MELDCODE KINDERMISHANDELING EN HUISELIJK GEWELD T.B.V. WEBSITE MARTINUSCOLLEGE – FEBRUARI 2015
INLEIDING
Beroepskrachten hebben een bijzondere verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de kinderen en ouders met wie zij in hun werk te maken hebben. Zij moeten in actie komen als er mogelijk sprake is van kindermishandeling of huiselijk geweld. In deze procedure wordt gemeld hoe te handelen. In principe zijn er 5 stappen: 1. Signaleren (24 uur) 2. Collegiale consultatie (24 uur) 3. Praat met ouder(s) en/of kind (zoek naar herkenning) 4. Afwegen van de aard, ernst van en risico op kindermishandeling of huiselijk geweld 5. Beslis: zelf hulp organiseren of melding doen bij “Veilig Thuis”1 Bij het samenstellen van deze procedure (protocol) is uitgegaan van de Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Onder kindermishandeling wordt verstaan het doen en laten van ouders, of anderen in soortgelijke positie ten opzichte van het kind, dat een ernstige aantasting of bedreiging vormt voor de veiligheid en het welzijn van het kind.2 Onder ouders vallen ook stiefouders, adoptiefouders, pleegouders of partner van een van de ouders. De “anderen in soortgelijke positie” zijn mensen van wie het kind ook afhankelijk is voor aandacht, bescherming en verzorging (denk aan buren, vrienden, kennissen, broers, zussen leerkracht of oppas). De overheid beschrijft huiselijk geweld als: huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke of familiekring van het slachtoffer wordt gepleegd (lichamelijke en seksuele geweldpleging, belaging en bedreiging – al dan niet door middel van of gepaard gaand met - beschadiging van goederen in en om het huis). Indien de veiligheid van de leerling, die van het personeel of die van een ander in het geding is of als er goede redenen zijn om te veronderstellen dat de ouder(s) door dit gesprek het contact met school zal verbreken, kan er direct worden overgegaan tot een melding. Dit zal via de zorgcoördinator, teamleider plaatsvinden, na akkoord van de directie. De mentor zal de leerling gedurende het jaar met extra aandacht blijven volgen. Bij de overgang naar het volgende schooljaar zal er altijd een warme overdracht plaatsvinden (persoonlijk gesprek tussen de mentor en de zorgbegeleider / mentor van het komend jaar).
1 2
“Veilig Thuis”, voorheen Advies- en meldpunt Kindermishandeling / Steunpunt Huiselijk Geweld Baartman, 2010
Meldcode kmh/hg
website - februari 2015
versie 2.3
1
A. SIGNALEREN 1. Start van de procedure begint met: 2. Medewerker van de school ontdekt signalen die zouden kunnen wijzen op een vorm van kindermishandeling of huiselijk geweld. 3. Hij / zij brengt deze signalen objectief in kaart. Dit betekent dat de medewerker beschrijft wat hij ziet en of hoort. Objectief betekent in dit geval dat de medewerker niet te snel conclusies trekt of interpreteert op basis van wat hij / zij ziet of hoort. Dus niet “Leerling ziet er slecht uit”, maar “leerling ziet wit, heeft wallen onder de ogen en gespannen trekken in zijn gezicht”. Gebruik hiervoor het “signaleringsformulier kindermishandeling / huiselijk geweld”. Deze is voorzien van een lijst met risicofactoren en signaleringen. i
B. COLLEGIALE CONSULTATIE 4. De medewerker vraagt advies aan een (deskundige) collega (mentor, zorgbegeleider, afdelingsleider). Dit wordt gezien als intern overleg en hiervoor is geen toestemming van de leerling of ouders noodzakelijk. Dat is ook het geval indien de medewerker besluit een adviesgesprek te voeren met “Veilig Thuis” en daarbij de persoonsgegevens anoniem houdt. 5. De zorgbegeleider overlegt met teamleider en zorgcoördinator. Zij besluiten om een gesprek met de ouders (en mentor) te arrangeren. C. ZOEK HERKENNING 6. De zorgcoördinator, zorgbegeleider en/of teamleider besluiten om een gesprek aan te gaan met de ouder(s). Doel van het gesprek zal zijn de zorgen – die zijn gebaseerd op de signaleringen – aan de ouder(s) kenbaar te maken. 7. De mentor (zorgcoördinator, zorgbegeleider of teamleider) nodigt de ouder(s) uit voor het gesprek. 8. De ouder(s) komt /komen op de afspraak. Ga verder naar stap 10. a. De ouder(s) komt / komen niet op de afspraak. Herhaal stap 7. (2 e keer neemt de teamleider het initiatief . Bij opnieuw niet opkomen, start meldingsprocedure: aangetekende brief naar ouders) 9. Tijdens het gesprek zal een (deskundige) collega aanwezig zijn. Hierbij moet worden gedacht aan een zorgbegeleider/ -coördinator of teamleider. Tijdens het gesprek a. legt de mentor het doel uit van het gesprek; b. worden de feiten die zijn vastgesteld en de waarnemingen die zijn gedaan beschreven; c. worden de ouder(s) in staat gesteld te reageren; d. kan na afloop van de reactie van de ouder(s) de mentor zijn/haar interpretatie van hetgeen hij/zij heeft gehoord, gezien en waargenomen, geven. 10. Aan het eind wordt een mondelinge samenvatting gegeven. Dit kan leiden tot een handelingsadvies. (indien blijkt dat er geen sprake is van kmh/hgw dan eindigt procedure bij het toesturen van het verslag). 11. In het handelingsadvies komen de volgende zaken aan de orde: a. Toestemming voor ZAT melding; b. De acties die school gaat ondernemen; c. De acties die de ouders gaan ondernemen; d. Ouders geven toestemming voor controle op naleving van het handelingsadvies. Indien besloten wordt dat hulp aan de leerling wordt geboden door de school zelf, zal een intern handelingsadvies worden geschreven. 12. Mentor stuurt het verslag naar de ouder(s). 13. Ouder(s) gaat / gaan al dan niet akkoord met de inhoud van het verslag, maar tekenen in ieder geval voor gezien. Indien ouders het gespreksverslag / handelingsadvies niet tekenen, dan start melding “Veilig Thuis”. Ouders hebben ruimte om aan te geven waarom ze niet akkoord gaan met (delen van ) het handelingsadvies. 14. Ouder(s) retourneert / retourneren gesprekverslag (inclusief handelingsadvies) binnen 48 uur na dagtekening van de brief. a. Bij in gebreke blijven, zal de mentor telefonisch contact opnemen met de ouder(s). b. Blijven de ouders in gebreke,
Meldcode kmh/hg
website - februari 2015
versie 2.3
2
c. dan eindigt deze procedure en start de meldingsprocedure “Veilig Thuis”. 15. De mentor ontvangt het ondertekende handelingsadvies. Hierin wordt standaard gevraagd om toestemming voor melding bij het ZAT. D. AFWEGEN VAN AARD, ERNST VAN EN RISICO OP KINDERMISHANDELING (HUISELIJK GEWELD) 16. De mentor vult samen met de zorgbegeleider, zorgcoördinator of teamleider vult LIRIK (risicotaxatie-instrument) in en weegt hiermee de aard, ernst en risico op kindermishandeling of huiselijk geweld.3 Hierbij maakt de mentor gebruik van de eerder opgedane reacties van de collegiale consultatie, de signalering en de uitkomsten van het gesprek met de ouder(s). 17. De mentor bespreekt de uitkomst van de LIRIK met een zorgbegeleider, zorgcoördinator en / of afdelingsleider. E. BESLIS: ZELF HULP ORGANISEREN OF MELDEN BIJ “Veilig Thuis”. 18. Men besluit 19. Om leerling te melden bij “Veilig Thuis” (zie procedure “Veilig Thuis”- melding). 19a. Is einde procedure KMH/HGW 19b. De zorgcoördinator / teamleider geeft aan de ouders door dat er sprake zal zijn van de melding bij “Veilig Thuis”. 20. om leerling te bespreken in het ZAT. (medewerker gebruikt hiervoor formulier “melding Zat”). 21. De mentor (of zorgbegeleider) legt alle reacties gedurende de hele procedure vast in het LVS (Magister). 22. De mentor (of zorgbegeleider) houdt de voortgang van de melding in de gaten. 23. Einde procedure
3
3
De LIRIK is ook te downloaden op www.protocolkindermishandeling.nl
Meldcode kmh/hg
website - februari 2015
versie 2.3
REFERENTIE
Wet Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling (bijlage 1: Besluit vaststelling van de minimumeisen voor de (verplichte) meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling) Protocol kindermishandeling (bijlage 2) Basismodel meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling (bijlage 3) Artikel 53 lid 3 van de Wet op de jeugdzorg (bijlage 4) Verwijsindex risicojongeren
EXTRA
“Veilig Thuis”: 0800 2000 (landelijk telefoonnummer –gratis en 24/7 bereikbaar) o www.vooreenveiligthuis.nl Politie: o 112 (algemeen alarmnummer bij acute nood – gratis) o 0900 8844 (als er geen spoed is – lokaal gesprekstarief) www.protocolkindermishandeling.nl www.meldcriteria.nl. www.verwijsindex.nl.
4
Meldcode kmh/hg
website - februari 2015
versie 2.3
CONTROLELIJST MELDCODE KINDERMISHANDELING / HUISELIJK GEWELD
Start datum
Betreft leerling
Klas
Mentor
Zorgbegeleider
Teamleider
Zorgcoördinator
Om de voortgang van de hele procedure goed te kunnen monitoren zal bij elke melding deze controlelijst worden toegevoegd. Belangrijk is dat elke verantwoordelijke zich aan het tijdspad houdt en de genomen stappen afvinkt door middel van een paraaf. Nr. stap proce dure 2
4 5 6 8 8a 9 10a 11 12 13
14
14c 16 17 18 20 21 22
Korte omschrijving
Verantwoordelijke medewerker.
Datum (ontvangst)
Opmerkingen
Paraaf
Medewerker ontdekt signalen die wijzen op kmh/hg Collegiale consultatie Overleg ZB/TL/ZC/mentor Ouders uitgenodigd voor gesprek Ouders herhaaldelijk niet opgekomen Melding “Veilig Thuis” Gesprek met ouders Geen kmh/hg, dus afsluiting procedure Opstellen handelingsadvies (verslag gesprek) Opsturen handelingsadvies Ouders retourneren ondertekend handelingsadvies Acties mentor als ouders handelingsadvies niet retourneren Melding “Veilig Thuis” Invullen LIRIK (mentor/ zb/zc en of tl) Bespreken uitkomst LIRIK Welke actie (melding AMK / ZAT-bespreking) ZAT-bespreking Verslaglegging Voortgang
Meldcode kmh/hg
5
website - februari 2015
versie 2.3