Schilderwerkzaamheden
Arbouw-advies voor de bouwnijverheid
Arbouw is door werkgevers- en werknemersorganisaties opgericht om de arbeidsomstandigheden in de bouwnijverheid te verbeteren en het ziekteverzuim te verminderen. Binnen Arbouw participeren Bouwend Nederland, FOSAG-NOA, FNV Bouw en CNV Vakmensen. © Stichting Arbouw. Alle rechten voorbehouden. De producten, informatie, tekst, afbeeldingen, foto’s, illustraties, lay-out, grafische vormgeving, technische voorzieningen en overige werken van Stichting Arbouw (“de werken”), waarin substantieel is geïnvesteerd, zijn beschermd onder de Auteurswet, de Benelux Merkenwet, de Databankenwet en andere toepasselijke wet- en regelgeving. Behoudens wettelijke uitzonderingen mag niets daarvan worden verveelvoudigd, aan derden ter beschikking gesteld of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande toestemming van Stichting Arbouw. Het bekijken van de werken en het maken van kopieën voor eigen individueel gebruik is toegestaan voorzover binnen de toepasselijke wet- en regelgeving aangegeven grenzen. De woord- en beeldmerken op de werken zijn van Stichting Arbouw en/of haar licentiegever(s). Het is niet toegestaan één of meerdere van deze merken en logo’s te gebruiken zonder voorafgaande toestemming van Stichting Arbouw of de betrokken licentiegever(s). Stichting Arbouw is niet aansprakelijk voor (de inhoud van) haar (informatie)producten, software daaronder mede begrepen, noch voor het (her)gebruik daarvan door derden. Stichting Arbouw is niet aansprakelijk voor fouten in (de inhoud van) haar (informatie)producten noch voor eventuele (gevolg) schade, van welke aard dan ook, die voortvloeit uit het (her)gebruik daarvan door derden.
Arbouw Postbus 213 3840 AE Harderwijk T 0341 46 62 00 F 0341 46 62 11
[email protected] www.arbouw.nl Voor vragen over arbeidsomstandigheden: Arbouw Infolijn 0341 46 62 22
Inhoudsopgave 1
Inleiding 2
2
Algemeen
3
Werkzaamheden 3
2.2
Werksituaties 3
2.3
Voorbereiding en uitvoering van werkzaamheden 4
Gevaarlijke stoffen 6
Knelpunten voor de gezondheid 15 Maatregelen en oplossingen 16
Algemene risico’s, maatregelen en oplossingen 17 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7
6
Schadelijkheid en opname in het lichaam 6 Effecten van gevaarlijke stoffen 7 Maatregelen en oplossingen 10
Lichamelijke belasting 15 4.1 4.2
5
3
2.1
3.1 3.2 3.3 4
Arbouw advies nr. 13
Veiligheid 17 Werkdruk 20 Klimaat 21 Geluid 23 Trillingen 23 Verlichting 24 Hygiëne 24
Persoonlijke beschermingsmiddelen 25 Bijlagen
1
Risico’s en maatregelen bij verschillende verfsoorten, applicatietechnieken en werksituaties
28
2
Vragenlijst kans op eczeem
3
Recepten koelzalf en vaseline lanette
4 5
Keuzetabel diverse soorten handschoenen Controlelijst 43
Documentatie Documentatie 46 Adressen 48 1
40 41 42
1
Inleiding
In Nederland zijn ruim 30.000 schilders werkzaam. De meeste schilders verrichten onderhoudswerkzaamheden. Maar ook in de nieuwbouw en de constructiebouw vinden schilderswerkzaamheden plaats. Het schildersberoep brengt knelpunten voor de gezondheid en de veiligheid met zich mee. Deze knelpunten ontstaan door het werken met verfproducten, door lichamelijke belasting en het werken op hoogte tijdens de werkzaamheden. Vooral de laatste jaren is er meer bekend geworden over de gezondheidsrisico’s die kunnen optreden tijdens het werken met verfproducten. In de meeste verfproducten zitten namelijk stoffen die een schadelijke werking op de gezondheid hebben. Zo zijn de oplosmiddelen in verfproducten of waar verfproducten mee verdund worden schadelijk voor de gezondheid. Voor binnengebruik worden uitsluitend watergedragen verfproducten toegestaan. Het werken met watergedragen verfproducten is de meest efficiënte methode om de blootstelling aan oplosmiddelen te beperken. Het is belangrijk te weten met welke producten er wordt gewerkt en welke maatregelen kunnen worden getroffen om mogelijke risico’s te voorkomen of te verminderen. Verder is het belangrijk om altijd te zorgen voor goede persoonlijke beschermingsmiddelen en die op de juiste wijze te gebruiken. Adequate informatie over producten vindt u in het Productgroep Informatie Systeem Arbouw (PISA). De schilder werkt vaak in een ongemakkelijke houding en het tillen en verplaatsen van klimgereedschap is zwaar. Gelukkig is inmiddels veel arbovriendelijk en veilig klimmaterieel ontwikkeld en op de markt gebracht. Door het gebruik van arbovriendelijk klimmaterieel wordt het werken in ongemakkelijke houdingen en het zware tillen en verplaatsen van hulpmiddelen grotendeels voorkomen. Op het gebruik van klimmateriaal wordt ingegaan in het Arbouw-advies Verplaatsbaar klimmaterieel. In dit Arbouw-advies, Schilderwerkzaamheden, worden de knelpunten voor de gezondheid en veiligheid en de daarvoor te treffen maatregelen toegelicht. In de bijlagen vindt u onder andere een samenvattend overzicht en controlelijst. De informatie uit dit advies kan tevens worden gebruikt bij werkoverleg, toolboxmeeting, voorlichting en instructie. Verder is dit advies voor de direct leidinggevenden een handreiking om de arbeidsomstandigheden in de werksituatie te beoordelen. Daarom is niet alleen een opsomming van de knelpunten aangegeven, maar zijn ook oplossingen voor de meest voorkomende problemen genoemd. De Arbouw-adviezen zijn een handleiding
L. Akkers
bij de verbetering van de arbozorg.
directeur Arbouw 2
Algemeen 2
Algemeen
2.1
WERKZAAMHEDEN
Schilders voeren hun werkzaamheden uit in nieuwbouw, onderhoud en renovatie. Knelpunten op het gebied van lichamelijke belasting zijn: het langdurig staan, werken in ongemakkelijke houdingen en het sjouwen met klimmaterieel. Knelpunten voor de gezondheid en veiligheid zijn het werken met verfproducten, de bewerkingen die daarbij nodig zijn en de omstandigheden waaronder deze werkzaamheden moeten worden uitgevoerd. Bij nieuwbouw is het werk vaak beperkt tot het licht schuren en afborstelen van houtwerk en het aanbrengen van verflagen. Bij onderhoud en renovatie zijn, voorafgaand aan het schilderen vaak eerst één of meerdere bewerkingen van de ondergrond nodig, zoals reinigen of ontvetten. Vaak dienen oude verflagen verwijderd te worden door afschrapen, afbijten, schuren, föhnen, branden of stralen. Te schilderen materialen dienen soms ook gerepareerd en geëgaliseerd te worden met behulp van vulmiddelen, plamuur, betonreparatiemiddelen, stopverf of kitten. Het kan voorkomen dat voor het aanbrengen van één of meerdere lagen verf nog grondof hechtlagen aangebracht moeten worden met behulp van kwast, roller of spuit. 2.2
W E R K S I T U AT I E S
Schilderwerk wordt uitgevoerd in binnen- en buitensituaties of in besloten ruimten. Bij buitenschilderwerk wordt, met name in de winterperiode, steeds meer gebruik gemaakt van afscherming. Binnenschilderwerk vindt bij voorkeur in de winter plaats. Bij binnenwerk of werk achter afscherming is er geen blootstelling aan weer en wind. Wel kunnen stof en dampen langer blijven hangen en door de schilder worden ingeademd. Schilderwerkzaamheden in besloten ruimten brengen specifieke gezondheids- en veiligheidsrisico’s met zich mee. In het Arbouw-advies ‘Besloten ruimten’ wordt aangegeven welke knelpunten er zijn, hoe deze herkend kunnen worden en welke maatregelen genomen moeten worden. Schilders werken vaak op hoogte. Bij nieuwbouwprojecten wordt veelal gebruik gemaakt van de steigers van de hoofdaannemer. Bij onderhouds- en renovatiewerkzaamheden wordt gewerkt met behulp van eigen middelen zoals ladders, rolsteigers,
ondersteuningsconstructies, hef- en hangsteigers of hoogwerkers. In het Arbouwadvies ‘Veilig werken op hoogte’ staat hierover meer informatie. 3
2.3
V O O R B E R E I D I N G E N U I T V O E R I N G VA N W E R K Z A A M H E D E N
WERKVOORBEREIDING
In de werkvoorbereidingsfase komen afspraken en maatregelen aan de orde over: • inrichting van de werkplek • opslag van materialen • (werk)klimaat • ventilatie van de te schilderen ruimten bij binnenwerk • verlichting.
Bij de keuze van de verfproducten is het noodzakelijk reeds in de werkvoorbereidingsfase rekening te houden met arbo- en milieuaspecten. Het Productgroep Informatie Systeem Arbouw (PISA) is een informatiesysteem om gezond en veilig met bouwproducten en -materialen om te kunnen gaan. Het vormt derhalve een hulpmiddel bij het kiezen van minder giftige en/of schadelijke producten. Vanaf 1 januari 2000 geldt voor binnenschilderwerk een vervangingsplicht. Deze vervangingsplicht houdt in dat in binnensituaties uitsluitend watergedragen verven mogen worden verwerkt. In de landelijke CAO voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf in Nederland is een artikel opgenomen ten aanzien van het tochtvrij werken. De tekst van het artikel luidt als volgt: ‘De werkgever zal maatregelen treffen opdat vanaf 1 november tot 1 april op bouwwerken waar binnenwerk moet plaatsvinden, indien noodzakelijk, de betreffende ruimten zo goed mogelijk tochtvrij gemaakt kunnen worden. Onder tochtvrij wordt verstaan dat de ruimten rondom met glas of ander materiaal zijn afgedicht.’ Verder moet aandacht gegeven worden aan het veilig en verantwoord kunnen bereiken van de werkplek. Persoonlijke hygiëne en schaftgelegenheid, orde en netheid, persoonlijke beschermingsmiddelen en bedrijfshulpverlening moeten worden voorbereid en geregeld. De schilder behoort hierover op de werkplek de nodige instructies en voorlichting te krijgen.
4
R I S I C O - I N V E N TA R I S AT I E E N - E VA L U AT I E E N H E T V & G - P L A N
De meest voorkomende knelpunten en maatregelen bij de uitvoering van schilderwerkzaamheden dienen bij de schilders bekend te zijn van te zijn vastgelegd in een risico-inventarisatie en -evaluatie. De wijze waarop de knelpunten worden aangepakt liggen vast in een plan van aanpak dat jaarlijks wordt herzien op actualiteit.
Ieder (schilders)bedrijf is verplicht een registratie van gevaarlijke stoffen bij te houden, de zogenaamde toxische stoffenregistratie. Van materialen en producten waarvan het etiket door de leverancier is voorzien van een oranje gevaarsymbool, moeten een aantal gegevens vastgelegd worden. Met behulp van PISA kunt u heel gemakkelijk aan deze verplichting voldoen. Op projecten is een goede samenwerking van belang. De uitvoerder en/of de coördinator uitvoeringsfase van het bouwbedrijf vormt meestal de spil in deze samenwerking. Het is echter de verantwoordelijkheid van alle partijen om er gezamenlijk voor te zorgen dat de werkzaamheden veilig en gezond uitgevoerd kunnen worden. Belangrijke aandachtspunten hierbij zijn: • het maken van afspraken met de hoofdaannemer, onder- en nevenaannemers over onder andere het gezamenlijk materieelgebruik, beveiligingen, maatregelen tegen tocht, schaftgelegenheid, sanitaire voorzieningen • het signaleren van gezondheids- en veiligheidsrisico’s bij de diverse schilderwerkzaamheden • het treffen van doeltreffende maatregelen ter beperking van deze gevaren en ter bescherming van de werknemers en derden • het vaststellen van de gezamenlijk overgebleven risico’s en de vaststelling van de maatregelen die alsnog genomen moeten worden. Spreek af wie de maatregelen neemt en wie daarvoor de verantwoording draagt • het vastleggen van de knelpunten, maatregelen en samenwerkingsafspraken in een Veiligheids- en Gezondheidsplan (V&G-plan) • aanwijzen van de de coördinator uitvoeringsfase, die het aanspreekpunt is voor de uitvoering van het V&G-plan • instructie dat alle partijen de aanwijzingen van de coördinator uitvoeringsfase moeten opvolgen.
5
Giftig 3
Gevaarlijke stoffen
3.1
SCHADELIJKHEID EN OPNAME IN HET LICHAAM
In de meeste verfproducten, bijvoorbeeld afbijt- en reinigingsmiddelen, thinner, meer-componentenverf en chloorrubberverf, zitten stoffen die een giftige (toxische) werking hebben. Maar ook een ‘gewone’ verf op basis van alkydhars en terpentine of oplosmiddelarme en watergedragen verf kan schade aan de gezondheid veroorzaken. Of die schadelijke stoffen ook een nadelige werking op de gezondheid van de schilder zullen hebben, hangt af van de aard van de werkzaamheden, de applicatiemethode, de werkomstandigheden, de giftigheid van de stoffen en de hoeveelheid die in het lichaam wordt opgenomen (zie voor een overzicht bijlage 1). V E R S C H I L I N S C H A D E L I J K H E I D VA N V E R F P R O D U C T E N
Verfproducten verschillen vaak sterk van elkaar wat betreft de mate waarin ze schadelijk zijn voor de gezondheid. Sommige producten veroorzaken al in een zeer lage concentratie schadelijke effecten, terwijl bij andere producten sprake moet zijn van hoge concentraties, voordat er gezondheidsschade optreedt. Een ander verschil zit in de wijze waarop het product schade kan veroorzaken: het ene product kan de huid aantasten terwijl het andere bijvoorbeeld effecten op de ogen of de luchtwegen heeft. De schadelijkheid van verfproducten is afhankelijk van: • de hoeveelheid van de stof • de aard van blootstelling (damp, vloeibaar, vast, nevel of gas) • de duur van de blootstelling.
De meeste verven bevatten gezondheidsbedreigende stoffen.
6
STOF EN DAMP BIJ VOORBEHANDELING
Stof komt bij schilderwerk vrij bij schuren, afkrabben, schoonvegen of schoonblazen. In dat stof kunnen voor de gezondheid schadelijke bestanddelen zitten. Stof dat vrijkomt bij de verwijdering of behandeling van oude verflagen kan bijvoorbeeld lood (uit loodwit of loodmenie) of chroom (in verfpigment) bevatten. Uit de ondergrond kan hout- of steenstof vrijkomen. Het voor de longen schadelijke stof is zo fijn dat het nauwelijks zichtbaar is. Dus ook zonder zichtbare stofwolken kan de hoeveelheid stof in de lucht toch te groot zijn. Bij een bewerking zoals afbranden of föhnen kunnen giftige dampen vrijkomen, met schadelijke en voor de luchtwegen irriterende stoffen. 3.2
E F F E C T E N VA N G E VA A R L I J K E S T O F F E N
Verkeerd gebruik van verfproducten kan leiden tot gezondheidsklachten en kan nadelige effecten hebben op: • de huid • de luchtwegen • het zenuwstelsel • andere organen (zoals lever en nieren).
OPNAME IN HET LICHAAM
Schadelijke of giftige stoffen zoals schuurstof, oplosmiddeldamp en verfnevel kunnen worden ingeademd. Oplosmiddelen kunnen ook door de huid het lichaam binnendringen. Ook inslikken is mogelijk, bijvoorbeeld loodhoudend schuurstof kan in de mond komen door roken of het eten met ongewassen handen. Bepaalde stoffen kunnen vanuit de longen via het bloed op andere plaatsen in het lichaam komen en daar een schadelijke werking hebben. Aantasting van het zenuwstelsel door inademing van loodhoudend stof uit loodhoudende verf is een bekend voorbeeld. Houtstof werkt vooral irriterend op de luchtwegen. Voor een aantal soorten hout kan overgevoeligheid ontstaan. Bovendien kunnen in het hout (giftige) verduurzamingsmiddelen aanwezig zijn die op zich schadelijk voor de gezondheid kunnen zijn. DE HUID
Bij schilders, vooral bij onderhoudsschilders, komt eczeem aan handen en/of onderarmen relatief vaak voor. Dit komt doordat de huid tijdens het werk vaak in contact komt met stoffen die de huid irriteren en/of allergisch kunnen maken, zoals beton- en houtreparatiemiddelen (epoxy’s).
7
Reinigings- en afbijtmiddelen zijn producten die door hun irriterende werking de huid kunnen aantasten. Ook watergedragen en oplosmiddelarme verven bevatten schadelijke stoffen die dergelijke bijwerkingen hebben. De conserveringsmiddelen in watergedragen verf verhogen, vooral bij daarvoor gevoelige personen, de kans op het krijgen van een huidallergie, eczeem en/of beroepsastma. De kans op het krijgen van eczeem en huidallergie is niet voor iedere schilder even groot, maar hangt af van: • de frequentie en duur van het huidcontact met toxische verfproducten • de mate van huidbeschadiging die tijdens het werk ontstaat • de temperatuur en de vochtigheid op het werk • de persoonlijke hygiëne en het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen • de gevoeligheid van de huid.
DE LUCHTWEGEN
Veel verfproducten zijn prikkelend voor de luchtwegen. Vooral mensen met ‘gevoelige’ luchtwegen reageren hierop met hoesten en klachten over benauwdheid. Sommige twee-componenten producten bevatten isocyanaten waarvoor men allergisch kan worden. Inademing van een geringe hoeveelheid isocyanaat zal een ernstige aanval van benauwdheid veroorzaken bij allergische personen. Personen die lijden aan allergie, astma of chronische aandoeningen van de luchtwegen mogen niet met dergelijke producten werken (zie PISA-blad 13-8). Ook oplosmiddelarme en watergedragen verven kunnen bij inademing luchtwegirritatie veroorzaken. Het bewerken (schuren, krabben, e.d.) van asbesthoudend materiaal is verboden omdat daarbij de kans bestaat op inademing van kankerverwekkende asbestvezels. Indien het behandelen van asbesthoudende materialen toch nodig is, dient er ontheffing van het verbod op basis van artikel 50 in de CAO voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf in Nederland aangevraagd te worden bij het Bedrijfschap Schildersbedrijf. De Arbeidsinspectie dient op de hoogte gebracht te worden van de werkzaamheden. Er moet dan gewerkt worden op basis van de leidraad voor het veilig voorbehandelen en schilderen van asbesthoudende materialen (door Arbouw en de Federatie van Afbouw Bedrijfschappen is een leidraad opgesteld).
8
HET ZENUWSTELSEL
Het acute effect van organische oplosmiddelen op het zenuwstelsel is reeds lang bekend. Opname in het lichaam van oplosmiddelen vindt vooral plaats via de ademhaling maar ook via de huid. Het effect is vergelijkbaar met dat van alcoholhoudende drank: praatneigingen, minder goede beheersing van armen en benen, gebrek aan eetlust, slaperigheid en dergelijke. Deze effecten treden op bij piekblootstelling. Een vaak herhaalde, hoge blootstelling aan oplosmiddelen kan op den duur leiden tot een onherstelbare beschadiging van de hersenen. Die beschadiging komt tot uiting in de vorm van concentratiestoornis, vergeetachtigheid, prikkelbaarheid, moeheid, nervositeit, depressiviteit, persoonlijkheidsverandering en (in zeer ernstige gevallen) een vervroegde dementering. Het ziektebeeld wordt organisch psychosyndroom (OPS) genoemd. Als in een vroeg stadium OPS wordt vastgesteld en preventieve maatregelen worden getroffen, is gedeeltelijk tot volledig herstel mogelijk. Bij binnenwerkzaamheden is vanaf 1 januari 2000 de zogenaamde vervangingsplicht van kracht. Dit betekent dat voor binnenwerk, waar mogelijk, gekozen moet worden voor het gebruik van producten die geen of zeer weinig oplosmiddelen bevatten. De regeling komt er op neer dat voor binnenschilderwerk alleen watergedragen verfproducten gebruikt mogen worden. De toegestane hoeveelheid oplosmiddel voor binnenschilderwerk is als volgt: • voor muurverf: maximaal 75 gram vluchtige organische stoffen (VOS) per liter is toegestaan. Vanaf 1 januari 2002 wordt dit maximaal 60 gram per liter • voor lak, vernis of vulmiddel geldt een maximum van 125 gram VOS per liter. Per 1 januari 2002 geldt hiervoor een maximum van 100 gram per liter product.
De vervangingsplicht geldt voor alle binnenwerkzaamheden, dus voor het aanbrengen van verf, lak, beits, vernis of vulmiddel met inbegrip van voorbewerkingen (verwijderen, afbijten van oude verflagen). Ook voor het voorstrijken van vloeren en wanden en het plamuren van wanden en andere oppervlakken geldt de vervangingsplicht.
9
In de vervangingsregeling is een (voorlopige) uitzondering voor situaties waarin om technische redenen in woningen en andere gebouwen nog niet kan worden voldaan aan de vervaningsplicht. Deze situaties zijn: • voorbewerking van muren met een ernstige verontreiniging door brand- of rookschade of door nicotine-aanslag • voorbewerking door middel van versterking van sterk poreuze of poederende ondergronden • bijwerken tijdens nieuwbouw van fabrieksmatig gecoate staalconstructies met hetzelfde type verf als waarmee de constructie in de fabriek is gecoat • restauratieschilderwerk in monumenten indien daar vanuit cultuur- of kunsthistorisch oogpunt de noodzaak bestaat om traditionele verven te blijven toepassen • het aanbrengen van traditioneel imitatieschilderwerk als marmer- en houtnerfschilderwerk, alsmede het vergulden met behulp van goudverf • het toepassen van oplosmiddelrijke voegenkit op parketvloeren ter voorbereiding van lakwerkzaamheden • het aanbrengen van oplosmiddelrijke primer in gebouwen voor zover die zijn gebouwd voor 1 januari 2001, teneinde deze kit geschikt te maken voor de toepassing van watergedragen verfproducten.
De betrokken partijen (werkgevers, werknemers en industrie) hebben initiatieven genomen om verf, die binnen mag worden toegepast, van een aanduiding te voorzien. ANDERE ORGANEN
Vroeger kwam loodvergiftiging bij schilders geregeld voor. Bij het ambachtelijk mengen van poedervormig loodwit kon opname in het lichaam voorkomen. Vanwege de knelpunten voor mens en milieu worden nu vrijwel geen loodhoudende verfproducten meer gebruikt. Toch is er nog een gevaar bij het afbranden en schuren van oude loodhoudende verflagen. Hierbij kunnen looddampen of loodhoudend stof worden ingeademd waardoor kans op loodvergiftiging (met als gevolg bloedarmoede en beschadiging van het zenuwstelsel) ontstaat. Bloedverandering, nier- en/of leverbeschadiging kan worden veroorzaakt door sommige afbijt-, reinigings- of verdunningsmiddelen. De gezondheidsbedreigende stoffen kunnen door inademing of opname door de mond het lichaam binnenkomen.
10
3.3
M A AT R E G E L E N E N O P L O S S I N G E N
Het is belangrijk om te werken met de minst schadelijke verfproducten en op de meest veilige manier. Dat kan het beste bereikt worden door maatregelen aan de bron. Eerst moet gekeken worden of er andere, minder schadelijke producten zijn die gebruikt kunnen worden. Ook kan er worden gekozen voor een andere werkmethode of applicatietechniek waarbij minder (gevaarlijke) stoffen of dampen vrijkomen. Als dat niet mogelijk is, kan ventilatie of afzuiging worden toegepast. Pas als deze mogelijkheden zijn overwogen, maar niet kunnen worden toegepast of niet voldoende blijken te werken, moet worden gekozen voor het werken met persoonlijke beschermingsmiddelen zoals ademhalingsbescherming. Om huidproblemen te voorkomen geldt dat het beste kan worde gewerkt met producten die zo min mogelijk agressief zijn. Het vermijden van direct contact met verfproducten geeft de meest effectieve bescherming. Hiervoor is het nodig systematisch en netjes te werken, passende technieken toe te passen en goed gereedschap en hulpmiddelen te gebruiken. Bij morsen van verfproducten op de huid is het zaak deze zo snel mogelijk te verwijderen met een schone, droge doek. Gebruik hierbij zo weinig mogelijk of geen oplosmiddel. Verder kan het gebruik van de juiste beschermingsmiddelen zoals goede kleding en handschoenen problemen voorkomen. Het bestand zijn tegen chemische middelen en/of verfproducten gaat vóór de andere eigenschappen van de handschoenen. Als u niet weet of het product waarmee u werkt gevaarlijk is of u twijfelt, vraag dan de bedrijfsleider of de leverancier om de nodige informatie. De etiketten van verfproducten bevatten de benodigde informatie over de gezondheidsrisico’s en veilige verwerking. Lees de gevarenetikettering en volg de adviezen op. Leveranciers zijn verplicht veiligheidsinformatiebladen voor hun producten te leveren. Raadpleeg het Productgroep Informatie Systeem Arbouw (PISA). Dit systeem bevat kaarten voor allerlei typen verven
PISA geeft informatie over
en lakken, kitten, reinigingsmiddelen en vulmiddelen,
het product, eventuele
plamuren en kunststoffen. Op deze kaart staat informatie
risico’s en maatregelen.
over de samenstelling van het product, de gezondheidsrisico’s en de preventieve maatregelen die genomen moeten worden. De PISA-kaarten kunnen ook dienen als voorlichtings- en instructiemateriaal. 11
Een aantal aandachtspunten op een rijtje: • werk binnen uitsluitend met producten die geen of heel weinig vluchtige organische stoffen bevatten zoals watergedragen verfproducten. Het werken met deze producten is de meest efficiënte methode om blootstelling aan oplosmiddelen te beperken • voor reiniging van schilderwerk is het gebruik van ammonia niet meer nodig. Dit is vastgelegd in het A-blad ‘Reinigen met zuren en logen’. Er zijn goede alternatieven die niet schadelijk voor de gezondheid zijn en niet stinken • ventilatie kan in het algemeen de blootstelling aan oplosmiddelen (giftige stoffen, rook, nevel en gas) aanzienlijk verlagen. Door de schadelijke dampen te verdunnen met verse lucht heeft de schilder minder kans op gezondheidsklachten • eet, rook en drink niet op de werkplek, zorg voor goede huidbescherming, huidreiniging en huidverzorging • gebruik altijd persoonlijke beschermingsmiddelen als andere voorzorgsmaatregelen ontoereikend zijn.
Een ieder die voor een Periodiek Arbeidsgezondheidkundig Onderzoek (PAGO) naar een arbodienst gaat en schilderwerkzaamheden doet, wordt gevraagd een ‘Vragenlijst Schilders’ in te vullen. Aan de hand van deze lijst is het mogelijk vroegtijdig gezondheidsklachten te signaleren, die het gevolg kunnen zijn van blootstelling aan oplosmiddelen. Ook zijn er een aantal specifieke vragen opgenomen over huidaandoeningen.
Werk altijd met de minst schadelijke producten op de minst schadelijke manier.
12
HUIDBESCHERMING
Draag altijd de juiste handschoenen. In bijlage 3 van dit Arbouwadvies vindt u een overzicht welk soort handschoen het meest geschikt is per verfsoort. Gebruik goed passende handschoenen van degelijk materiaal, met katoenen binnenvoering of gebruik katoenen binnenhandschoenen, zonder beschadigingen. Over handschoenen wordt het volgende aanbevolen: • voor het gebruik moeten handschoenen altijd (ook nieuwe!!) worden gecontroleerd op defecten. De aanwezigheid van gaatjes kan worden geconstateerd door de handschoen op te blazen en dan onder water te dompelen (mag niet bij handschoenen van PVA) • handschoenen moeten koel en beschermd tegen zonlicht worden bewaard om veroudering te voorkomen • gebruik handschoenen alleen wanneer uw handen schoon en droog zijn • gebruik lange handschoenen met de omslag naar buiten gedraaid • houdt de binnenkant van de handschoenen schoon • de handschoenen dienen pas uitgetrokken te worden nadat de buitenkant goed is schoongemaakt (bij PVA niet met water) • zorg dat de huid niet in contact komt met de buitenkant van de handschoen bij het aan- en uittrekken.
Draag altijd de juiste handschoenen.
13
HUIDREINIGING EN VERZORGING
Om de natuurlijke weerstand van de huid zo goed mogelijk in stand te houden is het belangrijk om de handen tussentijds met water te wassen en zo weinig mogelijk zeep en andere reinigingsmiddelen te gebruiken. De handen dienen alleen gewassen te worden als het noodzakelijk is. Het reinigingsmiddel bevat bij voorkeur geen schuurmiddel of organisch oplosmiddel. De handen goed met water spoelen. Na het wassen zorgvuldig drogen en insmeren met een verzorgende zalf of crème. Er is een zalf ontwikkeld, dat door elke apotheek gemaakt kan worden aan de hand van het recept in bijlage 4. Breng de zalf of de crème ook vóór het werk in een dunne laag aan op schone handen. LUCHTWEGEN
Zorgvuldig en netjes werken, het inzetten van afzuigapparatuur en het gebruik van goede ademhalingsbeschermingsmiddelen is noodzakelijk. Voor het werk met verfproducten geldt dat goede ventilatie de kans op inademing van giftige stoffen (rook, nevel en gas) aanzienlijk vermindert. Bij het werken met oplosmiddelhoudende verfproducten is, afhankelijk van het type verf en de applicatiemethode, het dragen van goede ademhalingsbescherming nodig (zie bijlage 1). STOF
Blootstelling kan sterk verminderd worden. De aangegeven maatregelen zijn in volgorde van voorkeur aangegeven: • pas werkmethoden toe die weinig stof veroorzaken (zuigen in plaats van vegen; natte in plaats van droge bewerkingsmethoden) • gebruik apparatuur voorzien van afzuiging • leeg of vervang de filterzakken of het filter buiten of in een goed geventileerde ruimte • zorg voor goed onderhoud van de afzuiging en leeg/vervang stofzakken tijdig • zorg voor een goede ventilatie • zorg voor een goede werkplanning, zodat het werken in stoffige ruimtes zoveel mogelijk vermeden kan worden • gebruik, bij stofblootstelling, ademhalingsbescherming bij voorkeur voorzien van een gelaatscherm en aangedreven gefilterde lucht met minimaal P2-kwaliteit (en bij kwartsstof een P3-filter).
14
Zorg voor goede ventilatie en ademhalingsbeschermingsmiddelen.
Afzuigapparatuur voorkomt blootstelling aan stof.
V O O R K O M E N VA N P R O B L E M E N A A N H E T Z E N U W S T E L S E L
De beste oplossing is het kiezen voor het juiste product: • gebruik bij binnenwerk uitsluitend watergedragen verfsystemen (vervangingsplicht!) • maak een keus voor de minst schadelijke verfproducten aan de hand van het Productgroep Informatiesysteem Arbouw (PISA).
Voor producten met toxische stoffen geldt in de uitvoering: • zorg voor goede ventilatie, ook bij het werken met watergedragen verfsystemen • bij binnenwerk geen verf spuiten • bij binnenwerk verf verwijderen door middel van föhnen en krabben, of een afbijtmiddel op basis van natronloog • gebruik geen oplosmiddel voor reinigen van kwasten of handen.
W AT T E D O E N B I J K L A C H T E N VA N D E G E Z O N D H E I D ?
Als er klachten over de gezondheid bestaan, waarvan u denkt dat deze door het werk veroorzaakt zijn, maak dan een afspraak op het arbospreekuur van de bedrijfsarts om hier meer duidelijkheid over te krijgen. Dit gaat om klachten die: • verergeren tijdens het werk en verminderen in weekenden en vakanties • voorkomen bij meerdere werknemers.
15
Belasting 4
Lichamelijke belasting
4.1
KNELPUNTEN
Schilders kunnen te maken krijgen met nek-, schouder-, arm- en rugklachten. Dit is meestal het gevolg van het regelmatig in een ongemakkelijke houding werken of het (zware) tillen en verplaatsen van hulpmiddelen, waaronder klimmaterieel. Beoordeling van een aantal werkplekken heeft aangetoond dat er een langdurige belasting voor benen, rug en schouder bij het schilderwerk op kan treden. Bij langdurig kwasten en plamuren kunnen polsklachten ontstaan. Tijdens het schilderen van plafonds en hoger gelegen delen van wanden en deuren wordt vanaf de ladder nogal eens in onnatuurlijke houdingen gewerkt. Vooral bij het schilderen van het plafond wordt langdurig achtereen met geheven armen geschilderd, waarbij de nek extra wordt belast. Schilderwerkzaamheden van oppervlakken dichtbij de vloer zal de schilder meestal knielend of hurkend verrichten, waardoor knieklachten kunnen ontstaan. Het beklimmen van ladders en steigers en het sjouwen van materieel (onder andere ladders, werkbruggen of lange planken) is lichamelijk zwaar. Tocht kan ontstaan door het ontbreken van ruiten en deuren, hetgeen kan leiden tot spier- en gewrichtsklachten. Hiertoe is in de CAO een bepaling opgenomen om tocht te voorkomen (zie hoofdstuk 2.3).
Gezondheidsklachten door het werken in een ongemakkelijke houding komen vaak voor bij schilders.
16
4.2
M A AT R E G E L E N E N O P L O S S I N G E N
De lichamelijke belasting tijdens het schilderwerk wordt voor een belangrijk deel bepaald door het klimmaterieel dat bij het werk gebruikt wordt. De Arbouwbrochure ‘Arbovriendelijk klimmaterieel in de schildersbranche’ geeft een beschrijving en beoordeling weer van diverse typen klimmaterieel. In de voorbereidingsfase is het belangrijk om een goede planning te maken. Aandachtspunten die daarbij aan de orde komen en geregeld moeten worden, zijn onder meer: • het gebruik van hulpmiddelen, klimmaterialen, hoogwerkers of hefsteigers • het gebruik van kranen voor transport van materiaal en materieel • werkverdeling en variatie van werkzaamheden moet ingebouwd zijn in de taken • het nemen van maatregelen tegen tocht, kou en andere klimaatinvloeden • de aanwezigheid van muurafhouders • trappen die zijn voorzien van bredere sporten of ladders van een ladderbordes.
Hangsteiger.
Hoogwerker. Aluminium ondersteuningsconstructie.
17
Oplossingen 5
Algemene knelpunten, maatregelen en oplossingen
Naast de specifieke risico’s van schilderwerkzaamheden zijn o.a. veiligheid, werkstress, klimaat, trillingen, verlichting en hygiëne knelpunten waar de schilder mee te maken kan krijgen. In dit hoofdstuk worden deze knelpunten en maatregelen besproken. 5.1
VEILIGHEID
Veiligheidsrisico’s die zich tijdens schilderwerkzaamheden kunnen voordoen: • valgevaar bij het werken op hoogte, op ladders en op steigers • brand- en explosiegevaar bij spuitwerkzaamheden • een verhoogde kans op brand- en explosiegevaar en verstikkingsrisico’s bij het werken in besloten ruimten
VA L G E VA A R
Van valgevaar is sprake wanneer gewerkt wordt op een hoogte van 2,5 meter of meer boven de begane grond of een andere vloer, of indien sprake is van een ongelijke ondergrond. Veel ongevallen vinden plaats door uitglijden en door het omvallen van ladders. Bij het werken op ladders moet de schilder af en toe ver reiken. Hierdoor kan de ladder wegglijden. Soms moet hij tegelijkertijd zichzelf, een pot verf en een kwast of roller vasthouden en komt hij handen te kort. Het is daarom aan te raden het werken op ladders zoveel mogelijk te voorkomen. Steeds meer stelt men zich op het standpunt dat een ladder bedoeld is om zich te verplaatsen naar een ander niveau. Bij het werken op steigers en rolsteigers kunnen ongevallen plaatsvinden door niet goed beveiligde of slecht opgebouwde steigers. Onveilige situaties worden onder andere veroorzaakt door onvoldoende stabiliteit, onvolledige leuningen, smalle werkvloeren, slechte verankeringen, niet draagkrachtige ondergrond en ontbrekende steunen. Bij afgeschermde steigers wordt soms te weinig rekening gehouden met gevolgen voor de stabiliteit van de steigers. Afgeschermde steigers vangen meer wind, waardoor een stabielere opbouw en goede verankering nodig zijn. De leverancier kan over de mogelijkheden en onmogelijkheden meer specifieke informatie geven.
18
P R E V E N T I E V E M A AT R E G E L E N B I J VA L G E VA A R
Maatregelen die het valgevaar voorkomen of verminderen zijn verplicht vanaf een werkhoogte van 2,5 meter of meer. Reeds bij de werkvoorbereiding en planning dient het verkrijgen van een zo groot mogelijke veiligheid bij de keuze van klimmateriaal, hulpmiddelen en (val)beveiligingen het uitgangspunt te zijn. Als er gewerkt wordt op meer dan 2,5 m of indien er kans bestaat te vallen op een ongelijke ondergrond moet er valbeveiliging worden aangebracht. In principe moet altijd gekozen worden voor een werkplek met leuningen (collectieve maatregelen). Alleen als deze, aantoonbaar, niet kunnen worden ingezet mogen persoonlijke beschermingsmiddelen (harnasgordel en lijnen) gebruikt worden. De werknemers moeten vooraf informatie krijgen over de mogelijkheden en beperkingen van klimmaterieel, hulpmiddelen, (val)beveiligingsmiddelen en over de juiste wijze van toepassing. Vangnetten bijvoorbeeld moeten steeds vlak onder de werkplek van de schilders hangen. Voor het schilderen van hoogspannings-masten is een speciale valbeveiliging ontwikkeld. De schilder draagt daarbij een afwijkende speciaal ontwikkelde ‘harnasgordel’. Wanneer de schilder valt, klemt de chute zich vast aan de verticale lijn, zodat de schilder niet valt. Voor het werken op de horizontale delen (traversen) van de masten beschikt het harnas over een klaphaak waarmee de schilder zich moet vastzetten aan de constructie. De overheid streeft ernaar om het werken op ladders te beperken. In het Arbobesluit worden op diverse plaatsen voorwaarden aan het gebruik van klimmaterieel gesteld. Ladders moeten voldoende sterk en stijf zijn, stabiel zijn opgesteld en zo nodig worden vastgezet. Steigers moeten onder deskundig toezicht worden opgebouwd, veranderd en afgebroken.
Muurafhouder.
19
Het materiaal moet zodanig over een steiger worden verdeeld, dat overbelasting wordt voorkomen. Voor alle arbeidsmiddelen geldt dat ze voorzien moeten zijn van een CE-markering. Hierop moet bij de aanschaf worden gelet. Arbeidsmiddelen zonder deze aanduiding mogen niet worden verhandeld. Verder is in het Arbobesluit vastgelegd dat arbeidsmiddelen periodiek worden gekeurd (1 x per jaar). Arbeidmiddelen moeten deugdelijk zijn en geschikt voor de werkzaamheden waarvoor ze worden gebruikt. B R A N D - E N E X P L O S I E G E VA A R
Bij het werken met oplosmiddelhoudende verfproducten, in het bijzonder bij verfspuitwerkzaamheden of in ruimten met weinig ventilatie, kan brand- of explosiegevaar ontstaan. De damp en de nevel die vrijkomen, bevatten vluchtige en brandbare stoffen. Aan de inrichting van de werkplaats, de verfopslag, spuitruimten, bij spuitwerkzaamheden en het werken in besloten ruimten worden daarom specifieke veiligheids-, gezondheids- en vaak ook milieu- en brandpreventie-eisen gesteld (zie onder meer de Beleidsregels). Voorschriften voor opslag van gevaarlijke stoffen zijn opgenomen in CPR-15-1: Opslag gevaarlijke stoffen in emballage; opslag van vloeistoffen en vaste stoffen (0 tot 10 ton). P R E V E N T I E V E M A AT R E G E L E N B I J B R A N D - E N E X P L O S I E G E VA A R
• Raadpleeg de PISA-kaarten met betrekking tot brand- en explosierisico’ s van te verwerken materialen • Zorg voor goede ventilatie en afzuiging • In de spuitruimte en tijdens spuitwerkzaamheden geldt een rookverbod • In ruimten met explosiegevaar of in ruimten waar oplosmiddelhoudende producten zijn opgeslagen mag alleen met explosievrij gereedschap gewerkt worden • Vermijd open vuur en andere ontstekingsbronnen tijdens het werken met brandbare stoffen • Voorkom statische ladingen bij het overtappen of het vervoeren van brandbare of explosieve stoffen door het aanbrengen van deugdelijke aardkabels op leidingen en machines. De aardkabels moeten regelmatig gecontroleerd worden • Voorkom verspreiding van dampen van brandbare vloeistoffen • Voorkom broeinesten in filters, met name bij het gebruik van twee componenten lakken.
20
WERKEN IN BESLOTEN RUIMTEN
Schilderwerkzaamheden in besloten ruimten brengen specifieke risico’s met zich mee, zoals de kans op: • verstikking • brand en explosie • bedwelming • vergiftiging • elektrocutie • struikelen/uitglijden • beklemming.
M A AT R E G E L E N B I J H E T W E R K E N I N B E S L O T E N R U I M T E N
Voordat in besloten ruimten veilig kan worden gewerkt, moet worden onderzocht in welke mate er gevaar bestaat voor verstikking, bedwelming, vergiftiging, brand, explosie en/of elektrocutie. In de risico-inventarisatie en -evaluatie moet zijn aangegeven welke doeltreffende maatregelen genomen dienen te worden wanneer in dergelijke ruimten moet worden gewerkt. Gezien het verhoogde risico van het werken in besloten ruimten wordt geadviseerd de werkzaamheden alleen door ter zake deskundige personen uit te laten voeren. Vervolgens moeten tijdens de werkzaamheden een aantal maatregelen uitgevoerd worden. Hierbij kan gedacht worden aan: • voldoende ventilatie en het schoonmaken van de ruimte • brand- en explosiepreventie, onder meer door het gebruiken van vonkvrije arbeidsmiddelen • afbakening van de gevarenzones • voortdurend toezicht • voorlichting en instructie over het gebruik van (onafhankelijke) ademhalingsbeschermingsmiddelen en overige persoonlijke beschermingsmiddelen.
In het Arbouwadvies ‘Besloten ruimten’ wordt aangegeven welke knelpunten er zijn, hoe deze herkend kunnen worden en welke maatregelen genomen moeten worden.
21
5.2
WERKDRUK
Onderzoek wijst uit dat onderhouds- en constructieschilders vaker aangeven last van tijdsdruk te hebben dan hun collega-schilders. Werkdruk gaat gepaard met gezondheidsklachten zoals hoofdpijn, duizeligheid, vermoeidheid, prikkelbaarheid en gejaagdheid. M A AT R E G E L E N D I E VA N I N V L O E D K U N N E N Z I J N O P D E W E R K D R U K
Een goede werkvoorbereiding, planning en overleg met aandacht voor werkomstandigheden kan werkstress voor een belangrijk deel verminderen. Hierbij zijn de volgende aandachtspunten van belang: • Schilders moeten goed op de hoogte zijn van de eisen die aan hen gesteld worden en van het doel en inhoud van het werk • Schilders moeten (aanvullend) kunnen samenwerken en gelegenheid hebben om ondersteuning te krijgen • Schilders moeten bij voorkeur zelfstandig problemen kunnen oplossen zonder daarbij voortdurend afhankelijk te zijn van anderen • Evaluatie van het schilderwerk heeft een positief effect op de motivatie en de betrokkenheid van de schilders bij het werk. Het is belangrijk de schilder te vertellen hoe gewerkt is en hoe de kwaliteit van het geleverde werk is (terugkoppeling).
5.3
K L I M A AT
Klimatologische factoren zoals koude, warmte, luchtvochtigheid, tocht, wind en temperatuurwisselingen zijn bij de uitvoering van de schilderwerkzaamheden verstorend voor de kwaliteit en de arbeidsomstandigheden. M A AT R E G E L E N K L I M AT O L O G I S C H E I N V L O E D E N
• Om koude en tocht bij binnenschilderwerk te voorkomen is het plaatsen van ruiten in ramen en deuren in alle gevallen een goede maatregel • In de periode vanaf 1 november tot 1 april moeten de ruimten waar gewerkt wordt door de schilder of afwerker tochtvrij zijn.
22
AFGESCHERMD SCHILDEREN
Schilderen achter afscherming zorgt voor betere arbeidsomstandigheden, veroorzaakt minder verstoringen van de voortgang en geeft een betere kwaliteit van het werk. Er zijn verschillende soorten afdichting waarmee een gedeeltelijke of totale afscherming kan worden gemaakt. De afscherming kan gemaakt zijn van zeil, plastic of gaas op een frame. Bij het gebruik van een afscherming van gaas met een windreductie van 90% is de regeling van de winterschilder van kracht. Het plaatsen van schotten kan ook zorgen voor afscherming. Als een werk goed afgeschermd wordt kan het betekenen dat oplosmiddelendampen langer blijven hangen. In de praktijk wordt de afschermconstructie zodanig opgehangen dat sprake is van voldoende natuurlijke ventilatie. Indien de natuurlijke ventilatie te gering is, kan het noodzakelijk zijn om aanvullende ventilatie te regelen. Belangrijk is om in het kader van voldoende ventilatie de afvoer van verbrandingsgassen van de verwarmingstoestellen mee te berekenen (denk ook aan de afvoer uit de woningen). Bij afschermingen op een steiger moet rekening gehouden worden met de stabiliteit en sterkte van de steigers. Afgeschermd klimmaterieel vangt meer wind waardoor de opbouw en de verankering extra aandacht vereisen.
Goede afscherming bevordert een goede gezondheid en de kwaliteit van het werk.
23
AANDACHTSPUNTEN BIJ HET AFGESCHERMD SCHILDEREN
• de opbouw van de afscherming en de constructie waarop de afscherming wordt aangebracht moet stabiel zijn (zonodig moet deze constructie, bijvoorbeeld de steiger, worden berekend. • de mogelijkheden voor transport en toegankelijkheid achter de afscherming dienen ter plaatse te worden bepaald • het zorgen voor voldoende natuurlijke ventilatie bij het werken achter afscherming. Indien nodig dient aanvullende ventilatie te worden toegepast • het nemen van maatregelen om stof te beperken zoals afzuiging, opruimen, enz. • het zorgen voor voor veilige verwarming met rookgasafvoer bij lage temperaturen • het zorgen voor voldoende verlichting • het dragen van goede werkkleding • het op de juiste manier gebruiken van de voorgeschreven persoonlijke beschermingsmiddelen • het treffen van maatregelen waardoor het ventilatiesysteem van het afgeschermde pand niet wordt verstoord • het geven van goede voorlichting en het maken van duidelijke afspraken met bewoners voorkomt (onnodige) problemen.
5.4
GELUID
De schilder gebruikt in het algemeen betrekkelijk ‘stille’ apparatuur (schuurmachines). Wel worden schilders blootgesteld aan lawaai van anderen in de bouw. Dit geldt vooral in de nieuwbouw, waarbij schilders samen met anderen in de afbouwfase werkzaam zijn. Volgens de Arbeidsomstandighedenwet moeten bij schadelijke geluidniveaus - dit is boven 80 dB(A) - door de werkgever gehoorbeschermingsmiddelen beschikbaar worden gesteld. Bij geluidniveaus boven 85 dB(A) moeten maatregelen getroffen worden om het geluidsniveau te verminderen. De werknemers zijn verplicht gehoorbescherming te dragen bij geluidniveaus boven 85 dB(A). Er zijn verschillende soorten gehoorbeschermingsmiddelen zoals oordoppen, oorkappen en individueel aangemeten gehoorbescherming (IAG). Oordoppen en proppen dempen ca.
10 - 15 dB(A)
Oorkappen dempen ca.
15 - 25 dB(A)
IAG dempt ca.
15 - 25 dB(A)
Voor een nader advies “op maat” kunt u bij uw arbodienst terecht. 24
5.5
TRILLINGEN
Schilders zijn incidenteel blootgesteld aan trillingen. Bijvoorbeeld: het langdurig werken met een vlakschuurmachines veroorzaakt een blootstelling aan trillingen met een intensiteit van gemiddeld 6,4 m/s 2. De maximale blootstellingsduur per dag mag dan ongeveer één uur zijn. Herhaaldelijke, langdurige blootstelling aan hand/arm-trillingen kan het ontstaan van ‘dode’ vingers (white-finger syndrome) en/of gewrichtsaandoeningen betekenen. Bij normaal schilderwerk zijn deze effecten niet te verwachten. P R E V E N T I E V E M A AT R E G E L E N B I J T R I L L I N G E N
• Gebruik trillingsarm gereedschap • Werk per persoon niet langer dan 1 uur per dag met deze apparatuur. Wissel zodanig onderling de werkzaamheden af.
5.6
VERLICHTING
Bij binnenschilderwerk en afgeschermd werken is daglicht vaak onvoldoende en moet met kunstlicht worden gewerkt. Slechte verlichting maakt het uitvoeren van het werk moeilijker en kan bovendien leiden tot onveilige situaties. Bij buitenwerk kan het met name ‘s winters in de ochtenduren nog te donker zijn om goed te kunnen werken. Kunstmatige verlichting is dan noodzakelijk. Bij het werken met kunstverlichting moet rekening gehouden worden met de gevaren van elektriciteit. 5.7
HYGIËNE
Door onzorgvuldig werken, vervuilde werkkleding of door met vervuilde handen te eten, te roken of te drinken op de werkplek kunnen schadelijke stoffen uit verfproducten in het lichaam opgenomen worden. Een goede persoonlijke hygiëne kan dit risico beperken.
25
AANDACHTSPUNTEN VOOR EEN ZO GOED MOGELIJKE HYGIËNE
• werk zo schoon mogelijk • goede persoonlijke hygiëne en hygiënische voorzieningen zijn noodzakelijk • eet, rook en drink niet op de werkplek of tussen de producten maar in een schaftgelegenheid • zorg dat er vers stromend water beschikbaar is • als er geen watertank in de keet is, moeten andere maatregelen getroffen worden • er moeten voldoende toiletvoorzieningen aanwezig te zijn • draag beschermende kleding met broekspijpen en lange mouwen om te voorkomen dat de huid met chemicaliën in aanraking komt • draag (de geadviseerde) handschoenen (zie PISA) wanneer de handen in contact kunnen komen met producten die irriterende of allergene stoffen bevatten (zie bijlage 3).
26
Bescherming 6
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)
In de risico-inventarisatie (RI&E) moet worden vastgelegd welke persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) de werkgever aan zijn medewerkers ter beschikking moet stellen. De werkgever is verantwoordelijk voor het ter beschikking stellen en het gebruik van de PBM. De middelen moeten in beginsel gratis aan de werknemer worden verstrekt. De werkgever is tevens verplicht voorlichting en onderricht te geven over het omgaan met PBM. Bovendien dient hij toezicht uit te laten oefenen of de werknemers daadwerkelijk de PBM gebruiken voor de beoogde doeleinden. Een belangrijke rol is hierbij weggelegd voor de direct leidinggevende. Schilders zijn verplicht de aan hen verstrekte beschermingsmiddelen te gebruiken en aan voor hen georganiseerde voorlichting en onderricht deel te nemen. Voorlichting en instructie over het doel, de werking en de wijze van het gebruik van PBM zijn uiterst belangrijk om tot een juist gebruik van PBM te komen. Voor een uitgebreid overzicht van de persoonlijke beschermingsmiddelen bij bepaalde werkzaamheden, verfsoorten en werksituaties, wordt verwezen naar bijlage 1 van dit Arbouwadvies. “ S TA N D A A R D ” PA K K E T P B M
Schilders dienen minimaal de beschikking te hebben over een pakket persoonlijke beschermingsmiddelen, dat bestaat uit werkkleding, veiligheidsschoenen, handschoenen en een pet. De werkhandschoenen moeten echter wel afgestemd worden op het product waarmee wordt gewerkt (dit is in PISA beschreven). Daarnaast kan het pakket, indien nodig, aangevuld worden met andere persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals oogbescherming en ademhalingsbescherming. OOGBESCHERMING
Voor oogbescherming kan gebruik worden gemaakt van een ruimzichtbril waarbij, afhankelijk van het type bescherming dat noodzakelijk is, kan worden gekozen voor een stofbril of een chemicaliënbril. Let bij de keus van een bril op of deze aan de binnenzijde niet beslaat. Voor brildragers zijn speciale, zogenoemde overzetbrillen, verkrijgbaar.
27
ADEMHALINGSBESCHERMING
Bij het selecteren van ademhalingsbescherming tegen gas of damp moet bij gebruik van filterbussen een keus worden gemaakt uit bussen van 3 verschillende capaciteiten (1, 2 of 3). Welke capaciteit er gekozen moet worden is in bijlage 1 niet aangegeven, aangezien die keus afhankelijk is van de omstandigheden. De filterbussen met de grootste capaciteit moeten worden gebruikt bij werk waarbij veel damp ontstaat (bijvoorbeeld spuiten van oplosmiddelhoudende verf) of waarbij de damp niet weg kan (ruimten met erg weinig ventilatie). Verwissel de bussen regelmatig. Gasfilters kunnen niet net als stoffilters worden bewaard om dagen of weken later nog eens te gebruiken. Tijdens het bewaren verspreiden de giftige dampen zich namelijk door het filter en kunnen bij hergebruik ingeademd worden.
28
Bijlagen
29
Bijlage 1 In deze bijlage staan van bepaalde werkzaamheden de risico’s vermeld en de maatregelen die genomen kunnen worden om de problemen te beperken.
Ondergrondvoorbehandelingen Werkzaamheden
Problemen
Maatregelen
Afborstelen
Inademen van stof
Stofzuiger met borstel, of anders stofmasker van P2-kwaliteit (schadelijk stof), P3 (giftig stof)
Afbranden, afföhnen
Stof in de ogen
Stofbril
Stof op het hoofd
Pet
Beschadiging van de huid
Werkhandschoenen
Inademen van dampen
Binnen: Nooit branden
en gassen
Afföhnen: goed ventileren, zo nodig verseluchtkap. Buiten: met de wind in de rug werken
Inademen van looddamp
Loodhoudende verf: Niet afbranden
(loodmenie, loodwit) Hete deeltjes in de ogen
Gelaatscherm
Hete deeltjes op de huid
Pet, kantoenen overall, lange, dunne leren handschoenen
Brandgevaar
Niet branden, föhn op lage temperatuurstand
Afbijten met middel op
Inademen van oplos-
Binnen: vervangingsplicht: uitsluitend
oplosmiddelbasis (zonder
middeldamp
oplosmiddelvrij product gebruiken;
methyleenchloride)
Buiten: bij kwasten/rollen een halfgelaatsmasker met filtertype A en bij het verspuiten een filter met hoge capaciteit of zonodig een verseluchtkap Spatten afbijtmiddel in de
Gelaatscherm of chemicaliënbril
ogen Spatten afbijtmiddel op de
Katoenen overall, handschoenen type nitril
huid
rubber
Afbijten met middel op
Inademen van oplos-
Binnen: vervangingsplicht: uitsluitend
basis van methyleen-
middeldamp
oplosmiddelvrij product gebruiken;
chloride
Buiten: bij kwasten/rollen een halfgelaatsmasker met filtertype AX en bij het verspuiten een verseluchtkap Spatten afbijtmiddel in de
Gelaatsbescherming in combinatie met
ogen
ademhalingsbescherming
Spatten afbijtmiddel op de
Katoenen overall, handschoenen type nitril
huid
rubber neopreen of pva
Inademen van giftige
Gebruik geen vuur het produkt ontleedt in
dampen
aanraking met vuur (gasbrander, sigaret) tot giftige dampen
30
Werkzaamheden
Problemen
Maatregelen
Afbijten met middel op
Inademen van loogdamp
Binnen: vervangingsplicht: uitsluitend oplos-
loogbasis
middelvrij product gebruiken; Buiten: bij kwasten/rollen een halfgelaatsmasker met filtertype BE
Afschrapen
Afsteken
Bikken, handmatig
Bikken met
Spatten afbijtmiddel in de
Oog-/gelaatsbescherming in combinatie met
ogen
ademhalingsbescherming
Spatten afbijtmiddel op de
Zo nodig chemicaliën bestendige kledingen en
huid
handschoenen van latex, rubber of neopreen
Inademen van stof
Stofmasker van P2-kwaliteit
Stof en gruis in de ogen
Stofbril
Stof op het hoofd
Pet
Beschadiging van de huid
Werkhandschoenen
Inademen van stof
Stofmasker van P2-kwaliteit
Stof en gruis in de ogen
Stofbril
Stof op het hoofd
Pet
Beschadiging van de huid
Werkhandschoenen
Inademen van grof stof
Stofmasker van P2-kwaliteit
Stof en gruis in de ogen
Stofbril
Stof op het hoofd
Pet
Beschadiging van de huid
Werkhandschoenen
Lawaai
Gehoorbescherming
Inademen van stof
bekrachtigde hamer
Stofmasker: volgelaatsmasker met P3-filter of bij voorkeur masker of helm met aangeblazen gefilterde lucht (type TM3 of TH3)
Stof en gruis in de ogen
Oogbescherming in combinatie met ademhalingsbescherming
Stof op het hoofd
Pet
Beschadiging van de huid
Werkhandschoenen
Lawaai
Gehoorbescherming
Trillingen
Werk regelmatig afwisselen, bij voorkeur niet langer dan 0,5 uur per dag mee werken.
Fluateren
Fluaatspatten in de ogen
Gelaatscherm
Fluaatspatten op de huid
Lange gevoerde rubber handschoenen, zo nodig rubber kleding en rubber laarzen
Hoge-druk-waterstralen
Waterstraal in de ogen
Gelaatscherm of bril
(= hydro jetting)
Waterstraal op de huid
Waterdichte handschoenen, laarzen en werkkleding
31
Werkzaamheden
Problemen
Maatregelen
Ontvetten met ammonia
Inademen van ammoniak-
Niet meer toepassen voor reinigingswerk.
damp en risico voor de
Gebruik bijvoorbeeld Universol of St. Marc
ogen en huid Ontvetten met
Inademen van oplosmiddel
Binnen: vervangingsplicht: uitsluitend oplos-
oplosmiddel
damp
middelvrij product gebruiken; Buiten: halfgelaatsmasker met filtertype A
Oplosmiddel in de ogen
Gelaatsscherm of chemicaliënbril
Oplosmiddel op de huid
Lange gevoerde neopreen handschoenen, overall van dicht geweven katoen zo nodig neopreen voorschoot, laarzen of schoenen met neopreen zolen
Schuren: handmatig
Inademen van stof
Stofmasker van P2-kwaliteit (schadelijk stof), P3-kwaliteit (giftig stof). Gebruik een kleefdoek of zuig het stof weg. Blaas het stof niet weg met perslucht
Stofvrij maken
Stof in de ogen
Stofbril, pet
Stof op de huid
Dicht geweven katoenen overall
Beschadiging van de huid
Werkhandschoenen
Inademen van stof
Stofmasker van P2-kwaliteit (schadelijk stof), P3-kwaliteit (giftig stof). Gebruik een kleefdoek of zuig het stof weg. Blaas het stof niet weg met perslucht
Tollen
Stof in de ogen
Stofbril, pet
Stof op de huid
Dicht geweven katoenen overall
Beschadiging van de huid
Werkhandschoenen
Inademen van stof
Binnen: masker of helm met aangeblazen gefilterde lucht (type TM2, TM3, TH2 of TH3); Buiten: stofmasker van P2-kwaliteit (schadelijk stof), P3-kwaliteit (giftig stof)
Stof, staaldraadjes in de
Stofbril, pet
ogen Stof, staaldraadjes op de
Dicht geweven katoenen overall
huid Beschadiging van de huid
Werkhandschoenen
Lawaai
Gehoorbescherming
Voorbehandelen,
Inademen, inslikken en
Verboden werkzaamheden tenzij de uitvoering
reinigen, repareren van
opnemen via de huid van
geschiedt overeenkomstig de Leidraad
asbest houdende
asbestvezels
verantwoord werken bij het voorbehandelen
materialen
en schilderen van asbesthoudende materialen en hiervoor ontheffing verkregen is van het Bedrijfschap Schildersbedrijf
32
Verfsoorten Ve r f
Problemen
Maatregelen
Brandwerende verf op
Inademen spuitnevel
Binnen: vervangingsplicht: uitsluitend oplos-
antimoonwitbasis
middelvrij product gebruiken. Uitzondering: beschadigingen aan fabrieksmatig gecoate staalconstructies mogen bij nieuwbouw worden bijgewerkt met hetzelfde type verf als waarmee is gecoat. Hierbij het preventieregime voor buiten toepassen + goede ventilatie. Buiten: zo nodig verseluchtkap gebruiken. Dit type verf bij voorkeur niet verspuiten
Carbolineum
Inademen dampen
Gebruik een halfgelaatsmasker met A-filter; bij verspuiten: draag volgelaatsmasker met filter type A/P2
Carbolineum in de ogen
Gelaatscherm of chemicaliënbril
Carbolineum op de huid
Lange oplosmiddel resistente handschoenen, overall van dicht geweven katoen, neopreen voorschoot, oplosmiddel resistent schoeisel
Chromaat houdende
Huidverbranding
Niet met carbolineum in het zonlicht werken
Inademen spuitnevel
Binnen: vervangingsplicht: uitsluitend oplos-
primers (oplosmiddel-
middelvrij product gebruiken.
houdend)
Uitzonderingen: voorbewerken van muren met brand- en rookschade of nicotine-aanslag en sterk poreuze of poederende ondergrond. Hierbij het preventieregime voor buiten toepassen + goede ventilatie. Buiten: altijd verseluchtkap gebruiken Verfspatten en verfnevel in
Gelaatscherm
de ogen Verfspatten en verfnevel op de huid
Lange, gevoerde neopreen handschoenen, overall van dicht geweven katoen, neopreen voorschoot, laarzen of schoenen met neopreen zolen
Oplosmiddelarm/-vrije
In het bijzonder bij warm
Binnen en buiten: halfgelaatsmasker met
epoxy coatings (beton-
weer kans op inademen
filtertype A, bij spuitwerk halfgelaatsmasker
reparatiemortels, vloer-
dampen van reactieve
met filtertype A/P2.
coatings, etc.)
verdunners
Bij gebruik binnen: goed ventileren.
Verfspatten en nevel in de
Oog/gelaatsbescherming in combinatie met
Bij het verspuiten inademen van spuitnevel ogen
ademhalingsbescherming bij mengen. Werk boven het hoofd: rollen / spuiten
Verfspatten en nevel op de
Lange, gevoerde neopreen of nitrilrubber
huid
handschoenen, overall van dicht geweven katoen, zo nodig neopreen voorschoot, laarzen of schoenen met neopreen zolen
33
Ve r f
Problemen
Maatregelen
Isocyanaathoudende
Inademen van damp en
Binnen: vervangingsplicht: uitsluitend oplos-
verven (oplosmiddel-
spuitnevel
middelvrij product gebruiken;
houdend)
Buiten: halfgelaatsmasker met filtertype A, bij spuitwerk altijd verseluchtkap gebruiken. Dit type verf bij voorkeur niet verspuiten Verfspatten en spuitnevel
Oogbescherming in combinatie met adem-
in de ogen
halingsbescherming
Verfspatten en spuitnevel
Lange, gevoerde handschoenen type butyl-
op de huid
rubber, overall van dichtgeweven katoen.
Isocyanaathoudende
Inademen van damp en
Binnen en buiten: halfgelaatsmasker met
verven (oplosmiddelvrij)
spuitnevel
filtertype A, bij spuitwerk altijd verseluchtkap gebruiken. Dit type verf bij voorkeur niet verspuiten
Verfspatten en spuitnevel
Oogbescherming in combinatie met adem-
in de ogen
halingsbescherming
Inademen van damp en
Lange, gevoerde handschoenen type butyl-
spuitnevel
rubber, overall van dichtgeweven katoen
Loodhoudende verven
Inademen van damp of
Binnen: vervangingsplicht: uitsluitend oplos-
(oplosmiddelhoudend)
spuitnevel
middelvrij product gebruiken; Buiten: halfgelaatsmasker met filtertype A. Bij spuitwerk halfgelaatsmasker met filtertype A/P2 gebruiken
Verfspatten en spuitnevel
Ruimzichtbril of bescherming in combinatie
in de ogen
met ademhalingsbescherming
Verfspatten en spuitnevel
Handschoenen type nitrilrubber, overall van
op de huid
katoen
Oplosmiddelen, verdun-
Inademen van damp of
Binnen: vervangingsplicht: uitsluitend oplos-
ningsmiddelen en oplos-
spuitnevel
middelvrij product gebruiken;
middelhoudende verven,
Buiten: halfgelaatsmasker met filtertype A.
beitsen, lakken, afbijt-
Bij spuitwerk halfgelaatsmasker met filtertype
middelen e.d.
A/P2 gebruiken Verfspatten en spuitnevel
Gelaatscherm of chemicaliënbril
in de ogen Verfspatten en spuitnevel
Chemicaliën bestendige handschoenen type
op de huid
nitrilrubber, overall van dichtgeweven katoen
34
Ve r f
Problemen
Maatregelen
Schimmelwerende verven
Inademen van damp en
Binnen: vervangingsplicht: uitsluitend oplos-
op oplosmiddelbasis
spuitnevel
middelvrij product gebruiken; Buiten: halfgelaatsmasker met A-filter. Bij spuiten volgelaatsmasker met filtertype A/P2 gebruiken. Veel schimmelwerende verven mogen niet worden verspoten
Schimmelwerende verven
Verfspatten en spuitnevel
Oogbescherming in combinatie met adem-
in de ogen
halingsbescherming
Verfspatten en spuitnevel
Handschoenen type nitrilrubber, overall van
op de huid
katoen
Inademen van spuitnevel
op waterbasis
Binnen en buiten: bij het verspuiten volgelaatsmasker met filtertype A/P2 gebruiken Binnen: goed ventileren. Veel schimmelwerende verven mogen niet worden verspoten
Verf/lak/beits op water-
Verfspatten en spuitnevel
Oogbescherming in combinatie met adem-
in de ogen
halingsbescherming
Verfspatten en spuitnevel
Handschoenen type nitrilrubber, overall van
op de huid
katoen
Inademen dampen
Bij kwasten/rollen geen ademhalings-
basis
bescherming noodzakelijk Verfspatten en spuitnevel
Steenkoolteerpek-
handschoenen, type nitrilrubber
Verfspatten en spuitnevel
Ruimzichtbril bij rollen, boven het hoofd
in de ogen
werken en bij spuiten
Inademen van spuitnevel
Binnen: vervangingsplicht: uitsluitend oplos-
houdende verven met
middelvrij product gebruiken;
oplosmiddelen (epoxyteercombinaties en blackvarnish)
Steenkoolteerpek-
Buiten: altijd verse-luchtkap gebruiken Verfspatten en spuitnevel
teercombinaties en black varnish)
Bij werk boven het hoofd, spuiten of rollen.
in de ogen
Gelaatscherm of chemicaliënbril
Verfspatten en spuitnevel
Handschoenen vloeistofdicht, type nitrilrubber
op de huid
en overall van dichtgeweven katoen
Inademen van spuitnevel
Binnen en buiten: halfgelaatsmasker met
houdende verven oplosmiddelvrij (epoxy-
Direct contact vermijden. Draag vloeistofdichte
op de huid
filter type A Verfspatten en spuitnevel
Bij het werken boven het hoofd: spuiten of
in de ogen
rollen. Gelaatscherm of chemicaliënbril
Verfspatten en spuitnevel
Handschoenen vloeistofdicht, type nitrilrubber
op de huid
en overall van dichtgeweven katoen
35
Applicatietechnieken Soort werk
Problemen
Maatregelen
Aanbrengen met de
Verfspatten in de ogen
Bij werk boven hoofd: veiligheidsbril, gelaats-
kwast
scherm, pet Verfspatten op de huid
Lange, gevoerde handschoenen
Inademen van dampen
Zo nodig ademhalingsbescherming *
Verf of plamuur in de ogen
Bij werk boven hoofd: veiligheidsbril, gelaats-
Verf of plamuur op de huid
Lange, gevoerde handschoenen
Inademen van dampen
Zo nodig ademhalingsbescherming *
Aanbrengen met de
Verf, sierpleister, enz. in de
Bij werk boven hoofd: veiligheidsbril, gelaats-
plekspaan
ogen
scherm, pet
Verf, sierpleister, enz. op de
Lange, gevoerde handschoenen
Aanbrengen met het (plamuur)mes
scherm, pet
huid
Aanbrengen met de
Inademen van dampen
Zo nodig ademhalingsbescherming *
Verfspatten in de ogen
Bij werk boven hoofd: veiligheidsbril, gelaats
Inademen van dampen
Zo nodig ademhalingsbescherming *
Verfspatten in de ogen
Bij werk boven hoofd: veiligheidsbril, gelaats-
verfhandschoenen
Aanbrengen met de
scherm, pet
verfroller
scherm, pet Verfspatten op de huid
Lange, gevoerde handschoenen
Inademen van dampen
Zo nodig ademhalingsbescherming * Handschoenen, laarzen
Aanbrengen met de
Verfspatten op de huid
vloerhark
Inademen van dampen
Zo nodig ademhalingsbescherming *
Airless spuiten
Inademen van spuitnevel
Binnen: goed ventileren, zo nodig masker met
Dompelen
Verfspatten in de ogen
Zo nodig veiligheidsbril, pet
Verfspatten op de huid
Lange gevoerde handschoenen, overall van
Inademen van dampen
Zo nodig ademhalingsbescherming *
filter of verseluchtkap gebruiken *
dicht geweven katoen, voorschoot, laarzen
Gieten
Verfspatten in de ogen
Zo nodig veiligheidsbril of gelaatsscherm
Verfspatten op de huid
Lange gevoerde handschoenen, overall van
Inademen van dampen
Zo nodig ademhalingsbescherming *
dicht geweven katoen, voorschoot, laarzen
36
Soort werk
Problemen
Maatregelen
Kitten
Kit op de huid
Handschoenen, huidcontact vermijden, gebruik gereedschap voor verwerking (niet nastrijken met vinger)
Inademen van dampen
Zo nodig ademhalingsbescherming
Lawaai (bij pneumatische
Gehoorbescherming *
kitspuit of door compressor) * Raadpleeg voor het type handschoen en kleding de Arbouw-brochure ‘Adviezen voor beschermende kleding bij het werken met chemicaliën’. Voor het type ademhalingsbescherming of type filter: raadpleeg het product- of verwerkingsvoorschrift.
37
Werksituatie Soort werk
Problemen
Maatregelen
Besloten ruimten
Zuurstoftekort, bedwel-
Bij het werken in besloten moet zijn voldaan
mingsgevaar, explosiegevaar, aan de desbetreffende eisen van de
Binnenwerk
vergiftiging, enz.
Arbeidsinspectie (zie AI-5).
Inademen stof, damp of
Goed afzuigen, goed ventileren. Zonodig
spuitnevel
ademhalingsbescherming. *
Lawaai bij schuren en
Gehoorbescherming
spuiten Afgeschermd werk
Inademen stof, dampen
Goed ventileren, goed afzuigen, zonodig ademhalingsbescherming.
Belasting door de wind
Zorg voor stabiele opbouw en goede verankering.
Boven het hoofd werken
Onvoldoende licht
Zorg voor goede verlichting.
Stof, verfspatten in de ogen
Stofbril, gelaatscherm of chemicaliënbril, pet.
en op het hoofd Dakgoten
Dakgoot bezwijkt
Dakgoten voor aanvang van het werk grondig inspecteren.
Valgevaar
Bij voorkeur vanaf beveiligde (rol)steiger werken, valbeveiliging.
Hoogwerkers
Wegglijden en kantelen
Voertuig goed positioneren op vlakke stevige ondergrond. Alle poten uitzetten. Houd rekening met de maximum belasting.
Ladders
Breken van sporten
Houten ladders, uitsluitend aflakken met blanke lak. Alle ladders, dus ook de aluminium ladders, periodiek inspecteren.
Wegglijden ladder
Plaats de ladder op een stevige ondergrond. Plaats de ladder onder de juiste hoek (70º).
Rolsteiger
Rolsteiger zakt weg
Plaats rolsteiger op een stevige, vlakke ondergrond.
Rolsteiger gaat bewegen
Zet de rolsteiger vast voordat hij wordt beklommen. Houd rekening met de maximum belasting (zie AI-blad nr. 21).
38
Werksituatie Soort werk
Problemen
Maatregelen
Steigers
Steiger zakt weg
Plaats de steiger op een stevige vlakke ondergrond.
Steiger valt om
Maak de steiger goed vast aan bijvoorbeeld de gevel.
Steigerplanken verschuiven
Leg de steigerplanken aangesloten en goed overlappend.
Valgevaar
Zorg voor leuning en hekwerk.
* Raadpleeg voor type handschoen en kleding de Arbouw-brochure ‘Adviezen voor beschermende kleding bij het werken met chemicaliën’. Voor het type ademhalingsbescherming of type filter: raadpleeg het product- of verwerkingsvoorschrift.
39
Bijlage 2
Met de volgende vragenlijst kunt u bepalen of u kans op eczeem hebt. V R A G E N L I J S T: U W K A N S O P E C Z E E M JA
NEE
Heeft u nu eczeem aan uw handen?
+5
0
Heeft u een andere huidaandoening aan uw handen?
+2
0
Heeft u wondjes en kloofjes aan uw handen?
+2
0
Heeft u eczeem op een andere plaats dan aan uw handen?
+2
0
Heeft u vroeger al eens eczeem gehad?
+2
0
Komt uw huid regelmatig in contact met oplosmiddelen?
+2
0
die geen vocht opnemen)?
+1
0
Gebruikt u medicijnen die de huid beïnvloeden?
+1
0
Gebruikt u regelmatig zeep om uw handen te reinigen?
+1
0
Gebruikt u regelmatig een verzorgende handcrème?
-1
0
Bent u al meer dan 10 jaar schilder?
+1
0
Is uw huid vaak vochtig (nat werk, handschoenen
Totaal aantal punten
Is uw score 0 - 4 punten: Uw kans om eczeem te krijgen is gering. Is uw score 5 punten of meer: U heeft een grotere kans om eczeem te krijgen.
40 40
SCORE
Bijlage 3
KOELZALF AZG
Deze zalf kunt u gebruiken wanneer u last heeft van een droge, schilferige huid en wanneer uw handen regelmatig in aanraking komen met oplosmiddelen en sterke reinigingsmiddelen. Recept koelzalf AZG Samenstelling per 100 gram: •
57,5 gram arachis olie
•
12,5 gram witte was
•
5 gram monoleïne
•
25 ml water
VA S E L I N E - L A N E T T E C R È M E A Z G
Deze crème kunt u gebruiken bij een normale huid en wanneer uw handen minder vaak in aanraking komen met oplosmiddelen. Recept Vaseline-lanette crème AZG Samenstelling per 100 gram: •
12,5 gram vloeibare paraffine
•
22,5 gram vaseline
•
0,125 % conserveermiddel sorbinezuur
•
15 gram lanette was
•
50 ml water
Vraag uw apotheek deze zalf en/of crème voor u te maken.
41 41
Bijlage 4
K E U Z E TA B E L D I V E R S E S O O R T E N H A N D S C H O E N E N
SOORT HANDSCHOEN
BR
PVP
PVC
NITR
NP
P VA
VERFSOORT
Watergedragen
*
*
2 componenten epoxy
*
*
2 componenten PUR
*
Watergedragen epoxy
*
o
o o
*
o
High solid o
Latex
o
* eerste keus
*
o *
o
*
o
*
Alkydhars
Handschoenen
o
o tweede keus
BR
butyl rubber
PVP
polyetheen/polyetheen-vinylalcohol/polyetheen laminaat
PVC
polyvinylchloride
NITR
nitril rubber
NP
neopreen
PVA
polyvinylalcohol
Met vragen kunt u terecht bij uw arbodienst.
42
*
Bijlage 5
Werk:
Controle 1
Controle 2
Uitvoerder:
op:
op:
Opmerkingen:
C O N T R O L E L I J S T: S C H I L D E R S W E R K Z A A M H E D E N
Controle 1
Controle 2
Vraagstelling
JA
JA
1
Is de werkplek goed bereikbaar?
2
Is de werkplek nagenoeg vrij van obstakels?
3
Wordt voldoende klimmaterieel ingezet?
4
Is het klimmaterieel voorzien van goed leuning of hekwerk?
5
Wordt klimmaterieel voor het gebruik op deugdelijkheid
(rolsteiger, hoogwerker, heftsteiger)
gecontroleerd? 6
Word klimmaterieel en/of afscherming gecontroleerd met
7
Is de ondergrond stabiel en stevig voor klimmaterieel?
8
Wordt valbeveiliging gebruikt?
9
Zijn gaten in vloeren en wanden goed afgedekt?
behulp van een controlelijst?
10
Is de werkplek tochtvrij?
11
Zijn er sanitaire voorzieningen? (omkleden, wassen, toilet)
12
Is er een schaftruimte en voldoet deze?
13
Is elektriciteit aanwezig dichtbij de werkplek?
14
Is er verlichting?
15
Worden de werknemers geïnstrueerd over de te verrichten werkzaamheden, arbeidsomstandigheden, risico’s en maatregelen?
16
Zijn de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen voorzien?
17
Zijn er afspraken gemaakt over bedrijfshulpverlening?
18
Is er een gediplomeerd BHV’er aanwezig?
19
Is bekend wat men moet doen bij een ongeval?
20
Heeft er afstemming plaatsgevonden met de hoofdaannemer / opdrachtgever (coördinator uitvoeringsfase) over de wijze van uitvoering van schilderwerkzaamheden en de maatregelen?
21
Zijn deze afspraken vastgelegd in een V&G-plan of contract?
22
Wordt er bij de keuze van verf, e.d. rekening gehouden met arbo en milieu? (oplosmiddelvrij, oplosmiddelarm, alternatieve producten, informatie over producten aanwezig, PISA-bladen, risico-inventarisatie gemaakt)
43
NEE
NEE
Vraagstelling 23
Controle 1
Controle 2
JA
JA
Zijn de verpakkingen op de juiste wijze geëtiketteerd inclusief de materialen die zijn overgegoten?
24
Zijn werkmethoden en voorzorgsmaatregelen vastgesteld en uitgevoerd? (ventilatie, vernevelen of spuiten, afzuiging, filtermaskers, filters vervangen, brand- en explosiegevaar, verbod ontstekingsbronnen, rookverbod, dompelen, mengen en overgieten, dragen PBM en kleding, etc.)
25
Worden gevaarlijke producten veilig opgeslagen? (speciale afgesloten kast of ruimte, brandwerend, lekbak, niet te veel producten, explosievrije elektrische voorzieningen volgens NEN 1010, gevaarsaanduidingen, richtlijnen voor opslag volgens CPR 15-1)
26
Zijn van alle te gebruiken materialen veiligheidsbladen of
27
Zijn van alle materialen veiligheids- of PISA-bladen op het
PISA-bladen beschikbaar?
werk aanwezig? 28
Is bekend wat de veilige verwerkingsmethoden van de producten zijn?
29
Is bekend waaruit de onderlagen bestaan alvorens deze
30
Wordt een verzorgingscrème gebruikt?
af te schuren, af te branden of te föhnen?
31
Is er voldoende verzorgingscrème/zalf aanwezig?
32
Worden de voorgeschreven persoonlijke beschermingsmiddelen gedragen? (kleiding, handschoenen, ademhalingsbescherming)
33
Is het juiste gebruik van ademhalingsbescherming en filtermaskers bekend? (welke gevaarlijke stof en het juiste type filterbus, werkzame tijdsduur van filterbus, toezicht op afspraken)
Arbouw heeft ook adviezen en controlelijsten over steigers, ladders en gevaarlijke stoffen.
44
NEE
NEE
Informatie Documentatie-overzicht A R B O U W - P U B L I C AT I E S :
• A-bladen: - A-blad Tillen, Arbouw - A-blad Glaszetten, Arbouw - A-blad Reinigen met zuren en logen, Arbouw • Arbouwadviezen: - Hygiënische voorzieningen op de bouwplaats - Veilig werken op hoogte - Gevaarlijke stoffen - Steigers - Verplaatsbaar klimmaterieel - Ademhalingsbeschermingsmiddelen tegen stof - Lawaai in de bouw - Elektriciteit - Bedrijfshulpverlening • Arbovriendelijk klimmaterieel in de schildersbranche, Arbouw • Controlelijsten, Arbouw • Handboek Arbeidsmiddelen voor de bouwnijverheid, Arbouw. • Huidbeschermingswaaier. Niets aan de hand?, Arbouw. • Koopwijzer Persoonlijke beschermingsmiddelen, Arbouw • Adviezen voor beschermende kleding bij het werken met chemicaliën, Arbouw Bijlage bij Koopwijzer PBM • Productgroep Informatie Systeem Arbouw (PISA), Arbouw. • Stof, neem het niet te luchtig. Brochure schilderwerk, Arbouw. • Veiligheid bij constructieschilderwerk, Arbouw.
45
OVERIGE PUBLICATIES:
• Arbo-informatiebladen (AI-bladen), Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid - AI-5 Veilig werken in besloten ruimten - AI-19 Industriële verfverwerking - I-21 Rolsteigers • Afgeschermd schilderwerk. Bedrijfschap Schildersbedrijf. • Leidraad verantwoord werken bij het voorbehandelen en schilderen van asbesthoudende materialen. Bedrijfschap Schildersbedrijf, Rijswijk. • Publicaties vanuit de Commissie Veilige Verfverwerking, Bedrijfschap Schildersbedrijf - Veilig werken met oplosmiddelen en oplosmiddelenhoudende verfproducten (CVV-M7) - Veilig werken met verfproducten in besloten ruimten (CVV-M4) - Veilig werken met verfproducten: ongevallenpreventie (CVV-M2a) - Veilig werken met verfproducten die isocyanaten bevatten (CVV-M1) - Veilig werken met verfproducten: de regelgeving (CVV-M2d)
46
Adressen Arbouw Postbus 213 3840 AE Harderwijk Telefoon (0341) 46 62 00 Fax (0341) 46 62 11
[email protected] www.arbouw.nl CNV Vakmensen Postbus 2525 3500 GM Utrecht Telefoon (030) 75 11 500 Fax (030) 75 11 859 CNV Info (030) 75 11 001
[email protected] www.cnvvakmensen.nl FNV Bouw Postbus 520 3440 AM Woerden Telefoon (088) 575 70 00 Fax (088) 575 70 03 Infolijn 0900 36 82 689 (€ 0,10 / min) info@fnvbouw www.fnvbouw.nl FOSAG-NOA Postbus 30 2740 AA Waddinxveen Telefoon (0182) 571 444 Fax (0182) 57 20 83
[email protected] www.fosag.nl