SBB Verdieping editie 2 januari 2013
Rien van Tilburg en Hylke Warners over de herziening van de kwalificatiestructuur
Terugblik 2012 & Vooruitblik 2013
Stage- en leerbanenoffensief werkt!
‘Het mag best schuren; dat is een teken dat ’t ergens over gaat!’
Een stagiair werkt Heel hard zelfs, en dat verdient best een kopje koffie. Want de stagiair
Wie wordt Beste Leerbedrijf van Nederland?
die alleen maar koffie haalt is echt verleden tijd. De huidige generatie
Een stagiair of leerling in dienst nemen is niet alleen heel nuttig, u kunt
bestaat uit leergierige, capabele jongeren die barsten van de energie. Dat
er ook nog eens een hele mooie onderscheiding mee winnen: Beste
betekent veel meer dan een nuttig paar extra handen. Het enthousiasme
Leerbedrijf van Nederland. In aanloop naar de uitreiking in april 2013
van stagiairs of leerlingen werkt vaak aanstekelijk en ze leveren u als
stellen we de komende maanden alle finalisten aan u voor. Zij leggen uit
ondernemer heel veel op. U zou ze er nog best een koekje bij kunnen geven.
waarom een stagiair voor hen werkt.
WORD LEERBEDRIJF, DAAR WORD JE BETER VAN Ontdek meer op www.stagemarkt.nl 2
Colofon SBB Verdieping is een halfjaarlijkse uitgave van de stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB). Het biedt politici, bestuurders, beleidsmakers en partners van SBB, werkzaam in bedrijfsleven
4
Terugblik 2012 & Vooruitblik 2013
en beroepsonderwijs, achtergrondinformatie over de adviezen die SBB uitbrengt, de collectieve samenwerkingsprojecten van de kenniscentra en andere actuele zaken op het snijvlak van beroepsonderwijs en bedrijfsleven. Steeds vanuit het perspectief op de praktijk van onderwijs én bedrijfsleven.
Stage- en leerbanenoffensief werkt!
6
Uitgave © SBB Zoetermeer, januari 2013
Redactie: SBB Vormgeving: SBB Drukwerk: Bestenzet, Zoetermeer Foto omslag: Hollandse Hoogte Redactieadres: SBB Postbus 7259 2701 AG Zoetermeer
Rien van Tilburg en Hylke Warners over de herziening van de kwalificatiestructuur
079 329 40 00 voorlichting@s–bb.nl
8
www.s– bb.nl
Wilt u zich aan- of afmelden voor de SBB Verdieping, dan kunt u dit laten weten aan de redactie.
Overname van artikelen is toegestaan met bronvermelding.
en verder... Column Ben Rijgersberg
11
‘Het mag best schuren; dat is een teken dat ’t ergens over gaat!’
12
Op zoek naar een toekomst in Nederland
13
Boris: werkend leren voor meer dan mbo
14
Overzicht SBB-adviezen van 2012
15
3
SBB Verdieping januari 2013
Terugblik 2012 Transitie Op 1 januari 2012 was de overgang van Colo naar SBB een feit. Vanzelfsprekend was dit pas de start van een ingrijpend transitieproces. Niet alleen voor onderwijs en bedrijfsleven verenigd in SBB en het bureau SBB, maar ook voor de kenniscentra die gingen werken in nieuwe bestuurlijke verhoudingen en andere rollen. Dankzij een gedegen voorbereiding, de wil van partijen om er een succes van te maken en de enorme inzet van bestuurders en bureau, waren de fundamenten van SBB snel gelegd. We concentreren ons in deze terugblik op enkele belangrijke resultaten die de meerwaarde van SBB illustreren.
Adviezen Elders in deze editie van SBB Verdieping vindt u een behoorlijk imposant overzicht van de adviezen die zijn uitgebracht aan minister van OCW. Zij wist ons snel te vinden. Daarmee kende SBB een vliegende start. Onderwijs en bedrijfsleven, die voorheen soms alleen in tegenstellingen dachten, zochten elkaar in SBB-verband op en vonden elkaar op de inhoud. Met een sleutelrol voor de thema-adviescommissies. De minister heeft de meeste adviezen vrijwel integraal overgenomen. De meerwaarde van SBB was daarmee voor iedereen duidelijk. Maar vanzelf ging het niet. Het meest ingewikkelde aspect van de adviesrol is het verwerven van draagvlak, meestal in combinatie met strakke deadlines.
hangende, vereenvoudigde kwalificatiestructuur, die werkbaar is voor onderwijs én bedrijfsleven. Nieuw in de dossiers is, naast de beroepeninformatie, de vereiste informatie over doelmatigheid. Ook staan in de dossiers voor het eerst examenafspraken. In 2012 werd ruim 30% van de nieuwe kwalificatiedossiers voor onafhankelijke toetsing voorgelegd aan de SBB Toetsingskamer. De goedgekeurde dossiers worden benut voor praktijktesten met het onderwijs. Tijdens de praktijktesten wordt expliciet de uitvoerbaarheid van de dossiers in het onderwijs beoordeeld.
Beroepspraktijkvorming De groei van het gebruik van Stagemarkt.nl binnen de scholen is zeer indrukwekkend. 70 onderwijsinstellingen passen inmiddels het White Labelconcept toe. Maarliefst vijf miljoen keer is de site geraadpleegd voor matching van studenten met beschikbare leerplaatsen en het opvragen van administratieve gegevens.
Kwalificeren en examineren Onder regie van SBB werkten de kenniscentra met hun paritaire commissies aan de herziening van de kwalificatiestructuur. Anders dan in het verleden, is niet gekozen voor een projectmanagement dat werkt met een vooraf vastgelegd format. In de nieuwe aanpak werken alle betrokken partijen toe naar één samen-
SBB Verdieping januari 2013
4
Voor een goede matching van studenten met leerbedrijven zijn voldoende leerplaatsen noodzakelijk. Om ook in deze economische crisis te zorgen dat mbo-studenten een geschikte leerplaats kunnen vinden, is met de kenniscentra en een aantal branches een stage- en leerplaatsenoffensief gestart.
Arbeidsmarkt- en doelmatigheidsinformatie In 2012 zijn voor de 30 arbeidsmarktregio’s weer drie keer Basiscijfers Jeugd uitgebracht. Daarnaast is de SBB Barometer vier keer verschenen. Nieuw is de aanzet voor servicedocumenten met eenduidige doelmatigheidsinformatie voor sectoren en regio’s.
Diplomawaardering en onderwijsvergelijking SBB heeft circa 1.400 adviezen op (v)mboniveau afgegeven. Daarbij maken we onderscheid in adviezen voor instroom onderwijs-, of arbeidsmarkt, de IND en studiefinanciering.
Vooruitblik 2013 Toekomstvisie
Nieuwe kwalificatiestructuur
Het algemeen bestuur SBB werkt in nauwe samenspraak met het werkveld aan een toekomstvisie voor het mbo, aangeduid met MBO 2020. Het Expertisecentrum Beroepsonderwijs (Ecbo) ondersteunt dit proces. De vooruitblik moet helpen bij het adviseren van de minister.
Het kalenderjaar 2013 staat in het teken van het opleveren van een herziene kwalificatiestructuur. Deze moet voldoen aan de eisen van de minister van OCW en de afspraken die onderwijs en bedrijfsleven in SBB-verband hebben gemaakt. Dit leidt tot de gewenste vereenvoudiging, waarbij het aantal diploma’s en kwalificaties afneemt. De Toetsingskamer is op volle sterkte gebracht om binnen de krappe termijnen haar toetsrol goed te vervullen.
Transitie In 2012 is gestart met het doelmatiger organiseren van de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven. Dit gebeurt aan de hand van een projectplan. Hierin staan de acties die met alle betrokken partijen zijn afgesproken. Het regeerakkoord van kabinet Rutte II heeft geleid tot een nieuwe transitie-opdracht. Deze moet in 2013 leiden tot een nieuw ontwerp van de manier waarop partijen de wettelijke taken willen neerleggen en hoe ze deze gestalte gaan geven. Op verzoek van minister Bussemaker werkt SBB, in samenspraak met betrokken partijen, voorstellen uit.
Ook ontwikkelt SBB in opdracht van OCW de arbeidsmarkt- en studiebijsluiter voor alle kwalificaties in het mbo. Behalve onderwijs en bedrijfsleven worden de gebruikers zelf nadrukkelijk betrokken bij de vorm en inhoud van deze informatie.
Nieuwe adviezen In 2013 brengt SBB op verschillende thema’s weer adviezen uit. In opdracht van onderwijs en bedrijfsleven werkt SBB aan een advies voor de minister OCW over de escalatieladder met een geschillencommissie rond de doelmatigheid van het opleidingenaanbod. Tevens komt er waarschijnlijk nader advies over de ontwikkeling, het beheer en de coördinatie van de uitvoering van de BPV-monitor 2013.
Foto Hollandse Hoogte
5
SBB Verdieping januari 2013
Stage- en leerbanenoffensief werkt! In de neergaande conjunctuur staat het
Knelpunten op de stageen leerbanenmarkt
aanbod van stageplaatsen en leerbanen
succesvolle stage- en leerbanenoffensief
De economische crisis leidt tot groeiende jeugdwerkloosheid. Daarnaast dreigt in een aantal sectoren ook een tekort aan stages en leerbanen in het mbo te ontstaan. Uit de SBB Barometer van de stage- en leerbanenmarkt van december 2012 blijkt dat er knelpunten blijven in bouw en bouwgerelateerde sectoren, maar ook in transport en mobiliteit. Goede kansen voor stages en leerbanen blijven (in ieder geval voor de korte termijn) in de handel, voedingsindustrie, gezondheidstechniek en horeca.
intensiveren.
Stage- en leerbanenoffensief
onder druk. Het door SBB en de kenniscentra ingezette offensief leverde in 2012 de eerste resultaten op. Op verzoek van minister Bussemaker (OCW) gaan SBB en de kenniscentra vanaf 1 januari 2013 het
Zonder een leerbaan of stage kunnen mbostudenten hun opleiding niet afronden. En in de nabije toekomst heeft het bedrijfsleven deze gekwalificeerde vakmensen hard nodig. Daarom is SBB samen met de kenniscentra in september 2012 het stageen leerbanenoffensief 2012-2013 gestart. Onderwijs en bedrijfsleven komen hierbij gezamenlijk in actie om de knelpunten op de stage- en leerbanenmarkt zoveel mogelijk te beperken. Nieuwe initiatieven én gebruik van de ervaringen uit het Actieplan Jeugdwerkloosheid moeten voorkomen dat studenten hun opleiding niet kunnen starten of afronden, omdat er geen stages en leerbanen zijn. Het offensief versterkt gecoördineerd sectorale en regionale initiatieven van de sectoren, onderwijsinstellingen en gemeenten.
Eerste resultaten Het offensief van SBB en de kenniscentra levert de eerste resultaten op. Zo steeg het aantal erkende leerbedrijven in het najaar van 2012 met bijna 2.000 tot 226.000. Het aantal ingeschreven studenten dat leerbanen zoekt is vanaf oktober gedaald van 30.000 tot 19.000 begin december. De minister van OCW heeft SBB en de kenniscentra gevraagd het stage- en leerbanenoffensief te intensiveren. Onderdelen van dit offensief zijn onder andere het Meldpunt Stagetekorten, Stagemarkt.nl en het
SBB Verdieping januari 2013
6
White Label-concept van Stagemarkt. nl op scholen. Het gebruik van beide is sterk toegenomen: er zijn inmiddels meer dan 5.000.000 bevragingen per jaar. De gemelde knelpunten bij het vinden van stageplaatsen en leerbanen worden actief opgepakt door scholen en kenniscentra in de regio.
Maatregelen Stage- en leerbanenoffensief 2012-2013 1 Goede arbeidsmarkt en stage-informatie De situatie kan per sector en per regio verschillen, daarom is actuele sectorale en regionale informatie onmisbaar. Goede voorlichting op basis van feiten en cijfers maakt duidelijk waar kansen en knelpunten liggen op de stage- en arbeidsmarkt. SBB publiceert deze informatie via Kansopwerk.nl en de Basiscijfers Jeugd die SBB samen met UWV driemaal per jaar voor de 30 arbeidsmarktregio’s uitbrengt. 2 Campagne SBB voor voldoende stages en leerbanen SBB en de samenwerkende kenniscentra doen een actief beroep op erkende en potentiële leerbedrijven om mbo-studenten ook in deze economische situatie een stage of leerbaan aan te bieden. Bedrijven krijgen de voordelen van leerbedrijf zijn op een rij. In september 2012 is in NRC Handelsblad al een campagne rond het thema ‘Leerbedrijf van het jaar’ gestart. 3 Oproep VNO-NCW/MKB-Nederland voor stages en leerbanen De werkgeversverenigingen VNO-NCW en MKB-Nederland zijn begin september 2012 gestart met een oproep aan werkgevers om stages en leerbanen aan te blijven bieden. Zij brengen hierbij Stagemarkt.nl (gericht op het aanbieden van stages en leerbanen) bij bedrijven onder de aandacht.
4 Sectoraal offensief kenniscentra Sectoren met goede arbeidsmarktkansen en met een dreigend tekort aan vakmensen kunnen extra ondersteuning krijgen van een sectoraal stage- en leerbanenoffensief. De kenniscentra benaderen potentiële leerbedrijven met een gecoördineerde werkgeversbenadering. Zo benutten de kenniscentra de stages en leerbanen optimaal en overvragen de werkgevers niet. Voor deze gecoördineerde ondersteuning bij de aanpak van regionale knelpunten hebben de 17 kenniscentra één aanspreekpunt: het Regionaal Adviesteam Kenniscentra, www.regionaaladvies.nl. 5 Betere beroepenoriëntatie en voorbereiding Goede en reële informatie over de arbeidsmarkt zorgt ervoor dat jongeren beter een afgewogen keuze kunnen maken voor studie en beroep. BeroepeninBeeld.nl brengt geeft informatie over alle mbo-beroepen en de arbeidsmarkt. De website geeft een beeld van de inhoud van beroepen en de kans op werk en een stageplaats. 6 Opleidingsbijsluiter In opdracht van de minister van OCW ontwikkelt SBB de arbeidsmarkt- en opleidingsbijsluiter, in navolging op het hoger onderwijs. Hiermee kunnen alle (potentiële) mbo-studenten en hun ouders voortaan via SBB informatie per opleiding ontvangen over onder andere de kansen op werk. De bijsluiters zijn medio 2013 beschikbaar voor een deel van de scholen. Deze maatregel draagt bij aan het besef van arbeidsmarktrelevantie bij jongeren en aan een betere, afgewogen beroeps- en opleidingskeuze.
Via de website Stagemarkt.nl van SBB en de kenniscentra zijn de stages en leerbanen te vinden van alle 226.000 erkende leerbedrijven. 8 Betere match studenten en leerbedrijven De meeste scholen hebben Stagemarkt.nl geïntegreerd met hun internetsysteem. Zo wordt het beschikbare aanbod aan stageplaatsen en leerbanen beter benut en kunnen jongeren makkelijker een passende stageplaats of leerbaan vinden en worden werkgevers optimaal bediend. 9 Meldpunt stagetekorten Om bij (dreigende) tekorten aan stages en leerbanen snel actie te kunnen ondernemen, kunnen studenten, ouders en scholen op een toegankelijke manier actuele tekorten melden, waarop de kenniscentra actie ondernemen. Dit kan via: www.stagetekorten.nl 10 SBB Barometer van stage- en leerbanenmarkt SBB monitort het aanbod van stageplaatsen en leerbanen permanent. Viermaal per jaar brengt SBB de actuele stand van zaken rond de stages en leerbanen in beeld met de SBB Barometer. In de Barometer wordt verslag gedaan van het stage- en leerplaatsenoffensief en de acties van sectoren.
Foto Hollandse Hoogte
7 Goede vindbaarheid beschikbare stages en leerbanen Bij een dreigend tekort aan stages en leerbanen moeten alle beschikbare plaatsen zo goed mogelijk benut worden. Soms zijn de stages en leerbanen er wel, maar kunnen jongeren ze niet vinden.
7
SBB Verdieping januari 2013
Een grote operatie achter de schermen Rien van Tilburg (CVB-voorzitter Clusius College) en Hylke Warners (beleidsmedewerker onderwijs bij BOVAG) over de herziening van de kwalificatiestructuur
De herziening in het kort In een kwalificatiedossier staat wat een beginnend beroepsbeoefenaar moet kennen en kunnen voor het behalen van een diploma. Alle dossiers samen vormen de kwalificatiestructuur. Onderwijs en arbeidsmarkt willen meer eenheid in de diplomaeisen voor de mbo-student, zodat studenten een betere studiekeuze kunnen maken en als goed vakman aan de slag kunnen. Daarom wordt de structuur op vier punten herzien: • Stevige opbouw: kwalificatiedossiers worden opgebouwd uit drie delen: basis, profiel en keuze. De basis bevat informatie die voor een groep beroepen nodig is. De verschillen tussen die beroepen zijn uitgewerkt in het profiel. Het keuzedeel moet een verrijking van het diploma zijn. • Verder clusteren: een aantal dossiers wordt op een andere manier geclusterd. Voor scholen levert dit houvast op voor een doelmatige opleidingsorganisatie en voor bedrijven beter inzetbare arbeidskrachten. • Afspraken examinering: aan welke eisen een mbo-student moet voldoen om een diploma te behalen, wordt beter beschreven. • Terug naar de essentie: kwalificatiedossiers worden dunner en overzichtelijker. De nieuwe kwalificatiedossiers die worden opgeleverd door de kenniscentra voor beroepsonderwijs en bedrijfsleven, worden getest in de praktijk. In de praktijktest komen zaken aan de orde als de uitvoerbaarheid van de dossiers, het toezicht en de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven.
‘Als je voldoende breed opleidt, vindt de student een baan op zijn niveau en met een salaris dat daarbij past!’
Foto Hollandse Hoogte
Rien van Tilburg is CVB-voorzitter van het Clusius College, een aoc dat vmbo- en mbo-opleidingen verzorgt in Noord-Holland op het gebied van plant, dier, groen, bloem, styling, ondernemen, voeding, recreatie, techniek, natuur en milieu. Daarnaast is hij bestuurslid van de MBO Raad, waarbij hij zich onder andere bezighoudt met examinering, beroepspraktijkvorming en het competentiegericht beroepsonderwijs. Hij geeft aan: ‘De aoc’s hebben in november 2011 op een bestuurstweedaagse al samen met kenniscentrum Aequor gesproken over de herziening van de kwalificatiestructuur. Het mooie is dat de lijn die we toen besproken hebben, nu werkelijkheid wordt. Zo hebben we het gehad over het beperken van het aantal groene dossiers, van zo’n dertig tot acht, negen. Dat de aoc’s te maken hebben met maar één kenniscentrum maakt onze situatie overzichtelijk. Dat heeft tot gevolg dat we een voorlopersrol kunnen hebben én dat mensen betrokken zijn van de planfase tot en met de uitvoering. Overigens betekent dat niet dat de herziening van de groene dossiers altijd even gemakkelijk is. Zo hebben we het nieuwe dossier Agrocluster. Daarin moeten we alle opleidingen in de primaire agrarische sector (onder andere tuinbouw, akkerbouw, veehouderij en loonwerk) op drie niveaus zien te verwerken en dat is een hele opgave! Voordeel is wel dat zo’n gecombineerd dossier ervoor zorgt dat je zowel breed als smal kunt opleiden. Zo hebben we geen honderden leerlingen die kiezen voor een opleiding in de primaire agrarische sector. Door te kiezen voor een breed basisdeel, kun je verschillende opleidingen combineren. Een aandachtspunt daarbij is wel de woordkeuze in het dossier. Zo hebben we van oudsher opleidingen vervolg op pagina 8
SBB Verdieping januari 2013
Interessant maar complex
bloemschikken en design (bijvoorbeeld voor het inrichten van tuincentra). Als je die wilt samenvoegen in een dossier, moet je niet alleen het woord ‘bloemen’ gebruiken. Het kost best wat moeite om de kerntaken en werkprocessen wat algemener te beschrijven en ook weer niet zó algemeen dat ze geen recht doen aan het werkveld. Een voorbeeld: logistiek en handel vormen een belangrijk onderdeel van onze keten. Andere kenniscentra hebben hier al dossiers voor, dus is het de vraag of we wel iets afzonderlijks moeten hebben voor de agrarische sector. Ja, want we hebben het hier over het vervoer van levende wezens en plantaardige producten; dat vraagt om speciale kennis. Zo blijft het een puzzel om te zorgen voor goede dossiers die recht doen aan het werkveld en het onderwijs. Bij die relatie is het ook belangrijk om rekening te houden met macrodoelmatigheid.
Warners zit in het Projectteam Kwalificatiestructuur. SBB heeft een projectmanagement aangesteld om de herziening kwalificatiestructuur tijdig te realiseren. Projectmanager Wim Streumer (directeur kenniscentrum ECABO) werkt hierbij samen met René van Gils (voorzitter ROC Graafschapcollege) en wordt ondersteund door een projectteam waarin het bedrijfsleven en het onderwijs vertegenwoordigd zijn. Warners: ‘Het is heel interessant om daarbij betrokken te zijn, maar ook heel complex. Je wilt dat scholen en bedrijven met de dossiers aan de slag kunnen en zich erin herkennen. Dat betekent dat ze specifiek en herkenbaar moeten zijn. Maar tegelijkertijd moeten de dossiers duurzaam zijn; ze moeten lang mee kunnen. Dat wringt soms. Ik ben wel enthousiast over het format voor de kwalificatiedossiers met een basis en profielen. De basis bevat informatie die voor een groep beroepen nodig is en de verschillen daartussen staan in het profiel. In het keuzedeel is ruimte voor bijzonderheden. Zo hadden we een apart dossier voor de revisietechnicus, die verbrandingsmotoren inspecteert en repareert. Nu denken we erover om de specifieke onderdelen van de oorspronkelijke opleiding op te nemen in een keuzedeel. Wat mij betreft kunnen de verschillende branches best wat elementen uit die keuzedelen ‘uitruilen’. Het is volslagen begrijpelijk dat iedereen in eerste instantie naar zijn eigen branche kijkt, maar het is wel interessant om te bekijken hoe andere branches omgaan met keuzes. Dan kom je soms op
Er zijn opleidingen waar weinig vraag naar is op de arbeidsmarkt en er zijn opleidingen waar zo weinig studenten zich voor aanmelden dat er niet voldaan kan worden aan de vraag van de arbeidsmarkt. Het onderwijs moet op beide situaties kunnen inspelen. Natuurlijk moet je zorgen voor goede beroepeninformatie en voor informatie over werkgelegenheid, maar tegelijkertijd wil je iemand die zijn hart volgt en voor een bepaalde opleiding kiest, niet tegenhouden. Als je voldoende breed opleidt, vindt de student als het goed is een baan op zijn niveau en met een salaris dat daarbij past! Dat die baan misschien niet 100% overeenkomt met de opleiding, is alleen maar reëel op een arbeidsmarkt die flexibiliteit en mobiliteit vraagt.’ Rien van Tilburg
Hylke Warners
CVB-voorzitter
beleidsmedewerker
Clusius College
onderwijs bij BOVAG
Geen last, maar gemak
dingen die je zelf niet had bedacht. Het lijkt me een taak voor de Toetsingskamer van SBB om te signaleren waar logische verwantschappen zijn in de kwalificatiedossiers; het is dan aan de branche en aan het onderwijs om daarop te reageren.’ Wat Hylke Warners betreft mogen onderwijs en branche nog wel meer samenwerken: ‘We zouden bijvoorbeeld samen kunnen bekijken hoe we het keuzedeel in de beroepspraktijkvorming kunnen vormgeven. Dat is misschien uitkomst voor het onderscheid tussen de beroepsopleidende leerweg en de beroepsbegeleidende leerweg. Studenten uit deze twee leerwegen krijgen aan het eind wel hetzelfde papiertje, maar de weg ernaartoe is heel anders. Scholen worstelen met de vraag hoe ze binnen de beroepsbegeleidende leerweg in één dag per week én taal én rekenen én vaktechnische elementen moeten stoppen!’
Hylke Warners is beleidsmedewerker onderwijs bij BOVAG. Dat is de brancheorganisatie van 11.000 ondernemers die zich met mobiliteit bezighouden, bijvoorbeeld bedrijven die gespecialiseerd zijn in tweewielers, verkeersopleidingen, personenauto’s en trucks. ‘Bij het onderwijsbeleid in de mobiliteitsbranche ligt het zwaartepunt op het investeren in de kwaliteit van de werknemers. De branche moet er alles aan doen om huidige medewerkers te behouden en hun kennis en kunde actueel te houden. Aan de andere kant moet er voldoende instroom zijn van geïnteresseerde leerlingen. Daarbij bepaalt de branche mede wat de mensen moeten kennen en kunnen’, aldus BOVAG. Hoe gaat dat in de praktijk en wat zijn de gevolgen van de herziening van de kwalificatiestructuur? Hylke Warners: ‘Als brancheorganisatie kijken we vooral naar wat de veranderingen in de kwalificatiedossiers betekenen voor onze bedrijven. De herziening van de kwalificatiestructuur is een grote operatie achter de schermen, waarbij we kijken naar wat we slimmer kunnen organiseren. Scholen en bedrijven moeten daar geen last, maar gemak van hebben.’
SBB Verdieping januari 2013
‘Branches kunnen best wat elementen uit die keuzedelen uitruilen’
10
COLUMN
Foto Hollandse Hoogte
In balans Meer presteren met minder middelen Doelmatigheid is niet alleen het credo van het kabinet. Alle (semi)publieke organisaties moeten meer presteren met minder middelen. Dat geldt niet alleen voor scholen, koepelorganisaties en overheden, maar ook voor de kenniscentra en SBB. Met de overgang van Colo naar SBB per 1 januari 2012 , kende SBB een vliegende start. Er kwamen andere, stevige, taken bij, zoals de adviesrol naar OCW, die om intensieve afstemming vraagt met onderwijs en bedrijfsleven. Die opdracht ging gepaard met de eis dat het een budgettair neutrale operatie moest worden. Ondanks de ingrijpende transitie is het onderwijs en bedrijfsleven in SBB-verband gelukt om reeds in haar eerste jaar over complexe vraagstukken krachtige adviezen op te leveren. Voorbeelden hiervan zijn het advies over de herziening van de kwalificatiestructuur en het advies over doelmatigheid in het aanbod van opleidingen.
‘In het transitiejaar 2012 was het nieuwe SBB-huis op orde en werkten we aan een ambitieus jaarplan met sluitende begroting’
In het transitiejaar 2012 was het nieuwe SBB-huis op orde en werkten we met enige trots aan een ambitieus jaarplan met sluitende begroting. De inkt van deze plannen was echter nog niet droog toen eind oktober 2012 het nieuwe regeerakkoord verscheen. Als donderslag bij heldere hemel stond daar geschreven dat SBB en de kenniscentra moesten gaan anticiperen op een bezuiniging van 80% op het macrobudget van de kenniscentra. Bovendien lag er de politieke afspraak dat de wettelijke taken van de kenniscentra elders zouden worden belegd. En dat voor de uitvoering van die taken in de toekomst nog maar 20% van het macrobudget overblijft.
sprekend een bijdrage levert aan meer doelmatigheid. Sterker nog, onderwijs en bedrijfsleven samenwerkend in SBB en de kenniscentra, werkten al aan concrete transitieplannen om dit binnen twee jaar te realiseren. Die tijd is ons niet gegund. Het bestuur van SBB heeft minister Jet Bussemaker direct laten weten dat het een illusie is te veronderstellen dat je 80% van het macrobudget kunt schrappen zonder het mes te zetten in de bijbehorende taken. Is dit bruggen slaan of gaat het kabinet hier een brug te ver? Bestuur SBB en minister hebben gekozen voor de overlegtafel. Daar moeten samen oplossingen worden gevonden. Wat vinden we samen essentieel voor goed beroepsonderwijs gericht op goed vakmanschap en welk prijskaartje mag daar aan hangen? Er moet een gezonde balans zijn tussen taken en geld, zodat meer presteren met minder middelen geen loze kreet dreigt te worden. Ook tijdens deze verbouwing blijft de SBB-winkel geopend. In deze SBB Verdieping kunt u lezen welke prestaties u in 2013 van ons mag verwachten.
Ben Rijgersberg directeur SBB
Het bestuur heeft bij de minister van OCW aangegeven dat SBB in een crisisperiode met miljardenbezuinigingen vanzelf-
11
SBB Verdieping januari 2013
‘Het mag best schuren; dat is een teken dat ’t ergens over gaat!’ Sinds het begin van dit jaar zit Michaël van Straalen, (vicevoorzitter van MKB Nederland) het bestuur van de stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven voor. Hij volgde Jan van Zijl (voorzitter van de MBO Raad) op. In het bestuur van SBB zijn beroepsonderwijs en bedrijfsleven in gelijke mate vertegenwoordigd. Het algemeen bestuur van SBB bestaat uit twaalf leden: zes vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en zes van het onderwijs. Michaël van Straalen voorzitter: ‘We hebben er bewust voor gekozen om geen onafhankelijk voorzitter aan te stellen, maar om gebruik te maken van mensen uit beroepsonderwijs en bedrijfsleven. Daarmee etaleren we dat SBB een gezamenlijke verantwoordelijkheid is.’
maar kunnen niet bijvoorbeeld even de tekorten in de techniek oplossen. Door onze gesprekken afgelopen jaar daarover is zowel bij scholen als bij bedrijven het besef gekomen dat de realiteit soms een tikje ingewikkelder is dan je denkt. Datzelfde geldt voor de kwalificatiestructuur: scholen hadden het beeld dat ze te weinig betrokken waren bij de totstandkoming van de kwalificatiedossiers en dat die daardoor te wensen overlieten. Natuurlijk kon de kwalificatiestructuur best een moderniseringsslag gebruiken (minder dossiers, meer samenhang), maar het was niet zo dat het onderwijs geen rol had gehad in de vorige versie. Door SBB is die rol alleen maar groter geworden; het onderwijs heeft nu meer invloed op onderwerpen die te maken hebben met het bedrijfsleven.’
Besluiten die gedragen worden
Andere rol van de stichting
Jan van Zijl was afgelopen jaar voorzitter van SBB: ‘Ik heb mijn achterban soms moeten uitleggen dat ik daarmee niet opeens slechts voor de helft voorzitter was van de MBO Raad. Nee, juist vanuit mijn verantwoordelijkheid voor het middelbaar beroepsonderwijs heb ik punten ingebracht in de Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven. We hebben gewerkt aan besluiten die gedragen worden door zowel het onderwijs als de arbeidsmarkt. Dat is echt winst; voorheen zouden alle partijen hun eigen zegje gedaan hebben bij de politiek. Neem het voorbeeld van de macrodoelmatigheid; dat is zo’n onderwerp waar al jaren discussie over bestaat. En niet alleen discussie, maar ook onbegrip. Het bedrijfsleven verwacht dat het beroepsonderwijs opleidt voor kansrijke beroepen, maar scholen kunnen hun studenten niet dwingen om een keuze te maken voor een bepaalde opleiding. Ze kunnen voorlichten over wat een beroep inhoudt en over wat de kansen op de arbeidsmarkt zijn,
Michaël van Straalen vult aan: ‘Dat was nodig, want de relatie tussen onderwijs en bedrijfsleven was moeizaam. Het was echt tijd voor verbetering en intensivering van die relatie en ik was dan ook uitbundig toen SBB tot stand kwam. Nog steeds zijn mijn verwachtingen hoog gespannen, ook al weet ik dat we te maken hebben met een complex traject. Zeker nu in het regeerakkoord staat dat het aantal kenniscentra voor beroepsonderwijs en bedrijfsleven sterk gereduceerd wordt en taken worden ondergebracht bij SBB. De bezuiniging van deze omvang heeft ons enorm overvallen.
SBB Verdieping januari 2013
We hebben SBB vormgegeven vanuit het beeld dat we bepaalde taken op een bepaalde plek in het stelsel hadden. Het regeerakkoord laat dat beeld kantelen. Dat vraagt een andere rol van de stichting in het speelveld. Het is goed dat we het afgelopen jaar hebben kunnen oefenen; we weten welke hobbels en leerpunten er zijn en kunnen die meenemen bij het goed
12
Michaël van Straalen (links) en Jan van Zijl (rechts).
vormgeven van de veranderende taken van SBB. Ook weten we dat we gedragen worden door onze achterban; het is heel arbeidsintensief om steeds alle branches te betrekken, maar daardoor hebben we al wel veel bereikt.’ Jan van Zijl vindt het ironisch dat de nieuwe rol van SBB juist op dit moment komt: ‘We zijn een jaar geleden gestart met een traject waarbij de kenniscentra niet meer een brug waren tussen onderwijs en bedrijfsleven, maar daar het bezit van waren. We kunnen door de wijzigingen die het gevolg zijn van het regeerakkoord niet meer goed beoordelen hoe dat gewerkt zou hebben. De kunst is nu om het kind (de sectorale betrokkenheid) niet met het spreekwoordelijke badwater weg te gooien. Daarbij moeten we wel beseffen dat we de voornemens uit het regeerakkoord niet kunnen terugdraaien. Het goede nieuws is dat we nu sterker staan dan een jaar geleden.’
Tempo maken Dat beaamt Michaël van Straalen: ‘Ik heb echt bewondering voor de inzet en het
vertrouwen van iedereen. Niet alleen vanuit het bedrijfsleven, maar ook vanuit het onderwijs én vanuit het SBB-bureau. Mensen zijn over hun schaduw heen gestapt.’ Jan van Zijl: ‘Dat geldt bijvoorbeeld voor de medewerkers van het bureau. Die mogen geen beleid meer maken, maar moeten zich continu afvragen: wat vindt het onderwijs van dit onderwerp? Wat vindt het bedrijfsleven? Waar zitten de pijnpunten? Het beantwoorden van zulke vragen vergt inlevingsvermogen. Daar valt nog wel wat op te verdienen, maar er
Op zoek naar een toekomst in Nederland In Nederland verblijven duizenden immigranten uit veel verschillende landen. Dit zijn bijvoorbeeld arbeidsmigranten, asielgerechtigde vluchtelingen of migranten in het kader van gezinshereniging. Velen van hen hebben in het buitenland hun opleiding gevolgd en hun diploma’s als bewijsstuk meegenomen. Vluchtelingen kunnen niet altijd een bewijs van een opleiding meenemen. Zonder diploma is het moeilijk om toegang te krijgen tot de arbeidsmarkt. Wat is een buitenlands diploma waard? Hoe kunnen migranten, met of zonder diploma’s, aan een werkgever of mboinstelling uitleggen wat hun kennis, vaardigheden en competenties zijn? De afdeling Diplomawaardering en Onderwijsvergelijking van SBB staat hen bij met een advies over de waarde van hun buitenlandse opleiding, in vergelijking met het Nederlandse onderwijssysteem.
Jarenlange expertise
is ook al heel veel bereikt. De komende tijd kunnen we de effecten daarvan ondervinden (bijvoorbeeld hoe de nieuwe kwalificatiedossiers in de praktijk werken); the proof of the pudding is in the eating.’ Michaël van Straalen ziet die fase als een enorme uitdaging, ‘maar als we daar doorheen komen, hebben we enorme slagen gemaakt!’ Jan van Zijl: ‘Dat hebben we ook in 2012 al gedaan. SBB wordt misschien gezien als een poldermodel (waarbij de kwalificatie ‘stroperig’ al snel om de hoek komt), maar we hebben wel laten zien dat we tempo kunnen maken. Ook de contouren van de nieuwe positie van SBB hebben we al in beeld. Net zoals Michaël en ik tijdens de beroepenwedstrijden in Calgary al in een kantine met een vieze kop koffie erbij hadden gebrainstormd over hoe de Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven eruit zou kunnen zien. Wat we toen besproken hebben, is nu realiteit geworden. Soms met moeite, want het mag best schuren; dat is een teken dat ’t ergens over gaat!’
De afdeling Diplomawaardering en Onderwijsvergelijking heeft jarenlange expertise op het gebied van buitenlandse onderwijssystemen en kwalificaties op (v)mbo-niveau. De afdeling adviseert allerlei partijen, zoals particuliere diplomahouders, bedrijven, gemeenten en onderwijsinstellingen over de waarde van (buitenlandse) diploma’s in Nederland. Het ministerie van OCW heeft SBB aangewezen voor deze taak.
Helder advies Heeft een migrant een diploma of certificaat van een buitenlandse (beroeps) opleiding? Dan kan hij met een internationale diplomawaardering laten zien wat zijn diploma hier waard is. In dit heldere advies vergelijkt SBB de buitenlandse beroepsopleiding met (v)mbo-kwalificaties. Zo kunnen werkgevers en onderwijsinstellingen het opleidingsniveau van de migrant beter inschatten, wat de kans op werk of instroom in een opleiding vergroot. Voor particulieren en bedrijven kost een diplomawaardering € 123,-. Voor bekostigde onderwijsinstellingen is het gratis.
Beschermd beroep Niet alle beroepen in Nederland zijn vrij toegankelijk, sommige beroepen zijn gereglementeerd. Dit betekent dat bepaalde nationale kwalificaties als voorwaarde gelden voor toegang tot het beroep. Binnen Europa zijn hier afspraken
13
over gemaakt. Voor veel immigranten van buiten de EU is het moeilijk om in deze beroepen te gaan werken zonder aanvullende scholing in Nederland. Voorbeelden van beschermde beroepen zijn apothekersassistent, APK-keurmeester en rijinstructeur. Voor houders van een buitenlands diploma betekent dit dat zij bij de bevoegde autoriteit toestemming moeten vragen om het beroep in Nederland uit te oefenen. SBB ondersteunt bevoegde autoriteiten bij het bepalen van het niveau van een buitenlands diploma.
Wel opgeleid, geen bewijs Niet alle migranten hebben bewijs dat zij in het buitenland een opleiding hebben gevolgd of afgerond. Asielgerechtigde vluchtelingen hebben door omstandigheden vaak geen diploma’s om hun opleidingsniveau te bewijzen. Dat maakt het vinden van een baan of het volgen van een opleiding vaak problematisch. Om te voorkomen dat de kennis en vaardigheden van geschoolde vluchtelingen verloren gaat, zijn SBB en Nuffic in 2012 op verzoek van het Ministerie van Binnenlandse Zaken de pilot ‘Indicatie onderwijsniveau vluchtelingen’ gestart. De Indicatie wordt opgesteld op basis van schriftelijk verstrekte informatie over gevolgde opleidingen. Vluchtelingen kunnen de uitspraak gebruiken bij hun zoektocht naar werk of een opleiding en zo een stap zetten naar integratie in de Nederlandse samenleving. De eerste ervaringen zijn positief en daarom is besloten deze pilot in 2013 te verlengen. Meer informatie vindt u op: www.s-bb.nl > Diplomawaardering en onderwijsvergelijking
SBB Verdieping januari 2013
Boris: werkend leren voor meer dan mbo Maatschappelijke participatie is in onze samenleving een belangrijk doel van het onderwijs. Voor leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs (vso) is dat niet vanzelfsprekend. Een opleiding op maat met de juiste begeleiding is voor deze jongeren onontbeerlijk. De infrastructuur van het werkend leren en de kwalificatiestructuur zoals het mbo dat kent, is ook voor hen prima geschikt. Dat is gebleken uit het project ‘Boris brengt je bij ‘n baan’.
aan het aanpassen van de eigen onderwijsmethodiek. Leerlingen hebben baat bij Boris, omdat maatwerk hun kansen op werk sterk vergroot. Voor een aantal kenniscentra en bedrijven is het vso een nieuwe mogelijkheid om instroom in de sectoren te bevorderen.
Leerbedrijf Binnen Boris speelt het leerbedrijf een grote rol. Het systeem werkt het beste als de leerlingen al snel aan leerbedrijven worden verbonden. De begeleiding in het bedrijf door praktijkopleider, collega’s en werkgever is van cruciaal belang.
In het najaar is het project ‘Boris brengt je bij ‘n baan’ afgerond. In dit project ondersteunden de kenniscentra twee jaar 15 scholen voor voortgezet speciaal onderwijs (vso) bij het begeleiden van hun leerlingen naar een baan. Met daarbij in het achterhoofd dat de infrastructuur van het middelbaar beroepsonderwijs - beroepen- en arbeidsmarktinformatie, maatwerk uit de kwalificatiestructuur en erkende leerbedrijven - heel goed in te zetten is voor andere groepen dan mbo-studenten.
Voordelen Voorlopige prognoses laten zien dat jaarlijks circa 6.500 leerlingen het vso en het praktijkonderwijs verlaten zonder door te stromen naar vervolgonderwijs of een baan. Brede inzet van de Boris-methode kan dat aantal fors verminderen. Dit heeft persoonlijke en sociaal economische voordelen: jongeren verdienen hun eigen geld en er zijn minder uitkeringen nodig. De politiek probeert met wetgeving de arbeidskansen van jongeren te vergroten: hogere opleidingseisen en participatie stimuleren. Niet alle jongeren kunnen hierin mee. Zij zijn aangewezen op een alternatieve route naar deelname aan de maatschappij en werk. Voor hen is werkt een methode die werk vooropstelt in plaats van kwalificatie beter.
Wet kwaliteit vso
Expertise delen
Het project Boris kwam voort uit de vraag van vso-scholen hoe zij de invoering van de wet kwaliteit vso vorm konden geven. Deze wet vraagt van de scholen een uitstroomtraject voor leerlingen die niet door kunnen stromen naar vervolgonderwijs maar wel aan het werk kunnen. Het mbo heeft veel ervaring met het leren in de beroepspraktijk. Bovendien bestaat de infrastructuur al.Daarom lag het voor de hand om hierbij aan te sluiten. De centrale vraag in het project was dan ook of en op welke manier die mbo-infrastructuur te gebruiken was voor jongeren met een beperking.
In opdracht van het ministerie van OCW maken SBB en PO Raad daarom, in overleg met kenniscentra, scholen en andere betrokkenen, plannen om meer scholen te laten delen in de binnen Boris opgebouwde expertise. Zo kunnen scholen uiteindelijk zelf, net als in het mbo, bedrijvennetwerken gebruiken en het concept ‘werkend leren’ implementeren in de schoolorganisatie. In eerste instantie richt Boris zich op vso-scholen. Daarnaast komt er een aparte Boris-pilot met een aantal scholen voor praktijkonderwijs die is afgestemd op de behoeften van deze scholen.
Effectief
‘Meer dan 50% van de uitgestroomde vso-leerlingen in het Boris-traject heeft een baan gevonden’
De kern van Boris is om leerlingen via beroepenoriëntatie en een opleidingstraject op maat, uitgevoerd in een erkend leerbedrijf, naar een duurzame plek op de arbeidsmarkt te leiden. Aan de pilot deden ongeveer 350 leerlingen mee. Uit de evaluatie blijkt dat de Boris-systematiek effectief is. Meer dan 50% van de uitgestroomde vso-leerlingen in het Boris-traject heeft een baan gevonden. Scholen en kenniscentra zeggen dat de methode helpt om de kwaliteit van de trajecten gericht op werk te verbeteren. Het rendement kan verder omhoog als partijen de methodiek doorontwikkelen. Het zicht op de regionale arbeidsmogelijkheden en de sterke uitbreiding van het stage-netwerk waren de eerste resultaten voor de scholen. Daarna kregen ze steeds meer vertrouwen in de methodiek en kwam de behoefte
SBB Verdieping januari 2013
De methodiek wordt nog effectiever door het doorontwikkelen van instrumenten en materialen van de belangrijkste onderdelen. Het gaat bijvoorbeeld om het verbeteren van instrumenten voor oriëntatie, het opleidingstraject dat is gekoppeld aan de werkprocessen uit de kwalificatiestructuur en het verzilveren van de behaalde resultaten in (branche)certificaten. Meer informatie: www.borisbaan.nl
14
Overzicht SBB-adviezen van 2012 SBB biedt de minister één aanspreekpunt, dat vanuit een gemeenschappelijk belang namens onderwijs en bedrijfsleven gezamenlijke adviezen geeft. Hieronder een overzicht van de uitgebrachte adviezen van 2012:
Mbo-4: kwalificaties met nominale studieduur van vier jaar 17 februari 2012
Advies toekomst landelijk expertisecentrum beroepsonderwijs (ecbo) 4 juli 2012
Lijst van mbo-4 opleidingen die niet verkort kunnen worden naar een opleidingsduur van drie jaar.
Advies over het verbinden van de onderzoeksinfratstructuur van kenniscentra en mbo-instellingen met de onderzoekscapaciteit van Ecbo.
Advies feiten en cijfers 19 november 2012 Werkdocument feiten en cijfers voor de mbo-instellingen en sectoren.
Herziening kwalificatiestructuur 27 februari 2012 Partners beroepsonderwijs en bedrijfsleven schetsen in dit advies de kaders voor versterking van de kwalificatiestructuur mbo. Advies (macro-)doelmatigheid in het mbo 28 februari 2012 Advies over het doelmatig organiseren van het mbo.
Advies in hoofdlijnen over (macro-) doelmatigheid 29 februari 2012 Advies over een mix van maatregelen om de doelmatigheid in het mbo te vergroten. Onderwijs en bedrijfsleven benadrukken dat doelmatigheid hun gezamenlijke verantwoordelijkheid is.
Herinvoering meestertitel mbo 5 juni 2012 Advies over de herinvoering van de meestertitel in het mbo. De conclusie is dat de meesertitel van grote waarde is voor het mbo-stelsel, maar geen plek heeft in de beroepsopleidingen. Het gaat niet om beginnende beroepsbeoefenaren.
15
SBB Verdieping januari 2013
Bedrijfsleven en beroepsonderwijs vormen de stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB). Samen werken ze aan thema’s als kwalificatiestructuur, examens, beroepspraktijkvorming en opleidingsaanbod. Daarmee optimaliseert SBB de aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt. Met als doel: voldoende en deskundige vakmensen.
www.s– bb.nl