DRIEmaandelijks magazine van Centrum Algemeen Welzijnswerk oost-brabant vzw Maatschappelijke zetel: Redingenstraat 6, 3000 Leuven - P916883 - juni 2014
nr 2/2014
Giften zi jn steeds welkom op IBAN BE59 7775 9209 2726
Scheiden doe je met meer dan twee. Lijden ook. Leuvense gedetineerden en slachtoffers over hun ravage. 2000 Oost-Brabantse gezinnen zoeken hulp bij schulden.
zo gezegd In het kader van de bestrijding van kinderarmoede is het verontrustend vast te stellen dat 4 op 10 gezinnen in schuldhulpverlening, kinderen ten laste heeft.
Wanneer een geweldsituatie beëindigd kan worden, geeft dat enorm veel voldoening. Wanneer de vrouw de draad weer kan oppakken, mondiger is geworden, meer zelfredzaam, de kinderen terug vrijer kunnen ademen.
Door de krachten van de jongeren aan te spreken en hen te leren om voor zichzelf op te komen, proberen we hen een stem te geven. Zo kunnen ze zelf mee denken over hun situatie en hebben ze terug het gevoel mee te tellen.
We kunnen via bemiddeling vee l meer op maat van het gezin wer ken en hen leren omgaan met de vers chillen die er tussen hen als ouders zijn en ook steeds zullen blijven.
Ze kunnen soms amper een kant uit, maar weten ons toch te vinden. Omdat ze hier gewoon kunnen binnen lopen, zonder een afspraak te moeten maken.
r en oude in een abn e n n , geb ete kun Hier ar ontmo gespeeld onken gedr elka ordt ngen kind eer. Er w eten en ngedwo er o e sf nd s geg seren r kan iet s kunnen n het ki e r e e n , j beld den, oud ama zi zijn. wor pa of m er kind pa mag
3
Editoriaal Editoriaal Editoria Beste CAW-sympathisant, Deze berichten uit CAW Oost-Brabant worden zowat aan 3000 mensen gestuurd. Mogelijk omdat u ons kent, of omdat u ooit beroep op ons deed, of omdat u naar ons verwijst, of ons steunt … of een combinatie van dat alles. 3000 mensen, dat is niet niks, dacht ik bij mezelf toen ik de bevolkingscijfers - 500.000 inwoners - van het werkgebied van ons CAW bekeek. ‘Oost-Brabant’ heet in de officiële statistieken ‘Arrondissement Leuven’. De identiteit van het Hageland, die magische driehoek tussen Diest, Tienen en Aarschot, is echter zo sterk dat wij er Oost-Brabant van gemaakt hebben. Van dat half miljoen mensen in Oost-Brabant, zoeken zowat 14000 werk, in 2012 kregen 1500 mensen een leefloon, 1700 jongeren worden in bijzondere jeugdzorg opgevangen, 2000 gezinnen hebben problemen met het betalen van de elektriciteitsfactuur, de migratie naar ons arrondissement steeg alsmaar, met sterke opstoten in 2003 en 2008. En zo kan je, uit de overigens goed gedocumenteerde databank van het Provinciebestuur, getallen blijven toveren die het gebied waarvoor we verantwoordelijk zijn heel concreet maken. Onze opdracht kan echt niet worden onderschat. U bent met 3000, de lezers van deze CAWinzicht. We proberen onze informatie zo boeiend mogelijk te maken. Maar eigenlijk hopen we op meer. Wij hopen dat u over CAW vertelt … aan mensen die ons nodig hebben, aan mensen die hulp zoeken, aan mensen die kunnen verwijzen naar ons, aan uw buren, uw cliënten, uw relaties, bij een toevallige ontmoeting. Misschien wist u het niet, maar het lezen van CAW Inzicht maakt u hopelijk tot een actieve partner van CAW Oost-Brabant! Dank voor uw interesse, Jan Boulogne Voorzitter CAW Oost-Brabant
4
Minder eenvoudig, nog meer op maat Bijna een derde van de vragen die op het onthaal binnen komen, blijkt over relationele problemen te gaan. Tussen partners of tussen ouders en kinderen. Problemen die vrij eenduidig zijn of die verdoken liggen tussen heel wat andere. Elke vraag wordt met evenveel zorg onthaald en steeds wordt gezocht naar een oplossing op maat. Marleen en Karina, twee bezielde dames met een hele hoop ervaring, lichten een tipje van de sluier. Wanneer mensen op het onthaal komen, is het onze taak hun vraag helder te krijgen, met hen op zoek te gaan naar wat er precies nodig is. Soms kunnen we daar snel de vinger op leggen, soms hebben we meerdere gesprekken nodig of starten we een traject op onthaal om de meest kwetsbare situaties meteen op te vangen. Een op drie vragen gaan over relatieproblemen. Sommige mensen geven direct aan dat de relatie niet meer of moeilijk gaat of vragen al meteen om scheidingsbemiddeling. Wanneer één van de partners alleen komt, proberen we er soms de andere ook bij te halen. We bespreken dan eventuele communicatieproblemen, conflicten of moeilijkheden uit het verleden, … Dit kan een kort traject zijn hier op het onthaal, maar evengoed kan het een langer durende begeleiding vragen. Situaties zijn vaak complexer dan ze op ’t eerste zicht lijken. Iemand komt dan bijvoorbeeld met administratieve vragen. Maar wanneer je verder gaat zoeken, blijken er ook woonproblemen of relationele problemen te zijn. Of een jonge vrouw komt, samen met haar kinderen, in wanhoop binnen na geweld door de partner en heeft niemand bij wie ze terecht kan. We pakken dan eerst de dringendste zaken op en proberen heel intensief en gericht te helpen. We contacteren de nodige diensten om afspraken te maken, creëren veiligheid, zoeken onderdak. Daarna bekijken we welk soort begeleiding het best past, zowel voor het
individuele luik als voor de relationele problemen. Dat is vaak een integrale begeleiding, met bijvoorbeeld een financieel en een psychosociaal deel, of specifieke begeleiding binnen de bezoekruimte, begeleid wonen of vrouwenopvang. We zien de laatste jaren ook meer mensen die maatschappelijk in erg kwetsbare situaties zitten. Bij wie het bijvoorbeeld ook moeilijk is hulp te bieden omwille van taal-, psychische of juridische barrières. Zij kunnen soms amper een kant uit, maar weten ons toch te vinden. Omdat ze hier gewoon kunnen binnen lopen, zonder een afspraak te moeten maken. Dat is de grote sterkte van het onthaal: er is één plaats waar je elke vraag kan stellen. Tegelijk is dat natuurlijk de grootste uitdaging. Je moet als onthaalmedewerker op veel verschillende terreinen bekend zijn.
5
Wanneer ouders scheiden… …heeft dat impact op kinderen. Je kan wel scheiden als partners, maar niet als ouders. Je blijft voor altijd samen de ouders van je kinderen. Hanne (Hulpverlener JAC)
Voor kinderen en jongeren is het belangrijk dat te weten. Er leeft bij hen vaak angst over de rol die hun ouders zullen opnemen. Wat verandert er? Zullen mijn ouders anders worden? Ze zitten doorgaans ook met veel vragen over het waarom van de hele zaak. Waarom scheiden mijn ouders? Waarom hebben zij die verblijfsregeling gekozen? Aan wie moet ik geld vragen voor nieuwe kleren? Wie zal er nog bij ons wonen? Zal ik met mijn zus samenblijven? Kan de regeling nog veranderen? Hoe sneller deze praktische zaken duidelijk worden, hoe minder onrust de jongeren ervaren. Naast die onduidelijkheid en onrust, brengt een scheiding een hele rollercoaster aan emoties met zich mee: kwaadheid, verdriet, vertwijfeling, schuld,… Het is belangrijk dat jongeren weten waar ze terecht kunnen wanneer ze hierover willen praten. Want vaak blijft datgene wat ze zélf vinden in heel dat scheidingsproces onderbelicht. Het is belangrijk dat er dan iemand naar hen luistert. Op het JAC doen we dat. We proberen hen in het hele proces hun plek te geven, hen te doen nadenken over zichzelf en hun
omgeving. We gaan met hen aan de slag om hen zelf de regie over hun leven te geven. Een scheiding voelt immers aan als iets wat je overkomt, een keuze die in jouw plaats wordt gemaakt. Door de krachten van de jongeren aan te spreken en hen te leren om voor zichzelf op te komen, proberen we hen een stem te geven. Zo kunnen ze zelf mee denken over hun situatie en hebben ze terug het gevoel mee te tellen. Als hulpverlener moet je echter aandachtig blijven. Jongeren hebben vaak het gevoel dat zij de leegte die er komt na de scheiding, moeten opvullen. Soms maken ze zich dan te veel zorgen of nemen ze te veel dingen op zich. We willen dit steeds in vraag stellen. Zodat kinderen ook kind kunnen blijven. Naast dit individuele spoor met jongeren, kunnen we ouders uitnodigen om samen een aantal dingen te bevragen, verwoorden of af te spreken. Bij een scheiding kan het JAC naast de jongeren staan en mee hun positie bewaken. We kunnen mee nadenken over wat ze belangrijk vinden en hoe ze dit kunnen overbrengen aan hun ouders. Kortom, we laten jongeren meetellen.
6
Zij zegt. Hij zegt. En wat zegt de wet? Wanneer collega’s juridische vragen hebben voor hun cliënten of wanneer ze op zoek zijn naar concrete informatie of niet goed weten welke (juridische) kant ze uit moeten met het verhaal, kunnen ze bij ons terecht: het team juridisch onthaal & bemiddeling van CAW Oost-Brabant. Wij bieden juridische eerstelijnshulp, wat betekent dat we cliënten of collega’s algemene informatie geven. Wanneer er nood is aan verdere en meer gespecialiseerde juridische hulp zorgen we dat de mensen die ook vinden. Yolande (juridisch hulpverlener)
Elke vraag zo volledig en goed mogelijk beantwoorden Een grote meerderheid van de vragen draait rond scheiding: mensen die overwegen te scheiden of die al beslist hebben maar niet goed weten hoe er aan te beginnen. Mensen die net van hun partner hebben vernomen dat die wil scheiden en ons komen vragen wat er nu gaat gebeuren. Of die in volle crisis op zoek zijn naar een mogelijke time-out in hun relatie. Al deze situaties vragen een specifieke aanpak en we proberen elke vraag zo volledig en goed mogelijk te beantwoorden. Het is cruciaal dat mensen snel op het CAW terecht kunnen en dat wij
met hen alle mogelijke trajecten doorpraten zodat ze een weloverwogen beslissing kunnen nemen. Naast scheiding komen er natuurlijk nog heel wat andere thema’s aan bod: vragen rond adoptie, (pleeg)voogdij, erkenning van kinderen, ontkenning van vaderschap, erfeniskwesties, bewindvoering, jeugdrecht, schulden, huurproblemen, geldigheid van contracten. Wij moeten dan ook goed op de hoogte blijven van de bestaande wetgeving en net op dat vlak is 2014 een jaar van grote veranderingen.
7
Nieuwe Familie- en Jeugdrechtbank Op 1 september wordt de lopende hertekening van het gerechtelijk landschap verdergezet met de komst van de nieuwe familie- en jeugdrechtbank. Op dit moment zijn er verschillende rechters bevoegd voor familiale kwesties (vrederechter, rechter eerste aanleg, kortgedingrechter, …) met als gevolg dat mensen soms niet goed weten tot wie ze zich moeten richten en dat de rechter soms niet goed op de hoogte is van het hele gerechtelijke dossier. Al die versnipperde bevoegdheden worden nu samengebracht en toevertrouwd aan één enkele familie- en jeugdrechtbank per arrondissement. Per gezin wordt een globaal familiedossier geopend met de gegevens van alle gezinsleden. Dit maakt het voor onze cliënt allemaal veel eenvoudiger en ook de rechter krijgt zo een beter overzicht over het hele traject van de betrokken familie.
Bemiddeling Naast het juridisch onthaal, doen wij ook de bemiddelingen op het CAW. Wanneer mensen een vraag naar bemiddeling hebben, zal een collega van het onthaal eerst samen bekijken of bemiddeling haalbaar en mogelijk is en of deze ook op het CAW kan doorgaan. We bieden immers zowel scheidings- als ouderschapsbemiddeling aan maar dit aanbod is enkel voorzien voor de meest kwetsbaren in onze samenleving. Wanneer mensen niet in aanmerking komen voor bemiddeling op het CAW, zorgen we ervoor dat ze - al dan niet via rechtsbijstand - terecht kunnen bij een bemiddelaar uit de regio. Soms loopt zo’n bemiddeling vlot en dan komt het er op aan om de afspraken die mensen zelf al hebben gemaakt te verfijnen en in een juridisch correcte overeenkomst neer te schrijven. Wij zien ook regelmatig mensen van allochtone afkomst en dan kan het een hele zoektocht zijn om samen de juiste documenten op te sporen om het verzoekschrift tot echtscheiding te kunnen neerleggen. Soms is bemiddeling een zeer intens, langdurig traject waar mensen tijd nodig hebben om samen moeilijke knopen door te hakken en hun scheiding zo goed mogelijk voor hen en voor de kinderen te regelen. We zien dat steeds meer mensen de stap naar bemiddeling durven en kunnen zetten, en dat is een goede evolutie. We zijn er echt van overtuigd dat dit de beste manier is om tot afspraken te komen. We kunnen via bemiddeling veel meer op maat van het gezin werken en hen leren omgaan met de verschillen die er tussen hen als ouders zijn en ook steeds zullen blijven.
8
De (be)zoekruimte van CAW Oost-Brabant Soms wordt het contact tussen een ouder en een kind verbroken, bijvoorbeeld door een moeilijke scheiding. In de bezoekruimte van CAW OostBrabant kan deze band hersteld worden onder deskundige begeleiding. Ricky, één van de begeleiders vertelt:
Wanneer we iemand uitleggen wat de bezoekruimte is, wijzen we hen steeds op het misleidende van het woord. Het gaat niet over een ruimte, maar wel over een begeleiding, meer in het bijzonder over een omgangsbegeleiding. Die omvat verschillende aspecten. Vooreerst zullen er contacten geïnstalleerd worden tussen ouder en kind, met het oog op het herstel van deze relatie. Het belangrijkste hierin is dat het ouderbeeld een nieuwe invulling kan krijgen. Dat het kind de mogelijkheid krijgt om te toetsen hoe betrouwbaar die andere ouder is. Soms kunnen herinneringen en allerhande verhalen en emoties een vertroebeld beeld opleveren. De kans moet gecreëerd worden dat het kind naast de negatieve ‘herinneringen’ eigen ervaringen kan opbouwen met die ouder, waardoor dat ouderbeeld gecorrigeerd of aangevuld wordt. Als je bijvoorbeeld steeds hoort dat je ouder een ‘monster’ is, dan doet dat iets met je zelfbeeld, want je hebt natuurlijk ook wel hun genen geërfd… Verder proberen we de ouderrelatie te herstellen of opnieuw minimaal te installeren. Je kan wel scheiden als partners, maar niet als ouders. Je blijft voor altijd samen de
ouders van je kinderen. Dus een minimum aan respect voor die andere ouder en een minimum aan communicatie met die andere ouder is zeker wenselijk. We leren hen onderscheid maken tussen verbroken partnerschap en onverbrekelijk ouderschap. Het uiteindelijke doel is te komen tot een gepaste omgangsregeling, waarbij het kind een plek krijgt tussen zijn beide ouders en ongedwongen met hen een band mag onderhouden. Soms zal die meest gepaste omgangsregeling er een zijn waarbij het contact met één van zijn ouders wel degelijk onderbroken wordt. Dan werken we vooral rond loslaten en de ruimte geven om niet meer ‘te moeten’. Wanneer het kind ervaart dat zijn gevoelens daarbij erkend worden, kan dat de deur voor latere contacten op een kier zetten. Ons belangrijkste werkingsprincipe is meerzijdige partijdigheid. We trachten de verschillende ‘waarheden’ naast elkaar te plaatsen, zonder daarbij een keuze te maken. Ook gaan we altijd appel doen op wat een ouder zelf aan de situatie kan veranderen. Meestal wijzen ze naar ‘de ander’ die het allemaal verkeerd doet. De nodige erkenning hiervoor opbrengen is vaak noodzake-
9 lijk, maar dan proberen we steeds met hen te zoeken naar datgene dat ze zelf kunnen doen om hun kind te ondersteunen. Wat het proces betreft, hebben we een standaard traject uitgebouwd. Er is een geleidelijke opbouw van korte contacten naar contacten van 3 uur binnen in de bezoekruimte. Hier kunnen ouder en kind elkaar ontmoeten in een serene sfeer. Er wordt gespeeld, gebabbeld, er kan iets gegeten en gedronken worden, ouders kunnen er ongedwongen papa of mama zijn en het kind mag er kind zijn. Daarna wordt stilaan de stap naar buiten voorbereid. Van enkele uren tot een ganse dag. Bij de binnen-bezoeken kan de nieuwe partner betrokken worden of de ruimere familie waarmee het contact eveneens verbroken werd. Zo herstellen we niet alleen het contact tussen het kind en zijn ouder, maar ook tussen het kind en het netwerk rond zijn ouder. Dit netwerk kan in sommige situaties een belangrijke steun zijn voor het kind of voor één van de ouders. Bij de aanvang van de begeleiding nemen wij de overdracht van het kind tussen zijn beide ouders over, om te vermijden dat spanningen het kind in moeilijkheden brengen. Later kunnen de ouders dat zelf weer doen. Elke twee maanden evalueren we samen welke verdere stappen gezet kunnen worden en wat daarbij nodig is, zowel voor het kind als voor de betrokken ouder. Zo kan de be-
zoekruimte een experimentele ruimte worden, waar vertrouwen stilaan opgebouwd wordt. Wel merken we dat de complexiteit van de problematiek toeneemt. Ouders met een psychiatrisch verleden, gezinnen met familiaal geweld, dat is niet evident om mee te werken. Het is ook niet gemakkelijk om tegelijk aan het ouderschap en iemands persoonlijkheid te werken. We proberen dit ook altijd op te pakken met met onze collega’s voor psychosociale begeleiding of met andere diensten wanneer dat nodig blijkt. Maar vermits het vaak om conflictsituaties gaat, waarbij de ene ouder meestal vindt dat er niks mis is met hem/haar, maar wel met de ander, hebben deze ouders zelf meestal geen eigen hulpvraag. Hoe lang men gebruik kan maken van de hulpverlening via de bezoekruimte is niet in exacte tijdsduur uit te drukken. Dat is afhankelijk van de mogelijkheden van betrokkenen om tot verandering te komen. Dat is inderdaad een beetje zoeken, meestal ronden we af wanneer zowel ouders als kinderen aanvoelen dat ze eraan toe zijn.
10
Samen leren patronen doorbreken Het vroegere vluchthuis van Diest heeft geen geheim adres meer, maar is nu een vrouwenopvangcentrum met een gekend adres. Vrouwen, al dan niet met kinderen, die omwille van familiaal of partnergeweld nood hebben aan een tijdelijke, residentiële opvang kunnen er terecht. Hulpverleners Dora en Dorien vertellen over de werking van de vernieuwde opvang.
In de aanloop naar de hervorming van het vluchthuis naar een vrouwenopvangcentrum, gingen we op werkbezoek naar het Oranje Huis in Nederland. Dat verzorgt crisisopvang en begeleid wonen voor vrouwen en kinderen die op de vlucht zijn voor huiselijk geweld. De open setting van het huis en de systeemgerichte manier van werken sloten helemaal aan bij onze visie en methodiek. Het pand van een vrouwenopvang is niet geheim. Vrouwen en kinderen kunnen dus tijdens hun verblijf familie en vrienden ontvangen. Er wordt gezorgd voor veiligiheid, en tegelijkertijd heerst er een open en gastvrije sfeer. Toch kan het in sommige gevallen wel nodig zijn dat een vrouw een tijdje op een geheim adres kan verblijven. Er wordt altijd heel grondig afgewogen of er dreiging is van de partner of familie en in welke mate die drei-
ging er is. Afhankelijk daarvan wordt gekozen voor ambulante begeleiding of residentiële opvang in het vluchthuis op geheim adres of de vrouwenopvang op gekend adres. Context In de vrouwenopvang werken we zoveel mogelijk met de (familiale) context van de vrouwen die bij ons verblijven. Zo wordt de (ex-)partner van bij het begin betrokken als mogelijke hulpvrager én als vader. Dit is ook erg belangrijk voor de kinderen die hier verblijven. Ook voor hen is verhuizen naar een vluchthuis of vrouwenopvang een grote verandering. Soms moeten ze naar een andere school, moeten ze hun vrienden achterlaten. Kinderen krijgen hier dan ook bijzondere aandacht en via specifieke methodieken krijgen ze de kans en de ruimte om te praten over de gebeurtenissen thuis en in de opvang. Soms zoeken we gespecialiseerde hulp
11 wanneer dat nodig is, we werken bezoekregelingen uit, contacteren de school, CLB’s, Kind en Gezin. Door de (familiale) context te betrekken, krijg je als hulpverlener vaak een completer beeld van de situatie. Bovendien kan dit sociale netwerk de vrouw mee ondersteunen. Op die manier creëer je een soort ‘gedeelde zorg’. We voeren steeds een actief tweesporenbeleid: we werken ofwel naar een terugkeer naar de partner ofwel naar een zelfstandig leven toe. In beide situaties krijgt de vrouw een passend hulptraject: psychosociale ondersteuning, administratieve en praktische hulp. Bij terugkeer naar de partner of familie wordt een (koppel)begeleiding gestart met als eerste doel het stopzetten van het geweld. Ook naar de partner wordt geluisterd. Welke zijn zijn bezorgdheden over het vertrek van de vrouw, haar moederrol, hun partnerrelatie. Wat is zijn aandeel in het verhaal. Met beide partijen worden afspraken gemaakt rond de kinderen of rond het aannemen van andere hulp. Samenwonen Een verblijf in de vrouwenopvang betekent samenwonen in een diverse groep. In de leefgroep voelen de vrouwen zich gesteund, horen ze gelijkaardige situaties. Maar het samenleven brengt automatisch ook conflicten naar boven. Respect hebben voor elkaar en respectvol kunnen samenleven is heel belangrijk. Door in te spelen op de conflicten, kunnen relatiepatronen door de groepsbegeleidster besproken en uitgelicht worden. De kennis die de vrouwen hier uit halen, maakt hen sterker in het herstel van hun gewone leven en de integratie in de gewone wereld.
Wanneer een geweldsituatie beëindigd kan worden, geeft dat enorm veel voldoening. Wanneer de vrouw de draad weer kan oppakken, mondiger is geworden, meer zelfredzaam, de kinderen terug vrijer kunnen ademen. En zeker wanneer jij als hulpverlener daartoe een steentje bijgedragen hebt.
Aanmeldingen voor het vrouwenopvangcentrum of het vluchthuis op geheim adres gebeuren via onze onthaalpunten of, na 17 u., via het crisisopvangcentrum van CAW Oost-Brabant: Onthaal Leuven Redingenstraat 6, 3000 Leuven 016 21 01 01 Onthaal Tienen Torsinplein 12, 3300 Tienen 016 81 37 78 Onthaal DiesT Michel Theysstraat 7, 3290 Diest 013 33 52 47
[email protected] Crisisopvangcentrum (KOC) Leuven Regastraat 11, 3000 Leuven 016 20 11 13
[email protected]
12
Achter de deur van… de gevangenis De afgelopen maanden werd met gedetineerden uit de twee Leuvense gevangenissen en een groep slachtoffers gewerkt aan “Ravage. Mijn verhaal.”, een kunstproject van Museum M in samenwerking met de twee Leuvense gevangenissen, CAW OostBrabant, De Rode Antraciet, Vormingplus Oost-Brabant, Mixtories en met de steun van de provincie Vlaams-Brabant.
Ravage, conflict, vernieling... het komt voor in het dagelijkse leven. Elke dag worden levens verwoest. In dit project vertellen mensen hierover. ‘Ravage, mijn verhaal’ laat zowel gedetineerden aan het woord als slachtoffers, zij vertellen over hun dromen, pijn, woede, verdriet aan de hand van digital stories. Persoonlijke en compacte verhalen, die woorden met klanken en beelden combineren. In dit project vroegen we elke deelnemer zijn persoonlijk relaas op te schrijven, er passende beelden bij te maken en deze te
monteren tot een filmpje van 1 tot 3 minuten. Meestal hadden zij in eerste instantie de drang om heel veel te willen vertellen of van zich af te schrijven. Het verplichte schrappen, herschrijven en reduceren was erg confronterend, want plots kwam het heel dichtbij. Wat overbleef was de essentie van hun verhaal, de kern van henzelf. Maar tegelijk was net dat zelf doen, zelf schrijven, zelf foto’s nemen en zelf monteren de grootste kracht van deze manier van werken. Elke gedetineerde, elk slachtoffer was zijn eigen regisseur, wij waren hierbij slechts een coach.
“Het is hard om mezelf zo te zien maar ik ben blij dat ik er iets mee gedaan heb. Er is iets positief mee gebeurd.” Nico, Hulpgevangenis Leuven
13
Werkproces In een eerste fase werd gewerkt rond de thema’s ‘het dagelijkse leven’, ‘dromen’ en ‘mijn toekomst’. Het was voor veel deelnemers niet gemakkelijk om over hun ravage te praten, hun verhaal een concrete vorm te geven. Ze vonden het vaak erg confronterend om bezig te zijn met hun eigen wensen, noden en behoeften. En zeker aan de gedetineerden, die in een gesloten omgeving leven, gaf het thema ‘toekomst’ stof tot nadenken. Daarna bracht elke deelnemer zelf zijn verhaal in beeld aan de hand van zelfgemaakte foto’s, tekeningen, krantenknipsels, archiefmateriaal... Ten slotte werkte iedereen aan de montage van zijn eigen digital story. Een zoektocht in en naar zichzelf. Het bleef niet bij de individuele verhalen van de deelnemers. De digital stories van de slachtoffers werden getoond aan de groep gedetineerden. De verhalen van de gedetineerden werden op hun beurt getoond aan de groep van de slachtoffers. Op deze manier kreeg iedereen de kans om het verhaal van de ander te ontdekken op een erg ontwapenende ma-
Twee werelden De verhalen kwamen tot stand in twee totaal verschillende werelden. Enerzijds die van de gedetineerden, opgesloten in de Hulpgevangenis van Leuven of in de gevangenis van Leuven Centraal. Zij creëerden digital stories over hun leven in detentie. Anderzijds de wereld van de slachtoffers van een misdrijf. Zij vertelden over de impact die dat gebeuren op henzelf en hun omgeving heeft gehad. Door de (zelf )kritische, creatieve en persoonlijke wijze van de workshops digital storytelling, konden beide partijen hun verhaal vertellen, ieder op zijn eigen manier, in oneindig veel variaties, elk hoe het bij hem of haar paste.
nier. Het waren persoonlijke, bijna intieme verhalen, en toch was er geen direct contact noch ongewenste confrontatie tussen beide partijen. Dit gaf het project ook een bijzondere kracht in het herstelproces dat na een ravage plaatsvindt… De resultaten van het project zijn nog te zien in Museum M tot 5 oktober 2014, in de antichambre, de inkom is gratis. Dit project kadert in de ruimere tentoonstelling ‘Ravage. Kunst en cultuur in tijden van conflict’ dat op verschillende plekken in Leuven te zien is. Meer info via www.ravage1914.be.
14
BudgetInZicht Oost-Brabant en de jaarlijkse dialoogtafel In 2011 werden 15 projecten goedgekeurd door de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Jo Vandeurzen waarbij OCMW’s, OCMW-verenigingen en verenigingen van het Netwerk tegen armoede, onder budgethouderschap van de CAW’s samen werken rond kwaliteitsvolle schuldhulpverlening, lerende netwerken en preventie. Sinds 2014 worden deze samenwerkingsverbanden structureel gefinancierd en zijn ze actief onder de naam “BudgetInZicht“ (BIZ). Uit de registratiegegevens van de 322 erkende instellingen voor schuldbemiddeling (bron Vlaams Centrum Schuldenlast) blijkt dat in 2013 65.894 Vlaamse gezinnen ondersteuning ontvingen bij het beheer van hun budget en/of bij de afbetaling van hun schulden. In de regio van BudgetInZicht Oost-Brabant zochten 1994 gezinnen hulp bij een OCMW of CAW. Maatschappelijke kwetsbaarheid Een aantal groepen is sterk vertegenwoordigd in de schuldhulpverlening. Kwetsbare groepen zijn o.a. de alleenwonenden (44,45%), de eenoudergezinnen (18,37%) en de huurders (80,59%). Eén op twee ondersteunde personen (49,05%) beschikte hoogstens over een diploma secundair onderwijs. Wat de arbeidssituatie betreft, was het aandeel niet-werkenden 2 op 3 (66,74%). Bijna de helft van de cliënten (43,98%) ondervond problemen met de geschreven Nederlandse taal. In het kader van de bestrijding van kinderarmoede is het bovendien verontrustend vast te stellen dat 4 op 10 gezinnen in schuldhulpverlening kinderen ten laste had (36,92%). Maar liefst 13,52% van deze kinderen viel in de leeftijdsklasse 0-3 jaar. Aandacht voor deze groep is belangrijk om de cirkel van de armoede van de ene generatie naar de volgende, te doorbreken.
Schuldoorzaken Uit een analyse van de schuldoorzaken blijkt dat 55,27% van de ondersteunde gezinnen te kampen had met zogenaamde ‘overlevingsschulden’. Dit zijn schulden die ontstaan omdat de inkomsten simpelweg niet voldoende zijn om de basisbehoeften te betalen, zoals verwarming, huur of voedsel. 51,63% van de ondersteunde gezinnen raakte dan weer in schuldenproblemen omwille van ‘overbesteding’. 48,98% van de ondersteunde gezinnen kampte met een tekort aan administratieve vaardigheden als schuldoorzaak. Een andere belangrijke oorzaak zijn ‘aanpassingsschulden’, dat zijn schulden die ontstaan doordat de leefsituatie van het gezin wijzigt, bijvoorbeeld door scheiding, jobverlies, of ziekte. Bij 49,89% van de ondersteunde gezinnen was dat het geval. Preventie en hulpverlening BudgetInZicht probeert via preventie en kwaliteitsverbetering van de hulpverlening
15 zijn steentje bij te dragen in de aanpak van deze problemen. Ondertussen werden hier al heel wat sterke initiatieven genomen. Zo organiseert BIZ jaarlijks voor de schuldhulpverleners een druk bijgewoonde dialoogtafel met de gerechtelijke wereld. In de bestrijding van overmatige schuldenlast is de samenwerking en informatiedeling van alle betrokken instanties immers cruciaal. Met dit initiatief wil BIZ het partnerschap tussen arbeidsrechters, schuldbemiddelaars-advocaten, hulpverleners en gerechtsdeurwaarders bevorderen en hierdoor streven naar de best mogelijke hulp en zorg voor mensen in schuldbemiddeling. Op 4 juni vond reeds de derde dialoogtafel plaats. Daarbij werd de rol van de gerechtsdeurwaarder in de schuldhulpverlening toegelicht. In essentie hebben schuldhulpverleners en deurwaarders immers verschillende uitgangsposities en tegengestelde belangen: een deurwaarder tracht de schuldvordering te recupereren voor de schuldeiser, de hulpverlener probeert een oplossing aan te reiken voor de schuldenaar om zijn schuld op een comfortabele en sociaal aanvaardbare manier te regelen. Doel van deze dialoogtafel was leren van elkaar om niet in stereotypen te vervallen, geen tegenstanders te zijn maar samen te werken met respect voor ieders opdracht. We willen evolueren van wederzijdse vooroordelen tot wederzijdse verwachtingen en stellen de ambitieuze vraag of gerechtsdeurwaarders en hulpverleners bondgenoten op lange termijn kunnen worden in de aanpak van de complexe schuldenproblematiek. Wie meer informatie wil over de vormingen en initiatieven van BIZ Oost-Brabant kan terecht bij Mikâil Ilgazoglu, Cel budget- en schuldhulpverlening van CAW Oost-Brabant, tel. 016 21 01 69.
[email protected]
Kinderen in Schuldhulpverlening In de dagelijkse praktijk van schuldhulpverlening blijven kinderen en jongeren in de begeleide gezinnen nog al te vaak buiten beeld. Ook in de literatuur over schulden en schuldhulpverlening ligt de focus op schuldsituaties als individuele problemen. Daarmee is er over stemmen, vragen en wensen van kinderen in gezinnen in schuldhulpverlening en over de impact die zij van die situatie ervaren, weinig geweten. Daarom onderzocht Margot Joris, masterstudent pedagogische wetenschappen aan de KU Leuven in het kader van haar eindproef, onder promotorschap van het CAW hoe kinderen en jongeren schulden en schuldhulpverlening binnen hun gezin beleven en of er uit deze belevingen implicaties blijken voor de praktijk van schuldhulpverlening. Het onderzoek koppelde een literatuuronderzoek met een belevingsonderzoek. Kinderen en jongeren vinden het belangrijk te weten hoe schuldhulpverlening in zijn werk gaat en verschillende onder hen willen ook meer actief betrokken worden in het proces. Voor ouders maar ook voor hulpverleners is hier een rol weggelegd in het informeren over wat er gebeurt.
Margot Joris: Belevingen van kinderen en jongeren in gezinnen in schuldhulpverlening. Een verkennend onderzoek. (juni 2014)
Missie CAW Missie CAW Missie CAW Ondertussen een jaar geleden fusioneerden CAW Regio Leuven en CAW Hageland tot een nieuwe organisatie CAW Oost-Brabant. Het was een boeiend jaar, met een nieuwe missie als resultaat. We laten u graag meelezen. Dit is waar CAW Oost-Brabant voor staat. Dit is waar wij in geloven.
MISSIE CAW OOST-BRABANT CAW Oost-Brabant heeft als missie het algemeen welzijn van mensen te versterken. CAW Oost-Brabant biedt toegankelijke en kwaliteitsvolle hulp aan iedereen uit de regio, met bijzondere aandacht voor de maatschappelijk meest kwetsbare mensen. CAW Oost-Brabant is een gekende en betrouwbare partner in de uitbouw van gedeelde zorg. CAW Oost-Brabant signaleert maatschappelijke problemen en draagt bij tot structurele oplossingen.
CAW Inzicht is een uitgave van Centrum Algemeen Welzijnswerk Oost-Brabant vzw Werkten mee aan dit nummer: Karina Bergen, Dora Das, Yolande Denis, Dorien Huygen, Ricky Janssens, Bert Lambeir, Sabine Lehmann, Greet Monstrey, Lieve Polfliet, Bieke Roggen, Marleen Roosen, Hanne Schoofs, Nadine Vandormael, Godelieve Winckelmans Eindredactie: Greet Monstrey Lay-out: Sabine Lehmann Verantwoordelijke uitgever: Bert Lambeir, Redingenstraat 6, 3000 Leuven Giften: CAW Oost-Brabant is als vzw gemachtigd giften, legaten en schenkingen te ontvangen. Een fiscaal attest wordt afgeleverd bij giften vanaf 40 euro. Maatschappelijke zetel: CAW Oost-Brabant Redingenstraat 6, 3000 Leuven, tel 016 21 01 00, e-mail:
[email protected], www.cawoostbrabant.be