Nummer #3 APRIL 2016
Gratis op papier en digitaal
THERMEN-CONSERVATOR KAREN JENESON:
Romeins Heerlen herrijst! ‘We staan hier mogelijk bij het oudste gebouw van Nederland. Alleen: die conclusie is nooit wetenschappelijk bewezen. Nergens in Nederland vind je zo’n compleet Romeins gebouw. Dat is onze troef.’ Archeoloog Karen Jeneson, conservator van het Heerlense Thermenmuseum, windt er geen doekjes om. ‘We hebben met een onderzoeksgroep van archeologen uit Maastricht, Aken, Jülich en Heerlen ons oudste vondstmateriaal naast elkaar gelegd en met elkaar vergeleken. Op grond van de datering van de vondsten blijkt dat Heerlen en Aken enkele decennia ouder zijn dan Maastricht en Jülich. Dan zitten we in de eeuw vóór Christus, in de tijd van keizer Augustus.’ Ook over de afmetingen van de vicus (nederzetting) Heerlen denken de archeologen tegenwoordig anders dan hun voorgangers, meestal amateurs.
Bronzen badoliepotje uit Heerlen, dat waarschijnlijk als bijgift was meegegeven in het graf. Al vóór 1940 gekocht door het Rijksmuseum voor Oudheidkunde te Leiden.
In opdracht van het Thermenmuseum maakte archeologisch tekenaar Mikko Kriek in 2012 deze nieuwe reconstructie van de Romeinse stad Coriovallum.
Jeneson: ‘Vanaf 1921 verzamelde Piet Peters alle archeologische vondsten uit het centrum van Heerlen. Volgens hem was hier in de Romeinse tijd een bescheiden legerplaats, een castellum. Men dacht dat Romeins Heerlen, Coriovallum, niet groter was dan 150 bij 200 meter. Ondertussen weten we meer, bijvoorbeeld over de begraafplaatsen die altijd aan de buitenrand van de stad lagen. De Romeinen cremeerden hun doden, dat deed je niet tussen de woonhuizen. Als je die grafvelden als grens neemt en ook de twee beken waartussen de Romeinen zich vestigden, dan kom je op een gebied van 1000 bij 600 meter. Als je weet dat het gebied waarop de Romeinen de stad Keulen bouwden, een belangrijk administratief centrum, 1000 bij 800 meter bedroeg
dan kan je gerust stellen dat Coriovallum een grote Romeinse nederzetting moet zijn geweest. In ieder geval groter dan de Romeinse kernen van Maastricht en Aken.’ Redenen genoeg voor de gemeente Heerlen om plannen te maken voor een Romeins Kwartier met het Thermenmuseum als centrum. En iba Parkstad ondersteunt die plannen van harte. Het project Romeins kwartier heeft de status van kandidaats project, de hoogste status voor deelname aan de Bau Ausstellung van 2020.
CCCCCCCCC lees verder op pagina 2 en 3 CCCCCCCCC
In dit nummer
P.1-3 / Romeins Heerlen herrijst!
IBA—REPORT #3
P.4 / Kunnen architecten in de toekomst kijken?
P.6 / Waar is de wandschildering van Frans Nols?
P.7-10 / Selectie uit de iba Projecten
P.11-13 / Gracht aan de rand van het land
APR 2016
P.14 / Fotografen op kerkensafari
P.15 / Opinie: Samen met jeugd richting toekomst
P.16 / Agenda
De omvang van de bebouwde kom van Coriovallum en de vier grafvelden.
In 1962 werd op de hoek van de Coriovallumstraat en de Schoolstraat deze Romeinse kelder blootgelegd. Hij ligt nu verborgen onder makelaars kantoor Aquina.
Tussen 1850 en 1950 werd overal in Heerlen driftig gebouwd en hierbij kwamen heel veel Romeinse resten aan het licht. Hier een Romeinse pottenbakkersoven in de Uilestraat.
Dat in 1920 vier stenen askisten vol bijzondere en kostbare grafgiften werden ontdekt aan de Voskuilenweg, is iedereen inmiddels vergeten. De graf giften zijn nu te bewonderen in het RMO in Leiden en gaan de hele wereld over.
Wandelen door romeins Heerlen in 2020 Er komt een jonge man het kantoor van Karen Jeneson binnen met een bruine papieren zak. Hij haalt er een stukje aardewerk uit. ‘Weet jij wat dit is?’ ‘Een smeltkroesje’ zegt Jeneson onmiddellijk. ‘Kijk maar, daar zit nog verglaasd materiaal.’ De jongeman verdwijnt. Jeneson: ‘Dit komt uit de opgraving van de Nijmeegse archeoloog Jules Bogaers uit de jaren vijftig. Daar heeft tot nu toe nog niemand serieus naar gekeken. Zeker tiendui zend vondsten zoals dat kroesje moeten nog bestu deerd worden. We weten waar het opgegraven is en wanneer, maar niet wat het is.’ Ze lacht. ‘Ja, hier ligt nog heel veel werk’. En het wordt steeds meer: begin maart 2016 leverde een opgraving op het bedrijventerrein Trilandis weer een forse hoeveel heid grafgiften op. Bovendien zien de archeologen van nu meer dan hun voorgangers. Karen Jeneson: ‘Tot 1950 werd alleen gekeken naar stenen resten van gebouwen, terwijl er ook veel in hout werd gebouwd. Dat laat in de löss alleen verkleuringen achter en die zijn moeilijk te onderscheiden. Maar die sporen zijn wel belangrijk als je de geschiedenis van een plek wilt beschrijven.’ En dan hebben we het maar niet over alles wat er verloren is gegaan. ‘In de jaren twintig van de vorige eeuw zijn er bij de bouw van het eerste raad huis aan de Geleenstraat een massa scherven naar boven gehaald. Ons godinnenbeeld, een juweeltje uit onze collectie, is daartussen gevonden. Bij een godin hoort mogelijk een tempel. Van Giffen, de beroemde archeoloog uit Groningen, heeft in de jaren ’40 een structuur blootgelegd die verdacht veel op een tempeltje lijkt. Ik geloof dat de resten ervan nog altijd onder het Raadhuisplein liggen.’
De ontdekking van een compleet bewaard gebleven Romeins badhuis in 1940 was een hoogtepunt in de Nederlandse archeologie.
Archeoloog Karen Jeneson bij de ontdekking van de Romeinse weg van Aken naar Xanten (‘Via Traiana’) op de hoek van de Ruys de Beerenbrouck laan en de Bekkerweg, voorjaar 2014.
IBA—REPORT #3
APR 2016
werkplein: wordt dit de nieuwe ingang van het romeins kwartier? (ontwerp jo coenen)
2
Beeldvorming Hoe komt het toch dat zoveel mensen zijn gaan denken dat Heerlen maar een bescheiden plaatsje toekomt op de landkaart van Romeins Nederland? ‘Dat komt door de beeldvorming in de twintigste eeuw.’ Ze wijst naar een fraaie tekening van het badhuis, een reconstructie van hoe het ooit moet zijn geweest. ‘Het badhuis in een arcadisch groen landschap, alsof de Thermen niets met stedelijke bebouwing van doen hadden. Terwijl je er van uit mag gaan dat er aan alle kanten huizen en gebou wen hebben gestaan.’ Zo is er in 1962 een Romeinse kelder opgegraven onder het makelaarskantoor Aquina, schuin tegenover het badhuis. Het is de voorraadkelder van een grote stadswoning uit de Romeinse tijd, een domus. In en rond Heerlen wordt al bijna 150 jaar gegraven, maar nooit werd er geconcludeerd dat Romeins Heerlen groter was dan de kleine legerplaats die
IBA—REPORT #3
Peters in 1921 veronderstelde. In 1940 werden de Thermen blootgelegd onder leiding van de amateur archeoloog Beckers, een gepensioneerde huisarts uit Beek. Pas in de laatste fase, in 1941, kwam er een professionele archeoloog kijken, prof.van Giffen. Zijn rapport uit 1948 is tot nu toe het enige wetenschap pelijke werk over het Heerlense badhuis. Jeneson: ‘Over Romeins Heerlen is in de periode tot 2000 eigenlijk alleen gepubliceerd in het blad van de Oudheidkundige Kring, Het Land van Herle, wat onbe kend is bij de meeste wetenschappers. De inhoud van de rijke graven aan de Voskuilenweg, ontdekt in 1921, verhuisde meteen naar het Museum voor Oudheidkunde in Leiden. En in Heerlen had men wel wat anders te doen: de explosieve uitbreiding vanwege de mijnindustrie eiste alle aandacht op en daarna de moeizame periode na de mijnsluitingen. Toen ik hier in 2010 kwam verbaasde ik me dat er zo weinig over Romeins Heerlen was gepubliceerd. Om die lacune op te vullen hebben we als archeolo gen uit Maastricht, Aken, Jülich en Heerlen toen de ‘Vicus Onderzoeksgroep’ opgericht. Voor ons alle maal geldt dat er wel al meer dan 100 jaar opgravin gen hebben plaatsgevonden, maar dat er nog steeds heel veel onbekend is over ons Romeinse verleden. Daarom werken we samen aan het beantwoorden van al die open vragen. De plannen Volgens Karen Jeneson is het nu de tijd om de waar heid over Romeins Heerlen aan de buitenwereld te laten zien. ‘Het huidige Thermenmuseum bestaat uit twee delen. De overkapping van het Rijksmonu ment en een aantal zalen en kantoren. Het gebouw is uit 1977 en is aan vervanging toe. Het is niet meer van deze tijd. Er is geen klimaatbeheersing waardoor de Romeinse resten bloot staan aan grote temperatuursverschillen. Daardoor is aan het bad huis forse schade ontstaan. Daarnaast komen de kantoren en ruimtes aan de voorkant voor een groot deel leeg te staan door de verhuizing van Rijckheyt, het centrum voor Regionale geschiedenis. Boven dien is de entree van het museum niet uitnodigend. Het is een optie om een deel van het museum weg te halen, waardoor het voorterrein, waar Bogaers in de jaren vijftig zijn opgravingen heeft gedaan, weer vrij komt. Juist in dat voorterrein van het badhuis liggen prachtige Romeinse overblijfselen, zoals de kelders van huizen, waterputten, een laat-Romeinse spitsgracht én de Via Belgica, de Romeinse weg tussen Boulogne en Keulen. Die zou je op een nieuwe manier weer zichtbaar kunnen maken. Door een betere kap over het badhuis zelf te zetten is het monument voor de toekomst beschermd én je kunt er een mooier gebouw van maken waardoor dit deel
APR 2016
van de stad aantrekkelijker wordt, met een zicht baar Romeins verleden.’ Ook voor de onderzoeks- en presentatieruimtes ligt er een plan. Karen Jeneson vertelt enthousi ast: ‘Heerlen heeft een voorstel ingediend om het Provinciaal depot te huisvesten in de voormalige Stadsbibliotheek, nu het Werkplein. Als je daar ook een deel van het huidige Thermenmuseum plaatst, kun je het hele gebouw omvormen tot archeolo gisch centrum voor Zuid- Limburg. Daar kom je in de toekomst het Museum binnen, je loopt langs de exposities en via een tunnel of een brug over de Corriovallumstraat wandel je naar de Thermen. Als het een tunnel wordt kan je zelfs over een echte Romeinse weg lopen.’ Maar hoe realistisch is dat allemaal? Jeneson: ‘De gemeente Heerlen heeft het plan ‘Romeins Kwartier’ ingediend bij iba. Hierin staan de mogelijkheden om de Thermenlocatie een nieuwe invulling te geven en het Romeinse erfgoed meer zichtbaar te maken. De Provincie Limburg geeft vóór de zomervakantie aan of ze het Archeologisch depot wil vestigen in Heerlen. Ik hoop dat het Romeins kwartier er in 2020 staat.’ Peutz’ Coriovallumplan Karen Jeneson vindt de plannen voor het Romeins Kwartier tegelijkertijd een mooi eerbetoon aan Heerlens beroemdste architect, Frits Peutz. Hij begon al in 1939 te tekenen aan een Corrioval lumplan voor de binnenstad van toen. Zijn nieuwe stadhuis (1936-1942) heeft hij voorzien van Romeinse zuiltjes. Daar waar nu het Werkplein staat, tekende Peutz de nieuwe schouwburg, die er nooit kwam. Jeneson: ‘Toen de Thermen werden ontdekt, in 1940, stond Peutz op de eerste rij en nam hij het badhuis meteen als museum op in zijn Corioval lumplan.’ Het plan is nooit uitgevoerd. Na de oorlog was er geen geld. En toen er weer geld was, nam de gemeente een stedebouwkundige in de arm die droomde van Amerikaanse steden met shopping malls, zie de Promenade en’t Loon. Pas in de jaren zeventig kon het huidige Thermenmuseum worden gebouwd, naar een ontwerp van de zoon van Peutz. In 1986 bouwde Jo Coenen aan het Raadhuisplein zijn openbare bibliotheek, later Werkplein, waar van de gevel verwijst naar het oorspronkelijke plan van Peutz voor een stadsschouwburg op die plek. Karen Jeneson: ‘Het kloppend hart van het Romeins Kwartier komt in het Werkpleingebouw. Het doet mij goed als we in 2020 de visie van Peutz op een Romeins kwartier alsnog werkelijkheid kunnen laten worden.’ hans op de coul
Kunnen architecten in de toekomst kijken? Ruim voor de sluiting van v&d hadden ze hun plan al klaar, de jonge Berlijnse architecten die rond de jaarwisse ling hun werkhuis presenteerden op de tussenverdieping van schunck* in Heerlen. Als het aan hen ligt, dan wordt het Heerlense v&d gebouw een nieuw glaspaleis, bedoeld voor horeca, winkeltjes en vooral voor het contact tussen de Parkstad bewoners. iba Reporter Hans Op de Coul praat met Rick Gebben uit Schinveld. Als u dit leest is hij al weer terug in Berlijn, waar hij een paar maanden geleden afstudeerde als architect. Zijn afstudeerproject was iba Parkstad, en samen met zijn Duitse partners Philipp Rust en Simon Wübbels richtten ze een iba Werkhuis Berlijn in. Daar ontstond hun studie ‘Parkstad Lost in Transfor mation’, gebaseerd op eigen onderzoek in Parkstad, gecombineerd met hun ervaringen als inwoners van Berlijn. ‘Jazeker kan je Parkstad vergelijken met Ber lijn’, zegt Rick Gebben. ‘Qua opppervlakte past het centrum van Berlijn op de plattegrond van Parkstad. En dan vallen ook meteen de verschillen op. In Ber lijn doe je alles met het openbaar vervoer. Hier ver trekt de laatste bus naar Schinveld om vijf voor twaalf. Op mijn achttiende had ik al een auto nodig om me vrij te kunnen bewegen. Verschrikkelijk. Wat is dat voor een stad als je alles met de auto moet doen? Mensen kennen hun eigen streek niet
Waar is de wandschil dering van Frans Nols?
eens. Er zijn fietsroutes nodig, geen nieuwe autowe gen.’ Het is duidelijk: Philipp, Simon en Rick hebben kritisch gekeken naar de ontwikkelingen in Parkstad. Ook in de titel van hun onderzoek is de kritiek van de drie jonge architecten te lezen: ‘Park stad verloren geraakt in de verandering’. Rick Gebben: ‘Eigenlijk gaat het om een groot aantal dorpen. Terwijl het gezien wordt als een stad. Maar de identiteit van het geheel is met de mijnindustrie verdwenen. Wat wordt de nieuwe identiteit? Langs de ring worden de winkelcentra zoals de Woonbou levard en de Roda Boulevard steeds indrukwekken der, maar je dwingt de mensen in hun auto naar de buitenranden. Wat gebeurt er binnen die ring? Is daar nog plek om elkaar te ontmoeten, om gewoon wat rond te lopen? Ook het toerisme komt niet verder dan die ring.’ En zo komt het brandpunt in de plannen van Gebben c.s. in beeld: het v&d gebouw aan de Bon gerd dat op 15 februari j.l. werd gesloten. ‘Eigenlijk is het nu nog een enorme gesloten blok. Dat moet open gemaakt, met veel glaspartijen. In het gebouw willen we pleinen waar mensen elkaar ontmoeten. Er zijn kleine originele winkeltjes en horeca. En creatieve bedrijfjes gaan er zich vestigen. Het rijmt inderdaad op het Glaspaleis van Peutz, er schuin
rick gebben
tegenover. Het moet een laagdrempelig centrum worden waar alles draait om ontmoeting, kennis uitwisselen en het leren van elkaar. Jonge en oudere inwoners kunnen in dit gebouw de wetenschap, de ambachtelijke maakindustrie, de kunst en cultuur van Parkstad ontdekken, ervan leren en ermee experimenteren. Hierdoor zal Parkstad zich weer terug vinden in de verandering: Found in Transfor mation!’ Met plezier kijken de jonge architecten terug op de presentatie van hun Berlijnse iba werkhuis in Heer len. ‘Er zijn veel mensen komen kijken en we hebben met veel bezoekers gepraat. Voor mijn Duitse vrienden was het natuurlijk ook bijzonder om midden in het gebied te zitten waar ze bijna een jaar op hebben gestudeerd.’ De drie verbleven veel in het iba werkhuis in Chevremont, de iba-kerk. Daar hebben ze samengewerkt met de Nederlandse industrial designer Joep Slagter die in die periode (december 2015/januari 2016) ook voor iba aan het werk was met een verandercaravan, de Transforma tor, waarin waardeloze spullen werden veranderd in mooie, bruikbare voorwerpen. Rick Gebben: ‘Dat was geweldig in die kerk! We hebben tot diep in de nacht samen met Joep gewerkt. Laptops en flessen bier op tafel. Het was een doorlopend gesprek tussen designers, intensief en informeel. Het was een soort atelier zoals we in Berlijn hadden.’
ontwerp voor het v&d gebouw aan de bongerd
De tentoonstelling ‘Lost in Transformation’ van Philipp Rust, Simon Wübbels en Rick Gebben is nog te zien op dinsdag- en donderdagmiddag in de IBA-kerk aan de St. Pieterstraat in Kerkrade-Chèvremont. APR 2016
In 2012 maakte iba-Reporter Patricia Pisters voor de Gemeente Kerkrade een overzichtstentoonstelling met werk van Frans Nols (1922–1972). Nols wordt samen met onder andere Ger Lataster, Jef Diederen, Pieter Defesche en Lei Molin tot de Amsterdamse Limburgers gerekend. De tentoonstelling heette ‘Frans Nols: zwart-wit in kleur’ en dat is ook de titel van de bijbehorende publicatie. Vanwege die publicatie ontvangt Patricia nog regelmatig e-mails van mensen die een werk van Frans Nols in bezit hebben of om andere redenen in de kunstenaar geïnteresseerd zijn. Ook al heeft haar privésmaak zich ontwikkeld in een andere richting, toch blijft ze het leuk vinden om anderen wegwijs te maken in de wereld van de Amsterdamse Limburgers. In deze bijdrage roept ze uw hulp in om een vergeten stukje cultureel erfgoed op te sporen. Kunst in het Kerkraadse ziekenhuis Onlangs ontving ik een bericht van Henri Nijsten uit Kerkrade, die met veel enthousiasme zijn passie voor Frans Nols en zijn tijdgenoten met mij wilde delen. Tevens uitte hij zijn zorgen over een werk dat Nols in het Zuyderland Medisch Centrum te Kerkrade zou hebben vervaardigd. Want, zo informeerde hij mij, in het Limburgs Dagblad van 11, 13 en 26 november 2015 had hij gelezen dat Zuyderland in de nabije toekomst nog
hans op de coul
IBA—REPORT #3
plafondschildering van frans nols in de kerk van terwinselen
4
IBA—REPORT #3
maar een deel van de huidige accommodatie zou betrekken. Hij refereerde daarbij in het bijzonder naar een artikel van Bas Dingemanse in de krant van 13 november: ‘De betonnen kolos waarin het ziekenhuis in Kerkrade is gevestigd, is al jaren een pijnpunt voor gemeentebestuurders en ziekenhuispersoneel’. Ai. Deze berichtgeving baarde Nijsten zorgen. En terecht. In mijn publicatie had hij namelijk gelezen dat Frans Nols in maart 1967 is gevraagd om het toen nieuw te bouwen St. Jozefziekenhuis, zoals het zmc destijds heette, te verfraaien met een wand schildering. Uit diverse bronnen heb ik toen kunnen achterhalen dat de voorstelling ofwel een engel betrof waarin de vier jaargetijden waren verwerkt, ofwel een engel die werd omgeven door de vier elementen aarde, lucht, water en vuur. In ieder geval had Nols felle kleuren gebruikt om de klinische sfeer van het ziekenhuis te doorbreken: ‘Je moet je scheppingen op de omgeving afstemmen,’ aldus Nols in de Nieuwe Limburger van 12 juli 1967. Het mysterie De vraag die Henri Nijsten mij in zijn bericht stelde, was of ik wist waar Frans Nols de schildering had aangebracht. Helaas moest ik hem het antwoord
APR 2016
frans nols
schuldig blijven. De voorstelling zou rechtstreeks op de betonwand zijn geschilderd, maar tijdens mijn onderzoek bleek al dat het kunstwerk geruime tijd werd afgedekt door een groot paneel. Navraag bij het ziekenhuispersoneel leverde weinig meer op dan dat het zich in de centrale hal moest bevinden. Om meneer Nijsten toch van dienst te zijn, raadde ik hem aan om eveneens de stoute schoenen aan te trekken en gewoon eens een rondvraag te doen onder het personeel. Misschien zou hij meer succes hebben… En jawel. Nijsten volgde mijn advies op en sprak een oudere man die sinds de jaren zeventig in het ziekenhuis werkte. Hij kon zich geen wandschildering herinneren, maar een andere medewerkster, die in de jaren zestig bij het ziekenhuis in dienst trad, kon dat wel. Henri Nijsten schreef hierover: ‘Wanneer we het ziekenhuis binnenkomen, bevindt zich aan de linkerzijde een wit paneel. Hier hangt nu een schilderij. Volgens de medewerkster zou hierachter een wandschildering hebben gezeten’. Of dit inderdaad de wandschildering van Nols betrof en of het tegenwoordig nog intact is, blijft echter een mysterie… Hoogte- en dieptepunten Dit verbaasde mij tijdens mijn onderzoek al. Gedurende zijn leven werd Frans Nols tot één
van de meest veelbelovende talenten van zijn tijd beschouwd. Hij werd geroemd om zijn academische stijl en was breed opgeleid. Zijn oeuvre omvat veel verschillende materialen en technieken: van monumentale glas-inloodramen tot intieme schetsen op papier, en van schilderijen tot linosneden. Na zijn afstuderen aan de Rijksakademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam werd zijn werk wereldwijd tentoongesteld. Ook vielen hem regelmatig prijzen ten deel, waaronder drie keer (!) de Koninklijke Subsidie voor de Vrije Schilderkunst. Dat is toch een behoorlijke prestatie! Nu bleek echter niemand de kunstenaar en zijn werk meer te kennen. Daar zijn diverse redenen voor aan te wijzen. In de eerst plaats kan het zijn dat Nols in tegenstelling tot de andere Amsterdamse Limburgers weinig vernieuwend was. Als glas-inloodkunstenaar gold hij weliswaar als innovatief, maar verder was hij ‘meer een stille volger dan een felle baanbreker’, aldus kunstcriticus Pieter Defesche (een naamgenoot van de kunstenaar). Een andere reden kan zijn dat hij al vroeg is overleden en derhalve niet de kans heeft gekregen om zich verder te ontwikkelen. Maar het is óók mogelijk – en dat vormde destijds de meest interessante vondst van mijn onderzoek – dat hij door persoonlijke problemen in artistiek verval was geraakt. Het is namelijk zo dat Nols door een alcoholverslaving
en de scheiding van zijn vrouw in een neerwaartse spiraal belandde. Zijn leerlingen op de Jan van Eyck Academie in Maastricht, waar Nols in de jaren zestig werkzaam was als professor, herinneren zich hem als een droevige, weinig inspirerende docent, die meer in de kroeg zat dan op de academie.… Oproep! Desondanks mag dit negatieve beeld niet overschaduwen dat Frans Nols een aanzienlijke bijdrage heeft geleverd aan de na-oorlogse Nederlandse kunst. Dit geldt vooral voor zijn monumentale werk, dat hij in opdracht van gemeentebesturen, kerkparochies, het bedrijfsleven en ziekenhuizen vervaardigde. Om die reden wil ik Henri Nijsten dan ook graag helpen bij zijn zoektocht naar het verloren gewaande kunstwerk in het Kerkraadse ziekenhuis. Daarom bij deze een oproep: kunt u zich een wandschildering in de centrale hal van het huidige Zuyderland Medisch Centrum te Kerkrade herinneren? Laat het dan weten via info@p-artefacts. com. Hopelijk kan zo worden voorkomen dat er een kunstwerk verloren gaat van een Kerkraadse kunstenaar die in zijn tijd zo hoog werd geacht. patricia pisters
Superlocal Veertig jaar lang woonden meer dan 400 gezinnen met plezier in de immense hoogbouwflats in Bleijer heide, op een steenworp afstand van de Duitse grens. De 10 verdiepingen hoge kolossen werden in de jaren ‘60 in no-time uit de grond gestampt en kwamen tegemoet aan de wensen van die tijd: veel woningen tegen een lage huurprijs. Anno 2016 voldoen de flats niet meer aan de moderne woon behoeften. De galerie is afgekeurd, het gebouw kampt met betonrot en de woningen doen klein en bedompt aan. Woningbouwvereniging heemwonen heeft daarom besloten de flats af te breken. Maar wel op een innovatieve manier.
Met veel dank aan dhr. Henri Nijsten uit Kerkrade Zij stellen zich de vraag: hoe sloop ik zonder de waarden van een gebied, zowel materieel als men taal, kwijt te raken? De mentale waarden bestaan uit de herinneringen van de bewoners aan een halve eeuw wonen in de flats. Ze kwamen terecht in een burenboek, ‘Jid derinne vólt ziech doa heem’, samengesteld en uitgegeven door Maurer United Architects. Het boek verscheen in juli 2015. De materieële waarden worden behouden doordat heemwonen een denkbeeldige muur om het gebied plaatst. Alles wat er uit de flats komt wil de Woning bouwvereniging op diezelfde plek opnieuw gebrui ken. Samen met iba Parkstad wordt onderzocht of het oude beton, hout en metaal waaruit de flats zijn opgebouwd hergebruikt kunnen worden in nieuwe woningen. Dat worden dan meer dan honderd mo derne woningen, die wel voldoen aan de wensen van de moderne huurder.
frans nols aan het werk in zijn atelier
Bleijerheide is de komende jaren een openluchtfa briek: er wordt geëxperimenteerd met sloop, bouw en recycling. Allemaal volgens de slogan: slow, less, local.
IBA—REPORT #3
APR 2016
6
IBA—REPORT #3
APR 2016
8 vragen over iba
IBA Parkstad: wat is het? Vanaf 2013 is IBA een veelgehoorde afkorting in Parkstad. Maar wat betekent het nu eigenlijk? En wat gaat er veranderen? Is het een tentoonstelling? Of gaat het om een langdurig proces dat de regio Parkstad weer vitaal, trots en economisch sterk maakt? Een aantal vragen over IBA.
Wie bedenkt die projecten?
In 2014 is aan burgers en bedrijven gevraagd wat zij aan hun regio willen veranderen of verbeteren. Deze Open Oproep leverde zo’n 300 projecten op. Na een zorgvuldige selectie is IBA aan de slag gegaan met een aantal van deze projectindieners. IBA realiseert zelf geen projecten, maar geeft deze een flinke duw in de goede richting met kennis en financiële steun.
Wie leidt IBA?
IBA Parkstad staat onder leiding van architect Jo Coenen en plano loog Guido Derks. Zij worden ondersteund door een veelzijdig team van specialisten. IBA werkt daarnaast nauw samen met universiteiten, hogescholen en andere kennisinstituten.
Wie betaalt?
De acht Parkstadgemeenten en de provincie Limburg hebben gezamenlijk besloten dat er een IBA komt in deze regio. Zij hebben daarvoor 45 miljoen euro beschikbaar gesteld. Dat geld wordt besteed aan de ondersteuning van de ingediende projecten. De Duitse IBA’s hebben bewezen dat de geïnvesteerde bedragen dubbel en dik worden terugverdiend. In een vitale, energieke regio willen burgers en bedrijven graag wonen en investeren.
IBA?
IBA staat voor Internationale Bauausstellung – een internationale bouwtentoonstelling. Zo is het vorige eeuw in Duitsland begonnen in onder andere Berlijn, Darmstadt, Hamburg en Emscher Park. In Berlijn heeft de IBA bijvoorbeeld veel moderne huizen gebouwd na de oorlog. En in het Ruhrgebied heeft de Bauausstellung oude, grijze industriegebieden omgebouwd tot bruisende centra van cultuur, recreatie en toerisme. Tegenwoordig ligt de nadruk op het realiseren van ingediende projecten die een stad of regio nieuwe kracht geven.
Hoe lang duurt IBA?
In Parkstad is IBA in 2013 begonnen en duurt tot 2020. Binnen die korte tijd helpt IBA mooie, inspirerende en spraakmakende projecten te realiseren. In 2020 vindt er een tentoonstelling plaats waarin alle afgeronde projecten worden gepresenteerd. Maar daarmee eindigt het IBA-proces niet. Want deze projecten bloeien en groeien verder na 2020.
De IBA in Parkstad is de eerste buiten Duitsland
IBA in Parkstad?
Parkstad heeft gelukkig veel ambities. IBA gaat aan de slag om nieuwe bestemmingen te vinden voor leegstaande kerken, hoeves en kloosters. IBA kijkt naar de natuurgebieden, de winkelstraten, parken, zorg, onderwijs en cultuur. Deze thema’s pakt IBA aan samen met de bevolking, bedrijven, de gemeenten en de provincie. IBA is meer dan bouwen: het gaat om het aanpakken van een groot aantal ambitieuze thema’s op het gebied van wonen, werken zorg, onderwijs, cultuur en natuur.
IBA is pokon voor Parkstad
Wat is er te zien in 2020?
Idealiter is Parkstad in 2020 een sterkere, veerkrachtige regio met een duurzame economie, met een hoofdrol voor groen, hergebruik van materialen en gebouwen. Parkstad als gebied om te wonen, werken en recreëren. Na 2020 is de regio klaar voor de toekomst.
Hoe blijf ik op de hoogte?
Parkstad verandert snel, mede dankzij IBA. Op de hoogte blijven van de vordering rond de projecten? Of een suggestie voor IBA? Kijk op iba-parkstad.nl, volg IBA via @ibaparkstad of like IBA op Facebook. Ook zijn er verschillende Wisselende Werkhuizen in de regio. Iedereen die iets over IBA wil weten kan hier binnen lopen.
IBA formuleert antwoorden op de uitdagingen van Parkstad
Meer IBA? www.Iba-parkstad.nl facebook.com/ibaparkstad Twitter: @ibaparkstad IBA—REPORT #3
APR 2016
8
IBA—REPORT #3
IBA is van en voor Parkstad. IBA zijn we allemaal APR 2016
SlotLAB
IBAScoop
Gracht aan de rand van het land
kijk vanuit de ruimte
Op donderdag 31 maart werd het startsein gegeven voor het 3d printen van een 17 meter hoge ‘zesde toren’, geïnspireerd op de oorspronkelijke vijf to rens van het verdwenen slot Schaesberg. Tijdens de opening onthulde iba-directeur Guido Derks en wethouder Ton Ancion een eerste 3d geprint schaal model (1:10) van een vrije vertolking van de oor spronkelijke vijf torens, geproduceerd door de 3dcommunity uit de Euregio. Dit schaalmodel vormt een eerste aanzet voor het uiteindelijke doel van het Slotlab Project: een 17 meter hoge toren, gebouwd met 3d technieken. Het iba Project Slotlab plaatst het restaureren van de kasteelruïne in een nieuw daglicht. Traditionele en nieuwe ambachten inspireren elkaar. Nieuwe ambachten leveren een waardevolle bijdrage aan renovatie- en bouwtechnologie. Het inzetten van nieuwe technieken moet ook de jeugd weer interes seren voor het ambacht. Initiatiefnemer en architect Machiel Spaan: ‘We testen, experimenteren, wisse len kennis uit en combineren meerdere materialen en technieken. We leren door te doen en gaan wer ken met interdisciplinaire teams uit de regio, het onderwijs, de bouwindustrie en de vakwereld.’ Het eerste schaalmodel van de toren reist de komen de maanden door Parkstad. Benieuwd waar de toren staat? Kijk op iba-parkstad.nl.
Sommige iba kandidaatsprojecten hoeven niet te wachten op de Ausstellung van 2020, die zijn al af. Al vorig jaar kon je Parkstad van boven bekijken met de iba ballon (denk er aan: het is weer voorjaar dus de ballon kan weer varen) en vanaf deze maand kan je Parkstad van nog veel grotere hoogte be kijken in de ibascoop in Columbus, het unieke Earth Theatre in C-City, oftewel het Museumplein aan het station Kerkrade Centrum. Columbus is de grote witte bol waarin geprojecteerd wordt op een cirkelvormige wand met een doorsnede van 16 meter. Via twee ringen van glazen balkons kijk je acht meter de diepte in waardoor het lijkt alsof je in een ruimtevaartuig naar de aarde kijkt. Naast de spectaculaire films over onze wereldbol is daar nu ook de ibascoop te beleven. Op de bodem, diep onder je, ligt Parkstad waar de verschillende iba projecten oplichten. Langs de zijkant lopen films en bijzondere presentaties waarmee de projecten voor iedereen begrijpelijk worden gemaakt. Dit voorjaar is te zien hoe Parkstad is verdeeld in zeven zones en welke projecten zich daar aandienen. De eerste zone is Parkstad Centrum (Heerlen), de tweede de Noordflank (Hoensbroek en Brunssum) met zijn kolonieën. De derde heet Zuidflank (Kerkrade en Landgraaf) met de in de toekomst volledig duurzame kolonie Lauradorp en het project Center Court rondom het Kerkraadse ziekenhuis. De vierde zone is die van de Stedelijke Parken Gravenrode en Brunsum merheide en de buitenplaatsen Rolduc en Gebrookerbos. De vijfde zone heet de Voorstad, het gebied langs de autowegen van Woonboulevard tot Rodaboulevard, het is de ‘economische motor’ van Parkstad. De zesde zone is die van de Westschil met de landelijke Parkstadgemeenten Onderbanken, Schinnen, Nuth, Voerendaal en Simpelveld. Hier zien we onder andere de Rode Beek, de Reus van Schimmert en de plannen voor ‘het Land van Kalk’ met kalkovens en wijngaarden. De zevende zone is de Oostschil, geheel op Duits grondgebied. Veel verwijst hier naar dit oudste industriegebied van Duitsland maar ook onze relatie met Aken wordt duidelijk, de grootste stad in dit deel van de Euregio.
Woon je nou in Landgraaf of Abdissenbosch? iba reporter Jac Gadiot gaat op zoek naar kleine dorpen of buurtschap pen in Parkstad met namen die iedereen kent. Maar waar ligt dat buurtschap? En hoe voelen de bewoners zich? In deze Reporters gaat Jac Gadiot naar Gracht in Kerkrade. Gracht ligt aan de rand van het land, ingeklemd door de Hamstraat (N300) en het toekomstig tracé van de Parkstad Buitenring in het zuiden en door het oude Miljoenenlijntje aan de noordzijde. Aan de oostkant ligt het oude terrein van de mijn WillemSophia. In westelijke richting ligt de Locht, met het donkere gebouw aan de grensovergang naar Duits land en Aken. In het dal van de Crombacherbeek liggen nog kapitale boerderijen. Zij moeten wijken voor de buitenring.
APR 2016
De ‘grachten’ en de ‘eiken’ vormen samen het nieuwe gedeelte van Gracht. Ze zijn de bekende woonerven uit de jaren zeventig met merendeel ruime eengezinswoningen. Het oudste gedeelte van Gracht is in de jaren vijftig gebouwd. Dit deel van Gracht is er gekomen ter vervanging van ‘de zwarte kolonie’, die ten oosten van het mijnterrein lag. Ik loop over de smalle spoorwegovergang. Ik zie op de hoek recht voor mij een bank. Het is een kunst zinnige sofa met in mozaïek uitgevoerd een witte kerk en daarnaast een vierkante toren. Misschien wel de inmiddels gesloopte Onze Lieve Vrouwe van Lourdes. En voor de kerk een spoorweg met een oude locomotief en op de laatste wagon in sierlijke letters de naam Gracht.
De ibascoop wordt regelmatig bijgewerkt. Zo is een nieuwe versie in de maak met daarin nieuws over de indeling van Heerlen in kwartieren. Elders in dit blad kan je al lezen over het Romeins kwartier.
IBA—REPORT #3
De buitenrand van Gracht wordt in een grote boog gevormd door de Calbertsweg, de enige doorlopende weg in de wijk. Aan deze weg liggen de ‘grachten’, die allemaal vrouwelijke namen dragen, in volgorde van het alfabet: Agatha-Gracht, Birgitta-Gracht, Caecilia-Gracht, Dorothea-Gracht, Elisa-Gracht, Frederika-Gracht en Gerarda-Gracht. De kleine binnenboog draagt – ook in alfabetische volgorde – juist mannelijke namen, die allemaal eindigen op ‘eik’: Alexandereik, Boudewijneik, Constantijneik, Daniëleik, met het Eikerplein als middelpunt.
10
IBA—REPORT #3
APR 2016
De naam Gracht blijkt afgeleid van ‘Jraat’, de lokale benaming voor holle weg. De ‘grachten’ werden ingegraven in het landschap, waardoor hoge zij kanten ontstonden. Dat zie je nog duidelijk in het eerste gedeelte van de Grachterstraat, waar de huizen op heuveltjes liggen en er trappen zijn om bij de voordeur te komen. Op de Grachterstraat ligt Café de Jraat. Je kunt er darten en poolen. Het is het enige café in de wijk. Bij het Eikerplein ligt nog het multifunctionele Tref centrum de Gracht. Daar is een tijdje geleden brand geweest. Met een verzekeringskwestie volgens een voorbijganger. Het is nu wel opgeknapt, maar er zit nog geen leven in. Het staat te huur. Je kunt op de witte muur nog een rode plek zien waar een bord heeft gehangen. De verenigingen en clubs hebben buiten Gracht hun onderkomen gevonden. De basisschool aan de Grachterstraat staat leeg. Er is een steen door het raam gegooid. De mooi beschilderde ruit is provisorisch dichtgemaakt met een glasplaat en doorzichtige kit. De andere beschilderde ruit is nog heel. De school heette eens ‘De h. joannes de doper’ en is later omgedoopt in ‘Basisschool de Gracht’, met het motto ‘levend leren, leren leven’. Hoop doet ook leven. Wie weet ligt er nog een mooie bestemming voor gebouw en terrein in het verschiet. De kinderen gaan nu naar
De Spoorzoeker. Deze grote en nieuwe basisschool ligt aan de overkant van de oude spoorlijn. Moeders, en vaders ook, komen met auto, fiets of te voet vanuit Gracht, Heilust en Spekholzerheide de kinde ren ophalen toen ik daar mijn autosleutels zocht. Tegenover de oude school ligt naast de kleine begraafplaats en speeltuin een braak liggend gras land. Daar blijkt de kerk Onze Lieve Vrouwe van Lourdes te hebben gestaan. De pastorie is wel gespaard gebleven en is nu een woonhuis. Het huis ziet er klassiek rooms uit, met de donkerbruine bak steen en de rond toelopende deuren en de raampar tij voor het trappenhuis. Toch echt anders dan die witte kerk op de sofa aan de ingang van Gracht. Het oudste gedeelte van Gracht omvat acht straten die nagenoeg parallel lopen. De Sint Corneliusstraat heeft negen blokken van vier tot zes woningen. De meeste rijtjeshuizen in de wijk zijn witgeschilderd en schoon. Ook de baksteen van de andere huizen ziet er licht en schoon uit. De voortuintjes zijn ver zorgd. Aan de Grachterstraat staan de grote huizen. Daar woonden vroeger waarschijnlijk de opzichters van de mijn. De achtertuinen ervan grenzen direct aan het oude mijnterrein.
Het mijnterrein ziet er vanuit Google Air nogal macaber uit. De Willem-Sophia bleef nog tot 1970 in gebruik. Het zwarte mijnsteen die bij de winning van steenkool vrijkwam, werd op het terrein opge slagen. Een imposante steenberg op de Gracht was het gevolg. Deze steenberg wordt al tientallen jaren afgegraven door de firma Wisosplit. De onderne ming zet het zwarte mijnsteen door middel van een natuurlijke en open verbranding om in de zoge naamde rode mijnsteen. Het bruinachtig rode pro duct wordt vervolgens gemalen en gezeefd om te gebruiken voor de aanleg van wegen, wandelpaden, sportvelden en tennisbanen. Het wordt ook toege past om bakstenen en dakpannen een warmrode kleur te geven. Nu zorgt het verbranden, malen en zeven al jaren voor stof- en stankoverlast en vervuilde wegen rondom het bedrijf. Er is een Community ‘Overlast Wisosplit’ op Facebook die bewoners en bedrijven wil verbinden in de strijd tegen deze overlast. De overlast, hoe vervelend ook, maakt Gracht eigen lijk wel bijzonder. Gracht is de enige plaats in Lim burg waar bewoners en bedrijven nog steeds last hebben van het mijnverleden; de steenberg brandt nog steeds. In het boek Het geluk van Limburg van
Marcia Luyten (2015), staat over de gesloopte ‘zwarte kolonie’ Gracht dat deze de volle laag mijnwind ving. En dat er in de winter vaak een zure bruine waas hing. Zo was de witheid van de lakens, het ondergoed, de witte hemden en schorten bij voor baat een verloren strijd. Als er vandaag de dag een donkerrode wolk met een penetrante zwavelachtige geur boven Gracht hangt, zal menig oud-bewoner van ‘de zwarte kolonie’ beslist aan die tijd moeten terugdenken. ‘De een klaagt nu eenmaal meer, de ander minder’; zei een vrouw nuchter toen zij haar kinderen van school haalde. Zij woont er al jaren en is tevreden. Ik ben benieuwd wat anderen van Gracht vinden. Ik maak een korte ronde door de wijk en praat met enkele mensen die ik op straat tegenkom. Op de stenen sofa aan de Grachterstraat zit Ange lique, die samen met haar hond wacht op haar vriendin. Ze vindt het ideaal hier; lekker rustig, net een ‘Kur-ort’. Je kunt alle kanten op en je zit lekker dicht bij de grens. Eerst woonden er veel ouderen. Nu komen er steeds meer jonge gezinnen wonen. Veel van hen zijn hier opgegroeid en komen nu weer terug. Zij is hier op haar dertiende jaar komen wonen. De buurt is kindvriendelijk. Achter de huizenblokken zijn veldjes, waar de kinderen samen kunnen spelen. De speeltuin wordt mooi opgeknapt en de Basisschool is dichtbij. Er is weinig criminaliteit of bemoeizucht. Iedereen is even vriendelijk en aardig.
IBA—REPORT #3
APR 2016
12
IBA—REPORT #3
Jammer is wel dat het Trefcentrum dicht is. De spor tieve zomerfeesten waar straten tegen elkaar strijden zijn zó leuk, zegt ze. Ook Herman en Ria vinden het jammer dat het trefcentrum dicht is. Het is helemaal opgeknapt, maar er is niemand die het verder runt. De yoga, de gym, het kienen en de fanfare zijn allemaal weg. Rond het trefcentrum was er ook een grote super markt, een postagentschap en een bakker. Alles was er, de een na de ander ging dicht. Alleen de frituur is er nog. Nu moet je om te winkelen over het spoor naar Spekholzerheide. Er is wel een belbus. Fien en Jaap wandelen graag door de wijk. Ze wonen er al 46 jaar. Het is een rustige buurt. Nog wel. Ze willen hier blijven wonen zolang het kan. Zij vindt de straatnamen bijzonder, zoals de Lourdesstraat en de Massabiellestraat. Maar van Lourdes wil ze graag wegblijven. De aanleg van de buitenring roept wel vragen op. Hoe kom je de wijk in en uit? Dat is voor Peter ook de vraag. Hij vreest bovendien geluidoverlast van de snelweg, waarop je straks 120 kilometer per uur mag rijden. Er komt wel een geluidswal, maar daar woont hij net te ver vandaan. Toen zijn vrouw hier kwam wonen was het nog zo rustig dat zij er een week niet van kon slapen. Straks zal dat misschien andersom zijn. Peter vertelt over de sofa op de hoek van Grachter straat. De mozaïek is door de bewoners zelf gemaakt,
APR 2016
onder leiding van de wijkagent! Op de sofa is echt de wijk uitgebeeld, met spoorlijn en al. Daarom hoort die bank daar thuis, op die plek. Tja, en dat die kerk erop wit is, maakt niet uit. Hij vindt het jammer dat de nieuwe basisschool aan zo’n druk kruispunt ligt; de kinderen kunnen niet meer alleen naar school lopen. Als laatste spreek ik Ria. Zij heeft zojuist de voor deur en de drempel schoongemaakt. Zij was de jong ste toen ze hier kwam wonen. Nu is zij 76 jaar oud en met nog een andere vrouw de oudste in het blok. Zij vertelt dat de donkere huizen huurwoningen zijn. De wit geschilderde huizen zijn gekocht. Haar man heeft de woning helemaal zelf opgeknapt. Op z’n zeventigste is hij plotseling in coma geraakt en overleden. De Yoga en de gym en ook de carnavals groep heeft haar op de been gehouden. De straat verandert, vindt zij. Iedereen leeft op zich zelf. Iedereen heeft zijn eigen voortuintje; allemaal verschillend. De jonge gezinnen hebben geen tijd voor elkaar. En verhuizen vaak weer om groter te wonen. Zij blijft hier wonen. Huren is voor haar te duur. En de ouderen houden elkaar nog wel in de gaten. En er is de wijkagent die zich met raad en daad inzet voor een veilige buurt. (De namen van de bewoners zijn verzonnen)
jac gadiot www.blog.jacgadiot.nl
Fotosafari langs kerken
Samen met jeugd richting toekomst door hans op de coul
Dat de Frohnleichnamskirche in Aken-Oost van architect Rudolf Schwarz nog altijd ‘de moderne kerk’ wordt genoemd is al bijzonder als je weet dat de kerk in 1930 in gebruik werd genomen. Het is een grote, rechte en spierwitte kerk met een los staande klokkentoren. De kerk was revolutionair want in het bisdom Keulen gold al vanaf 1900 de regel dat kerken altijd neogotisch behoorden te zijn. Dat de kerk toch gebouwd mocht worden is te danken aan een splitsing van dat bisdom waardoor Aken een eigen bisdom kreeg. Dat nieuwe bisdom kreeg meteen de meest moderne kerk van Duitsland. Ook in Aken ligt de Hubertuskirche van Gottfried Böhm uit 1964, een gebouw waar je mond spontaan van open valt. Niet voor niets dat de volksmond de kerk de ‘Backenzahn’ (kies) noemt. Het is een spel met lijnen door de bijzondere dakpartijen. Böhm was een zeer productieve kerkenbouwer, hij bouwde er tientallen in Duitsland, maar ook in Taiwan en Brazilië. En ééntje in Nederland, de Gregorius de Grote in Brunssum, iets ouder dan de Hubertuskirche maar ook de moeite waard om een blokje voor om te rijden. Vijftien fotografen werden op 6 maart langs vijftien kerken gereden waarna ze werden uitgenodigd om één van die kerken fotografisch te documenteren. Het ging om de derde fotosafari voor Euregiodoc. eu, een site van KuS en iba waarop fotografen de grote veranderingen vastleggen die momenteel plaatsvinden in de Euregio, met name in Parkstad. Vorig jaar waren er twee fotosafaris: Bergen van Steen, over de steenbergen in de Euregio, en ‘Mutations Parkstad Noord’ over het landschap rond de Parkstad Buitenring. Kerken zijn gebouwen met een verhaal. Ze vertellen een religieuze geschiedenis en bepalen mede de identiteit van een dorp of stad. Door hun vaak markante en dominante aanwezigheid zijn het ‘landmarks’, je herkent er de plek door. En als door de ontkerkelijking de kerk zijn oorspronkelijke functie verliest zitten we met een probleem. Daarom is het behoud van ons cultureel erfgoed een van de speerpunten van iba. Dat betekent dat er gezocht moet worden naar nieuwe bestemmingen en daarvoor is het nodig dat de situatie van 2016 wordt vastgelegd.
Het klinkt zo vanzelfsprekend: De jeugd heeft de toekomst. Het is ook een waarheid als een koe, want een willekeurige jongere zal mij, 67-jarige, met groot gemak overleven. Dus als er zo iets is als een hoeveelheid toekomst, dan zal die jongere daar in ieder geval meer van meekrijgen dan ik. Maar heeft die jongere dan ook het alleenrecht op de toekomst, inclusief dat beetje van mij? Even nadenken. Toen ik eind jaren zeventig van de vorige eeuw ging werken bij de Limburgse omroep, vonden er verhitte discussies plaats over het veel te kleine aantal jon geren dat naar die omroep luisterde (regionale tele visie bestond toen nog niet). Op die manier zou ons luisterpubliek op den duur uitsterven, redeneerden wij. Die discussie herhaalde zich jaarlijks, want de jongeren bleven zich hardnekkig doof houden voor ons mooie radiostation. Alleen stierf het publiek niet uit. Sterker nog: het aantal luisteraars groeide. Maar die groei zat niet bij de jeugd. We moesten gewoon eerlijk toegeven dat de regionale omroep niet aan jongeren was besteed. Wij richtten ons op onze geboortegrond terwijl zo’n jongere niet kon wachten tot hij kon uitvliegen, weg uit Limburg en liefst naar de Randstad. Groot gelijk had die jongere op dat moment. Het omroeppubliek groeide, maar pas vanaf de leef tijdscategorie van pakweg boven de dertig. Blijkbaar moest je een dagje ouder zijn om voor Limburg te kiezen, en wilde je dan pas graag weten wat daar te beleven was. Kortom, het was maar goed dat de omroep geen oplossing voor het jongerenprobleem had gevonden. Als ze zich in het verleden wel had
Fronleichnamkirche, Aken
De fotografen zijn op dit moment aan het werk in de vijftien kerken, waaronder ook de Annakerk van architecten Peutz en Teeken op het Heerlense Bekkerveld, de Christus Koningkerk van SalemansSwinkels in Hoensbroek, de Ark van architect P.Sigmond in Landgraaf en de Michaëlkerk in het Eikske (Landgraaf) van J. Fanchamps. Ook de Andreaskerk op Heerlerbaan, een Gesamtkunstwerk van Laurens Bisscheroux, wordt door een fotograaf bezocht.
opinie aangepast, had ze het kind (in dit geval de oudere luisteraar) met het badwater weggegooid en was ze wellicht al lang wegens gebrek aan belangstelling opgeheven. In 2016 is L1 radio tv een van de meest succesvolle regionale omroepen van Nederland. Ik vertelde dat verhaal een paar weken geleden tegen studenten van de studierichting I-Arts (Inter disciplinary Arts) van de Hogeschool Zuyd in Maas tricht. De kunststudenten hadden in groepjes twee dagen gewerkt in het iba-werkhuis in Chèvremont. Hun opdracht: bedenk een symbool voor het veran deringsproces in Parkstad. Het eerste groepje was er vól in gegaan. Ze presenteerden een serie foto’s van de omgeving van de iba-kerk in Chèvremont: lege straten, gesloten winkels, dichtgetimmerde huizen. Titel: Kerkrade, City of the Dead. Een dame die intensief betrokken is bij iba, raakte geëmotio neerd. Wat een negativisme! De studenten hadden zo’n reactie niet verwacht. Ze lieten toch gewoon de waarheid zien? Wat ze zich niet realiseerden was dat een dergelijke campagne weliswaar uitermate geschikt is om een horrorfilm op Facebook te pro moten, maar weinig van doen heeft met een stad waar nog altijd 46.000 levende zielen wonen. Foutje bedankt. No problem guys (de voertaal bij I-Arts is Engels), you are still learning. Een tweede groep had een iets mildere metafoor gekozen: het ziekenhuis. Patient Parkstad die daar ligt, is nog net niet dood. Parkstad heeft zwaar geleden onder de mijnsluitingen, is aan die kwaal geopereerd en ligt op Intensive Care. En dan ga je niet, volgens de studenten, de zieke meteen weer
Deze fotosafari leidt uiteindelijk tot een tentoon stelling van de vijftien fotografen. Die is te zien in het Collectors House (de voormalige Stadsgalerij) van 23 april tot 29 mei. Toegang gratis. iba-Parkstad nodigt u van harte uit.
Hubertuskirche, Aken
iba werkhuis, chèvremont
De Ark, Landgraaf
IBA—REPORT #3
APR 2016
14
IBA—REPORT #3
APR 2016
opereren zoals iba wil doen. Eerst rust, veel rust. En pas als Parkstad een beetje is opgeknapt, kan je dingen veranderen. Ik moet er eerlijk bij zeggen: de presentaties die ik zag waren het resultaat van een tweedaagse work shop. De studenten hadden alleen geroken aan het onderwerp, hopelijk raakten ze geïnspireerd om Parkstad uitgebreider te onderzoeken. Zoals in het voorbeeld van de omroep die niet genoeg jongeren trekt, is de werkelijkheid veel complexer dan dat wat je aan de oppervlakte ziet. Cijfers lijken wel op feiten, maar ze zijn het niet. Ze geven hoogstens een richting aan om verder te zoeken. Goede veranderingen zijn gebaseerd op onderzoek, en daarom is het fantastisch dat zoveel studenten uit binnen- en buitenland het iba gebied gebruiken als studieobject. Onder meer de universiteiten van Aken, Eindhoven, Hasselt, Delft, en Twente doen onderzoek bij verschillende iba projecten. De Maastrichtse Universiteit, de Open Universiteit en Hogeschool Zuyd zijn vaste partners. Stagiaires van vele opleidingen lopen rond, jongeren zijn, naast andere vrijwilligers, betrokken bij de ver schillende iba werkhuizen. Niet alleen ten behoeve van hun eigen toekomst zijn ze actief, maar ook ten behoeve van de veranderingen in Parkstad. Het gaat dus ook om mijn en uw toekomst. Uitgangspunt is en blijft: we staren ons niet blind op de onmogelijkheden, maar het gaat om de moge lijkheden die Parkstad ons allemaal biedt.
Kunstroute Schimmert In april vindt de jaarlijkse kunstroute van Schimmert weer plaats. Tijdens deze kunstroute staat het iba werkhuis De Reus van Schimmert centraal. In dit fantastische gebouw wordt er een pop-up galerie gerealiseerd waar de kunstenaars die meedoen aan de kunstroute hun mooiste werken tentoonstellen. Ben jij ook benieuwd naar het creatief talent uit Parkstad? Kom naar de watertoren op 23 en 24 april! Watertoren Schimmert / De Bockhofweg 1, Schimmert / 23 en 24 april / Entree gratis
Kom op de soep Chèvremont Soep is een verbindmiddel – een manier om mensen bij elkaar te brengen en een symbool voor warmte en duurzaamheid. Iedere donderdagmiddag is iedereen welkom om soep te komen maken, elkaar te leren kennen en samen te eten. Kom jij ook? Pietershof/Ambark / Akkerheide 64, Chevremont / donderdagmiddag 14.30-16.30 uur Nu ook in Zorgcentrum Sint Anna / De Doom 9, Welten / woensdagmiddag 14.30-16.30 uur
colofon
iba report is een onregelmatig verschijnend tijdschrift, uitgegeven door iba Parkstad, Honigmannstraat 104 6411 lm Heerlen, telefoon +31 45 4400200. iba report wordt gratis verspreid via de gemeente huizen en culturele instellingen in Parkstad en ligt in de iba werkhuizen in Kerkrade-Chèvremont (St.Pieterstraat3), Heerlen (schunck* entre-sol en souterrain), Brunssum-Oud Merkelbeek (Groeneweg 2-4) en Nuth-Schimmert (De Bockhofweg 1). Reacties en bijdragen via
[email protected]. Bijdragen van de iba-reporters vindt u ook op www.iba-parkstad.nl. Deze editie van iba report is geschreven door Jac Gadiot, Patricia Pisters, Jules Roosenboom en Hans Op de Coul (eindredactie) Foto’s: iba Parkstad, Thermenmuseum Heerlen, Philip Driessen, Corné Netten en de auteurs Productie: iba Public; Frans van Neer en Jules Roosenboom Vormgeving: buro Marcel van der Heyden
Expo: Hasselt / Ontwerpstudio Parkstad iba biedt samen met schunck* podium aan studenten van Euregionale en nationale bouwen ontwerpopleidingen om hun studies over Parkstad tentoon te stellen. Doel is om bezoekers te prikkelen met analyses en nieuwe ideeën en om de visies van de Hasseltse studenten op Heerlen en Parkstad in verbinding te brengen met mensen die in onze regio wonen en werken. Studenten Bouwkunde van de Universiteit Hasselt hebben vorig jaar onderdelen van Parkstad onderzocht en nieuwe ideeën gecreëerd. Deze ‹Ontwerpstudio Parkstad› heeft geleid tot 8 groepjes die elk een eigen onderzoek hebben uitgevoerd. Hun werk wordt op de entresol van schunck* tentoongesteld van 7 april tot en met 7 mei. Op 21 april is er om 15.30 uur in Heerlen-centrum een publieksdebat. De studenten gaan dan in gesprek met gasten over de resultaten van Ontwerpstudio Parkstad. Op deze manier hoopt iba op verrassende ontmoetingen en energievolle discussies over de toekomst van Parkstad. Entresol schunck* Glaspaleis / Bongerd 18, Heerlen / 7 april t/m 7 mei
IBA Infocenter Het iba Infocenter, in het souterrain van schunck* Glaspaleis te Heerlen, laat bezoekers kennis maken met iba Parkstad in al haar facetten. Van organisatie tot werkwijze. Van belangrijkste thema’s tot beoog de doelstellingen. Centraal in het Infocenter staan de ingediende projecten: op tal van zuilen is te lezen welke plannen burgers, bedrijven en instellingen uit de regio in de komende jaren willen realiseren in Parkstad. Projecten variëren van een woningbouw vereniging die oude flats op een duurzame manier gaat slopen, tot een ondernemer die een nieuwe bestemming zoekt voor een markante watertoren. Souterrain schunck* Glaspaleis / Bongerd 18, Heerlen / iedere dag geopend
Wil je op de hoogte blijven van alle ontwikkelingen rondom iba? Twitter: @ibaparkstad Facebook: facebook.com/ibaparkstad iba in 2 minuten? Bekijk de animatie op vimeo.com/ibaparkstad/animatie Meer activiteiten van iba vind je op www.iba-parkstad.nl/actueel
Expo Fotosafari Op 23 april opent de tentoonstelling ‘Van paars naar…’, waarin de kerken van Parkstad centraal staan. Tijdens een ‘fotosafari’ zijn beroepsfotografen en amateurfotografen op pad gegaan om de mooiste kerken van Parkstad te fotograferen. De resultaten worden van 23 april t/m 29 mei geëxposeerd in het Schunck Collectors House. Ben je benieuwd naar de foto’s van de prachtige kerken in Parkstad? De tentoonstelling is gratis te bezoeken. schunck* Collectors House (voormalige Stadsgalerij Heerlen) / 23 april t/m 29 mei / Geopend op donder dag t/m zondag
IBA—REPORT #3
APR 2016
van Paars naar ...
FOTO EXPOSITIE
Schunck Collectors House Raadhuisplein 19, Heerlen Opening 23 april, 15.00 uur 23 april – 29 mei 2016