Wegmarkeringen
Arbouw-advies voor de bouwnijverheid
Arbouw is door werkgevers- en werknemersorganisaties opgericht om de arbeidsomstandigheden in de bouwnijverheid te verbeteren en het ziekteverzuim te verminderen. Binnen Arbouw participeren Bouwend Nederland, FOSAG-NOA, FNV Bouw en CNV Vakmensen. © Stichting Arbouw. Alle rechten voorbehouden. De producten, informatie, tekst, afbeeldingen, foto’s, illustraties, lay-out, grafische vormgeving, technische voorzieningen en overige werken van Stichting Arbouw (“de werken”), waarin substantieel is geïnvesteerd, zijn beschermd onder de Auteurswet, de Benelux Merkenwet, de Databankenwet en andere toepasselijke wet- en regelgeving. Behoudens wettelijke uitzonderingen mag niets daarvan worden verveelvoudigd, aan derden ter beschikking gesteld of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande toestemming van Stichting Arbouw. Het bekijken van de werken en het maken van kopieën voor eigen individueel gebruik is toegestaan voorzover binnen de toepasselijke wet- en regelgeving aangegeven grenzen. De woord- en beeldmerken op de werken zijn van Stichting Arbouw en/of haar licentiegever(s). Het is niet toegestaan één of meerdere van deze merken en logo’s te gebruiken zonder voorafgaande toestemming van Stichting Arbouw of de betrokken licentiegever(s). Stichting Arbouw is niet aansprakelijk voor (de inhoud van) haar (informatie)producten, software daaronder mede begrepen, noch voor het (her)gebruik daarvan door derden. Stichting Arbouw is niet aansprakelijk voor fouten in (de inhoud van) haar (informatie)producten noch voor eventuele (gevolg) schade, van welke aard dan ook, die voortvloeit uit het (her)gebruik daarvan door derden.
Arbouw Postbus 213 3840 AE Harderwijk T 0341 46 62 00 F 0341 46 62 11
[email protected] www.arbouw.nl Voor vragen over arbeidsomstandigheden: Arbouw Infolijn 0341 46 62 22
Inhoudsopgave 1
Inleiding
2 2.1 2.2 2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.3.4 2.3.5 2.4 2.5
De voorbereiding RI&E en V&G-plan Verkeersmaatregelen Keuze materieel Veiligheid Uitlaatgassen Lichamelijke belasting Lawaai Gevaarlijke stoffen Persoonlijke beschermingsmiddelen Overig
4 4 4 7 7 8 8 9 9 10 11
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12 3.13
De uitvoering V&G-plan uitvoeringsfase Coördinator uitvoeringsfase Voorlichting en instructie Onderhoud en inspectie materieel Controle afzettingen Aanvoer van materieel Uitzetten van markeringen Gereedmaken van materialen Werken met markeringsmachines Wegenverf aanbrengen Werken met sprayplast Werken met thermoplast Schoonmaken van materieel
12 12 12 12 12 13 13 14 14 15 16 17 17 18
4 Bijlagen Bijlage 1 controlelijst Wegmarkering aanbrengen Bijlage 2 controlelijsten Veilig werken aan wegen
19 19 24
5
48
Informatie
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ 1
1
Inleiding
Wegmarkeringswerk vindt zowel buiten (op wegen, parkeerterreinen en bedrijfsterreinen) als binnen (in parkeergarages en bedrijfshallen) plaats. Bij de aanleg en het onderhoud van wegen is het aanbrengen van wegmarkeringen de laatste stap in het proces. Vaak moeten de markeringen onder een grote tijdsdruk worden aangebracht. Door deze tijdsdruk krijgen arbeidsomstandigheden minder aandacht dan noodzakelijk is en kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan. Gevaarlijke situaties kunnen ook ontstaan omdat vaak wordt besloten de weg niet af te sluiten en dus het verkeer niet om te leiden. De opdrachtgever (wegbeheerder) wil hiermee hinder voor de weggebruiker vermijden en overlast langs de omleidingsroutes voorkomen.
Verfspuiten binnen.
Andere gevaren waar de wegwerker mee te maken heeft, zijn de blootstelling aan uitlaatgassen en lawaai. Dit Arbouw-advies is bedoeld om leidinggevenden te informeren over de belangrijkste gevaren die kunnen optreden bij het aanbrengen van wegmarkeringen en de te nemen maatregelen.
■ 2
Wegmarkeringen
De opbouw van het advies volgt de gebruikelijke gang van zaken in het werkproces. • In hoofdstuk 1 wordt ingegaan op de maatregelen die in de voorbereidingsfase getroffen moeten worden om de gevaren te verminderen of weg te nemen. • In hoofdstuk 2 worden de maatregelen tijdens de uitvoering besproken. • In de bijlagen zijn controlelijsten opgenomen, waarmee de leidinggevende kan nagaan of er op de werkplek gevaarlijke situaties aanwezig zijn en of de juiste maatregelen hiertegen getroffen zijn. • Het hoofdstuk Informatie dient als ondersteuning en kan geraadpleegd worden als u meer over het onderwerp wilt weten. Het is belangrijk regelmatig met elkaar te overleggen over de uit te voeren werkzaamheden, de gevaren en de te nemen maatregelen. De informatie in dit advies kan gebruikt worden bij het voeren van het werkoverleg, het coördinatieoverleg en bij het geven van voorlichting en instructie (toolbox-meetingen).
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ 3
2
De voorbereiding In de voorbereidingsfase worden de werkzaamheden gepland die voor het wegmarkeren moeten worden uitgevoerd. In deze fase wordt gezorgd voor het beveiligen van werkvakken. Er worden beslissingen genomen over de te gebruiken materialen, hulpmiddelen en gereedschappen en over de werkmethoden. In de CROW-publicatie 129 wordt de voorbereiding van veilig werken aan de weg beschreven.
Om een effectieve aanpak van de in dit hoofdstuk genoemde maatregelen mogelijk te maken, dienen de maatregelen in de planning of in contracten te worden vastgelegd. 2.1 RI&E en V&G-plan
In de ontwerpfase worden de gevaren geanalyseerd die kunnen optreden bij de uitvoering van het werk; de risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E). Deze gevaren worden zoveel mogelijk weggenomen door oplossingen te bedenken en door bijvoorbeeld het ontwerp aan te passen. De gevaren die niet te voorkomen zijn in de ontwerpfase, worden opgenomen in het Veiligheids en Gezondheidsplan Ontwerpfase (V&G-plan). De opdrachtgever benoemt een coördinator ontwerpfase. Deze stelt het V&G-plan en het V&G-dossier op. 2.2 Verkeersmaatregelen
Bij het werken op en langs de weg treedt gevaar op voor ongelukken door het langsrijdend verkeer, zoals aanrijdingen. Om dit gevaar te voorkomen, kunnen er afzettingen geplaatst worden.
■ 4
Wegmarkeringen
Afzettingen
Afzettingen moeten voldoen aan criteria voor de veiligheid van de wegwerker en voor de veiligheid en doorstroom van het wegverkeer. Er zijn verschillende soorten afzettingen mogelijk. De keuze voor de juiste afzetting is afhankelijk van: • het verkeersaanbod op de betreffende weg; • de mogelijkheden die het wegvak biedt; • de mogelijkheden om het verkeer om te leiden via het wegennet in de omgeving. De afzettingen moeten worden geplaatst volgens richtlijnen. CROW publicatie 96a geeft richtlijnen voor het werken langs autosnelwegen en 96b voor het werken langs niet-autosnelwegen en aan wegen binnen de bebouwde kom. In 96b wordt specifiek ingegaan op het aanbrengen van asmarkeringen.
Afzetten van het deel van de weg waaraan wordt gewerkt
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ 5
Naast het plaatsen van afzettingen moeten er maatregelen getroffen worden om te zorgen dat het langsrijdend verkeer langzaam rijdt. Maatregelen om het verkeer vaart te laten minderen zijn: • • • • • •
snelheidsbeperking (door de wegbeheerder); wegversmalling; verkeersregelinstallaties, zoals stoplichten; snelheidsmeting met terugkoppeling aan het wegverkeer; aankondigingsborden met snelheidsadvies; informatieverstrekking via de radio.
Afzettingen moeten door de wegbeheerder worden gemeld aan politie, brandweer, ambulancediensten, gemeente, busondernemingen, nutsbedrijven en omwonenden. Maar de beste manier om de verkeersveiligheid voor wegmarkeerders te vergroten is de weg af te sluiten en het verkeer om te leiden via een andere weg of over de weghelft waar niet wordt gewerkt. Vrije ruimte
Als alleen een gedeelte van de weg kan worden afgezet, bijvoorbeeld een rijbaan of vluchtstrook, moet een voldoende groot werkvak worden gemaakt. Er moet in principe zowel aan de verkeerszijde als aan de bermzijde een loopruimte van 0,6 meter zijn. Deze loopruimte moet ook als vluchtweg kunnen dienen. Daarnaast moet er een vrije ruimte van 0,6 meter tussen de werkruimte en de afzetting worden aangehouden aan de kant waar het verkeer langsrijdt. Indien de bermzijde gevaren oplevert, zoals het geval is bij een steil talud, een viaduct of parallelweg, moet ook aan de bermzijde een vrije ruimte worden aangehouden. De vrije ruimte dient om te voorkomen dat wegwerkers aangereden worden als zij per ongeluk een stap naar achter nemen en om het gevoel van veiligheid te vergroten. Als er een gesloten fysieke scheiding (een hek van minstens 1 meter hoog, of een barrier van minstens 0,8 meter hoog) tussen de werkruimte en het langsrijdend verkeer aanwezig is, hoeft er geen vrije ruimte te worden gecreëerd. Bij een open scheiding van kegels of geleidebakens moet dit wel.
■ 6
Wegmarkeringen
Een loopruimte blijft altijd noodzakelijk. In Infoblad 5 van de CROW worden richtlijnen voor de vrije ruimte beschreven bij het werken aan niet-autosnelwegen en wegen binnen de bebouwde kom.De opdrachtgever en de uitvoerende partij dienen te zorgen voor sluitende afspraken over de vereiste verkeersmaatregelen, zoals afzettingen om de vrije ruimte en het werkvak te creëren. Afhankelijk van de risico’s voor weggebruikers en wegwerkers moet een calamiteitenplan worden opgesteld. In dit plan is opgenomen welke maatregelen getroffen moeten worden als er verkeersongevallen of ongevallen met wegwerkers optreden. De maatregelen hebben betrekking op: • het signaleren van ongevallen; • de bereikbaarheid van de plek voor hulpverlening; • de wijze van hulpverlening, zoals het vrijmaken van de rijstrook; • de mogelijke omleidingsroutes; • infomatieverstrekking; • beschikbaarheid reserve materiaal en- materieel; • bereikbaarheid aannemer en wegbeheerder buiten werktijden. De verkeersmaatregelen staan beschreven in de besteksomschrijvingen. 2.3 Keuze materieel
In de ontwerpfase kunnen problemen worden voorkomen door aan de volgende aspecten aandacht te schenken. 2.3.1 Veiligheid
Markeringsmachines moeten voldoen aan de volgende veiligheidseisen: • Euro-2-norm; • afscherming van draaiende delen en delen van de machines die heet worden; • achteruitrijdbeveiliging en achteruitkijkspiegels; • een noodstop die door de achterman bediend kan worden; • een nulstand startbeveiliging; • een goed functionerende slangbreukbeveiliging.
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ 7
Bij het werken met gas, zoals bij thermoplastketels, moet aan de voorschriften worden voldaan die gelden voor de opslag, vervoer en gebruik van gas. Het ontsnappen van gas moet worden voorkomen, omdat dit brand en explosie kan veroorzaken. Bij pas gereviseerde machines of nieuwe machines is de waakvlam door een elektrische ontsteking vervangen. 2.3.2 Uitlaatgassen
Maatregelen die aan het materieel kunnen worden getroffen om de blootstelling aan uitlaatgassen te verminderen zijn: • een verticale uitlaat die van de werknemer af, gericht uitblaast; • een zelfregenererend combifilter (CRT). Deze dient door de leverancier op het motorvermogen te zijn afgestemd; • het gebruik van één motor als aandrijving voor verschillende functies, zoals het leveren van perslucht voor het spuiten van verf. Dit leidt behalve tot minder uitlaatgassen ook tot minder lawaai. De blootstelling aan dieseluitlaatgassen moet zo laag mogelijk zijn. Voor meer informatie over de te treffen maatregelen wordt verwezen naar de brochure ‘De aanpak van dieselmotoremissies in de bouwnijverheid’ van Arbouw. 2.3.3 Lichamelijke belasting
Bij de huidige stand van techniek kan wegmarkeringsmaterieel voldoen aan de volgende eisen om de lichamelijk belasting te verminderen: • de stoel moet comfortabel en goed instelbaar zijn en zijn voorzien van trillingsdemping • de bedieningshandels moeten goed en gemakkelijk bereikbaar zijn voor de machinist. • thermoplastwagens met een hefplateau hebben de voorkeur. De pallet met zakken thermoplast wordt dan automatisch op een gunstige werk-
■ 8
Wegmarkeringen
Gebruik hefplateau voorkomt lichamelijke belasting
hoogte ingesteld. In plaats van een hefplateau kan ook een in hoogte instelbare palletwagen worden gebruikt; • transportwagens moeten een aflopende laadvloer hebben en lichte rijplaten; • materialen moeten zodanig verpakt zijn dat deze niet meer dan 25 kg wegen. 2.3.4 Lawaai
Er wordt geadviseerd machines te gebruiken waaraan de volgende maatregelen zijn getroffen om lawaai te verminderen: • dempers om het geluid van ontsnappende perslucht te dempen; • het gebruik van schroefcompressoren in plaats van zuigercompressoren; • perslucht wordt bij voorkeur geleverd door de motor van de vrachtwagen, niet door een aparte compressor; • geluidgedempte compressoren; • geluidsisolatie rond de motor. 2.3.5 Gevaarlijke stoffen
Markeringen worden aangebracht met thermoplast of wegenverf. Het gebruik van thermoplast wordt aanbevolen omdat dit duurzamer is en minder vaak opnieuw hoeft te worden aangebracht dan wegenverf.
Gebruik wegenverf met oplosmiddelarme producten
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ 9
Indien gewerkt wordt met thermoplast moet de blootstelling aan thermoplastdamp worden beperkt. De thermoplastwagen dient afzuiging en een afvoerpijp op de ketel te hebben. De klep op de thermoplastketel moet goed sluiten. Bij het werken met wegenverf moet zoveel mogelijk gebruik gemaakt worden van oplosmiddelarme producten. De leverancier kan u hier informatie over geven. Informatie is ook te vinden in PISA (Productgroep Informatie Systeem Arbouw, zie www.arbouw.nl). Er mag geen wegenverf met loodchromaat gebruikt worden Ook kunnen andere materialen worden toegepast zoals tweecomponentenproducten. Eéncomponentproducten hebben echter de voorkeur, omdat tweecomponentenproducten irriterende en schadelijke stoffen bevatten die allergie kunnen veroorzaken. Als er gewerkt wordt met deze producten moeten geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen worden gedragen. De opslagplaats voor gevaarlijke stoffen moet voldoen aan richtlijn CPR 15-1 (bij opslag tot 10 ton); CPR 15-2 (bij opslag van meer dan 10 ton). 2.4 Persoonlijke beschermingsmiddelen
De volgende persoonlijke beschermingsmiddelen dienen aanwezig te zijn: • hoge zichtbaarheidskleding van vlamvertragend materiaal, met lange mouwen en broekspijpen; • veiligheidsschoenen met stalen tussenzool en stalen neus, die voldoen aan NEN-EN 3455-347; • gehoorbescherming; • gelaatbescherming; • handschoenen met lange, aansluitende manchetten; • adembescherming. De persoonlijke beschermingsmiddelen dienen te zijn afgestemd op de werkzaamheden en het materiaal waarmee gewerkt wordt. De gehoorbescherming moet zo worden gekozen dat de werknemers het verkeer kunnen horen. Een mogelijkheid is het gebruik van otoplastieken met een filter met relatief geringe mate van demping.
■ 10
Wegmarkeringen
2.5 Overig
In de ontwerpfase moeten werkzaamheden en werktijden zo gepland worden dat nachtwerk zoveel mogelijk wordt vermeden.
Zorg dat je goed zichtbaar bent
Er dienen goede schaft- en sanitaire voorzieningen te zijn, waarin geen materiaal of materieel wordt opgeslagen. Per situatie zal hier een oplossing voor gevonden moeten worden. In het ideale geval laat de opdrachtgever en/of de wegenbouwaannemer de accommodatie staan tot het hele werk gereed is. Bij het werken met gevaarlijke stoffen is een goede hygiëne belangrijk. Er dienen water en zeep aanwezig te zijn om de handen te wassen.
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ 11
3
De uitvoering
3.1 V&G-plan Uitvoeringsfase
De gevaren die niet in de ontwerp- en voorbereidingsfase kunnen worden voorkomen, worden door de opdrachtnemer (aannemer) vermeld in het Veiligheids- en Gezondheidsplan Uitvoeringsfase (V&G-plan). In dit V&G-plan worden tevens de maatregelen vermeld die tijdens de uitvoering moeten worden getroffen om de gevaren weg te nemen of te verminderen. 3.2 Coördinator uitvoeringsfase
De opdrachtgever zorgt dat een coördinator uitvoeringsfase wordt benoemd. Alle onder- en nevenaannemers zijn verplicht de aanwijzingen van deze coördinator op te volgen. De coördinator regelt overleg, laat de juiste maatregelen uitvoeren en bewaakt de uitvoering hiervan. Hij zorgt dat alle werknemers van elkaars gevaren en de benodigde maatregelen op de hoogte zijn en legt alle relevante afspraken ten aanzien van maatregelen en richtlijnen vast. 3.3 Voorlichting en instructie
Werknemers moeten goede voorlichting en instructie krijgen over veilige werkmethoden en de te gebruiken afzettingen en veiligheidsvoorzieningen. De voorlichting en instructie wordt gegeven door de voorman of uitvoerder en kan plaatsvinden tijdens werkoverleg, toolboxmeeting of taakinstructie. 3.4 Onderhoud en inspectie materieel
Machines moeten worden onderhouden volgens de specificaties van de fabrikant; motoren moeten volgens schema worden onderhouden en afgesteld, zoals vermeld staat in de handleiding. Het materieel moet regelmatig worden gecontroleerd op het lekken van gas. Bij het verrichten van onderhoud of reparaties moet de machine zijn stilgezet en de motor zijn uitgeschakeld. Het mag niet mogelijk zijn de motor per ongeluk te starten. Deze maatregelen zijn nodig om te voorkomen dat werknemers bekneld raken in draaiende delen van het materieel.
■ 12
Wegmarkeringen
3.5 Controle afzettingen
Voor, tijdens en na de werkzaamheden dienen de afzettingen gecontroleerd te worden. Indien onvolkomenheden worden geconstateerd dient onmiddellijk actie te worden ondernomen. In ieder geval moet de verantwoordelijke voor de afzetting op de hoogte te worden gebracht. 3.6 Aanvoer van materieel
De transportwagens waarmee de wegmarkeringsmachines worden aangevoerd moeten op een veilige plaats worden geparkeerd.
Bij een verlaagde vrachtwagen kan met kortere rijplaten worden volstaan
Als de transportwagens een aflopende verlaagde vloer hebben, kunnen korte, lichte rijplaten worden gebruikt om de machines van de vrachtwagen te rijden. Er moeten rijplaten van licht materiaal (aluminium) worden gebruikt om de lichamelijke belasting zo laag mogelijk te houden. Tijdens het rijden mag de thermoplastketel niet worden gestookt en mag geen gasverwarming worden gebruikt.
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ 13
3.7 Uitzetten van markeringen
Bij het uitzetten van de markeringen met meetlint en krijt of spuitbus moet er voor gezorgd worden dat de werknemers niet te dicht bij het langsrijdend verkeer hoeven te komen. De vrije ruimte dient in acht genomen te worden. 3.8 Gereedmaken van materialen
Bij thermoplast worden gas en gasbranders gebruikt. Ontsnappend gas kan brand of explosie veroorzaken, dit moet voorkomen worden. De ketel moet op de juiste temperatuur worden ingesteld. De thermoplast mag niet oververhit worden omdat dan schadelijke ontledingsproducten, zoals koolmonoxide en irriterende gassen ontstaan.
Belijningswerk
Het vullen van de ketels is zwaar werk, ook door de hoogte van de ketelrand en de warmteafgifte door de ketel. Zakken mogen hoogstens 18,5 kg wegen. Bij het vullen van de ketel kan de hete thermoplast opspatten en brandwonden op de huid en schade aan de ogen veroorzaken. Er moet zorgvuldig worden gewerkt en de wegmarkeerder dient persoonlijke beschermingsmiddelen te dragen, zoals gelaatscherm, handschoenen en kleding met lange mouwen en broekspijpen.
■ 14
Wegmarkeringen
3.9 Werken met markeringsmachines
Het zitten of staan op het materieel is belastend voor de rug. De werkplekken op de machine moeten goed ontworpen zijn. Meerijden op de machine en op- of afstappen van de rijdende markeringsmachines is niet toegestaan. Bij binnenwerk met markeringsmachines in hallen en parkeergarages kunnen hoge concentraties uitlaatgassen en verfdampen ontstaan. In uitlaatgassen en verfdampen zijn stoffen aanwezig die schadelijk zijn voor de gezondheid. Bij binnenwerk moet daarom zo goed mogelijk geventileerd worden. Op de markeringsmachine is, als de verfspuit niet in bedrijf is, het geluidsniveau rond de 85 dB(A). Dat geluid is afkomstig van de motoren, de koelventilator en ontsnappende perslucht. Als de verfspuit wel in gebruik is, worden hogere geluidsniveau’s bereikt. Het dragen van gehoorbescherming is verplicht. De hoogste waarde treedt op tijdens het spuiten van aaneengesloten lijnen: het geluidsniveau bij de machinist bedraagt dan 94 tot 95 dB(A).
Het werken met de markeringsmachine
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ 15
Het materieel dat wordt gebruikt voor het aanbrengen van thermoplast veroorzaakt minder lawaai. De blootstelling ligt daarbij tussen 80 en 85 dB(A). Het dragen van gehoorbescherming wordt aangeraden. Bij het gebruik van een gasbrander om het wegdek te drogen of van perslucht om het oppervlak te drogen en/of schoon te blazen worden geluidsniveaus van 90 tot 100 dB(A) bereikt. Dit werk moet alleen worden gedaan als het strikt noodzakelijk is. Er moeten zo min mogelijk mensen in de omgeving zijn en er moet gehoorbescherming gebruikt worden. Bij gebruik van markeringsmachines en compressoren wordt aanbevolen een zo laag mogelijk toerental te kiezen om het lawaai te beperken. Bij het verlaten van het materieel moet de motor worden uitgeschakeld en de handrem worden aangetrokken, tenzij het stopzetten van de motor in verband met de aandrijving van het roerwerk en de compressor niet mogelijk is. 3.10 Wegenverf aanbrengen
Bij het spuiten van oplosmiddelhoudende wegenverf komen dampen en spuitnevels vrij. Het verdient aanbeveling een verlengd spuitpistool te
Gebruik verlengd spuitpistool
■ 16
Wegmarkeringen
gebruiken om de afstand tot de vrijkomende nevel te vergroten. Dit is ook gunstig voor de lichamelijke belasting. Bij het werken met verf en oplosmiddelen moeten de in het veiligheidsinformatieblad voorgeschreven beschermingsmiddelen worden gebruikt, zoals handschoenen, ademhalingsbescherming, gelaatsscherm of veiligheidsbril. Bij binnenwerk in opslagloodsen en parkeergarages ontstaan hoge concentraties oplosmiddelen. Bij binnenwerk met wegenverf moet, indien dit technisch mogelijk is, een airless spuitmethode worden gebruikt. Er moet voor voldoende ventilatie worden gezorgd. Als de ventilatie niet afdoende is, moet ademhalingsbescherming worden gebruikt die is voorzien van een A-filter. Voor speciale toepassingen wordt gebruik gemaakt van tweecomponentenproducten op basis van acrylaten, polyurethaan en epoxy. In tweecomponentenproducten zijn stoffen aanwezig die allergie kunnen veroorzaken. Bij het werken met deze producten moet de huid afgedekt zijn door het dragen van kleding met lange mouwen en handschoenen. 3.11 Werken met sprayplast
Bij het aanbrengen van sprayplast ontstaat spuitnevel. Het dragen van adembescherming, bijvoorbeeld een kap met aanblaasfilter, is noodzakelijk. 3.12 Werken met thermoplast
Het dragen van ademhalingsbescherming is in het algemeen niet noodzakelijk bij het werken met thermoplast. Blootstelling aan thermoplastdampen dient wel zoveel mogelijk voorkomen te worden. Blootstelling treedt op bij: • het vullen van de ketel. • het vullen van de markeringsmachine. • het rijden op de markeringsmachine. De deksel van de ketel moet goed afgesloten zijn.
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ 17
• het handmatig aanbrengen van thermoplast. Daarom dient een trekslof met lange steel gebruikt te worden. Op die manier kan rechtop staand worden gewerkt en is de afstand tot de vrijkomende dampen groter. Ook de belasting van de rug is dan minder groot. • het schoonsteken van de mallen op de rand van de openstaande ketel. Daarom dienen de mallen boven een bak te worden schoongemaakt en niet op de rand van de geopende ketel.
Aanbrengen van figuratie met een trekstok met lange steel
Het aanbrengen of verwijderen van sloffen (hulpstukken), het verplaatsen en positioneren van de mallen en trekhaken en het uitgieten van de thermoplast is zwaar werk. De lichamelijke belasting kan worden verminderd door: • het toepassen van hulpstukken die gebukt werken voorkomen; • een in hoogte verstelbare palletwagen; • het gebruik van een kleinere emmer; • het zorgen voor een goede planning; • inzetten van voldoende personeel. 3.13 Schoonmaken van materieel
Bij het spoelen en reinigen met oplosmiddelen treedt blootstelling aan oplosmiddeldampen op. Er moeten handschoenen en zo nodig adembescherming worden gedragen. De handen mogen niet worden schoongemaakt met verfverdunner, maar met water en zeep.
■ 18
Wegmarkeringen
4 Bijlage 1
Controlelijst Wegmarkering aanbrengen
Manco’s en onvolkomenheden moeten aan de direct leidinggevende worden gemeld. Indien, naar het inzicht van de ‘wegwerker’ direct gevaar dreigt dient hij direct actie te ondernemen. Deze actie bestaat uit: 1 het waarschuwen van de personen die bedreigd worden/in gevaar zijn; 2 het wegnemen van het gevaar zonder zich zelf in gevaar te brengen door: a. de afzetting in orde te brengen of b. het werk te onderbreken; 3 het onmiddellijk waarschuwen van de uitvoerder. De uitvoerder/direct leidinggevende wordt geadviseerd de melder van het manco op de hoogte te brengen van de door hem ondernomen actie.
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ 19
Controlelijst
Bijlage 1
Wegmarkering aanbrengen Werk: Uitvoerder:
Datum:
Opmerkingen:
VOORBEREIDINGSFASE 1 Is er een V&G-plan? 2 Zijn de maatregelen uit het V&G-plan opgenomen in het bestek en de tekeningen? Verkeersmaatregelen 3 Zijn de verkeersmaatregelen beschreven in het bestek? 4 Wordt de weg afgezet en het verkeer omgeleid? 5 Is het juiste afzettingssysteem gekozen? 6 Worden de afzettingen regelmatig gecontroleerd? 7 Zijn er maatregelen getroffen om de snelheid van het verkeer te verminderen? 8 Is er een afstand van minstens 120 cm tussen het werkvak en de afzetting? 9 Heeft de wegbeheerder de afzettingen gemeld aan politie, brandweer, ambulancediensten etc? Keuze materieel 10 Voldoet het materieel aan de Euro-2-norm? 11 Zijn draaiende delen afgeschermd? 12 Zijn delen die heet kunnen worden afgeschermd? 13 Heeft het materieel een achteruitrijdbeveiliging? 14 Heeft het materieel achteruitkijkspiegels? 15 Heeft het materieel een noodstop? 16 Heeft het materieel een nulstand startbeveiliging? 17 Wordt er voldaan aan de voorschriften voor opslag, vervoer en gebruik van gas? 18 Is er een goed functionerende slangbreukbeveiliging? 19 Wordt het gebruik van dieselmotoren zoveel mogelijk beperkt? 20 Zijn de uitlaten verticaal geplaatst? 21 Wordt er een CRT-filter gebruikt dat op het motorvermogen is afgestemd?
■ 20
Wegmarkering
Controle 1
Controle 2
JA
JA
NEE
NEE
Controlelijst
Bijlage 1
Wegmarkering aanbrengen Controle 1
Controle 2
JA
JA
NEE
NEE
22 Is het rijdend materieel dat bediend moet worden voorzien van goede stoelen met trillingsdemping? 23 Zijn de bedieningshandels gemakkelijk bereikbaar? 24 Zijn de rijplaten van aluminium en zijn ze zo kort mogelijk? 25 Heeft de thermoplastwagen een hefplateau? 26 Wordt er een in hoogte instelbare palletwagen gebruikt? 27 Wordt het geluid van ontsnappende perslucht gedempt? 28 Wordt perslucht geleverd door de motor van de vrachtwagen in plaats van door een compressor? 29 Worden schroefcompressoren gebruikt? 30 Zijn de compressoren geluidgedempt? 31 Is rond de motor geluidsisolatie aangebracht? Gevaarlijke stoffen 32 Voldoet de opslag van gevaarlijke stoffen aan de CPR richtlijnen? 33 Heeft de thermoplastwagen afzuiging en een afvoerpijp op de ketel? 34 Sluit de klep op de thermoplastketel goed? 35 Wordt zoveel mogelijk oplosmiddelarme verf en andere producten gebruikt? 36 Wordt het gebruik van wegenverf met loodchromaat vermeden? 37 Worden zoveel mogelijk een-componentenproducten gebruikt in plaats van twee-componenten? PBM 38 Zijn de volgende PBM beschikbaar: •
hoge zichtbaarheidskleding
•
veiligheidsschoenen
•
gehoorbescherming
•
kleding met lange mouwen en broekspijpen
•
gelaatbescherming
•
handschoenen met lange manchetten
•
adembescherming
39 Zijn de PBM afgestemd op de werkzaamheden?
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ 21
Controlelijst
Bijlage 1
Wegmarkering aanbrengen Overig 40 Wordt nachtwerk zoveel mogelijk vermeden? 41 Zijn er aparte schaftruimtes en sanitaire voorzieningen? 42 Is er (stromend) water en zeep aanwezig? UITVOERINGSFASE 43 Is er een coördinator uitvoeringsfase benoemd? 44 Is er een V&G-plan Uitvoeringsfase? Werkoverleg, taakinstructie, toezicht 45 Wordt er werkoverleg gevoerd en zijn er taakinstructies? 46 Is in de werkinstructie ook het veiligheidsaspect betrokken? Onderhoud en inspectie materieel 47 Worden machines en motoren onderhouden en afgesteld volgens specificaties en schema? 48 Wordt bij onderhoud of reparaties de motor uitgeschakeld? Aanvoer materieel 49 Worden de transportauto’s en niet gebruikt materieel op een veilige plek geparkeerd? 50 Is tijdens het rijden de thermoplastketel uitgeschakeld? Uitzetten van markeringen 51 Wordt bij het uitzetten van de markeringen gezorgd dat werknemers niet te dicht bij het langsrijdend verkeer hoeven te komen? Gereedmaken materialen 52 Wordt bij de thermoplastketel het ontsnappen van gas voorkomen? 53 Wordt de ketel op de juiste temperatuur ingesteld? 54 Wegen thermoplastzakken maximaal 18,5 kg? 55 Worden gelaatscherm en beschermende kleding gedragen om spatten op de huid en in de ogen te voorkomen? Werken met markeringsmachines 56 Wordt bij binnenwerk goed geventileerd? 57 Wordt het gebruik van gasbranders zoveel mogelijk vermeden? 58 Draait het materieel met een zo laag mogelijk toerental?
■ 22
Wegmarkering
Controle 1
Controle 2
JA
JA
NEE
NEE
Controlelijst
Bijlage 1
Wegmarkering aanbrengen Controle 1
Controle 2
JA
JA
NEE
NEE
59 Wordt gehoorbescherming gedragen? 60 Wordt bij het verlaten van de machine de motor uitgeschakeld en de handrem aangetrokken? Wegenverf aanbrengen 61 Wordt een verlengd spuitpistool gebruikt? 62 Wordt bij binnenwerk een airless spuitmethode gebruikt? 63 Wordt bij onvoldoende ventilatie, adembescherming met een A-filter gedragen? 64 Worden bij het gebruik van tweecomponentenproducten handschoenen gedragen? Sprayplast 65 Wordt adembescherming (kap met aanblaasfilter) gedragen? Thermoplast 66 Wordt blootstelling aan thermoplasten zoveel mogelijk vermeden? 67 Wordt een trekslof met lange steel gebruikt? 68 Worden mallen schoongemaakt boven een bak in plaats van op de rand van de ketel? 69 Wordt kleding met lange mouwen en broekspijpen gedragen? 70 Worden geschikte handschoenen gedragen? Reinigen materieel 71 Worden bij het schoonmaken van het materieel met oplosmiddelen handschoenen en adembescherming gedragen?
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ 23
Bijlage 2
Controlelijst Veilig werken aan wegen CROW publicatie
1. 1.1. 1.2. 1.3.
Binnen de bebouwde kom. Rijdende afzetting. 96b Stationaire afzetting zonder barrier. 96b Stationaire afzetting met barrier. 96b
2. Buiten de bebouwde kom, niet autosnelweg 2.1. Rijdende afzetting. 96b 2.2. Stationaire afzetting zonder barrier. 96b 2.3. Stationaire afzetting met barrier. 96b 3. Buiten de bebouwde kom, autosnelweg. 3.1. Rijdende afzetting. 96a 3.2. Stationaire afzetting zonder barrier. 96a 3.3. Stationaire afzetting met barrier. 96a
Manco’s en onvolkomenheden moeten aan de direct leidinggevende worden gemeld. Indien, naar het inzicht van de ‘wegwerker’ direct gevaar dreigt dient hij direct actie te ondernemen. Deze actie bestaat uit: 1. het waarschuwen van de personen die bedreigd worden/in gevaar zijn; 2. het wegnemen van het gevaar zonder zich zelf in gevaar te brengen door: a. de afzetting in orde te brengen of b. het werk te onderbreken. 3. het onmiddellijk waarschuwen van de uitvoerder. De uitvoerder/direct leidinggevende wordt geadviseerd de melder van het manco op de hoogte te brengen van de door hem ondernomen actie.
■ 24
Wegmarkering
Controlelijst
Bijlage 2 1.1
Veilig werken aan wegen
Binnen de bebouwde kom Rijdende afzetting
In te vullen door: werknemer
Project/locatie
Identificatie/onderdeel
Plaats/opstelling
Eerste controle?
JA/NEE
Indien nee Datum controle:
Volgnummer controle 2 / 3 / 4 / . / . /
Uitgevoerd door:
De voorgaande bevindingen en actiepunten zijn bekend?
In orde? JA
JA/NEE
Opmerkingen
NEE
1 Draagt iedereen op het werk veiligheidskleding? (draag de door de wegbeheerder voorgeschreven veiligheidskleding, veiligheidsvest, -overall, jas met broek of pak met reflecterende Romeinse II) 2 Zijn ook voor simpele, kortdurende klusjes en werkzaamheden op de parkeerplaats, fietspad, voetpad of berm verkeersmaatregelen getroffen? (wees attent op bochten in de weg, de zichtbaarheid van het werk en de snelheid van het wegverkeer) 3 Zijn de verkeersvoorzieningen (borden, afzetting en bebakening) goed zichtbaar/reflecterend? (in goede staat, schoon en onderhouden) 4 Kunnen de werkzaamheden veilig worden uitgevoerd in verband met oversteken van het werkvak door voetgangers, fietsers, omwonenden, publiek en verkeer? (voldoende ruimte, scheiden werk en verkeer, afzettingen en bebording plaatsen, speciale doorgangbeveiliging) Actiepunten 5 Is de uitvoering en afspraken: van het werk veilig voor voetgangers, fietsers, omwonenden, publiek en verkeer? (voldoende ruimte, scheiden werk en verkeer, afzettingen en bebording plaatsen,Datum speciale Naam/paraaf
Vervolgcontrole
doorgangbeveiliging)
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ 25
Controlelijst
Bijlage 2
Veilig werken aan wegen Binnen de bebouwde kom Rijdende afzetting
In orde? InOpmerkingen te vullen door: werknemer JA
NEE
6 Zijn de in gebruik zijnde weggedeelten schoon? (voorkom slipgevaar van weggebruikers, voorProject/locatie
Identificatie/onderdeel
kom dat verkeersdeelnemers in het werkvak komen) Plaats/opstelling
Eerste controle?
7 Gedraagt het verkeer zich zoals met de afzetting bedoeld? Datumis controle:
Volgnummer controle 2 / 3 / 4 / . / . /
(worden aangeduide inhaalverboden en snelheden nageleefd, enz?) Uitgevoerd door:
De voorgaande bevindingen en actiepunten zijn bekend?
8 Is de actiewagen (voertuig minimaal 8 ton) voorzien van een botsabsorber, mobilofoon/ portofoon en is de afstand tussen de voertuigen 100
In orde?
meter?
JA
Opmerkingen
NEE
9 Zijn bij beperkt zicht door mist of slechte weersomstandigheden de onderdelen van de rijdende afzetting nog voldoende zichtbaar? 10 Zijn de vrachtwagens, busjes e.d. voorzien van borden ‘werkverkeer’? 11 Zijn voertuigen, machines en privé-auto’s die niet direct in het werkvak nodig zijn op een veilige plaats geparkeerd? 12 Moet de weg worden overgestoken, zo ja, kan dat veilig? (goed zichtbaar, schat de verkeerssituatie in en gun uzelf de tijd) 13 Kan van de werkplek worden gevlucht en een veilige plek bereikt worden zonder daarvoor een rijstrook te moeten oversteken? 14 Zijn er afspraken gemaakt over de omgang met (agressieve) weggebruikers? (blijf rustig en correct in conflictsituaties)
Actiepunten en afspraken:
Naam/paraaf
■ 26
Wegmarkeringen
JA/NEE
Indien nee
Datum
Vervolgcontrole
JA/NEE
Controlelijst
Bijlage 2 1.2
Veilig werken aan wegen
Binnen de bebouwde kom Stationaire afzetting zonder barrier
In te vullen door: werknemer
Project/locatie
Identificatie/onderdeel
Plaats/opstelling
Eerste controle?
JA/NEE
Indien nee Datum controle:
Volgnummer controle 2 / 3 / 4 / . / . /
Uitgevoerd door:
De voorgaande bevindingen en actiepunten zijn bekend?
In orde? JA
JA/NEE
Opmerkingen
NEE
1 Draagt iedereen op het werk veiligheidskleding? (draag de door de wegbeheerder voorgeschreven veiligheidskleding, veiligheidsvest, -overall, jas met broek of pak met reflecterende Romeinse II) 2 Is aangegeven dat er werk aan de weg wordt uitgevoerd? 3 Zijn ook voor simpele, kortdurende klusjes en werkzaamheden op de parkeerplaats, fietspad, voetpad of berm verkeersmaatregelen getroffen? (wees attent op bochten in de weg, de zichtbaarheid van het werk en de snelheid van het wegverkeer) 4 Kunnen de verkeersvoorzieningen veilig worden geplaatst/verwijderd? (vanuit berm of voetpad, werk met gezicht naar het verkeer toe, van buiten naar binnen, maak geen onverwachte bewegingen) 5 Worden de verkeersvoorzieningen (borden en wegafzettingen) zo mogelijk door 2 personen aangebracht, verplaatst en verwijderd? (werk met gezicht naar het verkeer toe. Actiepunten en afspraken: Geen onverwachte bewegingen maken) 6 Zijn permanente verkeersvoorzieningen, die in strijd zijn met de tijdelijke, afgedekt/verwijderd/ Naam/paraaf Datum
Vervolgcontrole
weggedraaid?
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ 27
Controlelijst
Bijlage 2
Veilig werken aan wegen Binnen de bebouwde kom Rijdende afzetting
In orde? InOpmerkingen te vullen door: werknemer JA
NEE
7 Zijn de verkeersvoorzieningen (borden, afzetting en bebakening) goed zichtbaar/reflecterend? Project/locatie
Identificatie/onderdeel
(in goede staat, schoon en onderhouden) 8 Zijn begin- en eindpunt van het werkvak voor de Plaats/opstelling weggebruiker goed zichtbaar aangegeven? 9 Is controle: bij gebruik van machines voor een vrije ruimte Datum tussen machine en bebakening gezorgd van minstens 120 cm? Uitgevoerd door:
Eerste controle?
Volgnummer controle 2 / 3 / 4 / . / . / De voorgaande bevindingen en actiepunten zijn bekend?
10 Kunnen de werkzaamheden veilig worden uitgevoerd in verband met oversteken van het werkvak door voetgangers, fietsers, omwonenden,
In orde?
publiek en verkeer?
JA
Opmerkingen
NEE
(voldoende ruimte, scheiden werk en verkeer, afzettingen en bebording plaatsen, speciale doorgangbeveiliging) 11 Is de uitvoering van het werk veilig voor voetgangers, fietsers, omwonenden, publiek en verkeer? (voldoende ruimte, scheiden werk en verkeer, afzettingen en bebording plaatsen, speciale doorgangbeveiliging) 12 Zijn de in gebruik zijnde weggedeelten schoon? (voorkom slipgevaar van weggebruikers, voorkom dat verkeersdeelnemers in het werkvak komen) 13 Gedraagt het verkeer zich zoals met de afzettingen en bebording is bedoeld? (worden aangeduide inhaalverboden en snelheden nageleefd, enz?) 14 Zijn bij beperkt zicht door mist of slechte weersomstandigheden de verkeersafzettingen nog voldoende zichtbaar? 15 Zijn de vrachtwagens, busjes e.d. voorzien van borden en ‘werkverkeer’? Actiepunten afspraken: 16 Zijn voertuigen, machines en privé-auto’s die niet direct in het werkvak nodig zijn op een veilige plaats geparkeerd? Naam/paraaf
■ 28
Wegmarkeringen
Datum
JA/NEE
Indien nee
Vervolgcontrole
JA/NEE
Controlelijst
Bijlage 2
Veilig werken aan wegen Binnen de bebouwde kom Rijdende afzetting
In orde? InOpmerkingen te vullen door: werknemer JA
NEE
17 Zijn de toilet- en schaftvoorzieningen goed en veilig bereikbaar? Project/locatie
Identificatie/onderdeel
18 Moet de weg worden overgestoken, zo ja, kan dat veilig? Plaats/opstelling
Eerste controle?
(goed zichtbaar, schat de verkeerssituatie in en uzelf de tijd) Datumgun controle:
JA/NEE
Indien nee Volgnummer controle 2 / 3 / 4 / . / . /
19 Kan van de werkplek worden gevlucht en een veiligedoor: plek bereikt worden zonder daarvoor een Uitgevoerd
De voorgaande bevindingen en actiepunten zijn bekend?
JA/NEE
rijstrook te moeten oversteken? 20 Zijn er afspraken gemaakt over de omgang met (agressieve) weggebruikers?
In orde?
(blijf rustig en correct in conflictsituaties)
JA
Opmerkingen
NEE
Actiepunten en afspraken:
Naam/paraaf
Datum
Vervolgcontrole
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ 29
Bijlage 2 1.3
Controlelijst Veilig werken aan wegen
Binnen de bebouwde kom Stationaire afzetting met barrier
In te vullen door: werknemer
Project/locatie
Identificatie/onderdeel
Plaats/opstelling
Eerste controle?
JA/NEE
Indien nee Datum controle:
Volgnummer controle 2 / 3 / 4 / . / . /
Uitgevoerd door:
De voorgaande bevindingen en actiepunten zijn bekend?
In orde? JA
Opmerkingen
NEE
1 Draagt iedereen op het werk veiligheidskleding? (draag de door de wegbeheerder voorgeschreven veiligheidskleding, veiligheidsvest, -overall, jas met broek of pak met reflecterende Romeinse II) 2 Is aangegeven dat er werk aan de weg wordt uitgevoerd? 3 Kunnen de verkeersvoorzieningen veilig worden geplaatst/verwijderd? (vanuit berm of voetpad, werk met gezicht naar het verkeer toe, van buiten naar binnen, maak geen onverwachte bewegingen) 4 Worden de verkeersvoorzieningen (borden en wegafzettingen) zo mogelijk door 2 personen aangebracht, verplaatst en verwijderd? (werk met gezicht naar het verkeer toe. Geen onverwachte bewegingen maken) 5 Zijn de verkeersvoorzieningen zoals waarschuwingshekken, -borden, en barriers in goede staat en goed opgesteld? 6 Zijn permanente verkeersvoorzieningen, die in strijd zijn de tijdelijke, afgedekt/verwijderd/ Actiepunten en met afspraken: weggedraaid? 7 Zijn de verkeersvoorzieningen (borden, afzetting en bebakening) goed zichtbaar/reflecterend? Naam/paraaf Datum (in goede staat, schoon en onderhouden)
■ 30
Wegmarkeringen
Vervolgcontrole
JA/NEE
Controlelijst
Bijlage 2
Veilig werken aan wegen Binnen de bebouwde kom Rijdende afzetting
In orde? InOpmerkingen te vullen door: werknemer JA
NEE
8 Zijn begin- en eindpunt van het werkvak voor de weggebruiker goed zichtbaar aangegeven? Project/locatie
Identificatie/onderdeel
9 Is bij gebruik van machines voor een vrije ruimte tussen machine en bebakening gezorgd van minPlaats/opstelling stens 120 cm?
Eerste controle?
JA/NEE
Indien nee
10 Kunnen de werkzaamheden veilig worden uitgeDatum controle: voerd in verband met oversteken van het werkvak door voetgangers, fietsers, omwonenden, Uitgevoerd door:
Volgnummer controle 2 / 3 / 4 / . / . / De voorgaande bevindingen en actiepunten zijn bekend?
JA/NEE
publiek en verkeer? (voldoende ruimte, scheiden werk en verkeer, afzettingen en bebording plaatsen, speciale
In orde?
doorgangbeveiliging)
JA
Opmerkingen
NEE
11 Is de uitvoering van het werk veilig voor voetgangers, fietsers, omwonenden, publiek en verkeer? (voldoende ruimte, scheiden werk en verkeer, afzettingen en bebording plaatsen, speciale doorgangbeveiliging) 12 Zijn de in gebruik zijnde weggedeelten schoon? (voorkom slipgevaar van weggebruikers, voorkom dat verkeersdeelnemers in het werkvak komen) 13 Gedraagt het verkeer zich zoals met de afzettingen en bebording is bedoeld? (worden aangeduide inhaalverboden en snelheden nageleefd, enz?) 14 Zijn bij beperkt zicht door mist of slechte weersomstandigheden de verkeersafzettingen nog voldoende zichtbaar? 15 Zijn de vrachtwagens, busjes e.d. voorzien van borden ‘werkverkeer’? 16 Zijn voertuigen, machines en privé-auto’s die niet direct in het werkvak nodig zijn op een veilige plaats geparkeerd? Actiepunten en afspraken: 17 Zijn toilet- en schaftvoorzieningen goed en veilig bereikbaar? Naam/paraaf
Datum
Vervolgcontrole
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ 31
Controlelijst
Bijlage 2
Veilig werken aan wegen Binnen de bebouwde kom Rijdende afzetting
In orde? InOpmerkingen te vullen door: werknemer JA
NEE
18 Moet de weg worden overgestoken, zo ja, kan dat veilig? Project/locatie
Identificatie/onderdeel
(goed zichtbaar, schat de verkeerssituatie in en gun uzelf de tijd) Plaats/opstelling
Eerste controle?
19 Kan van de werkplek worden gevlucht en een plek bereikt worden zonder daarvoor een Datumveilige controle: rijstrook te moeten oversteken? 20 Zijn erdoor: afspraken gemaakt over de omgang met Uitgevoerd
Volgnummer controle 2 / 3 / 4 / . / . / De voorgaande bevindingen en actiepunten zijn bekend?
(agressieve) weggebruikers? (blijf rustig en correct in conflictsituaties) In orde? JA
Opmerkingen
NEE
Actiepunten en afspraken:
Naam/paraaf
■ 32
Wegmarkeringen
Datum
JA/NEE
Indien nee
Vervolgcontrole
JA/NEE
Controlelijst
Bijlage 2 2.1
Veilig werken aan wegen
Buiten de bebouwde kom niet autosnelweg Rijdende afzetting
In te vullen door: werknemer
Project/locatie
Identificatie/onderdeel
Plaats/opstelling
Eerste controle?
JA/NEE
Indien nee Datum controle:
Volgnummer controle 2 / 3 / 4 / . / . /
Uitgevoerd door:
De voorgaande bevindingen en actiepunten zijn bekend?
In orde? JA
JA/NEE
Opmerkingen
NEE
1 Draagt iedereen op het werk veiligheidskleding? (draag de door de wegbeheerder voorgeschreven veiligheidskleding, veiligheidsvest, -overall, jas met broek of pak met reflecterende Romeinse II) 2 Zijn ook voor simpele, kortdurende klusjes en werkzaamheden op de parkeerplaats, fietspad, voetpad of berm verkeersmaatregelen getroffen? (wees attent op bochten in de weg, de zichtbaarheid van het werk en de snelheid van het wegverkeer) 3 Zijn de verkeersvoorzieningen (borden, afzetting en bebakening) goed zichtbaar/reflecterend? (in goede staat, schoon en onderhouden) 4 Kunnen de werkzaamheden veilig worden uitgevoerd in verband met oversteken van het werkvak door voetgangers, fietsers, omwonenden, publiek en verkeer? (voldoende ruimte, scheiden werk en verkeer, afzettingen en bebording plaatsen, speciale doorgangbeveiliging) 5 Is de uitvoering Actiepunten en afspraken: van het werk veilig voor voetgangers, fietsers, omwonenden, publiek en verkeer? (voldoende ruimte, scheiden werk en verkeer, afzettingen en bebording plaatsen,Datum speciale Naam/paraaf
Vervolgcontrole
doorgangbeveiliging)
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ 33
Controlelijst
Bijlage 2
Veilig werken aan wegen Binnen de bebouwde kom Rijdende afzetting
In orde? InOpmerkingen te vullen door: werknemer JA
NEE
6 Zijn de in gebruik zijnde weggedeelten schoon? Project/locatie (voorkom slipgevaar van weggebruikers, voorkom Identificatie/onderdeel dat verkeersdeelnemers in het werkvak komen) 7 Gedraagt het verkeer zich zoals met de afzettinPlaats/opstelling gen en bebording is bedoeld?
Eerste controle?
aangeduide inhaalverboden en Datum(worden controle: snelheden nageleefd, enz?) 8 Is de actiewagen (voertuig minimaal 8 ton) Uitgevoerd door:
Volgnummer controle 2 / 3 / 4 / . / . / De voorgaande bevindingen en actiepunten zijn bekend?
voorzien van een botsabsorber, mobilofoon/ portofoon en is de afstand tussen de voertuigen 100 meter?
In orde?
9 Zijn bij beperkt zicht door mist of slechte weer-
JA
Opmerkingen
NEE
somstandigheden de onderdelen van de rijdende afzetting nog voldoende zichtbaar? 10 Zijn de vrachtwagens, busjes e.d. voorzien van borden ‘werkverkeer’ ? 11 Zijn voertuigen, machines en privé-auto’s die niet direct in het werkvak nodig zijn op een veilige plaats geparkeerd? 12 Moet de weg worden overgestoken, zo ja, kan dat veilig? (goed zichtbaar, schat de verkeerssituatie in en gun uzelf de tijd) 13 Kan van de werkplek worden gevlucht en een veilige plek bereikt worden zonder daarvoor een rijstrook te moeten oversteken? 14 Zijn er afspraken gemaakt over de omgang met (agressieve) weggebruikers? (blijf rustig en correct in conflictsituaties)
Actiepunten en afspraken:
Naam/paraaf
■ 34
Wegmarkeringen
JA/NEE
Indien nee
Datum
Vervolgcontrole
JA/NEE
Controlelijst
Bijlage 2 2.2
Veilig werken aan wegen
Buiten de bebouwde kom niet autosnelweg Stationaire afzetting zonder barrier
In te vullen door: werknemer
Project/locatie
Identificatie/onderdeel
Plaats/opstelling
Eerste controle?
JA/NEE
Indien nee Datum controle:
Volgnummer controle 2 / 3 / 4 / . / . /
Uitgevoerd door:
De voorgaande bevindingen en actiepunten zijn bekend?
In orde? JA
JA/NEE
Opmerkingen
NEE
1 Draagt iedereen op het werk veiligheidskleding? (draag de door de wegbeheerder voorgeschreven veiligheidskleding, veiligheidsvest, -overall, jas met broek of pak met reflecterende Romeinse II) 2 Is aangegeven dat er werk aan de weg wordt uitgevoerd? 3 Worden de verkeersvoorzieningen (borden en wegafzettingen) zo mogelijk door 2 personen aangebracht, verplaatst en verwijderd? (werk met gezicht naar het verkeer toe. Geen onverwachte bewegingen maken) 4 Zijn er voor het veilig kunnen plaatsen/verwijderen van de verkeersvoorzieningen speciale maatregelen getroffen? (gebruik rijdende afzetting tijdens plaatsen/ verwijderen) 5 Zijn ook voor simpele, kortdurende klusjes en werkzaamheden op de parkeerplaats, fietspad, voetpad of berm verkeersmaatregelen getroffen? (wees attent op bochten in de weg, de zichtbaarheid van werk en de snelheid van het wegActiepunten enhet afspraken: verkeer) Naam/paraaf
Datum
Vervolgcontrole
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ 35
Controlelijst
Bijlage 2
Veilig werken aan wegen Binnen de bebouwde kom Rijdende afzetting
In orde? InOpmerkingen te vullen door: werknemer JA
NEE
6 Kunnen de werkzaamheden veilig worden uitgevoerd in verband met oversteken van het Project/locatie
Identificatie/onderdeel
werkvak door voetgangers, fietsers, omwonenden, publiek en verkeer? Plaats/opstelling
Eerste controle?
(voldoende ruimte, scheiden werk en verkeer, Datumafzettingen controle: en bebording plaatsen, speciale doorgangbeveiliging) 7 Is de uitvoering van het werk veilig voor voetUitgevoerd door:
Volgnummer controle 2 / 3 / 4 / . / . / De voorgaande bevindingen en actiepunten zijn bekend?
gangers, fietsers, omwonenden, publiek en verkeer? (voldoende ruimte, scheiden werk en verkeer,
In orde?
afzettingen en bebording plaatsen, speciale
JA
Opmerkingen
NEE
doorgangbeveiliging) 8 Zijn permanente verkeersvoorzieningen, die in strijd zijn met de tijdelijke, afgedekt/verwijderd/ weggedraaid? 9 Zijn de verkeersvoorzieningen (borden, afzetting en bebakening) goed zichtbaar/reflecterend? (in goede staat, schoon en onderhouden) 10 Zijn begin- en eindpunt van het werkvak voor de weggebruiker goed zichtbaar aangegeven? 11 Is bij gebruik van machines voor een vrije ruimte tussen machine en bebakening gezorgd van minstens 120 cm? 12 Zijn de in gebruik zijnde weggedeelten schoon? (voorkom slipgevaar van weggebruikers, voorkom dat verkeersdeelnemers in het werkvak komen) 13 Gedraagt het verkeer zich zoals met de afzettingen en bebording is bedoeld? (worden aangeduide inhaalverboden en snelheden nageleefd, enz?) 14 Zijn bij beperkt zicht door mist of slechte weersomstandigheden de verkeersafzettingen nog Actiepunten en afspraken: voldoende zichtbaar? 15 Is er bij nachtwerk voor de juiste en voldoende verlichting gezorgd? Naam/paraaf
■ 36
Wegmarkeringen
Datum
JA/NEE
Indien nee
Vervolgcontrole
JA/NEE
Controlelijst
Bijlage 2
Veilig werken aan wegen Binnen de bebouwde kom Rijdende afzetting
In orde? InOpmerkingen te vullen door: werknemer JA
NEE
16 Zijn voertuigen, machines en privé-auto’s die niet direct in het werkvak nodig zijn op een veilige Project/locatie
Identificatie/onderdeel
plaats geparkeerd? 17 Zijn toilet- en schaftvoorzieningen goed en veiPlaats/opstelling lig bereikbaar?
Eerste controle?
JA/NEE
Indien nee
18 Zijn de vrachtwagens, busjes e.d. voorzien van Datum controle: borden ‘werkverkeer’? 19 Moet de weg worden overgestoken, zo ja, kan Uitgevoerd door:
Volgnummer controle 2 / 3 / 4 / . / . / De voorgaande bevindingen en actiepunten zijn bekend?
JA/NEE
dat veilig? (goed zichtbaar, schat de verkeerssituatie in en gun uzelf de tijd)
In orde?
20 Kan van de werkplek worden gevlucht en een
JA
Opmerkingen
NEE
veilige plek bereikt worden zonder daarvoor een rijstrook te moeten oversteken? 21 Zijn er afspraken gemaakt over de omgang met (agressieve) weggebruikers? (blijf rustig en correct in conflictsituaties)
Actiepunten en afspraken:
Naam/paraaf
Datum
Vervolgcontrole
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ 37
Bijlage 2 2.3
Controlelijst Veilig werken aan wegen
Buiten de bebouwde kom niet autosnelweg Stationaire afzetting met barrier
In te vullen door: werknemer
Project/locatie
Identificatie/onderdeel
Plaats/opstelling
Eerste controle?
JA/NEE
Indien nee Datum controle:
Volgnummer controle 2 / 3 / 4 / . / . /
Uitgevoerd door:
De voorgaande bevindingen en actiepunten zijn bekend?
In orde? JA
Opmerkingen
NEE
1 Draagt iedereen op het werk veiligheidskleding? (draag de door de wegbeheerder voorgeschreven veiligheidskleding, veiligheidsvest, -overall, jas met broek of pak met reflecterende Romeinse II) 2 Is aangegeven dat er werk aan de weg wordt uitgevoerd? 3 Worden de verkeersvoorzieningen (borden en wegafzettingen) zo mogelijk door 2 personen aangebracht, verplaatst en verwijderd? (werk met gezicht naar het verkeer toe. Geen onverwachte bewegingen maken) 4 Zijn er voor het veilig kunnen plaatsen/verwijderen van de verkeersvoorzieningen speciale maatregelen getroffen? (gebruik rijdende afzetting tijdens plaatsen/ verwijderen) 5 Zijn permanente verkeersvoorzieningen, die in strijd zijn met de tijdelijke, afgedekt/verwijderd/ weggedraaid? 6 Zijn de verkeersvoorzieningen (borden, afzetting en bebakening) goed zichtbaar/reflecterend? Actiepunten en afspraken: (in goede staat, schoon en onderhouden) Naam/paraaf
■ 38
Wegmarkeringen
Datum
Vervolgcontrole
JA/NEE
Controlelijst
Bijlage 2
Veilig werken aan wegen Binnen de bebouwde kom Rijdende afzetting
In orde? InOpmerkingen te vullen door: werknemer JA
NEE
7 Kunnen de werkzaamheden veilig worden uitgevoerd in verband met oversteken van het Project/locatie
Identificatie/onderdeel
werkvak door voetgangers, fietsers, omwonenden, publiek en verkeer? Plaats/opstelling (voldoende ruimte, scheiden werk en verkeer, Datumafzettingen controle: en bebording plaatsen, speciale doorgangbeveiliging) 8 Is de uitvoering van het werk veilig voor voetUitgevoerd door:
Eerste controle?
JA/NEE
Indien nee Volgnummer controle 2 / 3 / 4 / . / . / De voorgaande bevindingen en actiepunten zijn bekend?
JA/NEE
gangers, fietsers, omwonenden, publiek en verkeer? (voldoende ruimte, scheiden werk en verkeer,
In orde?
afzettingen en bebording plaatsen, speciale
JA
Opmerkingen
NEE
doorgangbeveiliging) 9 Kunnen de verkeersvoorzieningen veilig worden geplaatst/verwijderd? (vanuit berm of voetpad, werk met gezicht naar het verkeer toe, van buiten naar binnen, maak geen onverwachte bewegingen) 10 Zijn de in gebruik zijnde weggedeelten schoon? (voorkom slipgevaar van weggebruikers, voorkom dat verkeersdeelnemers in het werkvak komen) 11 Gedraagt het verkeer zich zoals met de afzettingen en bebording is bedoeld? (worden aangeduide inhaalverboden en snelheden nageleefd, enz?) 12 Zijn bij beperkt zicht door mist of slechte weersomstandigheden de verkeersafzettingen nog voldoende zichtbaar? 13 Is er bij nachtwerk voor de juiste en voldoende verlichting gezorgd? 14 Zijn begin- en eindpunt van het werkvak voor de weggebruiker goed zichtbaar aangegeven? 15 Is bij gebruik van machines voor een vrije ruimte Actiepunten en afspraken: tussen machine en bebakening gezorgd van minstens 120 cm? 16 Zijn toilet- en schaftvoorzieningen Datum goed en Naam/paraaf
Vervolgcontrole
veilig bereikbaar?
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ 39
Controlelijst
Bijlage 2
Veilig werken aan wegen Binnen de bebouwde kom Rijdende afzetting
In orde? InOpmerkingen te vullen door: werknemer JA
NEE
17 Zijn de vrachtwagens, busjes e.d. voorzien van borden ‘werkverkeer’? Project/locatie
Identificatie/onderdeel
18 Zijn voertuigen, machines en privé-auto’s die niet direct in het werkvak nodig zijn op een veilige Plaats/opstelling plaats geparkeerd?
Eerste controle?
19 Moet de weg worden overgestoken, zo ja, kan Datum controle: dat veilig? (goed door: zichtbaar, schat de verkeerssituatie in en Uitgevoerd
Volgnummer controle 2 / 3 / 4 / . / . / De voorgaande bevindingen en actiepunten zijn bekend?
gun uzelf de tijd) 20 Kan van de werkplek worden gevlucht en een veilige plek bereikt worden zonder daarvoor een
In orde?
rijstrook te moeten oversteken?
JA
Opmerkingen
NEE
21 Zijn er afspraken gemaakt over de omgang met (agressieve) weggebruikers? (blijf rustig en correct in conflictsituaties)
Actiepunten en afspraken:
Naam/paraaf
■ 40
Wegmarkeringen
JA/NEE
Indien nee
Datum
Vervolgcontrole
JA/NEE
Controlelijst
Bijlage 2 3.1
Veilig werken aan wegen
Binnen de bebouwde kom Rijdende afzetting
In te vullen door: werknemer
Project/locatie
Identificatie/onderdeel
Plaats/opstelling
Eerste controle?
JA/NEE
Indien nee Datum controle:
Volgnummer controle 2 / 3 / 4 / . / . /
Uitgevoerd door:
De voorgaande bevindingen en actiepunten zijn bekend?
In orde? JA
JA/NEE
Opmerkingen
NEE
1 Draagt iedereen op het werk veiligheidskleding? (draag de door de wegbeheerder voorgeschreven veiligheidskleding, veiligheidsvest, -overall, jas met broek of pak met reflecterende Romeinse II) 2 Zijn ook voor simpele, kortdurende klusjes en werkzaamheden op de vluchtstrook of berm verkeersmaatregelen getroffen? (wees attent op bochten in de weg, de zichtbaarheid van het werk en de snelheid van het wegverkeer) 3 Kunnen de verkeersvoorzieningen veilig worden geplaatst/verwijderd? (vanuit berm of voetpad, werk met gezicht naar het verkeer toe, van buiten naar binnen, maak geen onverwachte bewegingen) 4 Zijn er voor het veilig kunnen plaatsen/verwijderen van de verkeersvoorzieningen speciale maatregelen getroffen? (gebruik rijdende afzetting tijdens plaatsen/verwijderen noodzakelijk) 5 Zijn de en in gebruik zijnde weggedeelten schoon? Actiepunten afspraken: (voorkom slipgevaar van weggebruikers, voorkom dat verkeersdeelnemers in het werkvak komen) Naam/paraaf
Datum
Vervolgcontrole
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ 41
Controlelijst
Bijlage 2
Veilig werken aan wegen Binnen de bebouwde kom Rijdende afzetting
In orde? InOpmerkingen te vullen door: werknemer JA
NEE
6 Gedraagt het verkeer zich zoals met de afzettingen en bebording is bedoeld? Project/locatie
Identificatie/onderdeel
(worden aangeduide inhaalverboden en snelheden nageleefd, enz?) Plaats/opstelling
Eerste controle?
7 Is de actiewagen (voertuig minimaal 8 ton) van een botsabsorber, mobilofoon/ Datumvoorzien controle: portofoon en is de afstand tussen de voertuigen 100 meter? Uitgevoerd door:
Volgnummer controle 2 / 3 / 4 / . / . / De voorgaande bevindingen en actiepunten zijn bekend?
8 Zijn bij beperkt zicht door mist of slechte weersomstandigheden de onderdelen van de rijdende afzetting nog voldoende zichtbaar? 9 Zijn de verkeersvoorzieningen (borden, afzetting
In orde? JA
Opmerkingen
NEE
en bebakening) goed zichtbaar/reflecterend? (in goede staat, schoon en onderhouden) 10 Zijn de vrachtwagens, busjes e.d. voorzien van borden ‘werkverkeer’? 11 Zijn voertuigen, machines en privé-auto’s die niet direct in het werkvak nodig zijn op een veilige plaats geparkeerd? 12 Moet de weg worden overgestoken, zo ja, kan dat veilig? (goed zichtbaar, schat de verkeerssituatie in en gun uzelf de tijd) 13 Kan van de werkplek worden gevlucht en een veilige plek bereikt worden zonder daarvoor een rijstrook te moeten oversteken? 14 Zijn er afspraken gemaakt over de omgang met (agressieve) weggebruikers? (blijf rustig en correct in conflictsituaties)
Actiepunten en afspraken:
Naam/paraaf
■ 42
Wegmarkeringen
Datum
JA/NEE
Indien nee
Vervolgcontrole
JA/NEE
Controlelijst
Bijlage 2 3.2
Veilig werken aan wegen
Buiten de bebouwde kom autosnelweg Stationaire afzetting zonder barrier
In te vullen door: werknemer
Project/locatie
Identificatie/onderdeel
Plaats/opstelling
Eerste controle?
JA/NEE
Indien nee Datum controle:
Volgnummer controle 2 / 3 / 4 / . / . /
Uitgevoerd door:
De voorgaande bevindingen en actiepunten zijn bekend?
In orde? JA
JA/NEE
Opmerkingen
NEE
1 Draagt iedereen op het werk veiligheidskleding? (draag de door de wegbeheerder voorgeschreven veiligheidskleding, veiligheidsvest, -overall, jas met broek of pak met reflecterende Romeinse II) 2 Is aangegeven dat er werk aan de weg wordt uitgevoerd? 3 Zijn ook voor simpele, kortdurende klusjes en werkzaamheden op de vluchtstrook of berm verkeersmaatregelen getroffen? (wees attent op bochten in de weg, de zichtbaarheid van het werk en de snelheid van het wegverkeer) 4 Zijn er voor het veilig kunnen plaatsen/verwijderen van de verkeersvoorzieningen speciale maatregelen getroffen? (gebruik rijdende afzetting tijdens plaatsen/ verwijderen noodzakelijk) 5 Worden de verkeersvoorzieningen (borden en wegafzettingen) zo mogelijk door 2 personen aangebracht, verplaatst en verwijderd? (werk met gezicht naar het verkeer toe. Actiepunten en afspraken: Geen onverwachte bewegingen maken) Naam/paraaf
Datum
Vervolgcontrole
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ 43
Controlelijst
Bijlage 2
Veilig werken aan wegen Binnen de bebouwde kom Rijdende afzetting
In orde? InOpmerkingen te vullen door: werknemer JA
NEE
6 Zijn permanente verkeersvoorzieningen, die in strijd zijn met de tijdelijke, afgedekt/verwijderd/ Project/locatie
Identificatie/onderdeel
weggedraaid? 7 Zijn de verkeersvoorzieningen (borden, afzetting Plaats/opstelling en bebakening) goed zichtbaar/reflecterend? goede staat, schoon en onderhouden) Datum(incontrole: 8 Zijn begin- en eindpunt van het werkvak voor de weggebruiker goed zichtbaar aangegeven? Uitgevoerd door:
Eerste controle?
Volgnummer controle 2 / 3 / 4 / . / . / De voorgaande bevindingen en actiepunten zijn bekend?
9 Zijn de in gebruik zijnde weggedeelten schoon? (voorkom slipgevaar van weggebruikers, voorkom dat verkeersdeelnemers in het werkvak komen) 10 Gedraagt het verkeer zich zoals met de afzettin-
In orde? JA
Opmerkingen
NEE
gen en bebording is bedoeld? (worden aangeduide inhaalverboden en snelheden nageleefd, enz?) 11 Zijn bij beperkt zicht door mist of slechte weersomstandigheden de verkeersafzettingen nog voldoende zichtbaar? 12 Is er bij nachtwerk voor de juiste en voldoende verlichting gezorgd? 13 Is bij gebruik van machines voor een vrije ruimte tussen machine en bebakening gezorgd van minstens 120 cm? 14 Zijn toilet- en schaftvoorzieningen goed en veilig bereikbaar? 15 Zijn de vrachtwagens, busjes e.d. voorzien van borden ‘werkverkeer’? 16 Zijn voertuigen, machines en privé-auto’s die niet direct in het werkvak nodig zijn op een veilige plaats geparkeerd? 17 Moet de weg worden overgestoken, zo ja, kan dat veilig? (goed zichtbaar, schat de verkeerssituatie in en Actiepunten en afspraken: gun uzelf de tijd) Naam/paraaf
■ 44
Wegmarkeringen
Datum
JA/NEE
Indien nee
Vervolgcontrole
JA/NEE
Controlelijst
Bijlage 2
Veilig werken aan wegen Binnen de bebouwde kom Rijdende afzetting
In orde? InOpmerkingen te vullen door: werknemer JA
NEE
18 Kan van de werkplek worden gevlucht en een veilige plek bereikt worden zonder daarvoor een Project/locatie
Identificatie/onderdeel
rijstrook te moeten oversteken? 19 Zijn er afspraken gemaakt over de omgang met Plaats/opstelling (agressieve) weggebruikers?
Eerste controle?
JA/NEE
Indien nee
rustig en correct in conflictsituaties) Datum(blijf controle:
Volgnummer controle 2 / 3 / 4 / . / . /
Uitgevoerd door:
De voorgaande bevindingen en actiepunten zijn bekend?
In orde? JA
JA/NEE
Opmerkingen
NEE
Actiepunten en afspraken:
Naam/paraaf
Datum
Vervolgcontrole
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ 45
Bijlage 2 3.3
Controlelijst Veilig werken aan wegen
Buiten de bebouwde kom autosnelweg Stationaire afzetting met barrier
In te vullen door: werknemer
Project/locatie
Identificatie/onderdeel
Plaats/opstelling
Eerste controle?
JA/NEE
Indien nee Datum controle:
Volgnummer controle 2 / 3 / 4 / . / . /
Uitgevoerd door:
De voorgaande bevindingen en actiepunten zijn bekend?
In orde? JA
Opmerkingen
NEE
1 Draagt iedereen op het werk veiligheidskleding? (draag de door de wegbeheerder voorgeschreven veiligheidskleding, veiligheidsvest, -overall, jas met broek of pak met reflecterende Romeinse II) 2 Is aangegeven dat er werk aan de weg wordt uitgevoerd? 3 Worden de verkeersvoorzieningen (borden en wegafzettingen) zo mogelijk door 2 personen aangebracht, verplaatst en verwijderd? (werk met gezicht naar het verkeer toe. Geen onverwachte bewegingen maken) 4 Zijn er voor het veilig kunnen plaatsen/verwijderen van de verkeersvoorzieningen speciale maatregelen getroffen? (gebruik rijdende afzetting tijdens plaatsen/ verwijderen noodzakelijk) 5 Zijn permanente verkeersvoorzieningen, die in strijd zijn met de tijdelijke, afgedekt/verwijderd/ weggedraaid? 6 Zijn de verkeersvoorzieningen (borden, afzetting en bebakening) goed zichtbaar/reflecterend? Actiepunten en afspraken: (in goede staat, schoon en onderhouden) 7 Zijn de in gebruik zijnde weggedeelten schoon? (voorkom slipgevaar van weggebruikers, Naam/paraaf Datumvoorkom dat verkeersdeelnemers in het werkvak komen)
■ 46
Wegmarkeringen
Vervolgcontrole
JA/NEE
Controlelijst
Bijlage 2
Veilig werken aan wegen Binnen de bebouwde kom Rijdende afzetting
In orde? InOpmerkingen te vullen door: werknemer JA
NEE
8 Gedraagt het verkeer zich zoals met de afzettingen en bebording is bedoeld? Project/locatie
Identificatie/onderdeel
(worden aangeduide inhaalverboden en snelheden nageleefd, enz?) Plaats/opstelling
Eerste controle?
9 Zijn bij beperkt zicht door mist of slechte weersde verkeersafzettingen nog Datumomstandigheden controle: voldoende zichtbaar? 10 Is er bij nachtwerk voor de juiste en voldoende Uitgevoerd door:
JA/NEE
Indien nee Volgnummer controle 2 / 3 / 4 / . / . / De voorgaande bevindingen en actiepunten zijn bekend?
JA/NEE
verlichting gezorgd? 11 Zijn begin- en eindpunt van het werkvak voor de weggebruiker goed zichtbaar aangegeven? 12 Is bij gebruik van machines voor een vrije ruimte
In orde? JA
Opmerkingen
NEE
tussen machine en bebakening gezorgd van minstens 120 cm? 13 Zijn toilet- en schaftvoorzieningen goed en veilig bereikbaar? 14 Zijn de vrachtwagens, busjes e.d. voorzien van borden ‘werkverkeer’? 15 Zijn voertuigen, machines en privé-auto’s die niet direct in het werkvak nodig zijn op een veilige plaats geparkeerd? 16 Moet de weg worden overgestoken, zo ja, kan dat veilig? (goed zichtbaar, schat de verkeerssituatie in en gun uzelf de tijd) 17 Kan van de werkplek worden gevlucht en een veilige plek bereikt worden zonder daarvoor een rijstrook te moeten oversteken? 18 Zijn er afspraken gemaakt over de omgang met (agressieve) weggebruikers? (blijf rustig en correct in conflictsituaties) Actiepunten en afspraken:
Naam/paraaf
Datum
Vervolgcontrole
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ 47
5
Informatie Aanvullende literatuur
NEN-EN 3455-347 CPR-richtlijn 15-1 en 15-2 Arbouw publicatie: “De aanpak van dieselmotoremissies in de bouw-
nijverheid” PISA: Productgroep Informatie Systeem Arbouw CROW publicatie 96a: Richtlijnen voor maatregelen bij werken in uit-
voering op autosnelwegen CROW publicatie 96b: Maatregelen bij werken in uitvoering op niet-
autosnelwegen en wegen binnen de bebouwde kom CROW publicatie 129: Handleiding veilig werken aan wegen CROW infoblad Werk in Uitvoering 5: Vrije ruimte bij stationaire afzet-
tingen
■ 48
Wegmarkeringen
Adressen Arbouw Postbus 213 3840 AE Harderwijk Telefoon (0341) 46 62 00 Fax (0341) 46 62 11
[email protected] www.arbouw.nl Bouwend Nederland Postbus 340 2700 AH Zoetermeer Telefoon (079) 3 252 252 Fax (079) 3 252 290
[email protected] www.bouwendnederland.nl CNV Vakmensen Postbus 2525 3500 GM Utrecht Telefoon (030) 75 11 500 Fax (030) 75 11 859 CNV Info (030) 75 11 001
[email protected] www.cnvvakmensen.nl FNV Bouw Postbus 520 3440 AM Woerden Telefoon (088) 575 70 00 Fax (088) 575 70 03 Infolijn 0900 36 82 689 (€ 0,10 / min) info@fnvbouw www.fnvbouw.nl
CROW Postbus 37 6710 BA Ede Telefoon (0318) 695 300 Fax (0318) 612 112
[email protected] www.crow.nl