Asbestbeleid Renswoude
2013-2016
CONCEPT
Omgevingsdienst Regio Utrecht Oktober 2013 REN1323.T001/ 857 opgesteld door
P. Out B. Karnebeek
beoordeeld door
V. de Graaf
SAMENVATTING Asbest is een stof die in het verleden veel in de bouw is toegepast vanwege zijn isolerende eigenschappen (thermisch en vocht) gecombineerd met een lange levensduur en gunstige prijs. Later bleek dat asbest bij onkundig gebruik schade kan toebrengen aan de gezondheid. Daarom is sinds 1 juli 1993 het gebruik van asbest verboden (behoudens enkele uitzonderingen). De wetgever heeft daarom de gemeente (college van burgemeester en wethouders), naast andere instanties zoals de inspectie SZW en provincie/politie, aangewezen om de wetten en regels met betrekking tot asbest uit te voeren. Het college van burgemeester en wethouders heeft de grootste taak en verantwoordelijkheid voor het veilig omgaan met asbest, omdat de wetgever via het vergunningen-/meldingentraject (bouw- en sloopspoor) en via het spoor van (bouw)toezicht en handhaving de aanpak bij de bron heeft geregeld. Brief van VROM-Inspectie Op 6 januari 2011 heeft VROM-Inspectie (inmiddels Inspectie Leefomgeving en Transport) een brief aan de gemeente verstuurd (“reactie op aangeleverde informatie in het kader van de quick scan uitvoering asbesttaken, kenmerk 20100075851). Op 8 april 2011 heeft VROM-Inspectie een rectificatie gestuurd (kenmerk 20110014374-JMO.) waarin de gemeente verzocht wordt om begin juli 2011 VROM-Inspectie te informeren over de wijze waarop de gemeente verbeteringen in de uitvoering van de gemeentelijke asbesttaken realiseert. Op 18 augustus 2011 heeft VROM-Inspectie de gemeente nogmaals verzocht te informeren over verbeteringen (kenmerk 20110046148-JMO). Invulling geven aan onderhavig asbestbeleid en het maken van een handboek (zie hieronder) kan aan de Inspectie Leefomgeving en Transport (voorheen VROM-Inspectie) worden teruggemeld als een aantoonbare verbetering. Asbestbeleid, wat is dat? Onder asbestbeleid wordt verstaan het aangeven van de richting en de middelen waarmee de gemeente de gestelde asbesttaken realiseert. Dit asbestbeleid geeft daarom een overzicht van gemeentelijke asbesttaken. Ook geeft dit beleid aan welke verbeterpunten er zijn en in welk tijdsbestek deze verbeteringen worden gerealiseerd. Het accent van dit beleid ligt op de door te voeren verbeteringen: de gemeentelijke organisatie, opbouw en behoud van deskundigheid, opbouw en beheer van informatie over asbest(bronnen), interne en externe werkafspraken (procedures), toezichtstrategie en communicatie naar burgers. De bijlagen bevatten een lijst van verbeteringen met budgettaire consequenties. Handboek asbest Renswoude Bij dit beleidsplan hoort ook een “Handboek asbest Renswoude” (apart document). In het handboek staan stroomschema’s, protocollen en veelvoorkomende procedures die Renswoude gebruikt om op kwalitatieve en transparante wijze uitvoering te geven aan de gemeentelijke asbesttaken. Ook bevat het handboek checklisten, blanco formulieren en voorbeeldbrieven. Het handboek is ‘vertaald’ in een webomgeving die door Omgevingsdienst Regio Utrecht wordt beheerd. Het handboek en de webomgeving moeten periodiek (jaarlijks) worden geactualiseerd, omdat wet- en regelgeving snel kan veranderen, maar ook omdat uitvoeringsafspraken tussen de gemeente en andere partners kunnen veranderen. Streven is om met het handboek circa 80% van de voorkomende situaties met asbest te beschrijven. Visie 2013-2030 De gemeente voert de wetten en de aan haar gegeven verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden zodanig uit dat de aanwezigheid van asbest binnen de gemeente tijdens gebruik/werken/slopen/vervoer/calamiteiten etc. geen gevaar voor de gezondheid van burgers,
Asbestbeleid gemeente Renswoude
personeel, hulpverleners en milieu oplevert. Bij de aanpak zal optimaal gebruik worden gemaakt van het instrument communicatie. Vaststelling asbestbeleid Dit asbestbeleid wordt door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld. Politieke verantwoording in jaarprogramma’s en -verslagen In de gemeentelijke jaarprogramma’s die door het college van burgemeester en wethouders/raad worden vastgesteld, zal de planning staan van de inzet van personeel en middelen voor alle uit te voeren asbesttaken inclusief beleid. Op deze wijze vindt een jaarlijkse doorvertaling plaats van het asbestbeleid op basis van de actualiteit en heeft de gemeenteraad zicht op de voortgang. Deze beleidsintensivering (noodzakelijk geworden door aangescherpte regelgeving) heeft consequenties voor de toekomstige gemeentelijke begrotingen. Verantwoording over de ingezette middelen vindt plaats in de gemeentelijke jaarverslagen. De kwaliteit van de dienstverlening van de gemeente gaat hiermee omhoog. Veiligheid en gezondheid zijn daarmee gediend.
Asbestbeleid gemeente Renswoude
INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING
Inleiding ................................................................................................................................ 1 1.
Asbest: wat is het en hoe gevaarlijk is het? ............................................................. 3
2.
Gemeentelijk visie en doelstelling ............................................................................ 5
3.
Spelers in het veld – de partners............................................................................... 7
4.
Asbesttaken voor de gemeente ............................................................................... 10 4.1
De gemeentelijke rollen ................................................................................................... 10
4.2
Rollen Rijk/Provincie ........................................................................................................ 11
4.3
Wettelijk en niet-wettelijk verplichte taken ....................................................................... 11
4.4
Professionalisering van de handhaving ........................................................................... 13
4.5
Meldingen (asbest)sloop en omgevingsvergunningen i.c.m. (asbest)sloop .................... 13 4.5.1
Meldingen (asbest)sloop .............................................................................................. 13
4.5.2
Meldingen (asbest)sloop particulieren (o.b.v. Bouwbesluit art 1.26, lid 4 b)................ 14
4.5.3
Asbestsloop i.c.m. omgevingsvergunningen ................................................................ 14
4.5.4
Toezicht en handhaving op asbestsloop ...................................................................... 14
4.5.5
Toezicht op meldingen (asbest)sloop particulieren (o.b.v. Bouwbesluit art 1.26, lid 4 b)15
4.5.6
Toezicht divers (gebiedsgericht toezicht) ..................................................................... 15
4.6
Asbest in of op de (water)bodem ..................................................................................... 15
4.7
Asbest in gemeentelijke gebouwen ................................................................................. 17 4.7.1
4.8
Asbest in scholen ......................................................................................................... 18 Calamiteiten en incidenten met asbest ............................................................................ 19
5.
Risicoanalyse en toezichtstrategie ......................................................................... 23
6.
Communicatie........................................................................................................... 24
7.
Informatiebeheer ...................................................................................................... 25
8.
Gemeentelijke afdelingen/clusters en diensten ..................................................... 26
9.
8.1
Arbozorg ........................................................................................................................... 26
8.2
Hoofd afdeling Omgevingsbeheer ................................................................................... 27
8.3
Beheer Openbare Ruimte (BOR) ..................................................................................... 27
8.4
Hoofd afdeling Algemene Zaken...................................................................................... 28
8.5
Brandweer ........................................................................................................................ 28
8.6
Organisatorische verbeterpunten..................................................................................... 28
8.7
Organogram gemeente Renswoude ................................................................................ 29
Financiën .................................................................................................................. 30
BIJLAGE 1.
Verbeterpunten bij meldingen voor (asbest)sloop ....................................................... 32
BIJLAGE 2.
Verbeterpunten bij meldingen (asbest)sloop uitzonderingsregeling particulieren ....... 33
BIJLAGE 3.
Verbeterpunten toezicht op gemelde asbestsloop en illegale sloop ............................ 34
BIJLAGE 4.
Verbeterpunten toezicht asbest in of op de (water)bodem .......................................... 35
Asbestbeleid gemeente Renswoude
BIJLAGE 5.
Verbeterpunten asbest in gemeentelijke gebouwen .................................................... 36
BIJLAGE 6.
Verbeterpunten bij calamiteiten en incidenten met asbest .......................................... 38
BIJLAGE 7.
Verbeterpunten bij Arbozorg gemeentelijk personeel .................................................. 39
BIJLAGE 8.
Verzamellijst van verbeterpunten met financiële consequenties ................................. 40
BIJLAGE 9.
Asbestindicaties en complexen van gemeentelijk woningbedrijf ................................. 41
BIJLAGE 10.
Arbowetgeving.............................................................................................................. 47
BIJLAGE 11.
Overzicht wet- en regelgeving...................................................................................... 49
BIJLAGE 12.
Geraadpleegde literatuur ............................................................................................. 50
Inleiding Sinds 1 juli 1993 is het gebruik van asbest verboden (behoudens enkele uitzonderingen). De wetgever heeft de gemeente (college van burgemeester en wethouders), naast andere instanties zoals de inspectie SZW en provincie/politie, aangewezen om de wetten en regels met betrekking tot asbest uit te voeren. Aanleiding De afgelopen jaren is volgens VROM-Inspectie (inmiddels Inspectie Leefomgeving en Transport) gebleken dat de meeste Nederlandse gemeenten hun asbesttaken onvoldoende uitvoeren. Op 6 januari 2011 heeft VROM-Inspectie een brief aan de gemeente verstuurd (“reactie op aangeleverde informatie in het kader van de quick scan uitvoering asbesttaken, kenmerk 20100075851). Op 8 april 2011 heeft VROM-Inspectie een rectificatie gestuurd (kenmerk 20110014374-JMO.) waarin de gemeente verzocht wordt om begin juli 2011 VROM-Inspectie te informeren over de wijze waarop de gemeente verbeteringen in de uitvoering van de gemeentelijke asbesttaken realiseert. Op 18 augustus 2011 heeft VROM-Inspectie de gemeente nogmaals verzocht te informeren over verbeteringen (kenmerk 20110046148-JMO). VROM-Inspectie heeft in 2011 ook een onderzoek uitgevoerd naar de taakuitvoering door gemeenten op enkele risicothema’s bij 30 1 gemeenten, waaronder asbest. Renswoude is één van de gemeenten die is meegenomen in dat onderzoek. Blijkens de brieven van de VROM-Inspectie wordt de gemeente Renswoude verzocht om verbeteringen aan te brengen in de uitvoering van de asbesttaken. Hoe de gemeente haar adequate niveau kan bereiken, is beschreven in onderhavig asbestbeleid. Doel asbestbeleid Dit asbestbeleid heeft als doel het benoemen van de gemeentelijke asbesttaken en het aangeven van verbeterpunten om te komen tot het gewenste adequate niveau. Bij elk verbeterpunt is een tijdsplanning opgenomen. Ook is aangegeven wie verantwoordelijk is voor de genoemde verbeterpunten. Het asbestbeleid is toegespitst op de situatie in de gemeente Renswoude. De verbeterpunten staan in de bijlagen opgesomd. Handboek asbest Renswoude Bij dit asbestbeleid behoort ook het “Handboek asbest Renswoude” (apart document). Het beleidsdeel omvat de strategische bestuurlijke keuzes; in het handboek staan de meest voorkomende procedures inclusief checklisten en voorbeeldbrieven. Het document is, in een aangepaste vorm, ook beschikbaar in een webomgeving die door Omgevingsdienst Regio Utrecht wordt beheerd. Het handboek verhoogt de transparantie en de kwaliteit van het gemeentelijk handelen (het ambtelijke werk van alle dag in de sfeer van uitvoering), terwijl het asbestbeleid de bestuurlijke keuzes vastlegt. Het geheel wordt operationeel in het jaarprogramma, waarin jaarlijks planning & control op asbesttaken plaatsvindt. Leeswijzer Hoofdstuk 1 behandelt de stof asbest in relatie tot veiligheid en gezondheid. In hoofdstuk 2 wordt nader ingegaan op de gemeentelijke visie op asbest en de beleidsdoelstellingen, gevolgd in hoofdstuk 3 door de (samenwerkende) overheden met de daarbij behorende specifieke asbesttaken. In hoofdstuk 4 zijn de verbeterpunten per asbesttaak aangegeven. Dit hoofdstuk vormt samen met het Handboek asbest Renswoude de kern. In hoofdstuk 5 staat de toezichtstrategie centraal; hoofdstuk 6 geeft handvatten voor een betere communicatie. Hoofdstuk 7 geeft invulling aan informatiebeheer. Hoofdstuk 8 zet uiteen welk organisatieonderdeel binnen de gemeente welke asbesttaak heeft. De financiële consequenties van deze nota staan in hoofdstuk 9.
1
Taakuitvoering risicothema’s leefomgeving bij 30 gemeenten, VROM-Inspectie, publicatienummer VI-2011-131, d.d. 28 november 2011. 1
Asbestbeleid gemeente Renswoude
In de bijlagen is een lijst opgenomen met een korte weergave van consequentie van de beleidsnota (o.a. de verbeterpunten) en de consequenties/risico’s.
1.
Asbest: wat is het en hoe gevaarlijk is het?
Wat is asbest en hoe is het te herkennen? Asbest is een verzamelnaam voor een aantal in de natuur voorkomende mineralen (silicaten), die zijn opgebouwd uit fijne, microscopisch kleine vezels. Alleen aan de kleur van het ruwe asbest kan men zien tot welke soort het asbest behoort. Wanneer het materiaal verwerkt is, kan dat niet meer. Asbestvezels kunnen zo fijn zijn dat zij niet met het blote oog waar te nemen zijn. Alleen laboratoriumanalyse kan dan nog uitsluitsel geven. Hiervan wordt bij gemeentelijke procedures veel gebruik gemaakt. Het gebruik van asbest Asbest is tot 1993 veel gebruikt in gebouwen en woningen, vanwege de goede eigenschappen: het is sterk, slijtvast, hittebestendig en bovendien goedkoop. Het werd bijvoorbeeld gebruikt in: Golfplaten dakbedekking op schuren Gevelbeplating Onderlaag van vinylvloerbedekking Plantenbakken Vensterbanken Spuitlagen op staalconstructies Isolatiemateriaal in oude elektrische apparaten
Remvoeringen Koppelingsplaten Afscheidingswanden en plafonds Isolatie bij CV ketels Brandwerend board Asbesttextiel (branddekens, lasdekens, handschoenen etc.)
Advies van Gezondheidsraad De Gezondheidsraad heeft op 3 juni 2010 een advies aan de Minister van Infrastructuur en Milieu 2 uitgebracht voorzien van het rapport “Asbest risico’s van milieu- en beroepsmatige blootstelling”. De Gezondheidsraad adviseert het huidige milieubeleidsmatig vastgestelde maximaal toelaatbaar risiconiveau (MTR) voor de buitenlucht te verlagen voor chrysotiel (wit asbest) en amfibool asbest (onder meer blauw en bruin asbest) met respectievelijk een factor 40 en 30. Deze verscherping is zeer groot te noemen en maakt nog eens duidelijk hoe gevaarlijk asbest in het milieu is (vooral bij sloopwerkzaamheden aan gebouwen). De Minister heeft het advies van de Gezondheidsraad ‘in beraad’ en dus zijn de aanbevolen nieuwe normen nog niet overgenomen in de vastgestelde regelgeving. Verwacht wordt dat begin 2014 de gewijzigde normen zullen worden ingevoerd. Effecten van asbest op de gezondheid Hieronder wordt in hoofdlijnen de effecten op de gezondheid weergegeven. Voor meer specifieke informatie wordt verwezen naar diverse bronnen op internet zoals www.infomil.nl. Zolang asbest in gebonden toestand verkeert, is er geen gevaar voor de gezondheid. Als losse asbestvezels worden ingeademd (bijvoorbeeld bij sloop of een calamiteit/brand/ontploffing) lopen zij vast in de kleine luchtwegen en longblaasjes. Als gevolg van blootstelling aan asbest, kunnen verschillende asbestziekten ontstaan: asbestose; asbestpleuritis ; longkanker; mesothelioom (zowel aan longvlies, buikvlies als hartzakje); pleura verdikking. De meeste ziekten openbaren zich pas tientallen jaren nadat de blootstelling aan asbest heeft plaatsgevonden en zijn niet of nauwelijks te genezen. In Nederland sterven jaarlijks naar schatting ongeveer 900 mensen aan asbestziekten. Er wordt gesuggereerd dat 12% van alle longkankerpatiënten overlijdt als gevolg van asbest. Een precieze vaststelling is niet mogelijk. De kans op het krijgen van asbestziekten is afhankelijk van de totale hoeveelheid ingeademde asbestvezels. De zogeheten cumulatieve blootstelling, met als eenheid vezeljaar, is het product van de blootstellingconcentratie (uitgedrukt in vezels per kubieke centimeter=milliliter ml) en de blootstellingduur (in arbeidsjaar). Eén vezeljaar is dus 1 vezel per ml x 1 arbeidsjaar. Eén arbeidsjaar 2
http://www.infomil.nl/onderwerpen/hinder-gezondheid/asbest/special-kids/nieuws/advies/ 3
Asbestbeleid gemeente Renswoude
bestaat uit 240 werkdagen van 8 uur. Naarmate het aantal vezeljaren toeneemt, neemt ook de kans op asbestziekten toe. Voor het blootstellingniveau van asbest, waaronder er geen verhoogd risico op kanker of mesothelioom zou voorkomen, is er geen veilige grens. Eén ingeademde vezel kán dus al gezondheidsschade veroorzaken, zij het dat dit een te verwaarlozen risico is. Verbod op asbest In juli 1993 werd asbest verboden in Nederland. Er is echter nog veel asbest in Nederlandse gebouwen en huishoudens aanwezig: naar schatting enkele miljoenen tonnen. Bij beschadiging van een gebouw (bij verbouwing, sloop of brand bijvoorbeeld) vormt dit asbest een groot gezondheidsrisico voor iedereen die zich in en rond het gebouw bevindt. Ook bij transport zijn er risico’s. Daarom heeft de wetgever veel regels/voorschriften gemaakt ter verkleining van de gezondheidsrisico’s.
4
2.
Gemeentelijk visie en doelstelling
In de inleiding is al kort ingegaan op de visie en de doelstelling van dit asbestbeleid. Hieronder wordt iets uitgebreider op de visie en de doelstelling ingegaan. Visie lange termijn/korte termijn Visie 2013-2030 De gemeente voert de wetten en de aan haar gegeven verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden zodanig uit dat de aanwezigheid van asbest binnen de gemeente tijdens gebruik/werken/slopen/vervoer/calamiteiten etc. geen gevaar voor de gezondheid van burgers, personeel, hulpverleners en milieu oplevert. Bij de aanpak vormt het instrument communicatie een belangrijk onderdeel. Ambitie uitvoeringsniveau asbesttaken 2016 Het asbestbeleid is in circa 4 jaar voor 100% geïmplementeerd in de gemeentelijke organisatie en de daarbij betrokken andere diensten. De professionals binnen de gemeentelijke organisatie/diensten voeren de asbesttaken op een adequaat niveau uit. Planning en verslaglegging van de uitvoering vindt plaats in de jaarlijkse programma’s/jaarverslagen van de gemeente. Definitie ‘adequaat niveau uitvoering asbesttaken’ Het uitvoeringsniveau van de asbesttaken is op adequaat niveau indien de gemeente de wettelijke en de niet-wettelijke taken (zie paragraaf 4.3) uitvoert conform het op schrift vastgelegd beleid en procedures, waarin onderstaande punten zijn uitgewerkt: borging asbesttaak in beleid en programmering; uitvoering omgevingsvergunning en sloopmeldingen; toezicht en handhaving omgevingsvergunning c.q. melding, dossieronderzoek sloopmeldingen; controle sloopmeldingen op locatie; incidenten met asbest; aanpak illegale asbestdumpingen; asbestacceptatie op gemeentewerven; overzicht en samenwerking met andere overheden werkveld asbest; asbestvoorlichting; registratie uitvoering asbesttaken. Hoofddoelstelling Ter uitwerking van bovenstaande visie en ambities is het belangrijk om de koers van de gemeente betreffende de omgang met asbest vast te leggen in een doelstelling met subdoelstellingen. De hoofddoelstelling is in onderstaand kader aangegeven en daaronder staan de belangrijkste subdoelstellingen, die vervolgens in deze beleidsnota en het handboek verder zijn uitgewerkt. Hoofddoelstelling Binnen de gemeente Renswoude wordt veilig omgegaan met asbest en asbestverwijdering. De gemeente heeft een adequaat uitvoeringsniveau op het gebied van asbestregelgeving. Het bereiken van deze hoofddoelstelling vraagt om een realisering van onderstaande subdoelstellingen: 1. adequaat gemeentelijk toezicht op de naleving van asbestregelgeving/voorschriften met vastlegging van taken/bevoegdheden/budgetten/inzet personele capaciteit in kwalitatieve en kwantitatieve zin; 2. vastlegging op afdelingniveau/functionarisniveau binnen de gemeentelijke organisatie van de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden; 3. verbeteringen voor een adequate uitvoering van de gemeentelijke asbesttaken;
5
Asbestbeleid gemeente Renswoude
4. optimale informatie aan burgers, organisaties/bedrijven en gemeentelijke diensten over het product asbest en hoe ermee om te gaan; 5. verantwoorde omgang met de bestaande voorraad asbest; 6. voorkoming dat (gebruikt) asbest opnieuw wordt toegepast; 7. inventarisatie van waar het asbest zich binnen de gemeente bevindt; 8. minimale inachtneming van alle wettelijke voorschriften/regels bij aanwezigheid/sloop /verwijdering etc. van asbest; 9. professionele omgang met asbest volgens protocol door personeel van de gemeente en van brandweer en andere (hulp)diensten bij calamiteiten; 10. samenwerking met andere partners in de asbestketen. Adequaat niveau Door wijzigingen op het gebied van wet- en regelgeving rondom asbest (lees ingrijpende aanscherpingen sinds 2005) is actualisatie van het gemeentelijk (uitvoerings-)beleid noodzakelijk. Dit heeft consequenties voor de gemeentelijke organisatie, de financiën (zie hoofdstuk financiën), de wijze van taakuitvoering, de inhoudelijke gemeentelijke besluitvorming, de communicatie en het toezicht. Door het huidig uitvoeringsniveau te vergelijken met o.a. de beschrijving van het adequaat niveau van de brochure “Beschrijving van het adequaat niveau gemeentelijke asbesttaken” (VROM, november 2007) zijn verbeterpunten voor de gemeente Renswoude geformuleerd. Na vaststelling van deze beleidsnota door het college van burgemeester en wethouders kunnen de gewenste verbeterpunten planmatig worden gerealiseerd. Dat gebeurt onder andere door de uitvoering van de asbesttaken te verankeren in een planning en controlecyclus van de jaarprogramma’s/jaarverslagen. Relatie asbestbeleid en handboek asbest Bij dit asbestbeleid behoort het “Handboek asbest Renswoude”. In het handboek zijn stroomschema’s, protocollen en procedures omschreven en daarbij zijn checklisten gevoegd en voorbeeldbrieven. Het handboek vertaalt de wetten en voorschriften in praktische werkwijzen. Dit betreft vergunningverlening, toezicht en handhaving. Bij de uitvoering van asbesttaken volgt de gemeente het handboek. Het handboek verhoogt de kwaliteit en de transparantie van het gemeentelijk handelen. Het uiteindelijke effect van de verbeteringen is een verhoging van de veiligheid en gezondheid van de inwoners.
6
Asbestbeleid gemeente Renswoude
3.
Spelers in het veld – de partners
Bij het toezicht op en de handhaving van de asbestregelgeving zijn diverse overheden betrokken, ieder vanuit een eigen wettelijke verantwoordelijkheid. Hieronder zijn de betrokken overheden en instanties genoemd die een taak hebben bij het toezicht op en de handhaving van sloopwerkzaamheden waarbij asbest vrijkomt. De gemeenten, Inspectie Leefomgeving en Transport (ILenT) (voorheen VROM-Inspectie), Inspectie SZW (voorheen Arbeidsinspectie), politie en het Openbaar Ministerie hebben raakvlakken bij de handhaving van het Bouwbesluit, het Asbestverwijderingsbesluit en het Asbestbesluit Arbeidsomstandigheden (sinds 1 juli 1997 opgegaan in het Arbeidsomstandighedenbesluit). In het kader van de ‘ketenhandhaving’ werken deze overheden samen. In het Handboek asbest Renswoude is dit nader uitgewerkt. Inspectie Leefomgeving en Transport (voorheen VROM-Inspectie) 3 De Inspectie is belast met de eerstelijnshandhaving van het Asbestverwijderingsbesluit van objecten . Primaire focus is de juiste verwijdering van asbest uit het object en de veiligheid van derden (niet zijnde werknemers). Daarnaast was de Inspectie op basis van de Woningwet belast met het tweedelijnstoezicht op de (gemeenten) voorschriften uit de bouwverordening voor het slopen van asbest uit bouwwerken. Per 1 oktober 2012, met de inwerkingtreding van de Wet revitalisering generiek toezicht, verschuift het interbestuurlijk toezicht (IBT) naar de provincie. Inspectie SZW (voorheen Arbeidsinspectie) De inspectie SZW is belast met het toezicht op en de handhaving van het Arbeidsomstandighedenbesluit. De inspectie SZW controleert op basis van meldingen, die verplicht bij hen worden ingediend bij de uitvoering van asbestwerkzaamheden. Primaire focus van de inspectie SZW is de arbeidsveiligheid voor werknemers. De Politie / Milieu Recherche Team/Openbaar Ministerie De politie (vaak is dat de Milieu Recherche Team) beschikt over algemene opsporingsbevoegdheid en kan optreden tegen overtredingen van het Bouwbesluit. Voor het Arbeidsomstandighedenbesluit is de inspectie SZW belast met de strafrechtelijke opsporing. De politie heeft een zelfstandige bevoegdheid om op te treden tegen overtredingen. Het doel van dit optreden is om het ongewenste gedrag te bestraffen, terwijl het doel van het bestuursrechtelijke optreden is om het ongewenste gedrag of de ongewenste situatie te beëindigen. Optreden van de politie is vaak complementair aan dat van de overheden. Het Openbaar Ministerie is belast met de strafrechtelijke vervolging van overtredingen . Certificerende instellingen Bedrijven die ‘asbest onderzoeken (SC 540)’ of ‘verwijderen (SC 530)’ dienen gecertificeerd te zijn. Het toezicht op deze bedrijven gebeurt door de Certificerende Instellingen, die op hun beurt weer onder toezicht staan van de Raad voor de Accreditatie. De gemeenten De gemeenten zijn belast met het toezicht op en de handhaving van het Bouwbesluit. Hieronder valt ook het slopen/verwijderen van asbest uit bouwwerken. Binnen de gemeente is deze verantwoordelijkheid ondergebracht bij de afdeling belast met het bouw- en woningtoezicht (Afdeling Omgevingsbeheer, onderafdeling Bouw- en Woningtoezicht). Deze werkt nauw samen met de Omgevingsdienst Regio Utrecht. Asbest heeft raakvlakken met het milieu. Dit betreft luchtkwaliteit/gezondheid, bodem/water verontreiniging en vergunningen op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Primaire focus van de gemeente is de juiste verwijdering en 3
Object is de juridische term voor alle grote asbestzaken die niet onder de bouwwerken/gebouwen vallen waarvoor de gemeente bevoegd gezag is.
7
Asbestbeleid gemeente Renswoude
afvoer van asbest uit een bouwwerk en de veiligheid van derden (niet zijnde werknemers). De Brandweer/Veiligheidsregio Utrecht (VRU) De Brandweer/VRU zijn belast met het hulp bieden in crisissituaties zoals bij brand en ontploffing etc waarbij asbest vrij komt of is gekomen. Als de crisissituatie voorbij is vervalt de inzet van de brandweer/VRU en neemt de gemeente de nazorg voor het milieu over inclusief de handhavingsaspecten. Vaak wordt de eigenaar van het onroerend goed/asbest door de gemeente benaderd om de schade aan het milieu te beperken en ongedaan te maken. De Provincie De Provincie is belast met toezicht en handhaving in het kader van de ketenhandhaving. Vaak gebeurt dit in het kader van de bescherming van de bodem en de bestrijding van de milieucriminaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan het bewust dumpen van met asbest verontreinigde grond in gemeenten in strijd met de voorschriften. Gemeenten die grondstromen van elders ontvangen bijvoorbeeld als ophooggrond, lopen risico. Primair is hiervoor de gemeente toezichthouder maar vanwege de gemeentegrens overschrijdende activiteiten heeft de Provincie hierin een taak als boven omschreven. Per 1 oktober 2012, met de inwerkingtreding van de Wet revitalisering generiek toezicht, verschuift het interbestuurlijk toezicht (IBT) van het Rijk naar de Provincie. De Provincie houdt toezicht op een adequate uitvoering van de gemeentelijke taken. De Omgevingsdienst regio Utrecht De Omgevingsdienst regio Utrecht is het kenniscentrum van de deelnemende gemeenten voor milieuvraagstukken en daarom ook voor asbest. Voor de gemeenten die dat willen ontwikkelt de Omgevingsdienst beleidsnota’s voor asbestbeleid alsmede protocollen voor de meest in de gemeente voorkomende asbesttaken. De protocollen kunnen voor de gemeenten die dat wensen gebundeld worden in een Handboek. Beleid en Handboek zijn op elkaar afgestemd. De Omgevingsdienst fungeert als vraagbaak voor bedrijven die informatie willen over asbest. Ontwikkeling Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD) Als alles volgens schema verloopt zijn er vanaf 1 januari 2014 in Nederland landsdekkende Regionale Uitvoeringdiensten (RUD) gevormd. De Omgevingsdienst regio Utrecht zal zich de komende maanden ontwikkelen tot de RUD binnen de provincie Utrecht. Het milieutoezicht op asbest en asbestverwijdering in opdracht van bedrijven is in het basistakenpakket opgenomen. In de RUD kan de specialistische kennis opgebouwd en geborgd worden. Omdat de Bouw- en woningtoezicht taken niet standaard in het takenpakket zijn opgenomen dient er te worden opgelet dat hier permanent afstemming op plaats vind. Sloopmeldingen komen binnen bij BWT, de RUD moet op de hoogte gebracht worden voor uitvoering van het milieutoezicht. Over de exacte taakafstemming zal in 2014 overleg plaatsvinden tussen de gemeente en de RUD in wording. Rol Buitengewone opsporingsambtenaar (Boa) Een Boa is een functionaris die uit hoofde van zijn taak, in ondergeschiktheid aan het bevoegde gezag, in overeenstemming met de geldende rechtsregels en met behulp van de hem daartoe beschikbaar gestelde bevoegdheden en middelen, zorg draagt voor de opsporing van strafbare feiten 4 alsmede met de voorbereiding van een eventuele vervolging van deze activiteiten . Buitengewone opsporingsambtenaren zijn of in dienst van een gemeente of van een ander bevoegd gezag. Afhankelijk van de taakomschrijving zijn er 6 typen Boa’s (6 “afdelingen”). Van de 6 afdelingen
4
Circulaire Buitengewoon Opsporingsambtenaar, Ministerie van Veiligheid en Justitie, kenmerk 5679441/10, d.d. 10 januari 2011. 8
Asbestbeleid gemeente Renswoude
(typen Boa’s) worden hieronder de 2 meest bekende beschreven. De specifieke taakomschrijving van de Boa in combinatie met zijn bevoegdheden bepaalt om welke type (afdeling) het gaat. a. Boa domein 1: Boa’s die worden ingezet door bijvoorbeeld gemeenten voor het naleven van de voorschriften die betrekking hebben op parkeren en de aanpak van andere kleine ergernissen (Zie specifieke taakomschrijving van die betreffende Boa). (Dit zijn meestal voorschriften die in gemeentelijke regelingen/verordeningen staan zoals bijvoorbeeld de Algemene Plaatselijke Verordening/Afvalstoffenverordening). Deze Boa’s hebben vergeleken met de Politie zeer geringe bevoegdheden maar kunnen wel handhavend optreden. b. Boa domein 2 (Milieuboa) Boa’s die worden ingezet door bijvoorbeeld gemeenten/omgevingsdiensten etc. voor het naleven van diverse milieu-wetten/voorschriften met de bevoegdheid tot strafrechtelijke handhaving. Deze Boa’s hebben de bevoegdheid om voor bepaalde delicten (Deze delicten staan limitatief beschreven in een bijlage A-I van het Wetboek van Strafrecht) strafvervolging in te stellen zoals bijvoorbeeld het opleggen van boetes. Aan deze Boa’s worden bijzondere bekwaamheidseisen gesteld en vallen onder de verantwoordelijkheid (voor de taken die onder het Strafrecht vallen) van de korpsbeheerder. Vanwege de gevaarlijke aspecten van asbest is de Boa als onder b omschreven het meest geschikt voor de handhaving van asbest. Nadat een proces verbaal is opgemaakt kan in het kader van de Wet Economische Delicten, een hoge boete etc. worden opgelegd. De gemeente Renswoude kan, indien gewenst, op termijn gebruik maken van de inzet van de Boa’s (domein 2) van de Omgevingsdienst. Deze zijn inzetbaar in de gemeente Renswoude zodra de Omgevingsdienst zich formeel tot RUD heeft ontwikkeld.
9
Asbestbeleid gemeente Renswoude
4.
Asbesttaken voor de gemeente
Dit hoofdstuk gaat in op de gemeentelijke asbesttaken. Elke gemeentelijke taak is benoemd met daarbij per taak verbeterpunten. In de bijlagen zijn de verbeterpunten in tabellen weergegeven, met benoeming van tijdsplanning en verantwoordelijken.
4.1
De gemeentelijke rollen
De gemeente heeft verschillende rollen te vervullen binnen haar verantwoordelijkheden op het gebied van asbest ; Gemeente is kennisdrager en vult de verantwoordelijkheden van veiligheid en gezondheid in relatie tot asbest actief in. Communicatie naar inwoners en bedrijven is essentieel. Gemeente is bevoegd gezag voor asbestsloopmeldingen (en omgevingsvergunningen met asbestverwijdering). Gemeente is bevoegd gezag voor toezicht en handhaving (vooral bij sloopwerkzaamheden). Gemeente is bevoegd gezag bij het aantreffen van asbest in de (water)bodem (als verontreiniging). De gemeente werkt samen met het Rijk, de Provincie, de Politie, de Arbeidsinspectie en/of anderen als daartoe aanleiding is. Gemeente is bevoegd gezag bij asbest op de bodem (illegale dumping bijv. in plantsoenen/bosjes). Gemeente is eigenaar/verhuurder/huurder bij asbest in gemeentelijke (publieke) gebouwen en in gemeentelijke eigendommen/terreinen. Gemeente is bevoegd gezag bij calamiteiten en incidenten met asbest. Gemeente is bewaker van milieu en gezondheid in relatie tot vervoer van asbest over de openbare weg. Door deze verschillende rollen zijn er bij de gemeente meerdere personen en meerdere afdelingen of afdelingen die vroeg of laat een verantwoordelijkheid moeten invullen op het gebied van asbest. Van belang is dat van tevoren bekend is welke verantwoordelijkheid bij wie binnen de organisatie ligt en dat er binnen de gemeente een kennisnetwerk ontstaat. Dit beleid omschrijft de rollen van de gemeente en koppelt dit aan de verantwoordelijke afdelingen / afdelingen in hoofdstuk 7. Procedures die vaak voorkomen zijn omschreven in het “Handboek asbest Renswoude”. Voor de invulling van gemeentelijke rollen zijn burgemeester en wethouders primair verantwoordelijk. De gemeenteraad stelt hiervoor jaarlijks voldoende budget beschikbaar.
10
Asbestbeleid gemeente Renswoude
4.2
Rollen Rijk/Provincie
Het Rijk Het Rijk (ILenT) oefent direct toezicht uit op asbestobjecten en asbestwegen. Bij het controleren van asbestobjecten, zoals treinen en schepen, werkt de ILenT nauw samen met de Inspectie SZW. Voor rijksinrichtingen is het Rijk het bevoegde gezag voor de naleving van de asbestregelgeving. De Provincie Voor provinciale inrichtingen is de Provincie het bevoegde gezag voor de naleving van de asbestregelgeving. Voorts is de provincie belast met de ketenhandhaving (bestrijding milieucriminaliteit betreffende asbest). Daarnaast zal de provincie per 1 oktober 2012 ook toezien op een adequate uitvoering van asbesttaken door de gemeenten. Waterschap Het Waterschap heeft geen specifieke bevoegdheden op het gebied van asbest. In de kwaliteit van eigenaar van onroerend goed en/of vergunningverlener heeft het waterschap wel verantwoordelijkheden op het gebied van asbest. In de meeste gevallen is de gemeente het bevoegde gezag.
4.3
Wettelijk en niet-wettelijk verplichte taken
Gemeentelijke taken zijn te scheiden in wettelijk (W) verplichte taken en niet-wettelijk (NW) verplichte taken. Alle taken zijn in deze nota uitgewerkt omwille van een integrale aanpak om het adequate uitvoeringsniveau (zie doelstelling) te bereiken.
11
Asbestbeleid gemeente Renswoude
Tabel 4.1 nr
Overzicht van wettelijke (W) en niet-wettelijke (NW) taken van de gemeente
Omschrijving
W/
Vindplaats
Juridisch kader
Deze nota (+ jaarprogramma)
- Voldoen aan
NW 1
Borging asbesttaak in Beleid en
W
Programmering
hoofdstuk 7
Verplicht is opstelling
BOR, o.a. art 7.2
handhavingsbeleid + rapportage aan
en art. 7.7
raad 2
Beleid voor sloop en
W
- Bouwbesluit
asbestverwijdering
Deze nota + handboek asbest
- zie Bouwbesluit.
Renswoude
- Borging toezicht- en
- Voldoen aan hoofdstuk 7 BOR, o.a. art 7.2
Handhaving 3
Programmering voor sloop en
W
Deze nota + jaarprogramma
asbestverwijdering
Voldoen aan hoofdstuk 7 BOR, o.a. art.7.3
Verplicht is een jaarlijks uitvoeringsprogramma 4
Uitvoering omgevingsvergunning +
W
Handboek asbest Renswoude
sloopmeldingen
Wabo /BOR/ asbestwetgeving
Verplicht zijn aanvraag/melding+bescheiden 5
De melding behandelen
W
Handboek asbest Renswoude
W
Handboek asbest Renswoude
Verplichte procedure 6
De omgevingsvergunning
Wabo/BOR/ asbestwetgeving
(sloopmelding) + voorschriften
Wabo/BOR asbestgeving
Verplichte procedure 7
Toezicht en handhaving
W
Verplicht
Deze nota + Handboek asbest
Wabo/BOR
Renswoude
asbestwetgeving Wabo/BOR
8
Dossieronderzoek
W
Handboek asbest Renswoude
9
Controle op locatie
W
Handboek asbest Renswoude
10
Asbestincidenten
W
Handboek
11
Asbestacceptatie op gemeentewerven
W
Handboek
12
Overzicht en samenwerking werkveld
asbestwetgeving
asbest NW 13
Voorlichtingsmateriaal asbest en
NW
formulieren voor particulieren en bedrijven 14
Bijhouden kwantitatieve gegevens
W
over de uitvoering van asbesttaken.
Professionalisering van de handhaving
BOR = Besluit omgevingsrecht, Wabo = Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
12
Asbestbeleid gemeente Renswoude
Ad 13: Dit betreft: - voorlichting op website (evt. gemeentegids, eigen gemeentefolders); - voorlichtingsmateriaal van InfoMil, VNG of eigen folders; - indieners van een sloopmelding krijgen actuele en adequate informatie over asbest; Ad 14 Dit betreft planning en controle in jaarprogramma’s en jaarverslagen: - aantal verleende sloopmeldingen per jaar; - aantal op locatie bezochte sloopsituaties per jaar; - aantal vergunningverleners sloopmelding, uitgedrukt in f.t.e.; - aantal handhavers asbestsloop, uitgedrukt in f.t.e.; - aantal medewerk(st)ers met asbestdeskundigheid (Asbestdeskundige, SC 570,voormalige DTAC); - beschikbaar gestelde tijd voor de asbesttaken en het onderdeel asbest bij sloop inclusief toezicht daarop.
4.4
Professionalisering van de handhaving
In dit beleid is gestalte gegeven aan de volgende principes van professionalisering: - een risicoanalyse en een toezichtstrategie (hoofdstuk 5); - doelen/verbeterpunten zijn omschreven en bestuurlijk vastgesteld; - gebruikmaking van een toezicht- en handhaafstrategie; - verankering van planning & control in de jaarprogramma’s en –jaarverslagen; - opname protocollen en werkwijzen in het Handboek asbest Renswoude, waardoor kwaliteit is geborgd; - actualisering van het handboek; - periodieke bijstelling doelen (om de vier jaar) en herziening van dit asbestbeleid aan de hand van de evaluaties uit de jaarverslagen; - ambtelijke vastlegging/borging van taken en bevoegdheden, enerzijds via de toedeling van de taken aan de gemeentelijke afdelingen / afdelingen en anderzijds door het handboek op uitvoeringsniveau; - weergave van benodigde budgetten.
4.5
Meldingen (asbest)sloop en omgevingsvergunningen i.c.m. (asbest)sloop
In algemene zin dient op grond van het Wabo/Bouwbesluit 2012 voor iedere asbestbron (bij verwijdering/sloop asbest) een melding te worden ingediend voor het (asbest)slopen. Dit gebeurt door het indienen van een formulier via het landelijke omgevingsloket (www.omgevingsloket.nl). Voor een beperkt aantal in het Asbestverwijderingsbesluit (en het Bouwbesluit) specifiek beschreven asbesttoepassingen is het een particulier toegestaan de verwijdering zelf uit te voeren. De asbestverwijdering moet wel worden gemeld. Deze melding kan zowel via het omgevingsloket als via een specifiek formulier (beschikbaar via de website van de gemeente en bij de balie van het gemeentehuis) worden verricht. In het kader van de Wabo en andere regelgeving dient de gemeente binnen bepaalde tijdslimieten een aantal voorgeschreven handelingen te verrichten. Bij verbouw van een pand van vóór 1 juli 1993 dient in principe een sloopmelding te worden ingediend. 4.5.1
Meldingen (asbest)sloop
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd gezag voor vergunningverlening, toezicht en handhaving. Het Rijk gaat ervan uit dat de gemeente ‘functiescheiding’” toepast, waarbij vergunningverlening/behandelen van meldingen en toezicht/ handhaving gescheiden zijn. 13
Asbestbeleid gemeente Renswoude
Verbeterpunten meldingen voor (asbest)sloop Hoewel de meeste verbeterpunten al in het handboek zijn verwerkt, worden in bijlagen de belangrijkste verbeterpunten zichtbaar gemaakt van de budgettaire, organisatorische en personele consequenties (kwalitatieve inzet en kwantitatieve inzet personeel). Dit zijn bestuurlijke keuzes die van invloed zijn op de kwaliteit van de taakuitoefening. Een belangrijk verbeterpunt is “preventieve handhaving” in de vorm van actieve voorlichting op de website en via de gebruikelijke media. Aanvullend kan via de publieksbalie voor deze doelgroep actueel foldermateriaal worden aangeboden. 4.5.2
Meldingen (asbest)sloop particulieren (o.b.v. Bouwbesluit art 1.26, lid 4 b)
Deze melding betreft asbestverwijderingswerkzaamheden die de particulier zelf mag uitvoeren. Het betreft vaak kleine asbesthoeveelheden van particulieren die naar een (gemeentelijk) depot worden gebracht. Meldingen worden ingediend via het Omgevingsloket. 4.5.3
Asbestsloop i.c.m. omgevingsvergunningen
In de meeste gevallen zal bij asbestverwijdering een sloopmelding verricht moeten worden bij de gemeente. Een omgevingsvergunning zal moeten worden aangevraagd als er sprake is van sloop van een (Rijks)monument, het pand gelegen is in een beschermd stads- of dorpsgezicht, dan wel karakteristiek stadsgezicht. Voorziene veranderingen In kader RUD-vorming is nog veel ongewis. Bij de RUD zullen milieuboa’s (domein 2) in dienst zijn, onder andere ter ondersteuning van de toezicht en handhaaftaak voor asbest, naast andere milieutaken. Op termijn komt er een “Omgevingswet” waarvoor de consequenties voor asbest (zowel inhoudelijk als procedureel) nu nog onbekend zijn. 4.5.4
Toezicht en handhaving op asbestsloop
Een goede asbestverwijdering voorafgaand aan de gehele of gedeeltelijke sloop van een asbesthoudend gebouw kost geld. Het is daarom winstgevend voor eigenaars om te slopen zonder sloopmelding of om de voorschriften niet na te leven. Adequaat toezicht en handhaving zijn daarom nodig. In het handboek is het toezicht in praktische zin gestalte gegeven. Toezicht op sloopmelding (en omgevingsvergunning asbestsloop) Het toezicht van de gemeente op de slooplocatie is een administratieve controle van de aangeleverde papieren/bescheiden van de verantwoordelijke DTA’er (Deskundig Toezichthouder Asbest van het gecertificeerde asbestverwijderingsbedrijf = saneerder). Deze ‘papieren controle’ gebeurt op een veilige plaats buiten de afzetting, zodat het personeel van de gemeente in principe geen asbesthoudende gebouwen hoeft te betreden. Stroomschema’s, protocollen en werkprocessen van het toezicht zijn omschreven in het handboek inclusief checklisten en voorbeeldbrieven etc. Illegale sloop Slopen zonder het verrichten van een sloopmelding is een belangrijk ‘lek’ in de asbestketen. Actief toezicht op illegale sloop is gewenst. Ook toezicht op vergunningsvrij werken en bij omgevingsvergunningen voor het bouwen op asbest verontreinigde grond is gewenst. Daarvoor is een goed overzicht van de potentieel asbesthoudende gebouwen in de gemeente gewenst. Dit betreft alle gebouwen/woningen die vóór 1 juli 1993 zijn gerealiseerd en schuren met asbestdaken. Een plattegrond van de gemeente waarop alle panden/wijken zijn aangegeven die vóór die datum zijn gebouwd geeft een snel visueel overzicht.
14
Asbestbeleid gemeente Renswoude
4.5.5
Toezicht op meldingen (asbest)sloop particulieren (o.b.v. Bouwbesluit art 1.26, lid 4 b)
Er is geen specifiek actief toezicht op het verwijderen van asbest door particulieren. Wel worden bij gebiedsgericht toezicht de ogen open gehouden en wordt waar nodig opgetreden. In de vorm van ‘preventief toezicht’ wordt bij elke melding de particulier goed voorgelicht en kan het asbesthoudend materiaal gratis worden ingeleverd. 4.5.6
Toezicht divers (gebiedsgericht toezicht)
Leegstaande panden/bouwvallen en asbestvezels in binnenruimten Het kan voorkomen dat panden leegstaan en/of bouwvallig worden. De gemeente kan hierop aanschrijven, zodat maatregelen aan het pand worden getroffen. Wanneer het pand asbest bevat, bestaat het risico op verspreiding van asbest in de omgeving en de bodem, bijvoorbeeld door brandstichting, vandalisme of storm. De gemeente kan de eigenaar dan op grond van de Woningwet/ bouwverordening aanschrijven voorzieningen te treffen. De gemeente kan ook optreden wanneer er geen sprake is van een bouwval, maar wel van een risico op een te hoge binnenconcentratie van asbest. Per geval maakt de gemeente een afweging en treedt zonodig op. Sterk verweerd asbest Sterk verweerd asbest laat vezels los die de omgeving kunnen besmetten en schade kunnen toebrengen aan personen in die omgeving. Een gemeente kan op grond van de Woningwet art 13 een eigenaar van een verpauperd pand dwingen tot (door de gemeente) noodzakelijk geachte herstelwerkzaamheden. Verbeterpunten asbestsloop Zie ook het handboek en de volgende bijlagen: Bijlage 1 Verbeterpunten bij meldingen voor (asbest)sloop; Bijlage 2 Verbeterpunten bij meldingen (asbest)sloop uitzonderingsregeling particulieren; Bijlage 3 Verbeterpunten toezicht op gemelde asbestsloop en illegale sloop.
4.6
Asbest in of op de (water)bodem
Normaliter is de eigenaar van het onroerend goed aansprakelijk voor asbest in of op de (water)bodem. Op grond van de Wet bodembescherming moet in geval van ernstige asbestverontreiniging in de bodem waarmee activiteiten staan gepland een saneringsbeschikking bij Gedeputeerde Staten worden aangevraagd door de juridische eigenaar van de grond. Voor asbest is een interventiewaarde 5 vastgesteld (100mg asbest/kg droge stof) . Verder is het Besluit bodemkwaliteit relevant voor het geval grond (ter ophoging of als een bouwstof) wordt toegepast. Aangevoerde grond van buitenaf voor toepassing in Renswoude gaat vergezeld van een kwaliteitsverklaring. De parameter ‘asbest’ is geen standaardonderdeel van een bemonstering op grond van het Besluit bodemkwaliteit, maar mag niet aanwezig zijn boven de norm 100 mg/kg droge stof. Het toepassen van grond moet worden gemeld bij www.meldpuntbodemkwaliteit.nl. De gemeente (of indien uitbesteed de Omgevingsdienst regio Utrecht) controleert de melding (en milieuhygiënisch bewijs). Het toepassen van een bouwstof (bijvoorbeeld puingranulaat) behoeft geen melding. Echter, er is een verbod op het toepassen van asbesthoudend bouwstof. Binnen de gemeente Renswoude bestaat er kans op de aanwezigheid van asbest in de bodem. Mogelijke oorzaken zijn bouw- en sloopwerkzaamheden uit het verleden (door bewerking van asbest op de bouwplaats of door ongecontroleerd verwijderen uit bouwwerken), het toepassen van puingranulaat in wegverhardingen, illegale stort, etc. Waar hierna wordt gesproken van bodem moet ook waterbodem en puin(granulaat) worden gelezen.
5
Circulaire bodemsanering 2009 zoals gewijzigd op 3 april 2012 15
Asbestbeleid gemeente Renswoude
De gemeente Renswoude beschikt nog niet over vastgesteld gemeentelijk of regionaal beleid voor het omgaan met grond (bijvoorbeeld als ophoogmateriaal) en het omgaan met verontreinigingen in/op de bodem. De gemeente heeft het opstellen van dit beleid (in samenwerking met de Omgevingsdienst regio Utrecht) opgenomen in het uitvoeringsprogramma 2012 en 2013. Asbest in (water)bodem, eigendom gemeente Normaliter is de eigenaar van het onroerend goed aansprakelijk voor asbest in (water)bodem. Voordat activiteiten worden ontplooid met gemeentelijke gronden is het van belang de asbestverdachtheid vast te stellen. Daarmee wordt voorkomen dat tijdens de werkzaamheden het werk onverwacht stil moet worden gelegd en vertragingskosten ontstaan. Hierbij ligt een belangrijke rol bij de initiatiefnemer. Adviseurs van de Omgevingsdienst (op het gebied van bodem) kunnen ondersteuning bieden bij de bepaling van de asbestverdachtheid en of nader onderzoek nodig is. Ook kan de adviseur worden ingeschakeld bij de beoordeling van die onderzoeken, het eventuele saneringsplan en adviseert hij/zij de initiatiefnemer daarover. Voor de bepaling van de asbestverdachtheid wordt gebruik gemaakt van bestaande gegevens. In het geval dat er asbesthoudende grond betrokken is bij een project, dient er (mogelijk) eerst een sanering plaats te vinden. Daarna kan de verdere uitvoering van het project plaatsvinden. Het is denkbaar dat de bodem niet als asbestverdacht was beoordeeld, en dat tijdens de uitvoering van het project toch nog asbest wordt aangetroffen. Dit kan zich ook voordoen als er onderzoeken zijn uitgevoerd, omdat asbest zich heterogeen in de bodem kan bevinden. In dat geval vindt alsnog stopzetting van het werk plaats. Asbest in (water)bodem, eigendom derden Normaliter is de eigenaar van het onroerend goed aansprakelijk voor asbest in (water)bodem. Het aantreffen van asbest in de bodem bij derden gebeurt meestal bij werkzaamheden in het kader van activiteiten waarvoor een omgevingsvergunning of een melding benodigd is. Bij het aanvragen van een omgevingsvergunning (bouwen) is het op grond van het Besluit omgevingsrecht (Bor) noodzakelijk een bodemonderzoek bij te voegen bij de vergunningaanvraag. Voorts dient rekening te worden gehouden met het Bouwbesluit. De omgevingsvergunning wordt aangevraagd bij en afgehandeld door de Afdeling Omgevingsbeheer. Deze beoordeelt indien van toepassing het bodemonderzoek. In een bodemonderzoek voor een omgevingsvergunning wordt niet standaard op asbest onderzocht, alleen bij asbestverdachtheid. In het geval de bodem verontreinigd is met asbest boven de geldende landelijke norm van 100 mg/kg droge stof, dan treedt de afstemmingsregeling in werking. De initiatiefnemer moet een saneringsplan of een BUS-melding indienen bij de provincie. Indien asbest wordt aangetroffen in grond van derden tijdens werkzaamheden moet het werk worden gestaakt. De grondeigenaar is verantwoordelijk voor onderzoek en verwijdering. Beoordeeld moet worden of het asbest zich daadwerkelijk in de bodem bevindt of dat het om materiaal gaat dat eenvoudig te verwijderen is, zonder risico dat er materiaal achterblijft in de bodem. In het eerste geval is een bodemonderzoek nodig. Indien daaruit blijkt dat het om een geval van ernstige bodemverontreiniging gaat, moet daarvan melding worden gedaan bij het bevoegd gezag. In het tweede geval kan de grondeigenaar als alternatief er ook voor kiezen om een asbestsloopmelding in te dienen bij de gemeente en het asbest door een gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf te laten verwijderen.
16
Asbestbeleid gemeente Renswoude
Asbest in de openbare ruimte Normaliter is de eigenaar van het onroerend goed aansprakelijk voor asbest in de openbare ruimte. Het kan voorkomen dat zwerfasbest in de openbare ruimte wordt aangetroffen. Jaarlijks treft de gemeente illegaal gedumpt asbest aan in de openbare ruimte. Om blootstellingrisico´s voor haar inwoners te voorkomen vraagt dit om zeer spoedige opruiming. Dit kan niet zonder voorafgaande asbestinventarisatie, uit te voeren door een gecertificeerd asbestinventarisatiebureau. Indien het om asbest gaat, moet vervolgens een gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf het asbest opruimen. Na verwijdering moet het gebied vrijgegeven worden op basis van een visuele inspectie. In de meeste gevallen komen de kosten voor de inventarisatie en opruimen voor rekening van de gemeente, omdat de dader niet te achterhalen is. Meestal betreft het asbest op de bodem, niet in de bodem. Om te beoordelen of hierbij toch sprake kan zijn van bodemverontreiniging is het raadzaam hierover met een bodemadviseur (van de Omgevingsdienst regio Utrecht) te overleggen. Dit is verder uitgewerkt in het handboek. Verbeterpunten asbest in of op de (water)bodem en de openbare ruimte Om incidenten te voorkomen is het een verbeterpunt dat gemeentelijke opzichters/projectleiders die verantwoordelijk zijn voor onroerend goed, zelf over asbestkennis beschikken. Ook kunnen zij dan beter gebruik maken van het interne gemeentelijke asbestnetwerk. Dit geldt ook voor de Afdeling Omgevingsbeheer, waarvan de medewerkers tijdens werkzaamheden onverwacht asbest kunnen ontdekken. Zie ook bijlage 4.
4.7
Asbest in gemeentelijke gebouwen
Naast de eigenaar van het onroerend goed heeft ook de huurder en/of beheerder verantwoordelijkheden ten opzichte van personeel, onderhoudsbedrijven en bezoekers. Een bestuursorgaan heeft een zorgplicht ten opzichte van de personen waarvoor dat bestuur verantwoordelijk is. Dat geldt ook, en in dit geval vooral, voor de aanwezigheid van asbesthoudend materiaal dat zich in bouwwerken bevindt en/of onderdeel uitmaakt van deze bouwwerken, waarvoor dat bestuursorgaan verantwoordelijk is. Deze verantwoordelijkheid van het bestuur geldt ten opzichte van eigen medewerk(st)ers, gebruikers/bezoekers c.q. huurders en uitvoerende derden (aannemers, schoonmakers, enz.). Dit betekent, dat bij het (laten) uitvoeren van werkzaamheden altijd rekening dient te worden gehouden met de aanwezigheid van asbesthoudend materiaal, behalve in bouwwerken die vanaf 1 juli 1993 tot op heden nieuw zijn gebouwd. In dit laatste geval is de kans op aanwezigheid van asbest nihil. Daarnaast geldt de zorgplicht van de gemeente ook voor haar medewerkers die zijn gehuisvest in gehuurde panden. Ook van die panden (gebouwd vóór 1 juli 1993) zou bekend moeten zijn of en waar zich asbest bevindt, zodat bij het beheer van het pand daarmee rekening kan worden gehouden. In dat geval heeft de gemeente wel te maken met de verhuurder/eigenaar. Acties in het kader van de gemeentelijke zorgplicht moeten in deze gevallen dan ook op de gebouweigenaar zijn gericht. Asbesthoudend materiaal kan worden aangetroffen in bouwkundige constructies, in gebouwgebonden installaties, en soms in zaken die niet direct gebouwgebonden zijn, zoals vloerbedekking. Ongeacht de vraag of het eventueel aanwezige asbesthoudend materiaal een risico vormt voor de gebruiker(s) van het bouwwerk, draagt het betreffende bestuursorgaan de volle verantwoordelijkheid voor de eventuele blootstelling aan asbestvezels. Zelfs als deze kans minimaal is, dient het bestuursorgaan alles in het werk te stellen om asbestemissie zoveel mogelijk te voorkomen. Om inhoud te geven aan deze verantwoordelijkheid zal bij het betreffende bestuursorgaan tenminste bekend moeten zijn welke asbestbronnen zich bevinden in de betreffende bouwwerken/gebouwen en welke risico's deze eventueel met zich meebrengen onder normale gebruiksomstandigheden. Uit ervaring is namelijk gebleken, dat tijdens onderhoud- of reparatiewerkzaamheden in bouwwerken 'per ongeluk' asbesthoudend materiaal kan worden bewerkt. In dat geval kan een omvangrijke emissie van asbestvezels ontstaan. Omdat deze asbestvezels sedimenteren in de aanwezige stof blijft de kans op blootstelling ten gevolge van (re-) emissie gedurende een zeer lange tijd na het 'ongelukje' zeer reëel. 17
Asbestbeleid gemeente Renswoude
Vaak is directe verwijdering van het aanwezige asbesthoudende materiaal in panden niet noodzakelijk. Het vervaardigen van asbestbeheersplannen voor de relevante gebouwen in gemeentelijk bezit of gebruik draagt bij aan een veilig gebruik van deze panden. De gemeente Renswoude heeft relatief veel vastgoed in haar bezit. Dit hangt samen met het gemeentelijke woningbedrijf. Een overzicht van indicaties van de aanwezigheid van asbest in de complexen van het gemeentelijk woningbedrijf is opgenomen in de bijlagen. Hoe de gemeente omgaat met het asbest in haar vastgoed wordt in dit beleidskader niet verder uitgewerkt. Dit aspect wordt meegenomen in het beleid van het woningbedrijf. Het inzicht in en omgaan met asbest in de overige gemeentelijke gebouwen is door voortschrijdend inzicht en nieuwe aanvullende regelgeving niet meer op een adequaat uitvoeringsniveau. Om als eigenaar van gemeentelijke gebouwen goed invulling te blijven geven aan de zorgplicht ten opzichte van gebruikers, zijn verbeteringen wenselijk. Voor geen van de gemeentelijke gebouwen zijn risicobeoordelingen opgesteld. Voor geen van de gemeentelijke gebouwen zijn asbestbeheersplannen (conform NEN 2991) opgesteld. Verbeterpunten asbest in gemeentelijke gebouwen De verbeterpunten voor asbest in gemeentelijke gebouwen zijn uitgewerkt in bijlage 5. 4.7.1 Asbest in scholen In de gemeente Renswoude zijn twee basisscholen gevestigd. In onderstaande tabel is de stand van zaken voor zover bekend bij de gemeente weergegeven. Tabel 4.2; asbest in scholen Renswoude School Basisschool De Borgwal
Basisschool De Stifthorst
Inventarisatie beschikbaar Eind januari 2013 is opdracht gegeven voor het laten uitvoeren van een asbestinventarisatie, vooruitlopend op het laten uitvoeren van onderhoud aan de buitenzijde en de cv-ketels. Recentelijk is er opdracht gegeven voor het laten uitvoeren voor het onderhoud en onderdeel daarvan is het saneren van loszittende asbestbeplating en vervangen voor wbp. Genoemde zaken worden uitgevoerd vooruitlopend op de besluitvorming omtrent de sloop en vervangende nieuwbouw van de school. In maart is onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van asbest. Vooralsnog is alleen in de cv-kelder een afvoerbuis waargenomen welke mogelijk asbesthoudende stoffen bevat. De eventuele sanering hiervan wordt meegenomen in het eerstvolgend uit te voeren groot onderhoud/vervanging van de ketel.
Asbestbeheersplan beschikbaar Nee, wel onderhoudsplan waarin de bekende asbesthoudende toepassingen wel worden benoemd. Het opstellen van het beheersplan wordt opgenomen in het meerjarig onderhoudsprogramma (MOP) e.a. afhankelijk van de besluitvorming omtrent de sloop en vervangende nieuwbouw van de school.
Nee. De eventuele sanering van de asbestverdachte afvoerbuis wordt meegenomen in het eerstvolgend uit te voeren groot onderhoud/vervanging van de ketel.
De gemeente hanteert de volgende beleidslijn bij asbest in scholen. Bij geplande bouw- of verbouwactiviteiten is het schoolbestuur verantwoordelijk voor het op een juiste wijze laten verwijderen van het asbest. Hierbij mag op geen enkele manier een risico ontstaan voor de gebruikers van de scholen. De gemeente zal de schoolbesturen over deze beleidslijn informeren. Ook zal de gemeente de besturen informeren over de te volgen procedures. Voormalig staatssecretaris Atsma wilde alle oude schoolgebouwen voor 1 juli 2012 onderzocht hebben op asbest. Recent werd bekend dat de inventarisatie van scholen niet bij wet verplicht zal 18
Asbestbeleid gemeente Renswoude
6
worden. Gebouweigenaren worden wel opgeroepen om verantwoordelijk om te gaan met hun asbestvraagstuk. De verantwoordelijkheid ligt bij de schoolbesturen. Vanaf 2015 zijn de schoolbesturen verantwoordelijk voor al het onderhoud aan de scholen. De aanwezigheid van asbest op zich is geen reden om de asbest te verwijderen. De noodzaak tot het verwijderen van asbest doet zich voor op het moment dat de schoolbesturen onderhoudswerkzaamheden uitvoeren of besluiten tot een renovatie van het schoolgebouw (bijv. bij het vervangen van een cv-ketel waar is vastgesteld dat in de ketelruimte asbest aanwezig is), dus uitsluitend in de situatie dat door beschadiging asbestvezels vrijkomen (of reeds eerder vrijgekomen zijn). De kosten die te maken hebben met het verwijderen van het asbest komen op dat moment volledig voor rekening van de gemeente (aanwezigheid asbest wordt gezien als een constructiefout). Constateert het bevoegd gezag asbest in het schoolgebouw en besluit het bevoegd gezag dit als voorzorgsmaatregel te verwijderen, dus er is geen beschadiging c.a. waardoor asbestvezels vrijkomen, dan komen deze kosten niet voor vergoeding in aanmerking Verbeterpunten asbest in scholen De verbeterpunten met betrekking tot aanwezigheid van asbest in scholen zijn uitgewerkt in bijlage 5.
4.8
Calamiteiten en incidenten met asbest
Bij calamiteiten en incidenten kan onverwacht en ongewild asbesthoudend materiaal vrijkomen. Indien dit gebeurt in een winkelcentrum of nabij flats en/of andere gestapelde bouw, kan dit grote gevolgen hebben. Daarbij kan gedacht worden aan afzetting van een bepaald gebied, acute evacuatie bewoners voor een bepaalde tijd en de nazorg en kostenverhaal op de eigenaar/veroorzaker. Onder grote tijdsdruk moeten dan de juiste keuzen worden gedaan. Daarom is een goede voorbereiding noodzakelijk. Onder calamiteiten en incidenten vallen in dit geval brand, explosie, ongeval met asbest, stormschade, vandalisme of illegale sloop. Hierbij is asbest niet altijd maatgevend en is er vaak in eerste instantie een ander urgenter risico aanwezig (brand/explosie). De problemen die de diverse materialen met zich meebrengen verschillen sterk. Bij het knappen van asbestcementplaten als gevolg van brand komen losse vezels en flinters asbestcement in de lucht vrij (primaire emissie). Vezels en flinters kunnen zich tot op honderden meters met de rookpluim mee verspreiden. Primaire emissies leiden niet of nauwelijks tot een verhoging van het jaargemiddelde in de lucht en dus ook niet voor het jaargemiddelde van de lucht voor de bevolking. De bevolking loopt daardoor normaliter minder risico dan hulpverleners. Hulpverleners die regelmatig bij asbestbranden in actie komen hebben wel een verhoogd risico. Primaire emissies zijn niet te voorkomen. Wel kan het gebruik van waterschermen bij het blussen de emissie van flinters wat verminderen. In de omgeving neergekomen losse deeltjes kunnen secundaire emissies veroorzaken. Secundaire emissies uit hechtgebonden materialen treden alleen op als het materiaal wordt verpulverd (autorijden, fietsen, belopen, e.d.). Emissies van asbestvezels zijn vooral gevaarlijk in binnenluchtsituaties (in o.a. woningen, kantoorgebouwen, voertuigen). Secundaire emissies kunnen in principe worden voorkomen door in de omgeving vrijgekomen resten asbesthoudend materiaal na een brand meteen zorgvuldig op te ruimen (omgeving, kleding, maskers, e.d. schoonmaken/afspoelen) en door maatregelen te nemen om binnenlopen (in gebouwen) van asbesthoudend materiaal te voorkomen. Omdat verschillende instanties (Veiligheidsregio Utrecht VRU, brandweer, politie, gemeente, eventueel GGD, Inspectie SZW en Stichting Salvage) betrokkenheid hebben bij asbestincidenten, is het van belang om taken en verantwoordelijkheden goed vast te leggen. Als hulpmiddel daarvoor geldt het "Plan van aanpak asbestbrand" (VROM en Sociale Zalen en Werkgelegenheid, november 2006). Het doel van het plan van aanpak is de besluitvorming rond asbestbranden te verbeteren en aan alle betrokkenen duidelijk te maken hoe bij een asbestbrand opgetreden behoort te worden, wie erbij betrokken zijn en welke taken de diverse instanties vervullen. De Veiligheidsregio Utrecht heeft
6
Brief staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, kenmerk IEM/BSK-2013/27025, d.d. 5 maart 2013 19
Asbestbeleid gemeente Renswoude
dit plan ‘vertaald’ in het “Protocol Asbestbranden” (januari 2008). In 2014 wordt een nieuwe versie verwacht van dit protocol. De brandweer heeft als voornaamste taak het blussen van de brand en de bepaling van de categorie van de asbestbrand. Daarbij worden drie categorieën onderscheiden:
categorie I: een brand zonder primaire emissie van asbest buiten het pand/terrein; categorie II: een brand met primaire emissie van asbest buiten het pand/terrein maar geen woon-, werk- of recreatiegebied betrokken; categorie III: een brand met primaire emissie van asbest buiten het pand/terrein in een woon, werk- of recreatiegebied (terrein met huizen, kantoren enz.).
In het crisisbeheersingsplan is aandacht voor asbestbranden (deel 24 Milieuzorg). Hierin staat een globale rolverdeling: Bij een ramp of incident met nadelige gevolgen voor het milieu is de brandweer/VRU in eerste instantie leidend en neemt de nodige maatregelen om de omvang van de ramp of het incident te beperken en opnieuw een stabiele situatie te creëren. De gemeentelijke organisatie heeft als taak om verdere aantasting van het milieu te voorkomen en nazorg dan wel sanering van de ontstane milieuschade uit te voeren. In geval van milieuschade (en dit geldt in het geval van asbest in lucht/op bodem) wordt volgens dit Draaiboek het Actiecentrum Milieu ingericht. Hoofd van het Actiecentrum Milieu is de Medewerkster milieu, afdeling Omgevingsbeheer. Voor de brandweer is het van belang dat zij op de hoogte is of er asbest in een te blussen pand kan zitten. In deze nota wordt vooral ingegaan op de gemeentelijke taken en verantwoordelijkheden bij asbestincidenten. Voor het overige wordt verwezen naar het “Protocol Asbestbranden” van de VRU. Op hoofdlijnen zijn de gemeentelijke verantwoordelijkheden:
waarborgen veiligheid inwoners: treffen van noodopvang en/of treffen noodvoorzieningen. De burgemeester heeft hierin een belangrijke bestuurlijke verantwoordelijkheid; afzetten locatie indien geen asbestbrand. (In geval van asbestbrand zet de politie af); zorg dragen voor opruimen van asbestrestanten (opdracht daartoe geven); voorlichting en communicatie; eventueel bestuursdwang en kostenverhaal.
Deze taken worden uitgevoerd door en/of onder regie van de Afdeling Vergunning en Handhaving met uitzondering van voorlichting en communicatie, dat wordt verzorgd door de communicatiemedewerk(st)ers van de gemeente. Desgewenst kan de gemeente in de sfeer van nazorg na calamiteit/incident de hulp van de Omgevingsdienst inschakelen. Volgens de eisen van VROM (nu ILenT) zijn de gemeentelijke asbesttaken bij calamiteiten en incidenten als volgt:
Gemeente coördineert bij brand waarbij sprake is van asbest en heeft tevoren afspraken gemaakt met instanties als brandweer, GGD, Politie Stichting Salvage etc.. Gemeente heeft actieve rol bij het (laten) opruimen van asbest bij incidenten. Gemeente heeft zorgplicht voor het opruimen van illegaal gedumpt asbest. Gemeente heeft een meldpunt voor klachten en meldingen op het gebied van asbest en asbestsloop dat 24 uur per etmaal bereikbaar is. Registratie van ontvangen mondelinge en schriftelijke klachten en meldingen vindt op consistente en gestandaardiseerde wijze in een (geautomatiseerd) klachten- en meldingregistratiesysteem plaats. Gemeente geeft verifieerbaar uitvoering aan haar coördinerende rol in de bescherming van de bevolking bij incidenten waarbij asbestverspreiding ontstaat. Daarbij coördineert zij ook bij het opruimen van het vrijgekomen asbest.
20
Asbestbeleid gemeente Renswoude
Het protocol ‘ asbest bij calamiteiten en incidenten’ (zie Handboek asbest Renswoude) maakt onderscheid in: -
-
gebeurtenissen die een directe aanpak vragen, waarbij geen andere gemeentelijke afdeling aanwijsbaar en/of bereikbaar is; incidenten die rechtstreeks betrekking hebben op de openbare orde en veiligheid en die onverwijlde aanpak van de gemeente vragen. Een spoedeisende zaak binnen een gemeentelijke afdeling; crises waarbij coördinatie noodzakelijk is van activiteiten van verschillende gemeentelijke diensten en/of instellingen. Een complex van activiteiten (meerdere disciplines en diensten), waarbij coördinatie noodzakelijk is.
In het Handboek asbest Renswoude is een protocol “calamiteiten en incidenten met asbest” uitgewerkt dat invulling geeft aan de meest voorkomende procedures van dit onderwerp. Toezicht, afzetten locatie en voorkomen verdere verspreiding Bij een asbestbrand heeft de brandweer/VRU als eerste de taak om na te gaan of er asbest is vrijgekomen en hoe de verspreiding is. De brandweer bepaalt, eventueel na advies van een gecertificeerd bureau, het verspreidingsgebied. De brandweer dient dan ook de locatie af te zetten al dan niet met assistentie van de politie en de gemeente. Is er geen sprake van een brand maar wel van mogelijke asbestbesmetting, dan kan de toezichthouder een laboratorium of asbestinventarisatiebedrijf inschakelen om de aanwezigheid en verspreiding van asbest te bepalen en zonodig het gebied af te (laten) zetten. De toezichthouder (Omgevingsbeheer) dient bij voorkeur buiten het afgezette gebied te blijven. Afhankelijk van de situatie kunnen tijdelijke maatregelen nodig zijn om verspreiding van asbest te voorkomen. Hiertoe kan het asbest bijvoorbeeld natgehouden worden of afgedekt in afwachting van definitieve verwijdering. De toezichthouder kan de eigenaar van het pand/het terrein sommeren de locatie af te laten zetten en tijdelijke maatregelen te treffen. Doet de eigenaar dit niet, dan kan de gemeente dit zelf doen door toepassing van bestuursdwang. De kosten kunnen dan op de eigenaar worden verhaald. Afspraken over het afzetten van een locatie door de gemeente in het kader van rampen/incidenten zijn al geregeld in het kader van het gemeentelijke crisisbeheersingsplan. Bij de gemeente is de toezichthouder (Afdeling Omgevingsbeheer) de eerst verantwoordelijke ambtenaar voor de regie van alle asbestzaken voor zover die niet onder de verantwoordelijkheid van de VRU/brandweer vallen. Daarom vindt afstemming plaats voordat rampen/calamiteiten plaatsvinden. Deze afstemming wordt schriftelijk tussen gemeente en VRU/brandweer vastgelegd. Een verbeterpunt is het schriftelijk vastleggen tussen gemeente en VRU/brandweer van de rollen die beide instanties hebben bij een ramp/incident waarbij asbest vrij komt. Mogelijk dat dit wordt ingevuld middels het nieuwe protocol dat in 2014 door de VRU zal worden opgesteld. Bovendien wordt gewerkt aan het inrichten van de nieuwe crisisorganisatie die op 1 maart 2014 van start moet gaan Opruimen van asbestrestanten Voor het opruimen van asbestresten na incidenten of calamiteiten zijn regels gesteld in het Asbestverwijderingsbesluit 2005. Zo moet degene die asbesthoudende materialen of producten opruimt die ten gevolge van een incident zijn vrijgekomen, beschikken over een asbestinventarisatierapport (artikel 3 lid 3), en moet het opruimen van de asbesthoudende restanten worden uitgevoerd door een gecertificeerde asbestverwijderaar (artikel 6 lid 1c). Na asbestverwijdering dient nog een eindbeoordeling te worden uitgevoerd en een vrijgavebewijs te worden overlegd aan de gemeente. De gemeente schrijft de eigenaar aan voor het opruimen van asbestrestanten binnen (korte) termijn. Doet hij het niet, dan kan de gemeente dit zelf doen door het toepassen van bestuursdwang. De kosten kan de gemeente op de eigenaar verhalen. Deze procedure moet wel vermeld worden in het aanschrijven.
21
Asbestbeleid gemeente Renswoude
Voorlichting en communicatie Wanneer een locatie is besmet met asbest, kan dit grote onrust in de directe omgeving veroorzaken. Daarom zal de toezichthouder allereerst de eigen organisatie (bestuurlijke en ambtelijke verantwoordelijken) moeten inlichten, zoals de portefeuillehouder en bij ernstige calamiteiten/incidenten de burgemeester en de communicatiemedewerk(st)ers. Ook de GGD moet ingelicht worden, omdat omwonenden met vragen daar vaak terechtkomen. Verder is het goed om omwonenden zelf te informeren over de situatie en wat eraan wordt gedaan. Andere instanties die afhankelijk van de situatie ingelicht moeten worden, zijn de Stichting Salvage en de diverse toezichthoudende instanties (Inspectie SZW, waterschap, Inspectie ILenT, Provincie en Omgevingsdienst Regio Utrecht). De Stichting Salvage kan wanneer de eigenaar verzekerd is, namens de eigenaar opdracht geven tot het afzetten van de locatie, asbestinventarisatie en asbestverwijdering. Meldpunt klachten en 24 uurs bereikbaarheid Het centrale meldnummer van de gemeente Renswoude is uitsluitend tijdens normale kantooruren bereikbaar. Buiten deze kantooruren functioneert een antwoordapparaat waarop een bericht kan worden achtergelaten dat de eerstvolgende werkdag wordt afgeluisterd. Daarnaast is er de Piketdienst van de Omgevingsdienst. Piketdienst Omgevingsdienst Regio Utrecht Binnen de samenwerking met Omgevingsdienst Regio Utrecht bestaat een 24 uurs bereikbaarheid door middel van een piketdienst, die gericht is op behandeling van milieuklachten en ondersteuning bij calamiteiten/ongewone voorvallen binnen het werkgebied van de Omgevingsdienst. Rampen of zware ongevallen zoals bepaald in de Wet rampen en zware ongevallen vallen hierbuiten. Voor dit laatste gelden aparte procedures in het kader van gemeentelijke rampenplannen. Alleen klachten over bedrijven vallend onder gemeentelijk gezag worden door de Omgevingsdienst (piketdienst) in behandeling genomen. De klachtenlijn van de Omgevingsdienst wordt buiten kantooruren, vanaf 17.00 uur tot 8.30 uur, automatisch doorgeschakeld naar een antwoordapparaat. Het antwoordapparaat geeft de mogelijkheid om bij spoedeisende klachten contact op te nemen met de milieuklachtentelefoon van de provincie Utrecht (front-office). Het front-office filtert de binnengekomen klachten voor zover mogelijk is. Wanneer een klacht niet spoedeisend is, wordt deze pas de volgende dag doorgebeld/doorgegeven aan de Omgevingsdienst. Wanneer een klacht spoedeisend is, wordt de piketdienstmedewerker (back office) gebeld via het mobiele piketdiensttelefoonnummer van de back office. Klachten die bedoeld zijn voor andere instanties worden aan die instanties doorgegeven. Voorbeelden van spoedeisende klachten: - alle meldingen van bedrijven/inrichtingen, binnen het werkgebied van de Omgevingsdienst, over ongewone voorvallen binnen hun inrichtingen, waarbij nadelige gevolgen voor het milieu kunnen optreden of zijn opgetreden; - ernstige water- en/of bodemverontreiniging; - ernstige stank- of geluidsoverlast (drie of meer klachten binnen of buiten kantooruren); - urgente verzoeken van andere instanties: de brandweer, de politie, het waterschap e.d. Klachtenregistratie Alle ontvangen meldingen/klachten worden door de piketdienstmedewerker (back office) geregistreerd. Een piketdienstnotitie wordt, voor zover van toepassing, aan het desbetreffende dossier toegevoegd. De klachten die bij het front-Office (provincie) binnenkomen en bedoeld zijn voor de Omgevingsdienst, worden doorgegeven aan de Omgevingsdienst. Conclusie Alleen calamiteiten/incidenten/klachten over asbest dat gekoppeld is aan bedrijven vallen onder de piketdienst van de Omgevingsdienst Regio Utrecht.
22
Asbestbeleid gemeente Renswoude
5.
Risicoanalyse en toezichtstrategie
Voor wat betreft de toezichtstrategie wordt aangesloten bij “Handhavingsnota Bouwregelgeving 7 Gemeente Renswoude”. Alle slooplocaties worden minimaal één maal bezocht. De gemeente zet de beperkt beschikbare capaciteit in die situaties in die er toe doen. Bij geen tot laag risico vindt geen actief toezicht plaats tijdens uitvoering van de asbestverwijderingswerkzaamheden. Wel wordt gereageerd op klachten en meldingen. Indien nodig schakelt de gemeente de Omgevingsdienst regio Utrecht in voor ondersteuning. Benodigde capaciteit Tijdsraming per controle: 4 uur (voorbereiding + controle + brief conform handboek). Functiescheiding Vergunningverlening en handhaving Conform de vereisten van de Professionalisering van de handhaving (PHH) past de gemeente functiescheiding toe tussen vergunningverleners en toezichthouders/handhavers bij sloopvergunningen en sloopmeldingen. Controleniveau Bij controle wordt gebruik gemaakt van beschikbare checklists (zie handboek asbest Renswoude). Niveau/opleiding toezichthouder Gewenst niveau SC-570 (voorheen DTA-C) Budget voor analyses Indien noodzakelijk in kader van uitvoering van handhaving dient toezichthouder budget te krijgen voor laten uitvoeren analyses. Handboek asbest Renswoude De toezichthouders/handhavers werken volgens het “Handboek asbest Renswoude”. In het handboek staan stroomschema’s, protocollen, werkbeschrijvingen en checklisten. De samenwerking met andere partners zoals arbeidsinspectie, politie, GGD en Inspectie Leefomgeving en Transport is in het handboek praktisch gestalte gegeven. Het handboek wordt jaarlijks geactualiseerd.
7
Handhavingsnota Bouwregelgeving Gemeente Renswoude “Een goed leefklimaat voor iedereen”, Vastgesteld door burgermeester en wethouders van Renswoude d.d. 19 oktober 2010, versie 17 september 2010. 23
Asbestbeleid gemeente Renswoude
6.
Communicatie
Voorlichting en communicatie Een structurele en goede voorlichting is essentieel voor het slagen van de doelstellingen van deze asbestnota. Het is van belang breed in te zetten op de voorlichting/communicatie naar inwoners en bedrijven, omdat asbest voorkomt in de bestaande woningen en gebouwen die vóór 1994 zijn gebouwd. Bijna altijd is de eigenaar verantwoordelijk voor het asbest in zijn/haar onroerend goed en het is in het belang van iedereen dat met het eventuele aanwezige asbest verantwoord wordt omgegaan. Daarom is de voorlichting ook opgenomen op de website van de gemeente, vindt tenminste drie keer per jaar publicatie plaats op de gemeentepagina en zijn doelgerichte mailings aan specifieke bedrijven (aannemers en onderhoudsbedrijven) belangrijk. In het belang van de volksgezondheid moet voorkomen worden dat asbest in het milieu (lucht, water, bodem) terechtkomt. Ieder dient zijn/haar verantwoordelijkheid daarin te kennen en te weten hoe te handelen. De gemeente is informatiedrager. Daarom handelt de gemeente minimaal als volgt: -
voorlichting op website (evt. gemeentegids, eigen gemeentefolders); voorlichtingsmateriaal van ILenT, InfoMil, VNG of eigen folders; indieners van een sloopmelding (omgevingsvergunning) krijgen actuele en adequate informatie over asbest; bij calamiteiten/crises-situaties vindt actieve voorlichting plaats aan de bevolking en/of de direct belanghebbenden.
24
Asbestbeleid gemeente Renswoude
7.
Informatiebeheer
In dit hoofdstuk staan de belangrijkste onderdelen van het informatiebeheer bij elkaar. Deze onderdelen van informatiebeheer zijn veelal in de afzonderlijke hoofdstukken van deze nota aan de orde gekomen met een motivatie. Sommige onderdelen van het informatiebeheer zijn in het kader van samenwerking van belang voor de andere handhaafpartners. Met de handhaafpartners moet hier nog nadere invulling aan worden gegeven worden en nadere afspraken worden gemaakt. Ketenbeheer De gezamenlijke overheden werken samen om met het aanwezige asbest zo veilig mogelijk om te gaan in het belang van de volksgezondheid en milieu (lucht, bodem en water). In het kader van het zogenaamde “Ketenbeheer” wordt bewerkstelligd dat illegale praktijken van asbestdumping of menging met schone grond worden opgespoord en beëindigd. Om dit goed te kunnen doen is registratie vereist van de asbeststromen. De meeste asbeststromen beginnen bij de sloopmelding *(omgevingsvergunning) van een gebouw/bouwwerk, dus bij de gemeente. Het is daarom een goede zaak dat de gemeente beschikt over een actuele administratie van de voor asbest relevante zaken. De planning en controle in jaarprogramma’s en jaarverslagen bevat de volgende vermeldingen: - aantal verleende sloopmeldingen (in kader omgevingsvergunningen) per jaar; - aantal op locatie bezochte sloopsituaties per jaar; - aantal administratieve ambtenaren afwikkeling sloopmelding (omgevingsvergunning), uitgedrukt in fte; - aantal handhavers sloopmelding (omgevingsvergunning), uitgedrukt in fte; - aantal met asbestdeskundigheid (opleiding SC570, voorheen DTA-C); - beschikbaar gestelde tijd voor de asbesttaken en het onderdeel asbestsloop, inclusief toezicht daarop. Overdracht sloopmelding naar toezichthouder/handhaver. De overdracht van het dossier van vergunningverlener naar de toezichthouder/handhaver dient naadloos te gebeuren opdat optimaal toezicht kan plaatsvinden. Asbestregistratie onroerend goed van voor 1 juli 1993 (asbestkansenkaart) Een digitaal gemakkelijk toegankelijk systeem vereenvoudigt vergunningverlening, toezicht etc. en is bovendien handig bij calamiteiten als de brandweer moet uitrukken bij een asbestbrand. Vooralsnog zal de gemeente uit kostenoverwegingen een dergelijke kaart nog niet opstellen. Asbestregistratie eigen gebouwen gemeente en ander onroerend goed Het is handig als de gemeente over een eigen (digitaal) systeem/document beschikt met een duiding van het aanwezige asbest, waaronder de gebouwen waar asbestbeheersmaatregelen zijn getroffen. Bij werkzaamheden (bijvoorbeeld onderhoudswerkzaamheden tussen plafonds) kan dan oordeelkundig aan personeel toegang worden gegeven (of geweigerd) tot het werk. Hieraan kan vorm worden gegeven middels de MOP’s van het gemeentelijk vastgoed en het gemeentelijk woningbedrijf. Conclusie Informatiebeheer is erg belangrijk bij de uitvoering van asbesttaken. In verband met de samenwerking met andere partners is het snel digitaal kunnen beschikken over actuele informatie en data gewenst, zo niet noodzakelijk. De komende beleidsperiode zal daarom worden bekeken hoe de informatie kan worden vastgelegd en ontsloten.
25
Asbestbeleid gemeente Renswoude
8.
Gemeentelijke afdelingen/clusters en diensten
In dit hoofdstuk zijn verschillende afdelingen/clusters/diensten beschreven die met asbest te maken hebben of krijgen. De verschillende taken en verantwoordelijkheden zijn beschreven. Ook is relevante informatie opgenomen over asbestopleidingen en Arbo-wetgeving, omdat de gemeente ook verantwoordelijkheden heeft in de rol van werkgever. Dit hoofdstuk heeft als strekking om de asbesttaken te verankeren/borgen in de organisatie. De planning en controle van de asbesttaken zijn verankerd in de jaarlijkse milieujaarprogramma’s vanaf 2012.
8.1
Arbozorg
Het Arbeidsomstandighedenbesluit (zie ook hoofdstuk 1) bevat bijzondere bepalingen over voorlichting en onderricht voor werknemers die tijdens hun werk blootgesteld kunnen worden aan asbest. Voor het gemeentelijk personeel gelden voorschriften voor de werkgever. De werkgever is verplicht tot doeltreffende voorlichting over de blootstelling en gevaren van asbest en dient daarnaast voor passende opleidingen zorg te dragen. Onder de beroepen met een risico op blootstelling aan asbest worden o.a. genoemd inspecteurs van overheden, brandweer, politie, medewerkers kca-depot en stortplaatsmedewerkers, waarbij ook de gemeentelijke kca-inzamelplaatsen worden genoemd. Voor het uitvoeren van toezicht bij sloop en incidenten met asbest is tenminste een minimum aan persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) nodig. De gemeente moet zelf een visie ontwikkelen tot hoever de toezichthouders zelf mogen gaan en in welke situaties ze een deskundig bureau moeten inschakelen. Daarop moet de keuze van PBM’s worden afgestemd. De inhoud van de desbetreffende wetsartikelen is in de bijlagen (met een toelichting) opgenomen. Op grond van artikel 9 van de Arbeidsomstandighedenwet en artikel 4.53 van het Arbobesluit is de werkgever verder verplicht een registratie bij te houden van blootstellingen van werknemers aan asbest. Het doel van deze procedure is: voldoen aan de wettelijke verplichtingen om asbest blootstellingen te melden, te registreren in het medisch dossier en 40 jaar te bewaren (door de Arbodienst), en te registreren in het personeelsdossier. Opleiding en training Het is van belang dat ambtenaren/functionarissen bij de uitvoering van de gemeentelijke asbesttaken beschikken over voldoende kennis op het gebied van asbest en overige van toepassing zijnde regelgeving. Opleiding en training is ook verplicht op grond van arbo-regelgeving (zie onderstaand kopje arbo-regelgeving). De verschillende medewerkers dienen kennis te vergaren en op peil te houden. Voorbeelden van geschikte opleidingen en trainingen zijn: -
Asbestinstructie (Basiscursus) (voor bouwinspecteurs); Cursus “asbest herkennen”; Veilig werken met asbest; Inzicht in het asbestverwijderingsproces (voor personen die niet werkzaam zijn in de asbestafdeling, maar beroepsmatig wel eens in aanraking kunnen komen met asbest); Asbestdeskundige (SC570, voorheen DTA-C) voor handhavers. (specifiek voor buitendienstmedewerkers bouwtoezicht en voor vergunningverleners).
Verbeterpunten bij Arbozorg gemeentelijk personeel Zie tabel bijlage 7
26
Asbestbeleid gemeente Renswoude
8.2
Hoofd afdeling Omgevingsbeheer
Het hoofd Afdeling Omgevingsbeheer is verantwoordelijk voor het Bouw- en Woningtoezicht (zowel vergunningverlening als toezicht&handhaving). Deze afdeling handelt de (asbest)sloopmeldingen af. Deze afdeling is ook verantwoordelijk voor toezicht op het naleven van de voorschriften uit het Asbestverwijderingsbesluit en het Bouwbesluit. De afdeling speelt ook een rol bij het opruimen van in de openbare ruimte aangetroffen asbest (uitvoering conform protocol Calamiteiten en incidenten met asbest). Ook is de afdeling verantwoordelijk voor het laten opruimen van vrijgekomen asbestrestanten na afloop van een calamiteit (storm, vandalisme of brand). Indien de calamiteit zich heeft afgespeeld binnen een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zijn de milieuadviseurs van de Omgevingsdienst Regio Utrecht verantwoordelijk voor het deskundig laten opruimen van de asbestrestanten; dit in samenwerking met de medewerker Milieu van Renswoude. Het Afdelingshoofd Omgevingsbeheer is verantwoordelijk voor de juiste uitvoering van de asbestprotocollen van het handboek asbest Renswoude.
8.3
Beheer Openbare Ruimte (BOR)
In Renswoude is niet bekend waar zich asbestcementleidingen kunnen bevinden. Indien deze worden aangetroffen, worden deze pas gesaneerd als daartoe aanleiding is. De afdeling Omgevingsbeheer is verantwoordelijk voor het wegenbeheer, waarbij een kleine kans bestaat op het aantreffen van asbest in de wegfundering. De afdeling Omgevingsbeheer is verantwoordelijk voor het beheer van bouwwerken en gebouwen en heeft daarmee ook de zorgplicht voor eventueel aanwezig asbest. Zij verzorgen de aanbesteding van onderhoud, renovatie, (ver)bouwen sloopwerkzaamheden. Voor nieuwbouw, verbouw- en sloopwerkzaamheden vraagt dient deze afdeling een sloopmelding in via het Omgevingsloket. De afdeling Omgevingsbeheer (medewerkers Beheer Openbare Ruimte – Buitendienst) kan tijdens groenonderhoud stuiten op illegaal gedumpt asbest. Zij stellen de medewerker Toezicht daarvan in kennis, zodat deze actie kan ondernemen. Voor de projecten in de gemeente verzorgen medewerkers van de afdeling Omgevingsbeheer de aanbesteding van de sloop- en nieuwbouwwerkzaamheden en het aanvragen van de benodigde bouw- en sloopmeldingen. Deze afdeling verzorgt ook de communicatie rond de projecten. De afdeling Omgevingsbeheer heeft de rol van adviseur en bewaker van de formele procedure uit de Wet Bodembescherming. Deze afdeling draagt de kosten (inzet gecertificeerd asbestinventarisatiebureau en asbestverwijderingsbedrijf) van het opruimen van asbest in de openbare ruimte. Het hoofd Omgevingsbeheer is verantwoordelijk voor het werk van de medewerker Milieu. De medewerker Milieu is belast met de actualisatie van het handboek asbest Renswoude inclusief de protocollen. Gemeentewerf De gemeentewerf valt onder het beheer van de Afdeling Omgevingsbeheer. De gemeentewerf neemt echter geen asbest in. Particulieren kunnen daarvoor terecht bij Remondis Nederland B.V. Deze heeft hiervoor een vergunning, verleend door de Provincie Utrecht. Inwoners kunnen hun asbesthoudende afvalstoffen hier gratis inleveren binnen bepaalde limieten. De gemeentewerf verstrekt geen verpakkingsmiddelen, stickers en persoonlijke beschermingsmiddelen. De inwoners dienen daar zelf voor te zorgen indien zij asbest wensen in te leveren. Voordat particulieren asbest gratis mogen inleveren bij Remondis zullen zij een akkoord hebben ontvangen op een sloopmelding.
27
Asbestbeleid gemeente Renswoude
8.4
Hoofd afdeling Algemene Zaken
De afdeling Algemene Zaken gaat onder andere over personeelszaken en verzorgt de centrale Arbocoördinatie. Deze dient in de beleidsvorming en uitvoeringsplannen aandacht te besteden aan dit onderwerp.
8.5
Brandweer
De brandweer speelt binnen het kader van de VRU, de hoofdrol bij calamiteiten. De brandweer bepaalt in eerste instantie ter plaatse (of aan de hand van de signaleringskaart) of er sprake is of kan zijn van een zogenaamde ‘asbestbrand’. Indien dit het geval is, wordt ook de risicocategorie bepaald, en daarmee de door de brandweer te volgen protocollen. Deze signaleringsfunctie ligt bij de Officier van Dienst of Commandant. In feite kunnen alle gebouwen van vóór 1994 asbest bevatten. In geval van een brandmelding in een gebouw van vóór 1994 zou daarom het protocol asbestbranden van de Veiligheidsregio Utrecht kunnen worden ingezet. De brandweer is niet verantwoordelijk voor de nazorg, maar de gemeente. Indien bij een brand asbestrestanten zijn vrijgekomen, ligt de nazorg daarvoor bij de afdeling Omgevingsbeheer.
8.6
Organisatorische verbeterpunten
Doordat de gemeentelijke asbesttaken versnipperd zijn binnen de gemeentelijke organisatie is het wenselijk dat er intern één centraal aanspreekpunt is met asbestdeskundigheid, die het overzicht heeft over de gemeentelijke asbesttaken en zo nodig de betrokken afdelingen kan adviseren. Een verbeterpunt is het creëren van de functie van “Asbestcoördinator “. Tot de taken van de coördinator kunnen behoren het ondersteunen bij de uitvoering van de verbeterpunten en het zonodig bijstellen van het asbestbeleid en –programma. Omdat het merendeel van de gemeentelijke asbesttaken zich afspeelt in het bouw- en woningtoezicht (vergunningverlening en handhaving sloopmeldingen/omgevingsvergunning), ligt het voor de hand de taak in dat beleidsveld te beleggen. Deze taak wordt met vaststelling van dit beleid ondergebracht bij de Beleidsmedewerkster Bouw- en Woningtoezicht (afdeling Omgevingsbeheer). Deze organisatorische verbeterpunten hebben geen noemenswaardige financiële consequenties.
28
Asbestbeleid gemeente Renswoude
8.7
Organogram gemeente Renswoude
29
Asbestbeleid gemeente Renswoude
9.
Financiën
Wat betreft het budgetteren van gemeentelijke maatregelen met betrekking tot asbest, wordt uitgegaan van het volgende: 1. Actualiseren handboek Bij dit beleid is een handboek opgesteld met protocollen, casussen, contactpersonen, stroomschema’s etc. Gezien de dynamiek van het taakveld zal jaarlijks door de ODRU een beperkte actualisatie worden uitgevoerd. Dekking hiervoor moet jaarlijks worden geregeld middels het Uitvoeringsprogramma als onderdeel van de post ‘ondersteuning asbest’. Algehele actualisatie van het handboek zal plaatsvinden na verstrijken van de beleidsperiode of ad hoc indien noodzakelijk naar aanleiding grote wijzigingen in wet- en regelgeving. 2. Opleiding SC 570 voor medewerker BWT De medewerker BWT die de rol als ‘Asbestcoördinator’ op zich zal nemen zal een specifieke training volgen (SC 570 Asbestdeskundige) om zich verder de ontwikkelen binnen dit taakveld. Er zal opleidingsbudget gereserveerd moeten worden voor deze training. 3. Jaarlijks personele capaciteit voor toezicht en handhaving van asbesttaken Vooralsnog zal de benodigde capaciteit/budget worden gerealiseerd binnen de reguliere uren van Afdeling Omgevingsbeheer. De afdeling Omgevingsbeheer zal jaarlijks moeten beoordelen welke capaciteit noodzakelijk is voor uitvoering van toezicht en handhaving van de asbesttaken. 4. Jaarlijks budget beschikbaar hebben voor bemonstering Indien nodig moet de Afdeling Omgevingsbeheer een monster kunnen laten nemen en laten onderzoeken op asbest, bijvoorbeeld in kader van handhaving. Gezien de kleine frequentie, is apart reserveren van budget echter niet noodzakelijk. Belangrijk is dat er indien nodig vanuit algemene middelen budget beschikbaar wordt gesteld. 5. Intensivering van gebiedsgericht toezicht Toezicht op illegale asbestverwijdering (zonder sloopmelding, door niet-gecertificeerde bedrijven/personen) kan worden verbeterd. Dit kan door een projectmatige aanpak of in ieder geval jaarlijks capaciteit te reserveren voor uitvoering van dit toezicht. Jaarlijks zal de Afdeling Omgevingsbeheer inschatten hoeveel uur voor deze deeltaak wenselijk is. 6. Kennis en/of opleiding van opzichters/projectleiders gemeentelijke gebouwen De medewerker(s) die binnen de gemeente verantwoordelijk is voor beheer van gemeentelijk vastgoed moet over voldoende kennis bezitten over asbest. Dit kan worden ingevuld door een eenmalige cursus van 1 tot enkele dagen. Dit aspect dient benoemd te worden in het opleidingsplan en indien een cursus wenselijk is, dan begroot te worden in het opleidingsbudget. 7. Protocol m.b.t. calamiteit met asbest in relatie met VRU In 2014 wordt vanuit de VRU een nieuw protocol verwacht met betrekking tot calamiteiten met asbest (brand). Zodra dat protocol beschikbaar komt, zal dat worden verwerkt in het handboek en zullen daar waar nodig aanvullende afspraken met interne en externe partijen worden afgestemd. Verwerking in het handboek zal door Omgevingsdienst worden verzorgd, dekking wordt geregeld vanuit UVP ‘ondersteuning asbesttaken’.
30
Asbestbeleid gemeente Renswoude
31
Asbestbeleid gemeente Renswoude
BIJLAGE 1.
Verbeterpunten bij meldingen voor (asbest)sloop
Verbeterpunten bij meldingen voor (asbest)sloop
Benoemd in brief VROM-I*) 6
Door gem.
X
1
jaarlijkse check of gemeentelijke regelgeving voor o.a. bouwverordening in gemeente actueel is
2
check of handboek asbest op alle onderdelen (stroomschema’s, protocollen, procedures, checklisten, aanvraagformulieren, voorbeeldbrieven en op te leggen voorschriften) nog actueel is
6
3
organisatie van een intern netwerk (binnen de gemeente en de Omgevingsdienst) en een extern netwerk (inspectie SZW, Inspectie Infrastructuur en Milieu, Politie/OM en Provincie), waarbinnen een structurele informatie-uitwisseling over asbest plaatsvindt. “Elkaar actief en op maat informeren”
5
4
op peil brengen en houden van de benodigde kennis bij het personeel
6
5
jaarlijks voldoende budget en personele capaciteit ter beschikking stellen voor de uitvoering van asbesttaken, incl. toezicht/handhaving planning en controle van de asbesttaken opnemen in de jaarprogramma’s en verslagen, waardoor het bestuur op basis van de actualiteit inzicht heeft in de uitvoering van de asbesttaken. Zonodig kunnen jaarlijks doelen worden bijgesteld
7
8
6
9
Door ODR U
X
Wanneer klaar?**)
Wie
jrl
Afdeling Omgevingsbeheer, BWT jaarlijks actualisatie contactgegevens uitgebreide actualisatie ad hoc bij wijziging regelgeving
X
jrl
X
ok
ODRU neemt deel aan ROA. BWT sluit aan op maillings vanuit ROA (agendalid)
X
2014
continu, met voorstel om in 2014 budget te reserveren voor opleiding van medewerker BWT.
6
X
jrl
Afdeling Omgevingsbeheer
6
x
jrl
Afdeling Omgevingsbeheer
op de gemeentelijke website actueel houden en tenminste twee keer per jaar in de gebruikelijke media de inwoners informeren over de gevaren van asbest en hoe er mee om te gaan
1
X
jrl
vakafdelingen leveren aan afd. communicatie
vaststelling van een toezichtstrategie waarbij structureel toezicht wordt georganiseerd op slooplocaties waarbij sprake is van risico op een asbest besmetting. In principe worden alle locaties voor (asbest)sloop tenminste 1 maal bezocht functiescheiding Vergunningverlening en Handhaving in kader Professionalisering van de handhaving
4, 6
X
2016
verbeterpunt, wordt intern besproken
-
X
ok
*) Waarin: 1 = preventie / bewustwording / stimuleren 2 = proactief toezicht 3 = toezicht tijdens de vergunningverlening c.q. behandelen van de melding 4 = toezicht na vergunningverlening c.q. na de akkoordverklaring van de melding 5 = informatie-uitwisseling en samenwerking 6 = borging **) Waarin: jrl = jaarlijks 2013 = jaartal waarbinnen dit moet zijn gerealiseerd OK = al gerealiseerd
De verbeterpunten met budgettaire consequenties zijn hieronder in de tabel uitgewerkt; de overige verbeterpunten worden binnen de bestaande budgetten uitgevoerd Verbeterpunt Effect Aandachtspunt Uitvoering Kosten in euro Risico
Jaarlijkse check en/of actualiseren handboek asbest door ODRU Uitvoering blijft op kwalitatief adequaat niveau jaarlijks actualisatie contactgegevens uitgebreide actualisatie ad hoc bij wijziging regelgeving Jaarlijks Voor jaarlijkse actualisatie door ODRU uren (valt binnen post 'ondersteuning asbest') opnemen in UVP. Budget voor actualisatie gehele handboek ad hoc regelen indien actueel (uiterlijk 2016 i.k.v. einde beleidsperiode). n.v.t.
Verbeterpunt Effect Aandachtspunt Uitvoering Kosten in euro Risico
Opleiding SC 570 voor medewerker BWT Gemeente gezond en veilig; asbest veilig verwijderd/afgevoerd tijdig reserveren budget en aanmelden voor cursus 2014 door BWT circa € 800,- excl. BTW n.v.t.
Verbeterpunt Effect Aandachtspunt Uitvoering Kosten in euro Risico
Jaarlijks voldoende budget en personele capaciteit ter beschikking stellen voor toezicht en handhaving van asbesttaken Gemeente gezond en veilig; asbest veilig verwijderd/afgevoerd Tijdig ramen en plannen; jaarlijks Gedekt door uren Afdeling Omgevingsbeheer Geen of te weinig controles schaadt de gezondheid en milieu en kan leiden tot schadeclaims
32
Asbestbeleid gemeente Renswoude
BIJLAGE 2. Verbeterpunten bij meldingen (asbest)sloop uitzonderingsregeling particulieren Verbeterpunten bij meldingen (asbest)sloop uitzonderingsregeling particulieren
Benoemd in brief VROMI*)
Door gem.
Door ODRU
Wannee r klaar?**)
Toelichting
1
De verbeterpunten 1 t/m 7 van in bijlage 1 gelden ook voor de meldingen door particulieren
X
2
Het personeel dat bij het gemeentedepot het asbest in ontvangst neemt heeft tenminste de cursus Deskundig Asbest Acceptant (DAA/SC580) gevolgd
6
n.v.t.
n.v.t.
Gemeentewerf neemt geen asbest in. Particulieren krijgen na akkoord op melding toestemming om asbest in te leveren bij Remondis B.V.
3
De gemeente verstrekt gratis hulpmiddelen (masker en plastic), aan particulieren om zelf geringe hoeveelheden asbest veilig te kunnen verwijderen
1
n.v.t.
n.v.t.
via afvalkalender etc. is bekendgemaakt dat mensen asbest dubbel met plastic ingepakt moeten aanleveren. Gemeente vertrekt geen plastic etc.
4
De gemeente voert een werkwijze in waarbij zij zicht krijgt op de relatie tussen de meldingen (gemelde hoeveelheden) en het ingeleverde asbest per locatie (asbestbron). De acceptatie van geringe hoeveelheden asbest blijft gratis geaccepteerd. Zonder melding kan geen asbest worden ingeleverd bij het afvalbrengstation.
1, 4
X
OK
meldingen worden bij de gemeente ingediend. Niet-gemeld asbest kan niet gratis worden ingeleverd bij Remondis. Remondis stuurt factuur op basis van hoeveelheid ingenomen asbest naar gemeente.
5
Voorkomen dat zonder melding asbest aangeleverd wordt bij gemeentewerf (Remondis Nederland BV)
1
X
2014
Informatie hierover zal worden verwerkt in afvalkalender en website
*) Waarin: 1 = preventie / bewustwording / stimuleren 2 = proactief toezicht 3 = toezicht tijdens de vergunningverlening c.q. behandelen van de melding 4 = toezicht na vergunningverlening c.q. na de akkoordverklaring van de melding 5 = informatie-uitwisseling en samenwerking 6 = borging **) Waarin: jrl = jaarlijks 2013 = jaartal waarbinnen dit moet zijn gerealiseerd OK = al gerealiseerd
33
Asbestbeleid gemeente Renswoude
BIJLAGE 3.
Verbeterpunten toezicht op gemelde asbestsloop en illegale sloop
Verbeterpunten toezicht op gemelde asbestsloop en illegale sloop
Benoemd in brief VROM-I*)
Door gem.
1
een toezichtstrategie opstellen waarin de gezondheid en milieurisico’s van inwoners versus de personele inzet voor toezicht en handhaving wordt afgewogen.
6
2
een kaart van de gemeente te maken met aanvullend een register (straat en huisnummer) van al het onroerend goed dat vóór 1 januari 1994 is gebouwd voor het specifieke toezicht
3 4
Wanneer klaar?**)
Toelichting
x ,BWT
n.n.b.
1
n.v.t.
n.v.t.
een specifieke toezichtstrategie m.b.t. asbestsloop niet beschikbaar. Inzet toezicht is wel uitgewerkt in de Handhavingsnota Bouwregelgeving (2010) van de gemeente Wordt niet gemaakt i.v.m. onvoldoende meerwaarde en ontbreken van budget
consequente controle op de locatie na elke melding consequente registratie van het controlebezoek in een informatiesysteem
4 4
X X
OK OK
5
naadloze overdracht van de dossiers “sloop(melding)” van het cluster Vergunningen naar het cluster Toezicht/Handhaving
5
X
OK
6
jaarlijks een budget beschikbaar stellen voor het nemen en onderzoeken van monsters bij verdachte locaties die op enig moment de aandacht vragen
6
X
n.v.t.
wordt ad hoc geregeld door afdeling Omgevingsbeheer
7
een monster te (laten) nemen en onderzoeken op kosten van de gemeente (onverlet de verhaalsmogelijkheden op de veroorzaker) bij ‘asbest verdachte locaties’
2, 6
X
n.v.t.
wordt ad hoc geregeld door afdeling Omgevingsbeheer
8
consequente visuele controle van bouwpuin en (bouw)containers die in wijken/straten staan waarvan de bebouwing vóór 1994 is gerealiseerd (zit in gebiedstoezicht)
2
X
n.v.t.
komt weinig voor gezien omvang gemeente (veel landelijk gebied)
*) Waarin:
**) Waarin:
Door ODRU
in Excelbestand
1 = preventie / bewustwording / stimuleren 2 = proactief toezicht 3 = toezicht tijdens de vergunningverlening c.q. behandelen van de melding 4 = toezicht na vergunningverlening c.q. na de akkoordverklaring van de melding 5 = informatie-uitwisseling en samenwerking 6 = borging jrl = jaarlijks 2013 = jaartal waarbinnen dit moet zijn gerealiseerd OK = al gerealiseerd
De verbeterpunten met budgettaire consequenties zijn hieronder in de tabel uitgewerkt; de overige verbeterpunten worden binnen de bestaande budgetten uitgevoerd Verbeterpunt Effect Aandachtspunt Uitvoering Kosten in euro Risico
Jaarlijks budget beschikbaar hebben voor bemonstering Flexibel en adequaat reagerende overheid voorkomt schade Instrument bij gemotiveerd vermoeden inzetten. jaarlijks wordt ad hoc geregeld door afdeling Omgevingsbeheer Hiermee worden juist risico’s op bodemverontreiniging verminderd
Verbeterpunt
Jaarlijks voldoende budget en personele capaciteit ter beschikking stellen voor toezicht/handhaving asbesttaken. Een intensivering van gebiedsgericht toezicht in relatie tot asbest. Gemeente gezond en veilig; ook illegale werken worden aangepakt Tijdig ramen en plannen; ook in jaarprogramma’s (en UVP met ODRU, onder de post 'ondersteuning asbest'). jaarlijks bijv. 20 uur per incident met asbest waarvoor geen sloopmelding aanwezig is. Geen of te weinig controles schaadt de gezondheid en milieu en kan leiden tot schadeclaims
Effect Aandachtspunt Uitvoering Kosten in euro Risico
34
Asbestbeleid gemeente Renswoude
BIJLAGE 4.
Verbeterpunten toezicht asbest in of op de (water)bodem
Verbeterpunten toezicht asbest in of op de (water)bodem
1
2
(water)bodem niet in eigendom gemeente: Normaliter is de eigenaar van het onroerend goed aansprakelijk voor asbest in of op de (water)bodem. Op grond van de Wet bodembescherming moet in geval van ernstige asbestverontreiniging in de bodem waarmee activiteiten staan gepland een saneringsbeschikking bij Gedeputeerde Staten worden aangevraagd door de juridische eigenaar van de grond. Voor asbest is een interventiewaarde bodemsanering vastgesteld (100mg asbest/kg droge stof). Asbest in (water)bodem, eigendom gemeente: Normaliter is de eigenaar van het onroerend goed aansprakelijk voor asbest in (water)bodem, Voordat activiteiten worden ontplooid met gemeentelijke gronden is het van belang de asbestverdachtheid vast te stellen.
Benoemd in brief VROMI*)
Door gem.
Door ODRU
n.v.t.
x
Wanne er klaar?** ) OK
n.v.t.
X
OK
Toelichting
Valt onder regulier toezicht bodem
Gemeente wordt hierin ondersteund door de ODRU
Om incidenten te voorkomen is het belangrijk dat gemeentelijke opzichters/projectleiders die verantwoordelijk zijn voor onroerend goed, zelf over asbestkennis beschikken. Ook kunnen zij dan beter gebruik maken van het interne gemeentelijke asbestnetwerk. Dit geldt met name voor de afdeling Omgevingsbeheer, met medewerkers die tijdens werkzaamheden onverwacht asbest ontdekken.
*) Waarin:
**) Waarin:
1 = preventie / bewustwording / stimuleren 2 = proactief toezicht 3 = toezicht tijdens de vergunningverlening c.q. behandelen van de melding 4 = toezicht na vergunningverlening c.q. na de akkoordverklaring van de melding 5 = informatie-uitwisseling en samenwerking 6 = borging jrl = jaarlijks 2013 = jaartal waarbinnen dit moet zijn gerealiseerd OK = al gerealiseerd
35
Asbestbeleid gemeente Renswoude
BIJLAGE 5.
1
2
3
4
5
6
Verbeterpunten asbest in gemeentelijke gebouwen
Verbeterpunten asbest in gemeentelijke gebouwen
Benoemd in brief VROMI*)
Overzicht gemeentelijke gebouwen Er zou een eenduidig overzicht moeten zijn van alle bouwwerken en objecten die in eigendom en/of beheer zijn van de gemeente. Dit overzicht zou aan moeten geven welke gemeentelijke sectoren/functionarissen over welke taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden beschikken betreffende onderhoud en beheer van de betreffende bouwwerken en de gebouwgebonden installaties Asbestinventarisaties en asbestbeheersplannen Om inzicht te krijgen in de asbestbronnen is het noodzakelijk de gemeentelijke gebouwen (opnieuw) te onderzoeken op de aanwezigheid van asbest door een gecertificeerd bureau in combinatie met een standaard risicobeoordeling. Om inzicht te krijgen in de risico´s bij normaal gebruik (bij aanwezigheid van asbest), zou voor de gemeentelijke gebouwen een risicobeoordeling plaats moeten vinden. In vervolg daarop verdient het de voorkeur asbestbeheersplannen (conform NEN2991) per pand op te stellen, waarmee de verantwoordelijke sector/functionaris in staat blijft om het beheer van de gemeentelijke gebouwen adequaat uit te voeren.
1
Doo r ge m. X
1
X
Aanbestedingsprocedures Het verdient aanbeveling aanbestedingsprocedures onderhoud/verbouw/renovatie/slopen te toetsen aan asbestregelgeving en beleid. Aanbevolen wordt om de bestaande procedures te toetsen en zo nodig aan te passen. Daarbij moet gedacht worden aan de plicht tot asbestinventarisatie in geval van verbouw-/renovatiewerkzaamheden in bouwwerken van vóór 1994 en op de uitvoering van asbestsloop door een gecertificeerd verwijderingbedrijf conform SC 530. Dit zijn wettelijke verplichtingen die voortvloeien uit het Asbestverwijderingsbesluit 2005. Het initiatief hiertoe neemt de verantwoordelijke afdeling voor de aanbestedingsprocedures/projectontwikkeling Leg de verantwoordelijkheid voor het asbestbeleid van gemeentelijke gebouwen vast. Het asbestbeleid rond gemeentelijke gebouwen zou het best centraal gecoördineerd en aangestuurd kunnen worden. Onderdeel van de verantwoordelijkheid is het functioneren als vraagbaakfunctie voor gebruikers. Voor deze taak komt de Manager woningbedrijf , afdeling Omgevingsbeheer het meest in aanmerking. Deze manager zou ook moeten fungeren als ‘centrale vraagbaak’ waar gemeentelijke medewerker(st)ers terecht kunnen voor vragen, klachten of meldingen over asbest in gemeentelijke gebouwen. Gemeente geen eigenaar maar wel gebruiker Daar waar de gemeente geen eigenaar is, maar wel gebruiker van een pand wordt met de eigenaar in overleg te getreden, voordat in het pand onderhoud of reparaties worden verricht Kennis en opleiding Leid de medewerk(st)ers op die betrokken zijn of kunnen zijn bij het asbestbeleid van de gemeentelijke gebouwen (verantwoordelijkheid ligt bij afdelingshoofden). Een hiertoe gespecialiseerd opleidingsinstituut kan daarvoor worden ingeschakeld. Afhankelijk van het werk van betrokken functionaris komen de volgende cursussen hiervoor in aanmerking: Asbestinstructie (eendaagse basiscursus), eendaagse cursus “asbest herkennen”, eendaagse cursus “Inzicht in het asbestverwijderingsproces” en persoonscertificaat van vakbekwaamheid Deskundig Toezichthouder Asbestsloop (DTA-A).
Door ODR U
Wann eer klaar? **) OK
2013
Toelichting
Voor scholen, neem contact op met afdeling Omgevingsbeheer, manager gemeentelijk woningbedrijf (zie adressenlijst). Ook voor overige gebouwen
Basisschool Borgwal: Eind januari 2013 is opdracht gegeven voor het laten uitvoeren van een asbestinventarisatie, vooruitlopend op het laten uitvoeren van onderhoud aan de buitenzijde en de cv-ketels. Recentelijk is er opdracht gegeven voor het laten uitvoeren voor het onderhoud en onderdeel daarvan is het saneren van loszittende asbestbeplating en vervangen voor wbp. Genoemde zaken worden uitgevoerd vooruitlopend op de besluitvorming omtrent de sloop en vervangende nieuwbouw van de school Basisschool De Stifthorst In maart 2013 is onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van asbest. Vooralsnog is alleen in de cv-kelder een afvoerbuis waargenomen welke mogelijk asbesthoudende stoffen bevat. De eventuele sanering hiervan wordt meegenomen in het eerstvolgend uit te voeren groot onderhoud/vervanging van de ketel.
6
Gemeentelijk woningbedrijf en overig vastgoed De gemeente heeft een eigen woningbedrijf. Hoe met de aanwezigheid van asbest in dit vastgoed wordt omgegaan, zal in een ander kader worden vastgelegd. Deze actie ligt bij het management van het woningbedrijf. Voor de overige gebouwen in gemeentelijk eigendom dient nog in beeld gebracht te worden waar asbest aanwezig is en dienen nog asbestbeheersplannen te worden opgesteld. In 2013 wordt bekeken hoe dit de komende jaren zal worden aangepakt. Als voorgaande twee punten worden uitgevoerd, dan wordt hieraan voldaan.
X
OK
X
OK
Renswoude heeft een eigen woningbedrijf. Er wordt gewerkt aan beleid (o.a. m.b.t. asbest) voor het woning en gebouwenbezit van de gemeente.
X
OK
voor zover bekend niet aan de orde
X
2013
moet ondervangen worden in algemeen opleidingsbeleid per functie.
36
Asbestbeleid gemeente Renswoude
*) Waar in:
**) Waar in:
1 = preventie / bewustwording / stimuleren
2 = proactief toezicht 3 = toezicht tijdens de vergunningverlening c.q. behandelen van de melding 4 = toezicht na vergunningverlening c.q. na de akkoordverklaring van de melding 5 = informatie-uitwisseling en samenwerking 6 = borging jrl = jaarlijks
2013 = jaartal waarbinnen dit moet zijn gerealiseerd OK = al gerealiseerd
De verbeterpunt met budgettaire consequentie is hieronder in de tabel uitgewerkt; de overige verbeterpunten worden binnen de bestaande budgetten uitgevoerd Verbeterpunt Effect Aandachtspunt Uitvoering Kosten in euro Risico
Kennisvergroting en/of opleiding van opzichters/projectleiders betreffende gemeentelijke gebouwen Preventie; voorkomen van incidenten Intern netwerk gemeente en Omgevingsdienst blijven onderhouden n.n.b. Eenmalige cursus van 1 tot enkele dagen. Aantal opz/projectleiders X cursuskosten; opnemen in opleidingen plan. Dit voorkomt risico’s
37
Asbestbeleid gemeente Renswoude
BIJLAGE 6.
Verbeterpunten bij calamiteiten en incidenten met asbest Verbeterpunten bij calamiteiten en incidenten met asbest
Benoemd in brief VROM-I*)
Door gem.
1
het ontwikkelen van een gemeentelijk protocol voor calamiteiten en incidenten bij asbest dat aansluit op het “Protocol Asbestbranden” (januari 2008) van de VRU
6
2
op grond van het Protocol Asbestbranden van de VRU moeten nadere werkafspraken worden gemaakt met de betrokken instanties zoals brandweer, GGD, politie, Stichting Salvage, enz. over de aanpak van asbestbranden en de daaropvolgende asbestsanering
3
Door ODRU
Wanneer klaar?**)
Toelichting
X
2014
protocol wordt binnen door VRU aangepast, gemeentelijk protocol zal daarbij aansluiten
5
X
2014
protocol wordt geüpdatet door VRU.
ontwikkeling van een “Asbestsignaleringskaart” inclusief een database waarop alle gebouwen/percelen staan aangegeven met een vermoeden van asbest (percelen/gebouwen van de periode vóór 1994). Bij een melding is de brandweer dan voorbereid op mogelijke aanwezigheid van asbest. (= dezelfde kaart als verbeterpunt 2 bij toezicht asbest bij sloop)
1
X
n.v.t.
Gemeente zal deze kaart vooralsnog niet opstellen i.v.m. ontbreken middelen en beperkte meerwaarde.
4
gemeente heeft zich voorbereid op de nazorg van een calamiteit strekkende tot het snel en deskundig verwijderen van asbest. (wordt in protocol van punt 1 opgenomen)
6
X
OK
staan al in protocol asbestbranden van VRU
5
het ruimen van brandrestanten van gebouwen die vóór 1994 zijn gebouwd, geschiedt volgens protocol in dit handboek
6
X
OK
6
gemeente creëert een meldpunt dat 24 uur per etmaal bereikbaar is. Het meldpunt licht de dienstdoende piketmedewerker onmiddellijk in, die conform protocol (zie handboek) de noodzakelijke handelingen verricht
2
X
OK
Is geregeld via districtspiketdienst
7
interne werkafspraken bij de gemeente worden gemaakt en op schrift gezet. Een omschrijving van taken/bevoegdheden en samenwerking met andere in- en externen zijn daarbij wezenlijke elementen (In aansluiting op de punten 1 en 2)
5, 6
X
OK
volgt bij aansluiting bij VRU-protocol
*) Waarin: 1 = preventie / bewustwording / stimuleren 2 = proactief toezicht 3 = toezicht tijdens de vergunningverlening c.q. behandelen van de melding 4 = toezicht na vergunningverlening c.q. na de akkoordverklaring van de melding 5 = informatie-uitwisseling en samenwerking 6 = borging **) Waarin: jrl = jaarlijks 2013 = jaartal waarbinnen dit moet zijn gerealiseerd OK = al gerealiseerd
De verbeterpunten met budgettaire consequenties zijn hieronder in de tabel uitgewerkt; de overige verbeterpunten worden binnen de bestaande budgetten uitgevoerd. Verbeterpunt Effect Aandachtspunt Uitvoering Kosten in euro Risico
Ontwikkeling protocol; maken werkafspraken externen/intern Preventie; voorkomen van incidenten Jaarlijks actualisering bewaken 2014 PM, afwachten protocol VRU Dit voorkomt risico’s
38
Asbestbeleid gemeente Renswoude
BIJLAGE 7.
Verbeterpunten bij Arbozorg gemeentelijk personeel Verbeterpunten bij Arbozorg gemeentelijk personeel
Benoemd in brief VROMI*)
Door gem.
Door ODRU
Wanneer klaar?**)
Toelichting
1
Bij de jaarlijkse functioneringsgesprekken van personeel dat in de werksituatie blootgesteld kan worden aan asbest, worden de aspecten asbestvoorlichting, opleiding en persoonlijke beschermingsmiddelen besproken ter invulling van de arbozorg. De afdelingshoofden zijn hiervoor verantwoordelijk
X
OK
zie punt 2
2
De gemeente heeft als visie dat toezichthouders zich niet dienen bloot te stellen aan asbest en daarom schakelt de toezichthouder in voorkomende gevallen een deskundig bureau in; met dien verstande dat de toezichthouder zich beperkt tot papieren controles en dat bezoeken op locatie alleen plaatsvinden als het ‘asbestveilig’ is
X
OK
gemeentelijk beleid: beschermingsmiddelen worden niet uitgereikt, omdat verdachte panden niet betreden worden; voorkomen wordt dat toezichthouders in aanraking komen met asbest
3
Het personeel dat op de Gemeentewerf asbest accepteert, heeft daartoe een opleiding gevolgd; onder verwijzing naar punt 1, ziet de werkgever erop toe dat regelmatig opfriscursussen worden gevolgd. Personeel zonder asbestopleiding mag zich niet bezig houden met de acceptatie van asbest
1, 6
n.v.t.
n.v.t.
Gemeentewerf accepteert geen asbest, dit is uitbesteed aan Remondis Nederland B.V.
4
Voor gemeentelijk personeel dat mogelijk in aanraking kan komen met asbest dient een werkinstructie ontwikkeld en vastgesteld te worden die aangeeft hoe in dergelijke gevallen te handelen; de leidinggevende neemt initiatief daartoe
1
X
OK
voor zover van toepassing voor Renswoude, middels dit handboek ingevuld
5
De werkgever stelt voldoende budget voor opleidingen en persoonlijke beschermingsmiddelen beschikbaar
6
X
*) Waarin:
**) Waarin:
zie punt 2
1 = preventie / bewustwording / stimuleren 2 = proactief toezicht 3 = toezicht tijdens de vergunningverlening c.q. behandelen van de melding 4 = toezicht na vergunningverlening c.q. na de akkoordverklaring van de melding 5 = informatie-uitwisseling en samenwerking 6 = borging jrl = jaarlijks 2013 = jaartal waarbinnen dit moet zijn gerealiseerd OK = al gerealiseerd
39
Asbestbeleid gemeente Renswoude
BIJLAGE 8. Verbeterpunt 1 Effect Aandachtspunt Uitvoering Kosten in euro
Verzamellijst van verbeterpunten met financiële consequenties
Risico
Jaarlijkse check en/of actualiseren handboek asbest door ODRU Uitvoering blijft op kwalitatief adequaat niveau jaarlijks actualisatie contactgegevens uitgebreide actualisatie ad hoc bij wijziging regelgeving Jaarlijks Voor jaarlijkse actualisatie door ODRU uren (valt binnen post 'ondersteuning asbest') opnemen in UVP. Budget voor actualisatie gehele handboek ad hoc regelen indien actueel (uiterlijk 2016 ikv einde beleidperiode). n.v.t.
Verbeterpunt 2 Effect Aandachtspunt Uitvoering Kosten in euro Risico
Opleiding SC 570 voor medewerker BWT Gemeente gezond en veilig; asbest veilig verwijderd/afgevoerd tijdig reserveren budget en aanmelden voor cursus 2014 door BWT circa € 800,- excl. BTW n.v.t.
Verbeterpunt 3 Effect Aandachtspunt Uitvoering Kosten in euro Risico
Jaarlijks voldoende budget en personele capaciteit ter beschikking stellen voor toezicht en handhaving van asbesttaken Gemeente gezond en veilig; asbest veilig verwijderd/afgevoerd Tijdig ramen en plannen; ook in milieujaarprogramma’s Controle van meldingen (strategie nog niet ontwikkeld) Gedekt door uren Afdeling Omgevingsbeheer Geen of te weinig controles schaadt de gezondheid en milieu en kan leiden tot schadeclaims
Verbeterpunt 4 Effect Aandachtspunt Uitvoering Kosten in euro Risico
Jaarlijks budget beschikbaar hebben voor bemonstering Flexibel en adequaat reagerende overheid voorkomt schade Instrument bij gemotiveerd vermoeden inzetten. jaarlijks wordt ad hoc geregeld door afdeling Omgevingsbeheer Hiermee worden juist risico’s bodemverontreiniging verminderd
Verbeterpunt 5 Effect Aandachtspunt Uitvoering Kosten in euro Risico
Jaarlijks voldoende budget en personele capaciteit ter beschikking stellen voor toezicht/handhaving asbesttaken. Een intensivering van gebiedsgericht toezicht in relatie tot asbest. Gemeente gezond en veilig; ook illegale werken worden aangepakt Tijdig ramen en plannen; ook in jaarprogramma’s (en UVP met ODRU, onder de post 'ondersteuning asbest'). jaarlijks bijv. 20 uur per incident met asbest waarvoor geen sloopmelding aanwezig is. Geen of te weinig controles schaadt de gezondheid en milieu en kan leiden tot schadeclaims
Verbeterpunt 6 Effect Aandachtspunt Uitvoering Kosten in euro Risico
Kennisvergroting en/of opleiding van opzichters/projectleiders betreffende gemeentelijke gebouwen Preventie; voorkomen van incidenten Intern netwerk gemeente en Omgevingsdienst blijven onderhouden n.n.b. Eenmalige cursus van 1 tot enkele dagen. Aantal opz/projectleiders X cursuskosten; opnemen in opleidingen plan. Dit voorkomt risico’s
Verbeterpunt 7 Effect Aandachtspunt Uitvoering Kosten in euro Risico
Ontwikkeling protocol; maken werkafspraken externen/intern Preventie; voorkomen van incidenten Jaarlijks actualisering bewaken 2014 PM Dit voorkomt risico’s
40
Asbestbeleid gemeente Renswoude
BIJLAGE 9.
Asbestindicaties en complexen van gemeentelijk woningbedrijf
Tabel B9: indicatie asbest in complexen woningbedrijf Renswoude Complex
Indicatie
Complex I
Mogelijk in de rioolafvoerleiding onder de woningen Dorpsstraat 93 mogelijk asbesthoudende golfplaten op schuurdak (nog niet geïnventariseerd)
Complex III
Mogelijk in de rioolafvoerleiding onder de woningen
Complex VIA
Mogelijk in de rioolafvoerleidingen onder de woningen (al eerder asbestverdacht materiaal aangetroffen bij woningen van dit complex) Recentelijk asbest laten ruimen uit de cv ruimte van een woning, dus ook hier is het incidenteel toegepast. Schuurdaken van volgende woningen bezitten asbesthoudende golfplaten Taets van Amerongenweg 43, 47, 49, 53, 55, 40, 42, 44, 46, 48, 56, 58 en 62.
Complex IXA
Mogelijk in de rioolafvoerleidingen onder de woningen Schuurdaken van volgende woningen bezitten asbesthoudende golfplaten. Van Reedeweg 15, 17, 19, 21, 25, 27, 37, 39, 41, 43 en 45.
Complex XII
Daar waar geen cv installatie is aangebracht, komt het voor dat asbestverdacht materiaal is gebruikt achter gevelkachels en muurdoorvoeren.
Complex XIII
Enkele meldingen van GSU bekend van asbestverdachte plaatjes bij cv ketel.
Complex XIV
Enkele woningen hebben mogelijk nog asbestverdachte ventilatiekokers op zolder.
Complex XV
Enkele meldingen van GSU bekend van asbestverdachte plaatjes bij cv ketel.
Complex XVI
Mogelijk asbestverdachte plaatjes in cv ruimte
Complex XVII
Voor zover bekend nog geen asbestverdacht materiaal aangetroffen
Complex XIX
Schuurdaken van volgende woningen bevatten mogelijk asbesthoudende golfplaten. Binnenveld 11, 12, 15 en 16.(nog niet geïnventariseerd)
Complex XX
Asbest verdachte plaatjes aangetroffen langs traphek op zolderetage
Complex XXI
Asbest verdachte plaatjes aangetroffen langs traphek op zolderetage.
Complex XII
Voor zover bekend nog geen asbestverdacht materiaal aangetroffen.
Complex XXIII
Voor zover bekend nog geen asbestverdacht materiaal aangetroffen.
41
Asbestbeleid gemeente Renswoude
Woningbezit woningbedrijf Renswoude december 2012 Complex: I Dorpsstraat 91-93 Aantal woningen: 2 Type: 2/1 kap Aantal kamers: 4 Bouwjaar: 1941 Complex: III Taets van Amerongenweg 11t/m29, 14t/m20 Aantal woningen: 12 Type: divers Aantal kamers: Bouwjaar: 1949 Complex: VI A Taets van Amerongenweg 2t/m12, 22,24,26,32,34,36, 40t/m62, 31t/m57 Aantal woningen: 38 Type: rijtjeswoningen Aantal kamers: Bouwjaar: 1956 Complex: VI A Oude Holleweg 8t/m30 Aantal woningen: 12 Type: Rijtjeswoningen Aantal kamers: Bouwjaar: 1956 Complex: IX A Van Reedeweg 1t/m47 Aantal woningen: 24 Type: Rijtjeswoningen Aantal kamers: Bouwjaar: 1956 Complex: XII Van Arkelweg 1t/m23 Aantal woningen: 12 Type: Rijtjeswoningen Aantal kamers: Bouwjaar: 1968
42
Asbestbeleid gemeente Renswoude
Complex: XII van Reedeweg 49t/m71, 74t/m126 Aantal woningen: 39 Type: Rijtjeswoningen Aantal kamers: Bouwjaar: 1968 Complex: XIII Wilgenlaan 2t/m12 Aantal woningen: 6 Type: Rijtjeswoningen (senioren) Aantal kamers: Bouwjaar: 1968 Complex: XIII Kastanjelaan 2t/m44 Aantal woningen: 22 Type: Rijtjeswoningen Aantal kamers: Bouwjaar: 1968 Complex: XIII Dickerijst 1t/m19 Aantal woningen: 10 Type: Rijtjeswoningen Aantal kamers: Bouwjaar: 1968 Complex: IV Beukenlaan 15t/m29 Aantal woningen: 8 Type: Rijtjeswoningen (senioren) Aantal kamers: Bouwjaar: 1974 Complex: XV Kastanjelaan 46t/m68 Aantal woningen: 12 Type: Rijtjeswoningen Aantal kamers: Bouwjaar: 1976
43
Asbestbeleid gemeente Renswoude
Complex: XV Platanenlaan 2t/m4 Aantal woningen: 2 Type: Kopgevelwoningen Aantal kamers: Bouwjaar: 1976 Complex: XV Wilgenlaan 27-29 Aantal woningen: 2 Type: Kopgevelwoningen Aantal kamers: Bouwjaar: 1976 Complex: XVI Dorpsstraat 20t/m24, 28t/m38 Aantal woningen: 10 Type: monumentale woningen Aantal kamers: Bouwjaar: 1790 Complex: XVIII Wilgenlaan 1t/m5 Aantal woningen: 3 Type: Rijtjeswoningen (senioren) Aantal kamers: Bouwjaar: 1979 Complex: XIX Binnenveld 1t/m22 Aantal woningen: 22 Type: HAT-woningen Aantal kamers: Bouwjaar: 1983 Complex: XX Platanenlaan 23t/m45 Aantal woningen: 12 Type: Rijtjeswoningen Aantal kamers: Bouwjaar: 1984
44
Asbestbeleid gemeente Renswoude
Complex: XXI Platanenlaan 1t/m21, 47t/m53 Aantal woningen: 15 Type: Rijtjeswoningen Aantal kamers: Bouwjaar: 1985 Complex: XXIII Lijsterbeslaan 2t/m16 Aantal woningen: 8 Type: Rijtjeswoningen Aantal kamers: Bouwjaar: 1988 Complex: XXIV van Arckelweg 6t/m48 Aantal woningen: 22 Type: Rijtjeswoningen (senioren) Aantal kamers: Bouwjaar: 1995 Complex: XXIV Graaf van Bentheimlaan 2t/m10 Aantal woningen: 5 Type: Rijtjeswoningen Aantal kamers: Bouwjaar: 1995 Complex: XXIV Skiphorst 13t/19 Aantal woningen: 4 Type: Rijtjeswoningen (senioren) Aantal kamers: Bouwjaar: 1995 Complex: XXV Kastanjelaan 3-01t/m3-13 Aantal woningen: 13 Type: Appartementen Aantal kamers: Bouwjaar: 1996
45
Asbestbeleid gemeente Renswoude
Complex: XXVI Ruiterpad 2t/m8 Aantal woningen: 3 Type: Appartementen (Kleine Meent) Aantal kamers: Bouwjaar: 1998 Complex: XXVII Taest van Amerongenweg 1-01t/m1-10 Aantal woningen: 10 Type: Appartementen Aantal kamers: Bouwjaar: 2005 Complex: XXVIII Watersnipweide 2t/m24 Aantal woningen: 12 Type: Appartementen Aantal kamers: Bouwjaar: 2011
Overige verhuureenheden Complex: XVII Garages Beukenlaan M+N Aantal: 2 Type: Garages Bouwjaar: ? Complex: XXII Ruiterpad 1t/m5 Aantal: 3 Type: Douche/berging Bouwjaar:
46
Asbestbeleid gemeente Renswoude
BIJLAGE 10. Arbowetgeving Het Arbeidsomstandighedenbesluit, hoofdstuk asbest, bevat bijzondere bepalingen betreffende voorlichting en onderricht voor werknemers die tijdens hun werk blootgesteld kunnen worden aan asbest. Voor gemeentelijk personeel is het volgende voorschrift van toepassing: Artikel 4.45a. Voorlichting Aan werknemers die arbeid verrichten waarbij gevaar voor blootstelling aan asbeststof bestaat, wordt doeltreffende voorlichting gegeven over: a. mogelijke gevaren voor de gezondheid van blootstelling aan asbeststof; b. de noodzaak van het toezicht op het asbestgehalte in de lucht en de daarvoor geldende grenswaarden; c. de maatregelen betreffende de hygiëne, bedoeld in artikel 4.51; d. maatregelen om de blootstelling aan asbeststof zo laag mogelijk te houden; e. het juiste gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen en kleding. Artikel 4.45b. Onderricht 1. Voor alle werknemers die werkzaamheden verrichten waarbij zij aan asbeststof worden of kunnen worden blootgesteld wordt met regelmatige tussenpozen een passende opleiding verzorgd. 2. Deze opleiding is toegespitst op het kennisniveau en de ervaring van de werknemers en verschaft hen de nodige kennis en vaardigheden betreffende veiligheid en preventie vooral met betrekking tot: a. eigenschappen van asbest en de invloed van asbest op de gezondheid, met inbegrip van het synergetische effect van roken; b. soorten producten en materialen die asbest kunnen bevatten; c. handelingen die kunnen leiden tot bloostelling aan asbest en het belang van preventieve controles om blootstelling tot een minimum te beperken; d. veilige werkwijzen, controles en beschermingsmiddelen; e. de keuze en selectie, de beperkingen en het juiste gebruik van ademhalingsapparatuur; f. noodprocedures; g. ontsmettingsprocedés; h. de wijze waarop de verwijdering van afvalstoffen veilig kan worden uitgevoerd; i. de eisen betreffende medisch toezicht. Het AI-blad voor asbest van de Arbeidsinspectie (AI-3) bevat hierop een toelichting. Onder de beroepen met een risico op blootstelling aan asbest worden o.a. genoemd inspecteurs van overheden, brandweer, politie, medewerkers kca-depot en stortplaatsmedewerkers, waarbij ook de gemeentelijke kca-inzamelplaatsen worden genoemd. Voorlichting en instructie kunnen plaatsvinden door een opleidingsinstituut of in eigen beheer, waarbij de inhoud schriftelijk moet zijn vastgelegd en bij de werknemers aantoonbaar moet worden getoetst. Voor toezichthouders is de DTA-C cursus ontwikkeld. Voor het uitvoeren van toezicht bij sloop en incidenten met asbest is tenminste een minimum aan persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) nodig. De gemeente moet zelf een visie ontwikkelen tot hoever de toezichthouders zelf mogen gaan en in welke situaties ze een deskundig bureau moeten inschakelen. Daarop moet de keuze van PBM’s worden afgestemd. Bij de aanschaf van persoonlijke beschermingsmiddelen moet rekening worden gehouden met het Arbeidsomstandighedenbesluit. Dit besluit bevat regels voor de keuze, het gebruik en het onderhoud van persoonlijke beschermingsmiddelen. Op basis van dit besluit gelden kwaliteitseisen. De gemeente zal ook moeten beschikken over een instructie voor het gebruik en onderhoud van PBM’s door toezichthouders. Ook is aan te bevelen iemand aan te wijzen die erop toeziet dat de periodieke keuringen, indien van toepassing, worden uitgevoerd, en materialen van verlopen datum worden vervangen. Op grond van artikel 9 van de Arbeidsomstandighedenwet en artikel 4.53 van het Arbobesluit is de werkgever verder verplicht een registratie bij te houden van blootstellingen van werknemers aan asbest. Het doel van deze procedure is: Voldoen aan de wettelijke verplichtingen om asbest
47
Asbestbeleid gemeente Renswoude
blootstellingen te melden, te registreren in het medisch dossier en 40 jaar te bewaren (door de Arbodienst), en te registreren in het personeelsdossier.
48
Asbestbeleid gemeente Renswoude
BIJLAGE 11. Overzicht wet- en regelgeving Wetgeving algemeen • Wet milieubeheer • Wet milieugevaarlijke stoffen • Arbeidsomstandighedenwet 1998 • Woningwet • Wet vervoer gevaarlijke stoffen • Wet verontreiniging oppervlaktewateren Regelgeving specifiek ek voor asbest • Producteisen - Productenbesluit asbest - Productenregeling asbest • Asbestverwijdering - Asbestverwijderingsbesluit 2005 • Milieubeheer algemeen - Besluit milieu-eff ectrapportage 1994 - NeR - Besluit beheer elektrische en elektronische apparatuur • Asbestwegen - Besluit asbestwegen Wet milieugevaarlijke stoffen (Wms) - Regeling nadere voorschriften asbestwegen Wms - Wijziging Besluit asbestwegen Wms - Wijziging Regeling nadere voorschriften asbestwegen Wms - Saneringsregeling asbestwegen tweede fase • Arbeidsomstandigheden - Arbeidsomstandighedenbesluit - Arbeidsomstandighedenregeling - Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving • Gebouwen en bouwwerken - Woningwet - Bouwbesluit 2012 - Regeling Bouwbesluit 2003 - Bouwverordening • Asbestslachtoff ers - Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers • Vervoer - Regeling vervoer over land van gevaarlijke stoffen en (VLG) Regelgeving per milieucompartiment • Afval - Regeling Europese afvalstoffenlijst - Regeling integrale tekst Afvalstoffenlijst - Besluit inzamelen afvalstoffen - Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen - Regeling melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen - EG-verordening 259/93 - Stortbesluit bodembescherming - Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen - Landelijk Afvalbeheerplan 2002-2012 • Bodem - Circulaire bodemsanering 2012 - Beleidsbrief asbest in bodem, grond en puin(granulaat) • Water 12 - Regeling grenswaarden voor asbest Europese richtlijnen • Richtlijn nr. 83/477/EEG • Richtlijn nr. 2003/18/EG • Richtlijn nr. 83/478/EEG • Richtlijn nr. 1999/77/EG • Richtlijn nr. 87/217/EEG • Richtlijn nr. 90/394/EEG • Richtlijn nr. 98/12/EG • Richtlijn nr. 2002/78/EG NEN-normen en BRL-Richtlijnen
49
Asbestbeleid gemeente Renswoude
BIJLAGE 12. Geraadpleegde literatuur o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o
o o o o o
VNG Factsheet Asbest, oktober 2011 Rapport Gezondheidsraad “Asbestrisico’s van milieu en beroepsmatige blootstelling”, 3 juni 2010 RIVM rapport “Beoordeling van de risico’s als gevolg van bodemverontreining met asbest” (2003) “Handreiking asbest en sloop”, Fries Milieu Overleg i.s.m. VROM-inspectie, Versie 1.0d.d. 28 januari 2005 Toezicht Uitvoeringsmethodiek Asbest en Sloop, handhavingsamenwerking provincie Gelderland 24 januari 2005. “Asbest in bedrijven en instellingen”, Ministerie van VROM i.s.m. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Den Haag, mei 2006 “Asbest in en om het huis”, Ministerie van VROM i.s.m. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Den Haag, mei 2006 “Asbestuitvoeringsplan, inclusief gemeentelijk Handboek Asbest”, gemeente Middelburg, juli 2006 “Asbestbeleid gemeente Maassluis”, september 2006 (actualisatie) “Gemeentelijke asbesttaken in uitvoering”, gemeente Nieuwegein 2009 “Plan van aanpak asbestbrand”, Ministeries van VROM en Binnenlandse Zaken, Den Haag, november 2006 “Handboek asbest”, Infomil, Den Haag, maart 2007 “Handreiking slopen”, versie 1.4 augustus 2012, Vereniging BWT Nederland “Handreiking handhaving bij illegale asbestsloop”, versie 1.2, maart 2012, Vereniging BWT Nederland “Landelijke uitvoeringsmethodiek Asbestverwijderingsbesluit 2005”, InfoMil, Den Haag, juli 2007 “Beschrijving van het adequaat niveau gemeentelijke asbesttaken”, VROM- Inspectieseptember 2007 “Aedes-protocol Asbestverwijdering bij mutatie- en klachtenonderhoud”, Aedes vereniging van woningcorporaties, 24 september 2007 “Protocol asbestbranden”, Veiligheidsregio Utrecht, januari 2008 Handhavingsnota Bouwregelgeving Gemeente Renswoude “Een goed leefklimaat voor iedereen”, Vastgesteld door burgermeester en wethouders van Renswoude d.d. 19 oktober 2010, versie 17 september 2010 Beschrijving van het adequate niveau gemeentelijke asbesttaken van VROM, 2007. Asbestnota Veenendaal, 2009 Asbestprotocol gemeente Gilze Rijen 2009. Asbestbeleidsplan 2010 van de gemeente Rotterdam (23 maart 2010) Brief staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, kenmerk IEM/BSK-2013/27025, d.d. 5 maart 2013
50