Rapportage CFA H1 2013 Versie 1.0 24-10-2013
CO2 Prestatieladder
Rexel Nederland B.V. Kampenringweg 45b 2803 PE Gouda
Samen de CO2 voetafdruk verkleinen
H1 2013
Auteur: H. Luksen Datum: 24-10-2013
1
Rapportage CFA H1 2013 Versie 1.0 24-10-2013
CO2 Prestatieladder
Inhoud
1
Directieverklaring
3
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Organisatie Rapporterende organisatie Verantwoordelijke persoon Organisatiegrenzen ISO 14064 verklaring Verificatie verklaring
4 4 4 4 6 6
3 3.1
Carbon Footprint analyse Grondslag van de analyse
7 7
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
Meetresultaten en toelichting Gerapporteerde periode Scope 1: directe CO2 emissie Scope 2: indirecte CO2 emissie Verklaring van weggelaten/toegevoegde CO² bronnen CO2 emissie van verbranding Biomassa CO2 compensatie
8 8 8 10 11 11 11
5 5.1 5.2
Invloed van meetafwijkingen en onzekerheden Scope 1 Scope 2
12 12 12
6 6.1 6.2
Vaststelling referentiejaar Historisch basisjaar Normalisering meetresultaten
13 13 13
7 7.1 7.2
Berekeningsmodellen Kwantificering methodes Verklaring voor gewijzigde kwantificering methodes
14 14 14
8 8.1 8.2
Reductiedoelstellingen Scope 1 Scope 2
15 15 16
9 9.1 9.2
Voortgangsrapportage Scope 1 Scope 2
17 17 17
10 10.1
Bijlagen Bijlage 1: CO2 emissie 2012 Scope 1 en Scope 2
19 19
2
CO2 Prestatieladder
Rapportage CFA H1 2013 Versie 1.0 24-10-2013
1 Directieverklaring Algemeen Rexel Nederland B.V. geeft een hoge prioriteit aan een schoon milieu en een gezond leefklimaat. leefklimaat Dit blijkt onder andere uit het feit dat voor alle locaties een CO2 reductieplan is opgezet conform de eisen van de CO2-prestatieladder. Een certificering volgens deze norm betekent voor Rexel Nederland B.V. een aanvulling op het door de Rexel Group gevoerde milieubeleid, waarvan de resultaten jaarlijks (ook via website) inzichtelijk gepubliceerd worden. Het beheersen van milieurisico’s en het verminderen van de milieubelasting is echter geen aparte taak en maakt onderdeel uit van de dagelijkse bedrijfsvoering van Rexel Nederland. Milieumanagement Duurzaamheid en leefbaarheid. Het zijn twee sleutelbegrippen die nadrukkelijk doorklinken in de ambities die door Rexel Nederland en haar personeel zijn verwoord. Beide begrippen laveren ook langs alle (milieu)beleidsterreinen, met als doel de maatschappelijke verantwoordelijkheid, maar ook de milieubelasting van de Rexel organisatie positief te beïnvloeden. Vanuit het inmiddels bestaande milieubeleidsplan, is besloten oten tot één integraal milieumanagementsysteem, certificeerbaar volgens de CO2-prestatieladder.. Dit systeem beheerst, bewaakt, stuurt bij en zal een belangrijke bijdrage leveren aan het integreren van de aandacht voor milieu bij de uitvoering van de dagelijkse dagelijkse werkzaamheden. De systematiek van het milieumanagementsysteem bevordert daarnaast een integrale afstemming met klanten en leveranciers en heeft betrekking op de processen en producten van Rexel Nederland. Ambitieniveau Vanzelfsprekend moet Rexel Nederland rland blijvend voldoen aan wettelijke eisen, convenanten en richtlijnen op het gebied van milieu. Maar ar door te kiezen om ons voor de CO2-prestatie prestatie ladder te certificeren, certificeren gaan we als organisatie duidelijk een stap verder. Met het CO2 reductieplan werken wij aan continue verbetering van de milieuprestaties door beheersing en vermindering van de milieubelasting en proberen we milieuverontreiniging te voorkomen. Hierbij richten we ons niet alleen op onze eigen activiteiten en onze eigen medewerkers, maar willen we ook klanten en leveranciers uitdagen hetzelfde te doen. Doelstellingen Om onze intenties te kunnen realiseren hebben wij een groot aantal ambitieuze doelstellingen geformuleerd. De meeste doelstellingen zijn opgenomen op in het CO2 reductieplan van Rexel Nederland. Met deze doelstellingen legt Rexel zichzelf een inspanningsverplichting op om haar eigen milieuprestaties, maar ook die van haar klanten en leveranciers te verbeteren. Dit gebeurt ondermeer door het stimuleren van de verkoop van energiezuinige rgiezuinige producten zoals spaarlampen en zonne-energie zonne energie installaties, maar ook door met leveranciers te overleggen over verpakkingseenheden en minimalisering van de belevering agenda. Missie Het CO2 reductieplan van Rexel Nederland B.V. is een belangrijk instrument om de ambitieuze doelstellingen van Rexel te realiseren en de voortgang te bewaken. Integraal onderdeel hiervan is de publicatie van een periodieke CFA analyse zoals deze voor u ligt. Dit rapport zal telkens weer de aanleiding zijn voor nieuwe initiatieven voor een verdergaande CO2 reductie. De gevolgde werkwijze moet ertoe e leiden dat we als organisatie op milieugebied continu naar een hoger niveau worden getild.
3
Rapportage CFA H1 2013 Versie 1.0 24-10-2013
CO2 Prestatieladder
2 Organisatie 2.1 Rapporterende organisatie Deze rapportage omvat de Carbon Footprint Foot Analyse van Rexel Nederland B.V. De rapporterende organisatie Rexel Nederland B.V. is in 2013 statutair gevestigd te Gouda, met als moederbedrijf Rexel SA te Frankrijk. Frankrijk Rexel Nederland B.V. is partner voor alle professionals op het gebied gebied van elektrotechniek. Wij zijn onderdeel van de Rexel Group, internationaal marktleider in de distributie van elektrotechnische materialen. We bieden integrale oplossingen waarbij we praktische fysieke nabijheid nastreven voor installateurs en geavanceerde erde logistieke leveringsconcepten voor grote projecten en industriële omgevingen. Hierbij bieden we maatwerk met drie sterke formules: Rexel, Hagemeyer Nederland en Onexis. De bundeling van inkoopkracht, logistieke kennis, geografische aanwezigheid en bovenal bo marktkennis bieden direct voordeel voor alle klanten. Rexel Nederland B.V. biedt de drie gekozen formules schaalgrootte zodat volop geïnvesteerd kan worden in de versterking van de dienstverlening en de beste zakelijke condities.
2.2 Verantwoordelijke ke persoon Statutair directeur van de rapporterende organisatie (Rexel Nederland B.V.) is M. van Brunschot. Brunschot
2.3 Organisatiegrenzen De organisatiegrenzen van Rexel Nederland B.V. zijn in het kader van CO2 (kooldioxide)-bewustzijn (kooldioxide) bepaald volgens het principe van de operationele invloedsfeer van het te certificeren bedrijf. Binnen het GHG protocol wordt dit omschreven als ‘operational boundary’. In de praktijk betekent dit dat waar activiteiten onder regie van Rexel Nederland B.V. vallen, de verantwoording voor de CO2-productie wordt genomen: de sturing ligt duidelijk bij de eigen organisatie. De organisatiegrenzen voor deze inventarisatie bevat Rexel Nederland B.V., met als dochteronderneming Elektrotechnische Groothandel J.K. Busbroek, voor 100% in bezit, statutair gevestigd te Zwolle. Zwolle
Figuur 1: Rexel Organisatie Rexel SA
100%
Hagemeyer Finance B.V.
100%
Rexel Nederland B.V.
100%
B.V. J.K. Busbroek
4
CO2 Prestatieladder
Rapportage CFA H1 2013 Versie 1.0 24-10-2013
De beide ondernemingen hebben elk een eigen identiteit, echter beiden zijn groothandel in elektrotechnische materialen. Rexel Nederland B.V. voert tevens de handelsnamen Rexel, Hagemeyer en Onexis en heeft vestigingen op de volgende adressen: Almere, Beemsterweg msterweg 19, 1311 XC Almere Bleiswijk, Brandpuntlaan 3, 2665 NZ Bleiswijk Alkmaar, Edisonweg 1, 1821 BN Alkmaar Almelo, Twentepoort Oost 53, 7609 RG Almelo Amsterdam, Nieuwe Hemweg 38, 1013 CX Amsterdam Barendrecht, Zuideinde 10, 2991 LK Barendrecht Breda, Minervum 7148, 4817 ZN Breda Diemen, Verrijn Stuartweg 28, 1112 AX Diemen Doetinchem, Doetinchemseweg 63, 7007 CB Doetinchem Eindhoven, Hoppenkuil 3, 5626 DD Eindhoven Groningen, Koldingweg 9, 9723 HL Groningen Haarlem, Waarderweg 35, 2031 BN Haarlem Harderwijk, erwijk, Fahrenheitstraat 45-1, 45 3846 CC Harderwijk Heerenveen, Venus 31, 8448 CE Heerenveen Kerkrade, Wiebachstraat 23, 6466 NG Kerkrade Meppel, Eekhorstweg 13, 7942 JC Meppel Nieuwegein, Ravenswade 5, 3439 LD Nieuwegein Nijmegen, Dr. De Blecourtstraat 49, 6541 DG Nijmegen Rijswijk, Treubstraat 5, 2288 EG Rijswijk Venlo, Groot Bollerweg 12a, 5928 NS Venlo Gouda, Kampenringweg 45b, 2803 PE Gouda
Op basis van de uitgevoerde A/C analyse conform de laterale methode met Rexel Nederland B.V. als startbedrijf , is vastgesteld d dat volgende C-aanbieders C binnen de boundary dary van Rexel Nederland vallen, maar niet in de scope zijn meegenomen omdat deze voor interne doorbelastingen van management fees/verrekeningen gebruikt worden:
999999 29778 67954 35108 5850
AKB's tbv Hagemeyer Hagemeyer Crossorder Rexel Developpement REXEL UK LIMITED Hagemeyer
5
CO2 Prestatieladder
Rapportage CFA H1 2013 Versie 1.0 24-10-2013
Figuur 2: Organogram Rexel el Nederland B.V. per 01-01-2013 01
2.4 ISO 14064 verklaring Hierbij verklaart Rexel Nederland B.V. dat deze rapportage voor het CO2 bewustzijncertificaat is opgesteld in overeenstemming met de richtlijnen in de NEN-ISO NEN 14064, versie maart 2006
2.5 Verificatie verklaring Hierbij verklaart rt Rexel Nederland B.V. dat de CFA rapportage H1 2013 voor het CO2 bewustzijncertificaat niet is geverifieerd. Wel is de CFA van 2010 door de certificerende instantie KEMA Emission Verification Services in overeenstemming met de richtlijnen volgens NEN-ISO NEN ISO 14064, versie maart 2006 en de CO2 prestatieladder, op 30 mei 2011 geverifieerd. geverifieerd
6
CO2 Prestatieladder
Rapportage CFA H1 2013 Versie 1.0 24-10-2013
3 Carbon Footprint Analyse 3.1 Grondslag voor de analyse Op basis van de in hoofdstuk 2 beschreven operationele grenzen zijn de CO2 emissies van de activiteiten van de organisatie bepaald. Bij de identificatie van de emissies wordt, conform het Greenhouse Gas (GHG) protocol, onderscheid gemaakt tussen drie bronnen van emissies (ook als scope aangeduid) in twee categorieën: directe en indirecte emissies. •
• •
Scope 1 omvat de directe emissies die onder het beheer vallen en worden gecontroleerd door de organisatie. Voorbeelden hiervan zijn de verbranding van brandstoffen in vaste machines, het zakelijk vervoer in voertuigen die eigendom zijn van de rapporterende organisatie en de emissies van koelapparatuur en klimaatinstallaties; Scope 2 omvat de indirecte emissies door opwekking van gekochte elektriciteit, stoom of warmte; Scope 3 omvat de andere indirecte emissies van bronnen2 als woon/werk verkeer, productie producti van aangekochte materialen en uitbestede werkzaamheden zoals goederenvervoer.
Deze Carbon Footprint Analyse omvat de CO2 emissie van Rexel Nederland B.V. betreffende scope 1 en 2. De CO2-uitstoot uitstoot is geanalyseerd overeenkomstig de CO2 prestatieladder. Figuur 3: Scopes CO2-prestatieladder
7
CO2 Prestatieladder
Rapportage CFA H1 2013 Versie 1.0 24-10-2013
4 Meetresultaten en toelichting 4.1 Gerapporteerde periode De gerapporteerde periode is het 1ste halfjaar (1 januari-30 juni) 2013. Ofschoon het boekjaar zoals dit door Rexel Nederland derland B.V. gehanteerd wordt loopt van 1 januari 2013 013 tot en met 31 december 2013, 2013 is gekozen voor een en rapportage per halfjaar. halfjaar
4.2 Scope 1: directe CO2 emissie De directe emissie van CO2 voor H1 2013 is gemeten en berekend op 1156 ton CO2 Stationaire verbrandingsapparatuur Het gebruik van stationaire verbrandingsapparatuur veroorzaakte een emissie van 524 ton CO2 (= 45 % van de totale directe emissie). emissie) Omdat op locatie Almere gebruik gemaakt wordt van stadsverwarming zijn de waarden hiervan meegenomen in de indirecte CO2 emissies. emissies
Brandstofgebruik van eigen en lease wagenpark De emissie van het brandstofverbruik is berekend op 632 ton CO2 ( 55 % van de totale directe emissies). Hiervan is 606 ton CO2 afkomstig van de leaseauto’s (personenvervoer) en 26 ton CO2 (19%) voor eigen vervoer.
Lekkage van koelgassen In H1 van 2012 zijn er geen lekkages van koelgassen volgens de reguliere STEK rapportages van de airco’s vastgesteld.
8
Rapportage CFA H1 2013 Versie 1.0 24-10-2013
CO2 Prestatieladder
Figuur 4: directe CO2 emissie
Scope 1, H1 2013 700,0
632,6
524,2
600,0 500,0 400,0 300,0 200,0 100,0
-
Stationaire verbrandingsapparatuur Airco en koelingapparatuur
Eigen wagenpark
9
Rapportage CFA H1 2013 Versie 1.0 24-10-2013
CO2 Prestatieladder
4.3 Scope 2: indirecte CO2 emissie De indirecte emissie van CO2 voor H1 2013 is gemeten en berekend op 255 ton CO2 Elektriciteitsgebruik Het grootste gedeelte van de indirecte emissies wordt bepaald door het elektriciteitsverbruik t.w. 91% (= 234 ton CO2) Hierin zijn inbegrepen de geconverseerde geconverseerde waarden (van GJoule naar CO2 op basis van een omrekeningsfactor van 20.000 g/CO2 per Gjoule)) van de stadsverwarming in Almere Vliegreizen voor zakelijke doeleinden In H1 van 2012 is voor totaal aan zakelijk vliegen 1.6 ton CO2 verbruikt. Privéauto’s voor zakelijk verkeer De overige 20 ton CO2 van de indirecte emissie kwamen voor rekening van het gebruik van privé auto’s voor zakelijke doeleinden. Figuur 5: indirecte CO2 emissie
Scope 2, H1 2013 250,0
234,3
200,0
150,0
100,0
50,0
19,9 1,6 -
Elektriciteitsgebruik
Privé auto's voor zakelijk verkeer
Zakelijk vliegen
10
CO2 Prestatieladder
4.4
Rapportage CFA H1 2013 Versie 1.0 24-10-2013
Verklaring van weggelaten CO2-bronnen of putten
Alle geïdentificeerde bronnen en putten van CO2 zijn verantwoord in de rapportage. Binding van CO2 vindt niet plaats, waardoor er geen sprake is van putten.
4.5
CO2 emissie van verbranding Biomassa
De verbranding van biomassa heeft binnen Rexel Nederland B.V. niet plaatsgevonden.
4.6
CO2-compensatie
Er vindt geen compensatie plaats van CO2-emissies. emissies. Beschikbare middelen worden aangewend om reductie van de CO2-emissie emissie te bewerkstelligen.
11
CO2 Prestatieladder
5
Rapportage CFA H1 2013 Versie 1.0 24-10-2013
Invloed van meetonnauwkeurigheden en onzekerheden
Uit de bovenstaande berekeningen zijn er drie grote CO2 bronnen aan te wijzen. Op de eerste plaats komt de stationaire verbrandingsapparatuur erbrandingsapparatuur met 524 ton, als tweede het lease/eigen vervoer met 632 ton , en elektriciteitsverbruik als laatste met 234 ton. Hieronder wordt de wijze beschreven hoe deze berekeningen tot stand zijn gekomen.
5.1
Scope 1
Eigen wagenpark De meetgegevens van het brandstofgebruik van het lease wagenpark zijn aangeleverd aangeleverd door de beheerders (Athlon en Shell) van de brandstoffenpassen. Omdat iedere berijder berijder van een leaseauto en eigenvervoer over een dergelijke pas beschikt, is het aannemelijk dat hierbij het totale brandstof gebruik in kaart gebracht is. Omdat de kilometer registratie niet door alle medewerkers consequent wordt bijgehouden, is gekozen om de CO2 te berekenen op het aantal liters dat verbruikt is en niet op kilometrage. Stationaire verbrandingsapparatuur De totale CO2-emissie van stationaire stationa verbrandingsapparatuur is aan verwarmingsinstallaties met gas als brandstof, toe te wijzen. Het verbruik is in de meeste gevallen berekend berekend op basis van meterstanden en/of maandfacturen. Omdat in de meeste gevallen geen facturen aanwezig zijn over H1 2012, is, om de meetgegevens gelijk te houden, de calorische correctiefactor niet toegepast. Onnauwkeurigheid is mogelijk voor locaties die met meerdere huurders gedeeld worden. Hier is het verbruik op basis van de verdeling van m² door de verhuurder doorbelast. doorbel
5.2
Scope 2
De meetgegevens van het elektriciteitsverbruik zijn verzameld aan de hand van opgenomen meterstanden en/of van facturen welke op basis van meterstanden van elektriciteitsmeters zijn samengesteld. Deze worden voldoende betrouwbaar geacht. Ook hier geldt dat van een aantal locaties de doorbelasting op basis van m² heeft plaatsgevonden. De meetgegevens van het brandstofgebruik van privévoertuigen zijn verzameld op basis van door werknemers nemers in het personeelsbestand vastgelegde gedeclareerde gedeclareerde kilometers. De meetgegevens van het vliegverkeer zijn op basis van de gedeclareerde tickets en/of via de afdeling secretaresse geboekte reizen. De afstanden berekend tussen de vliegvelden zijn middels rekenmodule op http://www.horlogeparlante.com/nl/distance.php berekend.
12
Rapportage CFA H1 2013 Versie 1.0 24-10-2013
CO2 Prestatieladder
6
Wijzigingen t.o.v. referentiejaar
6.1
Historisch basisjaar
Deze meting is de derde meting in het kader van de ISO 14064 norm. Het kalenderjaar 2010 is het referentiejaar voor de metingen. Door een wijziging van de conversiefactoren per 31-07-2011 31 en de verplichting vanuit de CO2 prestatieladder om deze met terugwerkende kracht te gebruiken, gebrui zijn de gegevens van de CFA 2010 versie 3.0 hiermee komen te vervallen.
6.2
Normalisering meetresultaten
De omvang van CO2 -emissie emissie heeft een duidelijke correlatie met de omvang van de activiteiten ac welke door Rexel Nederland B.V. zijn ontplooid. Ten behoeve van vergelijking van de emissie in het referentiejaar en die tijdens de gerapporteerde periode, zijn daarom maatstaven bepaald op basis waarvan de meetresultaten de komende jaren kunnen worden genormaliseerd. Om tot een goede normalisering te komen k is het niet mogelijk om op basis van één criterium de complete CO2 -emissie te vergelijken. rgelijken. Daarom zijn voor de grootste CO2 bronnen uit scope 1 en 2 aparte normaliseringfactoren vastgesteld. Een vergelijk met H1 van 2012 levert het volgende overzicht op:
Scope 1: Directe emissies De belangrijkste emissie in scope 1 komt voor rekening van het eigen wagenpark. Hierin moet onderscheid gemaakt worden tussen de emissie emissi van de lease auto’s (632 ton) en het eigen vervoer voor distributie doeleinden (26 ton).
Lease auto’s Aantal fte’s Aantal leaseauto’s % leaseauto’s Brandstofverbruik Per leaseauto
H1 2013 500 165 33% 211174 liter 1280 liter
H1 2012 550 182 33% 289553 liter 1590 liter
Stationaire verbrandingsapparatuur: Omdat de belangrijkste factor van de emissie van stationaire verbrandingsapparatuur door het gas verbruik voor verwarming wordt veroorzaakt, wordt deze zowel per fte als per m2 oppervlak per halfjaar berekend: Gas gemiddelde Rexel per fte Gas gemiddelde Rexel per m2
575 m3 4.59 m2
1048 kg CO2 8.39 kg CO2
Scope 2: Indirecte emissies Het elektriciteitsverbruik, voor 97 % verantwoordelijk voor de indirecte emissie in scope 2 is zowel afhankelijk van het aantal fte te en m2 en ziet er als volgt uit:
Elektriciteit gemiddelde Rexel per fte Elektriciteit gemiddelde Rexel per m2
2336 kWh 18.7 kWh
13
CO2 Prestatieladder
7
Berekeningsmodellen
7.1
Kwantificering methodes
Rapportage CFA H1 2013 Versie 1.0 24-10-2013
De kwantificering van grondstoffen naar CO2-emissiewaarden is telkens gedaan door geregistreerde volume-eenheden eenheden van de gebruikte brandstoffen te benutten. De omrekening van volume naar emissiewaarden is eenduidig en geeft de meest betrouwbare vergelijking. Gas- en elektriciteitsgebruik zijn opgenomen aan de hand van geijkte meters en/of aan de hand van de facturen van het energiebedrijf. Vanwege de geldende wetgeving is dit de meest betrouwbare informatiebron die beschikbaar is.
7.2
Verklaring voor veranderingen anderingen in de kwantificering methodes methodes
Omdat 2010 als uitgangspunt voor de CFA geldt zijn er geen wijzigingen in kwantificering te melden.
14
Rapportage CFA H1 2013 Versie 1.0 24-10-2013
CO2 Prestatieladder
8
Reductiedoelstellingen
Rexel Nederland B.V. heeft als (verhoogde) doelstelling om in 2015 haar uitstoot van CO2 met 37% te reduceren ten opzichte hte van het referentiejaar 2010. Echter door het toepassen van groene stroom, reductie van aantal magazijnen en energie reducerende maatregelen zal in 2013 al een reductie van minstens 40% 0% volgens verwachting worden bereikt. bereikt Voor de verschillende emissies zijn verschillende maatstaven vastgesteld om de op basis van de PDCA cyclus de reductie te kunnen monitoren. Voor de totale CO2 uitstoot zijn een aantal kengetallen van belang. Uiteraard is dat het personeelbestand, maar ook het totale oppervlak van de behuizing, en de economische omstandigheden. Omdat er geen rekenmodel bestaat die alle factoren overzichtelijk in kaart brengt, zal de CO2 emissie per fte en per m2 worden berekend. De reductiedoelstelling is uitgesplitst in absolute en percentages per scope zoals in de CO2prestatieladder is weergegeven.
Scope 1 Stationaire verbrandingsgassen: Omdat de emissie eigenlijk alleen maar bestaat uit gasverbruik voor warmte daar waar mogelijk huisvesting van oude, te grote en slecht geïsoleerde gebouwen om te ruilen voor nieuwe ‘op maat’ gemaakte, energiezuinige gebouwen. Dit moet dan niet alleen resulteren in een absolute vermindering van CO2 maar ook een relatieve vermindering t.o.v. m² en fte’s. De relatief grote vermindering verminderi van het 1e jaar wordt vnl. veroorzaakt door de vermindering van 114 ton eenmalige diesel voor verwarming CM.
Jaartal Gerealiseerd ton CO2 Streefverbruik ton CO2 Gemiddeld per fte Streef reductie tov ref jr Reductie % t.o.v. ref.jaar
2010 1.465 465 2,75 75
2011 1133 1.325 2,50 10% 22%
2012 1143 939 2.07 36% 22%
2013
2014
2015
746 2.39 49%
746 2.31 49%
746 2.26 49%
Eigen vervoer: Met het uitbesteden van de distributie aan gespecialiseerde vervoerders, zal de CO2 directe emissie van Rexel Nederland afnemen, maar door een efficiëntere bedrijfsvoering door de gecontracteerde distributeur ook de totale CO2 emissie verlagen. Voor leaseauto’s zal het gebruik van hybride auto’s gestimuleerd worden, en is het niet meer mee mogelijk om lease auto’s met energielabel hoger dan C te berijden.
Jaartal Lease auto’s gerealiseerd Lease auto’s (streef) Gemiddeld per auto Streef reductie tov ref jr Reductie % t.o.v. ref.jaar
2010 1293
Eigen vervoer Eigen vervoer (streef) Streef reductie tov ref jr Reductie % t.o.v. ref.jaar
773
7,48
2011 1273 1270 7,35 2% 1.5%
2012 1325 1250 7,23 2% -2%
426 450 41% 45%
190 300 61% 85%
2013
2014
2015
1220 7,06 5,5%
1210 7,00 6,5%
1200 6,94 7%
180 76%
90 88%
50 93%
15
Rapportage CFA H1 2013 Versie 1.0 24-10-2013
CO2 Prestatieladder
Scope 2 Elektriciteitsverbruik Omdat het elektriciteitsverbruik, ektriciteitsverbruik, waarvan 64% 64% gebruikt wordt voor verlichting, zeer afhankelijk is van het oppervlak, zal gekeken moeten worden om de huisvesting oppervlakte in overeenstemming te brengen met het aantal werkzame erkzame fte’s. Daarnaast zal door gebruik te maken van nieuwe verlichtingstechnieken (LED) een substantiële reductie gerealiseerd kunnen worden.
Jaartal Gerealiseerd ton CO2 Streefverbruik ton CO2 Streef ton CO2 per fte Berekende ton CO2 per fte Streef reductie tov ref jr Reductie % t.o.v. ref.jaar
2010 1465 2.6
2011 1443 1325 2.3 2.4 6% 1.5%
2012 1214 1313 2.2 2.2 10% 17%
2013
2014
2015
1224 2.1
1139 2.0
1139 2.0
16%
22%
22%
Reizen met privé voertuig en zakenreizen met vliegtuig/trein etc. en dienstreizen. Beleid is erop gericht om deze zo veel mogelijk te beperken, echter omdat dit afhankelijk van verschillende omstandigheden is, wordt hier verder geen doelstelling anders dan dat het niveau van 2010 niet overschreden mag worden (samen ca 120 12 ton CO2). Totaal scope I en II reductiedoelstellingen:
Jaartal Gerealiseerd ton CO2 Streefverbruik ton CO2 Streef ton CO2 per fte Berekende ton CO2 per fte Streef % reductie tov ref jr Reductie % t.o.v. ref.jaar
2010 5123
8.8
2011 4506 4550 7.6 7.5 11% 12%
2012 3958 3902 7.4 7.19 23% 23%
2013
2014
2015
3400 7.0
3265
3215
33%
36%
37%
16
Rapportage CFA H1 2013 Versie 1.0 24-10-2013
CO2 Prestatieladder
9
Voortgangsrapportage
Scope 1: Stationaire verbrandingsgassen: Jaartal Gerealiseerd ton CO2 Streefverbruik ton CO2 Streef reductie % tov ref jr Reductie % t.o.v. ref.jaar
2010 1.465 465
2011 1133 1325 10% 22%
2012 1143 939 36% 22%
H1 2013 524 450
H2 2013 201 312 296
2013 Tot 746 50%
Door de klimatologische omstandigheden is het gasverbruik over H1 2012 hoger dan verwacht. Hierdoor zal de voorgestelde reductie in gasverbruik dit jaar naar alle waarschijnlijkheid niet gehaald gaat worden.
Eigen vervoer: Jaartal Lease auto’s gerealiseerd Lease auto’s (streef) Gemiddeld per auto Streef Reductie % t.o.v. Reductie Eigen vervoer Eigen vervoer (streef) Streef reductie tov ref jr Reductie % t.o.v. ref.jaar
2010 1293 7.48
773
2011 1273 1270 7,35 2% 1.5% 426
44%
2012 1325 1250 7,23 2% -2% 190 300 61% 85%
H1 2013 632 650 7.86 0.5% 6.27% 26 90 76% 98%
H2 2013
2013 Tot
650
Omdat de uitbesteding van het vervoer sneller is afgerond dan verwacht, verwacht, zal CO2 verbruik in H2 2013 nihil zijn.
Scope 2: Elektriciteitsverbruik
Jaartal Gerealiseerd ton CO2 Streefverbruik ton CO2 Streefreductie t.o.v. ref.jr Reductie % t.o.v. ref.jaar
2010 1465
2011 1443 1325 6% 1.5%
2012 1215 1313 10% 17%
H1 2013 234 165 77% 71%
H2 2013 201 168
Door toepassing van groene stroom door 80% van de vestigingen is de CO2 uitstoot voor 2013 sterk verminderd door het toepassen van een nieuwe conversiefactor; 22,9 gram/kWh i.p.v. 455 gram/kWh.
17
Rapportage CFA H1 2013 Versie 1.0 24-10-2013
CO2 Prestatieladder
Totaal overzicht voortgang Scope 1 en Scope 2: 2 Jaartal Gerealiseerd ton CO2 Streefverbruik ton CO2 Gemiddeld per fte Gemiddeld per m² Gemiddeld per fte (streef) Gemiddeld per m² (streef) Reductie % t.o.v. ref.jaar
2010 5123
2011 4506
8.8 0.09
7.51 0.07 7.8 0.08 12%
2012 3958 3902
7.09 0.06 23%
H1 2013 1412 1610 2.82 0.022 3.22 0.02 40%
H2 2013 201 1610 10
Conclusie: Door toepassing van groene stroom en het terugbrengen van 5 distributiecentra naar 1 is in het derde jaar na invoering van de CO2 prestatieladder, de reductiedoelstelling van 40% voor de uitstoot van CO2, oorspronkelijk bedoeld voor 2015, binnen handbereik en zal dit jaar ook zeker gerealiseerd gaan worden. Een mijlpaal waar we zeer trots op zijn.
Gouda, 1 november 2012
Rexel Nederland B.V.
M. van Brunschot Algemeen Directeur
18
Rapportage CFA H1 2013 Versie 1.0 24-10-2013
CO2 Prestatieladder
Bijlage 1:
2013 H1 hoeveelheid
CO2-emissie factor H1 2013 eenheid hoeveelheid eenheid
1.156,8
Scope 1: Directe emissie Stationaire verbrandingsapparatuur - Aardgas - Propaan2 - Diesel
CO2emissie [ton]
524,2 1.825
g CO2 / Nm3
3.385
g CO2 / Nm
3
-
Nm3
-
g CO2 / Nm
3
-
liter
-
3.135
m3
287.260
524,2
Airco en koelingapparatuur
-
Gebruik eigen wagenpark
632,6
- Benzine
2.780
g CO2 / liter
151.498
- Diesel
3.135
g CO2 / liter
58.232
- LPG
1.860
g CO2 / liter
- Eigen vervoer
3.135
g CO2 / liter
CO2-emissie factor1 hoeveelheid eenheid
liter
421,2
liter
208,7
liter
2,7
8353 liter
26,2
1.444
hoeveelheid
H1-2013 eenheid
CO2emissie [ton]
Scope 2: indirecte emissie
255,7
Elektriciteitsgebruik
234,3
- Groene stroom
23
g CO2 / kWh
kWh
16,8
- Nuon
455
g CO2 / kWh
-
kWh
-
- Essent Retail
455
g CO2 / kWh
-
kWh
-
kWh
198,6
- Andere Leverancier (NL) - Stadsverwarming Privé auto's voor zakelijk verkeer - Personenauto, brandstoftype niet bekend Zakelijk vliegen
455 20.000
g CO2 / kWh
731.607
436.478
g CO2 / Gjoule
948
Gjoule
19,0 19,9
210
g CO2 / voertuigkm
94.607
km
3
19,9 1,6
- Afstand < 700 km
270
- Afstand 700 - 2.500 km
200
- Afstand > 2.500 km
135
g CO2 / reizigerskm g CO2 / reizigerskm g CO2 / reizigerskm
5.778
km
1,6
-
km
-
-
km
-
19