Rotterdamse Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
2
Waarom een meldcode? De Rotterdamse Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is een stappenplan voor professionals en instellingen bij (vermoedens van) huiselijk geweld en kindermishandeling. Het stappenplan biedt ondersteuning aan professionals door duidelijk te maken wat er van hen wordt verwacht. Dat is niet alleen belangrijk voor de professional zelf, maar draagt ook bij aan effectieve hulp aan slachtoffer en pleger.
Voor wie is de meldcode bedoeld? De meldcode richt zich op alle professionals en instellingen die in de regio Rotterdam onderwijs, opvang, hulp, zorg of ondersteuning bieden. Dat kunnen docenten en maatschappelijk werkers zijn, maar ook artsen, (psychiatrisch) verpleegkundigen en medewerkers in de (kinder)opvang.
Meer weten? Deze brochure bevat een korte samenvatting van de meldcode. De volledige tekst en een uitvoerige toelichting zijn te vinden op: www.huiselijkgeweld.rotterdam.nl 3
AMK en ASHG: voor advies en melden Voor alle stappen van de meldcode geldt dat u altijd contact kunt opnemen met de medewerkers van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) of het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG). Zij weten veel over mogelijke signalen van huiselijk geweld en kunnen u helpen bij het voeren van gesprekken met cliënten en het bepalen van uw verdere aanpak. Komt u er zelf (als beroepskracht of als instelling) niet uit, dan kunt u de zaak melden bij het AMK of het ASHG, waarna medewerkers van deze instanties de zaak (gedeeltelijk) van u overnemen. Zij houden u vervolgens op de hoogte van de acties die in gang zijn gezet. U kunt contact opnemen met het AMK als er sprake is van mishandeling van kinderen of jongeren (tot 18 jaar). Gaat het om huiselijk geweld waarbij volwassenen zijn betrokken, dan kunt u terecht bij het ASHG. Telefoonnummers: - AMK 010 - 412 81 10 - ASHG 010 - 44 38 444
4
5
De vier stappen van de meldcode 1. Bespreek (uw vermoedens van) het geweld met uw cliënt. Openheid naar uw cliënt toe is een belangr ijke grondhouding in de hulpverlening en in het onderwijs. Vandaar dat u eerst met hem of haar in gesprek gaat. Let op: U kunt deze stap alleen overslaan als uw eigen veiligheid of de veiligheid van uw cliënt in het geding is of als u vermoedt dat uw cliënt zijn contact met u na het gesprek zal verbreken. 2. Overleg met een deskundige collega of met iemand van het AMK of het ASHG. Zijn uw zorgen na het gesprek met uw cliënt niet weggenomen, bespreek (uw vermoedens van) het geweld dan met een deskundige collega. Komt u er met uw collega niet goed uit, vraag dan in elk geval advies aan het AMK of het ASHG. 3. Meld (vermoedens van) ernstig geweld bij het AMK of het ASHG. Ernstig geweld moet, in het belang van de cliënt, altijd worden gemeld bij het AMK of het ASHG. Het risico dat verschillende professionals langs elkaar heen werken is anders te groot. Als een zaak wordt gemeld, komt alle informatie bij elkaar en kunnen de verschillende acties goed op elkaar worden afgestemd. 6
Ernstig geweld De ernst van het geweld blijkt onder meer uit: • de duur en de intensiteit ervan; • het gebruik van wapens of andere zware middelen; • (de kans op) herhaling van het geweld; • de zwaarte van het (lichamelijk of psychisch) letsel; • de aanwezigheid van kinderen bij structureel partnergeweld.
4. Als u het (vermoeden van) huiselijk geweld zelf aanpakt, blijf uw cliënt dan volgen en doe alsnog een melding als het geweld niet stopt. Is er geen sprake van ernstig geweld, wil uw cliënt graag hulp én bent u in staat deze hulp zelf te bieden of te organiseren, dan moet u dat zeker doen. Maar doe het niet alleen! Voer bij twijfel overleg met een deskundige collega of met iemand van het AMK of het ASHG. Blijf uw cliënt goed volgen, maak vervolgafspraken en wees alert op signalen die er op kunnen wijzen dat het geweld opnieuw de kop opsteekt. Doe in dat geval alsnog een melding. 7
8
Openheid naar de cliënt Een cliënt mag van een professional verwachten dat er niets buiten hem of haar om gebeurt. Drie vuistregels voor een open werkwijze zijn: • bespreek met uw cliënt uw zorgen en vermoedens; • betrek uw cliënt zoveel mogelijk bij de hulp die in gang moet worden gezet; • informeer uw cliënt als u besluit om een melding te doen. Let op! U kunt van deze vuistregels alleen afwijken: • als de veiligheid van uw cliënt of die van uzelf in het geding is; • als u vreest dat uw cliënt daardoor het contact met u verbreekt.
9
Meldcode en beroepsgeheim Als professional in de zorg, het onderwijs, de reclassering, de hulpverlening en de opvang heeft u een beroepsgeheim. Dit houdt in dat u toestemming van uw cliënt nodig hebt als u met anderen over hem of haar wilt spreken. Een beroepsgeheim is echter niet absoluut. Bij (vermoedens van) huiselijk geweld of kindermishandeling moet er in ieder geval iets gebeuren. Het vermoeden moet worden uitgezocht en als er inderdaad sprake is van geweld, dan is het van groot belang dat slachtoffer en pleger worden geholpen, zodat het geweld stopt. Dit is zó essentieel, dat het beroepsgeheim daarvoor moet wijken. De meldcode geeft aan hoe u op zorgvuldige wijze de noodzakelijke stappen zet.
10
11
12
Aangifte bij de politie Kindermishandeling en huiselijk geweld zijn strafbare feiten. Het AMK en het ASHG hebben met de politie afgesproken dat zij aangifte doen van meldingen waarbij ernstig geweld is gebruikt, zodat strafvervolging kan worden ingezet. U kunt als professional ook zelf aangifte doen, als u meent dat dit voor de veiligheid van uw cliënt noodzakelijk is. Werkt u bij een instelling, overleg hierover dan met een deskundige collega en met een leidinggevende. Een aangifte wordt namens de instelling gedaan door een leidinggevende.
13
U staat er niet alleen voor Werkt u bij een instelling die de meldcode heeft ondertekend, dan moet uw werkgever er voor zorgen dat u als professional de code goed kunt uitvoeren. Bijvoorbeeld door scholing en training aan te bieden en door de organisatie zo in te richten dat u altijd kunt terugvallen op een aandachtsfunctionaris of op een team van deskundige collega’s. Mocht een cliënt een klacht over u indienen, terwijl u de meldcode hebt gevolgd, dan heeft u er recht op dat uw werkgever u (ook juridisch) steunt. Kortom: de meldcode is niet alleen een zaak van u als individuele professional, maar ook van de instelling waarbij u werkt.
14
15
16
Huiselijk geweld De nota “Privé Geweld - Publieke zaak” van het ministerie van Justitie (april 2002) geeft de volgende definitie van huiselijk geweld: ‘Huiselijk geweld is (dreigen met) geweld, door iemand uit de huiselijke kring. Onder geweld wordt verstaan: de fysieke, seksuele of psychische aantasting van de persoonlijke integriteit van het slachtoffer, daaronder ook begrepen, uitbuiting. Tot de huiselijke kring van het slachtoffer behoren: (ex) partners, gezinsleden, familieleden en vrienden’.
Kindermishandeling De Wet op de jeugdzorg (artikel 1, lid m) geeft de volgende definitie van kindermishandeling: ‘Kindermishandeling is iedere vorm van voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, daaronder ook begrepen uitbuiting, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel’.
17
Contactgegevens AMK en ASHG Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK): 010 - 412 81 10 Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG): 010 - 44 38 444
18
Colofon Tekst Mr. Lydia Janssen (Adviesbureau Van Montfoort, Woerden) Eindredactie Sectie Communicatie GGD Rotterdam-Rijnmond Illustraties Via Handelskade, Rotterdam Vormgeving Front-taal, Rotterdam Drukwerk Thieme MediaCenter, Rotterdam Huiselijk geweld is onderdeel van het Sociaal Programma van de Gemeente Rotterdam
19
GGD Rotterdam-Rijnmond Postbus 70032 3000 LP Rotterdam tel (010) 433 99 66
[email protected]
www.ggd.rotterdam.nl www.huiselijkgeweld.rotterdam.nl