SARAH Zoë van de Newgolberhoeve 27-03-2003 - 30-05-2014 (11 jaar) Eens in de zoveel jaar komt er een heel bijzondere berner voorbij, jij was er zo eentje. Je had bij mij een heel speciaal plekje. Misschien wel door jouw lieve snoet en je kleine amandelkleurige oogjes waarmee je iedereen in kon pakken. Jouw staartje stond nooit stil, zelfs niet tijdens het eten en je leek constant vrolijk. Er zat ik jou geen greintje kwaad. Je was gewoon in 1 woord: LIEF. Als herplaatser kwam je op een leeftijd van ongeveer 3 jaar bij jouw huidige baasjes. Wat er zich voorheen in je leven heeft afgespeeld, weten we niet, maar je had altijd een zwak voor pups en piepjes. Daarom het vermoeden dat je misschien wel ooit een nestje hebt gehad. Je zou ook een heel goed moedertje zijn geweest. Je deed niets liever dan achter vliegend wild aanrennen en menig gans of eend heb je de stuipen op het lijf gejaagd. Je was dan niet te stoppen en meestal moest ik achter je aan (door velden en over paden) om je weer aan te lijnen om mee te gaan. Spontaan met andere honden spelen deed je niet zo gauw maar als de rest begon te rennen, dan werd jij even helemaal “gek” en probeerde op jouw eigen manier mee te doen, dat was heel grappig om te zien; in een soort huppelgangetje rende je erachter aan met beide voorpoten in de lucht. Zodra de anderen op je af kwamen stormen, bleef je gewoon staan, en als ze over je heen walsten gromde je een keer en dan was het weer goed.
Je ging graag mee in de auto maar je kon eigenlijk alleen maar over de loopplank. Jou optillen bij de buik of de achterhand was pijnlijk en je kreunde dan ook. Bij mij mocht je altijd lekker voor in de auto zitten en die plek wist je je keer op keer te herinneren. Zodra het portier open ging, sprong je erin en nestelde je lekker aan het raampje waar je onderweg heerlijk doorheen zat te koekeloeren en te genieten. Aan de riem lopen had je nog nooit van gehoord, thuis liep je altijd los mee. Maar bij ons moest en zou je ons met grof geweld vooruit krijgen. Als de riem aan ging leek het of je een kar wilde gaan trekken. Als we dan onderweg een hoopje paardenpoep of wat-voor-poep dan ook tegenkwamen, moesten we dat beschermen met ons leven, want dat vond je het ultieme hapje. De lekkerste exemplaren waren de hoopjes die nog lekker warm waren. Ook al waren we voorbij, dan nog moesten we je in de gaten houden dat je niet stilletjes terug zou lopen om er alsnog van te smullen. Overigens gold dat helaas ook voor je eigen ontlasting of die van de andere honden en ik moest er heel kien op zijn deze meteen op te ruimen voordat jij die te pakken had. Een leukere gewoonte van jou was dat je pootjes kon geven op afstand. Als we binnenkwamen, dan boog je je kop en stak je poot vooruit en dat kwam wel eens hard aan op onze benen. Daarbij kon je ook heel leuk vertellen als je blij was. Als we thuis kwamen, hoorden we altijd een luid klop-klop-klop en als we dan gingen kijken, bewoog alleen je staart, je bleef zelf lekker liggen. Eigenlijk luisterde je heel goed, je kende alle commando’s maar kon ook wel eens heel hardnekkig koppig zijn als je ergens aan een bosje stond te snuffelen wat veel interessanter was dan naar mij toe te komen. Als ik me dan verstopte achter een boom, keek je na 5 minuten op om te ontdekken dat ik er niet meer was. Je was dan niet direct in paniek maar liep wel heel aandachtig vooruit met je kop hoog in de lucht om je heen te kijken en was dan toch blij als je mij weer had gevonden. Om vervolgens weer heel doodgewoon aan het volgende lekkere bosje te gaan staan snuffelen.
Toen je in februari 2012 gebracht werd en ik je geborsteld had –waar ik overigens elke keer ruim twee jassen wol aan overhield- en gewassen, viel het me op hoeveel je was afgevallen. Als je stond te eten rochelde je een beetje. Na een week moest ik zelfs met je naar de dierenarts omdat je zoveel plastte; je had een blaasontsteking. Het zitten en opstaan ging niet meer zo gemakkelijk. Ik dacht echt dat dit jouw laatste vakantie was. In de zomer hadden we aanvankelijk geen plaats maar na een annulering kon ik jou er nog tussen plaatsen en kwam je alsnog in juli logeren. Toen ik je vrouwtje vooraf over de telefoon gesproken had werd mij verteld dat je verder was afgevallen en ik verwachtte een Sarah die nog nauwelijks op haar poten kon staan maar je verbaasde me. Toen je gebracht werd zag je er goed uit, was vrolijk als altijd en genoot volop met je kop zo trots omhoog gehouden. Maar je plaste alweer heel vaak. Ook voor 2013 kwamen de boekingen voor jou. Eerlijk gezegd had ik niet verwacht jou dat jaar nog terug te zien maar je was er nog steeds, weer een stukje strammer dan de vorige keer, maar nog steeds de even vrolijke Sarah. Je behoefte om te eten werd minder, ‘s morgens liet je je brokken al staan en dat vond ik wel een slecht teken. Alleen als ik er wat lekker vleesje doorheen deed, wilde je je brokken eten maar eerder omdat je honger kreeg. Het resultaat zag je terug in je lichaam; je werd duidelijk magerder. En toch viel je niet af, misschien door de tussendoortjes die je zo graag lustte. Het spelen en rennen, wat je toch nog deed, werd na een paar uur wel afgestraft met hele stijve gewrichten en je kon steeds moeilijker overeind komen. Tijdens het lopen leek het of je heupen een beetje vastgeroest waren. Je sliep ook veel overdag en toch zou jij een berner hebben kunnen zijn die ons allemaal had kunnen verbazen en heel oud had kunnen worden. Maar in augustus 2013 moest je wel heel vaak gaan zitten om te plassen. De wandelingen duurden zo heel erg lang maar dat was niet erg. Jouw urine was roestbruin wat betekende dat er bloed bij zat en je zeer waarschijnlijk een chronische (blaas)ontsteking had, of erger. Kuurtje op kuurtje antibiotica volgden en het ging tussendoor beter. Ik verheugde me er al op om je in februari van dit jaar weer te zien maar jouw vakantie moest geannuleerd worden wegens familieomstandigheden.
Midden mei 2014 was jouw gezichtsuitstraling dusdanig dat goed te zien was dat er iets helemaal niet goed zat. Een echo wees uit dat je een tumor in de blaas had. Mede vanwege jouw hoge leeftijd hebben jouw baasjes je niet meer laten opereren en jou vredig in laten slapen. Ik wil eigenlijk helemaal niet je reservering voor deze zomer doorstrepen, het liefst had ik je nog één keertje gezien. Jouw plek zal ik niet vergeven aan anderen. Vanaf 2008 heb je in totaal 83 nachten bij ons gelogeerd. Van ons hadden het er veel meer mogen zijn. Het was altijd een genot om jou in huis te hebben, jou om ons heen te hebben en je te verzorgen. Je was echt een heel bijzondere hond.
Dag lieve lieve Saartje, we gaan je oprecht missen.
Sarah’s laatste foto’s twee weken voor haar overlijden