Roadbook 1
Cross Country Frankrijk over de RN7
Maart 2011
Dag 1 : Dendermonde tot Beaulieu sur Loire 500 km Zonnig Op zaterdag 5/3 vertrekken we na de laatste spulletjes in de Giotti gelegd te hebben richting Frankrijk. De bedoeling voor deze maiden trip is om via de route nationale 7 tot in het zuiden de eerste zonnestralen op te pikken en terug te komen op dezelfde manier maar langs een andere weg. Zo weinig mogelijk autostrade dus. Onze eerste etappe gaat toch over de autostrade tot voorbij Parijs. Een eerste traditionele stop in Assevilliers op de A1, onderweg halfweg, om een koffieke te drinken en doggy-pipi-stop te houden. Vervolgens rijden we door tot het woud van Fontainebleau in het uiteinde van de Briestreek waar we de lunch laten smaken na de mobi geparkeerd te hebben op de zandgrond, lekker in de zon. Eén van de grootste bossen van Europa, dat tussen de 20 en 30 km in doorsnee is. Aan de rand van het bos liggen dorpen, zoals de kunstenaarsdorpen Barbizon en Moret-sur-Loing, en de stad Melun. http://www.fontainebleau-tourisme.com/ De namiddag starten we met een bezoek aan het kasteel en het stadje.
Het weer is, voor zo vroeg op het seizoen te zijn, best geweldig. Een eerste keer moet ik de Giotti alleen achterlaten, en dit met enige tegenzin. Nou, veel kan er niet gebeuren want vergezeld van een andere camper staan ze beiden op een busparking vlak voor het paleis. Het Kasteel van Fontainebleau in Fontainebleau is een voormalige Franse koninklijke residentie in de regio Île-de-France. Het Musée du château de Fontainebleau maakt deel uit van de Réunion des musées nationaux. Het slot is in de middeleeuwen ontstaan, maar werd vanaf 1528 door koning Frans I uitgebreid. Hij bracht er ook een deel van zijn kunstcollectie onder - inclusief de Mona Lisa - en ging vaak jagen in het nabijgelegen woud. Tot en met Napoleon III beschouwden alle Franse staatshoofden het kasteel als één van hun woonhuizen en hun belangrijkste jachtresidentie, naast Chambord. Koning Hendrik IV breidde het verder uit en legde een groot deel van de tuin aan. Ook de Zonnekoning Lodewijk XIV bracht er de herfsten door om te jagen. Napoleon verbouwde het en liet er de Paus logeren, die hem tot keizer kwam zalven, de kroning deed Napoleon namelijk zelf. Het kasteel was meermaals de locatie van een verdrag van Fontainebleau. Het is nu de grootste toeristische trekpleister van de regio en staat op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO. Toch maken we het bezoek niet te lang en vinden ons nieuw machien veilig terug en zonder bekeuring. Da's een meevaller. Vervolgens rijden we verder tot Domaine des Médards in Beaulieu sur Loire met tweeduizend inwoners. Onze eerste France Passion stop. Een gezellig vernieuwde boerderij, beheerd door een keurig heerschap en familie, die bij aankomst allemaal
verdwenen zijn ?! Onze eerste ervaring met FP is dan ook een beetje aarzelig. Niemand te zien, overal aangeklopt, de deuren waren zelfs open. Zijn we wel op goeie adres. Even rondneuzen en dan maar ons ergens neergezet nadat we een FP-sticker gevonden hebben op een schuur. 't Is dus toch hier.
Zeer rustig gelegen en mooi aangelegd. Enkele kamers beschikbaar voor gasten zonder mobilhome. Speciaal kiezen we deze boerderij uit de gids omdat ze ook een restaurant hebben. De heer komt rond 18u aanzetten en verwelkomt ons tegelijk met een tweede camper, fransmannen die op terugkomst zijn uit de Jura (skivakantie), en meldt ons dat het restaurant open is om 19u. Vanzelfsprekend schrijven we ons in. De kok achter het fornuis, de mama die de bediening doet en een gezellige bende die een verjaardagsfeestje geeft voor één van de kinderen. We genieten van een heerlijke gastronomische franse maaltijd voor 20€ per man met alles d'er op en d'er aan.
http://www.domainedesmenards.fr/ Onze eerste nacht in de mobilhome start en de twee doggies vinden hun draai..net zoals wij.
Dag 2 : Van Beaulieu sur Loire naar St Vérand 300 km Zonnig 7,30u opstaan Heerlijke nacht gepasseerd. Stil, maar zo stil ! Iets dat wij niet meer kennen. Heerlijk even met de honden in het veld gaan wandelen in de ochtendfrisse zon. Lekker vrij, zonder loopriem hoepelen ze rond. 8,30u vertrekken we richting Nevers. Aan de brug van Nevers stoppen we rond 9,30u om een fototje te nemen van de brede Loire die onder de prachtige boogbrug doorloopt. Een sigaretje, de doggies uitlaten en verder karren richting Moulins.
In de vijfde eeuw werd Nevers een bisschopszetel. De wereldlijke heerschappij van de hertogen dateert van het begin van de 10e eeuw. In de 14e eeuw was er korte tijd een universiteit gevestigd in Nevers. Deze was hierheen verplaatst vanuit Orléans en keerde daar ook weer terug. De Nivernais was een zelfstandige Franse provincie tot bij het einde van het Ancien Regime. In de 16e eeuw werd Ludovico Gonzaga hertog van de stad. Hij haalde Italiaanse pottenbakkers naar de stad en legde daarmee de basis voor de faienceindustrie. Nog steeds wordt in Nevers aardewerk vervaardigd, zij het op kleine schaal. Nevers heeft een kathedraal, de Cathédrale de Saint-Cyr et Sainte-Julitte. De bouw ervan duurde van de 11e tot de 16e eeuw. Het opvallendste aan het gebouw is dat er twee koren zijn. Het oostelijke koor is gotisch, het westelijke is romaans. Het hertogelijk paleis (Palais Ducal) is een gebouw uit de vroege Renaissance. Het gebouw is versierd met moderne reliëfs en heeft vensters met kariatiden en atlanten. De romaanse kerk Saint-Étienne werd in de 11e eeuw gebouwd. De kerk heeft een koorsluiting met 3 straalkapellen. De Chapelle Sainte-Mairie, vroeger onderdeel van een klooster, heeft een monumentale gevel in Italiaanse barokstijl. In de Porte du Croux, een overblijfsel van de vestingwerken, is een archeologisch museum gevestigd.
Rond de middag arriveren we in Moulins, en bij het binnenrijden merken we dat een camperplaats bestaat. Daar we willen lozen en water tanken, aarzelen we niet. In geen enkele gids staat deze camperplaats vermeld, noch Facile en route, noch op internet. Gek want hij is bijzonder groot , goede voorzieningen en prachtig naast de Loire gelegen.
Toegang tot de plaats is betalend met creditcard maar daar enkele plaatsen vrij zijn voor de ingang, zetten we ons naast enkele lotgenoten met hetzelfde idee. We lunchen hier na onze watertank geloosd te hebben. Wel een rip-off voor het vullen want 2€ in de automaat gedaan maar niks dat verdere toegang verleent. Daar we toch nog even verder kunnen, laten we dit niet aan ons hart komen en eten we een boterhammeke om nadien verder even te genieten van de stralende zon. Moulins was lange tijd de residentie van de hertogen van Bourbon. De 15e eeuw was een bloeitijd voor de stad. Op uitnodiging van de hertogen kwamen destijds beroemde kunstenaars naar de stad, waaronder de "Meester van Moulins". Van het paleis van de hertogen van Bourbon is slechts een donjon overgebleven, die men tegenwoordig La mal-coiffée noemt, vanwege het dak dat niet bij de rest van het gebouw past. Het gebouw dateert uit het eind van de 14e eeuw en is 45 meter hoog. De kathedraal was oorspronkelijk een collegiale kerk. Het koor is gebouwd in flamboyant gotische stijl, terwijl het schip en de torens van de façade in 19e eeuwse neogotische stijl zijn opgetrokken. In de kerk bevindt zich de triptiek van de "Meester van Moulins". De Jacquemart is een belfort dat gebouwd werd tussen 1451 en 1455. In 1655 en 1946 werd het belfort beschadigd door brand, maar het werd beide keren hersteld.
Onze trip zet zich verder richting zuiden, richting Lyon. Voorbij Roanne en een 25 km voor Lyon, midden in de Beaujolaisstreek zoeken we naar een goeie France Passion. Onze keuze valt op Domaine de Lérieux in St Vérand. De wijnboer wijst ons een plekje aan midden in de wijngaardvelden op een heuvel met een prachtig zicht dat tientallen kilometers ver gaat. Weerom valt onze keuze op dit bedrijf omdat ze een restaurantje hebben.
Bij onze aankomst komt daar dan ook een heel hoop 'locals' uitgelopen wat ons geruststelt over de kwaliteit van het aangeboden voedsel. Omdat het nog namiddag is gaan we op verkenning en doen een wandeling langs een kasteel en door de wijngaarden.
's Avonds gaan we eten bij Bernard Masset, de eigenaar. Mevrouw Masset staat in de keuken en ontvangt ons hartelijk in haar klein etablissement van 8 tafels. De kaart is beperkt en daar de middag druk was, schaft de pot nog enkel als voorgerecht een terrine en Coq au vin als hoofdgerecht. In de stemming om de plaatselijke keuken toch te proeven morren we niet en appreciëren dat zij speciaal voor ons van dienst is en genieten van dit heerlijke beest dat 10 maanden heeft rondgelopen. Een normaal kiekske vliegt al na enkele weken in de pot in de gemiddelde supermarkt. Dit beest was groot, zeer groot, maar overheerlijk klaargemaakt in een saus van zijn eigen bloed en wijn. Gecombineerd met de plaatselijk Beaujolais was dit een voltreffer.
We doen trouwens een ontdekking. Wist je dat ook een witte Beaujolais bestaat? Wel, in mijn ogen is deze zelfs beter als de rooie, die nogal jong en nogal 'hard' smaakt. Maar de witte is schitterend. Eerst gaan we eens proeven en de rest van de wijn mee naar de mobilhome nemen , maar daar is hij niet geraakt.
Beaujolais is een wijnstreek in Frankrijk. De streek is vooral bekend doordat elk jaar op de derde donderdag van november de Beaujolais Nouveau, waarvan de druiven slechts twee maanden daarvoor zijn geplukt, op de markt komt. De streek Beaujolais hoort officieel bij de regio Bourgondië, maar wordt vaak als zelfstandige eenheid gezien, vanwege de eigen identiteit van de wijnen die er geproduceerd worden. De streekBeaujolais begint ongeveer 10 kilometer ten zuiden van Mâcon. Het gebied heeft een totale breedte van 12 kilometer en een lengte van 60 kilometer en kan in twee subregio's ingedeeld worden, Haut-Beaujolais en Bas-Beaujolais. Haut-Beaujolais ligt het noordelijkst en hier worden de beste wijnen gemaakt, waaronder ook de Beaujolais Villages. In Bas-Beaujolais, die zuidelijker ligt, wordt de gewone Beaujolais gemaakt.
Het productieproces van de Beaujolais : Meer dan 90% van alle Beaujolais wijn wordt op minder gebruikelijke manier gemaakt dan in meeste andere wijnproducerende regio's. Het gaat hier om de koolzuurgisting (macération carbonique). Bij deze methode worden de druiven (van het ras gamay) direct na de oogst in grote kuipen gedaan. De trossen worden met steeltjes en al in de kuipen geworpen. Door het gewicht van de trossen worden de onderste druiven zachtjes gekneusd. In het sap dat hieruit vrijkomt, komt de gisting langzaam op gang. Het koolzuurgas dat bij deze gisting ontstaat stijgt op zijn beurt naar de bovenste trossen waar het gas inweekt. Tijdens dit proces worden de kleurstoffen en tannine afgebroken door de reeds ontstane alcohol en opgenomen door de vloeistof onder in de kuip. Door de grote druk van het koolzuurgas bovenin de kuip, gaan de druiven van binnenuit gisten. Doordat er hierbij geen zuurstof aan te pas komt, behoudt de wijn zijn fruitigheid. Na deze koolzuurgasinweking wordt de zogenaamde lekwijn afgetapt en het residu wordt geperst en vervolgens ook toegevoegd. Als laatste stap vindt nog de malolactische gisting plaats, waarbij de appelzuren omgezet worden in zachte melkzuren. Beaujolais nouveau :Traditioneel wordt op de derde donderdag in november de beaujolais nouveau, in België de nouveau beaujolais en in Nederland de beaujolais primeur genoemd, op de markt gepresenteerd. Deze primeur is wijn van de eerste persing, met veel 'fruit', vaak nog wat schraal bij de eerste slok, maar in de afdronk kan al wel de kwaliteit van dat jaar en dat huis worden herkend. De beaujolais nouveau wordt jong gedronken en is geen bewaarwijn.
De Crus van de Beaujolais : De hele Beaujolais streek heeft recht op de AOC benamingen Beaujolais of Beaujolais Supérieur (hoger alcoholgehalte dan Beaujolais). De AOC Beaujolais-Villages is voorbehouden aan 39 gemeenten in het noordelijk deel van de Beaujolais. Daarbinnen mogen 10 gemeenten hun naam aan hun wijn geven. Dit zijn de 10 crus van de Beaujolais. Deze zijn van noord naar zuid: 1.Saint-Amour 2.Juliénas 3.Chénas 4.Moulin-à-Vent 5.Fleurie 6.Chiroubles 7.Morgon 8.Régnié 9.Brouilly 10.Côte de Brouilly De nacht was dan ook weerom lekker. Weerom die overheerlijke stilte. http://www.vigneronindependant.com/annuaire.php?page_annu=contact&numadh=9252
Dag 3 : Van St Vérand naar Ménerbes 500 km Zonnig 's Morgens worden we wakker in een zachte gloed van de ochtendzon over de bevroren wijngaarden. De camper is ook bevroren.
Het is per slot van rekening nog maar begin maart. Het is nog winter en de temperatuur was 's nachts tot -5°c gezakt. De motorhome is lekker warm door de Truma en het SOPA-alarmsysteem behoedt ons voor Co-vergiftiging. Vertrekkend rond hetzelfde uur zakken we die ochtend verder af en besluiten toch even een omweg te volgen door Lyon om een glimp van de stad op te vangen en vervolgens leidt de RN7 ons verder richting zuiden. Lyon is een stad in het oosten van Frankrijk, gelegen op de plaats waar de rivieren de Rhône en de Saône samenvloeien. Lyon is één van de grootste steden van Frankrijk. De leuze van de stad luidt: "Avant, avant, Lion le melhor!" (Vooruit, vooruit, Lyon het best!) De historische binnenstad staat sinds 1998 op de lijst van Werelderfgoederen van de UNESCO. Wat inwonertal betreft, is Lyon de derde stad van Frankrijk, na Parijs en Marseille. Lyon werd in 43 v.Chr. door de Romeinen, onder leiding van Lucius Munatius Plancus, gesticht onder de naam Lugdunum als hoofdstad van Gallië. In 177 na Christus werd in Lyon de latere schutspatroon Blandina als martelaar verbrand. In 461 veroverden de Bourgondiërs de stad op de Romeinen en werd het de hoofdstad van het koninkrijk Bourgondië. De Arabieren, die in de achtste eeuw vanuit Spanje Frankrijk binnenvielen, richtten in 725 grote verwoestingen aan in Lyon. Bij het Verdrag van Verdun werd Lyon toegewezen aan Lotharius I. Later werd het onderdeel van het koninkrijk Arles. In de elfde eeuw nam het belang van Lyon weer toe toen de stad door de rooms-katholieke Kerk werd aangewezen als hoofdzetel van de Primaat van Gallië. In de Renaissance beleefde de stad mede dankzij de zijdehandel met Italië en andere landen een bloeiperiode. Ook de bankensector deed het goed, Lyon werd zelfs de belangrijkste stad in Frankrijk op dit gebied. De Bourse werd gebouwd in 1749. Tijdens de Franse Revolutie was in Zuid-Frankrijk Lyon het belangrijkste verzetshaard tegen de Nationale Conventie. In de negentiende eeuw ontwikkelde Lyon zich verder als industriestad en bleef het een centrum van de zijdehandel. In 1831 en 1834 kwamen de zijdewevers, ook wel Canuts genoemd, in opstand tegen de arbeidsvoorwaarden. Het leger greep hierbij hardhandig in. In de Tweede Wereldoorlog was Lyon een centrum voor het verzet. Tot 1942 was
Lyon onbezet gebied en daarnaast vormde het een knooppunt van wegen. Op 26 mei 1944 werd de stad gebombardeerd door de Geallieerden en op 3 september volgde de bevrijding. De stad wordt overheerst door twee heuvels, Fourvière en Croix-Rousse, die van elkaar gescheiden zijn door een engte van de Saône (Pierre Scize). In de 19e eeuw werden ze door Michelet respectievelijk "de biddende heuvel" en de "werkende heuvel" genoemd. Op de Fourvière staat de basiliek van Fourvière. De heuvel van Croix-Rousse daarentegen, telt heel wat werkmanshuisjes waar zijde werd bewerkt. De zijdeïndustrie van Lyon heeft een rijk verleden. In Vieux-Lyon en Croix-Rousse vindt men talrijke 'traboules', smalle gangetjes, die twee evenwijdig gelegen straten met elkaar verbinden. Die gangen lopen via de binnenplaatsen van woonblokken. Tussen de rivieren Rhône en Saône, op het zogenaamde 'presqu'île' (schiereiland), bevindt zich place Bellecour, het op twee na grootste plein van Frankrijk, na de Place des Quinconces in Bordeaux en Place de la Concorde in Parijs, met een afmeting van 310 bij 200 meter. Het plein is ook groter dan de pleinen de Zócalo in het Historisch Centrum van Mexico-Stad of het Rode Plein in Moskou. In het midden staat een standbeeld van Lodewijk XIV te paard. De haute cuisine treft men aan in de gehele regio Rhône-Alpes en biedt plaats voor zowel de grote eter als de fijnproever, met lokale wijnen zoals de Beaujolais en de Côtes du Rhône en verschillende grote namen in de keukens, zoals topkok Paul Bocuse. Sinds eeuwen geniet Lyon de titels hoofdstad van de gastronomie en stad van de zijde. Het historische deel van Lyon staat sinds 1998 op de werelderfgoedlijst van UNESCO. In Lyon bevinden zich de volgende bezienswaardigheden: De basiliek Notre-Dame de Fourvière De kathedraal Saint-Jean-Baptiste, gebouwd van 1180 tot 1480 met romaanse en gotische kenmerken. Bezienswaardig is het astronomisch uurwerk De kerk St Nizier, gebouwd in de gotische stijl in de 14de en 15e eeuw De ruïnes van het Gallo-Romeins museum van Fourvière. Het gasthuis Hotel Dieu, gebouwd begin 17e eeuw. Zijn 375m lange gevel en immense koepel pronken langs de Rhône Het voetbalstadion Stade de Gerland De opera Het stadhuis uit de zeventiende eeuw De beurs Palais de la Bourse Het museum Musée des Beaux-Arts, gevestigd in een voormalig zeventiende-eeuws klooster. Het is het grootste en veelzijdigste museum van Frankrijk buiten Parijs. Het Musée des Tissus over de beroemde zijdeïndustrie in Lyon. Het Musée des Arts Décoratifs is sinds 1925 gevestigd in het oude hôtel LacroixLaval. Het is een van de zeldzame sfeermakende musea van Frankrijk. De vertoonde voorwerpen en meubels zijn afgestemd op het kader en plattegrond van een typisch patriciërswoning van het klassisistisch tijdperk. De tientallen bruggen in Lyon over de Rhône en Saône Kathedraal Basiliek Funiculaire Hotel Dieu Stadhuis De Beurs
Nu wordt het toch tijd om water in te slaan.Het toilet moet dringend leeggemaakt worden en het grijze water moeten we ook kwijt. Want de heerlijke douche in de motorhome heeft zijn werk goed gedaan maar de afvalwatertank raakt natuurlijk snel vol. Dus halen we de 'Facile en route' boven en stoppen in Beausemblant, op 1km van de RN7. Een klein dorpje met een splinternieuwe verzorgde camperplaats. Natuurlijk niet de geschikte koppelingen aan boord maar met een goeie rol tape en een tuinslang doe je veel. We blijven hier wat hangen want de zon schijnt weer goed. (POI : 45°13'5.88"N ; 4°49'59.96"O)
Een uurtje verder in Valence, ergens achter het commerciele centrum ligt een kleine bewegwijzerde camperplaats die netjes is. Toegang met creditcard maar wegens defekt staat deze open. Geen voorzieningen maar mooie sparren die wat schaduw geven. We nuttigen hier de lunch.
Ons einddoel die dag is de streek rond Avignon. De eerste grote stad waar we eens willen toeren, en een bezoekje brengen. Weerom beklijft me de angst om de motorhome achter te laten op een parking. Per slot van rekening hadden ze bij Dicar geen tijd gehad om de Fiamma veiligheidssloten op de deuren en de garage te zetten, en steken verschrikkelijke scenario's zich op in mijn hoofd. Ondertussen is het al wat laat en we beslissen de volgende dag Avignon te bezoeken en nu naar een overnachtingsplaats te gaan zoeken. We vinden in de France Passion gids, een escargotfarm. In Ménerbes rijden we de tuin in van een grote villa. Farm ? Dit doet aan koeien denken maar het leek me meer dat we bij de buur opreden. Onmiddellijk ontvangt de vrouw des huizes ons en laat ons toe om ons mobielhuis neer te plaatsen waar we willen in haar gigantische tuin. Zo gezegd , zo gedaan. Max en Twix onze beiden honden komen oog in oog te staan met de hond van de farm en blijkbaar willen ze geen vriendschap sluiten. Dus is onze gastvrouw zo vriendelijk haar woef binnen te houden zodat onze keffers lekker kunnen genieten van de vrijheid na een dagje gemaft te hebben in de wagen.
Maar waar zitten die escargots dan toch ? Enkele uren later valt mijn 'frankske' (of moet ik euro zeggen) dat in de tuin een braakliggend stuk grond ligt. Dit is afgespannen met een plastiek wand van zo'n 50 cm hoog. Na een diepgaand onderzoek in te stellen ontdek ik DE farm want het krioelt van de lege slakkenschelpen. Ménerbes is een gemeente in het Franse departement Vaucluse (regio Provence-AlpesCôte d'Azur) en telt 995 inwoners (1999). De plaats maakt deel uit van het arrondissement Apt. Bekende inwoners : Het dorpje dankt zijn faam vooral aan zijn bekendste voormalige inwoner, de Engelse schrijver Peter Mayle, vooral bekend van zijn boek A Year in Provence (Een jaar in de Provence), waarin hij schrijft over zijn lotgevallen in het eerste jaar waarin hij Londen inruilde voor een boerderij in de Provence. A Year in Provence werd een wereldwijde bestseller en vormde de basis voor de film A Good Year (2006) van de regisseur Ridley Scott en met Russell Crowe in de hoofdrol. Mayle woont nu in Lourmarin, eveneens in de Luberon. De fotografe en schilder Dora Maar, bekend als muze van Picasso, had een huis in Ménerbes. De belangrijkste bezienswaardigheden van het dorp zijn de Abbaye St-Hilaire, het Maison de la Truffe et du Vin en het Musée du Tire-bouchon, een museum gewijd aan kurkentrekkers. Het plaatsje is één van de "mooiste dorpen van Frankrijk" (Les Plus Beaux Villages de France).
We raken ondertussen gewoon aan onze mobiele hut en gaan vroeg slapen.
Dag 4 : Van Ménerbes naar Saintes Maries de la Mer 125km Zonnig We verlaten Menerbes op ons traditoneel uur en kijken op de rotswoningen net voor we de weg nemen om terug richting Avignon te rijden.
In Avignon gaan we op zoek naar de camperplaats die in de Facile en route staat. Vlak naast de Rhone vinden we een camping maar blijkbaar was dit niet de plek. De aire voor camping cars ligt enkele honderden meters verder, vlak naast het water en deels onder de brug. Geen goeie plek om te overnachten wegens het voorbijrijdend verkeer en een beetje verlaten 's nachts. Geen voorzieningen. We vinden hier een schamele kar, die hier blijkbaar definitief opgeslagen staat maar niemand thuis toont. We laten toch onze wagen hier achter maar sluiten alles goed af. (POI 43°57'5.78"N ; 4°47'55.97"O)
Te voet gaan we over de brug met zicht op de 'pont d'Avignon' , of in feite Pont StBénezet, wat trouwens maar een halve brug is, om deze mooie, gezellige stad te verkennen. Het kinderliedje 'Sur le pont d'Avignon, L'on y danse, l'on y danse , Sur le pont d'Avignon, L'on y danse tout en rond.
Het paleis van de pausen, 'Palais des pâpes', een dominant en burchtachtig gebouw, waar negen pausen verbleven in de periode 1309 - 1376, is indrukwekkend en heel de oude stad is ommuurd door 4,2 km oude vestigingsmuren en 7 poorten. Zeker een bezoek waard.
Na op een gezellig terrasje in 't zonneke een koffieke gedronken te hebben gaan we op zoek naar een croissanterie. Zoals iedere ochtend kopen we ons een lekkere croissant, of een petit pain au chocolat of andere lekkernijen om de maag wat te vullen. De interesse van de doggies is zeer zeker iedere keer opgewekt.
Avignon is een stad in het zuiden van Frankrijk, in het departement Vaucluse. Avignon heeft de bijnamen "Babylon aan de Rhône", en "Provençaalse pausenstad". In 1309 zette Paus Clemens V de Babylonische ballingschap der pausen (1309-1376) in, waardoor de pauselijke residentie naar Avignon werd verplaatst. De pausen hadden de heerschappij over Avignon in 1348 gekocht en samengevoegd met het eerder verworven Comtat Venaissin. Dit bleef een pauselijke staat tot de Franse annexatie in 1791. Avignon is dus strikt genomen nooit een Franse provincie geweest; die waren een jaar eerder, in 1790, afgeschaft en vervangen door departementen. Toch hoort Avignon thuis in de lijst van voormalige zelfstandige landen op het grondgebied van het huidige Frankrijk.
We zetten onze weg verder en passeren Saint Remy de Provence. De RN7 omcirkelt het kleine cemtrum van dit 10000 koppig provencaals stadje en we besluiten toch te verkennen. We parkeren 500m buiten het dorp op een mooie parking (POI 43°47'33.69"N ; 4°49'46.62"O). Niet om te overnachten maar best even vertoeven onder de platanen voor enkele uren kan hier.
Saint Remy bewijst zijn provencaals karakter en biedt nog het echte zuid franse wat een klassieke toerist verwacht. Het is zeer rustig want we zijn de enige toeristen die zo vroeg op het seizoen rondlopen. De dorpskern met zijn oude huizen is zeer fotogeniek en de nauwe straatjes nodigen uit tot kuieren. Wist je dat het geboortehuis van Nostradamus zich hier bevindt ?
Na een uurtje zetten we onze tocht verder met eindbestemming voor deze dag Saintes Maries de la Mer in de Camargue. Na een camperplaats aan de Moulin de Daudet, genaamd naar de schrijver Alphone Daudet, in Fontvieille verkend te hebben,
lunchen we die dag op een parkeerplaats vlak naast een archeologische site met zicht op 'les Alpilles' (het typsich uitziende rotsformatie vlakbij les Baux de Provence). Hier halen we de eerste keer de campingstoelen buiten en genieten van ons frans brood buiten in de zon.
Vervolgens passeren we de abdij van Montmajour (ruine) die de moeite is om eens uit te stappen en enkele foto's te nemen. Een indruk van wat de religieuze middens destijds van middelen hadden. De abdij van Montmajour ligt enkele kilometers ten noordoosten van Arles op een kalksteenrots. Het is een voormalige Benedictijnenabdij. Het gebouwencomplex omvat een onvoltooide romaanse kerk met aangebouwd klooster. Daarnaast is er een donjon, terwijl oostelijk van het klooster nog een kleine kapel staat (Chapelle Sainte-Croix). Aan de zuidkant bevindt zich de in de rotsen uitgehouwen kapel Saint-Pierre.
In de 8e eeuw lag de rots van Montmajour in een moerassige laagte. Toen de Saracenen in 739 uit Arles werden verdreven, trokken ze zich onder meer terug op deze kalkrots. Volgens de legende zou Karel de Grote de Saracenen uiteindelijk van de rots hebben verdreven. Bij deze veldslag verloren ook veel christensoldaten het leven. Zij werden ter plaatse begraven. Het kerkhof werd sindsdien door kluizenaars onderhouden.Omstreeks 948 werd Montmajour door Teucinde, een dame uit een aristocratisch geslacht, gekocht van het aartsbisdom Arles. Ze schonk de grond aan een groep religieuzen, die er vervolgens een kloostergemeenschap stichtten. De groep nam de regels van de benedictijnen als richtsnoer, maar het klooster stond vanaf 963 onder rechtstreeks gezag
van de paus. Door omvangrijke schenkingen kende het klooster in de 11e en 12e eeuw een periode van grote bloei. Verschillende graven uit de Provence lieten er zich begraven. Onder hen in 1018 graaf Guillaume II, in 1026 gravin Adelaide en in 1063 graaf Geoffrey.In 1019 werd Montmajour een bedevaartsoord. In de abdij werd een splinter van het Kruis bewaard en in 1030 verleende de paus een volle aflaat van zonden voor een bezoek aan het klooster op de dag van het feest van het Kruis (3 mei). Omdat het Pardon van Montmajour niet alleen door een bezoek maar ook door donaties verkregen werd, groeide de welstand van het klooster door de grote toestroom van pelgrims. Eind 12e eeuw bouwden de monniken daarom de afzonderlijk gelegen Chapelle Sainte-Croix waar de reliekschrijn te vereren was. Vroeger was deze kapel door een in de rotsen gehouwen gang met het klooster verbonden.Vanaf de 13e eeuw trad het verval in. Het systeem van de commende zorgde ervoor dat extern benoemde abten het klooster meer beschouwden als een inkomstenbron dan als een plaats van bezinning en gebed. Tijdens de Godsdienstoorlogen diende het als kazerne.In de 17e eeuw was er een korte opleving toen de benedictijnen van de congregatie van Saint-Maur op verzoek van de aartsbisschop van Arles het klooster hervormden. In het begin van de 18e eeuw werd het kloostercomplex uitgebreid met gebouwen in barokstijl. Na de Franse Revolutie werd het klooster verkocht en vielen grote delen ten prooi aan de sloop. Zo zijn voor delen van de kaden langs de Rhône in Arles stenen van Montmajour gebruikt. Door tussenkomst van particulieren, de stad Arles en de staat werd halverwege de 19e eeuw voorkomen dat het klooster compleet tot een ruïne zou vervallen. In 1872 begonnen de restauratiewerkzaamheden onder leiding van de architect Henri Antoine Révoil, Architecte en Chef des Monuments Historiques, die onder andere ook de restauratie van de Abdij van Silvacane en de Abdij van Le Thoronet leidde. Tussen 1907 en 1955 stonden de restauraties onder toezicht van Jules Formigé. In 1968 werd het complex geclassificeerd als Werelderfgoed op de UNESCO-lijst. Vanaf 1985 is de staat verantwoordelijk voor het herstel.
We rijden verder richting Saintes Maries maar passeren Arles waar we de motorhome achterlaten op de parking net voor het nieuwe lyceum vlak naast het water, de Rhone. (POI : 43°40'58.32"N ; 4°37'49.41"O)
De dijk aflopend brengt ons direkt in het centrum van de oude stad met een machtig centraal plein. Vervolgens lopen we door en komen terug langs de met bomen overkoepelde ringweg die terug aan het water uitkomt.
Arles ligt aan de Rhône, op het punt waar de delta begint, bij de splitsing van de Grote Rhône en de Kleine Rhône. Daardoor ligt de stad "aan de poort van de Camargue". Met een oppervlakte van meer dan 750 km² is de gemeente Arles de grootste van heel Europees-Frankrijk, groter dan Parijs en de drie omliggende departementen (124 gemeenten). Het grondgebied omvat drie interessante natuurgebieden: in het noorden, de Alpilles in het oosten, de Crau in het zuiden, de Camargue, waarvan het grootste deel bij Arles hoort (het andere deel hoort bij Saintes-Maries-de-la-Mer, de tweede grootste Franse gemeente in oppervlakte).
Buiten het stadscentrum omvat Arles nog enkele dorpen, met name Salin-de-Giraud, Raphèle-lès-Arles, Saliers, Gimeaux, Moulés en Mas-Thibert. Arles was een belangrijke stad in het Romeinse Rijk. Toen het christendom zich introduceerde werd Arles een belangrijk religieus centrum. Na de val van het Romeinse Rijk en tal van invallen door de Barbaren werd de stad enige eeuwen onbelangrijk. Van 933 tot 1033 was Arles de hoofdstad van een koninkrijk met de naam Bourgondië. Het is ook bekend als woonplaats van Vincent van Gogh. Veel plekken waar Vincent van Gogh verbleef bestaan niet meer, zoals zijn pension aan het Place Lamartine en het Gele huis genoemd naar het schilderij van Van Gogh (beide verwoest tijdens de Tweede Wereldoorlog), maar het "Café bij Nacht" aan het Place du Forum is er nog steeds. Elk jaar vindt er ook nog een folkloristische traditie plaats die de mensen herinnert aan het gevecht tegen de Mistral Laatste etappe van de dag , nog een kleine 40 km, tot Saintes Maries de la Mer, trekpleister voor het jaarlijkse zigeunerfeest in de Camargue. Onderweg merken we de wilde paarden die rustig staan te grazen. Ondertussen zijn de boodschappen op en zoeken we de supermarkt. Een kleine Intermarché in het centrum brengt soelaas. Het is nog zeer rustig, en vooral omdat een sterke wind staat. Het zonnetje kan zijn warmte niet echt behouden en we besluiten deze avond op de camping La Brise te gaan staan om een beetje beschut te staan voor de sterke wind.
Blijkbaar waren we niet de enige want wat open was van de camping stond vol met campers. Saintes Maries heeft een camperplaats vlak naast de dijk(POI : 43°27'15.18"N ; 4°26'18.53"O) , en eentje in het midden van het dorp (POI : 43°27'20.95"N ; 4°25'39.77"O). Deze laatste stond lekker vol.
Een avondwandeling doet ons goed, laat ons de benen eens strekken. We voelen ons moe na de bezoeken van vandaag.
Dag 5 : Van Saintes Maries de la Mer naar Cap d’Agde 120 km Zonnig Wake up call zoals gewoonlijk tegen de zin van mijn vrouwke maar anders is de dag te vlug voorbij. Net bij het wegrijden uit Saintes Maries de la Mer ontdekken we een schare roze flamingo's naast de weg ; badend in de ochtendzon trekken ze zich niets aan.
De Camargue is een moerasgebied in de Zuid-Franse Rhônedelta. Het ligt aan de Middellandse Zee en beslaat de hele Rhônedelta. Toeristisch gezien is het gebied vooral bekend vanwege de in het wild levende witte paarden en stieren, en de roze flamingo's. Het is een vlak en zeer waterrijk gebied met veel meren en lagunen, moeras- en grasland, duin- en bosgebieden. Het is tevens belangrijk voor de winning van zout, de rijstteelt en de wijnbouw. In 1970 verkreeg het gebied de status van Regionaal Natuurpark. De Grande Camargue is 750 km². Het wordt ook wel beschreven als een eiland, omdat het van het vasteland is gescheiden door de twee vertakkingen van de Rhône die vanuit Arles naar de zee lopen. De oostelijke vertakking (Grand Rhône) mondt uit in de zee bij Salin-de-Giraud en de westelijke vertakking (Petit Rhône) bij Saintes-Maries-de-la-Mer. Deze twee plaatsjes zijn de enige nederzettingen in de Grande Camargue, met in totaal een 8000 inwoners. Mensen die gedeelten van het land bebouwden en bewerkten zagen hun oogsten vaak door overstroming of sterke getijdenwerking verdrinken. Pas tegen het eind van de 19e eeuw was de strijd tegen het water omgebogen in het voordeel van de mens, zodat er meer land bebouwd kon worden. In 1859 werd de eerste zeedijk aangelegd, die de invloed van de getijdenwerking inperkte. In 1869 werden de Rhône-oevers ingedamd, waardoor het aantal overstromingen sterk terugliep. Nu konden de bewoners van de Camargue wijngaarden aanleggen, geïrrigeerd met zoet water. Na de Tweede Wereldoorlog begon men met intensieve rijstteelt. Aangemoedigd door het succes van hun inspanningen legde men meer irrigatiekanalen aan om meer land te kunnen ontzilten. Maar voor het goed functioneren van deze kanalen moest men de loop van het water beter in de hand kunnen houden, dus verbeterde men geleidelijk aan de waterbeheersing. Met deze successen kwamen ook nieuwe problemen: de Camargue werd door dit netwerk van dammen en dijken min of meer afgesneden van de natuurlijke, periodieke instroming van zoet en zout water. Dit dreigde zowel de landschappelijke eigenheid als de flora en fauna van het gebied aan te tasten. Daarom werd een strikter reguleringssysteem ontworpen en aangelegd, met pompgemalen, irrigatienetwerken, een afwateringssysteem en een fijnmazig netwerk van kanalen en sloten. Gevolg was wel dat
de Camargue een deel van de vermaarde 'wildheid' inleverde. Dat geldt trouwens ook voor de eens zo wilde paarden. De meeste hebben nu een eigenaar. 's Nachts leven ze inderdaad nog in het wild, maar 's morgens worden ze opgehaald, zodat de toeristen een ritje kunnen maken en de folklore van de streek in stand kan worden gehouden. Het embleem van de Camargue is de (gewone) flamingo. Het gebied is de enige plek in Frankrijk en een van de weinige plaatsen rond de Middellandse Zee waar ze te vinden zijn. Het aantal wordt geschat op maximaal 20.000 paartjes; ze leven verspreid in groepen en staan onder bescherming van het Park. Plankton, wat ze in hun bek uit het water kunnen zeven, is hun voornaamste voedselbron. Hun nesten bouwen ze uit modder.
Vandaag is de eerste etappe gepland tot Nîmes waar we rond 10 aankomen. Na heel wat gesukkel met omleidingen wegens vernieuwingen komen we toch op een immense boulevard die leidt tot het centrum. Je voelt het soms dat je op de goeie weg bent. Op enkele stappen van Les jardins de la Fontana met zijn bijzonder mooi aangelegde fontein parkeren we de Giotti.
Ruim, niet druk en betalend. Gek genoeg beseffen we niet dat we vlakbij de arena, geinspireerd op het romeinse colosseum, zitten en bezoeken deze dan ook niet. Het rijke romeinse verleden vindt je echter terug in heel de stad. We slenteren door de kern van de stad maar ontdekken de typische straatjes en het Maison Carrée, een kleine maar best bewaarde Romeinse tempel.
Onze trip zet verder tot Sète, een vissershaven aan de méditerranée waar het canal du midi in uit komt. We blijven hier niet lang want alles is mooi van ver maar ver van mooi, als je begrijpt wat ik bedoel. Guur volk , weinig verzorgde buurt, en een onveilige plaats om door te lopen vinden we. Snel terug naar de camper, die trouwens ook niet zo denderend geparkeerd staat. Gelukkig wordt hij omgeven door soortgenoten maar ook daar lopen duistere figuren rond. Waarschijnlijk zal het hier in het putje van de zomer wel leuker aanvoelen, nu in ieder geval niet.
Net voor de avond arriveren we in Cap d'Agde, na in Agde zelf een zoektocht te hebben gedaan aan een camperplaats die we niet vonden. Op de Cap ben ik goed gekend, en rij dan ook blindelings naar de camperplaats (POI : 43°17'8.90"N ; 3°31'2.04"O) van Camping La Clape, die echter nog dicht is.
Direkt worden we ontvangen door René, met zijn Berlingo vol met wijn. Hij is DE fournisseur van de camping cars beweert hijzelf. Zelf een beetje aangeschoten en tipsy presenteert hij om zijn goeie wijnen te kopen. Daar de motor echter nog maar net stil lag , stuur ik hem wandelen. Het is hier stralend weer. 18°c. Dus we beslissen om hier enkele dagen te blijven hangen. Aanstonds trekken we de wandelschoenen aan en schieten we de boulevard aan de haven op om al dit mondaine te kunnen aanschouwen. Duizenden jachten liggen hier te pronken en te wachten op hun kapitein om te kunnen uitvaren. Het is geen weer om te koken dus beslissen we om een restaurantje te doen. Zo belanden we in La Madragde en genieten de verdere avond van foie gras, vissoep, eend enzovoort.
Dag 6 : Cap d’Agde 's morgens staat de zon nog niet zo hoog als ik met Max en Twix erop uit gaan om verse croissants en brood te kopen. O, wat is dit lekker om ze los te kunnen laten. Geen kat (letterlijk en figuurlijk) te zien. De zon geeft al lekkere warmte en een stevige wandeling kondigt zich aan. Zo gezegd, zo gedaan. Na het ontbijt trekken we naar het strand en lopen dit af tot aan de scheiding met het naturistenpark. O,ja, misschien wist U dat niet, maar Cap d'Agde heeft zowat het grootste en bekendste naturistenpark in Frankrijk. De vesten gaan uit en bij het terugkomen drinken we een koffie in één van de bistro's op la Plage du Môle. Terug aan de mobilhome beslissen we om René toch ook wat te gunnen en we kopen van hem een heerlijke Moelleux, Cabrières 2009, en een witte. Commercant als hij is, offreert hij ons 2 gratis flessen als we 2 kisten kopen. Deal done. We lopen in de namiddag terug de promenade aan de haven af tot aan Aqualand en terug. In de Rue de la Hune vers St Martin in L'Oasis doen we een terrasje en krijgen we kleur. Op Ile St Martin , vlakover het restaurant La Madragde, wachten we even tot de supermarkt opengaat en kopen we ons avondeten. Gerda had 's avonds nog zin om een ijsje te eten maar de goesting kwam wat laat want de ijsbar was al dicht.
Dag 7 : Van Cap d’Agde naar Besson (terugweg) 450km Zonnig We vertrekken richting huiswaarts. Route Nationale zit er niet in want door het centraal Massief, richting Clermont Ferrand is deze quasi vervangen door de A75.
Maar eerst even water tanken want de installatie in Cap d'Agde werkt weeral niet. Dus we stoppen in Montagnac, en vinden de camperplaats vlak naast de grote baan (POI : 43°28'30.28"N ; 3°29'28.76"O)
Na een beetje knutselwerk met een stuk tuinslang en een waterbidon vullen we de tank. Via Millau met zijn prachtig nieuwe brug, en Clermont Ferrand beslissen we om 's avonds te slapen bij France Passion wijnboer, de gebroeders Gardien op Domaine Gardien in Besson, in de streek Allier van de Auvergne.
http://vin-vignoble-viticulteur.domainegardien.com/
Net aangekomen ontdekken we een zeer mooi onderhouden boerderij. plaatsnemen doen we echter een minder aangename ontdekking. Frigo werkt niet, Verwarming werkt niet, kookvuur werkt niet. Daar is maar 1 uitleg voor : geen gas meer ! Damned, dat is een tegenvaller. Hoe kan dat nu ? Is er een probleem met de installatie ? Is er een lek ?
Na het
Allemaal niet waar. Nadien op het forum van campersite.be ontdekte ik dat de Truma verwarming nogal een slokop is, en niet de frigo. Het is toch nog maar begin maart en de nachten zijn bitterkoud. Bleek allemaal normaal te zijn. Maar we staan hier natuurlijk wel. Dus vader binnen bij de wijnboerin, die trouwens uiterst charmant was (je zag dat ze goed hun geld verdienden) om te informeren waar we gas kunnen kopen. Gelukkig dacht ze in het dorp op 2 km bij de epicerie dat we zeker terecht kunnen. Hop, en weer terug weg. Ook de kruidenierswinkeluitbaatster was uiterst vriendelijk en leende me zelfs een lege fles om de koppelingen te testen. Dit blijkt dan ook te werken en ik kocht een franse propaangasfles (zo'n zwaar ijzeren ding). Zij is zelfs zo vriendelijk om me geen statiegeld aan te rekenen omdat ze toch een lege fles teveel had. En we keerden gerust en tevreden terug naar Domaine Gardien. Mijn dank was dan ook ongelimiteerd en we kochten voor zo'n 100€ lekkere wijnen en champagne. Eerlijk gezegd beseften we niet meer hoeveel we kochten want bij het proeven van 12 soorten beginnen je speekselklieren gekke dingen te doen met je hersenen, en ben je vlug in hogere regionen. Maar 't was de moeite. Een roze Vin Mousseux Brut La Rose de Chassignolles en een witte en een rooie wijn Saint-Pourçain 2007. Uitermate lekker natuurlijk !
Dag 8 : Van Bessson naar Concevreux 470 km Zonnig 's morgens rijden we tot in Eaux Puiseaux, een mooie gite rurale om service te doen van toilet en water bijvullen voor 3€.(POI : 48° 7'24.89"N ; 3°53'20.35"O)
http://www.les-hauts-frenes.com/ Daar doen we een volgende slechte ontdekking. De tuinslang heeft zo'n groot debiet dat op twee tellen de tank bijgevuld is, maar de overloop kan de druk niet aan; dus komt het langs alle kanten ervan tussen gelopen. Heel de camper onder water met alle gevloek als gevolg. Gelukkig geen schade. Ondertussen zijn we wel een uur kwijt. Maar we hebben geen haast en vervolgen onze weg tot in Arcis-sur Aube waar we op het gemeenteplein een lunch nuttigen.(POI : 48°32'12.80"N ; 4° 8'36.80"O)
Onze tocht die dag lijdt tot Concevreux ,bij onze laatste France Passion die we deze reis doen. Een echte boerderij met echte tractoren, echte beesten in het midden van een piepklein dorp. De boer ontvangt ons vriendelijk met de nodige humor en vertelt dat hij per jaar toch zo'n 200 campers over het erf krijgt. Tevens nodigt hij ons uit om tussen zijn beestjes te gaan lopen en legt ons het principe uit van de dubbele sluiting op het hek want de lokale ezel was slim genoeg anders om dit open te krijgen. Na gratis ons aangekoppeld te hebben aan de elektriciteit gaan we dan ook op erfverkenning. Direkt worden we onthaald, van zodra we het hek open doen, door een massa dieren die allemaal vrij rondlopen. Op zich al een ervaring. 's avonds kopen we bij de boer lekker konijn in bier klaar gemaakt en enkele patés.
Dag 9 : Concevreux naar huis 300 km Regen Onze laatste etappe gaat tot thuis. Maar in plaats van de autostrade A1 te nemen, wat eentonig is, doen we het rustig aan en trekken we over de departementale langs Laon, Saint Quentin, Douai, Mons,en dan autostrade Kortrijk, Gent, thuis. De regen is nu de eerste keer van de partij maar na een uurtje ging dit over tot grijs typisch “Belgisch” weer. Ondertussen nog even wat eten gehaald en tegen de vroege middag waren we thuis.