14-4-2013
HHS PRAKTIJKERVARING
ROTTERDAM MARATHON 10 KM 2013
VD1
Voeding en dietetiek 2013 | Jill Picauly
Inhoudsopgave
Inleiding
blz.2
Hoofdstuk 1: Vooronderzoek Behandelaar
blz.3
Hoofdstuk 2:Voorlichter en Practicum voeding
blz.
Hoofdstuk 3:Uitvoering
blz.
Bijlage A t/m
blz. -
Bijlage A-Agenda activiteiten Bijlage B-Urenverantwoording Bijlage CBijlage DBijlage EBijlage F-
Inleiding Het thema van mijn praktijkervaring is ´Rotterdam marathon 10 km 2013´. Elk jaar doe ik met mijn zus mee aan 10 km in Rotterdam. Het is een evenement waar gemotiveerde sporters hun recordtijd willen lopen. Vorige jaar heb ik een persoonlijke record tijd van 54 min op de 10 km gehaald. Dit ondanks de lichamelijke klachten. Bij de 4 km voelde ik mij namelijk erg duizelig en voelde mijn benen al heel zwaar. Tot de finish heb ik met dit gevoel gelopen en bij de finish streep ben ik bewusteloos geraakt. Mijn zus vertelde mij dat ik dronken leek en dat ik heel chagrijnig was. Een EHBO-medewerkster vertelde ons dat het waarschijnlijk een hypo(lage bloedsuikerspiegel) is geweest. Dit alles had dus te maken met voeding en drinken voor, tijdens en na het sporten. Na dit ongeval kwamen bij mij een paar vragen naar boven over voeding die ik met deze praktijkervaringen zou willen beantwoorden. Alle activiteiten die ik uit heb gevoerd om praktijkervaring op te doen staan in verband met het thema. Er is spraken van praktijkervaring als ik gewerkt heb in het beroepsveld of een relevante doelgroep waar ik in mijn toekomstige beroep mee te maken krijg. In dit eerste jaar HBO Voeding en diëtetiek ben actief geweest in het beroepenveld van de behandelaar. Ook heb ik mij verder ontwikkeld in de beroepsrol voorlichter en op het gebied van practicumvoeding. Daarnaast heb ik mij ook in hele kleine vaardigheden ontwikkeld zoals bellen naar mensen, op mensen af stappen met een interview, iets doen wat mij volledig onbekend is, vragen bij mezelf wat ben ik aan het doen en waarom. De relevante doelgroep waar ik mij op heb gericht zijn de sporters en in het bijzonder de hardlopers. Mijn praktijkervaring is opgebouwd als een onderzoek met als hoofdvraag: Welke rol speelt voeding bij duursport? Ik heb het verslag ingedeeld in 3 hoofdstukken. Deze hoofdstukken zijn stuk voor stuk het zelfde opgebouwd: titel met de beroepsrol waarmee ik mij in dit hoofdstuk wil ontwikkelen ,hoofddoelstelling, activiteiten reflectief beschreven en ontwikkeling beroepsrol. Een agenda van mijn activiteiten staan in bijlage A en de urenverantwoording in bijlage B. In de rest van de bijlages is mijn bewijs te vinden zoals foto’s en feedbackformulieren. De persoonlijke doelstellingen van mij staan hieronder beschreven:
Ik wil door de kennis die ik heb opgedaan met de praktijkervaring over een goed eetpatroon dit jaar bij de marathon 10 KM Rotterdam een sneller tijd lopen als vorig jaar. Aan het einde van dit eerste jaar wil ik een goed lezende tekst kunnen schrijven op propedeuse niveau. Een tekst zonder spel- en grammaticafouten en met een goede lopend structuur (micro en macro structuur).Dit wil ik leren door bij elk verslag feedback te vragen aan mij projectleden en andere vrienden.
Contacten Ik ben in contact gekomen met diëtiste Kievit door mijn moeders werk. Na een lang contact gehad via de email hebben wij in januari een plekje gevonden dat ik mee kon lopen. Ik kon op 10 januari mee naar Strijen en 14 januari meer naar Hellevoetsluis. Ik ben met Sandra Buijing in contact gekomen door een mail te sturen naar Gert Jan van Hattem ,hij werkt bij SMC. De sportdiëtist melde mij dat ik mocht komen meelopen ,omdat ik zo’n duidelijk plan had en een doel waar ze wel bij wilde helpen ze vond het mooi dat ik mezelf bij de praktijkervaring betrok.
1.Vooronderzoek Behandelaar Aan het eind van deze snuffeldagen wil ik een beeld hebben over hoe een behandelaar in de praktijk handelt. Dit ga ik doen door te spreekuren bij te wonen en interviews te houden met de diëtisten. Aan het eind van deze snuffelstage wil ik weten hoe je informatie het best kan overbrengen op een cliënt. Dit ga ik doen door spreekuren van diëtisten bij te wonen en de behandelingen te evalueren. Aan het eind van deze snuffelstage wil ik zoveel mogelijk informatie over sportvoeding verkregen hebben. Dit ga ik doen door een boek te lezen en gerichte vragen te stellen aan de sportdiëtist.
Snuffelstagelopen bij Debora Kievit en Sandra Buijing Het doel van deze snuffeldagen is dat ik een zo goed mogelijk beeld krijg van het beroep als behandelaar. Bij mevrouw Kievit mocht ik twee dagen mee kijken bij haar spreekuren. De eerste dag bij de diëtist was van 12:15 tot 18:00. De locatie was in Strijen in een gebouwd met meerdere afdelingen. Op deze dag maakte ik voor het eerst kennis met de apparatuur die een diëtist gebruikt zoals de “wonder” weegschaal en de programma’s op de computer die de diëtist gebruikt. De tweede dag, 14 januari, mocht ik met mevrouw Kievit mee naar vestiging van Careyn in Hellevoetsluis. In deze dagen heb ik verschillende cliënten voorbij zien komen met verschillende doelen. Ik mocht van de diëtist Kievit op alle twee de dagen een kort gesprek voeren met de cliënten voordat zij weggingen bijvoorbeeld over de sportschool of de verwachtingen die ze hadden. Dit deed ik en mocht ik om te wennen aan het spreken met echte cliënten. Deze gesprekken verliepen heel goed en comfortabel. Sommige cliënten hadden wel zin in een gesprek en duurde het soms te lang en sommige wilde helemaal niet met mij praten maar deden het uit beleefdheid. Op beide dagen heb ik heel goed bekeken hoe de diëtiste alles noteerde en hoe de behandelaar de anamnese afnam. Hiervoor heb alle twee dagen het totale programma van deze diëtiste bijgewoond om mijn doelen te bereiken. Ook heb ik in de lunchpauzes een paar vragen gesteld over de manier van handelen en heb ik het interview afgenomen. De manier van handelen was een soort reflectie op de spreekuren. Hierdoor ben ik erachter wat het doel van handelen was. Het interview met een samenvatting van de antwoorden, een feedbackformulier en een foto zijn te vinden in de bijlage C en D. De stage bij de sportdiëtist was in den Haag. Ook bij ,Mevrouw Buijing , de sportdiëtist heb ik alle spreekuren bij gewoond. Na elk cliënt hebben de diëtist en ik de tijd genomen om het te evalueren. Hier heb ik veel van geleerd. Ik heb tijdens de evaluatie gevraagd(net als bij de vorige stage) naar het handelen en heb ik de behandeling beschreven zoals ik hem zag. Nadat ik de behandeling dan had beschreven voegde de diëtist er meestal wat aan toe of ze ging verder op het onderwerp waar we over evalueerde. Ik leerde hiervan over hoe ik nu een behandeling zou doen en mij even te verplaatsten in een diëtist. Bij een cliënt die een BMI had van 19 en nog steeds wilde afvallen was dit moeilijk. Deze cliënt heeft veel indruk op mij gemaakt. Ze was een ballerina die heel graag van ballet haar beroep wilde maken. De diëtist en ik hebben hier een tijdje overgesproken. Uiteindelijk kon ik concluderen dat je als sportdiëtist je moet inleven in de sporter. Je moet je verdiepen in de sport en in de trainingsschema’s. Ook hebben de sportdiëtist en ik nog een kans gehad voor een korte interview. Bij dit korte interview wilde ik vragen over mijn eigen situatie. Ik kreeg een advies van haar , maar ze liet mij ook een filmpje zien van Gabriëlla Anderson die met verschijnselen van dehydratatie over de finishlijn liep in 1984. Dit filmpje heeft veel indruk op mij gemaakt. Zelfs zoveel indruk dat ik volgens mijn moeder een paar gewoontes heb veranderd. Welke veranderingen en welke adviezen ik heb gebruikt van de sportdiëtist is te lezen in de bijlage E. Op mijn portfolio:
[email protected] is in de gastboek een berichtje te lezen van de sportdiëtist. De feedback aan mij van mevrouw Buijing was: “Bijlf zo enthousiast. Wanneer jezelf enthousiast blijft motiveer je de cliënten en zal je bereiken wat je wil bereiken.”
Beroepsrol behandelaar Na deze 3 dagen heb ik naar mijn idee genoeg spreekuren bijgewoond om een goed beeld te vormen over hoe de diëtiste in de praktijk handelt. De diëtiste laat vooral de cliënt in het begin zelf vertellen. Zo kan de diëtiste aanvoelen of het dieet goed of niet goed is gegaan. Vaak weegt de diëtist de cliënt in dit uur om eens de cijfers te vergelijken. Mevrouw Kievit vertelde dat dit ook heel motiverende voor de cliënt kan zijn. Vaak gebruiken diëtiste dietary history methoden of het eetdagboekje om een overzicht te krijgen op het eetpatroon. Alle gegevens van deze behandeling worden overzichtelijk genoteerd in de computer. Aan het einde vat de diëtist een taak samen die cliënt kan meenemen in het dieet om nog beter resultaat te geven of motiveert de cliënt om door te gaan. Deze taak is vaak niet heel groot zodat het een haalbare taak is bijvoorbeeld i.p.v. plaats van karnemelk kwark te proberen. Dit beeld heb ik gekregen van de behandeling en heb dit beeld gevormd uit de behandelingen van twee diëtisten. Ook kon ik door de twee diëtisten bezocht te hebben concluderen welke eigenschappen je als sportdiëtist extra moet hebben. Je moet je eigen in kunnen leven in de doelen die de sporter heeft. Ook moet je de trainingen observeren en je moet je kunnen en willen verdiepen in de sport om zo de inspanning en inspanningsmomenten bepalen. Door de gesprekken met de cliënten heb ik ontdekt hoe de cliënten de behandeling vonden en wat hun motiveerde om door te gaan en heb ik ervaring op gedaan met het op gemak stellen van cliënten door de juiste vragen te stellen. Verder heb ik informatie verkregen voor de voorlichting d.m.v. interview.
2.Voorlichter en Practicum voeding
Aan het eind van dit jaar wil ik een tekst doelgericht en compacter willen schrijven. Dit ga ik doen door een tekst te schrijven en van minstens 3 personen feedback te krijgen.
Het boek: “sportvoeding voor betere prestaties” Voor de voorlichting over (sport)voeding heb ik het boek “Sportvoeding voor betere prestaties” gelezen. Het boek dat geschreven is door Anita Bean is heel logisch opgebouwd en is makkelijk te lezen. Het advies aan mij van mevrouw Buijng klopten met wat ik in het boek heb gelezen van Anita Bean. Ook de adviezen tijdens het spreekuur sloten aan bij dit boek. Zoals de belangrijkste: “eerst de basisvoeding goed en daarna pas beginnen met de sportvoeding”. Het eerste hoofdstuk van het boek(op blz. 9) begint met een de basisvoeding en pas op (blz. 29) later met de sportvoeding. De schrijver begint bij het begin net als de sportdiëtiste met als vraag: Is het eetpatroon in orde? Daarna zijn er specifieke hoofdstukken voor verschillende sporters. Net als wat de diëtist zij vergen verschillende sporten verschillende inspanningen en dus ook een verschillend eetpatroon. Waar ik mij vooral heb gericht is het hoofdstuk “voeding voor hardlopers”. In bijlage 9 staat een samenvatting die ik heb gemaakt van het boek en de opgedane kennis bij de sportdiëtist. In bijlage E staan kort de punten die ik heb meegenomen voor mij zelf. De punten die ik belangrijk vond voor de voorlichting zijn te vinden in de folder bijlage , de samenvatting bijlage en ook kort beschreven in het hoofdstuk “ voorlichting aan de hardlopers De Tempelrunners”. Sportvoedingrecepten
Ik wil aan het einde van dit blok wat meer ervaren zijn met het volgen van recepten en het bakken van gerechten. Dit ga ik doen door zelf te gaan experimenteren met sportrecepten en een zo goed mogelijk resultaat te leveren aan mijn moeder en mijn zus.
In het boek van Anita Bean staan een paar recepten speciaal voor een bepaalde sporter. Omdat ik ook wat meer ervaring op wilde doen met voedingspracticum heb ik een paar van deze recepten gebruikt om ervaring op te doen met bakken en koken. Ook om mijn kennis te vergroten op het gebied van de soorten groenten, fruit, noten, kruiden en kooktechnieken. Ik ben voor de voorbereiding op het maken van deze recepten naar de markt in Rotterdam geweest. Daar heb ik fruit ,noten, gedroogde vruchten enz. gehaald. Gelukkig had ik mijn moeder bij mij die mij een beetje wegwijs maakte door de markt heen. Eenmaal thuis gekomen ben ik begonnen met het recept “de notenreep””. Met de weegschaal die ik speciaal voor dit project had gekocht heb ik alle ingrediënten nauwkeurig afgewogen. Verder heb ik het recept nauwkeurig gevolgd met als resultaat lekkere notenrepen. Deze heb ik voor de ultieme test laten proeven door heel de hardloopgroep: “De Tempelrunners”. Het volgende receptuur dat ik heb uitgevoerd is het recept “bosbessenmuffins”. Deze heb ik gemaakt om naar de voorlichting meetenemen. De voorlichting die ik heb gegeven aan dezelde hardloopgroep. Ik moet eerlijk zeggen dat de bosbessenmuffins eerst niet rezen. Dit kwam doordat ik rekening had moeten houden met dat ik een combimagnetron gebruik en geen traditionele oven. Voor de “superkick” recept ( een dorstlesser) heb ik speciaal een sapcentrifuge in huis gehaald. Het resultaat was erg lekker , maar het viel me wel op dat er veel fruit werd verspeeld en ook dat er na het bereiden heel veel vaat op mij stond te wachten. Voor foto’s zie de bijlage F. In bijlage G staat een vooronderzoek waarom ingrediënten in de recepten die ik heb gemaakt zo belangrijk is om bij het sporten te nuttigen. Voorlichting geven aan de hardlopers “de Tempelrunners”
Aan het eind van dit blok wil ik een presentatie houden zonder dat ik het voorlees van een blaadje. Ik wil een klein A5 blaadje gebruiken voor steekwoorden zodat ik niet alle tekst voor mij heb en dus niet alles kan voorlezen.
De kennis die ik heb op gedaan bij de diëtist, sportdiëtist, het lezen van het boek van Anita Bean en bij het bereiden van de sportvoeding wil ik graag delen met de hardloopgroep waarmee ik elke week 10 km mee hardloop. Dit heb ik gedaan in de vorm van een folder,voorlichting en het resultaat laten proeven van de practicum. In bijlage H,I en J staan de foto’s van de voorlichting, de tekst van de presentatie en de feedbackformulieren van het publiek. De folder en de flyer zij te vinden in bijlage K. Dit gedeelte van mij praktijk ervaring heb ik samen met een andere student uitgevoerd ,genaamd Kelsey Picauly. Beroepsrol voorlichter en practicum voeding Aan het begin van de praktijkervaring had ik een doel om mijn zenuwen beter onderbedwang te houden bij presentaties. Ik ben van mening dat ik mij alleen kan ontwikkelen in presenteren door het te “doen”. Daarom heb ik voor mij praktijkervaring een voorlichting georganiseerd en gegeven, de voorlichting ging niet helemaal als geplant , maar ik ben van mening dat ik mij heb ontwikkeld. Ik heb namelijk geen blaadje gebruikt , maar ik was wel de draad kwijt in het midden van de presentatie. Gelukkig vonden de toeschouwers het niet hinderend en hebben ze veel geleerd van de presentatie. In de bijlage zijn de feedback formulieren te vinden. Ook met koken en bakken ben ik aan de slag gegaan en heb ik geleerd van mijn fouten. Ik heb de muffins 2 keer moeten doen voordat ze goed waren. Voor foto’s en feedbackformulieren zie bijlage.
3. Uitvoering
Ik wil aan het eind van dit jaar de kennis die ik heb opgedaan bij de praktijkervaring in de praktijk kunnen brengen. Ik ga dit doen door vragen te beantwoorden van mijn harloopkameraden en zelf aan de slag te gaan met mij eetpatroon.
De kennis die ik bij de diëtisten heb opgedaan en bij het boek lezen wil ik zelf natuurlijk ook gebruiken bij mijn eigen eetpatroon. In de bijlage staan de punten die ik zelf heb meegenomen in mijn eetpatroon. Voor de 10 km rotterdam heb ik mij aan de adviezen gehouden van de sportdietist en heb ik een isotone drankje gebruikt en wilde ik kijken of dit invloed heeft op mijn prestaties en hopen dat ik dit jaar gewoon door kan lopen. Nu ik kennis heb over sportvoeding ben ik wezen kijken welke sportvoeding er op de markt is en heb ik een kort interview afenomen met een paar verkopers. Ik wilde weten wat er precies in deze sportvoeding zit en of het aansluit op de kennis die ik eerder heb op gedaan. Ook heb ik voor mezelf een isotone drank gekocht van dextro en heb ik die gebruikt bij de 10 km. Dit jaar kon ik gelukkig de 10 km zonder problemen lopen, maar moest ik juist even een plasstop maken. Het evenement was op 14 april toen het 18 graden was. Ik was bang dat ik weer zou uitdrogen dus heb ik extra veel gedronken. Vandaar de plasstop. Ik heb de 10 km in 56 minuten gelopen. Dit was veel langzamer dan ik had verwacht en had gehoopt, maar ik ben al blij dat ik glimlachend de finish streep over kon! Foto’s staan zij te vinden in de bijlage.
Verder heb ik een onderzoek bij mij zelf gedaan. Ik heb gekeken hoeveel vocht ik verlies bij het hardlopen. Ik heb voor het hardlopen op de weegschaal gestaan en na de weegschaal en dit van elkaar afgetrokken: Kilo’s in het begin –kilo’s aan het eind = vochtverlies ……..-……….=………. Een gewicht verlies van ½ kilo betekend een vochtverlies van 500 ml. Dit moet ik compenseren door 1 1/2 keer zoveel vloeistof te drinken.
Ik was erg benieuwd of hardlopers van de hardloopgroep onze adviezen en informatie hebben toegepast in hun eetpatroon en daarom heb ik nog een kort interview bij ze afgenomen. De resultaten van dit interview zijn te vinden in de bijlage. Ook hadden ze nog vragen en ik die geprobeerd te beantwoorden. Het interview met de samenvatting van het gesprek en foto’s zijn te vinden in de bijlage.
Bijlage A-planning 10 januari
Snuffelstagedag Debora Kievit
14 januari
Snuffelstagedag Debora Kievit
26 februari
Notenreep gemaakt en gepresenteerd
27 februari
Snuffelstagedag Sandra Buijing
28 februari
Superkick gemaakt en aan test personen gepresenteerd
29 februari
Bosbessenmuffins gemaakt
5 maart
Flyer uitgedeeld bij de hardloopgroep
11 maart
Folder afgemaakt
12 maart 12 april
Voorlichting en bosbessenmuffinsgepresenteerd Marathon EXPO
14 april
10 km Rotterdam
Bijlage B-urenverantwoording Urenverantwoording snuffelstage In totaal heb ik aan deze dagen 32 uur besteed. De bezoeken waren samen ongeveer 21 uur. Het regelen van deze snuffeldagen kosten ongeveer 2 uur en ook het interview maken kosten 2 uur. De overige 6 uur heb ik besteed aan het noteren wat ik wilde leren bij het bezoek en wat ik had geleerd had bij het bezoek. Ook heb ik een soort dagboek gemaakt over wat ik heb waargenomen en hoe ik iets heb opgevat. Uren verantwoording boek Het boek heb ik gehaald bij de bibliotheek in Poortugaal. Ik moest hem eerst bestellen. Toen ik het boek had heb ik hem globaal door gekeken, daarna heb ik heb gelezen. Nadat ik bij de sportdiëtist wat geweest heb ik de verkregen informatie nog eens vergeleken. Bij de voorbereiding van de voorlichting heb ik het boek nogmaals ter voorschijn gehaald en deze als bron gebruikt samen met de informatie die ik verkregen heb bij de diëtisten. Ik heb voor het lezen van het boek 8 uur gerekend. Urenverantwoording voedingspracticum Voor de ingrediënten ben ik speciaal naar de markt geweest, Dit is een centraal punt waar ik eigenlijk alles wel kan halen. Mijn moeder komt hier wat vaker dan mij en heeft mij de weggewezen in het doolhof. Na 2 uur had ik alles wat ik nodig had en heb ik tientallen fruitsoorten, groente soorten, kruiden en specerijen gezien. Ook ben ik nog een weegschaal wezen halen om zo nauwkeurig mogelijk de recepten te volgen. Na dat ik alle benodigdheden had ben ik aan de slag gegaan met de notenrepen, dorstlesser en bosbessenmuffins. De bosbessenmuffins heb ik niet gelijk goed kunnen krijgen, maar uiteindelijk zijn alle recepten gelukt. Ik heb alle goed gelukten producten gepresenteerd aan de hardloopgroep. Verder heb ik voor hun de recepten uitgewerkt op de pdf en een documentje gemaakt met het nut van de belangrijkste ingrediënten Ik heb voor de voorbereiding, de bereiding en het presenteren van de producten 15 uur gerekend. Urenverantwoording voorlichting De voorlichting bestond uit een flyer, folder en de presentatie. Op de flyer stond een aankondigingen van de presentatie met de tijd en de plaats. De folder hebben wij gemaakt zodat het publiek de informatie nog eens kunnen doorlezen. Voor de presentatie hebben wij niet alleen tekst gebruik maar ook posters gemaakt om de tekst beeldend te maken. In totaal heb ik 6 uur voor de folder,flyer en posters gerekend. Voor de presentatie zelf heb ik 4 uur gerekend, dus in totaal 10 uur voor de totale voorlichting. Urenverantwoording uitvoering Voor de marathon heb ik erg gelet op mijn eetpatroon. Ik “onderzoek” gedaan naar welk Voedingspatroon het best bij mij past. Zo heb ik alle adviezen van de sportdiëtist uitgeprobeerd en heb ik volgens de methode van het boek gekeken hoeveel vocht ik verlies bij het hardlopen. Ook heb ik de andere hardlopers de kans gegeven om vragen aan mij te stellen door wat eerder op dinsdagavond naar de groep te gaan. Ook heb ik speciaal voor hun de sportrecepten op een site gezet die te vinden is op mijn portfolio. Ik weet nu ongeveer wat een hardloper nodig heeft bij het sporten , maar ik heb een onderzoek gedaan naar “welke sportvoeding is er nu op de markt”. Ik heb vooraf een klein vragen lijstje gemaakt en ik heb daarmee een paar verkopers ondervraagt bij de EXPO Marathon Rotterdam. Deze resultaten heb ik verwerkt in een verslag je. Ook heb ik aan 3 hardlopers geïnterviewd of ze iets aan onze presentatie en adviezen hebben gehad. Ook dit heb ik in een verslag verwerkt. Al deze activiteiten staan voor 15 uur In de conclusie van dit verslag staat een korte analyse van mijn praktijkervaring. Zodat ik deze ervaringen kan meenemen voor keuzes in de toekomst. Voor het maken van het verslag heb ik 6 uur gerekend + ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….... Totaal
86 uur
Bijlage C-stage behandelaren
Bijlage D Kunt u iets vertellen over u zelf? Hoelang bent u al diëtiste? Wat vindt u leuk aan het beroep diëtist? En wat is er minder leuk aan het beroep? Wilde u altijd al diëtiste worden? Welke opleiding(en) heeft u gevolgd? Hoe vond u de opleiding “voeding en diëtetiek”? Kunt u iets vertellen over het bedrijf Careyn? Hoe bent u bij Careyn terecht gekomen? Wat vind u van het werken bij een grote organisatie als careyn? Hoe ziet een werkdag eruit als diëtiste? Vind u de omgeving rond andere deskundigen prettig om in te werken? Kunt u iets meer vertellen over de samenwerking met andere deskundigen, bijvoorbeeld bij verwijzingen? Kunt u iets meer vertellen over de groepen mensen die uw hier behandeld? Welke doeleinde hebben deze mensen? Kunt u iets meer vertellen over de protocollen bij de verschillende behandeling? Merkt u iets van `internet kennis` van de patient, dat de patient al van alles heeft opgezocht via internet over afvallen of over de speciale voeding die hij-zij moet hebben. Heeft dietist zijn invloed op uw dagelijkse leven? Is het moeilijk om een beroep te hebben waarmee je `beroepsgeheim` meetelt? Vind u dat je in het beroep als dietist veel vrijheid heb om je eigen manier te doen? Vind u dat de verhouding opleidingsniveau en inkomen van een diëtist klopt? Vind je dat iedereen zomaar voedingsadvies kan geven? Denkt u dat er meer vraag komt naar dietist vanwege welvaartziektes? Wat denkt u dat de beste methode is om af te vallen? Afsluiting Welke eigenschappen denk u dat een dietiste moet hebben? Kunt u nog verder groeien in dit vak? Wat zou u in de toekomst nog willen bereiken? Heeft u nog tips voor ons? Wij zouden u ook nog willen vragen of het mogelijk is dat u ons een voedingsadvies geeft? Zo kunnen wij zien hoe u te werk gaat. Bedankt voor dit interview.
Antwoorden: “Ik ben nu 10 jaar geleden afgestudeerd en werk 8,5 tot 9 jaar hier bij careyn. Ik heb sportdietist en diabetes als specialisatie gekozen. Ik wilde eigenlijk altijd in een medisch laboratorium werken als medisch laborant dus ik wilde niet gelijk dietist worden. Ik vind het leuk om contact te hebben met mensen en ze als dietist te motiveren. Ze worden heel blij als iets lukt. Mindere leuke dingen zijn
soms de huizen bezoeken waar mensen gewoon terminaal zijn en maar een weekje te leven te hebbe. Thuiszorg is heel lastig en neem je ook soms wel eens mee naar huis. Ook zijn er mensen die denken dat ik wonderen kan verrichten en dan zijn deze mensen vaak heel snel boos als ze erachter kom dat dat niet zo is. Ze moeten het toch echt zelf doen. De opleiding tot dietist vond ik echt zwaar. Ik vond het wel een hele leuke opleding , maar ik heb wel dingen gemist in de opleiding. Praktische gedeelte heb ik echt op mijn stage geleerd. Ook de sportvoeding gedeelte was op de Haagse hogeschool beperkt. Ik ben na mijn studies op zoek gegaan naar werk door allemaal op open solicitaties te soliciteren. Toen kon ik kiezen voor thuiszorg rotterdam en Careyn. Careyn is een grote organisatie, maar alles valt onder een eigen stukje en je heb niet veel met andere te maken. Kleine organisaties gaan in deze tijden te no onder en grote organisaties blijven bestaan. Ook is het fijn voor de clienten dat alle deskundige bij elkaar zitten. Ik zelf vind het ook prettig dat ik andere deskundige dichtbij heb voor vragen of voor verwijsbrieven. De communicatie gaat zo beter. Elke dag ziet er bij mij anders uit. Een dag zoals vandaag heb ik ‘smorgens geen spreekuur, maar dan heb je genoeg administratief werk te doen. Maar iedere dag is anders. Tijdens de spreekuren is er wel een rode draad, maar iedere persoon is anders dus ook iedere gesprek verloopt anders. Sommige mensen willen hier komen om pure informatie over de gezondheid en kan je wel veel informatie aan kwijt zonder dat het echt te veel word. Vaak komen mensen met al gevonden informatie van internet en werken hun voortgang uit in Exel bijvoorbeeld. Andere mensen willen graag hun verhaal kwijt en willen weten welke klein stapje hij/zij moet gaan nemen. Bij careyn heb je veel vrijheid over hoe je de tijd inddeelt. In de zorg heb je veel zekerheid , maar vedien je wel minder. Wanneer de dietiste weer in de basisverzekering zullen er meer mensen komen. De beste methode om af te vallen is met een voeding waar je goed bij voelt met voelde mineralen en vitamines en ook voldoende beweging. Ik ben wel heel erg op de vitamine en minderalen. Dit is miijn insteek , maar andere dietiste kunnen er anders over denken. Ik probeer medicijnen te vermijden.Basisrichtlijnen zijn het zelfde maar de dietst bepaald hoe die het in pakt. Als dietist moet je heel sociaal zijn en je in kunnen leven in mensen. Je moet mensen kennis hebben.Ook een luisterend oor is belangrijk je bent ook een maatschappelijk werkster. Verder groeien kan je door specialisaties en natuurlijk door activiteiten te ondernemen. Ik vind motiveren leuk , maar alleen behandelen vind ik niet leuk. Ik wil heel het traject zien en in het ziekenhuis heb je dat bijvoorbeeld niet.” Tips “Blijf op de hoogte van de producten. Blijf voor je zelf kijken wat je wilt en maak keuzes aan de hand hiervoor. Door lid te worden van Voeding NU en nederlandse vereniging voor dietiste blijf je op de hoogte.”
Bijlage E- voedingsadviezen In deze bijlage staan punten die ik mee heb genomen in mijn eigen eetpatroon. Ik neem bijvoorbeeld nu elke dag bij het avondeten een glaswater erbij. Dit deed ik vroeger nooit. Ook neem ik me voor mezelf voor om zeker 1 flesje in een dag leeg te krijgen. Adviezen dietist Kievit en het boek : “sportvoeding voor betere prestaties” 1.
2.
3.
Neem niet teveel snelle koolhydraten. Deze hebben een hoge GI en zorgen voor een snelle stijging van het bloed glucose. Door voeding met een lage GI en hoge GI samen te combineren wordt uw energiepeil stabieler, wordt er minder vet opgeslagen en wordt het honger gevoel beter onder controle gehouden. Drink regelmatig. Ik drink heel weinig per dag. Ik denk dat ik gemiddeld aan 1 flesje per dag kom. In het boek adviseren ze om er een gewoonte van te maken om regelmatig te drinken (1-1 ½ L)en eigenlijk nog meer als je vaak sport. Eet genoeg anti-oxidanten. Vooral na het sporten.
Adviezen Sportdietist Buijing
3 uur van tevoren 1 uur van tevoren 15 min van tevoren Tijdens, na (gewone eetpatroon)
Koolhydraatrijke maaltijd Banaan of mueslireep 2 slokken sportdrank Genoeg drinken, wacht niet totdat je dorst heb Goed blijven drinken en niet alleen in de week van de Rotterdam Marathon, maar elke dag. Op de dag zelf niet zoveel drinken, om wc bezoek tijdens de loop te vermijden
Bijlage F- foto’s sportrecepten
Bijlage G-“Het nut van de ingrediënten” Notenreep-Energie De notenreep is een voedingsreep. Voedingsrepen leveren calorien, koolhydraten, eiwitten en vitaminen in een vorm die gemakkelijk mee te nemen bij het sporten. Voedingsrepen kunnen een alternatief zijn voor echt voedsel. Ze leveren namelijk een vergelijkbare evenwichtige hoeveelheid aan voedingstoffen als een voedingssnack of een mini-maaltijd. Bosbessenmuffins Antioxidanten Antioxidanten zorgen voor het verhinderen van vrije radicalen in het lichaam. Vrije radicalen zijn moleculen die een of meer ongepaarde elektronen hebben. Op korte termij kunnnen ze celmembranen zwaar maken en spieren verzwaren. Door sporten komen er meer vrije radicalen in het lichaam. Regelmatig sporten stimuleerd de weerstand tegen vrije radiacalen , maar deze weestand is te verhogen door voedsel te consumeneren dat rijk is aan anti-oxidanten. Antioxidanten zitten in fruit, groenten, volle granen en peulvruchten. In bosbessen zijn anti-oxidantrijk, maar ook pure chocolade. De twee ingredienten heb ik gebruikt bij het maken van de muffins. Vezels Aanbevolenhoeveelheid voor vezels per dag is tussen de 20-30 gram per dag. Goede bronnen voor vezel zijn volkorenbrood en andere graanproducten. Deze voedingsmiddelen zorgen ervoor een makkelijke stoelgang en voorkomt constipatie en darmproblemen. Dit zijn onoplosbare vezels. Oplosbare vezels zorgen voor een lager schadelijk LDL-cholesterolgehalte en dragen bij tot het onder controle houden van get bleodsuikergehalte door de opname van glucose te verlagen. Deze bosbessenmuffins (en chocolafe muffins) bevatten veel vezels. Superkick Vocht Voor de meeste activiteiten is water drinken voldoende. Ater wordt relatief snel in het bloed opgenomen en zorgt ervoor dat het lichaam goed gehydreerd blijft. Sommige mensen houden niet van de smaak van water zoals ik en is daarom deze dorstlesser een goede vervanger voor de vocht inname. Vocht zorgt ervoor dat het lichaamstemperatuur stabiel blijft Bij uitdroging tijdens de training zal het lichaam oververhit raken en zal het niet langer goed functioneren waardoor de training stopt zal moeten worden. Drink ten minste 2-3 glazen voordat u gaat sporten. De aanbevolen hoeveel heid vocht voor een dag is 1,5-2,0 liter per dag. Fytonutrieten Fytochemische stoffen worden van nature gevonden in planten. Vele ervan zijn anti-oxidanten die samenwerken met vitamine en mineralen om het lichaam te beschermen tegen degenatieve ziektes (zoals hartkwalen en kanker), het immuunsysteem verhogen en beschermen tegen schadelijke bacterien en virrussen. Om genoeg van deze stoffen binnen te krijgen is er aan bevolen om vijf porties fruit en groenten te eten.
Bijlage H-foto’s voorlichting
Bijlage I Inleiding Welkom allemaal bij onze voorlichting over voeding in het algemeen en sport voeding. We zullen als eerst beginnen met welke voedingsstoffen er eigenlijk zijn en we sluiten af met een folder. Voeding in het algemeen Voedingsstoffen: -
Koolhydraten: geven energie voor het lichaam en zijn brandstof voor de hersenen. Vetten: zijn brandstof voor het lichaam en leveranciers van belangrijke vetzuren. Eiwit: is onmisbaar voor de opbouw en het onderhoud van spieren, botten en bloed. Voedingsvezels: zijn onmisbaar voor een gezonde darmfunctie en een goede stoelgang. Vocht: is nodig voor de circulatie van voedingsstoffen in ons lichaam en voor de afvoer van afvalstoffen. Vitamines en mineralen: zijn belangrijk voor een optimale functionering van het lichaam. Ze bieden bescherming tegen bepaalde ziekten en aandoeningen. Het mineraal calcium zorgt voor sterke botten. Ijzer is een belangrijke bouwstof voor het bloed.
Waar deze voedingsstoffen allemaal inzitten staat uitgebereid in de folder die we aan het einde van deze voorlichting uitdelen.
Schijf van vijf vak 1: groenten en fruit leveren vitamines en mineralen vak 2: brood, graanproducten, aardappelen, rijst pasta en peulvruchten leveren koolhydraten, eiwitten en voedingsvezels. vak 3: vlees, eieren, vleesvervangers, vis en melkproducten leveren eiwitten,mineralen, vitaminen en visvetzuren vak 4: vetten leveren vitaminen en belangrijke vetzuren vak 5: dranken leveren vocht
Voorkeursproducten Bij voorbeeld in plaats van: Groente à la crème Wit brood Volle melk vruchtendranken Mayonaise Stroopwafel Rauwe ham Roomkaas Margarine uit pakjes
verse of diepvries groenten Volkorenbrood Magere melk koffie ketchup eierkoek schouderham mozzarella vloeibare margarine
1 eetlepel ketchup en 1 eetlepel mayonaise schilt ongeveer 95 kcal. Met barbequesaus schilt het zelfs 100 kcal Richtlijnen goede voeding Deze kwalitatieve richtlijnen kunnen voor de volwassen bevolking met een normaal en stabiel lichaamsgewicht worden vertaald in de volgende kwantitatieve streefwaarden: - Op tenminste vijf –maar bijvoorkeur op alle– dagen van de week minstens een halfuur matig inspannende lichamelijke activiteit in de vorm van bijv. stevig lopen, fietsen of tuinieren. - Gebruik dagelijks 150-200g groente en 200gfruit. - Gebruik een voeding met dagelijks 30-40g vezel, metname afkomstig van groente,fruit en volkoren graanproducten. - Gebruik per week twee porties vis (à100-150g),waarvan tenminste één portie vette vis. - Beperk het gebruik van verzadigde vetzuren tot minder dan 10 energieprocenten van enkelvoudig transonverzadigde vetzuren tot minder dan 1 energieprocent. - Beperk het gebruik van voedingsmiddelen en dranken met gemakkelijk vergistbare suikers en dranken met een hoog gehalte aan voedingszuren tot 7 eet/drinkmomenten per dag (inclusief hoofdmaaltijden). - Beperk de inname van keukenzout tot maximaal 6g per dag. - Indien men alcoholische drank gebruikt, beperk dit dan tot twee standaardglazen (mannen) of één standaardglas (vrouwen) per dag. Voor andere leeftijdscategorieën kunnen hieruit eveneens kwantitatieve streefwaarden worden afgeleid. Alcoholgebruik door jongeren beneden de 18 jaar wordt ontraden. Dit laatste geldt ook voor vrouwen die zwanger kunnen/willen worden en vrouwen die borstvoeding geven. Indien er sprake is van een ongewenste toename van het lichaamsgewicht of een te hoog lichaamsgewicht gelden de volgende aanvullende richtlijnen: Verhoog de lichamelijke activiteit tot tenminste een uur matig inspannende activiteit per dag. Verminder de energie-inname, in het bijzonder door een beperking van: - het gebruik van producten met een hoge energiedichtheid - het gebruik van dranken die suikers bevatten - de portiegrootte BMI berekening: Site: http://www.voedingscentrum.nl/nl/mijn-gewicht/bmi-meter.aspx BMI meter. Hierop kunt u gemakkelijk u BMI berekenen. BMI is de Body Mass Index (BMI). Dit is een index voor het gewicht in verhouding tot lichaamslengte. De BMI geeft een schatting van het gezondheidsrisico van het lichaamsgewicht. Categorie Grenswaarden BMI (kg/m2) Ondergewicht <18,5 Gezond gewicht 18,5 - 24,99 Overgewicht ≥25,0 matig overgewicht 25,0 - 29,99 Ernstig overgewicht (obesitas) ≥30,0 niveau 1 30,0 - 34,9 niveau 2 35,0 - 39,9 niveau 3 ≥40,0
Sportvoeding Voedingsstoffen - Koolhydraten: leveren energie voor de spieren. - Vetten: leveren energie, maar bij voor keur koolhydraten want die leveren in kortere tijd meer energie en de verbranding kost minder zuurstof voor het lichaam. - Eiwit: Eiwitten zijn van belang voor opbouw en herstel van spieren, organen, zenuwstelsel en bloed. Ze spelen normaal gesproken geen belangrijke rol als brandstof bij lichamelijke activiteiten. Alleen bij een koolhydraat tekort zal eiwit als brandstof gebruikt worden. - Vocht: Een vochtverlies van 2% van het lichaamsgewicht vermindert de prestatie. - Vitamines en mineralen: Vitaminen leveren zelf niet direct energie, maar zijn onmisbaar bij het vrijmaken van energie uit koolhydraten, vetten en eiwitten. Het lijkt erop dat extra vitaminen de prestatie niet verbeteren. Tekorten kunnen wel leiden tot verminderde conditie of ziekte, dus prestatiedaling. Een goede vitaminestatus is noodzakelijk voor optimaal presteren. Het is belangrijk dat alle voedingstoffen bij de sporter in zijn voeding in de juiste verhouding aanwezig zijn. Deze uitgebalanceerde voeding moet ook gevarieerd zijn. In welke verhouding varieert met het type sport dat de sporter beoefend en met de competitie- en trainingsmethoden. Een diëtist speelt een belangrijke rol bij het bepalen van deze verhouding. Bij een verkeerde voeding kan er prestatievermindering optreden, maar ook uitputtingsverschijnselen en overtraindheid kunnen verschijnselen zijn van een verkeerde voeding bij een sporter. Voordat een diëtist met sportsupplementen, –voeding en –drankjes gaan werken zal er eerst gekeken worden naar de “basisvoeding”. Kelsey heeft jullie net al een mooi overzicht gegeven over hoe nou een gezond eetpatroon eruit ziet. Ik zal jullie vertellen waarom het zo belangrijk is om bepaalde voedingstoffen binnen te krijgen en waarom het van belang is om ze in de juiste verhouding te consumeren voor een sporter. Elke verhouding is anders, omdat elke sporter andere behoeftes heeft. Maar 1 ding staat vast wat u één dag en enkele uren voor het sporten eet, bepaald hoeveel energie u hebt tijdens het sporten en hoe goed uw prestaties zijn. De energielevering is altijd een combinatie van vet- en koolhydraatverbranding. Energie voor actieve spieren wordt namelijk geleverd uit deze twee belangrijke brandstoffen: koolhydraten en vetten. Tijdens het sporten wordt aanbevolen om na 45-90 min intensief sporten koolhydraatrijke voeding te consumeren. Een koolhydraatrijke voeding tijdens het sporten en door een juiste trainingsopbouw kan de glycogeenvoorraad vergroot worden, waardoor de sporter langer gebruik kunnen maken van tijdens de training of wedstrijd. Voor het sporten Voor het sporten kun je brood, aardappels, rijst of pasta eten. Het beste is om te eten tussen 2 en 4 uur voor het sporten. Dit is om maagproblemen te voorkomen. Na het eten moet u zich prettig voelen- niet vol of hongerig. Voor een sporter is het heel erg belangrijk om in het dagelijks voedingspatroon al genoeg water te drinken zodat het vochthuishouding in orde is. Voorbeelden: boterham met pindakaas, pasta met tomaten saus en kaas of noedels met geroerbakte garnalen en groenten.
Eet u later. Zo 1-2 uur van te voren. Dan kunt u het beste fruit, voeding granen of ontbijt reep nemen. Koolhydraatrijke tussendoortjes als een Evergreen, Sultana, ontbijtkoek, eierkoek of banaan kunnen tussen de laatste grote maaltijd en het begin van het sporten ook wel genomen worden genomen. Drink tot aan de wedstrijd een royale hoeveelheid (water of isotone dorstlessers) voor een goede vochthuishouding. Voor duur- en spelsporters wordt aangeraden om de laatste 8 minuten voor de start 1 a 2 bekertjes dorstlesser of water drinken.Zie voor een dorstlesser recept mijn website.(superkick) Tijdens het sporten Voor sporten langer dan 60 minuten is er een koolhydraatrijke tussendoortje nodig die snel verbrand. Voorbeelden: energiereep, granen of ontbijtreep, bananen. Neem dit met veel water.Voor een reep recept zie mijn website. Tijdens het lopen moet u sowieso even veel drinken als wat u kwijtraakt door het zweten. Wacht niet tot dat u dorstig bent, want dat betekend dat u al een beetje uitgedroogd ben. Sporten minder dan een uur: water Sporten meer dan een uur: koolhydraatrijke sportdranken Uitrekenen hoeveel u moet drinken? Na het sporten Na het sporten is van belang dat het verlies aan vocht en koolhydraten snel wordt aangevuld. De eerste 2 uur na de inspanning gebeurt de aanvulling van koolhydraten in de spieren het snelst. Zorg voor een royale vochtopname voor herstel van de vochthuishouding Eet volop koolhydraatrijke voedingsmiddelen voor herstel van koolhydraatvoorraden. Deze bosbessenmuffins bevatten anti-oxidantrijke bosbessen en veel vezels. Tips voor bij de wedstrijden: Hou dit hierboven nog nauwer aan. -Eet voor de wedstrijd: yoghurtdrank, toast , pannenkoeken, havermout, fruit. -Drink iedere 20 minuten -Ren langzamer bij drinkplaatsen -kies de juiste sportdrank -na de wedstrijd: drink, drink, drink -Neem een koolhydraatrijke snack Afsluiting: Ten slotte willen wij aanbieden om persoonlijk voedingsadvies te geven. Wij zullen dan doormiddel van een voedingsdagboekje berekenen een beoordeling geven met daarbij een passend voedingsadvies. Als je daar interesse in heb kunt u zich bij ons melden of even e-mailen naar ons email adres. Deze staat in de folder vermeld die jullie mee kunnen nemen. In de folder staan de belangrijke punten van deze voorlichting nog even op een rijtje. Dit was onze voorlichting over (sport) voeding. Zijn er nog vragen?
Bijlage J-
feedbackformulier Joop van opstal (Oprichter “Tempelrunners”), van alle activiteiten dit jaar voor de praktijk opdrachten.
Bijlage K- Flyer, voorlichting
Bijlage L –Folder,voorlichting
Bijlage N- Marathon Rotterdam EXPO
Bijlage M- Finish 10 km