3
RDF10
051
RDF10.2
Ruimtetemperatuurregelaar met LCD
RDF10…
voor tweepijps-ventilatorconvectoren voor DX-koelmachines Uitgang voor aan/uit ventilator Uitgang voor 1-traps DX-koelmachine (RDF10) Uitgangen voor drietoeren ventilator Regeling naar keuze op ruimte - of retourluchttemperatuur (RDF10) Automatische omschakeling verwarmings- en koelbedrijf (RDF10) Handmatige omschakeling verwarmings- en koelbedrijf (RDF10.2) Bedrijfswijzen: Normaal, Gereduceerd bedrijf en Stand-by (RDF10) Bedrijfswijzen: Normaal en UIT (RDF10.2) Contactingang bedrijfswijze voor afstandsschakeling (RDF10) Functie voor het voorkomen van schade door vocht (RDF10) Installatie- en regelparameters instelbaar Weergave van de ruimtetemperatuur of gewenste waarden (RDF10) Minimum- en maximum begrenzing van de gewenste waarde (RDF10) Bedrijfsspanning AC 230 V
CE1N3051nl 04.2004
Siemens Building Technologies HVAC Products
Toepassing: • Regelen van de ruimtetemperatuur in afzonderlijke ruimten, die d.m.v. tweepijpsventilatorconvectoren moeten worden verwarmd of gekoeld • Regelen van de ruimtetemperatuur in ruimten die d.m.v. een DX-koelmachine worden gekoeld • Openen of sluiten van een afsluiter en schakelen van een drietoeren ventilator • DX-koelmachines (alleen verwarmen / alleen koelen) Geschikt voor toepassing in systemen met : • automatische omschakeling tussen verwarmings- en koelbedrijf • handmatige omschakeling tussen verwarmings- en koelbedrijf • permanent verwarmings- resp. permanent koelbedrijf Functies Via de interne temperatuuropnemer of bij toepassing van een externe retourluchtopnemer (QAH11.1 / optie bij RDF10), meet de regelaar de ruimtetemperatuur en regelt deze d.m.v. 2-punts afsluiterbesturingscommando's op de ingestelde gewenste waarde. Tijdens verwarmingsbedrijf is de schakeldifferentie 2 K en in koelbedrijf 1 K. Ventilatorbedrijf
De ventilator wordt via uitgang Q1, Q2 of Q3 in de gewenste trap geschakeld. Als de functie "temperatuurafhankelijke ventilatorbesturing" is geactiveerd (instelbaar met DIP-switch 1), schakelt de ventilator temperatuurafhankelijk, d.w.z. gelijktijdig met de afsluiter aan en uit. De ventilator wordt uitgeschakeld door: • Het verlaten van de verwarmings- of koelbedrijf, voor zover de functie "temperatuurafhankelijke ventilatorbesturing" is geactiveerd • Handmatig omschakelen op stand-by ' , voor zover geen gewenste waarden (b.v. voor vorstbeveiliging) ingesteld en actief zijn (RDF10) • Activeren van een extern omschakelcontact voor bedrijfswijze, voor zover niet de voorwaarden voor energiebesparend bedrijf zijn gegeven (RDF10) • Onderbreking van de bedrijfsspanning van de ruimtetemperatuurregelaar.
Weergave
Als de Dip-schakelaar 2 op stand ON staat (fabrieksinstelling) toont de regelaar de gemeten ruimte- of retourluchttemperatuur (indien parameters of gewenste waarden zijn gewijzigd). Als de Dip-schakelaar op stand OFF staat geeft de regelaar de gewenste waarde tijdens normaal bedrijf aan. In deze situatie kan de actuele temperatuur alleen via de selectie van parameter P14 worden uitgelezen.
Toepassing met ventilatorconvector
In combinatie met één regelafsluiter, ofwel voor verwarmen / koelen met change over, ofwel alleen verwarmen of koelen
AAN
Via uitgang Y11 krijgt de afsluiter het OPEN-commando als: 1. 2.
UIT
de gemeten ruimtetemperatuur een halve schakeldifferentie onder (verwarmingsbedrijf) resp. boven (koelbedrijf) de ingestelde gewenste waarde ligt en de afsluiter langer dan een minuut gesloten is geweest (parameter P20, alleen bij RDF10).
Via uitgang Y11 krijgt de afsluiter het DICHT-commando als: 1. 2.
de gemeten ruimtetemperatuur een halve schakeldifferentie boven (verwarmingsbedrijf) resp. onder (koelbedrijf) de ingestelde gewenste waarde ligt en de afsluiter langer dan een minuut open is geweest (parameter P19, alleen bij RDF10).
Opmerking: Uitgang Y12 geeft het t.o.v. Y11 omgekeerde besturingscommando en kan voor stroomloos open afsluiters worden gebruikt. 2/11 Siemens Building Technologies HVAC Products
Ruimtetemperatuurregelaar
CE1N3051nl 04..2004
Temperatuur retourlucht (instelbaar)
De RDF10 kan naar keuze op de gemeten ruimtetemperatuur of op de retourluchttemperatuur van de ventilatorconvector regelen. De omschakeling geschiedt automatisch als een kabeltemperatuuropnemer QAH11.1 wordt aangesloten.
Automatische omschakeling
Bij de RDF10 wordt de door de changeover-opnemer (QAH11.1 + ARG86.3) gemeten watertemperatuur van de regelaar voor het automatisch omschakelen van verwarmings- naar koelbedrijf (en omgekeerd) gebruikt. Als de watertemperatuur boven 28 °C (parameter 08) ligt, schakelt de regelaar naar verwarmingsbedrijf, ligt deze onder 16 °C (parameter 07), schakelt hij naar koelbedrijf. Als direct na het inschakelen de watertemperatuur tussen de beide omschakelpunten ligt, start de regelaar in verwarmingsbedrijf. De temperatuur wordt iedere minuut gemeten en de toestand wordt aangepast. 3021D01
Y11 1 W
W
Koelbedrijf Verwarmingsbedrijf Bedrijfswijze
M CM
T [°C]
0
SDH
CM HM M
Y11 1
T [°C]
0
Automatische omschakeling 3021D03
Koelbedrijf 3021D02
Verwarmingsbedrijf
TW [°C]
HM 16
SDC
SDH Schakeldifferentie verw. SDC Schakeldifferentie koelen Tw Watertemperatuur
w Y11 T
28
Gew. ruimtetemperatuur Signaal voor afsluiter Ruimtetemperatuur
Spoelfunctie
De changeover-opnemer heeft de taak een wisseling van verwarmings- naar koelbedrijf in werking te stellen. Als een tweewegafsluiter wordt toegepast, is het aan te bevelen de spoelfunctie te activeren (parameter P16). Hierdoor wordt de mediumtemperatuur correct gemeten, ook als de doorstroomafsluiters gedurende langere tijd gesloten zijn. Om dit te garanderen worden de afsluiters bij buitenbedrijf-toestand iedere 2 uur gedurende 1 minuut geopend (parameter P16). Dit gebeurt voor de eerste maal na het wijzigen van parameter P16 en na het verlaten van de parameterinstelling.
Toepassing met DXkoelmachine (alleen RDF10)
In combinatie met een 1-traps DX-koelmachine alleen voor koelen of alleen voor verwarmen
AAN
Via uitgang Y11 krijgt de DX-koelmachine het IN-commando als: 1. 2.
UIT
Via uitgang Y11 krijgt de DX-koelmachine het UIT-commando als: 1. 2.
Retourluchttemperatuur (optioneel)
de gemeten ruimtetemperatuur een halve schakeldifferentie onder (verwarmings bedrijf) resp. boven (koelbedrijf) de ingestelde gewenste waarde ligt en de koelmachine langer dan een minuut uitgeschakeld is geweest (parameter P20).
de gemeten ruimtetemperatuur een halve schakeldifferentie boven (verwarmings bedrijf) resp. onder (koelbedrijf) de ingestelde gewenste waarde ligt en de koelmachine langer dan een minuut ingeschakeld is geweest (parameter P19).
De RDF10 regelt afhankelijk van de gemeten ruimtetemperatuur, of afhankelijk van de retourluchttemperatuur in de ventilatorconvector. De omschakeling geschiedt automatisch als een kabeltemperatuuropnemer QAH11.1 wordt aangesloten.
Bedrijfswijzen De volgende bedrijfswijzen zijn mogelijk: Normaalbedrijf
Verwarmings- of koelbedrijf met handmatig ingestelde ventilatortrap III, II of I. Tijdens normaal bedrijf regelt het apparaat op de ingestelde waarde.
3/11 Siemens Building Technologies HVAC Products
Ruimtetemperatuurregelaar
CE1N3051nl 04.2004
Gereduceerd bedrijf
Stand-by
Voorkomen van schade door vocht (alleen bij de RDF10)
Bij de RDF10 kan aan de signaalingang 'D1−GND' een potentiaalvrij contact voor het omschakelen van de bedrijfswijzen worden aangesloten. Sluit het contact (oorzaak hiervoor is b.v. een geopend venster), dan verandert de bedrijfswijze van normaal bedrijf naar gereduceerd bedrijf. In deze bedrijfswijze wordt op de bijbehorende gewenste waarden voor verwarmen en koelen geregeld (instelling regelparameters P01 en P02). Bij de RDF10 is de werkrichting van het contact (maak of verbreek) instelbaar. Bij de RDF10 en de RDF10.2 wordt in de schakelaarstand “stand-by ” op de bijbehorende gewenste waarden voor verwarmen en koelen geregeld, indien deze zijn ingesteld (instelling van de regelparameters P03 en P04). Om in warme en vochtige klimaatzones schade door vocht, als gevolg van ontbrekende luchtcirculatie tijdens het gereduceerd bedrijf, te voorkomen (b.v. in lege hotelkamers), kan via parameter P17 tijdens gereduceerd bedrijf de ventilator doorlopen. In deze situatie loopt de ventilator op het gekozen toerental of, indien de schakelaar op “standby ” staat , op stand 1.
Instelling van de regelparameters Bij de RDF10 en de RDF10.2 kunnen ter optimalisering van het regelgedrag een aantal regelparameters worden ingesteld. Deze paramet ers kunnen ook later tijdens bedrijf, zonder openen van het apparaat, worden veranderd. Bij spanningswegval blijven alle ingestelde parameters gehandhaafd. Instelling
De parameters kunnen als volgt worden veranderd: 1.
De schakelaar voor de bedrijfswijze op de stand
2.
Gelijktijdig indrukken van de toetsen + en – gedurende 3 seconden. Binnen 2 seconden na het loslaten opnieuw indrukken van de + toets gedurende 3 seconden. "P01" verschijnt op de weergave.
3.
Kiezen van de gewenste parameter door herhaald indrukken van de toetsen + en -: +
P01
- +
P02
-
+
P19
instellen.
- +
P20
-
4.
Door het gelijktijdig indrukken van de toetsen + en – verschijnt de actuele waarde van de gekozen parameter en deze kan door herhaald indrukken van de toetsen + en – worden veranderd.
5.
5 seconden na de laatste toetsdruk wordt de laatste parameter weer weergegeven.
6.
Door het herhalen van de stappen 3 tot 5 kunnen andere parameters worden weergegeven en veranderd.
7. 10 seconden na de laatste weergave of instelling worden alle veranderingen opgeslagen en wordt teruggekeerd naar de normale bedrijfsmodus.
4/11 Siemens Building Technologies HVAC Products
Ruimtetemperatuurregelaar
CE1N3051nl 04..2004
Regelparameters van RDF10 Parameter
Betekenis
Instelbereik
Fabrieksinstelling
P01
Gewenste waarde verwarmen in het gereduceerd bedrijf (omschakelcontact voor de bedrijfswijze geactiveerd)
“UIT“
16 °C 1)
Gewenste waarde koelen in het gereduceerd bedrijf (omschakelcontact voor de bedrijfswijze geactiveerd)
“UIT“
P03
Gewenste waarde verwarmen in de schakelaarstand “stand-by ”
“UIT“ 5…20 °C (in stappen van 0,5 K)
8 °C 1)
P04
Gewenste waarde koelen in de schakelaarstand “stand-by ”
“UIT“
UIT 1)
P05
Min. begrenzing gewenste waarde “normaal bedrijf”
5…20 °C (in stappen van 0,5 K)
5 °C
P06
Max. begrenzing gewenste waarde “normaal bedrijf”
21…35 °C (in stappen van 0,5 K)
35 °C
P07
Omschakelpunt verwarmen/koelen voor Verwarmen
10…25 °C (in stappen van 0,5 K)
16 °C 1)
P08
Omschakelpunt verwarmen/koelen voor Koelen
27…40 °C (in stappen van 0,5 K)
28 °C 1)
P09
Opnemerijking
-3…+3 K (in stappen van 0,5 K)
0K
P10
P-band verwarmingsbedrijf
0,5…+4 K (in stappen van 0,5 K)
2K
P11
P-band koelbedrijf
0,5…+4 K (in stappen van 0,5 K)
1K
P13
Actieve temperatuuropnemer (geen instelling, alleen weergave)
1: Ruimtetemperatuur (actief)
- 1)
P14
Actuele ruimtetemperatuurwaarde (geen instelling, alleen weergave)
0…49 °C = actuele temperatuurwaarde
-
P15
Actuele changeover-temperatuur verwarmen / koelen met weergave van de actuele bedrijfs wijze ( , ) (geen instelling, alleen weergave)
100 = open ingang (geen opnemer aangesloten, verwarmingsbedrijf ( ) 0…49 °C = actuele temperatuurwaarde
- 1)
P16
Spoelfunctie
0 min.: niet actief 1…5 min.: actief met tijdsduur naar keuze
0 min. 1)
P17
Ventilatorsturing tijdens gereduceerd bedrijf
OFF: Ventilator in dode zone uit ON: Ventilator in dode zone in, loopt volgens gekozen trap of op trap 1 in standby-bedrijf
UIT 1)
P19
Minimale inschakeltijd van uitgang Y11, Y21
1...20 min. (in stappen van 1 minuut)
1 min. 1)
P20
Minimale uitschakeltijd van uitgang Y11, Y21
1...20 min. (in stappen van 1 minuut)
1 min. 1)
P02
5…20 °C (in stappen van 0,5 K) 28 °C 1)
21…35 °C (in stappen van 0,5 K)
21…35 °C (in stappen van 0,5 K)
2: Retourluchttemperatuur (actief)
00 = ingang overbrugt, koelbedrijf (
)
1) Deze parameters zijn in de RDF10.2 niet beschikbaar
Typeoverzicht Typeaanduiding
Kenmerken
RDF10
met ingang voor temperatuuropnemer voor retourlucht met ingang voor omschakelcontact bedrijfswijze met automatische omschakeling tussen verwarmings- en koelbedrijf
5/11 Siemens Building Technologies HVAC Products
Ruimtetemperatuurregelaar
CE1N3051nl 04.2004
RDF10.2
zonder ingang voor temperatuuropnemer voor retourlucht zonder ingang voor omschakelcontact bedrijfswijzen met handmatige omschakeling tussen verwarmings- en koelbedrijf
Bestelling Bij bes telling moeten de naam en de typeaanduiding worden opgegeven. Temperatuuropnemer QAH11.1 (toepasbaar als retourlucht - of changeover-opnemer), changeover-montageset en afsluiters moeten afzonderlijk worden besteld. Apparatencombinaties
Apparaat
Type
Apparatenblad
Temperatuuropnemer
QAH11.1 1840
Ruimtetemperatuuropnemer
QAA32
Changeover-montageset
ARG86.3 1840
Elektromotorische servomotor (2-punts)
SFA21..
4863
Thermische servomotor (voor verwarmingsafsluiter)
STA21..
4893
Thermische servomotor (voor kleine afsluiters 2,5 mm)
STP21..
4878
1747
Uitvoering Het apparaat bestaat uit twee delen: •
een kunststofhuis, met regelelektronica, bedieningselementen en interne ruimtetemperatuuropnemer en
•
een montageplaat
Het huis wordt in de bevestigde montageplaat gehangen en vastgeschroefd. De schroefklem-aansluitingen bevinden zich op de montageplaat; de DIP-switches op de achterkant van het huis. Instel- en bedieningselementen
1 2
7
4
3
5
3051P02
6
Legenda
1
Weergave van de ruimtetemperatuur (in ° Celsius of ° Fahrenheit), gewenste waarden of regelparameters
2
Symbool bij weergave van de actuele ruimtetemperatuur
3
Normaal bedrijf Gereduceerd bedrijf
6/11 Siemens Building Technologies HVAC Products
Ruimtetemperatuurregelaar
CE1N3051nl 04..2004
4
Koelafsluiter open Ventilator aan Verwarmingsafsluiter open
5 6
7
Drukknoppen voor de instelling van de gewenste waarden en de regelparameters Bedrijfskeuzeschakelaar (Stand-by , verwarmings- of koelbedrijf met handmatige keuze van de ventilatortrap) Bedrijfskeuze schakelaar (RDF10.2) (verwarmingsbedrijf, koelbedrijf)
DIP-schakelaarblok Schakelaarnr.
Betekenis
Positie 'ON' (fabrieksinstelling)
Positie 'OFF'
1
Ventilatorbesturing
De ventilatorbesturing is in normaal bedrijf onafhankelijk van de temperatuur
De ventilatorbesturing is in alle bedrijfswijzen afhankelijk van de temperatuur
2
Weergave temperatuur of gewenste waarde
Weergave ruimtetemperatuur
Weergave gewenste waarde
Werkrichting van het contact voor de externe omschakeling van de bedrijfswijze
De omschakeling is geactiveerd als het contact gesloten is (N.O. "normaal open“)
3
1)
1)
(of retourluchttemperatuur) De omschakeling is geactiveerd als het contact open is (N.C. "normaal gesloten")
Alleen bij RDF10
Toebehoren Beschrijving Adapterplaat voor opbouwmontage
Typeaanduiding ARG70.2
Aanwijzingen Bij de RDF10 kan de regelaaringang voor de automatische omschakeling van verwarmings- naar koelbedrijf ook zonder de kabelopnemer QAH11.1 worden gebruikt: • Voor systemen zonder automatische omschakeling kan i.p.v. de opnemer een externe schakelaar (geschikt voor toepassing met netspanning) worden gebruikt voor de handmatige omschakeling • Voor systemen met permanent verwarmingsbedrijf wordt de ingang van de regelaar zonder opnemer gebruikt • Voor systemen met permanent koelbedrijf moet de ingang van de regelaar elektrisch worden kortgesloten (B2 met M) Montage, installatie en inbedrijfstelling
Montageplaats: aan de wand of in de ventilatorconvector. Niet in nissen, tussen planken, niet achter gordijnen, boven of in de buurt van warmtebronnen en niet blootgesteld aan de zon. Montagehoogte ca. 1,5 m boven de vloer. De aansluitdraden kunnen via een inbouwdoos worden toegevoerd.
7/11 Siemens Building Technologies HVAC Products
Ruimtetemperatuurregelaar
CE1N3051nl 04.2004
Instellingen van DIP-switches 1 tot 3 (voor RDF10) resp. 1 en 2 (voor RDF10.2) controleren en eventueel veranderen. Het apparaat voert na het aansluiten van de bedrijfsspanning een reset uit. Dit proces duurt ca. 3 s en wordt door het knipperen van alle LCD-segmenten aangegeven. Daarna is het apparaat gereed voor bedrijf. • Voor de montage van de changeover-opnemer moet isolatie van de buis worden verwijderd, om het meten van de werkelijke temperatuur te garanderen. • De aangesloten kabels moeten voldoen aan de eisen voor netspanning. • De opnemeringangen B1−M en B2−M liggen aan netspanning. Bij eventuele verlenging van de opnemerkabel, moeten kabels worden gebruikt, die geschikt zijn voor netspanning Bij het apparaat is een montagehandleiding gevoegd. Opnemerijking
Als de weergegeven temperatuur en de werkelijk gemeten ruimtetemperatuur niet overeenstemmen, kan de temperatuuropnemer bij de RDF10 opnieuw worden geijkt. Daarvoor moet parameter P05 worden veranderd.
Technische gegevens Voeding
Bedrijfsspanning Frequentie Opgenomen vermogen Uitgangen Q1, Q2, Q3 – N belasting Uitgang Y11 – N (maakcontact) belasting Uitgang Y12 – N (verbreekcontact) belasting Opnemer retourlucht – signaalingang B1 – M Changeover – signaalingang B2 – M Meldingang D1 en GND contactscanning isolatie t.o.v. het net werkrichting bij RDF10 Toelaatbare leidinglengte Cu-kabel 1,5 mm 2 voor aansluitingen aan de B1, B2 en D1
Functiegegevens
AC 230 V + 10/-15 % 50/60 Hz max. 6 VA AC 230 V max. 5(3) A AC 230 V max. 5(3) A AC 230 V max. 5(3) A QAH11.1, bev.klasse II NTC weerstand 3 kO bij 25 °C QAH11.1, bev.klasse II NTC weerstand 3 kO bij 25 °C SELV DC 6-15 V / 3-6 mA 4 kV, versterkte isolatie Naar keuze (NO / NC) 80 m
Instelbereik gewenste waarde 5...35 °C Max. regelafwijking bij 25 °C max. ±0,5 K Schakeldifferentie verw.bedrijf instelbaar bij RDF10, 2 K vast bij RDF10.2 Schakeldifferentie koelbedrijf instelbaar bij RDF10, 1 K vast bij RDF10.2 Gew. waarde «Gereduceerd bedrijf » verwarmen, 16 °C instelbaar bij RDF10, vast bij RDF10.2 Gew. waarde « Gereduceerd bedrijf » koelen, 28 °C instelbaar bij RDF10, vast bij RDF10.2
8/11 Siemens Building Technologies HVAC Products
Ruimtetemperatuurregelaar
CE1N3051nl 04..2004
Omgevingsvoorwaarden
Normen en standaards
Gew. waarde «Stand-by » verwarmen bij RDF10, instelbaar bij RDF10.2, vast Gew. waarde «Stand-by » koelen Bedrijf klimatologische voorwaarden temperatuur vochtigheid Transport klimatologische voorwaarden temperatuur vochtigheid mechanische voorwaarden Opslag klimatologische voorwaarden temperatuur vochtigheid - conformiteit volgens EMC-richtlijn laagspanningsrichtlijn
8 °C UIT UIT volgens IEC 721-3-3 klasse 3 K5 0...+ 50 °C < 95 % r. v. volgens IEC 721-3-2 klasse 2 K3 −25...+70 °C < 95 % r. v. klasse 2 M2 volgens IEC 721-3-1 klasse 1 K3 −25...+70 °C < 95 % r. v. 89/336/EWG 73/23/EWG
N474
Algemeen
C-Tick conformiteit volgens EMC-richtlijn Productnormen Automatische elektr. regel- en besturingsapparaten voor huishoudelijk gebruik en soortgelijke toepassingen. Bijzondere eisen aan temperatuurafhankelijke regel- en besturingsapparaten Elektromagnetische compatibiliteit emissie immuniteit Bedrijfsmiddelen van de beveiligingsklasse Vervuilingsgraad Beschermingsgraad Aansluitklemmen Massa (gewicht) Kleur van het front van het huis
AS/NSZ 4251.1:1994 EN 60 730 – 1
EN 60 730 – 2 - 9
EN 50 081-1 EN 50 082-1 II volgens EN 60 730 normaal IP 30 volgens EN 60 529 massief of voorbereid gevlochten 2 x 0,4-1,5 mm2 of 1 x 2,5 mm2 0,25 kg wit, NCS S 0502-G (RAL9003)
9/11 Siemens Building Technologies HVAC Products
Ruimtetemperatuurregelaar
CE1N3051nl 04.2004
Aansluitklemmen AC 230 V
D1 GND **
3021G01
D1, GND* Signaalingang voor potentiaalvrij omschakelcontact bedrijfswijze N Q1 Q2 Q3 Y12 Y11 N Q1 Uitgang 'ventilatortrap I' AC 230 V SELV Q2 Uitgang 'ventilatortrap II ' AC 230 V Q3 Uitgang 'ventilatortrap III' AC 230 V L, N Bedrijfsspanning AC 230 V Y11 Uitgang 'afsluiter' AC 230 V (maakB1* Signaalingang retourluchttemp.opnemer contact voor stroomloos gesloten afsluiters) of ext. temperatuuropnemer QAA32 of uitgang voor DX-koelmachine Y12 Uitgang 'afsluiter' AC 230 V (verbreekM Meetnul 'retourluchttemp.opnemer' of contact voor stroomloos open afsluiters) ext. Ruimtetemperatuuropnemer en L B1* M B2**
* alleen bij RDF10
'changeover-opnemer' B2*
Signaalingang 'changeover-opnemer'
Aansluitschema Toepassing:
L
QAH11.1 QAH11.1 + / QAA32 ARG86.3 10 A
AC 230 V
2-pijps ventilatorconvector
B1
L
*
*
B1
N
M
B2
B2
Q1 Q2 Q3
*
*
S1
RDF10
Retourluchttemp. opnemer QAH11.1 of externe ruimtetemperatuuropnemer QAA32
B2*
Changeover-opnemer (temperatuuropnemer QAH11.1 + changeovermontageset ARG86.3) 3-toeren ventilator ruimtetemperatuurregelaar RDF10 / RDF10.2 Extern omschakelcontact bedrijfswijze Zoneafsluiter
D1 GND Y12
Y11
N
N1
I II III
Y1 5(3)A max.
3050A34
M1 N
B1*
5(3)A max.
M1 N1 S1* Y1
* alleen bij RDF10 Toepassing:
L
B1*
QAH11.1 QAH11.1 + / QAA32 ARG86.3 10 A
B1
AC 230 V
DX-koelmachine L
*
B1
N
* M
B2
Q1 Q2 Q3 I
B2
* S1 D1 GND
Y12
Y11
N
N1
II III
N
5(3)A max.
5(3)A max.
3050A35
C1 M1
Retourluchttemp. opnemer QAH11.1 of externe ruimtetemperatuuropnemer QAA32 B2* Changeover-opnemer (temperatuuropnemer QAH11.1 + changeovermontageset ARG86.3) M1 3-toeren ventilator N1 ruimtetemperatuurregelaar RDF10 / RDF10.2 S1* Extern omschakelcontact bedrijfswijze C1 DX-koelmachine * alleen bij RDF10
10/11 Siemens Building Technologies HVAC Products
Ruimtetemperatuurregelaar
CE1N3051nl 04..2004
Maatschetsen
3050M01
117
Apparaat
35
96
Maten in mm
Bodemplaat 28
25 90
3050M02
4
4 30
7
28
107
28
45
11,8
28
Maten in mm
11/11 Siemens Building Technologies HVAC Products
Ruimtetemperatuurregelaar
CE1N3051nl 04.2004