker worden deze centraal gesteld. Schatkist blijft ook verrassen met speelse activiteiten en aanvullende materialen. Zoals de reuzenboeken en vertelplaten, kleuterspellen, en het Li-la-liedjesboek. De pop Pompom speelt de hoofdrol. En via de letter- en cijfermuur, tijdwijzer en computerspelletjes komen beginnende geletterden gecijferdheid volop aan bod.
Op onze school werken we aan 6 schatkistthema’s per jaar. Deze worden vooraf vastgesteld en in de jaarplanning opgenomen. Er is per thema steeds een gezamenlijke activiteit met alle kleutergroepen. Een thema duurt ongeveer 3 á 4 weken. Tijdens niet-Schatkistweken worden de structuren, routines en werkvormen die Schatkist biedt vastgehouden. Naast Schatkist maken wij gebruik van de map ‘Fonemisch Bewustzijn’, ‘Kijk en Doe’, en de map ‘Beginnende Geletterdheid’. Taal – leesonderwijs. We willen met ons taalonderwijs aansluiten bij de spontane ontwikkeling van geletterdheid van kinderen van groep 1 t/m groep 3. Een rijke taalomgeving zorgt ervoor dat kinderen vooral plezier blijven beleven aan lezen en schrijven. Zo wordt een vloeiende overgang van groep 2 naar groep 3 bewerkstelligd. Op onze school wordt voor het aanvankelijk lezen gebruik gemaakt van de methode Veilig Leren Lezen. Een methode voor kindgericht leesonderwijs, die mogelijkheden biedt voor zelfstandig werken aan de hand van differentiatiematerialen. Er is op school veel zorg en aandacht voor kinderen
Terug naar de inhoudsopgave
met leesproblemen. Dit komt tot uitdrukking in ons dyslexieprotocol. We volgen de kinderen nauwlettend en stellen zonodig handelingsplannen op. In de groepen 4 t/m 8 maken wij voor het voortgezet technisch lezen gebruik van de methode Estafette. Deze methode is gericht op gedifferentieerd leesonderwijs en biedt zowel basisinstructie als verlengde instructie. Met uitdagende leermaterialen (ook voor de hogere jaargroepen), leesboeken, omnibussen en werkboeken volgens de nieuwe AVI-richtlijnen en de nieuwe CITO-toets voor technisch lezen is dit een complete methode voor de bovenbouw. Verder maken wij in de groepen 4 tot en met 8 voor het begrijpend en studerend lezen gebruik van de methode Nieuwsbegrip. Dit is een aanpak waarbij leerlingen een tekst lezen over een actueel onderwerp. De achterliggende gedachte van de methode is dat de actualiteit de leerlingen zal motiveren om de tekst te lezen. Aan de actuele tekst zijn woordenschat- en leesbegripoefeningen gekoppeld. Nieuwsbegrip is uitdagend voor alle niveaus. Ook voor een leerling uit groep 8 die al go beroep doen op verschillende intelligenties. Daarnaast
gaat het lezen van teksten in een rolwisselende vorm, waarbij kinderen met elkaar en van elkaar leren lezen. De werkvormen zijn iedere week anders, maar herhalen zich om de vijf weken om de leerling strategieën aan te leren bij het lezen en begrijpen van teksten. Voor het vrij lezen zijn er leesboeken in de groepen, die voor een deel regelmatig worden gewisseld in de Bibliotheek. Nederlandse taal Na de zogeheten beginnende geletterdheid in de kleutergroepen en het lees- taalonderwijs in groep 3, wordt in groep 4 de taalmethode Taal in Beeld geïntroduceerd. Taal is voor de mens het belangrijkste communicatiemiddel. Door taal kan hij contacten onderhouden met de ander. Taal wordt echter ook gebruikt om de wereld om ons heen te ordenen en dient tevens als expressiemiddel. We kunnen er onze emoties, bedoelingen en ervaringen mee uitdrukken. Taal in Beeld sluit aan bij deze drie functies van taal. Er worden gevarieerde taalgebruiksituaties gecreëerd, waarbij de kinderen hun communicatieve vaardigheden kunnen oefenen. Oefeningen in ordenen en structuur aanbrengen komen veelvuldig voor.
Tenslotte doet deze methode veel aan expressief taalgebruik. Er wordt veel aandacht besteed aan doelgerichte begeleiding van de individuele leerling. Het leerlingenboek bevat basis- en keuzestof. De keuzelessen en uitloopopdrachten kunnen worden gebruikt als verrijkingsstof, om verschillen in tempo op te vangen en om aan te sluiten bij de individuele belangstelling van de kinderen. Voor het spellingonderwijs wordt Spelling in Beeld gebruikt. In Spelling in Beeld wordt ook weer zoveel mogelijk gezocht naar aansluiting bij de schriftelijke taaluiting van het kind. Beide onderdelen: het taalprogramma en het spellingprogramma, sluiten functioneel op elkaar aan. Schrijven Voordat het kind op de basisschool komt, beheerst het al een deel van de moedertaal. Het kan immers al spreken en luisteren. De taalvaardigheden lezen en schrijven beheerst het kind nog niet. Al in de kleutergroep wordt aan de hand van de methode Schrijfdans gewerkt aan de voorbereidende schrijfoefeningen. Deze schrijfbewegingen worden gedurende de schoolcarrière van het kind consequent volgehouden en niet onderbroken. Verder wordt er door de leerlingen van groep 2 gewerkt in de voorloper van Pennenstreken. Sinds vijf jaar is de methode Pennenstreken ingevoerd. In deze methode wordt de fijne motorische ontwikkeling met behulp van systematische oefeningen gesteund. Dit is gericht op de communicatieve functie van het schrift, waarbij aandacht wordt besteed aan leesbaarheid, schrijfsnelheid en toepassing van het schrift in functionele situaties. Rekenen en wiskunde Voor dit vakgebied werken wij met Wereld in Getallen, een realistische reken- en wiskunde methode. Realistisch wil zeggen dat het rekenen wiskundeonderwijs zijn zin ontleent aan de herkenbaarheid en toepasbaarheid in het dagelijks leven. Kinderen krijgen te maken met situaties uit
Terug naar de inhoudsopgave
het leven van alledag en proberen van hieruit zich de begrippen en vaardigheden eigen te maken die ze nodig hebben om praktische problemen op te lossen. Geen trucs en maniertjes, maar inzicht en eigen oplossingsmethoden. Alle kinderen binnen de groep zijn gelijktijdig bezig met rekenen. Belangrijk hierbij is het organisatiemodel. Wanneer de ene groep instructie krijgt (de leerkrachtgebonden les), is de andere groep zelfstandig aan het werk. Wereldoriëntatie Op De Wieling wordt regelmatig met de kinderen gesproken over de wereld waarin wij leven, de onmiddellijke omgeving van het kind, over hoe het vroeger was, nu is en in de toekomst zal zijn. Het liefst trekken wij er met de kinderen op uit (excursies, schoolreisjes) of halen we de wereld in de klas (schrijvers of kunstenaars op school, spreekbeurten, tentoonstellingen). Dit is helaas niet altijd mogelijk. Maar ook met video’s, computerprogramma’s en schooltelevisie is een heldere kijk op de werkelijkheid mogelijk. Naast de ervaringsgerichte aanpak van wereldoriëntatie in de kleutergroepen, wordt voor de wereldoriënterende vakken vanaf groep 3 een methode gebruikt. Deze bewaken een doorgaande leerlijn en zorgen voor een brede algemene ontwikkeling van de kinderen. We vinden het belangrijk om kinderen al jong vertrouwd te maken met het voorbereiden van presentaties, het houden van een spreekbeurt of het maken van een werkstuk. Vele vaardigheden worden hierbij geoefend, zoals het verzamelen en selecteren van informatie, het verwerken van dit materiaal en het netjes verzorgen ervan (in de bovenbouw met ICT). Deze vaardigheden zijn ook in het voortgezet onderwijs erg belangrijk.
Geschiedenis Voor het vakgebied geschiedenis gebruiken wij vanaf groep 4 de methode De Trek. Het uitgangspunt voor De Trek is dat leerlingen geschiedenis leren door deze zelf te beleven, bijvoorbeeld door zich even een echte jager of jonkvrouw te voelen. Vanuit deze beleving krijgen ze een realistisch beeld van de geschiedenis. Die beleving krijgt onder andere vorm door het gebruik van unieke multimediale materialen. Leerlingen gaan op hun eigen niveau met alle materialen actief aan de slag. De Trek is gericht op actief en zelfstandig leren en speelt in op meervoudige intelligentie. Leerlingen leren dus op hun eigen manier en niveau. De Trek biedt leerlingen gereedschap aan in de vorm van onderzoeksvaardigheden. Deze vaardigheden stellen leerlingen in staat om meer zelfstandig te leren en te ontdekken. Aardrijkskunde Wij hebben gekozen voor De Blauwe Planeet, een methode die leerlingen met andere ogen leert te kijken, hun blik op de wereld te verruimen. Verbazing en nieuwsgierigheid zijn daarbij belangrijke ingrediënten. De Blauwe Planeet is opgebouwd rond vier thema’s. Elk thema wordt in elke groep twee keer behandeld. Inhoudelijk verschuift het accent van de eigen omgeving, naar dat van de wereld. Kinderen leren leren, ze zoeken achtergrondinformatie, bekijken kaarten en grafieken. Het zijn vaardigheden die kinderen in het dagelijks leven goed kunnen gebruiken. Ze doen bronnenonderzoek, analyseren en interpreteren, alleen of in groepjes. Binnen de Blauwe Planeet is uitgebreide aandacht voor Topografie. Leerlingen leren kaartvaardigheden en omgaan met thematische en topografische kaarten. Natuuronderwijs Voor de inrichting van ons natuuronderwijs gebruiken we de methode Natuniek. Deze methode combineert lessen natuur met lessen techniek. Natuniek is een echte doe methode. Kinderen gaan actief op onderzoek uit in hun eigen omgeving.
Ze kijken, voelen, doen en staan stil bij vanzelfsprekende dingen zoals een warme douche of de versnelling van je fiets. Natuniek is concentrisch opgebouwd rond vier natuur en vier techniek thema’s. Tijdens de themalessen maken de leerlingen op een aansprekende manier kennis met begrippen en processen uit de natuur of de techniek. Tijdens de projecten brengen ze deze inzichten vervolgens zelf in de praktijk. In elk thema is er aandacht voor milieu en duurzaamheid. Ook is er ruime aandacht voor gezondheid. Kinderen worden uitgenodigd na te denken over gezonde en ongezonde gedragingen en we laten de kinderen nadenken over verbeterpunten. Verkeersonderwijs Doel van ons verkeersonderwijs is: kennis en vaardigheden bijbrengen alsmede sociaal gedrag aanleren, waardoor een veilige verkeersbeleving bij kinderen bereikt wordt. Om dit te bereiken, werken wij in groep 5 t/m 8 met verkeersbladen: - ‘Op voeten en fietsen’ voor groep 5 en 6 - ‘De Jeugdverkeerskrant’ voor groep 7 en 8 De aangeboden verkeerskennis en verkeerssituaties sluiten aan bij het gedrag van het kind als voetganger, speler, passagier en fietser. In de werkboekjes staan opdrachten waarmee leerlingen direct - individueel of in groepjes – aan de slag kunnen. In groep 7 doen de kinderen tenslotte mee aan het Nationaal Verkeersexamen. Om de kennis, vaardigheden en houdingen op niveau te houden, wordt er in de bovenbouw verder geoefend. Engelse taal We geven onderricht in de Engelse taal in alle groepen. In groep 1 en 2 in de vorm van liedjes, versjes, prentenboeken en spelletjes.
Terug naar de inhoudsopgave
In de groepen 3 t/m 8 gebruiken we de methode ‘Take it easy’. De methode maakt gebruik van het digibord en vanaf groep 5 ook van werk- en methodeboekjes. De lessen zijn thematisch van opbouw en er wordt veel gebruik gemaakt van herhaling. Sociaal-emotionele ontwikkeling Dagelijks zijn we binnen onze school bezig met sociaal-emotionele ontwikkeling. Het omgaan met gevoelens van jezelf of van een ander, het oplossen van conflicten, noem maar op. Een goede sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen staat aan de basis van het welbevinden en leren op school. In ons beleidsplan sociale veiligheid staat het bevorderen van sociaal gedrag, moreel besef (waarden en normen) en een gezonde emotionele ontwikkeling centraal. Onderwerpen als zorg en respect, geweld, pesten, keuzes maken, zorgzaamheid, verdriet, faalangst en blijdschap komen aan bod. Actief burgerschap Lingescholen vinden het belangrijk dat de school zelf ook een gemeenschap is, waar kinderen en volwassenen leren samen te werken en samen te leren. Leerlingen worden serieus genomen en delen mede de verantwoordelijkheid voor een plezierige en veilige omgeving. De school is een open gemeenschap. Leren gebeurt niet alleen op school. Daarom onderhouden de Lingescholen contacten met instanties en organisaties die aan het leren kunnen bijdragen. De school staat midden in de maatschappij en haalt de maatschappij naar binnen. Een meerschools beleidsplan beschrijft de basiswijze waarop de Lingescholen in hun onderwijs aandacht besteden aan actief burgerschap en sociale integratie. Onze school heeft de eigen beginsituatie beschreven en in een projectplan de vervolgstappen bepaald. Bewegingsonderwijs Voor de kleutergroepen zijn spel en beweging dagelijks in het programma opgenomen. Zij maken
hiervoor gebruik van de gymzaal of de speelplaats. Behalve de groepen 1 en 2 maken ook de andere groepen gebruik van de gymzaal. In groep 3 tot en met 8 staat tweemaal per week een les van drie kwartier bewegingsonderwijs op het rooster. Bij deze gaan we ervan uit dat bewegen van fundamentele betekenis is voor de totale ontwikkeling van het kind en van wezenlijk belang voor een goede gezondheid. In de lessen worden veel uitnodigende bewegingsmogelijkheden gecreëerd door veel materialen en toestellen te gebruiken.
Dans Het gaat hier om verschillende aspecten van dans, te weten: dansexpressie, kinderdans en dansbeschouwing. Er wordt eenvoudig gestart en de opbouw vindt plaats aan de hand van uitleg, illustraties, muziek en videofragmenten.
Ook laten we de kinderen vaak op diverse veldjes bewegen, zodat er veel activiteit plaatsvindt. Kunstzinnige en muzikale vorming Op onze school krijgt het vakgebied kunstzinnige en muzikale vorming veel aandacht. In alle leerjaren gebruiken we lesideeën uit de methode Moet je doen, waarin vijf onderdelen worden onderscheiden, te weten: handvaardigheid, tekenen, drama, dans en muziek.
In de lessen wordt muziek gemaakt, naar muziek geluisterd, over muziek gesproken, op muziek bewogen en muziek vastgelegd.
Handvaardigheid In de lessen handvaardigheid worden diverse materialen en technieken behandeld, vaak aan de hand van impressie- en voorbeeldplaten. Alle beeldaspecten (compositie, licht, lijn, kleur, ruimte, vlakvulling en vorm) komen hierbij aan bod. De kinderen leren naast het vervaardigen van driedimensionale werkstukken er ook op te reflecteren. Tekenen De opbouw van deze leerlijn is analoog aan die van handvaardigheid, maar dan in het platte vlak. Drama Er komen drie basisspelvormen vanuit taal, beweging en dramatisch spel in verschillende soorten spelen aan bod. De kinderen leren de expressieve mogelijkheden van stem, taal, houding, beweging en mimiek kennen en toepassen. De kinderen werken samen en leren op elkaar in te spelen. Ze leren bewuster omgaan met hun eigen gedrag en dat van anderen.
Terug naar de inhoudsopgave
Muziek De methode werkt volgens het klank-vormbetekenismodel: een les is altijd toegespitst op een van deze drie aspecten van muziek.
Naast de basislessen uit Moet je doen, mag de leerkracht voor een deel de lessen kunstzinnige en muzikale vorming naar eigen inzicht invullen. We besteden in de bovengenoemde lessen ruime aandacht aan zowel het proces als het product. De producten worden dikwijls gebruikt in de vieringen op onze school, waardoor zij functioneel worden gemaakt en door een groot publiek worden gewaardeerd. Naast de reguliere lessen zijn er op school dikwijls kunstzinnige en muzikale projecten en bezoekt iedere groep jaarlijks een voorstelling en/of film. Dit laatste gebeurt in samenwerking met de Open Academie. Computeronderwijs Ontwikkelingen op het gebied van ICT blijven ook de komende jaren onze aandacht vragen. In de samenleving speelt ICT een steeds grotere rol. Wij kiezen ervoor deze ontwikkeling te volgen. ICT ondersteunt zowel het managementproces als het onderwijsleerproces. De computer biedt vele mogelijkheden tot het scheppen van een krachtige leeromgeving en in het kader van adaptief onderwijs vergroot het de mogelijkheden om aan te sluiten bij het niveau en de belevingswereld van de individuele leerling. Het gebruik maken van ICT bevordert de verbetering van de actualiteit, kwaliteit, effectiviteit en
attractiviteit van het onderwijs. Het gebruik van de computer in de school is geen doel op zich. ICT is een hulpmiddel om onze onderwijsdoelstellingen te bereiken. Wij willen een geïntegreerd gebruik van de computer in het onderwijs. Hierbij denken we aan de volgende mogelijkheden om ICT in te zetten: - ICT als leermiddel in het reguliere onderwijs: ICT kan gebruikt worden als onderwijsinhoudelijke ondersteuning. We denken hierbij met name aan het gebruik van methodegebonden software, maar ook aan niet methodegebonden software en ICT kan ingezet worden bij de ondersteuning van het leerproces (dat gericht is op zelfstandig werken) - ICT als leermiddel in de zorgverbreding: Binnen het adaptief onderwijs kan ICT op diverse manieren ingezet worden, bijvoorbeeld remediërend of specifiek ter ondersteuning van hoogbegaafden. - ICT bij de bedrijfsvoering van de school: De vele mogelijkheden van ICT biedt De Wieling ondersteuning bij de administratie, communicatie en promotie. Ons beleid is erop gericht om voorwaarden te scheppen om goed ICT onderwijs te ontwikkelen en te borgen in ons onderwijs. Daarnaast speelt ICT een grote rol bij het moderniseren van ons onderwijs.
3.2 BEGELEIDING VAN ONZE KINDEREN 3.2.1 Sociale veiligheid
Wij gaan er vanuit dat een kind zich op school prettig en geborgen voelt. Wij streven ernaar dat een kind graag naar school gaat. Een goed leefklimaat op school, waarbij een kind zich veilig en geborgen voelt, is van enorm belang. Zo kan een kind zich ontwikkelen tot een verdraagzaam mens met zelfrespect en respect voor anderen, zelfvertrouwen en de durf om verantwoordelijkheid te nemen voor het eigen doen en laten. Op school gaan leerkrachten en kinderen op een plezierige en respectvolle manier met elkaar om.
Ongewenst gedrag wordt zoveel mogelijk voorkomen door een goed schoolklimaat . Daarnaast wordt dit binnen de groep en school altijd bespreekbaar gemaakt. We streven naar een open schoolgebouw waarin lesgegeven wordt volgens onze visie op het kind, het herkennen en erkennen van verschillen. Dit alles tezamen levert de bouwstenen voor een prettige ongedwongen sfeer, waarin met wederzijds respect en bewondering voor elkaar een pedagogisch klimaat gecreëerd wordt.
klimaat niet bevorderen. De Wieling vindt het sociaalpedagogisch klimaat heel belangrijk. Een prettige sfeer en een veilige, respectvolle omgeving zijn de basisingrediënten. Maar die bereiken we niet vanzelf! We moeten duidelijk aangeven hoe we met elkaar omgaan. Goede afspraken en regels zullen alles in goede banen leiden. De zorg voor de veiligheid van onze kinderen is gewaarborgd in het plan ‘sociale veiligheid’, zodat gewaarborgd is dat alle kinderen zorg dragen voor een zo veilig mogelijke school waar iedereen zich prettig en geborgen voelt.
Dit willen we op de volgende manieren bereiken: - We zijn een kindvriendelijke school. Dat blijkt uit het feit dat alle kinderen hier welkom zijn, ook kinderen met een bijzondere zorg. - Kinderen moeten met plezier naar school gaan. Dit houdt in: een open houding in het contact met ouders en leerlingen. We scheppen een prettige sfeer op school, waarbij positieve aandacht voorop staat. - Ouders worden serieus genomen, hun mening over schoolzaken telt mee. We zijn een laagdrempelige school, waarbij we open staan voor zowel leer- als overige problemen. - Leerlingen moeten zich in- en rondom de school veilig voelen. Letterlijk veilig, dankzij duidelijke afspraken die zowel in- als buiten de school gelden. Ook toezicht op het schoolplein en een veilig gebouw dragen daartoe bij. Persoonlijke veiligheid is er door kinderen het vertrouwen te geven dat ze altijd bij de leerkrachten terecht kunnen. - Kinderen worden binnen al hun mogelijkheden gestimuleerd, gecomplimenteerd en uitgedaagd. Waarbij rekening gehouden wordt met verschillen in leren, interesses en capaciteiten.
3.2.2 De speciale begeleiding van leerlingen met specifieke behoeften
Regels en afspraken In de maatschappij komt de nadruk steeds meer te liggen op het individu, zelfstandigheid en opkomen voor jezelf. Dat is een groot goed, maar tegelijk kunnen een grote vrijheid, lossere omgangsvormen en het vervagen van normen en waarden ons sociale
Terug naar de inhoudsopgave
Bij het begeleiden van leerlingen binnen een school is het hele team betrokken. Mensen hebben echter wel verschillende rollen hierin. We kunnen de begeleiding die geboden wordt, uiteen zetten in een aantal stappen: 1. Onderwijs en begeleiding op maat binnen de - groep 2. Probleemsignalering/extra hulp 3. Begeleiding door interne consultatie 4. Externe begeleiding/aanvullend onderzoek 5. Permanente Commissie Leerlingenzorg/ Commissie van Indicatiestelling 6. Speciale school voor basisonderwijs/Speciaal onderwijs
Stap 1:
Onderwijs en begeleiding op maat binnen de groep
De basis van begeleiding ligt in de dagelijkse onderwijspraktijk. Het is onze opdracht om kinderen in staat te stellen zich individueel te ontwikkelen en te werken aan de binnen de school gestelde doelen: het passend onderwijs. Leerkrachten geven les aan leerlingen met verschillende vaardigheden en mogelijkheden. Het is een uitdaging hier goed mee om te gaan. Binnen de groep creëert de leerkracht mogelijkheden om kinderen in kleinere groepen te laten werken; op verschillend niveau, elk kind in zijn eigen tempo.
Aan het einde van het schooljaar vindt een overdrachtgesprek plaats tussen de leerkracht en de leerkracht van de nieuwe groep. Begeleiding die al ingezet is, loopt direct door in het nieuwe schooljaar.
Stap 2:
Probleemsignalering/extra hulp
Wij werken volgens de planmatige cyclus van handelings- en opbrengstgericht begeleiden: Signaleren: De groepsleerkracht signaleert een probleem bij één of meerdere kinderen op didactisch of sociaalemotioneel gebied. Dit kan zijn via observaties, via de methodes, of op basis van de gegevens van het leerling- en onderwijsvolgsysteem (LOVS). Ook voor signalen van ouders is de groepsleerkracht eerste aanspreekpunt. Probleemverkenning: Als een leerkracht een probleem signaleert bij een leerling of een groepje kinderen, brengt hij / zij dit in tijdens een groeps- of leerlingbespreking met de intern begeleider. Kerntaak van de intern begeleider is de organisatie en coördinatie van de leerlingbegeleiding. De actuele leerlingbegeleidings- en/of onderwijsontwikkelingen worden naar schoolniveau vertaald. De leerkracht legt de tijdens de groeps- of leerlingbespreking afgesproken acties vast in een groeps- of handelingsplan. In dit plan staat concreet beschreven wat de beginsituatie is, welke doelen bereikt moeten worden en op welke manier dit precies vormgegeven en geëvalueerd wordt. De leerkracht gaat hierover in gesprek met de ouders. Diagnosticering: Om een goed beeld te krijgen, is soms meer informatie nodig. De leerkracht of de intern begeleider verkrijgen deze informatie door een observatie in de groep. Ook kan verder onderzoek met behulp van materialen uit de orthotheek van de school worden verricht.
Begeleiden: De wijze van de begeleiding is afhankelijk van de vastgestelde behoefte van de leerling. We streven naar het bieden van begeleiding binnen de groep door de eigen leerkracht. Evaluatie: De leerkracht evalueert ieder handelingsplan/ groepsplan door de vraag te beantwoorden of het gewenste doel bereikt is. Is dat niet het geval, dan geeft de leerkracht aan wat de oorzaak kan zijn. Samen met de intern begeleider bespreekt hij/zij wat nu nodig is.
Stap 3:
Interne consultatie
Wanneer de genomen maatregelen onvoldoende effect hebben, kan de intern begeleider de leerling inbrengen tijdens een bespreking met een andere intern begeleider van De Linge. De leerkracht informeert de ouders over dit gesprek en de uitkomsten hiervan. Samen met de leerkracht stellen de intern begeleiders een nieuw plan op voor in de groep.
Stap 4:
Externe begeleiding/Aanvullend onderzoek
Wanneer tijdens het consultatieve gesprek tussen intern begeleiders blijkt dat aanvullend onderzoek nodig is, worden externe en interne dienstverleners ingeschakeld. De school heeft een directe samenwerking met onderwijsbegeleidingsdienst Marant. Verder hoort onze school samen met 38 basisscholen en één speciale school voor basisonderwijs bij het samenwerkingsverband Overbetuwe (SVOB). Ook hebben we contact met de jeugdarts (ofwel vanuit haar screening, ofwel vanuit onze behoefte), de logopedist (vanuit haar screening/behandeling of vanuit onze behoefte), het KleinCasusOverleg (KCO multidisciplinair team dat adviseert bestaande uit intern begeleider, jeugdarts en maatschappelijk werker), ZorgAdviesTeam (ZAT - multidisciplinair team dat adviseert bestaande uit intern begeleider,
Terug naar de inhoudsopgave
politie, leerplichtambtenaar, maatschappelijk werk, jeugdarts, wijkverpleegkundige en Bureau Jeugdzorg), en Centrum Jeugd en Gezin Lingewaard. Soms adviseert de school ouders een externe specialist in te schakelen, bijvoorbeeld een fysiotherapeut, kinderarts, jeugdhulpverlening of psycholoog. Uiteraard kunnen ouders ook zelf een externe specialist inschakelen. In het belang van uw kind adviseren we vooraf contact op te nemen met de school om tot een gezamenlijke onderzoeksvraag te komen. Na het onderzoek kan dan worden bekeken welke adviezen en werkpunten uit het onderzoek bruikbaar en/of haalbaar zijn voor de school.
Stap 5:
Permanente Commissie Leerlingenzorg/Commissie voor Indicatiestelling
Onze school biedt ieder kind de begeleiding die het nodig heeft. Soms heeft een kind echter baat bij specialistische hulp, een kleinere groep en/of meer individuele aandacht. Wij overwegen dan of er een andere school is, die deze begeleiding beter kan bieden. Het kan gaan om een reguliere school voor basisonderwijs, maar ook om een speciale school voor basisonderwijs of speciaal onderwijs. Vanzelfsprekend worden deze stappen in nauw overleg met de ouders gezet.
Stap 6:
Speciale school voor basisonderwijs/Speciaal onderwijs
Er zijn op dit moment zes mogelijkheden als een kind verwezen wordt naar een andere dan een reguliere school voor basisonderwijs. Ieder type heeft een eigen commissie die bepaalt of de leerling inderdaad gebaat is bij de specifieke vorm van onderwijs.
- - - - - -
Jonge Risico Kind. Voor kinderen t/m 6 jaar. Verbonden aan De Vlinderboom in Bemmel. Speciaal Basisonderwijs. Kleinere groepen, meer individuele hulp mogelijk, meer expertise met name gericht op didactische problemen. Voorbeeld: De Vlinderboom in Bemmel. Speciaal onderwijs REC 1. Cluster 1 school voor blinde en slechtziende kinderen. Voorbeeld: Sensis in Grave. Speciaal onderwijs REC 2. Cluster 2 school voor kinderen met ernstige taal- spraak en/ of gehoorproblemen. Voorbeeld: Dr Bosschool in Arnhem en Martinus van Beek in Nijmegen. Speciaal onderwijs REC 3. Cluster 3 school voor kinderen met een lichamelijke handicap en/of zeer moeilijk lerende kinderen of langdurig zieke kinderen (epilepsie, lage intelligentie, astma, kind in een rolstoel). Voorbeeld:St. Maartenschool te Nijmegen, SG Mariëndael te Arnhem. Speciaal onderwijs REC 4. Cluster 4 school voor kinderen met gedragsproblemen (ADHD, autisme, opstandig gedrag). Voorbeeld: Buitenschool in Arnhem, PI-school in Nijmegen.
De REC scholen bieden tevens de mogelijkheid voor ambulante begeleiding, waarbij een leerkracht van het speciaal onderwijs naar de school komt om een leerling te begeleiden. De leerling heeft dan een ‘rugzak’. Dit betekent dat de school gelden krijgt voor extra begeleiding en lesmateriaal, ofwel: leerlinggebonden financiering. Zie verder in paragraaf 3.2.4. Ook de scholen voor het speciaal onderwijs gaan deelnemen in de regionale samenwerkingsverbanden voor passend onderwijs. Binnen de samenwerkingsverbanden spreken de scholen af welke leerlingen kunnen worden doorverwezen naar het (voortgezet) speciaal onderwijs. Voor leerlingen die worden doorverwezen, geeft het samenwerkingsverband een ‘toelaatbaarheidsverklaring’ af. Daarmee komt de indicatiestelling zoals beschreven in stap 5 te vervallen.
3.2.3 Dyslexievergoeding in de basisverzekering Sinds januari 2009 komen kinderen, geboren na 1 januari 2001, met ernstige dyslexie in aanmerking voor een vergoeding voor de diagnostiek (psychologisch onderzoek en een diagnose) en behandeling.
Voordat dyslexie bij kinderen kan worden vastgesteld, fungeert de school als ‘poortwachter’ door het volgen van het Protocol Leesproblemen en Dyslexie. Na het eerste jaar leesonderwijs stelt de school vast of het kind leesproblemen heeft, of dat er een vermoeden van dyslexie bestaat. Als blijkt dat de leerling alleen leesachterstand heeft, biedt de school in eerste instantie extra leesinstructie aan. Bij onvoldoende resultaten hiervan en een goede onderbouwing van het vermoeden van ernstige dyslexie, heeft het kind recht op diagnostiek. Volgens het Protocol Dyslexie Diagnostiek & Behandeling wordt de ernst van de dyslexie
Terug naar de inhoudsopgave
vastgesteld. Na vaststelling van ernstige dyslexie, heeft het kind recht op vergoede gespecialiseerde behandeling van dyslexie. Dit valt onder het basispakket van de zorgverzekering. Dyslexie in samenhang met ernstige gedragsproblemen is uitgesloten van de zorgverzekering. Lichte gevallen van dyslexie worden door de school zelf begeleid met extra leesinstructie. Alleen instanties die een contract hebben met de ziektekostenverzekeraars mogen de diagnostiek en behandeling doen. We adviseren u om, voordat u uw kind aanmeldt, contact op te nemen met de intern begeleider.
3.2.4 Leerlingen met leerlinggebonden financiering
Leerlinggebonden financiering (lgf), de rugzak, is extra geld dat een school krijgt voor leerlingen met een handicap, ziekte, ernstige gedragsstoornis of psychisch probleem. Stichting De Linge beschikt over een pool van onderwijsassistenten, die meerschools inzetbaar zijn voor de invulling
van leerlinggebonden financiering. Voor een rugzakleerling verzorgt de leerkracht samen met een onderwijsassistent begeleiding op maat. Een ambulant begeleider van het betreffende cluster helpt bij het vormgeven van deze begeleiding. De ambulant begeleider, de intern begeleider, de leerkracht en de onderwijsassistent stellen in overleg met de ouders een begeleidingsplan op voor de leerling. Dit plan wordt steeds geëvalueerd en aangepast. De huidige regeling zal naar alle waarschijnlijkheid per 1 augustus 2013 vervallen. In de plaats van de rugzak wordt het passend onderwijs ingevoerd. Op grond hiervan krijgen de schoolbesturen de verantwoordelijkheid om voor elk kind dat extra ondersteuning nodig heeft, een zo passend mogelijke onderwijsplek te bieden.
3.2.5 Begaafde leerlingen
Ook voor begaafde leerlingen die meer leerstof aankunnen, geldt het in 3.2.2. beschreven stappenplan. We richten ons op een integrale aanpak, waarbij álle kinderen een passend aanbod krijgen. De groepsleerkracht biedt binnen het
Terug naar de inhoudsopgave
groepsplan begaafde leerlingen bijvoorbeeld de essentie van de leerstof aan (compacten) en ook extra verbredings- of verdiepingsstof (verrijken). We vinden het belangrijk dat kinderen zoveel mogelijk deel blijven uitmaken van hun sociale netwerk. Hoogbegaafde leerlingen blijven daarom bij ons op school in de eigen groep en gaan een dagdeel per week naar de Plusgroep. In de Plusgroep krijgen de leerlingen van een gespecialiseerde leerkracht een onderwijsaanbod dat zich onder andere richt op onderzoeks- en leervaardigheden. Door de kinderen te bevragen op hoog niveau, leren ze onder begeleiding zich in te spannen om een opdracht te kunnen volbrengen. Leerlingen leren hoe te leren en om te gaan met tegenslagen als ze iets niet direct beheersen. Vanuit de Plusgroep wordt nadrukkelijk de verbinding gemaakt naar het programma en de aanpak op de andere dagen van de week. Aanmelding voor de Plusgroep gebeurt in overleg tussen leerkracht, intern begeleider en ouders.
3.2.6 Spelpraatgroep
Samen spelen, leren en praten met andere kinderen. Het klinkt zo eenvoudig, maar er komt heel wat bij kijken. Om met andere kinderen samen te spelen, moet een kind bijvoorbeeld durven te vragen of het met anderen mee mag spelen. Het moet durven wachten tot het aan de beurt is, tegen verlies kunnen en durven te zeggen wat niet goed gaat. Sommige kinderen hebben moeite met deze vaardigheden. Zij maken moeilijk contact met andere kinderen, hebben snel ruzie of staan op het schoolplein vaak alleen. Voor deze leerlingen organiseert stichting De Linge twee keer per schooljaar de Spelpraatgroep. De 11 bijeenkomsten van deze groep voor kinderen van verschillende Lingescholen van groep 5 en 6 zijn gericht op het versterken van de sociale vaardigheden. Thema’s die in de Spelpraatgroep aan de orde komen, zijn: luisteren naar elkaar, vragen stellen aan elkaar, complimenten geven en ontvangen, non-verbale houding: hoe kijk ik/
Terug naar de inhoudsopgave
sta ik, herkennen van gevoelens bij jezelf en een ander en zeggen hoe je jezelf voelt, hoe kun je jezelf zo gedragen dat het beter gaat tussen jou en de andere kinderen, wat doe en zeg je als je niet mee mag spelen, wat doe je als je last van iemand hebt, omgaan met kritiek en fouten toegeven, leren samenwerken/spelen. De kinderen leren al deze dingen door erover te praten en er mee toe oefenen in rollenspellen en/of tijdens samenspelen. De huiswerkopdracht (klus) wordt meegegeven om het geleerde op school en thuis in praktijk te brengen. Aanmelding voor de Spelpraatgroep verloopt via de ouders, na overleg met de leerkracht en intern begeleider.
3.2.7 Jeugdgezondheidszorg op de basisschool Onderzoek vijf- en zesjarigen De doktersassistente onderzoekt in het kalenderjaar dat kinderen zes jaar worden gehoor, gezichtsvermogen en motoriek. Verder meet en weegt zij de kinderen. Ouders hoeven bij deze screening niet aanwezig te zijn. Zij ontvangen een oproep, samen met een vragenlijst en toestemmingsformulier. Ouders worden schriftelijk geïnformeerd over de resultaten van het onderzoek. Mocht daar aanleiding toe zijn, dan worden zij voor een gesprek uitgenodigd bij de jeugdarts of jeugdverpleegkundige.
Onderzoek tien- en elfjarigen De doktersassistente onderzoekt in het kalenderjaar dat kinderen elf jaar worden de groei. Op verzoek kan aanvullend onderzoek plaatsvinden, bijvoorbeeld naar gezichtsvermogen. Ouders hoeven bij deze screening niet aanwezig te zijn. Zij ontvangen de oproep thuis, samen met een vragenlijst en toestemmingsformulier. Ouders worden schriftelijk geïnformeerd over de resultaten van het onderzoek. Mocht daar aanleiding toe zijn, dan worden zij voor een gesprek uitgenodigd bij de jeugdarts of jeugdverpleegkundige.
Telefonisch spreekuur Indien u wenst, kunt u uw kind ook zelf aanmelden bij onze jeugdarts of jeugdverpleegkundige. Via de leerkracht of rechtstreeks via 088-3556000 of ggd@ vggm.nl .
3.2.8 Langdurig zieke leerlingen
We verzoeken u, wanneer uw kind ziek is, dit direct bij de school te melden. Wanneer een kind langere tijd niet naar school kan komen, bekijken we samen met de ouders hoe het onderwijs, rekening houdend met de ziekte, kan worden voortgezet. Hierbij maken we gebruik van de deskundigheid van een consulent onderwijsondersteuning zieke leerlingen. Voor leerlingen opgenomen in een academisch ziekenhuis, zijn dat de consulenten van de educatieve voorziening. Voor alle andere leerlingen betreft het de consulenten van onderwijsbegeleidingsdienst Marant. Het is een wettelijke plicht om voor elke leerling, ook als hij/zij ziek is, te zorgen voor goed onderwijs. Het voortzetten van het onderwijs,
Terug naar de inhoudsopgave
aangepast aan de problematiek, is belangrijk. Hierdoor blijft de zieke leerling bezig met de toekomst en worden leerachterstanden zoveel mogelijk voorkomen. Minstens zo belangrijk is dat de leerling tijdens ziekte contact blijft houden met de klasgenoten en de leerkracht. Een kind moet weten en ervaren dat hij/zij ook dan meetelt en erbij hoort.
3.2.9 Logopedische screening
De logopediste komt minstens twee maal per schooljaar een aantal dagen op school. De logopedie heeft een preventief karakter. De taak van de logopedist is het diagnosticeren van taalspraak- en/of stemstoornissen en afwijkende mondgewoonten. De ontwikkeling van de spraak en het taalgebruik van een kind is een belangrijk onderdeel van de algemene ontwikkeling. Daarom worden elk schooljaar alle kinderen uit groep 2 gescreend door de schoollogopediste.
Hierbij wordt verschil gemaakt in een uitgebreide screening en een korte screening. Kinderen die dit niet nodig hebben, komen niet in aanmerking voor de uitgebreide screening, maar krijgen wel een korte screening als extra check. Aan de hand van adviezen van de logopediste laat de leerkracht van de groep de kinderen in aanmerking komen voor de uitgebreide, dan wel de korte screening. Als er aanleiding toe is, voert de logopediste ook onderzoeken uit bij kinderen van andere leeftijden, op verzoek van ouder(s) en leerkracht. Naar aanleiding van het onderzoek of de screening worden sommige kinderen doorverwezen voor logopedie naar een logopedist in de vrije vestiging. Soms hoeft een bepaalde stoornis niet direct behandeld te worden. Dan blijft het kind onder controle en wordt elk schooljaar opnieuw gezien door de schoollogopediste. Alle ouder(s) worden schriftelijk geïnformeerd over het resultaat van de screening, het onderzoek en/of de controle.
3.2.10 Dossiervorming
Van ieder kind op onze school wordt een digitaal leerlingdossier bijgehouden in een webbased programma via inlog op een beveiligde internetomgeving. Daarin worden gegevens opgenomen over het gezin, gesprekken met ouders, speciale onderzoeken, handelingsplannen, toets- en rapportgegevens van de verschillende jaren. Het leerling-dossier ligt altijd ter inzage voor ouders. U kunt hiervoor een afspraak maken met de intern begeleider.
3.2.11 Overgang naar de volgende groep
Aan het einde van het schooljaar stromen de leerlingen door naar de volgende groep. De school bepaalt wanneer dit niet het geval is. Uiteraard kunnen ouders hun wensen kenbaar maken, maar de school neemt uiteindelijk de beslissing. Als ouders het niet eens zijn met de plaatsingsbeslissing, kan volgens de klachtenprocedure van de school (zie hoofdstuk 5.12) bezwaar worden gemaakt.
3.2.12 Naar het voortgezet onderwijs Algemeen
Op de Lingescholen doen alle leerlingen in groep 8 mee aan de afname van de CITO Eindtoets Basisonderwijs. Uitzonderingen op deze regel vormen: - (Allochtone) leerlingen die aan het begin van groep 8 vier jaar of korter in Nederland zijn en die het Nederlands onvoldoende beheersen om de opgaven goed te kunnen lezen. - Leerlingen die naar verwachting naar het voortgezet speciaal onderwijs (VSO) of naar het Praktijkonderwijs (PrO) gaan. Binnen De Linge doen leerlingen die vrijwel zeker in aanmerking komen voor het Leerwegondersteunend Onderwijs (LWOO) via de Eindtoets Niveau mee aan de Eindtoets. De Eindtoets Niveau bevat dezelfde onderdelen en hetzelfde aantal opgaven als de Eindtoets Basis, waarbij de opgaven zijn aangepast aan het niveau van leerlingen met een leerachterstand.
Terug naar de inhoudsopgave
De functie van de Eindtoets is het geven van onafhankelijke informatie voor de keuze van een brugklastype. De resultaten van de toets zijn, naast de andere schoolgegevens, een ondersteuning voor de leerling, de ouders en de leerkracht bij het kiezen van een brugklastype. Dit type toets levert indirect een afgewogen meting van factoren die van belang zijn voor toekomstig schoolsucces, zoals intelligentie, leertempo, nauwkeurigheid, concentratie en doorzettingsvermogen. De Eindtoets bevat opgaven op het gebied van taal, rekenen/ wiskunde, studievaardigheden en wereldoriëntatie. Naar het voortgezet onderwijs Een verantwoorde schoolkeuze is in alle opzichten belangrijk. De ouders dienen – in goed overleg met de school – samen met hun kind te beslissen naar welke school voor voortgezet onderwijs hun kind gaat. Na de Cito-toets en het bezoeken van open dagen van enkele scholen voor voortgezet onderwijs in onze regio, volgt er begin maart het adviesgesprek, waarin het onderwijskundig rapport tezamen met het schooladvies met de ouders besproken wordt. Vervolgens kunnen de ouders hun kind bij de school van hun keuze aanmelden. Alle leerlingen die naar het voortgezet onderwijs gaan, worden door de leerkracht van groep 8 met de brugklascoördinator van het voortgezet onderwijs doorgesproken. Tevens wordt door de basisschool een onderwijskundig rapport overhandigd, wat als uitgangspunt dient bij de start in het voortgezet onderwijs. De rapportcijfers van onze oud-leerlingen krijgen wij toegestuurd, zodat wij op de hoogte blijven van hun verdere ontwikkelingen. Nadat de leerling door ouders is aangemeld bij het Voortgezet Onderwijs, vindt er een leerlingbespreking -de zogenaamde warme overdracht- plaats tussen de betrokken school en de leerkracht van groep 8. Van iedere leerling wordt het onderwijskundig rapport digitaal overgedragen met behulp van het Digitaal Overdracht Dossier (DOD). Gedurende de eerste drie jaren na plaatsing koppelt de school voor Voortgezet Onderwijs de
Terug naar de inhoudsopgave
leerlingresultaten terug naar de basisschool. Ontwikkelingsperspectief De inspectie stelt een ontwikkelingsperspectief (OPP) verplicht voor kinderen die niet de einddoelen van groep 8 halen. Bij een ontwikkelingsperspectief gaat het erom dat voor kinderen, voor een langere periode, hun ontwikkelingsmogelijkheden ingeschat worden. Door het instroomniveau en uitstroomniveau met elkaar te verbinden ontstaat de ontwikkelingslijn. Op een bepaald moment in de schoolloopbaan kan voorspeld worden naar welk vervolgonderwijs een kind zal uitstromen: VWO, HAVO, VMBO, al dan niet met LWOO of Praktijkonderwijs. Ook wordt gaandeweg duidelijk welke leerdoelen bij een kind haalbaar zijn. Voor een aantal kinderen betreft dat de einddoelen van ongeveer eind groep 6. Deze haalbare doelen moeten voor rekenen, spelling, technisch- en begrijpend lezen geformuleerd worden. Het mikken op de hoogste doelen, binnen de bandbreedte van hun eigen perspectief, is het motto binnen het werken met ontwikkelingsperspectief. Door voor en met kinderen uitdagende/hoge doelen te stellen, kunnen kinderen uitgedaagd blijven worden en kan eruit gehaald worden wat erin zit. Leerwegondersteunend Onderwijs (LWOO) en Praktijkonderwijs (PrO) Halverwege groep 7 brengt de leerkracht in beeld welke leerlingen mogelijk in aanmerking komen voor Leerwegondersteunend Onderwijs of Praktijkonderwijs. De leerkracht informeert de ouders en schetst de verdere procedure en tijdpad. Eind januari weten school en ouders welk schooltype passend is.
3.3 DE MEETBARE RESULTATEN VAN ONS ONDERWIJS
Het is van groot belang om na te gaan wat de resultaten zijn van ons onderwijs: doen wij de goede dingen en… doen wij de juiste dingen ook goed? De resultaten van ons onderwijs willen we afmeten aan de mate waarin wij erin slagen álle leerlingen
te begeleiden. Door middel van ons volgsysteem en onze structuur van onderwijs en begeleiding, kunnen zoveel mogelijk leerlingen op de eigen school onderwijs volgen. De vaststelling van de resultaten moet zo objectief mogelijk gebeuren. De onderstaande punten geven een objectieve indicatie van de kwaliteit van het onderwijs op school.
3.3.1 Methodegebonden toetsen
Methoden zijn een middel om een onderwijsdoel te bereiken. Bovendien bieden ze leerkrachten houvast om kwalitatief goed onderwijs te bieden. Steeds meer methoden bevatten materialen, didactische aanwijzingen en suggesties voor extra instructie om onderwijs op maat te kunnen verzorgen. De methoden hebben een eigen registratiesysteem, waarin de leerkracht het gegeven onderwijsaanbod noteert. Ook registreert de leerkracht de resultaten van de tussentijdse toetsen. Op basis daarvan kan het onderwijsaanbod tussentijds worden bijgesteld. Op deze manier volgt en bewaakt de leerkracht de ontwikkeling van individuele leerlingen en de groep per leergebied.
3.3.2 CITO LOVS en Schoolzelfevaluatie
Naast methodegebonden toetsen gebruiken we methode-onafhankelijke toetsen om de ontwikkeling van individuele leerlingen en de groep te volgen. Het Leerling- en onderwijsvolgsysteem (LOVS) van CITO voorziet in een optimale onderlinge afstemming van al onze toetsen voor het basisonderwijs: de toetsen van het Leerlingvolgsysteem, de Entreetoets en de Eindtoets Basisonderwijs. Met de toetsen kunnen de vorderingen van individuele leerlingen en groepen leerlingen gevolgd en geanalyseerd worden. Met behulp van Schoolzelfevaluatie gebruiken we de gegevens ook om het onderwijs op schoolniveau te analyseren en te verder te ontwikkelen.
3.3.3 Rapporten
Na ongeveer 10 weken onderwijs nodigen we alle ouders uit voor een gesprek met de groepsleerkracht. Vooral de sociaal-emotionele ontwikkeling van het
kind staat tijdens dit gesprek centraal. Daarnaast krijgen de kinderen van groep 3 t/m 8 in november hun eerste rapport en ontvangen de ouders een uitnodiging om over de ontwikkeling van hun kind te komen praten. Het tweede rapport wordt in februari meegegeven, waarna er voor de tweede keer 10-minutengesprekken worden gehouden. Aan het einde van het schooljaar krijgen de kinderen hun derde rapport. Voor de kleuters wordt nog geen rapport opgesteld. Van de kinderen van groep 1 en 2 wordt de ontwikkeling vastgelegd in de KIJKregistratielijsten. Dit registreren gebeurt digitaal, twee keer per jaar. Zo kunnen we de ontwikkeling van het kind volgen en kijken hoe deze ontwikkeling zich verhoudt tot de groep en tot de eigen leeftijd. Naar aanleiding van de observaties kunnen we bepalen hoe we het kind en de groep verder kunnen begeleiden. We zetten bewust activiteiten in om de kinderen te stimuleren in hun ontwikkeling. Het registratieformulier vormt tevens het uitgangspunt tijdens de oudergesprekken. De oudergesprekken vinden ook na ongeveer 10 weken onderwijs plaats. Daarnaast is er in april/mei een tweede oudergesprek. Voor de overige manieren van informatievoorziening verwijzen we u naar hoofdstuk 5.2.
3.3.4 Onze resultaten op de CITO Eindtoets basisonderwijs
In februari maken alle leerlingen van groep 8 de Eindtoets Basisonderwijs van CITO, die landelijk genormeerd is. Daarmee ontstaat een beeld van de individuele prestaties van de leerlingen en van de school als geheel. Scholen kunnen zich onderling vergelijken met het gemiddelde van alle deelnemende scholen, maar ook met het gemiddelde van de scholen die gelet op de sociaal-culturele achtergrond van hun leerlingen vergelijkbaar zijn. De scores van de Eindtoets basisonderwijs liggen
Terug naar de inhoudsopgave
tussen de 500 en 550. Het landelijk gemiddelde ligt meestal rond de 535. Onze school scoort gewoonlijk op of rond het gemiddelde.
3.3.5 Uitstroomgegevens
Hieronder vindt u een overzicht van de schoolsoorten voor voortgezet onderwijs waar onze leerlingen van groep 8 naartoe zijn gegaan in de afgelopen schooljaren.
In een teamvergadering is ruimte voor terugkoppeling vanuit alle overlegmomenten (werkgroepen, bouwvergaderingen, M.R., O.V., etc.). Dit leidt tot teambrede kennisoverdracht en informatieverstrekking. Collega’s weten wat er speelt binnen de school. Dit houdt in dat een vergadering gewoonlijk een volle agenda heeft met een strakke tijdsplanning.
jaar VMBO HTG AH (voorheen vbo/mavo) (voorheen (athenaeum-Havo) mavo/havo) 2009 17 leerlingen 6 4 4 2010 19 leerlingen 7 4 5 2011 21 leerlingen 6 5 5 2012 19 leerlingen 5 5 8 2013 32 leerlingen 6 9 15
tussen kinderen onderling, binnen het team, tussen teamleden en ouders, tussen teamleden en directeur. Om het onderwijs zo optimaal mogelijk in te richten, is een goede communicatie noodzakelijk. Hieronder verstaan wij onder andere een goede vergaderstructuur. Wij onderscheiden daarbij twee soorten vergaderingen: - Teamvergaderingen (waarbij het hele teamaanwezig is) - Bouwvergaderingen (vergadering van onder-, midden- of bovenbouw) Daarnaast vinden er regelmatig O.V. en M.R.vergaderingen plaats, en zijn er vergaderingen van de diverse werkgroepen.
VWO + Gymnasium VWO twee talig 3 3 5 1 2
4.3 Ontwikkeling van leerkrachten
Veranderingen in de maatschappij en het onderwijs zijn van invloed op de van medewerkers gevraagde vaardigheden. Om daarop goed te kunnen inspelen, voeren alle teamleden regelmatig gesprekken met de directeur. In die gesprekken staat professionele ontwikkeling in relatie tot de schoolontwikkeling centraal. Hoe kun je in ontwikkeling zijn en blijven, wat mag je daarbij als medewerker van het management verwachten? Opleiding en scholing zijn daarvan onderdelen.
4.4 Vervanging
Bij ziekte of afwezigheid van leerkrachten wordt in alle gevallen door de school voor vervanging gezorgd. In voorkomende gevallen kunnen de scholen een beroep doen op de vervangers- en invalpool, waarmee vervanging gegarandeerd is. Alle vervangers zijn gekwalificeerd. Ze zijn niet altijd
bekend met onze school, waardoor ze mogelijk een vraag van ouders niet direct kunnen beantwoorden. Heel af en toe kan het voorkomen, dat er geen vervangers beschikbaar zijn. Voor een dergelijke situatie ligt er in elke groep een planning klaar hoe de leerlingen over de groepen worden verdeeld.
4.5 Arbocoördinator
Het uitvoeren van de risico-inventarisatie en – evaluatie (RI&E) rond de werkomstandigheden op school en het daaraan gekoppelde plan van aanpak met prioriteiten, is één van de belangrijkste taken van de arbocoördinator op school. Bij ons op school zijn Ans Nissen en Trudie de Busschère de arbocoördinatoren.
4.6 Bedrijfshulpverlening (BHV)
Bedrijfshulpverleners op onze school zijn: Ans Nissen, Trudie de Busschère, Fannie Teunissen en Patricia Hendriks. Doel is het verlenen en coördineren van hulp bij calamiteiten en ongevallen. Bedrijfshulpverleners bieden eerste hulp, beperken en bestrijden brand en organiseren ontruiming (en ontruimingsoefeningen). Jaarlijks vindt in samenwerking met de andere Lingescholen bijscholing plaats.
4.7 Stagiaires
Ieder jaar hebben we op school stagiaires van de pedagogische academie basisonderwijs (PABO). We vinden het een goede zaak op deze wijze mee te helpen het onderwijs ook in de toekomst te voorzien van goede leerkrachten. Bovendien levert het contact met deze jonge, aankomende collega’s een bijdrage aan het levendig en modern houden van ons onderwijs. De eindverantwoordelijkheid van het door de stagiaire gegeven onderwijs blijft altijd bij de desbetreffende leerkracht. Ook is het mogelijk dat een LIO (leerkracht in opleiding) een aantal maanden voor het afstuderen onder begeleiding van de leerkracht zelfstandig een groep begeleidt
Terug naar de inhoudsopgave
5 OUDERS
5.1 Het belang van de betrokkenheid van ouders bij onze school
De vraagbaak voor ouders over onderwijs Als ouder of verzorger van een kind op school heeft u ongetwijfeld wel eens vragen over het onderwijs. Soms zijn die vragen eenvoudig te beantwoorden door de leerkracht of de schoolleiding. Soms ook niet. Daarom is er nu 0800 – 5010 (gratis), de informatielijn waar u terecht kunt met uw vragen. U krijgt alle informatie die u hebben wilt, maar ook een eerlijk deskundig antwoord of advies. U kunt uw vragen ook stellen via de internetsite www.50tien.nl Inspraak van ouders via de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad Het mee beslissen en meedenken van ouders op school is geregeld bij de ‘wet medezeggenschap op scholen’ (WMS). De M.R. op onze school bestaat uit drie ouderleden en twee personeelsvertegenwoordigers van De Wieling. Er wordt aan ons bestuur advies uitgebracht over velerlei zaken. Bij een aantal, in de wet aangegeven, belangrijke bestuursbesluiten moet vooraf aan de M.R. om advies of instemming worden gevraagd. De M.R. waarborgt de invloed van de ouders en personeel bij belangrijke beslissingen die de school betreffen. Zie ook 1.4 voor verdere informatie over onze M.R. Naast de M.R. bestaat er een G.M.R., de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. Hierin zitten vertegenwoordigers van alle medezeggenschapsraden van de scholen van stichting De Linge, zowel ouders als personeelsleden. Zij bespreken de zaken die van gezamenlijk belang zijn voor alle scholen van de stichting. Ook de G.M.R. heeft over een aantal beleidszaken advies- of instemmingsrecht. De bevoegdheden en taken van de G.M.R. zijn vastgelegd in een reglement.
Terug naar de inhoudsopgave
De oudervereniging Wie zijn we? De Oudervereniging (OV) is een enthousiaste groep van ouders die in samenwerking met het team binnen- en buitenschoolse activiteiten organiseert voor alle leerlingen. We zijn aanspreekpunt voor ouders wanneer er vragen of opmerkingen zijn die betrekking hebben op het welzijn van alle kinderen. Tevens staan we in nauw contact met de MR als het gaat om beleidszaken rondom de school. Wat doen we? Ieder jaar maakt de OV, in samenwerking met het team, iets bijzonders van de festiviteiten rondom bijvoorbeeld Sinterklaas, Kerstmis, Carnaval, Pasen en de OV-dag tijdens de slotweek. Ook de krantenactie is sinds vorig jaar in handen van de OV. De afscheidsavond van groep 8 nemen we op ons en de coördinatie rondom de schoolfoto’s ligt ook bij de OV. In samenwerking met het team wordt elke activiteit nauwkeurig voorbereid zodat deze elke keer weer een feestelijke belevenis wordt voor alle kinderen. Waarom doen we dit? We vinden het belangrijk om dit allemaal te doen, omdat deze activiteiten samengaan met het onderwijs en daarmee onze kinderen met veel plezier naar De Wieling gaan. Wij streven daarom ook naar een goede en prettige communicatie tussen ouders en school! Waarmee doen we dit? Voor alle activiteiten is er geld nodig. Omdat we deze activiteiten voor alle kinderen van de school organiseren, is een ouderbijdrage heel hard nodig. U betaalt deze ouderbijdrage op vrijwillige basis. Deze vrijwillige ouderbijdrage is € 20,00 per kind, start uw kind na 1 januari, dan mag u dit bedrag halveren. Deze bijdrage mag u storten op rekeningnummer 10.57.94.155 ten name van Oudervereniging de Wieling. (Vergeet hierbij niet de naam van uw kind en het groepsnummer te vermelden).
Hoe blijft de OV bestaan? We worden gekozen door het houden van verkiezingen. De zittingsperiode is 4 jaar en een OVlid mag zich maximaal 1 maal herkiesbaar stellen. Wilt u meer informatie? Als u meer informatie wilt over de OV of interesse heeft om volgend jaar lid te worden, neemt u dan gerust contact op met onze voorzitter Clarinda Teunissen. Heeft u zelf nog suggesties, aanmerkingen of leuke ideeën dan horen wij het graag! U kunt ons mailen:
[email protected] Klassenouders Op onze school werken we met contactouders, ook wel klassenouders genoemd. Per klas worden één of twee ouders gezocht die – samen met de groepsleerkracht – activiteiten in de klas organiseren. Denk hierbij aan hulp bij creatieve activiteiten, begeleiding bij uitstapjes, schoonmaakwerkzaamheden, hulp bij feesten, etc. Ook kunnen klassenouders als contactpersoon fungeren vanuit de ouders naar de leerkracht toe en andersom. Daar waar nodig roepen zij weer de hulp in van andere ouders. Verkeersouders. Vanaf 1998 heeft basisschool De Wieling verkeersouders. Met ingang van 1 augustus 2013 hebben we hiervoor 2 vacatures. Het aanstellen van verkeersouders is gebeurd op initiatief van Veilig Verkeer Nederland, nu beter bekend als 3VO, dat staat voor Verenigde Veiligheids Organisatie. Veilig Verkeer Nederland, de Voetgangersvereniging en Kinderen Voorrang zijn namelijk al een tijdje gefuseerd. Verkeersouders vormen een brug tussen school, ouders, gemeente, politie en 3VO.
Terug naar de inhoudsopgave
De verkeersouder is op school een vast aanspreekpunt van andere ouders die, in overleg met de directie, leerkrachten en ouders verkeersactiviteiten onderneemt. 3VO verleent informatie en ondersteuning aan verkeersouders in de vorm van bijeenkomsten en materialen. Gelukkig neemt in heel Nederland het aantal verkeersouders toe, er zijn er inmiddels meer dan 2000! Verkeersveiligheid is te belangrijk om alleen maar aan anderen over te laten. De verkeersouders van basisschool De Wieling hebben de afgelopen jaren al veel activiteiten voor de kinderen georganiseerd:
- Het project ‘Trapvaardig’ van de ANWB - Het begeleiden van praktische verkeerslessen buiten - Het organiseren van de Straatspeeldag - Het eventueel afnemen van het Theoretisch Verkeersexamen - Het organiseren van fietskeuringen - Het organiseren van het Praktisch Verkeersexamen
5.2 Informatievoorziening aan ouders
Maandelijks verschijnt onze nieuwsbrief, waardoor alle ouders op de hoogte blijven van de gang van zaken op onze school.
In de kleutergroepen kunt u een datum afspreken voor een ‘kijkochtend’. U draait dan als ouder een ochtend mee met de groep van uw kind. In alle groepen vindt er aan het begin van het schooljaar een informatieavond plaats, waarin wordt toegelicht hoe er in de groepen wordt gewerkt. Gescheiden ouders Als ouders gescheiden zijn, is het belangrijk beide ouders goed te informeren over de ontwikkeling van hun kind. Voorwaarde hierbij is dat beide ouders zelf hun verschillende adressen kenbaar hebben gemaakt. Voor een ouderavond worden beide ouders uitgenodigd voor een gezamenlijk gesprek. Alleen in bijzondere gevallen kan hiervan worden afgeweken. Een verzoek om gegevens over het kind te verstrekken aan derden, wordt altijd aan beide ouders gedaan.
5.3 Inspraak van ouders via (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad Naast de MR bestaat er een GMR, de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. Hierin zitten vertegenwoordigers van alle medezeggenschapsraden van de scholen van stichting De Linge, zowel ouders als personeelsleden. Zij bespreken de zaken die van gezamenlijk belang zijn voor alle scholen van de stichting. Ook de GMR heeft over een aantal beleidszaken advies- of instemmingrecht. De bevoegdheden en taken van de GMR zijn vastgelegd in een reglement.
5.4 Kinderdagopvang en peuterspeelzaal
Naast onze school is de kinderdagopvang en peuterspeelzaal gevestigd, in hetzelfde gebouw als waarin de buitenschoolse opvang plaatsvindt.
5.5 Tussenschoolse Opvang (TSO)
Op onze school kunnen kinderen tussen de middag op school overblijven. De school heeft de tussenschoolse opvang tot 1 oktober 2013 uitbesteed aan Kinderopvang SKAR. Een getraind
Terug naar de inhoudsopgave
overblijfteam heeft hierbij de leiding. Vanaf 1 oktober 2013 wordt de TSO verzorgd door stichting de Linge. In de aula wordt gezamenlijk gegeten. De kinderen brengen zelf een lunchpakketje mee. Na het eten mogen ze binnen- of buitenspelen, alles onder begeleiding van het overblijfteam. Mocht u hierover vragen en / of opmerkingen hebben, dan kunt u hiervoor in eerste instantie terecht bij de directeur.
5.6 Buitenschoolse Opvang (BSO)
Voor- en naschoolse opvang wordt in het direct naast onze school gelegen Piratennest aangeboden. Deze Buitenschoolse Opvang (BSO) wordt door Kinderopvang SKAR geregeld; zie voor verdere informatie www.skar.nl
5.7 Ouderhulp
Op een school moet altijd van alles gebeuren, waarvoor helaas niet altijd voldoende tijd, mankracht en geldmiddelen beschikbaar zijn. Gelukkig zijn er altijd veel ouders bereid om te helpen. We denken hierbij aan: - deelname aan de Oudervereniging - deelname aan de (Gemeenschappelijke) Medezeggenschapsraad - klassenouders - kluswerkzaamheden - schoonmaakavonden - hulp bij krantenactie - begeleiding bij excursies - biebouders - verkeersouders Het mes snijdt aan twee kanten: vele handen maken licht werk. Bovendien is het voor ouders een mooie gelegenheid om nauw betrokken te blijven bij het onderwijs aan uw kind(eren). Via de nieuwsbrief en tijdens ouderavonden krijgt u informatie over de mogelijkheden om op school te helpen.
5.8 Leerplicht
Gronden voor vrijstelling Kinderen zijn leerplichtig tot het einde van het schooljaar waarin ze 16 jaar worden. Gronden voor vrijstelling van schoolbezoek zijn: - De leerling kan wegens vervulling van plichten voortvloeiend uit godsdienst of levensovertuiging de school niet bezoeken; - Verhuizing: maximaal één dag; - Huwelijk van bloed- of aanverwanten t/m de derde graad binnen de woonplaats: maximaal één dag; - Huwelijk van bloed- of aanverwanten t/m de derde graad buiten de woonplaats: maximaal twee dagen; - 12,5-, 25-, 40-, 50-, of 60 jarig huwelijksjubileum van ouders of grootouders: maximaal één dag; - 25-, 40-, of 50 jarig ambtsjubileum van ouders of grootouders: maximaal één dag; - Ernstige ziekte van bloed- en aanverwanten t/m de derde graad; periode in overleg met de directeur; - Overlijden van bloed- en aanverwanten in de eerste graad: maximaal vier dagen; - Overlijden van bloed- en aanverwanten in de tweede graad: maximaal twee dagen; - Overlijden van bloed- en aanverwanten in de derde en vierde graad: maximaal één dag; - Naar het oordeel van de directeur belangrijke redenen met uitzondering van vakantieverlof. Graden van bloed- en aanverwantschap: 1e graad: ouder, kind 2e graad: zus/broer, grootouders, kleinkind 3e graad: oom/tante (broer/zus van ouder), neef/nicht (kind van broer/zus), overgrootouder, achterkleinkind 4e graad: oudoom/oudtante (broer/zus van grootouders), neef/nicht (kind van broer/zus van ouder), achterneef/achternicht (kleinkind van broer/zus), betovergrootouder. Verlof buiten de schoolvakanties De Leerplichtwet van 1969 geeft onder andere richtlijnen voor verlof buiten de schoolvakanties. De directeur beslist over een aanvraag van minder dan 10 schooldagen en kan hierbij advies vragen aan de leerplichtambtenaar. Vragen ouders meer dan 10 schooldagen extra verlof, dan beslist de leerplichtambtenaar.
Terug naar de inhoudsopgave
Terug naar de inhoudsopgave
Voor vakantie buiten de schoolvakanties kan geen toestemming worden verleend, tenzij de specifieke aard van het beroep van één van de ouders met zich meebrengt dat alleen buiten de schoolvakanties gezamenlijk op vakantie gegaan kan worden. Dit geldt bijvoorbeeld voor sommige beroepen in de horeca of agrarische sector, waarbij de ouder het grootste deel van het inkomen in de zomervakantie kan verdienen. Dit vakantieverlof mag éénmaal voor maximaal 10 schooldagen (per schooljaar) verleend worden en mag geen betrekking hebben op de eerste twee weken van het schooljaar. Bij de aanvraag zal een werkgeversverklaring of ander bewijs moeten worden overlegd. Binnen de gemeente Lingewaard is in overleg met de directies van de scholen een Leerplichtprotocol opgesteld. Binnen dit protocol is afgesproken dat (allochtone) ouders die met het gezin naar het land van herkomst willen reizen voor familiebezoek, éénmaal per twee schooljaren maximaal 10 schooldagen -voorafgaand aan de zomervakantie- extra verlof kunnen aanvragen. Indien ouders een aanvraag doen van meer dan 10 schooldagen, dan zal dit alleen worden toegekend door de leerplichtambtenaar als er sprake is van speciale omstandigheden. Denk hierbij aan een medische- of sociale indicatie. Hieraan zal een deskundigenverklaring ten grondslag moeten liggen. In de volgende gevallen wordt een verzoek zeker afgewezen: - familiebezoek in het buitenland - vakantie in een goedkope periode of in verband met een speciale aanbieding - vakantie in verband met een gewonnen prijs - vakantie bij gebrek aan andere boekingsmogelijkheden - uitnodiging van familie of vrienden om buiten de eigen schoolvakantie op vakantie te gaan - eerder vertrekken of later terugkeren in verband met (verkeers)drukte - verlof voor een kind omdat andere kinderen uit het gezin al of nog vrij zijn - deelname aan sportieve of culturele evenementen buiten schoolverband. Extra verlof moet schriftelijk, minimaal twee weken voor aanvang van het verlof, bij de directeur worden aangevraagd. Wanneer ouders het niet eens zijn met de beslissing, kunnen zij een bezwaarschrift indienen.
5.9 Schorsing en verwijdering
Soms is het noodzakelijk een leerling te schorsen of te verwijderen. Schorsing is aan de orde wanneer de schooldirectie bij ernstig wangedrag van een leerling en/of ouders onmiddellijk moet optreden en er tijd nodig
Terug naar de inhoudsopgave
is voor het zoeken naar een oplossing. Ernstig wangedrag van een leerling kan bijvoorbeeld zijn mishandeling, diefstal of het herhaald negeren van een schoolregel. Een schorsing kan voor een beperkte periode worden opgelegd. Het besluit wordt schriftelijk door de schooldirectie (ondertekend namens het bevoegd gezag) aan de ouders meegedeeld. Vermeld worden de reden van de schorsing, de aanvang, de tijdsduur en eventuele andere genomen maatregelen. De school moet de schorsing melden bij de directeurbestuurder, de leerplichtambtenaar en de inspectie. Omdat de school verplicht is te voorkomen dat de leerling achterstand oploopt, zal voor het nodige huiswerk gezorgd worden. Verwijdering is een ordemaatregel die alleen in uiterst geval en zeer zorgvuldig wordt genomen. Van het in gang zetten van de verwijderingprocedure is sprake bij: - Voortdurend agressief gedrag van de leerling waarbij de voortgang van het onderwijs verstoord wordt. - De leerling vergt een onevenredig deel van de schoolorganisatie, waarbij gestelde doelen niet of nauwelijks worden bereikt. - Bedreigend of agressief gedrag van ouders waarbij herhaling niet uitgesloten is, waardoor sprake is van gegronde redenen voor angst bij leerkrachten of andere ouders en/of er geen sprake meer is van een ongestoorde voortgang van het onderwijs. Vanaf het moment dat de verwijderingsprocedure in gang is gezet, heeft de school de verplichting een andere school voor de leerling te zoeken. Hiervoor heeft de school acht weken de tijd. Tijdens deze procedure heeft de leerling het recht de school te blijven bezoeken. De procedure voor verwijdering is opgenomen in de Wet op het Primair Onderwijs.
5.10 Wat te doen bij problemen?
Algemeen Waar mensen samenwerken, gaan soms dingen mis. We gaan er vanuit dat we de meeste klachten in onderling overleg kunnen oplossen. We nodigen u van harte uit om vragen, ontevredenheid, problemen of klachten over het onderwijs, de aanpak van uw kind, etc. aan de leerkracht kenbaar te maken. Hij/zij is de eerst verantwoordelijke voor de kinderen in de groep. De contactpersoon Bij klachten over school kan de klager zich in eerste instantie wenden tot degene die bij de situatie betrokken is. Dit kan de leerkracht zijn, of de schoolleiding. Indien dit niet leidt tot een voor de klager gewenste oplossing, kan gebruik worden gemaakt van de contactpersonen die op onze school aanwezig zijn. Zij zijn er voor u. Ze luisteren en geven informatie
over mogelijke vervolgstappen. Om misverstanden te voorkomen heeft de contactpersoon vooral een ondersteunende rol bij het zoeken naar een oplossing van de klacht met een doorverwijzende functie. De contactpersoon van onze school is Marga Huisman. De klachtenprocedure De volledige klachtenregeling is te vinden op www.delinge.nl onder De Linge – Kwaliteitszorg Klachtenregeling. Klachten waarvan u vindt dat ze onvoldoende zijn afgehandeld, kunt u voorleggen aan de landelijke klachtencommissie (VBKO, 070 34 57 097 of 070 39 25 508) of aan de vertrouwensinspecteur. Vertrouwenspersoon en -inspecteur De school kent ook een externe vertrouwenspersoon. U kunt de externe vertrouwenspersoon zien als een objectieve deskundige buiten de school. De externe vertrouwenspersoon geeft informatie en advies en
Terug naar de inhoudsopgave
begeleidt ouders in het klachttraject wanneer zij een formele klacht indienen. Voor De Linge is mevrouw Eveline Knibbeler de vertrouwenspersoon. Zij is bereikbaar via
[email protected] Voor een onafhankelijk advies in geval van seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld kunt u ook contact opnemen met de vertrouwensinspecteur. Meldpunt vertrouwensinspecteurs telefoon: 0900-111 3 111 tijdens kantooruren. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Bij een signaal van huiselijk geweld zijn scholen sinds begin 2012 verplicht met een meldcode te werken, die in stappen beschrijft wat te doen. Onderzoek wijst uit dat hulp -en zorgverleners en leerkrachten die met een meldcode werken drie keer zo vaak ingrijpen als collega’s die zo’n stappenplan niet voorhanden hebben bij een vermoeden van mishandeling. Een verplichte meldcode is iets anders dan een meldplicht. Door te werken met
een meldcode blijft de beslissing om vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling wel of niet te melden, berusten bij de professional. Het stappenplan van de meldcode biedt hem of haar bij die afweging houvast. Meldplicht seksueel geweld Bij klachten van ouders en leerlingen over de schoolsituatie, waarbij mogelijk sprake is van ontucht, aanranding of een ander zedendelict, is de school verplicht tot het doen van aangifte bij de officier van justitie, omdat mogelijk de veiligheid van meerdere kinderen in het geding is.
6 DIVERSE PRAKTISCHE ZAKEN
Start zomervakantie 2014: Op vrijdag 11 juli om 12.00 uur start voor groep 1 t/m 8 de zomervakantie.
6.1 Schooltijden en vakanties
Schooltijden, vakanties en vrije dagen. Schooltijden ’s morgens (ma-di-do-vr) 08.30 – 12.00 uur (3 ½ uur) ’s morgens (wo) 08.30 - 12.15 uur (3 ¾ uur) ’s middags (ma-di-do-vr) 13.15 – 15.15 uur (2 uur) ochtendpauze 10.15 – 10.30 uur
Voor de leerlingen uit groep 1 t/m 4 eindigen de lessen op vrijdag om 12.00 uur! Vakantierooster 2013-2014: - Herfstvakantie 14 t/m 18 oktober 2013 - Kerstvakantie 23 december 2013 t/m 3 januari 2014 - Carnavalsvakantie 3 t/m 7 maart 2014 - 2e Paasdag 21 april 2014 - Meivakantie 28 april t/m 5 mei 2014 - Hemelvaarts vakantie29 en 30 mei 2014 - 2e Pinksterdag 9 juni 2014 - Zomervakantie 14 juli t/m 22 augustus 2014 Studiedagen: - vrijdag 6 december - woensdag 26 maart - maandag 14 april - donderdag 5 juni Continurooster: Op de volgende dagen is er voor groep 5 t/m 8 een continurooster tot 14.00 uur: - vrijdag 20 december - vrijdag 28 februari - vrijdag 18 april - dinsdag 8 juli
Terug naar de inhoudsopgave
Verantwoording onderwijstijd Hieronder vindt u een beschrijving met een verantwoording van de verplichte onderwijstijd. Een berekening waaruit blijkt dat in 8 jaren 7520 uren gerealiseerd worden: in de eerste vier leerjaren tenminste 3520 uur, in de laatste vier leerjaren tenminste 4000. Gemiddeld 940 per jaar. In het onderstaande schema vindt u het aantal klokuren per week dat de kinderen les krijgen. Dit verschilt per groep. Wanneer dit vermenigvuldigd wordt met het aantal weken in het jaar (52) en hiervan het aantal vakantie-uren en andere vrije dagen wordt afgetrokken, levert dit het aantal klokuren per jaar op.
GROEP 1 2 3 4 5-8 Aantal klokuren per week 23 23 23 23 25 Aantal weken 52 52 52 52 52 Aantal klokuren per jaar 1235 1235 1235 1235 1339 Af: Vakantie-uren en overige uren 335,5 335,5 335,5 335,5 340,5 Bij: Extra 30-09-10 5,5 5,5 5,5 5,5 5,5 TOTAAL (klokuren per jaar) 904,5 904,5 904,5 904,5 1004,5
6.2 Buitenschoolse activiteiten
Excursies Naast het normale leerprogramma vinden er elk jaar ook een aantal andere activiteiten binnen en buiten schooltijd plaats. Jaarlijks organiseren we excursies en activiteiten, bijvoorbeeld op het gebied van cultuuronderwijs (in samenwerking met cultuurorganisatie EDUART). Daarnaast ondernemen we vaak ook nog activiteiten ter ondersteuning van bepaalde onderwijsprojecten. Deze kunnen per leerjaar verschillen. Vervoersprotocol De MR heeft in samenspraak met de OV en de directie van basisschool de Wieling een vervoersprotocol vastgelegd. Het protocol is van toepassing op het door school georganiseerde groepsvervoer van leerlingen van en naar school en naar bestemmingen in het kader van schoolactiviteiten. Het doel van dit protocol is om de (verkeers) veiligheid van leerlingen te waarborgen. Wettelijke regels vinden hun weerslag in dit protocol. U vindt dit protocol op onze website onder het kopje ‘Documenten’. Sportdag Aan het eind van het schooljaar houden we een sportdag: voor de groepen 1 tot en met 8 worden er diverse activiteiten georganiseerd, die jaarlijks kunnen verschillen qua invulling. Verkeersexamen In groep 7 wordt het landelijk theoretischen/ of praktisch verkeersexamen afgenomen. Als voorbereiding vindt naast het reguliere verkeersonderwijs ook een aantal activiteiten in de praktijk plaats. .
Terug naar de inhoudsopgave
Inzamelingsacties Onze school stimuleert hergebruik van materialen. Wij willen hiermee het volgende bereiken: - het actief betrekken van onze leerlingen bij het hergebruikproces - het reduceren van de afvalberg - het ontwikkelen van een actief milieubewustzijn. Een aardige bijkomstigheid is, dat de school voor de ingezamelde materialen een kleine financiële bijdrage krijgt. Wij bestemmen dit geld voor diverse stichtingen, die zich inzetten voor kinderen die wel een extraatje verdienen (denk aan de RonaldMcDonald stichting of het Radboud Kinderziekenhuis). Een voorbeeld is het inzamelen van batterijen. De batterijenton in de hal zorgt voor hergebruik en voorkomt milieuverontreiniging. Krantenactie Al jaren halen ouders van onze school in Haalderen oud papier op. Deze actie en de besteding van de gelden valt onder de verantwoordelijkheid van de Oudervereniging. Eenmaal per maand wordt het papier door de ouders van alle leerlingen van groep 1 t/m 3 opgehaald. Het is de bedoeling dat alle ouders in principe één keer per jaar meehelpen. Alleen op deze manier kan de OV de actie volhouden en komt het werk niet steeds op dezelfde ouders neer. Aan het begin van het schooljaar wordt er een rooster meegegeven, waarop u kunt zien wanneer u aan de beurt bent. Mede dankzij de krantenactie kunnen we trots zijn op een prachtige school met veel extra materialen. Ook het nieuwe speeltoestel op het plein is medegefinancierd met het geld van de krantenactie.
6.3 Afspraken over spelen, binnenkomen, eten en drinken
Het is de bedoeling dat de kinderen niet eerder dan 10 minuten voor aanvang van de lessen op het plein komen. Dit geldt ook voor de kleuters. Vanaf 10 minuten voor lesaanvang is er toezicht op het plein en in de kleutergroep. In groep 1 en 2 wordt er ’s morgens rond 10.15 uur in de kring een appel gegeten. Zij nemen zelf ’s morgens drinken mee naar school (een pakje of een beker met naam) en zetten dit bij binnenkomst op het plankje boven de kapstok. Liever geen frisdranken. Tip: doe de bekers niet te vol. Voor de dagelijkse appel wordt een bijdrage van € 13,- per jaar gevraagd. Als uw kind later in het jaar vier wordt, kunt u voor elke maand dat uw kind nog niet op school was € 1,30 van het jaarbedrag aftrekken. U kunt dit bedrag overmaken op rekening 1057.64.647 t.n.v. St. de Linge ovv appelbijdrage De Wieling. Vermeld ook de naam van uw kind. In groep 3 t/m 8 is er vóór de pauze tijd voor eten en drinken: de kinderen brengen dit zelf mee.
6.4 Verjaardagen
Als uw kind jarig is, mag het op school trakteren. Wij adviseren u dat op een verstandige manier te doen. Een traktatie die er leuk uitziet. Maak het niet te groot of overdadig! Denk bijvoorbeeld aan fruit of hartige spiesjes, zelfgebakken cakejes of koekjes, chips etc. Bedenk ook dat het praktisch moet zijn, dus makkelijk uit te delen en open te maken. Bedeel de leerkracht niet extra. Verjaardagen van kinderen die 4 jaar worden, worden niet zo uitgebreid gevierd. Alleen een kleine traktatie die om half 11, in alle rust wordt uitgedeeld, zonder ouders. Soms kiezen ouders er voor om het zelfs helemaal niet te vieren, omdat dat meestal al op de peuterspeelzaal is gedaan. Ouders zijn van harte welkom om de verjaardag van hun
kind, als dat 5 en 6 jaar wordt in de kleutergroep, mee te vieren. Neem contact op met de leerkracht over het tijdstip. De verjaardag vieren gebeurt meestal aan het begin van de ochtend of middag en duurt ongeveer een half uur. In verband met de aandacht voor de jarige job liever geen peuters meenemen. Als u wilt mag u foto’s maken. Videoopnamen zijn niet toegestaan in de groepen.
6.5 Gymkleding
Voor het gymmen in de gymzaal hebben de kleuters stevige gymschoenen met dikke zool, zonder veters nodig. Deze schoenen blijven op school. Wilt u ervoor zorgen dat in de schoenen de naam staat en dat ze in een stoffen zak of tas met naam weg geborgen kunnen worden? De zakken worden bewaard in een grote plastic doos. Dus geen rugzakken, anders past alles er niet in! Kindervoeten groeien snel dus is het handig om af en toe de maat even te controleren. Voor groep 3 t/m 8 hebben de kinderen gymschoenen en gymkleding nodig. Zij nemen dit na afloop van de gymles weer mee naar huis, zodat de gymkleding gewassen kan worden.
6.6 Vieringen
Vieren betekent: samen genieten, dansen, toneel spelen, speken voor een grote groep, luisteren, actuele zaken bespreken, waarderen en respecteren; kortom veel leermomenten met elkaar. Regelmatig komen we met alle leerlingen bij elkaar om samen te vieren. Naast het vieren van de jaarfeesten (Sinterklaas, Kerst, Carnaval, Pasen, eindejaarsviering) zijn er ook regelmatig gewone vieringen, al dan niet rondom een thema. Bij een aantal vieringen zijn ook de ouders van harte welkom, afhankelijk van de opzet. Via de Nieuwsbrief krijgt u informatie over de datum en het thema.
Terug naar de inhoudsopgave
6.7 Schoolfotograaf
omdat de aansprakelijkheid van de school voor het doen of laten van de leerling geheel of gedeeltelijk ontbreekt. De verzekeraars wikkelen dan samen de schade af.
6.8 Schoolverzekering
Duwen en stoeien hoort een beetje bij het opgroeien van kinderen. Daarom is een kapotte bril of een gescheurde jas niet altijd automatisch de schuld van het ‘andere kind’. In verschillende zaken die voorkwamen bij de kantonrechter, werd de aansprakelijkheid van dat ‘andere kind’ om die reden al vaker afgewezen. Het kind had immers niet het vooropgezette plan om schade toe te brengen en de schoolleiding kan helaas niet elke stoeipartij signaleren. U zult hiervoor begrip kunnen hebben.
Ieder jaar gaan we op de foto. De datum waarop de schoolfotograaf komt wordt vermeld in de nieuwsbrief.
Het bestuur van De Linge heeft voor alle leerlingen, personeel, hulpouders en overblijfouders een collectieve, wettelijke aansprakelijkheidsverzekering (WA) afgesloten. Deze verzekering is van kracht gedurende alle schooluren en alle overige schoolactiviteiten, dus ook tijdens excursies, kamp en schoolreisjes. Het verzekerde bedrag in deze WA verzekering is € 2 miljoen per gebeurtenis en het maximaal verzekerde bedrag is € 4 miljoen per verzekeringsjaar. Let op: niet onder alle omstandigheden is een schade veroorzaakt door leerlingen van de school te claimen onder deze WA scholenpolis. Er zijn situaties denkbaar dat een WA schade (ook) aangemeld moet worden bij de eigen WA Particulierverzekering van de ouders
Ook een verzekering tegen het risico van ongevallen heeft De Linge collectief afgesloten.
Deze leerlingen ongevallenpolis is geldig gedurende alle schoolactiviteiten -dus ook tijdens reizen en excursies- en kent de volgende dekking: 1) Blijvende invaliditeit als gevolg van een ongeval, € 50.000,= 2) Bij overlijden als gevolg van een ongeval, € 5.000,= 3) Geneeskundige kosten als aanvulling op de eigen ziektekostenpolis of ziekenfondsverzekering € 2.500,= 4) Tandheelkundige kosten als gevolg van een ongeval per element, € 2.500,= De rubriek ongevallen met blijvende invaliditeit is voor alle leerlingen belangrijk, omdat zij alleen aanspraak kunnen maken op de WAJong regeling. De laatste twee rubrieken zijn vooral belangrijk voor ouders met een hoog eigen risico in de zorgpolis. Voor ouders die de verzekerde bedragen te laag vinden of de voorkeur geven aan een zogenaamde 24-uurs dekking inclusief alle vrije dagen en vakanties, bestaat de mogelijkheid om de schoolverzekering uit te breiden. U kunt dan contact opnemen met de afdeling Ongevallenverzekeringen voor scholieren van onze schoolverzekeraar: WBD Lippmann Groep BV te Den Haag, 070-3028500. Formulieren voor aangifte van schade of ongevallen kunt u downloaden op de www.delinge.nl in de menubalk bij Medewerkers – Formulieren.
6.9 Hoofdluis
Hoofdluis kan een regelmatig terugkerend probleem zijn. Op plaatsen waar veel kinderen bij elkaar komen, kunnen deze diertjes gemakkelijk van de een naar de ander overgebracht worden. De school is, ongewild, zo’n plaats. Wij zijn van mening dat zowel school als ouders samen verantwoordelijkheid dragen voor de bestrijding hiervan. Het is de verantwoordelijkheid van de school een aantal voorzorgsmaatregelen te nemen, waardoor de verspreiding zoveel mogelijk wordt beperkt. Het is de verantwoordelijkheid van de ouders de kinderen te controleren op hoofdluis, zo nodig te behandelen en de school hiervan in kennis te stellen.
Terug naar de inhoudsopgave
Om dit probleem onder controle te houden is op onze school gekozen voor een systematische aanpak. We hebben op school een werkgroep, de moeders van de beestenbende, die door de Oudervereniging is ingesteld. Deze werkgroep heeft als taak om op een aantal vaste tijdstippen, iedere dinsdag na een vakantie, alle leerlingen op school te controleren op hoofdluis. De ouders die in de werkgroep zitten krijgen ondersteuning van de GGD. Zij werken volgens de instructie van de GGD. Wanneer er tijdens de controle hoofdluis bij een kind geconstateerd wordt, zal dit niet aan het kind zelf meegedeeld worden, maar zal de contactpersoon van de school de ouders van de desbetreffende leerling hierover informeren. Wanneer u er bezwaar tegen heeft dat uw kind gecontroleerd wordt door de werkgroep, kunt u met ons contact opnemen.
6.10 Sponsoring
Op stichtingsniveau is sponsorbeleid in ontwikkeling.
6.11 Foto- en video opnamen
In de dagelijkse onderwijspraktijk of bij feestelijke activiteiten komt het weleens voor, dat er foto’s of video-opnamen worden gemaakt van lesactiviteiten. Indien u er bezwaar tegen hebt, dat uw kind hierop te zien is, kunt u dit aan ons doorgeven. Verder is het voor ouders niet toegestaan om fotoof video opnamen te maken bij de vieringen.
7.6 Inspectie van het onderwijs
7 NAMEN & ADRESSEN 7.1 Personeel De Wieling Directie:
Pia Holland
[email protected]
Fannie Teunissen
[email protected] Patricia Kroeze
[email protected]
[email protected]
Eva Stax
[email protected]
Teamleden: Vera van Rossum
Marieke Callaars
[email protected]
Trudie de Busschere
[email protected] Caroline Bremer
[email protected] Marga Huisman
[email protected] Annemarie Janssen
[email protected] Joyce Kemperman,
[email protected] Femke Paes,
[email protected] Ans Nissen
[email protected] Margot Reijmers
[email protected] Vera van Rossum
[email protected] Ineke de Ruiter
[email protected]
Terug naar de inhoudsopgave
7.2 Stichting Primair Onderwijs De Linge Polseweg 13, 6851 DA Huissen 026 - 3179930 Directeurbestuurder: Dhr. T. Pruyn
7.3 Medezeggenschapsraad De Wieling. Oudergeleding: Sabine Tates Kees Stunnenberg (vacature)
[email protected]
7.4. Oudervereniging De Wieling.
[email protected]
7.5 Jeugdgezondheidszorg
JGZ informatielijn via 088-3556000 of
[email protected] Voor vragen of om een afspraak te verzetten. U kunt hier uw vragen over opvoeden, opgroeien of gezondheidsproblemen anoniem stellen, maar ook vragen om teruggebeld te worden door de jeugdarts of verpleegkundige. www.vggm.nl/ggd/jeugdgezondheidszorg: voor onder andere folders en informatie over de werkwijze van Jeugdgezondheidszorg (JGZ)
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs 08 00-80 51 (gratis) Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft onderwijsgidsen gepubliceerd die ouders informeren over de mogelijkheden in het primair en voortgezet onderwijs en over de rechten en plichten. U kunt deze downloaden van internet. www.minocw.nl/onderwijs/pogids. www.minocw.nl/onderwijs/vogids.
7.7 Leerplichtambtenaar
De leerplichtambtenaar van de gemeente Lingewaard is bereikbaar op: Mevrouw M.J. van Eijndhoven 026 3260261 e-mail
[email protected] bereikbaar op dinsdag, woensdag en donderdag
7.8 Externe vertrouwenspersoon Mevrouw E. Knibbeler e-mail
[email protected].
7.9 Schoolverzekering
WBD Lippmann Groep BV te Den Haag 070 3028500 Formulieren voor aangifte van ongevallen of schade vindt u op onze website.
7.10 Peuterspeelzaal
Peuterspeelzaal ’t Peuterhofje Kolkweg 5A 6685 BC Haalderen M 06 47678807
7.11 Buitenschoolse opvang BSO Het Piratennest Kolkweg 5A 6685BC Haalderen 0481 465125